De KLIN nr. 11 - 1996 In 1946 nam schoonzoon COR MADDEROM de winkel over. Willem Keizer ging in een huis naast het winkelpand wonen. Het uit deze woning afkomstige gezin van zoon Jan betrok de door Cor Madderom verlaten woning aan de Benedenweg - zuideinde. Cor was eerder werkzaam als tuinder, maar de tuindersinkomens waren toen erg wisselvallig en vaker slecht dan goed. Vandaar dat Cor boterboer werd en wekelijks de klanten afreisde met zuivel. Al gauw kreeg hij door dat je voor de handel bepaalde kwaliteiten moest hebben en je nooit mocht menen, dat een klant uit medelijden met jou zijn inkopen bij je deed..... Ongeveer twee jaar later verkocht hij de zaak aan DIRK BIJLSTRA, die tot dan knecht was geweest bij Jan Roos. R.L. LOKHORST Bovenweg 134 In 1891 stichtte GERT PLOEGER dit winkel - woonhuis. Hij vergrootte het in 1900. De noordkant van zijn winkel gebruikte hij als barbiersruimte. Vooral op zaterdagavond had hij het druk met zijn scheerklanten en was het er uiterst gezellig. Hij knipte ook. Eén van zijn klanten vertelde: Hij had knipte met de hand en schudde dan het haar van de schaar. Vaak waren er dan enkele haren niet afgeknipt en trok hij die uit je hoofd vandaan. In 1924 was hij daar nog winkelier.
Van l. Naar r. : Mevr. Lokhorst, Jannie Schoon – Olie, Lokhorst en ....
Historische Vereniging
- 80 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Vermoedelijk bracht deze voorgeschiedenis Lokhorst in 1950 op de gedachte om zich in een advertentie er op te beroemen dat hij het oudste adres in Sint Pancras voor levensmiddelen was! Lokhorst ventte niet. Wel ging hij ‘vragen’ bij zijn klanten: hij haalde de boekjes met bestellingen op en vervolgens bezorgde hij het gevraagde. Naast kruidenierswaren had ook hij een uitgebreid assortiment andere waren, als stokbezems, petroleum, klompen, rookartikelen etc. Bij Lokhorst kwam een klant de winkel binnenstappen en plaatste daar een bestelling. Hierop reageerde Lokhorst met de woorden: “Ik lever aan jou niets meer. Betaal eerst maar eens wat je me schuldig bent. Dan praten we weer.” De klant riep boos: “Je bent een hufter!” Lokhorst: ”Dat weet ik wel, maar daar zit mijn hemd voor.” “Ros”, zoals zijn vrouw hem noemde, sloot zijn zaak in 1955. Evenals Anton Wit, bakker Jan Deen en weduwe Peereboom slaagde ook hij er niet in een belangstellende koper voor zijn zaak te vinden. Het pand werd als woonhuis verkocht aan S.J. Staadegaard.
DE GRAAF Bovenweg 115 Op de ene hoek van de Vinkenlaan woonde vroeger schoenmaker DE GRAAF en later was er het vrachtbedrijf van JAN KOOY. Jan kocht, vlak na 1945, een geweldig grote legerwagen en breidde het chassis daarvan nog uit. Hij noemde het bakbeest, dat ook nog voorzien was van een aanhangwagen, DE ALPENJAGER. Hiermee trok hij naar Italië (om graniet) en de Oostbloklanden. Hij was daarbij niet voor een kleintje vervaard en wist zich steeds uit vervelende situaties te redden. Toen hij in Oost-Europa eens pech kreeg en ontdekte, dat een onderdeel beslist vervangen moest worden (dit was daar in de naoorlogse tijd niet te begaan), was goede raad duur. “Had ik maar een krijtje” verzuchtte Jan. Toen zijn bijrijder hem hieraan wist te helpen, schreef Jan met grote krijtletters op zijn auto dat hij pech had en dringend gebrek had aan ‘dat-en-dat’ onderdeel en dat hij en zijn maat vijf huizen verder een slaapplaats hadden gevonden. “Het moet al gek gaan, als hier geen Nederlander voorbij komt, die ons kan helpen” zei Jan, zijn logies
Historische Vereniging
- 81 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 opzoekend. Inderdaad werden ze de volgende morgen door een Nederlandse collega uit bed gebeld. In het begin van de vijftiger jaren emigreerde Jan Kooy naar Australië. We vroegen hem iets te vertellen over zijn Hollandse tijd. Hij schreef ons o.a.: “Ik zal mijn oude hersens onderzoeken om er wat in te vinden dat u gebruiken kunt voor de Klin. Ik ben me ervan bewust dat sommige feiten na al die jaren niet zo precies meer zijn. Dat is geen wonder, want ze zijn intussen meer dan 85 jaar oud. Ik begin maar met de eerste jaren. Op 1 april 1915 ging ik voor de eerste keer naar school. Mijn moeder had geen tijd om me weg te brengen, want die moest om de winkel denken. Die winkel was in het huis dat mijn broer Jaap ook bewoond heeft. (zie verder). Moe gaf me mee met Aaltje Muurling, want die moest ook haar zusje Bartje meenemen. De eerste juffrouw was juffrouw Bood. De school was van 8.30 - 11 en ‘s middags van 1 - 3 uur. Ik had nogal eens moeilijkheden om mijn klompen terug te vinden als we uit school gingen. Dan liet juf de andere kinderen uit de eerste klas eerst hun klompen aantrekken en die er dan over waren, waren de mijne.(maar ‘t klopte niet altijd) Toen moest ik ook ‘s zondags naar de zondagsschool, waarvan mijn vaders oom Jaap Kooy de leider was. Ik herinner me ook de grote kastanjeboom op dat plein voor de smederij van Jan Modder. Daar tegenover was de bakkerij van Ab Gutter. Hij was de broer van Kees Gutter, de brievenbesteller van Jan van Kampen. Die had in die tijd een postkantoor tegenover het huis van burgemeester Jaap Kroonenburg. Dat is in die tijd gebouwd, ongeveer tegelijk met het huis van dokter Melchior. Toen was op het Kerkplein ook de stal nog, die we naar ik meen, de stal van Teun Ruys noemden. Het huisje, waar ik later in woonde, op de hoek van de Vinkenlaan, is gebouwd voor de vader van Arie en Simon Stammes. Die was eerder burgemeester geweest, maar daarvoor werd hij te oud en toen heeft de gemeente dat huisje voor hem gebouwd, het kostte f 900,-. Aan de andere kant van de Vinkenlaan was de bakkerij van Arie de Vries. Ik moest daar in de eerste wereldoorlog vaak brood halen, een brood van 800 gram kostte 18 cent en je moest er broodbonnen voor geven. Later ging De Vries rentenieren en liet hij een nieuw huis bouwen achter de bakkerij, dat was het eerste huis aan de linkerkant van de Vinkenlaan. Later liet Cor Kloosterboer daar tegenover de vetboet bouwen. Dat vetsmelten heeft niet erg lang geduurd. Later woonde Henk Goezinne er met Sientje Stam. In de laatste wereldoorlog woonde hij er nog en hield hij zich bezig met frauduleus slachten.
Historische Vereniging
- 82 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 ‘t Was 9 mei 1940. Ik had die dag mijn truck geladen in Soignies. Dat ligt aan de weg van Brussel naar Mons, circa 40 km van Brussel. Het was een lading hardsteen voor Doesburg. Ik kwam ‘s avonds aan de grens te Wuustwezel (aan de weg Antwerpen Breda), maar ik was te laat om uit te klaren. ‘s Avonds was de grens voor goederenvervoer gesloten, Dus ging ik slapen in een hotel vlak bij de grens. Toen ik de volgende morgen wakker werd en iets wilde eten, kon ik niemand vinden. Dus ging ik maar naar de auto om uit te klaren. Maar de douanebeambten waren vreselijk zenuwachtig. Afin, ik heb mijn papieren laten tekenen en ben naar de grens gereden. Toen ik bij het grensstation Zundert aankwam zei iemand van de douane tegen me: “Kooy, je kunt er niet door, want er liggen bomen dwars over de weg.’ Ik kreeg een schok. En toen zei hij nog: “Het is oorlog. Duitsland is ons land binnen gevallen.” Op zo’n moment gaat er heel wat door je heen, Al gauw dacht ik: “En hoe moet ik nu thuiskomen?” Toen kwam er een klein vrachtautootje aan, uit Belgie en ik mocht meerijden. Achterop. Toen we bij de over de weg liggende bomen aankwamen, reed hij dwars door hekken en over alles, om de bomen heen, En zo kwamen we in Breda. Hij wilde naar Rotterdam, maar dat was afgesloten, omdat er parachutisten geland waren. Hij zei: “Wat moet ik nou?”. Ik antwoordde: “Ga over Gorinchem.” Hij wist daar de weg niet, maar dat kon ik hem wel vertellen. Zo gingen we richting Gorinchem, maar toen we bij Keizersveer kwamen, lag de brug al in de rivier. Hij zei: “Wat moeten we nou?” Ik antwoordde: “laten we het pontje eens proberen” en warempel dat voer nog. Maar toen we daar aankwamen, was het pontje, dat maar klein was, net vol. Ik zag een luxe auto staan met een nummerbord, dat met G begon. Dat betekende dat die auto uit NoordHolland kwam. Ik kon nog net op de pont komen en nadat ik mijn verhaal had verteld, kreeg ik een lift van die luxe auto. Alles ging goed, tot we bij de pont van Gorinchem kwamen. Die pont voer alleen voor militair vervoer. Ik liep daar wat heen en weer en toen zag ik een klein bootje, met een paar mannen erin. Ik riep naar hen: “Gaan jullie naar de overkant?” Ze zeiden: ja, en ik mocht nog mee ook. Zo kwam ik in Gorinchem, Ik heb me toen eerst laten scheren, want dat was die week nog niet gebeurd. Ik vroeg de barbier of er nog een bus naar Utrecht ging. Hij vertelde, dat dit zo was, en reeds een half uur later. Zo ging ik per bus op weg naar Utrecht. Maar halverwege moest iedereen uitstappen, want we werden gecontroleerd. Toen we daar zo stonden, kwam er een luxe auto aan met een G erop en jawel, nadat ik had uitgelegd hoe ik daar was verzeild
Historische Vereniging
- 83 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 geraakt, mocht ik mee naar Amsterdam. Hij liet me in Amsterdam bij een tramhalte uitstappen. Met de tram ging ik dwars door Amsterdam en kon bij de Prins Hendrikkade uitstappen. Vandaar ben ik naar het station gelopen en toen ben ik met de IJ-pont naar de overkant gegaan. Het ging allemaal als gesmeerd. Vandaar liep ik naar de bushalte, waar een bus stond die via Purmerend naar Alkmaar ging. Toen ik bij de bus aankwam, wilde de chauffeur net de deur dicht doen, maar eerst liet hij mij nog instappen. Hij zei tegen me: “Je hebt geluk, want dit is de laatste bus.’ Op mijn vraag waarom dat zo was, antwoordde hij; “Omdat ze de Beemster onder water willen laten lopen.” (dat is evenwel niet gebeurd) Zo arriveerde ik in Alkmaar. Bij de Friese brug zag ik de vrachtauto van H. Schot en met hem kon ik meerijden. Zo was ik reeds in Oudorp en toen liep ik naar een tante van me. Van haar kon ik een fiets lenen om het laatste stukje af te leggen. Ik was om 8 uur thuis. Dat was mijn eerste dag van de Tweede Wereldoorlog. De volgende dag kwamen er bij Bouwstra heel wat vluchtelingen uit Veenendaal aan. Ik heb met een luxe auto geholpen om hen onderdak te brengen bij verschillende mensen in het dorp. Ik heb er ook nog naar Middenmeer gebracht. Dat was zaterdag. Daarna kwamen de eerste en tweede Pinksterdag. De dag daarop, Dinsdag, is Rotterdam gebombardeerd en om meer bombardementen te voorkomen heeft generaal Winkelman ons land overgegeven en begon de Duitse bezetting. De eerste dagen was er voor ons in Sint Pancras niet zoveel veranderd. Maar ik begon toch wel te denken over mijn auto die ik bij de grens achtergelaten had. En er stond niet één auto van mij, maar het waren er inmiddels twee geworden. De tweede was er nog niet toen ik bij de grens wegging, maar was daar enkele uren later en de chauffeur, J. Vroegop, kon niet meer wegkomen. Hij, en enkele andere chauffeurs hebben een paar dagen onder het douanekantoor gezeten. Ze zagen Franse soldaten met tanks komen en weer weggaan. Vroegop kwam in de week daarop ook thuis en vertelde me, hoe het er daar uitzag. Toen ben ik naar de Ortscommandant in Alkmaar gegaan en ik heb hem verteld dat ik mijn trucks wilde ophalen. Ik kreeg van hem daarvoor een vergunning. Dus gingen we met een auto die kant op, Ik telde tussen Den Haag en Rotterdam 49 neergeschoten Duitse vliegtuigen. Sommige lagen zelfs op de weg. Toen we bij de grens kwamen, bij de auto’s, was het
Historische Vereniging
- 84 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 treurig gezicht: mijn truck had tien banden en ze waren allemaal kapot door granaatscherven. Er was ook heel wat gestolen. Ik had één geluk. Ik had in Zundert net zo’n Chevrolet-truck in de reparatie. Daar heb ik de nodige onderdelen vanaf gehaald om de truck aan de grens weer gaande te maken. Maar de vracht, bedoeld voor Doesburg, heb ik gelost in Hilversum. Ik moest over ‘s Hertogenbosch en bij Hedel, waar de brug ook in de rivier lag, was een schipbrug gemaakt. De andere truck aan de grens was volgeladen met marmer. De eigenaar van het marmer heeft die truck door een kraanwagen naar Den Haag laten slepen. Daar heb ik hem later vandaan gehaald. Verder kocht ik wat onderdelen van slopers en zo wist ik ook de derde truck uit Zundert thuis te krijgen. Omdat ik in de oorlog mijn auto’s was kwijt geraakt aan de Duitsers, kreeg ik na de oorlog een vergunning om een tweedehands Amerikaanse legertruck te kopen. Met medewerking van Dirk Minnesma kocht ik in Delen (Gelderland) (*1) een truck voor f 12.000,-. De eerste vracht die ik ophaalde was een lading bruinkool uit Limburg voor broer Cor. Ik heb de truck laten verlengen bij de fa. Met in Alkmaar en mijn eerste vracht ging naar Tsjecho-Slowakije en bestond uit een lading koolzaad uit Friesland en dat moest naar Bratislava. Die stad heette vroeger Presburg. Stoffel Bouwstra was mijn bijchauffeur. Als we terug geen retourvracht konden krijgen gingen we naar het Italiaanse Cararra, waar we marmer vandaan haalden. Dat deden we enkele malen vanuit Tsjecho-Slovakije, maar toen daar een revolutie uitbrak, konden we geen vracht meer krijgen voor dat land. Meestal reden we naar Italie via München, Innsbruck, Brenner, Bolzano en dan naar Cararra. Toen we eens op de terugweg waren, reden we verkeerd en kwamen voor een brug over een heel diep ravijn. Het was een heel oude, houten brug en dan te weten, dat mijn truck met lading ca, 30 ton zwaar was.. Terug konden we niet, draaien was daar niet mogelijk. Stoffel zei: ‘Loop jij er maar even over, dan kom ik wel met de truck achter je aan.’ We zijn er samen over gegaan, maar de hele brug was in beweging. Aan de overkant hebben we de truck aan de kant gezet, we moesten eerst van onze zenuwen bijkomen. Stoffel zei: ‘Jij ziet zo wit als een doek.’ Als we later in die omgeving waren, behoefden we onze vinger maar uit te steken en we wisten direct, wat er werd bedoeld. Eens, op de heenreis naar Cararra, kwamen we bij de rivier de Po. De brug was in de oorlog gesneuveld door de bommen. Ze hadden wel een schipbrug: een lange rij kleine schuitjes, misschien wel dertig. Nu is de Po wel breed, maar niet diep. Ik veronderstel, dat die rivier voor
Historische Vereniging
- 85 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 schepen praktisch niet bevaarbaar is. Niemand zei iets, dus wij gingen over die brug. Elk bootje zakte diep weg, maar we kwamen aan de overkant. Maar toen we een volgende keer daar weer kwamen, zag de brugwachter ons al aankomen. Ons bleek, dat hij net zo in de angst hadden gezeten als wij, toen we er overgingen. Naar wij wisten geen andere weg. Hij beduidde ons dat iets verderop een goede brug was. Dus dat probleem werd opgelost. Als je van Oostenrijk over de Alpen gaat en langs het Meer van Lugano rijdt, kom je in de Povlakte. Het is daar net zo vlak als in Holland. Als je echter naar Cararra wilt, kom je eerst in Parma en dan moet je nog over de Appenijnen. Dat is een lange bergrug, nog veel moeilijker dan de Alpen. Vol met haarspeldbochten, waar de truck veel te groot voor was. We deden toen over 80 km acht uur. Ik schreef zo maar iets op, wat me te binnen schoot. Ik hoop dat jullie er wat aan hebben, En hebben jullie meer vragen: ik ben altijd thuis. Jan Kooy, 24 Ruckle Place, Doonside 2767, Australia. )*1 In Delen was de naoorlogse verzamelplaats van overtollig oorlogsmaterieel.
BAKKERIJ PAUL KOK Kadastergegevens melden dat in 1877 DANIEL MULLER, landman te Oudorp eigenaar is van: huis nr, 76 b kadastr.nr. A 1172 huis + bakkerij groot 0,0077 ha huis nummer 76 c kadastr.nr, A 1173 huis................ 0,0023 ha kadastr. nr. A 1174 bouwland.............. 0,6420 ha In 1888 werden de percelen op een veiling gekocht door GERRIT WAGEMAKER, broodbakker te St, Pancras.
Drie jaar later werd KLAAS JANSZ. VRIES eigenaar. Vries had naast de bakkerij ook een kippenbedrijf. In 1921 bouwde hij achter op het perceel een nieuw woonhuis en verkocht hij de bakkerij aan de uit Broek op Langedijk afkomstige bakkerszoon PAUL KOK. (Zijn broer Klaas erfde de ouderlijke bakkerij). Voor meel behoefde Kok niet ver te lopen: dit werd aan de overkant bij de molen van Timmerman gehaald. Brood, koek en beschuit waren de voornaamste bakkerij producten. Vooral Kok’s beschuit was een begrip.
Historische Vereniging
- 86 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 De beschuitbereiding was een tijdrovend werk. Voor het deeg werden eendeneieren gebruikt. Eigenlijk was het verboden eendeneieren in de bakkerij te gebruiken. Omdat beschuit tweemaal wordt gebakken en aangenomen mocht worden dat evt. ziektekiemen dan geen kwaad meer konden doen, kreeg Kok voor dit werk een speciale ontheffing. Wel met het beding dat de eendeneieren niet in de bakkerij bewaard mochten worden. De beschuit werd niet alleen aan particulieren, maar ook aan wederverkopers (bakkers en kruideniers in de omgeving) verkocht. Per week werd er circa 400 rol beschuit gemaakt. Het bakproces vond plaats in een ouderwetse, turf gestookte oven. Nadat circa 30 lange turven in de oven in as waren veranderd, werd deze eerst met een zwabber schoongemaakt en vervolgens werden de kadetjes (deeg) erin geschoven. Na circa 20 minuten waren deze gaar en kwamen de broden aan de beurt. Nadat het brood was gebakken was de enigszins afgekoelde oven geschikt om er koek in te bakken. De Sinterklaastijd was de drukste tijd van het jaar. Dan had men tot ‘s avonds laat de handen vol aan de gewone producten maar daarnaast kwamen nog de taai-taai, speculaas en banketletters. (Tegenwoordig lijkt de drukte zich wel naar Kerst te verplaatsen).
Bakker Paul Kok ca. 1925
Historische Vereniging
- 87 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 In de oorlogstijd was de brandstof schaars. Vaak werd de oven toen verhit met takkenbossen. Toen de brandstof het schaarst was, besloten de vier Pancrasser bakkers om samen te gaan werken in één bakkerij, waarvoor die van Verkuil werd gekozen. Een enkele maal mochten de Pancrasser bakkers in de duinen voer (hout) voor hun oven(s) zoeken. Waren er voor de oorlog reeds mensen, die zelf hun broodbeslag in een vorm naar de bakkerij brachten om dit daar tegen een kleine vergoeding te laten bakken, in de oorlog groeide dit aantal. Anderen brachten zelf verbouwde tarwe naar de bakkerij en ze ontvingen in ruil daarvoor volkoren tarwebrood. Wel gebruikte de bakker een deel van de tarwe om gist, brandstof en andere benodigdheden aan te ruilen. De ouderwetse oven was ook een begeerde plaats om appelschijfjes te laten drogen.
Bakkerij Kok ca. 1950
Een klant kwam en vroeg: “Mag ik voor 3 cent gist?” Nadat hem of haar dit ter hand was gesteld, volgde de vraag: “Wat kost dit?” Het antwoord luidde: “Een stuiver!” Tijdens het venten vond een andere, vrouwelijke klant, het brood te bruin. ‘s Avonds kwam haar man in de winkel: “Moeder heeft geen brood.
Historische Vereniging
- 88 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Heb je nog wat?” “Ja, ik heb er nog één brood, maar dat is wel wat erg bruin.” “O, dat hindert niet, geef maar gauw hier, dat snijden we er wel af.” Vader Kok was afkomstig uit een muzikale familie. Toen in Broek een mannenkoor werd opgericht, vroeg men Paul of hij dit koor niet wilde dirigeren. Deze bewilligde hierin, reisde naar Amsterdam en nam daar bij Fred Roeske een aantal muziek- en directielessen en toog aan het werk. Hij was hierin zo succesvol, dat het aantal koren, dat een beroep op hem deed, al gauw groeide. Hij liet het tenslotte bij vijf: twee koren in Broek, eentje in Noord-Scharwoude en eentje in Dirkshorn en het Pancrasser gemengd koor ‘Looft den Heer’. In 1952 vestigde het jonge echtpaar Paul Kok jr. zich in de bakkerij. Vader en moeder Kok waren verhuisd naar een ander woonhuis aan de Bovenweg. Paul sr. moest wegens hartklachten iets rustiger leven en hielp alleen ‘s morgens in de bakkerij en wijdde zich verder aan zijn koren, iets waaraan hij nog meer plezier beleefde dan aan de bakkerij. Voor Kok sr. geldt dat hij in het harnas is gestorven. In november 1954 was hij gevraagd om met één van zijn koren mee te werken aan een avond in het Gulden Vlies te Alkmaar ten behoeve van de Vrije Universiteit. Kort nadat hij met zijn koor had gezongen, werd hij getroffen door een hartaanval, die onmiddellijk de dood ten gevolge had. Paul jr. ging wel eens de ‘de hort’ op voor een praatje’. Wanneer hij nodig was in winkel of bakkerij placht Jannie in de deur te gaan staan met de handen als een toeter aan de mond, vervolgens roepend zo luid ze kon: “PAUWAUWAUW!”, hetgeen een buurman de opmerking ontlokte: “Als zij haar man roept, dan draait de brugwachter te Koedijk de vlotbrug open!” In 1964 was het niet verantwoord nog langer gebruik te maken van de ouderwetse turfoven. Ook begonnen huis en bakkerij ontzettend veel onderhoud te vragen. Daarom werd besloten een nieuw winkelhuis te bouwen en ‘koude bakker’ te worden: Paul ging werken bij een broodfabriek, betrok van hen brood en verkocht dit aan zijn klanten.
Historische Vereniging
- 89 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
In 1975 besloot hij, vanwege sanering der bakkers, achter zijn bakkerschap een punt te zetten. Nu is hier architectenbureau P.C.KLOOSTERBOER. KOOY brandstoffen (Bovenweg 107) Recht tegenover de Molenhoeve, waar nu de bejaardenwoningen van de Molenhof staan, stond eerder de boerderij van Timmerman en ten noorden daarvan een woning, die gedurende lange tijd werd bewoond door de familie Jaap Kooy - Pauw. Eerder woonden Jaaps ouders en ook zijn grootouders in deze woning.
Boerderij Timmerman en huis Jb. Kooy (gedeeltelijk)
Toen grootvader Jan Kooy stierf begon grootmoeder Kooy daar een kruidenierswinkeltje. De oorspronkelijke woning was hiervoor te klein, vandaar dat aan de voorkant werd bijgebouwd en dit nieuwe gedeelte, vlak tegen de Bovenweg, werd tot winkel bestemd. Haar zoon Jaap Kooy, die aan het begin van deze eeuw het huis bewoonde, ging eerst nog enkele jaren door met de kruidenierswinkel. Omstreeks 1910 hield hij daarmee op en begon een brandstoffenzaak. In 1928 kwam zoon Jan bij vader Jaap in de zaak. Eerst bracht hij de antraciet, turf en cokes rond met paard en wagen, maar een jaar later werd dit met een vrachtautootje gedaan. Toen ook zoon Cor in de zaak kwam, wilde Jan zijn vleugels wel eens iets verder uitslaan en begon
Historische Vereniging
- 90 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 een expeditiebedrijf (zie boven) Cor bleef kolenboer en verhuisde later met zijn zaak naar Bovenweg 121, eerder de herberg van Slik. Omstreeks 1960 begon men bij Slochteren met de winning van aardgas en dat veroorzaakte, na verloop van tijd, een teruggang in de handel van de vaste brandstoffen. MöLLS Kapper, Bovenweg 105 In dit huis heeft SCHOENMAKER ARIS KRIEK zijn brood verdiend en omstreeks 1945 vestigde BRAM MöLLS zich er als kapper. TIMMERMAN De MEELMOLENS van TIMMERMAN Bovenweg 114, een “toevallig”-verhaal. Begin 1884 moest de molenbouwer Jan Levendig uit Dirkshorn wat herstelwerk verrichten aan een in Barsingerhorn staande molen. Tijdens deze werkzaam heden maakte hij kennis met de jonge molenaarsknecht Nico Timmerman. Omdat hij al spoedig doorhad dat die snuiter zijn vak goed verstond, vertelde Levendig hem het volgende: “Een jaar of wat geleden had ik niet al te veel werk. Om mijn knechten te kunnen houden, ging ik op eigen risico drie molens bouwen. Toen deze klaar waren, heb ik ze verhuurd aan enkele molenaars. Twee molens doen het redelijk goed, de derde, “De Geestbloem” in Sint Pancras, draait letterlijk en figuurlijk helemaal niet. Achtereenvolgens hebben drie molenaars er hun krachten op beproefd, allen zonder resultaat. Nu wil ik jou het volgende voorstellen: “Je mag, als je dat wilt, deze molen een half jaar lang voor niets gebruiken. Het andere half jaar betaal je me f 3,- huur per week”. Nico greep dit aanbod met twee handen aan. Toen hij echter na een jaar van hard werken tot de slotsom kwam, dat hij geen cent had verdiend, maar er zelfs geld bij was ingeschoten, besloot hij de pijp aan Maarten te geven en berichtte Levendig: ”Ik
Historische Vereniging
- 91 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 moest er maar mee stoppen, op deze molen is geen droog brood te verdienen”. Zodra in Sint Pancras bekend werd : Binnenkort staan de molenwieken weer stil, besloten twee vooraanstaande Pancrasser agrariërs een poging te doen om dit te voorkomen. Maarten Visser en Jaap Keijzer stapten naar Timmerman toe met het aanbod: “Als jij hier op de molen blijft, worden wij vaste klant bij je. En mocht je verdere hulp nodig hebben, waarschuw ons dan!” Van toen aan gingen Timmermans zaken langzaam vooruit. Nadat hij enkele jaren later was getrouwd, wist hij in 1896 de molen in eigendom te verkrijgen en een jaar later kocht hij de tegenover de Geestbloem staande boerenstolp. (Bovenweg 109) Spoedig daarna wist Timmerman te bewerkstelligen dat de ondiepe vaarweg tussen Sint Pancras en Broek op Langedijk werd uitgediept (hij betaalde de helft van de kosten). De aan- en afvoer van meel en graan kon toen per schip plaats vinden. Via het Molenpad werd per paard en wagen de afstand tussen aanlegsteiger en molen overbrugd. (de aanlegsteiger lag achter de woning van Dirk Duif, Benedenweg 150 en hiermee is meteen de naam van deze woning verklaard). In 1904 werd De Geestbloem gesloopt. Enkele maanden eerder was een molen met groter capaciteit, ’DE DAVID’, in gebruik genomen. In de dertiger jaren vonden Nico’s zonen dat ze in Sint Pancras te weinig armslag hadden en besloten ze het bedrijf naar Alkmaar te verplaatsen. In 1946 is de David gesloopt. Nu herinnert de naam “Molenhoeve” aan de molens die hier vroeger stonden en het dorpsbeeld bepaalden.
Historische Vereniging
- 92 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 GASHOUDER achter Bovenweg 99 De gemeente Sint Pancras werkte samen met de Langedijker gemeenten wat de (steenkool)gasvoorziening betrof. In NoordScharwoude stond dè gezamenlijke gasfabriek. Hier was een opslagplaats van gas om de Pancrasser afnemers van voldoende energie te voorzien. Op dit aan de gemeente toebehorende terrein, dat een kroft werd genoemd, liet de gemeente een veldwachterswoning bouwen. Meerdere ‘dienders’ hebben er gewoond, de eerste was politie Dekker, de laatste Jan van Bentum. Daarna woonde er een andere “gemeenteambtenaar”, de heer Cor Hart, werkzaam bij het intergemeentelijk gasbedrijf. De raadsnotulen vermelden dat in 1911 het brandweerhuisje werd verplaatst naar de ‘krocht’ bij de veldwachterswoning. Eerder stond dit aan de zuidzijde van ‘de witte kerk’. Voor Hart was Jaap Miessen plaatselijke voorwerker van de gasarbeiders. Miessen stond bekend om zijn snaakse invallen en gezegden. Eens moesten enkele arbeiders van de gasfabriek een lekkende leiding repareren. Bij het opgraven werden een paar mannen onwel van het ontsnappende giftige gas en moesten, ziek als ze waren, hun werk staken. Miesen wist later de directeur van de gasfabriek zover te krijgen dat hij de betrokken werknemers een nota stuurde voor het “opgesnoven gas”. “Brandweerhuisje”
Op hetzelfde terrein als de gashouder was tevens een werk- en opslagplaats van het Hoogheemraadschap. Dit laatste lichaam was lang verantwoordelijk voor het onderhoud van de plaatselijke wegen.
Historische Vereniging
- 93 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 BAKKERIJ VERKUIL Bovenweg 112 In 1878 kocht NICOLAAS ZIPP, broodbakker te Sint Pancras een perceeltje grond van Neeltje Paardebos en stichtte daarop een bakkerij. In 1885 vergrootte hij deze met een aanbouw. In 1898 was DIRK BRUGMAN broodbakker te Sint Pancras en bezitter van dit perceel, dat toen bestond uit: kadastr, nummer A 1216 huis bakkerij met erf groot 0.0260 ha. kadastr. nummer A 1624 bos groot 0,0850 ha. Aan dit ‘bos’ herinnert nog de naam (Kruisbos)weg. Bakkerij Brugman ca. 1900
Na BRUGMAN werd DIRK van der BIJL hier broodbakker. Van der Bijl verkocht 750 m² van zijn bosgrond. Eigenaars ervan werden tenslotte Simon Nol te Sint Pancras en Simon Smit te Koedijk. In 1925 werd de uit Enkhuizen afkomstige RIEKELT BROUWER eigenaar van huis en bakkerij. Dit duurde tot 1933. Toen vertrok Brouwer naar Urk en kwamen huis en bakkerij in handen van de brooden koekbakker WILLEM VERKUIL.
Historische Vereniging
- 94 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Deze laatste maakte hier o.m. de moeilijke oorlogsjaren door. Omdat Verkuil over flink wat werkruimte en een goede oven met voldoende capaciteit beschikte, besloten de Pancrasser bakkers in 1944 tot een samenwerkingsvorm in deze bakkerij. Brandstof, waarmee de oven kon worden verwarmd, was uiterst schaars. Vandaar dat heel wat bomen, gegroeid langs de Bovenweg, toen in de oven zijn verstookt. Ook de waterleiding liet het op een gegeven moment afweten. Hier bracht een pomp op de begraafplaats uitkomst.
Voor de oorlog had Verkuil enige tijd een lunchroom, maar dit ging niet. Toch slaagden Verkuil Sr. en later zoon Dirk er in om met hard werken, ondanks de tegenslagen (o.a. brand) hun zaak tot flinke bloei te brengen. Helaas overleed zoon Dirk, die in 1968 de bakkerij van zijn vader had overgenomen, voor menselijke begrippen op te jeugdige leeftijd. Na vader en zoon Verkuil was eerst De Lange uit Bergen en is nu Kuin uit Noord-Scharwoude hier bakker.
Historische Vereniging
- 95 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 JAN GOOTJES BRANDSTOFHANDEL, Bovenweg 110. Als jongeman voer Jan Gootjes als stoker op de grote vaart. In die tijd studeerde hij voor marconist en wist hij hiervoor het diploma te behalen. Vanwege de in de crisistijd aangescherpte eisen, slaagde hij er niet in om dit diploma nuttig te maken, want dan had hij tevens een diploma als stuurman moeten halen. Trouwplannen maakten dat hij besloot aan de wal te blijven. Hij wist een woninkje te begaan, dat tegenover de gereformeerde kerk stond. In juli 1932 kocht hij van Jacob Groot* diens brandstoffenzaak met inventaris, zakken, bascule en boet, die hij naar eigen terrein moest overplaatsen, voor f 550,-. *) Jacob Groot woonde in het de middelste woning van het zgn. ‘armenhuis’. Dit stond 50 jaar geleden nog op het noordelijkste gedeelte van het huidige Molenhoeveterrein. Hij verkocht naast wat vaste brandstoffen vrij veel petroleum.
Tegelijk sloot hij met de Amerikaanse Petroleumhandel een overeenkomst dat hij van “de AUTOMAAT” jaarlijks tienduizend liter petroleum zou betrekken. Een van zijn eerste werkzaamheden als zelfstandig brandstofhandelaar was zich presenteren bij de klanten van zijn voorganger en hen vragen hem voortaan hun klandizie te gunnen en zoals meer gebeurt, deed hij dit in gezelschap van zijn voorganger, die van dezelfde personen afscheid nam. Het werd een droeve aangelegenheid: vrijwel bij elke klant, die hij vanwege zijn gevorderde leeftijd vaarwel zegde, barstte de oude baas in tranen uit. Kan men Gootjes’ oude beroep als stoker enigszins in verband
Historische Vereniging
- 96 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 brengen met zijn werk als brandstofboer, zijn studie voor marconist wijst in de richting van een in die tijd nog zeldzame hobby: In een schuurtje achter zijn huis bouwde hij radiotoestellen die hij vervolgens aan belangstellenden verkocht. Gootjes had een speciaal merk briketten, genaamd GLORIA.(Bekender was de B.K. briket, waarop deze beide letters en twee hamertjes waren afgebeeld). Een briket deed vaak tweemaal dienst: eerst in de kachel en wanneer de briket nog door en door gloeide, maar niet meer vlamde, werd zo’n gloeiend gedeelte met een tang in een vuurtest gedeponeerd en in een stoof gezet.
Stovenzetster Antje Kriek – Mienis, die haar billen koesterde in de warme gloed van de Gloria.
Op zondagmorgen moest de stovenzetster eerst een aantal briketten in de kachel van de kerk laten verbranden en vervolgens voor haar klanten een warme stoof klaar zetten, zodat dezen als de kerkdienst begon, niet werden afgeleid door koude onderdanen. Van één stovenzetster is bekend dat zij, nadat ze alle stoven had voorzien van een warmtebron, voorzichtig haar rokken plooide over één der stoven, daarbij prevelend: Billen, verheugt U de Gloria komt!
Historische Vereniging
- 97 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
Na enkele jaren begon Gootjes’ gezondheid achteruit te gaan: Het uitventen van olie, briketten, turf e.d. met de hondenkar begon hem zwaar te vallen. Een familielid, Aldert de Wit, hielp hem af en toe en wist dit, nadat Gootjes in 1938 aan t.b.c. was overleden, vol te houden totdat in de oorlogsjaren er geen brandstof meer was en er dus ook niets viel rond te brengen. Vanaf het armenhuis liep een pad naar de Veert, een overblijfsel van het molenpad. Japie ontving daar witlofpenen voor de koe, die hij hield. Zijn vrouw klampte de leveranciers aan en die waren niet zo goed, of ze moesten de penen aan huis bezorgen. Piet van der Hurk betrok geregeld petroleum van Japie. Hij had zich daarvoor een kan aangeschaft en placht daar 5 liter brandstof in te halen. Toen Japie met zijn handel stopte, gunde Van der Hurk de klandizie aan Arie Hoogland en die kon slechts 4 liters in de kan krijgen.... Ook herinnert men zich dat Japie Groot een borreltje niet versmaadde. Het moet wat een tragische figuur zijn geweest, rond gezichtje met een puntbaardje. Door een noodlottig ongeval overleed hij op 16 okt. 1933. De Alkmaarsche Courant van dinsdag 17 okt. 1933 meldde dit onder de rubriek STAD EN OMGEVING LIJK OPGEHAALD. Gistermorgen werd in de Ringvaart op de grens van Oudorp en Heerhugowaard drijvende gevonden het lijk van een manspersoon. Nader bleek dit te zijn een zekere Groot* uit Sint Pancras, die Zondag in Alkmaar was ingesloten wegens openbare dronkenschap en die ‘s nachts om twee uur weer op vrije voeten was gesteld. Hij is vermoedelijk bij zijn terugtocht naar huis door de duisternis misleid en naast een der bruggen in het water geloopen. *(de krant vermeldde abusievelijk Groen)
Historische Vereniging
- 98 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
Waar nu de Molenhoeve is, stond vroeger het zgn armenhuis, zichtbaar op deze foto. Op de achtergrond 't Haventje, de politiewoning en het brandspuithuisje, dat hetzelfde huisnummer had als nu P. Bakker
SNEEBOER Bovenweg 89. Net ten noorden van de oude geref. kerk, waar nu een gedeelte van het parkeerterrein van de nieuwe kerk ligt, stond eerder een klein huisje waarin de familie Sneeboer woonde. Volgens overlevering eerst de ouders en later dochter Antje met haar broer Jan. De woninglijst vermeldt vóór 1898 Corn. Sneeboer en een lijst, gemaakt omstreeks 1900 : weduwe Sneeboer. De Alkmaarse firma Boom, grossier in touw, klompen, bezems en andere schoonmaakartikelen had hier diverse middenstanders(tjes) tot klant en vrouw en weduwe Sneeboer was dit in ieder geval van 1896 – 1906, waaruit kan worden geconcludeerd dat zij een winkeltje aan huis had. Zoon Jan was later tuinder en had omstreeks 1925 een boet bij Corn. Visser (Benedenweg 212). Antje was een pittig vrouwtje, die af en toe overbuurvrouw Goezinne, die een zwaar gezin had de helpende hand bood.
Historische Vereniging
- 99 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 ‘DE DAHLIA’ bloemisterij, Bovenweg 87. In 1922 verkochten de Pancrassers Klaas Duyndam, arbeider Jan Cornelisz. Koedijk, handelaar en Machiel de Niet mandenmaker aan mevr. Trijntje Schoon, gehuwd met JAN GROEN, een huis met schuur en erf groot 37,30 are.
Op dit perceel begon JAN GROEN een bloemisterij. In 1943 zette zijn zoon JO GROEN dit bedrijf voort. In 1954 emigreerde Jo naar Canada en kocht de bloemist KOOS KOENE het huis met kas en tuin. Omstreeks 1965 nam de uit Broek op Langedijk afkomstige tuinder JAN DE GRAAF (Bloemlust) het van Koos over. Momenteel wordt deze zaak gedreven door VAN DE VELDEN. CEES OUKES Bovenweg 85 In het huisje, dat naast de bovenstaande bloemisterij was, woonde Kees Oukes. Hij ventte met petroleum, merk A.P.C. en was beheerder van het achter zijn woning staande WITTE KRUIS gebouw. Bij ziekte en zeer kon je bij hem ijs krijgen om op een ontstoken plek te leggen. Verder bracht hij de krant ‘Het Nieuws van de Dag’ rond. Het Witte kruis gebouw was later in gebruik als brandweergarage, hetgeen o.a. zichtbaar is op de dorpsfilm van Sint Pancras, opgenomen in 1964. De Alkmaarsche Courant van 12 april 1927 bracht de UITSLAG van de AANBESTEDING Verbouw WITTE KRUIS Gebouw. timmerwerk metselwerk massaal begroting 475,430,P. Hart 493,A. Smit 465,450,910,A. Schram 458,P. Hes 480,449,P. Kooy 455,1105,fa. Bruin 475,S. Zeegers 463,S. Hes 470,K. Nierop 459,Het smeedwerk was begroot op f 114,Jn. Modder f 116,50 ; P. Groen f 113,90; M. Riedel f 110,Het schilderwerk: R.Blok en Zn f 72,- ; P.Bakker f 96,- ; Den Hartigh f 75,-
Historische Vereniging
- 100 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Toen er een nieuw Kruisgebouw kwam bij de Nobelhof werd dit gebouw de brandweergarage. JAN HES Bovenweg 81 – 83. In het huis “Wup es effies an”, waarin nu Piet Tromp woont, breide vroeger Louis Overmeer truien. Omdat Louis een stevige pijproker was, gingen zijn truien vergezeld van een flinke ‘rooklucht’. Voor Louis woonde metselaar – timmerman - aannemer JAN HES in dit huis. Zijn vrouw trok de aandacht omdat zij met een pet op haar hoofd de was aan de lijn hing. Jan bouwde, omstreeks 1900, tegenover zijn woning ‘de huisjes van HES’. In deze huisjes woonden o.a.: (Bovenweg 102) - TEUN GOEZINNE, die als kind door een noodlottig voorval blind was geworden. Hij verkocht aan huis eieren. Teun verstond ook de kunst van het stoelenmatten. - PIET KLIFFEN was daar kleermaker. (Kliffen is meer dan eens verhuisd.) - Schoenmaker DE GRAAF. (Ook De Graaf was niet erg hokvast). ARIS BOBELDIJK Bovenweg 98 In het huis waar nu Kees en Meino Bakker - Baken wonen, had Aris Bobeldijk een kruidenierszaak. Toen hij, een zak aardappelen dragend, over een plank liep en ten val kwam, bezeerde hij zijn rug zo ernstig, dat van zwaar werken geen sprake meer was. Vandaar dat hij in de dertiger jaren kruidenierswaren en rookartikelen ging verkopen. De kruideniersartikelen werden van Anton Wit gekocht, sigaren werden gehaald bij Okke Meier, die deze leverde onder het merk Jan I. Het aangebouwde schuurtje achter hun huis werd tot winkel omgetoverd en daar konden de klanten terecht. Zijn uit Broek op Langedijk afkomstige vrouw had daar nog veel
Historische Vereniging
- 101 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 familieleden wonen. Op de fiets, met aan weerszijden blikken bussen volgeladen met waren uit de winkel, ging zij in Langedijk venten. Als klein jongetje moest zoon Dirk, – zuchtend onder zijn zware last – met een volgeladen mand op de fiets naar Alkmaar om daar de bestellingen van de klanten te bezorgen. Niet iedereen betaalde contant vandaar dat hij op zaterdag de klanten opnieuw af moest om geld op te halen. In 1943 stopte Aris met het kruidenierschap: zijn omzet was te gering voor de distributietijd. Daarbij kwam dat het bonnenstelsel hem niet erg lag. Pieter VOLKERS Sr. “een duizendpoot”, Bovenweg 79 Voordat Piet Volkers, die getrouwd was met Antje Meereboer uit Heerhugowaard, zich vestigde op dit adres, had hij reeds het nodige beleefd: - Aan de Zeswielen en in Koedijk was hij wagenmaker, - in Beverwijk had hij een groentegrossierderij, - aan de Boeterslaan had hij het ‘HOENDERPARK AURORA’, (dit was het huis waarin Dik Volger later woonde, de naam is op het dak nog zichtbaar).
Later was Volkers metselaar, timmerman en aannemer. In de crisisjaren bouwde hij voor eigen verantwoordelijkheid twee nieuwe huizen aan het Zuiderlaantje. Hij zette deze te koop voor f 1000,- per stuk. In die tijd, toen er soms premies werden uitgeloofd voor wie een huurhuis wilde gaan bewonen, waren ze echter onverkoopbaar en Volkers moest ze naderhand weer afbreken. Dat hij steeds zon op andere inkomstenbronnen blijkt ook uit de loterij, die hij eens organiseerde. In de tijd dat hij aan de Bovenweg woonde deed de radio zijn intrede. Dit medium had zijn speciale interesse. Bovendien liep hij toen door reuma of ander ongemak, zeer moeilijk en het grootste deel van dit werk kon zittend gebeuren. Toen een familielid trouwde en hij daarbij niet aanwezig kon zijn vanwege zijn invaliditeit, wist hij via een draadverbinding thuis de plechtigheid op het gemeentehuis te volgen.
Historische Vereniging
- 102 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Volkers startte toen de Tweede Radiocentrale van Nederland. (de eerste ontstond in 1926, vermoedelijk in het Gooi). Hij bouwde een installatie, waarmee hij de programma’s van Hilversum en Huizen opving en doorgaf aan zijn afnemers. (radiodistributie). Zijn klanten woonden tussen Twuyverweg en Halvemaansbrug. De prijs bedroeg ca 50 cent per week. Het geluid werd doorgegeven via aan hoge palen bevestigde draden. Aanleg en onderhoud van het buitengebeuren was de taak van kleinzoon Piet, zoon van Aris, die bij het opzetten van de palen hulp kreeg van zijn broer Aris en Jo de Vries. Bij stormweer had Piet zijn handen vol: boomtakken teisterden dan de draden en moesten worden afgeknipt om storingen op te heffen.
P Volkers sr.
De klanten hadden een luidspreker en een eenvoudig kastje in huis. Op het kastje zat een hendeltje: gedraaid naar links was Hilversum, naar rechts Huizen. Met een knop werd het geluidsvolume geregeld. Volkers verzorgde zelf ook uitzendingen. Als voorloper van de latere diskjockeys liet hij grammofoonmuziek horen. (de grammofoon was toen nog geen gemeengoed en daarom werden deze programma’s erg gewaardeerd. Onder de beheerders van radiocentrales circuleerden z.g. platenkoffers zodat ze geregeld met een ander aanbod konden komen). Deze uitzendingen vonden ‘s avonds plaats en waren aan tijd gebonden.
Historische Vereniging
- 103 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Al voor de oorlog werd de radio met bijbehoren door zijn kleinzoon Piet overgenomen en overgeplaatst naar wat nu Bovenweg 35 is en waar Aris Sr. met zijn gezin woonde. Enkele jaren later bouwde Piet een geheel nieuwe installatie aan de Bovenweg 23, waar hij een winkel met radio’s, klokken enz. begon. In het begin van de bezetting circuleerden de platenkoffers nog ten behoeve van de uitzendingen. Wat later werden de radiocentrales opgeheven en kwam alles in één hand: de Nozema. Aan de Bovenweg repareerde Volkers ook klokken en wekkers. Naast zijn huis hield hij een heel stel Angora-konijnen, die hij kamde voor de wol. Vanwege zijn handicap reed hij in een driewielig, bestuurbaar karretje, dat getrokken werd door een hond. Als hij haast had hield hij een stuk worst voor zijn snuit, zó, dat de hond er niet in kon bijten. Piet Volkers had drie zonen: Aris, Piet en Simon, die elk voor zich en op eigen manier in aardappelen en groente gingen handelen. Zijn dochter Maartje trouwde met Reinder Vis, wonende aan de Twuyverweg. In de Alkmaarsche Courant van 6 dec, 1930 stond een artikel met de kop Een uitvinding op radiogebied. Hierin werd verteld dat sterke buitenlandse zenders als Oslo en Turijn de uitzendingen van de zwakkere Nederlandse zenders Hilversum en Huizen dermate stoorden dat radio bezitters steen en been klaagden over de ontvangst Het artikel vervolgde: Zulks zal veel radiocentralehouders heel wat klachten en hoofdbrekens hebben bezorgd en was voor den heer P. Volkers Senior, centralehouder te Sint Pancras dan ook aanleiding tot het onvermoeid zoeken naar middelen om dit vervelende euvel op te heffen. En... tenslotte met succes. Reeds de vorige week ontvingen de abonné’s plotseling een weergave, zóó zuiver en selectief, dat alle klachten verstomden en werd ons meegedeeld, dat de heer Volkers iets had uitgevonden, waardoor alle tusschengeluiden van andere stations volkomen werden uitgesloten. Een onderzoek bij houders van prima eigen toestellen overtuigde ons, dat de storende stations nog steeds voor hen niet geheel waren weg te krijgen. Tenslotte hebben wij onzen bejaarden centralehouder eens in zijn heiligdom opgezocht en vonden hem als altijd bezig met zijn
Historische Vereniging
- 104 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 zelfgebouwde toestellen. Inderdaad verklaarde de heer Volkers na lang zoeken een wijziging te hebben aangebracht, die bevredigende resultaten gaf, beter dan de meest selectieve en dure toestellen, hetgeen ons ook inderdaad is gebleken. Uit den aard der zaak moesten wij hiermede volstaan, doch wij kunnen belanghebbenden niet genoeg aanraden zich eens tot den heer Volkers om inlichtingen te wenden omtrent zijn uitvinding, die een verbetering op radiogebied kan geven.
Na Piet Volkers woonde KLAAS BOBELDIJK in dit huis. Klaas had wat met ijs: ‘s zomers ventte hij ermee en zodra het ‘s winters in de sloot lag, verkocht hij ‘koek en zopies’.
IJsboer Bobeldijk met zijn zoon Dirk-Jan op de kar.
Ook startte hij een eigen vuilnisophaaldienst. Tegen betaling (de prijs was afhankelijk van de hoeveelheid) haalde hij bij zijn klanten huisvuil op met een eigen kar. Hij leegde de kar in een vlet of praam. Met een volle schuit voer hij naar de een of andere ‘zaksloot’ (een doodlopende sloot, die gedempt moest worden) en kieperde daar zijn handel overboord. Gezien de samenstelling van het vuil: voor het grootste deel as uit de kachel, plantenresten, conservenblikken, (plastic was nog niet uitgevonden) heeft het milieu er weinig schade van ondervonden. (Later deed Piet de Vries in opdracht van de gemeente hetzelfde werk. Cor Dekker, die na hem door de gemeente als vuilnisman werd
Historische Vereniging
- 105 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 aangesteld en met paard en wagen het dorp rondging, deponeerde aanvankelijk nog het opgehaalde vuil in zaksloten. Later kwam er een vuilstortplaats aan de Achterweg, die tot circa 1970 als zodanig in gebruik was). DIRK KOK Bovenweg 75 – 77 Omstreeks 1915 begon WILBRINK een winkeltje, waarin kruideniersartikelen en vooral veel snoep werd verkocht. Een gewild artikel was de prijstoffee. De snoeper kocht één of meer van deze toffee’s en had dan kans op een bij de toffee verpakt strookje met de vermelding dat hij recht had op een prijs. Eens gebeurde het dat iemand de prijs eruit trok, toen Ilbrink nog maar net een nieuwe voorraad toffee’s had aangesproken. De prijswinnaar kreeg waarop hij recht had, maar moest plechtig beloven zijn mond te houden om Wilbrinks klandizie niet te verzieken.
Winkel-woonhuis D. Kok. Van l.nr.r.: Ans Vos, Dita Glas, Hr. en mevr. Kok
Wilbrinks winkel - woonhuis bestond uit de zuidelijke helft van het pand. (ongeveer de latere drukkerij). Lange tijd woonde de familie Geluk in de andere helft. Wilbrink ventte met hoge dichte handkar. In die tijd was de Bovenweg gedeeltelijk verhard: in het midden was een ongeveer 3 meter brede strook straatstenen, voor het overige bestond de weg uit mul zand.
Historische Vereniging
- 106 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Dat merkte Wilbrink op het Kerkplein, toen een zware storm vat kreeg op de hoge kar en deze van de verharding duwde. De kar zakte in het mulle zand en vervolgens kantelde het ding in ‘de beek’. (de beek was een langs de weg lopende afwateringsgreppel van circa een halve meter breedte en diepte. Ouderen herinneren zich dat deze greppel ten zuiden van de kerk aan de westkant van de weg te vinden was en voorbij de kerk aan de oostkant. Beide stukken ‘beek’ waren door een ondergrondse buis met elkaar verbonden.)
Daarna verkocht ARIE HOOGLAND er kruidenierswaren in de breedste zin van het woord en tevens ventte hij met petroleum. In 1946 verkocht Hoogland de winkel aan DIRK KOK. Zelf bleef hij nog gedurende enkele jaren met petroleum venten. Dirk Kok was in het midden van de dertiger jaren aan Bullepad begonnen met de verkoop van boter - kaas en eieren. In 1946 breidde hij aan de Bovenweg zijn han del uit met kruidenierswaren en later ging hij er ook speelgoed verkopen. Hij voegde beide woningen bij elkaar, vergrootte de winkel en ging aan de noord kant wonen. In 1961 verkocht zijn schoonzoon PIET VOS er galanterieën en speelgoed en rond de jaarwisseling vuurwerk. Piet deed dit tot 1983 en ging zich daarna meer toeleggen op de handel in magazijnbehoeften en had zijn broer HANS VOS er ruim tien jaar een fietsenhandel en reparatiewerkplaats. Aanvankelijk bleef Piet in het noordelijk gedeelte wonen. Momenteel woont zijn zoon Dik er. In 1994 stopte Hans Vos met zijn bedrijf in Sint Pancras en kwam drukkerij ‘De Impressionist’ in het zuidelijke deel. Mevr. Ans Vos - Kok vertelde eens van een ouder iemand te hebben gehoord dat in dit pand vroeger een herberg is geweest en dat dit één van de eerste plaatsen van de Bovenweg is, waar een huis werd gebouwd. (De oudste bebouwing van St. Pancras stond aan de westzijde van de Benedenweg, aan het Kerkplein en het begin van de Twuyverweg. Rond 1900, toen werd ingezien dat de hoge zandgronden agrarisch weinig hadden te betekenen, (heidegrond noemde men het) werd op meerdere plaatsen langs de Bovenweg met woningbouw begonnen).
Historische Vereniging
- 107 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
Historische Vereniging
- 108 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
Naspeuringen leverden het volgende op: Arie Hoogland bezat hier een huis met twee woningen en een schuur van ca 1930-1946. Eerder, van 1919-1930, waren sigarenhandelaar en kruidenier Gerrit Wilbrink en zijn weduwe, eigenaar. Voor Wilbrink waren resp. eigenaars: - de tuinders Andries Oudes en Pieter Gootjes - de landbouwer Pieter Jacobus Kloosterboer Dirksz. en de visser Jan Veldhuis. Van 1899 – 1912 bezat Jan Ruys Tzn, landbouwer en caféhouder het huis met erf en schuur. In de periode 1894 – 1914 was eerst Frans Hes en vervolgens zijn weduwe Gesina Hes - Braak eigenaar. In het volgende proces-verbaal komt deze herberg ter sprake: 8 juni 1898 Klazina Braak, weduwe van Hes, tapster en slijtster, oud 57 jaar, alhier, verklaarde: gisteravond omtrent negen uur waren te harent o.a 7 jonge knapen uit Broek op Langedijk. Eén van hen, Hopman, wilde zijn gelag niet betalen. Ook niet op herhaalde aansporing van haar zoon Simon. Om negen uur, toen de veldwachter voorbij ging, was haar herberg leeg. De knapen volgden Groen het noorden in, ook haar zoon Simon die opnieuw bij Hopman op betaling aandrong. Simon keerde, op aanraden van Groen, huiswaarts toen Hopman hem met klappen dreigde en Strijbis het mes trok, hetgeen ook gezien is door de petroleum- en brandstofventer K. Groen, alhier. Simon werd gevolgd door twee Broeker knapen. Toen hij in huis was, spoorde hij zijn moeder aan om te sluiten en de jongens buiten te houden. Toen dit gedaan was, verschenen Hopman en Strijbis aan de deur en eisten binnengelaten te worden. Zij gaf te kennen, met het oog op het sluitingsuur, niet weer te openen en ook niet te tappen. Gevolg was: rammeien op de deur en stormloop, zonder gevolg. Toen schoppen en trappen, waardoor het onderpaneel bezweek en zij door de opening binnenkwamen. Zij eisten borrels, wat werd geweigerd. Daarop nam Strijbis een biljartqueue om de weduwe te slaan, maar zij wist hem die te ontwringen en hem buiten te krijgen. Ook Hopman gaat naar buiten en verwijdert zich. Inmiddels is haar naastwonende zoon Jan (zie: Bovenweg 81) het noorden ingesneld om de veldwachter te hulp te roepen. Deze is bij de herberg van Greeuw, het sluitingsuur afwachtende, maar gaat onmiddellijk met Jan mee. Zij ontmoeten Hopman, die niet dronken is en vinden ter plaatse alleen Strijbis nog, de weduwe vragende geen rapport van het
Historische Vereniging
- 109 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 gebeurde te maken. Groen onderhoudt hem over zijn ongepast gedrag, hij voegt deze toe. ‘Van mijn part kun je stikken en barsten’ en andere verwensingen. Kameraden komen hem halen. Allen verwijderen zich dan in de richting van Broek. Groen volgt hen. w.g. L. v. d. Vijzel.
Dat het pand als café is gebruikt, is dus wel duidelijk. Uit kadaster aantekeningen blijkt: dat op deze plek aan de Bovenweg in 1878 een woning werd gebouwd, dat deze in 1889 geheel of gedeeltelijk is gesloopt en er vervolgens herbouw plaatsvond en dat in 1894, dus toen het als café werd gebruikt, iets is aangebouwd.
JAN KUITWAARD SLAGER, Bovenweg 90 “een prima vakman, met mensen omgaan was niet zijn sterkste kant” Aanvankelijk was Jan Kuitwaard slagersknecht bij Piet Glazekas in Broek op Langedijk. Daar ontmoette hij tevens zijn latere vrouw, die als veertienjarig meisje van Urk hier was komen werken. Ze was de enigste niet, op Urk was veel armoede. Veel grote gezinnen stuurden de kinderen er al spoedig op uit om iets te verdienen. In meerdere gezinnen van Sint Pancras en Broek had men zo’n kind in dienst In één daarvan moet zich het volgende hebben afgespeeld: Men had zich om de tafel geschaard voor het middageten. De goed menende heer des huizes zei op een gegeven moment: “Meissie, moet jij niet nag een paar stikken?” Daarop barstte het meisje in snikken uit en riep: “Als ik hier stikken moet, dan ga ik naar huis”. Toen Kuitwaard de kans kreeg om postbediende te worden, greep hij deze met beide handen. Dit werk gaf hem veel voldoening en hij verdiende er een goed stuk brood mee. Echter..... de crisis kondigde zijn komst aan. Bij één van de eerste bezuinigingsrondes werd Kuitwaard ontslagen. De laatst benoemden vlogen er het eerst uit. Inmiddels moest hij een uit vijf personen bestaand gezin onderhouden. Van oom Hendrik Kuitwaard, die tijdens de eerste wereldoorlog deze slagerij had gesticht en omstreeks 1926 zijn geluk wel eens op de
Historische Vereniging
- 110 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 hoogovens wilde beproeven, kocht hij de slagerij aan de Bovenweg en hierop vestigde de familie Jan Kuitwaard zich in Sint Pancras. Oom Hendrik had achter zijn huis een stal, waarin 6 koeien konden worden ondergebracht en een kapberg voor hooi, m.a.w. hij was slager en boer tegelijk. Kuitwaard beperkte zich tot de slagerij. Dit vermeldde hij op zijn winkelraam met de woorden “SPEKSLAGER EN VLEESHOUWER”. Net als veel andere slagers in die tijd, smolt hij zelf rauw vet. Dit ging in pakjes de deur uit en ook het afvalproduct ‘de kaantjes’, leverde nog wat geld.
Slagerij Kuitwaard
Een andere bezigheid was roken van spek en worst. Hij had zelf een rookkast en zag er nauwkeurig op toe met wat voor hout er werd gerookt. De jongens moesten zaagsel ophalen van de timmerman, maar als het geen “vuren” zaagsel was, konden ze er mee terug gaan. Een paard slachten was hem een gruwel. Een paard was een edel dier, daar kon je op rijden en eventueel kon je het beest als trekdier gebruiken, maar daarmee hield het voor hem op. Eens kwam een klant uit de nieuwbouw de winkel binnenstappen met de boodschap: “Slager, een half pond paardebiefstuk, a.u.b.” Kuitwaard keek haar aan, de grote ogen werden erg donker, daarop greep hij zijn forse slagersmes, wees ermee in de richting van de klant
Historische Vereniging
- 111 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 en schreeuwde: “Van welk dier moet het wezen. Van een wit, een zwart of van een bruin paard!” De klant vloog de winkel uit en is nooit teruggekomen. In de crisistijd toen er vanwege de grote werkloosheid veel armoede werd geleden, konden de armste mensen af en toe met speciaal daarvoor uitgereikte bonnen goedkoop vlees bekomen. In deze regio werd dat klaar gemaakt bij Verburg. Verschillende slagers gingen tegen vergoeding daar het vlees uitbenen. Kuitwaard was in de regel ook van de partij en verdiende er een leuke boterham mee. Voor geldzaken was hij eens bij de RABObank. Deze was toen nog bij Frans Spaan aan huis. Achter een bureau zat een nog vrij jeugdige jongeman. Door zijn werk bij de post wist Kuitwaard wel iets van bankzaken en bankberichten bestudeerde hij trouw. Op het voorstel dat men hem toen deed, reageerde hij met de luide roep: “En daar neem ik geen genoegen mee” en tegelijk gaf hij met zijn hand zo’n dreun op het bureau dat dit, tegen zoveel geweld niet bestand, als een pudding in elkaar zakte. Nog een tekenend voorval: Een nieuwbouwvrouwtje kwam de winkel binnenstappen: “Slager, 3 ons magere runderlappen, heel dun gesneden en in vieren!” De reactie van Kuitwaard: “Voor zoiets grijp ik mijn mes niet. Weet je, wat jij moest doen? Gauw naar de Kijk-Grijp gaan!” Na Kuitwaard was er eerst slager JAK LAAN en nu NIK BURGER. DE PEE een familiebedrijf, Bovenweg 84-86. Omdat hij niet sterk genoeg was voor het akkerwerk, begon ‘opa’ oftewel Leo de Pee senior een manufacturenzaak in Sint Maarten. Al gauw marcheerde de zaak vrij goed. Wel moest er hard voor worden gewerkt: Zodra men ‘s morgens wakker was, werd de winkeldeur geopend en deze ging pas dicht als de familie naar bed ging. Zelfs op zondag was de zaak de gehele dag open. Vooral de buiten het dorp wonende agrariërs plachten op zondag naar het dorp te gaan en kwamen dan graag op hun gemak iets uitzoeken in de winkel van De Pee.
Historische Vereniging
- 112 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
Na een jaar of wat zei mevrouw De Pee tegen haar man: “Alles goed en wel, maar op zondagmiddag wil ik er eens uit en dan ga jij mee en doen we de winkeldeur op slot.” Dit gebeurde. Niet iedereen nam hen dit in dank af: Ze krijgen verbeelding, hebben het zeker te goed en dat van onze centen! Sommige klanten verlegden daarop hun klandizie naar de concurrent. Aanvankelijk werkten beide oudste zonen Jo en Cor bij vader in de zaak. Toen Cor kennis kreeg aan een in Koedijk wonende jongedame en dit menens werd, begon hij, mede omdat hij het ouderlijk bedrijf niet kon overnemen, om te zien naar een manufacturenzaak in de buurt van Koedijk. Dit vond hij, toen Jan Wagenaar (Jan Poepezak) zijn winkel aan de Benedenweg te koop aanbood. Vader De Pee en vader Verwer gingen op pad om voor het jonge stel te onderhandelen. Dit gelukte aanvankelijk maar ten dele, er bleef een klein verschil. Vader Verwer, die zijn dochter graag wat in de buurt hield en goed vertrouwen in zijn aanstaande schoonzoon had, hakte tenslotte op eigen houtje ook die laatste knoop door. Zo begonnen Cor de Pee en zijn vrouw in de redelijk goede dorpszaak van Jan Wagenaar. (Nu Benedenweg 79) Ongeveer zes jaar later verhuisden ze naar de Bovenweg. Daar hadden ze – midden in de crisistijd – een nieuwe winkel laten bouwen. Aanvankelijk bestond deze uit de noordelijke helft van het tegenwoordige pand. In 1956 werd er een toonzaal aangebouwd, die vanaf de Bovenweg niet opviel, door het ervoor staande dubbele woonhuis, waarin onder andere Piet Kliffen en Jan Rozing hebben gewoond. Omstreeks 1965 werd dit huis aan de woningvoorraad onttrokken en gesloopt, waarna de voorkant van de winkel als het ware kon worden gespiegeld en er tevens een tweede woonhuis boven de winkel kwam
Historische Vereniging
- 113 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
Groenteboer Simon Volkers voor de nog niet verbouwde winkel van de Pee.
Net als in Sint Maarten was de zaak in Sint Pancras vooral een “ventzaak”. De bij De Pee werkende Arie de Ruigh en later ook Wim ten Wolde gingen ‘de boer op’ en trachtten de goederen van de baas aan de man te brengen. Natuurlijk was het, vooral in de begintijd, dag en nacht werken geblazen: matrassen en bedden waren van eigen fabrikaat en vaak was men hiermee tot laat in de avond bezig. Stofferen was toen vaak een karweitje voor de ‘stille’ tijd. Ook maatpakken werden geleverd. In de winkel kon de klant de stof uitzoeken, vervolgens werd de maat genomen. Elders maakte een kleermaker aan de hand van de verstrekte gegevens het pak, dat dan, (het was nog met grote steken aan elkaar genaaid) in Sint Pancras kon worden gepast en vervolgens, indien nodig met enige correctie, werd afgemaakt. Voor de oorlog had De Pee een soort rekening-courant systeem voor zijn klanten. Op maandagmorgen ging men het dorp door en verkocht zegels a f 0,50, f 1,- of f 2.50 van de eigen winkel. De klant plakte de zegels in een daarvoor bestemd spaarboekje en kon deze op elk gewenst moment in de winkel besteden. In de praktijk kwam dit er op neer dat gedurende de zomermaanden en het najaar werd gespaard en de zegels tegen Sint Nicolaas of Kerst werden ingewisseld.
Historische Vereniging
- 114 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Net voor de oorlog kwam broer Thijs meehelpen in de zaak van zijn broer. De Pee sr. had zijn zaak in Sint Maarten overgedaan aan zoon Jo en was in Alkmaar gaan wonen en Thijs was met zijn ouders meegegaan. Later is Thijs een eigen zaak in Bergen begonnen, die enige jaren geleden werd uitgebreid met een winkel in Heemskerk. De naam De Pee kreeg op deze manier in onze omgeving een vertrouwde klank: een aantal zelfstandige familiezaken, die samenwerkten waar ze konden en waren aangesloten bij een Inkoopcombinatie, waardoor ze tegen redelijke prijzen goede waar konden leveren. In dezelfde tijd dat Thijs hier kwam werken, deed ook Dirk de Korver als 16-jarige knaap zijn intrede bij De Pee. Hij werkte er ruim 40 jaar, niet alleen tot eigen genoegen, maar ook tot dat van zijn baas en diens klanten. Jammer dat hij, nog geen 60 jaar oud, wegens zijn slechte gezondheid naald en draad moest laten rusten. Later werkte Cor de Pee enige tijd samen met zijn twee zonen Leo en Jaap, waarvan nu alleen de laatste nog in leven is. MINNESMA GARAGE, “service met een lach”, Bovenweg 73 In de beginjaren van deze eeuw bouwde slager - koopman PIETER TOEPOEL op zijn aan de Bovenweg liggend perceel bouwland een huis met winkel en slachtplaats. Enige jaren later moest hij om gezondheidsredenen stoppen met het slagersbedrijf. Eerder en ook na zijn vertrek uit de slagerij heeft hij op meerdere adressen gewoond. Als Toepoel een redelijke winst kon maken, aarzelde hij niet lang met de verkoop. Dochter Marie vertelde: ‘Mijn moeder zei wel eens: als vader winst ziet verkoopt hij alles onder je gat vandaan!’ Hij liet onder andere de woning bouwen, waarin later zijn zoon Jacob woonde, ongeveer Bovenweg 47. Met wat handel, hij bezocht wekelijks de veemarkt te Purmerend, probeerde hij aan de kost te komen. Omstreeks 1904 was hij ook even eigenaar van de 17,60 are aan de Boeterslaan, waarop een jaar later AURORA werd gesticht.
Historische Vereniging
- 115 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Af en toe slachtte hij eens een varkentje voor derden. Wanneer hij voor een zacht prijsje een pasgeboren kalf in handen wist te krijgen, leverde hij aan een stel vaste klanten nuchter kalfsvlees. In 1910 verkocht hij zijn perceel. Achtereenvolgens werden kantoorbediende Hubertus Jacobi, notaris Lambert Top te Bergen, metselaar - grossier en agent in levensverzekeringen Jacob Rutsen eigenaar van huis, slachtplaats en resterend bouwland. De laatste van dit drietal verkocht het aan de landbouwer Pieter Jacobus Kloosterboer, die ook het slagersberoep uitoefende. Hij woonde daar tot 1919. Nadat Corn. de Jong het nog even in zijn bezit had werd GERRIT MINNESMA eigenaar. Deze laatste, de vader van Dirk Minnesma verkocht het noordelijkste deel van het perceel, bestaande uit huis met winkel, slachtplaats en erf. Op het resterende deel bouwde hij “een bovenwoning met een garage en een schuur”. Hij had er een metselbedrijf.(1924). In 1918 was hij (tevens?) melkslijter. DIRK MINNESMA, die hier in 1927 begon, was aanvankelijk als elektricien bezig. In 1938 deelde de Middenstandsvereniging hem in bij de branche: Radio’s en fietsen. Gaandeweg kwam het garagewerk op en dit breidde zich tenslotte zo uit, dat het ‘ome Dirks’ voornaamste bestaansmiddel werd. Uit de Alkmaarsche Courant van zaterdag 14 mei 1927: Blijkens advertentie in dit nummer opent de heer D. Minnesma aan den Heerenweg alhier, een zaak in motoren en rijwielen. Hoewel hij zich speciaal zal toeleggen op auto’s en motoren, zullen ook andere machinerieen geleverd worden. Aan de zaak is tevens een garage en herstelplaats verbonden, welke aan alle moderne eischen voldoet. Het gebouw zelf heeft een frontbreedte, waardoor een mooie etalage wordt verkregen, waaruit blijkt dat de eigenaar zich ook begeeft op het gebied der electrotechniek. Deze zaak, welke getuigt van durf en ondernemingsgeest en die zeker de aandacht zal trekken, mag een sieraad voor de plaats genoemd worden. In 1969 nam de familie STRIJBIS dit bedrijf over.
Historische Vereniging
- 116 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 MIDDELBURG BOEKHANDEL, Bovenweg 71. Deze boekhandel is nu gevestigd op de plaats waar Toepoel zijn huis en slagerij had. Groenteventer PIET VOLKERS woonde hier vanaf het begin der dertiger jaren. Eerder woonde hij op Bovenweg 121. Aanvankelijk ventte hij met een hondekar, later met een kettewagen. ‘s Winters had hij voor op zijn wagen twee Keulse potten staan, de één gevuld met zoute snijbonen, de andere met gezouten slabonen. Ook had hij altijd een vat zuurkool bij zich. Dit betrok hij van zijn broer Simon Volkers, eveneens groenteboer, die zelf zuurkool inlegde. Piet ventte vooral in Broek op Langedijk en aanvankelijk had hij zelfs enkele klanten (familieleden) in Noord Scharwoude. In de noordkant van deze woning, nu de boekwinkel, woonde lang zijn schoonvader DOVES. Deze ventte met een kar in Zuideinde en Oudorp koffie, thee en koek uit. In de oorlogsjaren heeft Bram Molls nog enige tijd een kapperswinkel in dit pand gehad. Enkele jaren na de oorlog ruilde Volkers van woning met de aan de Achterweg wonende Middelburg, die daar een kippenbedrijf had. Volkers zette zijn groentehandel vanuit de Achterweg nog enkele jaren voort tot omstreeks 1950. MIDDELBURG begon aan de Bovenweg een boekhandel, die in 1969 werd gemoderniseerd en nu door zijn zoon Rein wordt voortgezet. Ook voor boekhandel Middelburg geldt dat deze nu op meerdere plaatsen is gevestigd. Van FLEVO tot TOP 10! In 1934 liet Jan Kloosterboer de villa Flevo bouwen. Achter dit huis, was in een flink kantoor, de groente- en aardappelgroothandel van de GEBR. KLOOSTERBOER gevestigd. Einde vijftiger jaren begon P.C. KLOOSTERBOER een architectenbureau in dit pand. In 1965 waren zowel de groothandel als het architectenbureau verhuisd en al gauw daarna werd Flevo gesloopt. In 1974 werd hier een Centra zelfbedieningswinkel geopend door REM SCHOENMAKER en JAN KLOS. Deze winkel werd overgenomen
Historische Vereniging
- 117 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 door de heer NAP. Ruim een jaar geleden werd de inmiddels vergrote winkel overgenomen door Top-Tien. SIEM VOLKERS Groente- en fruitwinkel, Bovenweg 78. Omstreeks 1908 begon Simon Volkers als 16-jarige knaap, vanuit de ouderlijke woning aan de Boeterslaan, met een kruiwagen in Alkmaar peren te venten. Eerder had hij enige tijd in een tapijtwinkel gewerkt. Deze bezigheid stond hem echter niet erg aan, groente en fruit trokken hem meer. Heel geleidelijk wist hij zijn handel uit te breiden: - de kruiwagen werd een hondekar, - het aantal klanten werd groter, naast de Alkmaarse kreeg hij ook adressen in Sint Pancras en Langedijk, - hij vestigde zich in een winkeltje aan de Benedenweg, op de plaats waar nu tandarts Bakker woont. De winkel was klein, eenvoudig en had zelfs nog een aangestampte aarden vloer. Met behulp van zijn vrouw (ze trouwden in 1915) werkte hij hard en hun inspanning werd beloond. Gedurende de eerste wereldoorlog ventte hij ook met vis. Omstreeks 1920 was de winkel aan de Benedenweg te klein geworden en werd besloten naar de Bovenweg te verhuizen. Inmiddels was de hondekar ingeruild voor een kettewagen. Naast de particuliere verkoop had hij ook een soort grossierderij: aan andere groente- en fruitverkopers leverde hij door hem gekookte rode bieten. In de zestiger jaren bereikte deze omzet een hoogtepunt: wekelijks ging circa 10 ton ‘gare biet’ de deur uit. Een ander zelfgemaakt product was bessensap. Volkers bracht het in de handel onder de naam Pomona en het was verkrijgbaar als sap van alleen rode, van rode en zwarte, of van alleen zwarte bessen. Verder maakte hij zijn eigen zuurkool en legde hij voor de winkelverkoop slaen snijbonen in het zout in.
Historische Vereniging
- 118 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
S. Volkers met de hondewagen op de Benedenweg. De boerderij op de voorgrond was van Kloosterboer. Zijn nakomelingen Maarten en Dirk woonden later in het huis ernaast. Vooraan rechts op de foto: Jan Kooy en Kees Hillen.
Voor een aantal tuinders, die hun producten graag in Alkmaar zagen geveild (naar bladgroenten was aan de Langedijker veiling weinig vraag) verrichtte hij piekeniersdiensten. Ook tomaten en druiven nam hij mee naar de Alkmaarse veiling. Hier stonden toen nogal wat druivenkassen, b.v. van Klaas Bakker, Jo v.d. Molen, Jaap Duif, Jaap D.Kloosterboer, Jb. Tol. In de dertiger jaren was de druiventeelt weinig lonend en werden deze wel verkocht voor 13 ct per kg. Klaas Kloosterboer heeft eens de plaatselijke druivenkwekers gevraagd om alles zoveel mogelijk tegelijk te leveren, zodat er een flinke zending zou ontstaan. Hij wist toen te bereiken dat de kwekers 25 ct. per kilo kregen! Velen hebben in de loop van de tijd hun druivenkassen opgeruimd. Eén van de weinig overgeblevenen is Klaas Bakker. Zijn struiken zijn circa 70 jaar oud. Deze worden zo gesnoeid dat er elders op de plant weer nieuwe loten tevoorschijn komen. De struiken van Klaas kunnen het nog jaren volhouden, of de kassen het zo lang staande weten te houden, is de vraag.
Historische Vereniging
- 119 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 In 1955 namen Simon Volkers’ beide zonen JAN en SIEM de zaak over, Jan kocht in op de veiling en deed de winkel, Siem verzorgde het venten. Momenteel wordt de zaak gedreven (enkele jaren geleden werd de winkel opnieuw uitgebreid en gemoderniseerd) door Siem en Jan jr. PIET KOOY Bovenweg 74 Van landbouwer - gemeenteontvanger Klaas Visser kocht PIETER TEUNISZ. KOOY in 1895 een aan de Bovenweg liggend perceeltje bouwland, bijna 13 are groot. Pieter, die door het kadaster landbouwer werd genoemd, bouwde er een huis met werkplaats en begon een timmerbedrijfje. Bij hem kon de jeugd voor 1 cent pek kopen, het kauwgum van de crisisjaren. Omstreeks 1940 verkocht Kooy een gedeelte van zijn bezit, de “noodwoning erf en tuin”, dan ruim 6 are groot. (De eerdere timmermanswerkplaats werd gebruikt voor opslagruimte (beneden) en noodwoning (boven). Achtereenvolgens waren de eigenaars: P. Vroegop, schoenhandelaar, Sint Pancras. Jouwert Wagenaar, manufacturier, Sint Pancras. Arend Heerschap, kantoorhouder der PTT, Middenmeer. Dirk Bruin Klaaszn, timmerman, Sint Pancras.
In 1951 kocht schilder KLAAS den HARTIGH het en vestigde hier zijn bedrijf, dat enkele jaren later door zijn beide zonen KLAAS en BRAM werd voortgezet. Geleidelijk begon Bram zich meer toe te leggen op de verkoop van schilderswaren en Klaas op het autoschadebedrijf. Lang stond de noodwoning, die later werd verbouwd tot een normale woning, enigszins verscholen achter de woning van P. Biersteker (76) en een soortgelijke woning (72). Dit was het huis, dat aanvankelijk werd gebouwd door timmerman P. Kooy en ook door hem werd bewoond. Later werden de uit Schoorl afkomstige Wiedijk en echtgenote de eigenaar - bewoners. Toen de televisie zijn intrede deed, namen ook zij zo’n nieuw apparaat in huis. Eens was mevrouw Wiedijk wat ziek en ze kleedde zich daarom in de woonkamer uit. Tegen haar man zei ze: “Doe dat ding eens uit want die lui daar zien alles!” Omstreeks 1965 werd de woning gekocht door de christelijke school en enige jaren later gesloopt i.v.m. een uitbreiding van het schoolgebouw.
Historische Vereniging
- 120 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
Bovenweg. Rechts deel van bakkerij Timmer, schoolhuis, gesloopte woning, waarin eerst P.Kooy en later Wiedijk woonde, huis waarin nu P. Biersteker woont en oude winkel S.Volkers. Links: C.Schut en brandstofboer Groen.
J. TEN HOEVE Bovenweg 70 Niet alleen hoofd der Chr. school te Sint Pancras maar ook.... In augustus 1935 nam het verhaal over zijn begrafenis bijna een halve krantenpagina in beslag. Hierin werd onder andere verteld dat bij deze teraardebestelling naast onderwijsmensen o.m. aanwezig waren: - het bestuur van de polder Vroonermeer en - dat van de banne Sint Pancras, - de heer G.Barten, toen voorzitter van de Ring van Boerenleenbanken, - bestuur en raad van toezicht van de plaatselijke Boerenleenbank. Ten Hoeve was nl. in 1904 mede-oprichter van de Boerenleenbank te Sint Pancras en nam vervolgens zitting in de Raad van Toezicht. In 1911, toen burgemeester Smit vertrok, nam hij diens nevenbaan van kassier der boerenleenbank over en hij bleef dit doen tot de dag van zijn dood. Voor dit werk werd het schoolhuis iets uitgebreid: Achter de kamer en-suite kwam nog een derde vertrek.
Historische Vereniging
- 121 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 Tijdens Ten Hoeve was dit bankkantoor, zijn opvolgers bestempelden het als ‘de studeerkamer’. Begin 1912 vond deze aanbouw plaats. Drie aannemers hadden er op ingeschreven: Overbuurman P. Hart, buurman P. Kooy en Jn. Bruin en Zn. P. Hart trok zich terug omdat hij ontdekte dat zijn berekening foutief was en ook Bruin nam over de zijne een zeer weifelende houding aan, vandaar dat de buurman het werk mocht maken voor f 890,-. Dit was bijna 10% onder de begroting. Later herinnerde in de woning een zwaar zolderluik, waarmee via enkele zware ijzeren grendels het trapgat kon worden afgesloten, er aan dat Ten Hoeve zo trachtte de hem toevertrouwde gelden veilig te bewaren. Vermoedelijk vonden zijn bankwerkzaamheden vooral ‘s avonds plaats. Iemand meent zich te herinneren dat tijdens de zittingsuren vaak twee bestuursleden mede aanwezig waren, nl. een zekere Bakker uit het Noordeinde, toen al een oudere man en de eveneens reeds bejaarde Jb. Duif. Welke werkzaamheden de boerenleenbank toen verrichtte, wist men ons niet te vertellen. Vermoedelijk het innemen van spaargelden en het verstrekken van leningen. Een berichtje uit een Langedijker courant van 1933 ondersteunt dit vermoeden enigszins: SINT PANCRAS. Uit de op Vrijdag 26 April gehouden vergadering van de Coop. Boerenleenbank het volgende: Door het bestuur wordt voorgesteld om de rentevoet over 1933 te bepalen op 3% dadelijk opvorderbaar en op 4¼% vast belegd. Rente over voorschotten 5½% en rekening courant 5¾%. Door verschillende sprekers wordt de rente veel te hoog geacht. Voorbeelden van naburige banken worden genoemd, welke hun rente al lager hadden gesteld. In dezen tijd van inzinking is het niet mogelijk om de rente nog te verhoogen. De leden kunnen het thans al niet meer opbrengen en overal in den lande wordt gestreefd naar lagere rente, pachten etc. en dit is noodig. Bij zijn begrafenis roemde zijn opvolger, de heer F. Spaan de heer Ten Hoeve om zijn trouw en toewijding en ook om zijn kennis van zaken,
Historische Vereniging
- 122 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996 waardoor hij veler raadsman kon zijn en ook metterdaad was.
Willem Groen met de hondekar.
WILLEM GROEN Bovenweg 53 JAN GOOTJES Sr. landman te Heerhugowaard en Sint Pancras bezat ruim 27 are bos aan de Bovenweg. In 1894 verkocht hij een klein gedeelte hiervan aan de arbeider KLAAS SCHUT, die er een woning (Bovenweg 51) op liet bouwen en daar nog een tuin bij bezat. De bloemkweker ANDRIES OUDES kocht de aangrenzende 3½ are bos en bezat daarop een woning. In 1905 verkocht hij woning met schuur en erf aan de winkelier GERRIT VOS. Deze woonde daar tot 1918 en verkocht het toen aan de brandstofhandelaar WILLEM GROEN. Na diens overlijden kwam het in ‘t bezit van zijn zoon en tevens brandstofhandelaar COR GROEN. Omstreeks 1970 kwam het in het bezit van de gemeente Sint Pancras. Op de plaats waar nu glasbakken staan en een parkeerterrein is, had Willem Groen een kruidenierswinkeltje. De hieraan verbonden werkzaamheden werden hoofdzakelijk door zijn vrouw afgehandeld, terwijl Willem zich bezig hield met zijn brandstoffenzaak.
Historische Vereniging
- 123 -
Oud Sint Pancras
De KLIN nr. 11 - 1996
Winkel Willem Groen. In de deur : Jannetje Groen – vd Werf, geheel rechts: Ma Kan.
Zijn zoon COR zette later het brandstoffenbedrijf voort. Veel werkte hij samen met een andere brandstoffenboer Cor Kooy. Geen onbekende combinatie: In 1917 waren de wederzijdse vaders samen ondeugend. Misprijzend vertellen de raadsnotulen: De brandstofhandelaren deden wat niet was toegestaan. Zij voerden in de afgelopen zomer 100 mud cokes uit naar Koedijk en waren hierdoor in overtreding. Vermoedelijk had de raad wegens brandstofschaarste in de eerste wereldoorlog verboden om brandstof aan niet-inwoners der gemeente te verkopen. Met de komst van het aardgas viel de bodem onder deze brandstoffenbedrijven vandaan.
Historische Vereniging
- 124 -
Oud Sint Pancras