Klin 04

  • Uploaded by: De Oude Klin
  • 0
  • 0
  • December 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Klin 04 as PDF for free.

More details

  • Words: 18,570
  • Pages: 71
De KLIN nr. 4 - 1989 INHOUDSOPGAVE KLIN 4

Inhoudsopgave

1

Bij "De Klin" nummer 4 - van de redactie (A. Brandsma)

2

Jaarverslag van de Vereniging Oud Sint Pancras

3

Jaarverslag werkgroep Vronologie (H. Olie)

4

Jaarverslag werkgroep Oude dorpsfoto's (H. Beens)

7

75 jaar woonde ik in Sint Pancras (J.J.Hopman -Treels)

8

De Klin (A. Brandsma)

10

In de arme zijn dood, zag de baljuw nog brood (A.B.)

12

500 jaar St. Pancras ? (A.B.)

23

Een dagje uit (J.de Boer - Mulder)

28

Uit De Alkmaarsche Courant van 1889

30

En as de kondukteur dèn op zain fluitje bleist (A.B)

38

De familie Van Wassenaar tot Sint Pancras (J.P.Geus, Capelle a.d.IJssel)

46

Een oorlogsherinnering van Piet Balder

49

Herinneringen uit het leven van Piet Schuit

51

Herinnering van Marie Smit

55

Schouten te Koedijk en Sint Pancras 1577-1730 (J.P.Geus)

58

Het weesboek van Sint Pancras (A.B.)

62

Iets over het gebied waar de Pancrassers eeuwenlang arbeidden (Joop Vermeer)

Historische Vereniging

-1-

67

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 BIJ “DE KLIN” NUMMER 4 Iets later dan we hadden gepland ontving U dit nummer. Hopelijk gaat het volgend jaar weer iets vlotter. In plaats van gestencild is deze Klin in offsetdruk vervaardigd. Tevens is er een andere bindtechniek toegepast. Iets duurder, maar we menen dit aan een groeiende vereniging verplicht te zijn. We hopen dat U een en ander met ons als een verbetering zult ervaren. In deze Klin vindt U enkele artikeltjes welke oude Pancrassers ons stuurden. Ze bereikten ons in verschillende vromen: geheel uitgewerkt op schrift, puntsgewijs op schrift en mondeling. Voorbeelden ter navolging! Hebt U iets, schrijf het op! Ziet U er tegenop om Uw verhaal op schrift te stellen, meld het ons. Graag komen we bij U luisteren. De geschiedenis herhaalt zich. Aan dit gezegde moest ik denken bij het artikeltje over de halte van Sint Pancras. Honderd jaar geleden klaagde men over de slechte oost - west verbinding in West-Friesland en moest er een spoorlijn Alkmaar Hoorn komen. Nu klaagt men weer over de slechte oost - west verbinding in ons gewest en wil men een Westfrisiaweg. Ook lijkt er een volgende halte Sint Pancras op komst te zijn... Tijdens de jaarvergadering vertelde een van onze leden het volgende: "Ik hoorde dat in ons dorp een ouder iemand was overleden. Bij het opruimen van de boedel, vonden de nabestaanden een heel stel oude (familie)foto's. Ze wisten niet precies wie er op stonden, ze stelden er niet langer prijs op, en ze hebben alles weggedaan....” Onze reactie was: "wat jammer, wij hadden graag die foto's eens willen bekijken”. Allicht dat er voor "Oud Sint Pancras" iets bij was geweest. Henk Beens is een meester in het herkennen van oudgedienden. En als het niets was geweest, hadden wij die foto's daarna wel weggedaan.

Historische Vereniging

-2-

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 En vandaar ons verzoek: Schrijf - als U het nog kunt en weet -het liefst met potlood achter op een foto wie en wat er op staat. En gooit U oude familiefoto’s weg, DENK DAN EERST AAN OUD SINT PANCRAS. A.B.

JAARVERSLAG VAN DE VERENIGING "OUD SINT PANCRAS" over 1988 Weer is er een verenigingsjaar voorbij. Tijdens de jaarvergadering brachten we reeds de aanwezige leden op de hoogte van de voornaamste zaken, die ons in het afgelopen jaar bezighielden. In dat jaar kwamen de werkgroepen weer diverse malen bijeen en werden o.a. de volgende zaken besproken: De verheugende stijging van het aantal leden tot boven 600, waardoor het begrotingstekort werd weggewerkt. Het op peil houden van ons adressenbestand. Hiervoor vragen we Uw medewerking. Geef bij verhuizing Uw adreswijziging aan ons door, zodat verzending van mededelingen, De KLIN e.d. goed verloopt. Velen, die later lid werden van onze vereniging, zijn niet in het bezit van de eerste KLIN-uitgaven. We besloten er een aantal bij te maken. Leden, die alsnog in het bezit willen komen van KLIN 1 en, of 2 kunnen hun bestelling opgeven aan de heer Brandsma. Het kost dan f 2,50 per ex. De werkgroep GENEALOGIE werd versterkt met de persoon van mevrouw Teunis. Zelf zorgde ze reeds voor wat verdere uitbreiding, naar meer wordt uitgezien. Lijkt het U wat, stel U in verbinding met mevr. Vroegop of mevr. Teunis. Met de werkgroepen bespraken we de lange termijn planning. Enkele detailstudies waren het resultaat en we hopen deze t.z.t. uit te werken. Enkele bekende personen uit het dorp eerden geïnterviewd en dit is op video vastgelegd.

Historische Vereniging

-3-

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 We traden naar buiten via de volgende activiteiten: De ledenvergadering, waar op video overgezette films van dokter Destree en een kruideniersuitstapje (Admiraal) werden vertoond. KLIN nr. 3. Tijdens de nazomerfeesten een tentoonstelling van de werk-groepen: Oude dorpsfoto's, archeologie, cartografie, bronnen-onderzoek. Een lezing door de heer Dekker over de geologie van de omgeving. Bij de jaarwisseling een oude dorpsfoto voor alle dorpsbewoners. Dit alles kon gebeuren dank zij de grote inzet van de werkgroepen en de medewerking van Het Baken door beschikbaarstelling van de aula en stencilapparatuur. We hopen dat we op de ingeslagen weg kunnen doorgaan. Secretaris.

JAARVERSLAG WERKGROEP VRONOLOGIE

Het feit dat Sint Pancras geheel is volgebouwd, heeft effect op het aantal mogelijke waarnemingen op archeologisch gebied. De meeste bouwactiviteiten vonden plaats aan de oostkant van de Herenweg. Hier waren echter weinig mogelijkheden om archeologische waarnemingen te doen, omdat behalve op het terrein van Schut, Herenweg 172, elders overal grond werd bijgestort, in plaats dat er ontgraven werd. De activiteiten van de werkgroep zijn als volgt samen te vatten: Op 25 maart 1988 brachten twee leden een bezoek aan het depot van het R.O.B. te Haarlem. Hier werden alle in het verleden gemelde vondsten uit onze omgeving, voorzover daar aanwezig, bekeken. Met name de 27 vondsten die in de vijftiger jaren door de heer Witte waren gemeld, hadden onze interesse, omdat de werkgroep hiervoor de topografische coördinaten had achterhaald. Helaas waren slechts 5 vondsten van Witte in het depot aanwezig. De rest is óf elders bij het R.O.B. óf zoek. Het schervenmateriaal betrof hoofdzakelijk de periode 1000 – 1200 na Chr.

Historische Vereniging

-4-

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

26 maart deden we, vermoedelijk op het hoogste punt van Sint Pancras, het terrein van de heer Dekker, Bovenweg 201, een onderzoek met de grondboor. Dit terrein ligt naast en op het zogenaamde "Oude Marktveld." Volgens veel Pancrassers en ook volgens de heer Dekker is hier veel menselijk bottenmateriaal gevonden. Het door ons uitgevoerde summiere grondonderzoek leverde hier echter geen bewijs voor, hetgeen echter niet wil zeggen dat de genoemde beweringen onjuist zijn. In april 1988 verleende onze werkgroep medewerking aan een archeologische expositie in het Boerhoop museum te Broek op Langedijk. Hiervoor was met veel ijver door twee van onze leden een model gemaakt van de welwaterput Benedenweg 49. Verder hebben we schervenmateriaal en kaarten uit ons gebied tentoongesteld. In juni lokaliseerden we op het terrein van mevr. Van der Gragt aan de Achterweg een van steen gestapeld waterputje. Vermoedelijk is dit een welputje van ongeveer 200 jaar oud. Bij gelegenheid hopen we deze put uit te graven. Op 18 augustus werd in de bouwput van de Herenweg 119 temidden van het gele duinzand een zwarte cirkel van precies 6 meter aangetroffen, welke ca. 25 cm diep was. Hierin werd naast 17e en 18e eeuwse scherven ook een stukje Pingsdorfmateriaal (10e - 12e eeuw) aangetroffen. Tijdens de nazomerfeesten in september 1908 verleenden we medewerking aan een expositie in Het Baken. Ook hier werd het model van de waterput getoond en werden in een zelfgemaakte vitrine scherven uit ons gebied tentoongesteld. Met de heer S. Wognum onderzochten we op 24 september de zwarte vlek in de bouwput van Reigerlaan 5. Deze vlek is ingemeten en vervolgens vakkundig afgegraven. Hoewel tengevolge van het afzanden het maaiveld ongeveer 1,5 meter was verlaagd, vonden we hier een vermoedelijke waterdrinkplaats voor dieren. Temidden van het schone duinzand tekende zich een cirkel van ca. 1.80 meter af van zwarte humeuze grond met kleibandjes.

Historische Vereniging

-5-

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Hierin bevond zich een laat middeleeuwse scherf, een stukje hout en een stuk bottenmateriaal. Op 18 december 1988 vonden we in een bouwput aan de Moerverweg middeleeuws schervenmateriaal. Gezien de vondstomstandigheden moet dit echter van elders zijn aangevoerd. H. Olie

Benedenweg (nabij het Noordeinde) in 1981

Historische Vereniging

-6-

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Jaarverslag van de werkgroep "Oude Dorpsfoto's" Na een paar jaar van grotere activiteit is onze werkgroep het afgelopen jaar wat minder actief geweest. Door drukke werkzaamheden van enkele van de jongere werkgroepleden en problemen met de gezondheid van één van de oudere leden, hebben we het afgelopen jaar op een lagere versnelling gedraaid. Niettemin is er veel werk verzet. Verschillende oude foto's zijn ons weer aangeboden en hebben wij gekopieerd. Tijdens de nazomerfeesten werd gezamenlijk met de andere werkgroepen een expositie verzorgd in de aula van "het Baken". Ca. 300 personen vereerden ons met een bezoek. Het gebodene werd zeer op prijs gesteld. Verder hebben we een tweede serie zwart-wit dia's gemaakt vanaf oude foto's. De werkgroep is nu bezig, deze dia's te ordenen, met het uitzoeken van, hetgeen er zoal op deze dia's te zien is en het samenstellen van een draaiboek, waarin deze gegevens worden verwerkt. Tijdens de komende nazomerfeesten hopen we deze dia's te tonen.

Hetzelfde plekje als boven – ca. 60 jaar eerder. Anna Roos, die later trouwde met Jan Jonker (transportbedrijf) en Virginie Treels, de zuster van mevr. Hopman-Treels. Zie ook het artikel op de volgende pagina.

Historische Vereniging

-7-

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 75 JAAR WOONDE IK IN SINT PANCRAS Dikwijls wordt er gevraagd: “Wie is toch dat meisje, dat met Anna Roos op de foto staat?” En na dat er een antwoord is gegeven, volgt vaak de tweede vraag, “Hoe kwam die hier terecht?” Hier volgt dan de geschiedenis van twee Belgische kinderen, die in 1914 in Sint Pancras terecht kwamen. Ons gezin woonde in Antwerpen en bestond uit man, vrouw en drie kinderen. Helaas toen de jongste nog maar 7 jaar oud was, kwam de moeder te overlijden en bleef vader met twee kinderen, een van 7 en een van 14 jaar, zitten. De oudste was de deur al uit. Die van 14 kon de huishouding nog niet doen, dus moesten de beide kinderen maar naar een weeshuis. Drie jaar later brak de wereldoorlog uit. Het was toen 1914. Alle kinderen moesten uit het huis vandaan, want dat werd ingericht als ziekenhuis voor de soldaten. Zo kwamen wij dus weer bij vader in huis. Maar dat duurde niet lang, want enkele dagen later zei vader dat we ons boeltje moesten pakken zoveel als we konden dragen, want Antwerpen zou die nacht gebombardeerd worden. Dus wij tweeën gingen naar de trein. Vader mocht niet weg, die werkte bij de spoorwegen en moest daar blijven. Er gingen veel mensen met die trein mee, die ons naar Roosendaal bracht. Daar werden we in bagagewagens geïnstalleerd. We moesten in die wagens op stro slapen. De wagens bleven daar ongeveer een week staan. De eerste nacht, nadat Antwerpen was gebombardeerd, kwam mijn vader ook in Roosendaal aan. Want onze soldaten konden Antwerpen niet houden. Velen vluchtten weg. Vervolgens hebben ze ons naar Amsterdam gebracht. Hier kwamen we in het gebouw ‘De brakke grond’. Daar werden we heel goed ontvangen. Er waren daar, denk ik, ongeveer 40 man. We moesten wel weer op de lange laag in het stro op de grond slapen. Maar ‘s middags gingen we in een lange rij naar een hotel, waar we lekker eten kregen.

Historische Vereniging

-8-

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Na een paar weken werden we naar Alkmaar gebracht. Daar, bij het station stond een grote loods van de tram, die toen nog in Alkmaar reed. Hier lagen we ‘s nachts weer op de grond in ‘t stro. Ondertussen werd in Sint Pancras een comité opgericht, waarvan meester Ten Hoeve het hoofd was en ook zijn vrouw zat er in. Aan de burgers van Sint Pancras werd toen gevraagd wie bereid was om een man, een vrouw of een kind in huis te nemen voor een tijdje. Nu, dat waren er heel wat. Zo gebeurde het, dat op 19 oktober 1914 veel Belgen in Sint Pancras werden ondergebracht en hiervan maakten mijn vader, mijn zuster en ik deel uit. Ik zie het nog voor me: de hele stoet lopend bij de spoorweghalte. Zo kwamen we het dorp in. Gaandeweg werd de stoet kleiner en verdween er een in een huis. Totdat mevrouw Ten Hoeve mij bij de hand nam en mij afleverde op Benedenweg 154 bij de familie C. Bakker, waar ik als kind werd aangenomen. Daar werd eerst gevraagd, hoe ik heette. En ik zei: Josephina Treels, oud 10 jaar. Mevrouw Bakker dacht, dat ik haar taal niet verstond en ze vroeg aan mevrouw Ten Hoeve of ik wel een kopje thee zou lusten. Die dacht wel van niet, omdat in België door de kinderen bier werd gedronken. Maar ik had alles verstaan en dacht: Dat gaat mijn neus voorbij! Dus ik riep al gauw: “Ik lust wel thee.” Want dat was nou net iets, wat we niet veel kregen in het weeshuis en dat ik juist zo graag lustte. Dit er eventjes tussendoor, want ik heb het later nog heel wat keren moeten horen. Ondertussen was mijn zuster Virginie Treels bij Jan Roos op de Bovenweg 2 afgeleverd. Jan Roos had daar een melkzaak. Dat ging toen nog met een emmer melk aan de hand langs de huizen en werd per liter of halve liter afgeleverd. Deze familie bestond uit vader, moeder Jan en Anna Roos.

Historische Vereniging

-9-

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 En zo komt het dat op de kaart, die Oud Sint Pancras laat zien, Virginie Treels en Anna Roos met een melkemmer aan de hand, staan. De meeste Belgen zijn niet lang in Sint Pancras gebleven. Toen het weer wat rustiger werd met de oorlog, gingen ze weer naar huis terug. Mijn zuster, die toen ze in Sint Pancras kwam, 17 jaar oud was, is hier 5 jaar gebleven. Daarna wilde ze weer naar de familie terug. Ik ben hier gebleven, want ik had het best naar mijn zin. En hoewel ik nu nog vaak naar mijn zuster ga, die 91 jaar oud is heb ik er geen spijt van dat ik hier ben gebleven en ben ik altijd weer blij als ik in Sint Pancras terug ben. J. J. Hopman - Treels. *******

DE KLIN Meteen na het besluit: We gaan als Oud Sint Pancras een periodiekje uitgeven, rees de vraag: Welke naam moet het hebben? Gezocht werd naar iets specifieks van Sint Pancras, liefst iets met een historisch verleden. Sommigen wisten een oud woord: De Klin. Anderen keken hen vragend aan. Het klinkt goed, maar is dit echt een oud woord of is het verzonnen? We hebben dit woord nooit eerder gehoord. “Nee,” werd hierop geantwoord, “het is geen bedenksel, het is een woord wat hier vroeger werd gebruikt. We weten alleen niet of het zich heeft beperkt tot Sint Pancras of ook in andere West-Friese plaatsen bekend was.” En wat was een klin? Ook dit wist men nog. Een soort dijkje, lijkend op de bekende Texelse schapenwal. Dit deed in vroeger tijden wel dienst als afscheiding en werd tevens gebruikt om zandverstuivingen tegen te gaan.

Historische Vereniging

- 10 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Soms kwam er weer enige twijfel op: Zouden de oudjes het wel goed hebben? Bijvoorbeeld toen we, al gauw na het uitkomen van Klin nr. 1 een brief kregen van iemand, die toch ook wel iets van het oude Sint Pancras afweet. Hij schreef o.a.: “Ik meen aardig Westfries te kunnen knauwen. En mijn afkomst is duidelijk herkenbaar aan mijn manier van praten. Maar het typische van “de Klin” heb ik niet kunnen vatten. Betekent het “de kling” van “iemand in de kling nemen” wat een, dacht ik, Nederlandse uitdrukking is in de zin van “iemand klem zetten.” In mijn woordenboeken kwam ik deze uitdrukking niet tegen. Maar evenmin vermelden Van Dale en Jan Pannekeet het woord “klin”. Kortelings werd evenwel alle twijfel weggenomen. In oude notulenboeken las ik dat in 1871 werd vastgesteld “DE VERORDENING OP HET GEBRUIK VAN WEGEN EN VOETPADEN”, terwijl in 1896 een POLITIEVERORDENING, bestaande uit 114 artikelen, werd vastgesteld. Beide verordeningen maakten melding van een klin, op gelijke wijze. Hieronder een kopie van art. 91 uit de APV van 1896. Art. 91. Ieder eigenaar of gebruiker van erven, weide- of bouwland, grenzende aan de wegen in de gemeente, is verplicht een voldoende afscheiding van den weg langs zijn perceel te hebben, hetzij door een greppel, klin, hek of heg, en die afscheidingen in goeden staat te onderhouden. A.B.

Historische Vereniging

- 11 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 IN DE ARME ZIJN DOOD ZAG DE BALJUW NOG BROOD Het lijkt er veel op dat de vroegere Pancrassers weinig waarde hebben gehecht aan archiefstukken. Want noch op de secretarie, noch in het Streekarchief te Alkmaar zijn veel oude Pancrasser papieren te vinden. Gelukkig werd in de ons omringende plaatsen meer bewaard en komt men in hun archieven af en toe ook nog de naam Sint Pancras tegen. Meestal is er dan een gebeurtenis vermeld, die meerdere plaatsen aanging. In het archief van Zuid-Scharwoude vond ik een bundel bij elkaar behorende papieren met als opschrift: ““Advertissement van regte van Schepenen en Regenten van Noort Scherwoudt, Zuyt Scherwoudt en Broek, mitsgaders Sunt Pancras sig bij hen voegend, tegen Diederick van Leyden, baljuw van de Nieuburg wonend te Leyden, en tegen Pieter maiden, substituut baljuw, wonend te Alkmaar benevens twee leenmannen.”” Deze ”advertissement van regte” (= een op de rechtspraak betrekking hebbend stuk) werd opgesteld omstreeks 1750. Dit was een tijd waarvan een toenmalig dichter onder meer zei: ‘t kantoor is geldeloos (=de schatkist is leeg) de Staten radeloos, de borgers neringloos en d’ampten talleloos, (de bovenlaag weet zich allerlei baantjes te verschaffen) (‘t verkoopen straffeloos) de guyten toomeloos, de lasten eyndeloos, de wagters sorgeloos een eyder hopeloos: IN SOMMA ALLES BOOS Er deugde dus niets. Er waren hoge belastingen, die moesten worden opgebracht door de gewone (arme) burgers. Toch was de schatkist leeg, omdat de regeerders ten koste van de

Historische Vereniging

- 12 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 burgers, elkaars portemonnees spekten. In de door mij gevonden papieren wordt een andere ernstige misstand gesignaleerd. Ook de toenmalige Sint Pancrassers vonden dat zoiets beslist niet deugde. Op het moment dat in Noord-Scharwoude werd gezegd: “Dit nemen we niet langer, wij gaan hiertegen protesteren!” zei men in Sint Pancras: “Wij hebben dezelfde klachten als jullie en daarom gaan wij jullie protest ondersteunen.” In feite is dus het volgend verhaal gebaseerd op een Langedijker gebeurtenis, maar soortgelijke praktijken kwamen ook hier in Sint Pancras voor. Men had hier met dezelfde baljuw, substituut-baljuw en leenmannen te maken. Voor Gerrit Cornelisz. Swart duurde het jaar 1726 slechts een luttel aantal uren. Op de Nieuwjaarsdag van dat jaar vond men hem dood aan de kant van de weg. Zo spoedig mogelijk werd dit meegedeeld aan Schout en Schepenen van Noord-Scharwoude, want Gerrit werd in dat dorp gevonden. Nu wordt de tijding: een inwoner van onze plaats ligt dood aan de kant van de weg, nooit met een verheugd gelaat ontvangen. Maar de Schepenen van Noord-Scharwoude trokken bij het horen van dit bericht wel een bijzonder zorgelijk gezicht. Gerrit Swart, beter bekend als “Gerrit Schoenmaker” was dood. Was de man nu maar thuis overleden. Dan was de zaak heel wat eenvoudiger geweest. Nu hij in de open lucht was gevonden, was de kans op moeilijkheden bijzonder groot. Nu moest dit aan de Baljuw van de Nieuwburg worden gemeld. De baljuw (een rechter en tevens een soort commissaris van politie in een bepaald gebied) zou, indien hij dit nodig oordeelde, een onderzoek gaan instellen naar de doodsoorzaak. Was het te wijten aan een ongeluk of was er misdaad in het spel en moest er iemand vervolgd worden? Schout en Schepenen mochten dit niet zelf afhandelen. Ze moesten er met hun handen afblijven, mochten zelf het lijk niet eens vervoeren, laat staan dat ze het zonder toestemming van de baljuw mochten begraven.

Historische Vereniging

- 13 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Alles heel begrijpelijk. Maar de vroedschap wist van soortgelijke gevallen, waarmee zaken gepaard gingen, die niet acceptabel waren.... In ieder geval baljuw Diederick van Leyden moest op de hoogte worden gebracht. Vermoedelijk heeft de schout, die tevens gemeentebode was, niet de rit naar Leyden gemaakt, maar heeft hij de substituut (= plaatsvervanger) van de baljuw, Pieter Maiden uit Alkmaar, bericht gedaan. Want niet de baljuw, maar de substituut en twee helpers kwamen het lijk van Gerrit Schoenmaker schouwen. Ook de schout en twee schepenen van Noord-Scharwoude, Jacob Kuyper en Cornelis Glas woonden het onderzoek bij. Hoewel niets hierop wees, mompelde de substituut al gauw: “De man kon wel eens vermoord zijn..... Ik denk dat hij in zijn eigen huis is doodgeslagen en dat de moordenaar hem later hierheen heeft gebracht..... De beide andere gerechtdienaars uit Alkmaar knikten instemmend. Ook schout Pieter Stammes was het met deze veronderstelling roerend eens. De beide schepenen keken elkaar evenwel met een betekenisvolle blik aan: “Daar begint het gelazer!” En dat begon inderdaad. De zakken van de dode werden doorzocht. De substituut vond enig kleingeld. “Dat moeten we in beslag nemen. Schout, draag daar zorg voor.” Ook werd een sleutel uit de zakken opgediept. “Schout, die sleutel moet jij ook onder jouw beheer nemen. Dan moet je zo gauw mogelijk even bij de man in huis gaan kijken of je daar ook iets verdachts ziet. En als je daar toch bent, maak je meteen even een lijstje van ‘s mans bezittingen. Dan ligt ook dat vast”. Schout Pieter Stammes knikte welwillend. “O ja, schout, regel ook even de begrafenis van de man.” Ook dit, beloofde de schout, zou hij regelen. Niet lang daarna vergaderde de vroedschap van Noord-Scharwoude. Jacob Kuyper en Krelis Glas brachten verslag uit van de schouw. Wat men gevreesd had, was bewaarheid geworden: de baljuw en zijn

Historische Vereniging

- 14 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 helpers probeerden de bezittingen van Gerrit Schoenmaker in te pikken. En die substituut maakte het wel heel bont. De man moest alleen maar uitmaken of er misdaad in het spel was. Was dat niet het geval, dan moest hij familieleden of vrienden de gelegenheid geven om het lijk te begraven. Hoewel niets er op wees, nam hij zomaar aan dat er misdaad in het spel was, regelde hij de begrafenis en legde tevens beslag op de bezittingen van het slachtoffer. Door zo te handelen ging de substituut zijn bevoegdheid ver te buiten en trad hij in de rechten van de plaatselijke vroedschap. En schout Stammes was geen haar beter. Die speelde met de baljuw en zijn kornuiten onder één hoedje. Men had gezien dat hij reeds de waardevolste bezittingen van Gerrit Schoenmaker uit diens huisje vandaan had gehaald en deze naar zijn eigen woning had overgebracht. De vroede vaderen waren niet van plan dit zomaar te slikken. Ze wisten dat Gerrit Schoenmaker slechts weinig familie had. Er was slechts één enkele neef. Oomzegger Jacob Jansz. Groen was de enigste en rechtmatige erfgenaam. Misschien is Jacob Groen wel bewerkt door de schepenen van NoordScharwoude. Het kan ook zijn, dat hij bang was dat de lasten van de erfenis meer zouden zijn dan de lusten. Zeker is, dat hij in een acte, gedateerd op 10 januari 1726, de erfenis van de hand wees. En bij gebrek aan erfgenamen, trad steeds het gemeentebestuur in de rechten en de plichten van de erfgenaam. Dan zocht dat uit welke schulden en vorderingen er waren en handelde het de zaken verder af. Schepenen van Noord-Scharwoude probeerden om het spel verder vlekkeloos te spelen. Zoals het behoorde, werden in een officiële vergadering van de vroedschap op 21 januari 1726 twee curatoren benoemd over de insolvente boedel van Gerrit Cornelisz. Swart, te weten Cornelis Glas en Jacob van Twuyver. Zij werden belast met de afhandeling van de zaken van Gerrit Schoenmaker. En met hetgeen de substituut hieromtrent op 2 januari

Historische Vereniging

- 15 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 had verordonneerd, hadden ze niets te maken. De substituut had alleen criminele bevoegdheid, maar was niet gerechtigd om curatele of iets dergelijks in te stellen. Deze laatste bevoegdheid was van de vroedschap. Al gauw stonden de beide curatoren Glas en Van Twuyver bij de schout op de stoep. Ze vroegen aan hem of hij hun de sleutel van de woning van Gerrit Schoenmaker wilde geven. De schout zat wel wat in een lastig parket. Enerzijds varen de schepenen zijn broodheren. Anderzijds was de baljuw ook zijn baas en vormden de brokjes, die de baljuw hem zo nu en dan toeschoof, ook brood op de plank. Voor hem was de uitweg: “Jullie weten dat de substituut tegen mij heeft gezegd: Schout, jij draagt zorg voor de sleutel en je zorgt dat niemand buiten jou de woning betreedt. Ik moest ook een lijst opmaken van de aanwezige bezittingen. En nu willen jullie de sleutel en willen jullie zo’n lijst opmaken. Ik moet hierover toch eerst overleg plegen met de substituut of de baljuw. Pas als dezen hun toestemming hebben gegeven, wil ik jullie de sleutel overhandigen.” Glas en Van Twuyver hebben dit niet afgewacht. Vergezeld van nog enkele andere schepenen gingen ze naar het bewuste woninkje, forceerden ze het slot en gingen naar binnen de hun werk te verrichten. Vervolgens lieten ze een nieuw slot op de deur zetten, zodat nu aan de schout de toegang was ontzegd. De schout, ziende dat de zaak een heel andere wending nam en bang, dat hij op deze manier geen of slechts een klein aandeel in de buit zou krijgen, zorgde dat de baljuw zo spoedig mogelijk bericht kreeg van de laatste gebeurtenissen in Noord-Scharwoude. (er zijn later brieven van hem aan het licht gekomen, gericht aan de substituut, waarin Stammes schreef “dat hij de curateurs niet erkende en dat het die curateurs alleen er om begonnen was het geld van de schout, de baljuw en de leenmannen in te pikken” (let op de volgorde die Stammes hier in acht nam)

Historische Vereniging

- 16 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Het was voor deze schout dan ook een zwaar stuk toen hij begin februari enkele aanplakbiljetten moest ophangen, waarop werd vermeld, dat de curatoren van plan waren om de boedel van wijlen Gerrit Cornelis zoon Swart, alias Gerrit Schoenmaker, op 19 februari a.s. in het publiek te verkopen. Ook dit laatste seinde de schout door naar Alkmaar en vandaar werd het aan Leyden bericht. Hierop, kwam de baljuw zelf in actie. Per speciale bode zond hij een aantal voorschriften naar NoordScharwoude. Het optreden van de schepenen en de curatoren werd als onwettig bestempeld. Het stellen van de curatele was een aanhangsel van de schouw en de substituut had dit terecht en goed afgehandeld. Daarom werd aan de heren Glas en Van Twuyver verboden om de inboedel te verkopen. Tenslotte werden de schout (vanwege het ophangen der aanplakbiljetten) en de schepenen met de door hen benoemde curatoren voor de HOGE VIERSCHAAR van de baljuw gedaagd. De laatsten vanwege huisvredebreuk het forceren van de woning van Gerrit Schoenmaker en onruststokerij. De schepenen waren zo wijs om thuis te blijven en verschenen dus niet voor de rechtbank van de baljuw. Wel begonnen de schepenen een jarenlange rechtsprocedure. De schepenen van Zuid-Scharwoude, Broek en Sint Pancras, die deze gebeurtenissen natuurlijk op de voet hebben gevolgd en zelf ook soortgelijke zaken hadden meegemaakt, waren meteen bereid hun steun te verlenen en het proces mee te voeren. Gezamenlijk stelde men ongeveer het volgende: De baljuw treedt steeds in onze rechten. Hij wil het beheer hebben over de insolvente boedels van verongelukte personen. De baljuw brengt voor het schouwen van verongelukte personen onkosten in rekening voor dit werk. (reis en vacantiegeld). Op die manier probeert hij de opbrengsten van deze boedels naar zich toe te trekken. Daartoe heeft hij niet het recht. De baljuw heeft zijn baantje gepacht. In ruil daarvoor mag hij de

Historische Vereniging

- 17 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 opbrengst van de boetes in zijn eigen zak steken. Als er schuldigen zijn, moet hij die mensen maar een boete laten betalen. Maar wanneer er geen onschuldigen zijn – en dat is bij een verdrinkingsgeval in een waterrijk gebied als het onze vaak het geval - dan mag de baljuw dit niet op de onschuldige nakomelingen verhalen. Dat is vuil gewin. Als in dergelijke gevallen de achtergebleven nakomelingen niet gauw genoeg betalen, dreigt de baljuw om geen verlof te geven tot begraven. En de in droeve omstandigheden verkerende familieleden, toch al helemaal van slag zijn dan als regel geneigd om te betalen, want ze willen het lichaam van hun geliefde dode niet langer ten spektakel in de open lucht laten liggen. Die baljuw maakt dan wel mooi misbruik van zijn ambt. Reiskosten in een zo klein gebied als het baljuwschap van de Nijenburg (van Alkmaar tot Noord-Scharwoude) is belachelijk. Als de baljuw zo graag in Leyden of ergens anders buiten dit gebied wil wonen, is dat zijn zaak. Maar dat moet hij dan niet op de inwoners van dit gebied verhalen. Er is een oude wet (uit de tijd van Jacoba van Beieren) en daarin staat dat de baljuw voor zijn reis ten hoogste één Kennemer pond in rekening mag brengen. Als het moet, willen me dat nog wel betalen. Dit hebben we in bepaalde gevallen ook wel gedaan. De baljuw en zijn mensen moeten een lijk zo gauw mogelijk schouwen, binnen 24 uur. Als ze het niet doen binnen 24 uur, dan zijn schout en twee schepenen bevoegd dit te doen. De schouw is een criminele taak, waartoe de baljuw in de eerste plaats is geroepen. Maar hij moet zich dan wel naar behoren gedragen. En hieraan schort het nog wel eens. Vaak gebeurt het dat de baljuw en zijn criminele rechters veel te laat komen, zodat de lijken te lang langs de openbare weg of elders in de open lucht liggen. Het lijkt er op of de baljuw er dan op uit is om zo de bedroefde vrienden en magen rijp te maken om het zogenaamde stuivergeld te betalen om het recht tot begraven te verkrijgen. Zoiets geeft toch geen pas voor een welgeboren rechter! Pieter Stammes, de schout van Broek, Noord- en ZuidScharwoude heeft verklaard dat de schouw bij ons altijd door de

Historische Vereniging

- 18 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 baljuw wordt gedaan en dat de kosten steeds uit de boedel van de dode worden betaald. Nu was Stammes geen brave broeder. (Hij was inmiddels overleden) Tot zijn dood aan toe heeft hij steeds in onmin geleefd met de regenten, die hem benoemden. Bij deze zaak had hij financieel belang. Hij liegt dan ook. We beschikken namelijk over stukken, waaruit blijkt dat er in SINT PANCRAS zowel in 1716 als in 1717 iemand verongelukte, in NOORD-SCHARWOUDE gebeurde dit in 1706 en 1713, in BROEK in 1715 en in ZUID-SCHARWOUDE in 1699 en 1713. Een aantal van deze verongelukte personen zijn door Stammes zelf geschouwd. En hiervoor kreeg hij per geval een beloning van één Kennemer pond. (Maar de baljuw gaf hem 1½ pond per geval) De baljuw wil het laten voorkomen of er in andere plaatsen door de betrokken baljuw ook kosten voor dit werk in rekening worden gebracht. Hij geeft zelfs een drietal voorbeelden. We willen hierop als volgt reageren: Wat fout is, is fout! En als een ander in de sloot springt…. Maar we hebben de drie door de baljuw genoemde gevallen eens nader onderzocht. Ons is gebleken dat de baljuw zich hierover dient te schamen. Meer dan dat hij zich hierop kan beroepen! De gevallen waren: I In april 1731 schouwden de baljuw en zijn helpers in KOEDIJK het lijk van de vermoorde Pieter Huybertsz Schoenmaker. De baljuw vroeg hiervoor 16½ pond. voor hem zelf 6 pond voor zijn helpers 9 pond (de substituut en nog 2 dienaren) voor de schout l½ pond. Pas nadat dit bedrag was betaald kon men van hem de toestemming verwachten om de dode te mogen begraven. De “bedrukte en onnozele weduwe, die het lijk van haar

Historische Vereniging

- 19 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 vermoorde man niet langer kon zien, gaf toe aan de onwettelijke eis van de baljuw.” Omdat ze zelf het geld niet bezat, leende ze het van een buurman. Maar dit was de eerste maal dat men in Koedijk voor zoiets betaalde en hopelijk is het ook de laatste keer geweest. II Het tweede geval vond plaats in West-Graftdijk. In oktober 1751 verdronk het zoontje van Cornelis Pietersz. Schot. De vader heeft daarop het kind zelf begraven. De baljuw had dit kind niet geschouwd. Evenmin had hij toestemming voor het begraven gegeven. Hij nam dit vreselijk hoog op. De baljuw daagde Schot voor zijn HOGE VIERSCHAAR en veroordeelde de man tot een boete van 20 zilveren ducatons. Schot kon dit niet betalen. Daarom zette de baljuw hem gevangen tot het moment, waarop hij zijn schuld zou hebben voldaan. Zoiets mag je toch niet van een baljuw verwachten! III Het derde geval was soortgelijk. In Zuid-Schermer verdronk een weeskind. De baljuw hoorde dit en verbood aan het bestuur van het weeshuis om het lijkje te reppen, te roeren, te vervoeren of te begraven. Eerst moest aan de baljuw een behoorlijk verzoek worden gedaan om dit lijkje te komen schouwen. Schout en schepenen van Zuid-Schermer verrichtten zelf de schouw en gaven daarna toestemming tot begraven. De baljuw was woest en deed schout en schepenen een proces aan. Dezen dienden daarop hun beklag in bij de Hogere Justitie. En de vroedschappen van Schermerhorn, Graft en De Rijp gingen dit beklag ondersteunen. (Werden de Langedijker dorpen en Sint Pancras door deze samenwerking geïnspireerd tot hun coalitie?) Hierdoor geschrokken, ging de baljuw toen proberen om de zaak

Historische Vereniging

- 20 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 zo spoedig mogelijk in der minne te schikken. De betrokken dorpsbesturen zijn op zijn poging ingegaan, want dan kon men 1 kostbare processen vermijden en 2 had men gelegenheid om onschuldige burgers uit de gevangenis te verlossen, want bovengenoemde Cornelis Pietersz. Schot zat nog steeds vast. De baljuw en de vroedschappen van Schermer, Graft, De Rijp en Schermerhorn kwamen het volgende overeen: a. wanneer er sprake is van een onverklaarbare dood, zal dit de baljuw worden bericht, b. de baljuw zal voor zijn schouw geen kosten in rekening brengen. De procesvoering van de Schermer dorpen duurde niet zo lang. Het proces, waarbij Sint Pancras was betrokken, heeft zeker 5 jaar geduurd. Eerst werd de zaak voorgelegd aan de Staten van Holland. Dit college trachtte kool en geit te sparen. De dorpsbesturen namen hiermee geen genoegen. Ze gingen in beroep bij de HOGE RAAD. Weer sprak men zijn afschuw uit over de handelswijs van de baljuw: ““De baljuw is nooit geneigd om binnen 24 uur te schouwen. Al die tijd moet het lijk in de open lucht liggen. Niemand mag er aankomen, op straffe van een crimineel, tegen hem aangespannen door de baljuw. Of ouders, vrienden en familieleden moeten door middel van een “stuyvergelts” de baljuw toestemming vragen tot begraven. Dan moeten ze echter belangrijk meer betalen dan één Kennemer pond. Dat is misbruik van macht. Hiertegen moet precautie worden getroffen. De mensen moeten het recht hebben om, in geval dat de baljuw niet binnen 24 uur komt schouwen, dit aan te vragen bij hun eigen gerecht, zoals dat ook staat in een OCTROY VAN KONING PHILIPS uit 1561:

Historische Vereniging

- 21 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 ““dat bij geval sooverre die baljuw daar niet present en is, ofte op sijn Kennemer pont niet en begeert te reysen, ‘t selve gedaan moet worden door de Schout en de Schepenen.”” De HOGE RAAD sprak tenslotte uit: dat de houding van de baljuw in dezen kwalijk en onterecht was geweest en dat de dorpsbesturen in hun eisen volkomen tegemoet moesten worden gekomen. A.B.

Historische Vereniging

- 22 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 500 JAAR SINT PANCRAS? Er werd me een boek onder de neus geduwd. Vervolgens kwam de vraag: “Waarom vierden we het 500-jarig bestaan van Sint Pancras niet?” Het bewuste boek beschrijft de verering van de Heilige Sint Pancratius. Een tweetal zaken uit dit boek leken me interessant voor de Klinlezers, namelijk 1. de gebeurtenis in 1488, dus 500 jaar geleden. 2. de Heilige Sint Pancratius. 1488 Bekend mag worden verondersteld de verwoesting van het oude Vroone in 1298, wat gebeurde in de strijd tussen de Hollandse graven en de Westfriezen. Ook de kapel aan de Bovenweg (ongeveer ter hoogte van de Meeuwenlaan) overleefde het niet. Voor zover nog in leven, vluchtten de bewoners van Vroone. In feite werden ze verbannen. De meesten vestigden zich in Koedijk. In latere jaren vestigde men zich hier weer, zij het dat dit iets noordelijker geschiedde. Tevens bouwden de bewoners een kapel, die gewijd werd aan de H. Pancratius. De kapel kwam te staan waar nu de Nederlands Hervormde kerk staat. Tot nu toe kon geen bewijs worden gevonden dat kapel en huidige kerk een en hetzelfde gebouw zijn, of dat hier eerder een ander gebouw(tje) heeft gestaan. Een eigen priester had het dorp niet. Zowel Koedijk als Sint Pancras vielen onder de kerk van Oudorp. Samen vormden beide plaatsen een soort deelgemeente van Oudorp. Vermoedelijk omdat men in de loop van de 14e en 15e eeuw vanuit Koedijk naar Sint Pancras terugkeerde, werd Koedijk als voornaamste plaats beschouwd en werden de Pancrassers kerkelijk vanuit Koedijk bediend. En veel binding met Oudorp zullen de Pancrassers wel niet hebben gevoeld.

Historische Vereniging

- 23 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

Op den duur vond men hier het kerkelijk samengaan met Koedijk maar niets. Vandaar dat de Pancrassers, in een brief gedateerd 14 juli 1487 aan de bisschop van Utrecht vroegen zelf een priester te mogen hebben. Dit verzoek motiveerden ze met: - We willen onze doden graag bij een eigen parochiekerk begraven. - Vanwege de afstand gebeurt het nogal eens dat hier mensen overlijden, zonder dat ze bediend zijn. - Vanwege dezelfde afstand worden onze kinderen vaak te laat gedoopt. - bij slecht weer kunnen we niet naar de kerk, want dan is het te ver en te gevaarlijk. Koedijk kon in feite alleen varend over sloten en plassen bereikt worden. Bij slecht weer was dit niet verkieslijk. De brief spreekt zelfs van een gevaarvolle reis over een woeste binnenzee. Koos men dan voor een kerkgang naar Oudorp, dan moest men langs de onverharde weg, die gemakkelijk in een modderpoel veranderde. In Oudorp dacht men het zijne van het Pancrasser verzoek: “De meeste boeren uit Sint Pancras moeten aan onze kerk het schaalkorenrecht voldoen. (gebruikers van Vroonlanden moesten jaarlijks aan de kerk van Oudorp zoveel koren betalen als op zekere schaal gelegd kon worden). Ze probeerden in Sint Pancras reeds eerder om daar onderuit te komen. Dat is hen toen niet gelukt. Nu hebben ze wat anders gevonden. Ze denken zeker als ze zelfstandig een kerk hebben, dat ze er dan vanaf zijn. ‘t Zal hen niet glad zitten.” Inderdaad kregen de Pancrassers geen ontheffing van deze belasting. Wel kreeg men hier in 1488 bericht, dat het dorp een eigen priester mocht. Hierdoor werd de kapel verheven tot parochiekerk, waarom gezegd kan worden dat Sint Pancras van toen af een volwaardig dorp was. Sint Pancratius De kerkgeschiedenis vertelt van twee personen met de naam Pancratius. De een leefde in de eerste eeuw na Christus. Hij was bisschop van Taormina. Volgens de overlevering werd hij door Petrus

Historische Vereniging

- 24 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 benoemd. Vermoedelijk werd ook hij in vroeger tijden vereerd. De literatuur van martelverhalen en legende verhaalt van een andere Pancratius. En het lijkt of zijn verhaal de mensheid meer heeft aangesproken en men bij het noemen van de naam Pancratius meer aan hem heeft gedacht. De overlevering vertelt van hem het volgende verhaal: In de tijd dat de Romeinse keizers Diocletianus en Maximilianus de christenen vervolgden, overleed in Phrygië een vrouw, genaamd Cyriada. Niet lang na haar dood, stierf ook haar man Cleonius. Maar toen Cleonius voelde, dat zijn einde naderde, vroeg hij zijn broer Dionysius of die na zijn dood wilde zorgen voor zijn zoontje Pancratius, die immers dan wees zou zijn. En natuurlijk zei oom Dyonisius dat hij hiertoe bereid was. Na de dood van Cleonius vertrokken Dyonisius en Pancratius naar de stad Rome. Dit omdat ze daar enig bezit hadden. In Rome werden de christenen nog hevig vervolgd. Vlak bij het huis, waar Dionysius en Pancratius gingen wonen, was de toenmalige paus Cornelius ondergedoken. Door toedoen van een zekere Eusebius kwamen Pancratius en zijn oom met deze paus in aanraking. Die sprak met hen over het christendom en door de catechetisch lessen van hem bekeerden oom en neef zich tot het christendom en lieten zich dopen. Oom Dyonisius leefde niet lang meer. Enige tijd later werd Pancratius, 13 jaar oud, gevangen genomen door de keizerlijke soldaten vanwege het behoren tot de christenen. Hij moest dan voor de keizer terechtstaan. De keizer ziet een kind voor zich en doet een poging om dat van de dood te redden: “Mijn jongen, wees toch wijzer. Je bent nog zo jong en onervaren, en daardoor liet je je gemakkelijk wat wijsmaken. Maar ze hebben je bedrogen. Ga onze oude goden weer dienen. Waarom zou je een kwade dood sterven? Daar ben je nog veel te jong voor. Zweer die god van de christenen af en dan laat ik je weer vrij.”

Historische Vereniging

- 25 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Pancratius antwoordt hierop: “‘t Is waar dat ik nog jong ben. Maar ik ga niet weer dode, stenen beelden dienen. En mijn herinneringen aan wat de afgodspriesters deden zijn verschrikkelijk. Nee, ik blijf van Jezus Christus houden en die wil ik dienen.” Woedend om deze tegenspraak wordt hij door de keizer veroordeeld tot de dood door onthoofding. Dit vonnis werd op 2 mei 208 voltrokken. Een vrouw met de naam Octavilla zorgde voor zijn begrafenis. Bronnen: A.Z. van ‘t Hoff - Huisman “Die verehrung des Heiligen Sint Pancratius” B. Voets “Springlevend Oudorp”.

A.B.

Historische Vereniging

- 26 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

Bij de hier afgedrukte foto: "OM EVEN BIJ STIL TE STAAN.." De duizendste wagon groente, verzonden door de Gebr. Kloosterboer in het seizoen 1927. Enkele oude tuinders menen de volgende personen te herkennen (van rechts naar links): Arie Jaaps, Jan Kouwen (hoed), Witsen, De Boer (?) ...?.. , Piet Dekker (hoed), kleine man met pet: Dirk de Boer, Piet Kloosterboer, vrouw van Piet Kloosterboer, zoon van Jan Kloosterboer-gehurkte jongen, --- Klaas Kloosterboer„ Dirk Slot ? (barre) Jan Kloosterboer, Kees Kloosterboer, Dirk Bakker (Olie), spoorwegman Haytema ?, Jan Voorthuizen, Herman Vinke (horlogeketting), Eilander. De spoorwegmensen wist men zich niet te herinneren.

Historische Vereniging

- 27 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 EEN DAGJE UIT met de motorvlet naar ‘t Camperduinse strand. Zoals voor de meesten die in de jaren twintig zijn geboren, zal een dagje uit, waarschijnlijk een dagje naar zee hebben betekend, in onze omgeving. Voor ons was dat tenminste het geval. We gingen in de zomervakantie vanuit Sint Pancras dan op de fiets naar Koedijk langs het Daalmeerpad, zetten de fietsen bij een bevriende familie en gingen met de blazende en sissende Bello naar Bergen aan Zee. Ik herinner me nog de speciale geur die daar omheen hing en hoe dichter je de zee naderde hoe lichter de lucht leek te worden. Als je als kind voor de eerste maal de zee ziet maakt dat een geweldige indruk op je. We zijn ook eens op een prachtige Pinksterdag, in het begin van de dertiger jaren met een oom naar Camperduin geweest. Oom was tuinbouwer en die had een ‘metòr’, een vlet met een motor om zijn producten mee naar de veiling te brengen. Zoiets noemde je in die tijd niet een motorboot, maar met de klemtoon op de laatste lettergreep, een ‘metòr’. Als daar wat keukenstoelen en banken ingezet werden, kon de hele familie plus de nodige buren daarin vervoerd worden. En dat gebeurde dus in 1932 of 1933 met Pinkster. Mijn vader wou niet mee, die ging liever op de fiets en zo vertrokken wij met een hele bagage aan badpakken, eet- en drinkwaar naar de Benedenweg waar we ons inscheepten. Het was bar gezellig, maar het duurde wel vrij lang en als je dan niet verder varen kon, moest je nog een heel eind lopen. Van mijn vader was nog geen spoor te bekennen. Mijn moeder had een manufacturenwinkel en sluitingstijd kende je niet. Als het in de winter plotseling hard begon te vriezen hoefde je niet op te kijken als er om tien uur ‘s avonds nog mensen kwamen om een wollen deken. Enfin, wij zaten al lang en breed aan het strand en mijn moeder zat geregeld ongerust naar de strandafgang te kijken. Wie weet wat er met Jaap aan de hand was, het was zo druk op de weg.

Historische Vereniging

- 28 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Eindelijk, ver na de middag kwam pa aan. Hij had de hele ochtend in de winkel gestaan en hij had alles wat er in huis aan badpakken was, verkocht, voordat hijzelf weg kon. Het was een hele opluchting en de dag was gered. We konden ons met een gerust hart in de golven storten. (Dit verhaal verscheen eerder in de rubriek “VERHALEN VAN LEZERS” in de Alkmaarse Courant. Het werd geschreven door J. de Boer - Mulder wonend te Schermerhorn, eerder als Jannie van Jaap Mulder op Bovenweg 7)

Historische Vereniging

- 29 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

In 1889 verscheen de Alkmaarsche Courant driemaal per week en was het blad nog van beperkte omvang. Uit deze jaargang verzamelden we een aantal berichten, die betrekking hadden op Sint Pancras en zijn omgeving. Het biedt enigszins een beeld hoe het hier toen om en toe ging. In een van de eerste couranten van dat jaar vonden we een leuke toevalligheid onder het volgende opschrift: INSCHRIJVING VAN DE NATIONALE MILITIE OP HET STADHUIS VAN ALKMAAR De navolgende personen worden in hun belang aangemaand zich zoo spoedig mogelijk ter secretarie dezer gemeente aan te melden: HAAGSMA, YNZE, laatst wonend Sloten, Frl. enz. (op 15 mei 1889 meldde zich op de secretarie van Sint Pancras de toen bijna 27 jaar oude Haagsma, Ynse, afkomstig uit Gaasterland Frl.)

1 januari 1888 woonden hier 269 mannen en 245 vrouwen, totaal 514 personen. In 1888 werden hier 19 kinderen geboren, 9 personen overleden. Er vestigden zich hier 6 meer personen dan er vertrokken, zodat er hier op 1 januari 1889 530 personen woonden. Het lijk van de sedert 2 februari vermiste P.F. van Oudorp is op den 19den te Sint Pancras bij de Mirakelenbrug uit het water gehaald. De man, die werkte op de zuurkoolfabriek te Noord-Scharwoude, was van tijd tot tijd lijdend aan toevallen. Men vermoedt dat hem op de terugweg naar huis een ongeluk is overkomen.

Historische Vereniging

- 30 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

In februari veroordeelde de kantonrechter te Alkmaar C.D. te Sint Pancras wegens het rijden met een hondenkar tot f 0,50 boete of 1 dag hechtenis.

De heer P. H. VERSTEEGH herdacht de 3e maart zijn 12½ JARIGE WERK-ZAAMHEID als PREDIKANT te SINT PANCRAS, zijn eerste standplaats. In dat tijdsverloop ontving hij 25 beroepen naar verschillende gemeenten van het N.H. Kerkgenootschap, waarvoor hij telkens bedankte. Er was dus wel reden om die dag niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. De gemeenten toonde haar belangstelling door het aanbieden van een fraai en kostbaar geschenk. (medio februari bedankte ds. Versteegh voor zijn 25e beroep, wat was uitgebracht door Geldermalsum bij Tiel.) (Waaruit het fraai en kostbaar geschenk bestond, onthield de A.C. ons. Het zou fotoapparatuur geweest kunnen zijn. In ieder geval was ds. Versteegh een kundig fotoamateur. Veel in ons bezit zijnde oude foto’s danken we aan hem.)

Historische Vereniging

- 31 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

In maart werd de kiesvereniging Vrijheid te LANGEDIJK en SINT PANCRAS bijeen geroepen op de KOLFBAAN van A. Kist te ZuidScharwoude. Er waren 65 leden aanwezig. (kom daar nu eens om!) De wnd. voorzitter L. VAN DER VIJZEL zette in zijn openingswoord uit een waarom er sinds maart vorig jaar geen vergadering meer had plaats gevonden. De heer H. van Twuyver las de aantekeningen van de vorige vergadering en meldde dat de kiesvereniging 131 leden heeft. Tot afgevaardigden naar de Centrale Kiesvereniging te Schagen werden benoemd P. NOBEL en H. van Twuyver. (P. Nobel was toen burgemeester van Sint Pancras en L. v. d. Vijzel was nog het hoofd van de O. L. School) In april vergaderde de Centrale Kiesvereniging en werd L. v. d. VIJZEL voorgedragen als kandidaat voor de Provinciale Staten. De voordracht werd voldoende ondersteund. De reactie van VAN DER VIJZEL: ”Ik in geen geval.” De heer S. Kramer, sedert 5 jaar BURGEMEESTER van KOEDIJK vroeg en kreeg ontslag uit die functie. Burgemeester werd H. Lammerschaag. S. Kramer werd wethouder. Per 15 april werd tot Burgemeester van OUDORP benoemd de heer W. BOS, tot dan de secretaris van Oudorp.

Historische Vereniging

- 32 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 In juli werden GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN gehouden. In Sint Pancras werden 33 stemmen uitgebracht. Gekozen werden S. DUIF met 29 en M. KALIS met 27 stemmen. In KOEDIJK werden 60 stemmen uitgebracht. Gekozen werden S. KRAMER met 59 en W. BOS met 55 stemmen. In OUDORP werden herkozen W. BOS en D. BLOOTHOOFD. (Toen hadden mannen die bijdroegen in de hoofdelijke omslag kiesrecht. Vrouwen en bedeelden mochten niet stemmen.) In een andere advertentie werd WEILAND aan DE KERKESLOOT en DE BLAUWE WEID te Sint Pancras te huur aangeboden als BOUWLAND. Te bevragen bij: JACOB SMIT op ‘t Druifje te Heerhugowaard scheuren was wel, omgronden nog niet mogelijk.

Op 25 mei werden door P. Bak de eerste NIEUWE AARDAPPELEN geteeld door J. KLOOSTERBOER te SINT PANCRAS in Alkmaar ter markt gebracht. Koper was W. Baas.

Historische Vereniging

- 33 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 ‘De 31sten augustus, ‘s namiddags om 5 uur, ontstond brand in één van de beide hooiklampen op het erf van J. VAN WONDEREN in de NOLLEN (Oudorp). Dit liet zich zeer ernstig aanzien, omdat de klampen vlak naast elkaar stonden in de onmiddellijke nabijheid van een met teer bestreken beschot van de met hooi beladen kapberg. Water was slechts op verre afstand aanwezig en de spuit was 20 minuten gaans van de brand verwijderd. Ondanks al deze belemmeringen overwon de ijverige brandweer van Oudorp de brand door gedurig brandend hooi te verwerken. Na 3 uren hard te hebben gewerkt in een verstikkende rook was men het vuur meester.’

De gemeenteraad van BROEK besloot dat kinderen, jonger dan zes jaar, niet tot de Openbare lagere school aldaar, mogen worden toegelaten. Reeds op school zijnde kinderen, die de leeftijd van zes jaar nog niet hebben bereikt, dienen de school weer te verlaten. Daarom werd op 8 juli aan 11 kinderen de toegang tot de school geweigerd. Er was wettelijk nog weinig geregeld op onderwijsgebied. De leerplichtwet was nog niet tot stand gekomen. In deze dorpen werd vooral door oudere kinderen, veel verzuimd wegens kinderarbeid. In Koedijk (en ook op andere plaatsen) had men daar iets op gevonden:

Historische Vereniging

- 34 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 De Vereniging tot Bevordering van Getrouw Schoolbezoek te Koedijk besloot om de oudste kinderen, die minder dan 6 schooltijden verzuimden, een reisje per stoomboot naar Den Helder te laten maken. De jongeren worden uitgenodigd voor een rijtoertje. Waarschijnlijk zullen slechts drie kinderen wegens teveel verzuimen, worden uitgesloten. De afdeling SINT PANCRAS van het Nederlandse Onderwijzers Genootschap besprak de zaak van de assistant-resident E. D. Dekker naar aanleiding van een artikel in “Vragen des tijds”, getiteld de HAVELAARZAAK. Men benoemde de heer L. van der Vijzel tot afgevaardigde naar de algemene vergadering van het Ned. Ond. Gen., die te Assen zou worden gehouden. Was men op de hoogte van hetgeen er zich buiten het dorp afspeelde, ook de studie werd niet vergeten, getuige de berichten: Op 26 en 27 augustus zijn te Amsterdam 2 van de 16 geëxamineerde kandidaten voor de hoofdakte geslaagd, namelijk L. W. G. Roeterink, onderwijzer te Sint Pancras en W. Schmelling te Utrecht. De 29e augustus verwierf mej. E. P. M. van der Ven te Sint Pancras in Utrecht de akte Frans l.o. Op 16 augustus werd te Sint Pancras een ZANGVERENIGING opgericht ter beoefening van de vierstemmige koraalmuziek met ruim 40 leden. Directeur werd de heer G. Ploeger, aldaar. Te Koedijk hield de Maatschappij tot het Nut van het algemeen op 15 oktober haar eerste leesvergadering van het nieuwe seizoen. De eerste spreekbeurt werd vervuld door de heer J. OTTO. Hij las de novelle: “HOE DE STARREVELDERS UITGINGEN OM EEN DOMINEE EN THUISKWAMEN MET EEN JOOD.” Ook werd besloten om de Tweede Kamer een adres te zenden, waarin wordt aangedrongen om de onderwijswet niet aan te nemen.

Historische Vereniging

- 35 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

In de krant van 27 oktober stond: Men schrijft ons uit Koedijk: Sedert jaar en dag was de Koedijker gewoon ‘s morgens zijn deur en raam te vinden, zoals hij die de vorige avond had verlaten. Sommigen komen nu tot hun schrik tot de ontdekking dat het geraden is deze goed te sluiten. Voor een 14 dagen toch bemerkten een paar ingezetenen dat men des nachts beproefd had een raam of raampje te openen, terwijl bakker De Z. enige broodjes miste uit zijn wagen in een schuurtje. En nu, deze week, werd winkelier V. te middernacht gewekt door een gedruis aan zijn winkeldeur. Menende zaken te kunnen doen begaf hij zich naar voren om te bemerken dat een paar mannen zich haastig verwijderden. Ieder zorge dus voor een goede sluiting en de politie doet haar plicht. In dezelfde courant stond een advertentie met de inhoud: W. VERKROOST, brood-, koek- en banketbakker te Koedijk vraagt zo spoedig mogelijk een NOODHULP. Echter was het op 30 oktober: Men schrijft ons uit Koedijk: Uw waarheidlievende correspondent acht zich verplicht terug te komen op zijn laatste bericht. Het tweede deel daarvan is gebleken onjuist te zijn. De twee mannen, die haastig de vlucht namen toen winkelier V. naar voren kwam, blijken slechts in zijn verbeelding te bestaan. In

Historische Vereniging

- 36 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 werkelijkheid was het...... een tienjarig buurmeisje, dat nog een boodschap kwam doen. Wij hopen voor Koedijks burgers dat alle volgende inbraken zo schimachtig mogen zijn. Op 3 november zond P. NOBEL, de burgemeester van BROEK en SINT PANCRAS een adres naar de Provinciale Staten, om de noodzaak van een railverbinding tussen Alkmaar en Hoorn te bepleiten. Hij achtte het wenselijk om de eventuele lijn, iets in noordelijke richting om te buigen, zodat er in Broek een LAADPLAATS gecreëerd kon worden, voor de verbazende hoeveelheden akkervruchten, die aangeboden worden vanuit de Langedijker dorpen, Sint Pancras en Koedijk.

“Het Broekersproortje”, toen nog een toekomstbeeld

En Koedijk had DE REDERIJKERSKAMER “DE ROOS”. Werd eerder in het jaar gemeld dat De Roos een succesvolle uitvoering gaf in Noord-Scharwoude van “De salonheld” en “Daar is oom”, in het begin van december meldde de Alkmaarsche Courant: Zondagavond werd hier een uitvoering door DE ROOS gegeven. Tweeëntwintig jaar lang gebeurde dit steeds op Tweede Kerstdag. Maar ook in Koedijk gaat “eendracht maakt macht” tot het verleden behoren. Een jonger zusje van De Roos, Het Rozeknopje, geeft sedert enige jaren ook op Tweede Kerstdag hier een uitvoering. Vandaar dat De Roos nu uitweek naar een andere avond. Ook deze avond werd goed bezocht, echter minder goed als dit vroeger steeds de gewoonte was.

Historische Vereniging

- 37 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 En as de kondukteur dèn op zain fluitje bleist.. “Wat weet U van de halte Sint Pancras. Wanneer en hoe kwam die tot stand, wat deed men er, waarom verdween die halte, kortom wat kunt U hierover vertellen?” Deze vragen werden op me afgevuurd. Toen het me gevraagd werd, herinnerde ik me de woorden van Gert Tol: “Ik wou dat we in Sint Pancras weer een station hadden en dit werd onder meer gevolgd met de woorden, die hier als opschrift bovenstaan. Ik nam me voor om me in de spoorweggeschiedenis van Sint Pancras te gaan verdiepen om de vragensteller van antwoord te dienen en er dan tevens in De KLIN over te schrijven.

WACHTPOST 38, tevens de HALTE SINT PANCRAS. De aan de linker kant staande personen werden herkend als Klaas van Westen (geb. ca 1871) zijn schoonzuster en zijn vrouw, resp. Engeltje Krom en Neeltje van Westen (1867) en twee kinderen van het in dit spoorhuisje wonende gezin Van Westen. In dit gezin groeiden 4 dochters op die geboren werden tussen 1898 en 1907. De foto zou dus uit 1910 kunnen zijn.

Historische Vereniging

- 38 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Vrij algemeen is bekend dat in 1859 de eerste spoorlijn in ons land namelijk die tussen Amsterdam en Haarlem, werd geopend. Aanvankelijk werd het spoorwegnet niet erg snel uitgebreid. In 1865 zagen de Pancrassers voor het eerst hier een trein passeren. Toen werd namelijk de lijn Alkmaar – Den Helder geopend. Wilde men evenwel hiervandaan naar Amsterdam of Den Helder reizen, dan moest men eerst in Alkmaar of Heerhugowaard zien te komen. Dit was in die tijd geen eenvoudige zaak, want de wegen waren toen nog onverhard. Geregeld werd in de verslagen over de toestand van onze gemeente de klacht geuit: De weg tussen Sint Pancras en Oudorp is voor voetgangers en paarden uiterst moeilijk begaanbaar en de weg naar Broek op Langedijk is weinig beter. In 1872 was dit leed geleden: de weg door de Nollen werd verhard evenals de Munnikenweg en de Frieseweg en de Twuyverweg werd met grint verhard. Een oude foto laat duidelijk de scheiding tussen de bestrating en de begrinding van de Twuyverweg zien, net voorbij de boerderijwoning van de toenmalige burgemeester P. Nobel. Door deze wegverbetering werd het vervoer met paard en wagen een stuk gemakkelijker gemaakt. Er is hier een soort bodedienst geweest, die ook passagiers meenam. Dat dit voor verbetering vatbaar was blijkt uit het feit dat enkele Alkmaarders omstreeks 1896 probeerden een paardentram Alkmaar - Oudkarspel te laten rijden voor personen en goederenvervoer. De Alkmaarsche Courant sprak als oordeel uit: ‘Indien de huidige gebrekkige dienst wordt vervangen door een goed ingerichte dienst, en volgens de plannen wordt het dat, dan zal men een goede rente kunnen trekken van de te investeren geldsom.’ De ondernemers, de heren Amsingh en Co, slaagden er niet in om de benodigde gelden te lenen. De aandelen à f 250,- werden niet vlot verkocht en men haalde slechts de helft van de benodigde f 12.500,Vandaar dat deze plannen geen doorgang vonden. En nu de halte. Wanneer kwam deze tot stand? Publicaties van anderen vermeldden: in 1890, na 1890, in 1910.. De tegenstrijdige berichtgeving bracht mij tot de conclusie: Het archief van de spoorwegen kon in dezen wel eens geen uitsluitsel geven. Ik moet het maar eens langs een andere weg proberen. Vermoedelijk

Historische Vereniging

- 39 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 was de komst van een halte nog wel zo belangrijk, dat er in de pers melding van is gemaakt. Ik ga eens wat Alkmaarsche Couranten uit die tijd raadplegen. Ik begon met de jaargangen 1890 – 1895. Daaruit leerde ik het volgende. In die tijd waren een aantal plattelanders, maar nog veel meer Alkmaarders ontevreden over de oost - west verbinding. Voortdurend werd op een en hetzelfde aambeeld gehamerd: er moet een spoorlijn Alkmaar - Hoorn komen. Reeds in 1889 plaatsten twee Alkmaarders, de zoutzieder C. Bosman en advocaat A. P. de Lange een twee pagina’s grote advertentie in de Alkmaarsche Courant met als korte inhoud: Vanouds stelde Alkmaar zijn rechten als marktplaats zeker en zorgde dat de bewoners van de regio in deze stad hun producten ter markt brachten. Gezorgd moet worden dat de stad goed bereikbaar blijft, minstens evengoed als andere steden. Daarom moet er zo spoedig mogelijk een lokaalspoorweg Alkmaar - Hoorn komen. Deze boodschap werd in de vorm van een verzoekschrift naar de Provinciale Staten gezonden. Gemeentebesturen uit de omgeving, zoals die van Oudorp en Oterleek, steunden het adres van Bosman en De Lange. De Alkmaarse raad stelde een subsidie van f 40.000,- in het vooruitzicht, indien deze spoorlijn werd aangelegd. De raad had daarbij wel enkele voorwaarden, o.a. dat er dan in Oudorp een halte diende te komen. (Men dacht toen nog aan een wat noordelijke traject dan het uiteindelijk is geworden). Enkele jaren later stelden ook de provincie Noord-Holland en Het Rijk subsidies beschikbaar. De Minister had hierbij o.a. als voorwaarden: Tussen Alkmaar en Heerhugowaard moet van de bestaande spoorlijn gebruik worden gemaakt door middel van een dubbel spoor. De rails moeten zo worden gelegd dat de wagons ongehinderd van het ene net op het andere kunnen overgaan. (Er waren in die tijd meerdere spoorwegmaatschappijen als Holland Spoor, de Staatsspoorwegen en hier de Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij, HYSM).

Historische Vereniging

- 40 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Dit gezien hebbend dacht ik: Wel onze halte zal er dus wel gekomen zijn tegelijk met de opening van de lijn Alkmaar - Hoorn, indachtig de Alkmaarse subsidievoorwaarde: een halte in Oudorp. Mijn conclusie was niet geheel correct. Op 4 maart 1896 kon men in de courant lezen: Naar wij vernemen is de eerste in gebruik gesteld een halte bij wachtpost 38 tussen Alkmaar en Heerhugowaard ten gerieve van de inwoners van Sint Pancras, Oudorp en een deel van Koedijk. Drie treinen ‘s daags zullen hier stilhouden, twee ‘s morgens gaande in de richting Amsterdam - Haarlem en één ‘s avonds in de richting Den Helder. Ook de markttreinen van en naar Schagen des donderdags zullen stoppen op tijdig verzoek. Gedachtig het: één is maar alleen, werd spoedig het aantal in de richting Den Helder verdubbeld. Sint Pancras was dus verbonden met de rest van de wereld. Ook de schooljeugd moest weten, wat dat betekende, getuige het krantenbericht uit 1897: Begunstigd door mooi weer had de achtsten een schoolreisje plaats van de kinderen van de vijfde en zesde klas van de openbare school van Sint Pancras. ‘s Morgens om 6.45 uur vertrok men vanaf de halte Sint Pancras en stoomde men naar IJmuiden. Om ongeveer 21 uur was men weer terug bij de halte, waar het fanfarekorps met een hele mensenmenigte, de kinderen stond op te wachten. Ongeveer een jaar na de opening van de halte Sint Pancras werd begonnen met de aanleg van de spoorlijn Alkmaar - Hoorn. Eerst werd het baanvak Alkmaar - Heerhugowaard verbreed. De werkzaamheden werden gestart bij wachtpost 38. Vermoedelijk omdat al het zand, benodigd voor de dijkaanleg, werd gevonden in de hoge gronden rond de halte Sint Pancras. ‘t Zal hier de nodige bedrijvigheid hebben gegeven. En opwinding. Zoals toen op 1 augustus de goederentrein uit Den Helder in botsing kwam met de zandtrein van Alkmaar - Hoorn. De machine van de goederentrein werd danig gehavend, zodat men een andere locomotief uit Den Helder moest laten komen. “Het bleef bij materiële schade en er werd niemand gekwetst.”

Historische Vereniging

- 41 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

Met de winterdienstregeling van 1899 ging de trein Alkmaar - Hoorn rijden. Dit bood de Pancrassers meer mogelijkheden om op reis te gaan. Indien hierom tijdig werd verzocht, stopten hier voortaan tien in plaats van vier treinen per dag, voor het opnemen of het uitstappen van passagiers. In diezelfde tijd gingen er in deze regio een aantal stoomtrams rijden. (Alkmaar - Purmerend, Alkmaar - Haarlem, Egmond – Alkmaar - Bergen).

Wat dit voor deze streek, dus ook voor Sint Pancras betekende, geeft het volgende bericht uit de Alkmaarsche Courant aan: Door het gereedkomen van de spoorlijn Alkmaar - Hoorn wordt Noord Holland nu met de kust verbonden. Eerder werd Egmond alleen bezocht door een Franse of Duitse schilder. Verleden jaar waren er 400 a 500 badgasten. En we verwachten dat deze stijging flink zal doorzetten. Nu was Sint Pancras geen badplaats of vakantieoord. Wel werd hier veel groente verbouwd. En de trein bood mogelijkheden om die verder dan naar Alkmaar, Amsterdam of Leiden te vervoeren. Ook het buitenland was bereikbaar geworden. Reeds werd gebruik gemaakt van het vervoer per rail. Schuiten vol groente gingen van de veiling van Broek naar het station te Heerhugowaard om daar te worden overgeladen. Omslachtig natuurlijk. Vandaar dat Pancrassers en Broekers, toen er sprake was van de aanleg Alkmaar - Hoorn, hadden aangedrongen om deze spoorlijn over Broek te laten lopen. Het lijkt er op of de HYSM de tuinbouwbelangen niet zag. Deze gedachte wordt gesterkt door het feit dat men steeds te weinig wagons voor het groentevervoer beschikbaar stelde. Het gebeurde dat er elf wagons eerden aangevraagd en er drie kwamen! Nog enkele korte berichten: November 1890: Aan het station te Heerhugowaard worden dagelijks tien tot twintig wagens met Langedijker kool, uien e.d. geladen. De maatschappij H.Y.S.M. behartigt wel eigenbelang,

Historische Vereniging

- 42 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 niet dat der handelaren. Dagelijks zijn er wagens tekort. 1892 De 18e april werd door de heer K. Wagenaar te Broek op Langedijk de duizendste wagen groente verzonden van het station Heerhugowaard. 1896 25 augustus Verleden week werden er te Heerhugowaard 160 wagons bloemkool geladen. Geen wonder dat men uitziet naar een zijlijn vanaf Heerhugowaard naar de Broeker veiling. 1897 3 januari Uit Broek en omgeving hebben belanghebbenden f 15.000,-ingetekend in aandelen van f 50,- per stuk om, indien hiervoor subsidie wordt verleend, er een spoorweg van Sint Pancras naar Broek wordt aangelegd alleen voor het vervoer per groente. Dit als tegemoetkoming aan de bouwers die tegenwoordig alleen varend naar het station Heerhugowaard kunnen gaan, hetgeen bij stormweer nogal gevaarlijk is. De verzoeken om een dergelijke lijn waren talrijk. Lang vormden de kosten een bijna onoverwinnelijke barrière, maar rond 1900 is het zover. De HYSM begroot de kosten op ca. f 80.000,-. Aan belanghebbende gemeente- en polderbesturen wordt gevraagd om garant te staan voor de rente van de te maken schuld. Getracht zal worden om rente en aflossing te verwerven uit een omslag, die per wagon moet worden betaald. De gevraagde besturen zeiden graag de gevraagde garantie toe. Het risico was niet groot en voor zover ik kon nagaan, is er van de garantie nimmer gebruik gemaakt. In 1902 werd het “Broeker lijntje” met enige feestelijkheden geopend. Bracht dit voor de halte meer leven in de brouwerij, deze kreeg nog meer te verwerken: Vijf jaar later ging men het Broeker lijntje ook voor personenvervoer gebruiken. Er kwam een soort tramlijn tussen Broek en Alkmaar met één tussenstation, de halte Sint Pancras. Voor de Broekers tevens de gelegenheid om over te stappen op de trein van Den Helder of Hoorn.

Historische Vereniging

- 43 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Nog meer gelegenheid voor de Pancrassers om weg te komen: Ik weet nog dat ik met mijn moeder naar Opie in Broek ging, met het trammetje. (Gert Tol).

TWUYVERWEG CA. 1890 Links het hek van de Ned.Herv. pastorie met daarachter de ingang naar de boerderij van burgemeester Nobel. Voorbij de ingang houdt de bestrating van de Twuyverweg op en was de weg begrind. Het rijtuig is mogelijk een kiereboe.

Een ernstig ongeluk vond plaats bij de halte in het jaar 1918. Het al wat oudere echtpaar Bleeker stapte aan de verkeerde kant uit en werd direct gegrepen door een op dat moment passerende sneltrein. Zonder twijfel is dit ongeluk druk besproken, maar in de pers kon ik het niet terug vinden. Alleen vermeldde de OPRECHTE LANGEDIJKER COURANT van 2 november 1918: Mejuffrouw Bleeker, die vorige week te Sint Pancras door een sneltrein werd aangereden en wier man onmiddellijk werd gedood, is thans zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, ook overleden. Werd in 1907 begonnen met vier trams per dag tussen Broek en Alkmaar vice versa, dit aantal groeide via zeven uit tot tien diensten per dag.

Historische Vereniging

- 44 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Maar in 1926 zag de NS er geen brood meer in, en werd gestopt met het personenvervoer via de Broeker lijn. Vermoedelijk kwam dit door de concurrentie van de autobussen. Dezelfde autobus veroorzaakte ook de ondergang van de halte Sint Pancras. Met ingang van 15 mei 1938 werden door de NS een heel stel haltes opgeheven, waaronder die van Sint Pancras. Tegelijkertijd werd het aantal busdiensten fors uitgebreid. En die bus, stopte op verzoek, voor ieder huis aan de Bovenweg. Ver behoefden de passagiers dus nooit te lopen. Geen wonder dat werd geoordeeld: de bus is misschien iets duurder dan tram of trein, maar ook veel gemakkelijker, In de oorlog 1940 – 1945 deed de halte weer enige tijd dienst. Misschien kwam dit omdat de bussen toen minder vaak, of ook wel helemaal niet meer reden vanwege benzinegebrek. Zeker is dat veel naar hier geëvacueerde Heldersen ‘s morgens en ‘s avonds hier in en uitstapten, omdat ze hier wel ‘s nachts verbleven, maar overdag in of bij Den Helder werkten. TENSLOTTE: Wie bezit nog een oud TREINKAARTJE, gekocht bij de HALTE SINT PANCRAS? Hij of zij melde zich bij Oud Sint Pancras.

Historische Vereniging

- 45 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 DE FAMILIE VAN WASSENAAR TOT SINT PANCRAS. Zoals in de vorige “De Klin” werd vermeld droeg Anna Maria Trip de heerlijkheid van Sint Pancras in december 1768 over aan Willem Hendrik van Wassenaar. Deze tak van het oude en voorname geslacht van de Wassenaars noemde zich voortaan “Van Wassenaar tot Sint Pancras.” De baronnen van Wassenaar, die Heer van Sint Pancras zijn geweest, volgen hieronder: WILLEM HENDRIK, baron van Wassenaar, geboren te Leiden 5 november 1722, zoon van Jacob Emmerij van Wassenaar en Anna Cornelia Martine van Baerle. Kolonel in het Staatse leger en hoogheemraad van Delfland. Overleden 4 oktober 1769 te ‘s Gravenhage. Trouwde 15 december 1754 te Hoorn met Catharina van Foreest, dochter van Mr. Nanning van Foreest, heer van Petten en Nolmerban, en Jacoba de Vries. De Heerlijkheid van Sint Pancras werd na het overlijden van Willem Hendrik van Wassenaar op 15 november 1770 overgeschreven op naam van zijn 13-jarige zoon Frederick Hendrick. FREDRICK HENDRICK, baron van Wassenaar, geboren omstreeks juli 1757. Op 10 november 1778, dus op 21-jarige leeftijd, aangesteld tot baljuw en dijkgraaf van stad en land van Woerden en beheerder van het kasteel aldaar. Hij is blijkbaar jong overleden want op 28 november 1782 gaan de heerlijke rechten over op de dan 22-jarige Jacob Nanning Arent van Wassenaar, wegens overlijden van zijn broer Frederik Hendrik van Wassenaar. JACOB NANNING ARENT, baron van Wassenaar, geboren te ’s Graven-hage 27 juni 1760. Luitenant-kolonel van een garde dragonders en lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Overleden te Nijmegen 4 sept. 1834. Trouwde 25 augustus 1795 te Oirschot met Judith Petronella van de Sande, dochter van Willem van de Sande en Maria Smits. Na het overlijden van Jacob Nanning Arent ging de heerlijkheid over op zijn zoon Willem Hendrik Jacob.

Historische Vereniging

- 46 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 WILLEM HENDRIK JACOB, baron van Wassenaar, geboren te Neerbosch 7 augustus 1796. Luitenant-kolonel der artillerie, ridder Militaire Willemsorde 4e klasse. Overleden te Nijmegen 12 april 1856. Trouwde 11 juli 1832 te Nijmegen met Jonkvrouwe Jacqueline Pauline Salve de Bruneton, dochter van Mr. Willem Benjamin Salve de Bruneton en Maria Vermehr. Na het overlijden van Willem Hendrik Jacob ging de heerlijkheid over op zijn broer Willem Frederik Pieter Herman. WILLEM FREDRIK PIETER HERMAN, baron van Wassenaar, geboren te Nijmegen 2 december 1809. Majoor der artillerie, ridder van de orde van de Eikenkroon. Overleden te Nijmegen 25 oktober 1882. Trouwde 5 mei 1854 te Nijmegen met Henriëtte Jacoba Cramer, dochter van Hendrik Cramer en Adelaide Weerts. Na het overlijden van Willem Fredrik Pieter Herman, ging de heerlijkheid over op zijn zoon Jacob Nanning Arend. JACOB NANNING AREND, baron van Wassenaar, geboren te Nijmegen 12 januari 1855. Kapitein bij het korps der pontonniers. Overleden te ‘s Gravenhage 7 april 1901. Hij was ongehuwd en met hem stierf de manlijke tak van Wassenaar tot Sint Pancras uit. (Zijn nalatenschap werd behandeld door notaris K. Hoogeveen te Dordrecht.) Bij zijn overlijden waren nog twee zusters van hem in leven. 1. Pauline Henriëtte Jacoba 1858 - 1955. Zij was gehuwd met Gerbrand Turk, overleden in 1905. 2. Maria Ariane 1860 - 1948. Zij was gehuwd met Jhr. W. F. Gevers Deijnoot, overleden in 1954. Het is verder niet duidelijk tot wanneer het recht van ambachtsheer van Sint Pancras is blijven bestaan. Het archief van de familie Van Wassenaar tot Sint Pancras bevat geen enkel gegeven betreffende de aankoop van of inkomsten uit genoemde heerlijkheid. Ook van overgang van de heerlijke rechten na het overlijden van de laatste baron van Wassenaar tot Sint Pancras is door mij tot heden

Historische Vereniging

- 47 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 niets gevonden. Misschien dat het in het gemeentearchief van Sint Pancras of in het archief van notaris K. Hoogeveen te Dordrecht hierover nog iets kan worden gevonden. BARONNEN VAN WASSENAAR, HEREN VAN SINT PANCRAS. Willem Hendrik van Wassenaar 1722 - 1769 in 1768 Heer van Sint Pancras X Catharina van Foreest 1734 - 1776 I ------------------------------------------------------I I Frederik Hendrik van Wassenaar Jacob Nanning Arent van Wassenaar 1757-1782 1769-1834 in 1779 Heer van Sint Pancras in 1782 Heer van Sint Pancras X Judith Petronella van de Sande ----------------------------------------------------------------I I Willem Hendrik Jacob Willem Frederik Pieter Herman van Wassenaar 1796-1856 van Wassenaar 1809-1882 1834 heer van Sint Pancras In 1856 heer van Sint Pancras X X Jacqueline Pauline Salve de Bruneton 1811-1833

Henriëtta Jacoba Cramer 1831-1878 I Jacob Nanning Arend van Wassenaar 1855-1901. in 1882 heer van Sint Pancras

De gegevens voor dit artikel zijn ontleend aan: 1. Familiearchief Wassenaar van Sint Pancras, aanwezig in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag. 2. Het archief van de Leen- en Registerkamer, inventaris nr. 250 fol. 7 verso en 8 (Alg. Rijksarch. Den Haag.) 3. Nederlands Adelsboek, jaar 1953, pag. 253 en volgende. 4. Familieadvertenties, aanwezig in het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag. J.P. Geus.

Historische Vereniging

- 48 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 EEN OORLOGSHERINNERING VAN PIET BALDER Zowel de Bovenweg als de Twuyverweg waren voor de oorlog rijk aan bomen. Aan weerszijden stonden hoog opgaande bomen. Door brandstofschaarste zijn de meeste bomen tijdens de oorlog verdwenen. Een klein aantal wist het te overleven, bijvoorbeeld enkele bomen in de dokterstuin. De verleden jaar overleden Piet Balder vertelde me eens een van zijn belevenissen uit de oorlog, wat een mooi voorbeeld vormt van de wijze waarop deze bomen uit het dorpsbeeld zijn verdwenen. Hij vertelde ongeveer het volgende: Het was februari 1943. We hadden thuis niet zoveel brandstof meer. We wilden wel graag wat warm zitten en ons potje moest ook worden gekookt. Met een stelletje andere jonge kerels had ik afgesproken dat we samen een boom zouden gaan kappen. Natuurlijk deed je zoiets niet op klaarlichte dag. Zo voeren we op een avond, het was al spertijd, met twee schuitjes vanaf het Vennetje om de noordkant van ons dorp naar de Mirakelenbrug. Daar gingen we onderdoor en toen voeren we door de sloot, die langs de Twuyverweg liep, weer een eindje terug tot waar nu ongeveer Piet Olie woont, het vijfde of zesde huis aan de Twuyverweg. Daar stond een knots van ‘n boom en die moest er aan geloven. Eén van ons, een timmermanszoon, had een grote trekzaag meegenomen en die werd goed gehanteerd. Intussen ging ‘t hard sneeuwen. Na een tijdje viel de boom. Hij lag met kruin en al dwars over de Twuyverweg, in plaats van langs de weg. We waren bang dat er een Duitse legerauto zou passeren. We zouden dat wel niet afwachten, want bomen kappen mocht niet, maar nu konden de Duitsers het ook nog als een tegen hen gerichte sabotagedaad beschouwen. We gingen zo snel mogelijk de boom in hanteerbare stukken zagen, die vervolgens in de schuitjes werden geladen. Hoewel we probeerden zo weinig, mogelijk lawaai te maken, kregen we toch bezoek. Een oudere, daar ergens wonende vrouw, ik meen dat het vrouw Stammes was, kwam in een groot nachtjak aanwapperen. Het leek wel een vliegtuig.

Historische Vereniging

- 49 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Wij hadden net onze schuitjes vol, het meeste was van de weg en door de grote hopen sneeuw waren veel sporen uitgewist. We brachten het hout naar een boet aan het Vennetje, waar we het later hebben verdeeld. Maar zover was het toen nog niet. We gingen weer terug, want er lag nog een flinke rest. Hoewel het inmiddels al een uur of elf was, werden we bij de Twuyverweg opgewacht door politieagent Ilbrink, die zei: “Zo... was het dat”! Wij dachten natuurlijk: Dat zit goed fout. Iemand heeft ons verlinkt. Maar hij zei: “Jongens, een paar huizen verderop woont oude Groen. De man is niet alleen oud, maar ook arm en koud. Als jullie nu zorgen dat die arme stumper ook wat warmte krijgt, dan heb ik niets gezien”. En wij zorgden wel dat hij niets had gezien. A.B.

Van l.n.r.: Bram Kansen, Gerrit en Piet Balder

Historische Vereniging

- 50 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 HERINNERINGEN UIT HET LEVEN VAN PIET SCHUIT 1930 – 1940. De crisisjaren. Als beginnend zelfstandig tuinder moest ik roeien tegen de stroom in. Alle manieren en mogelijkheden moesten worden aangegrepen om te proberen drijvende te blijven. Trachten er zo goed mogelijk door te komen. En het klinkt wel gek, maar ik ging producten bouwen voor de vernietiging, zoveel mogelijk. Des te meer kilo’s ik aanvoerde, des te hoger waren mijn ontvangsten die ik kreeg als vergoeding voor mijn vernietigde producten. Er was van alles te koop: een wereld vol producten en bijna voor niets. Zo kochten wij een ameublement: 2 fauteuils en 4 stoelen, handwerk en van eerste kwaliteit voor de som van f 60,- en dan kregen we er nog een pluche tafelkleed bij cadeau. En bij al die weelde aan goederen leed de arbeider armoede en zelfs honger. Bijna ondenkbaar in deze tijd, maar de harde waarheid. De onzinnigste omstandigheden leidden tot maatregelen en toestanden, die dwars ingingen tegen het gezond denken. Ik heb het meegemaakt dat er een vracht beste en eerste soort andijvie doordraaide. Op de veiling, Arie Stammes was de aanvoerende tuinder. Willem Leegwater vond het zonde dat zulk een mooi product vernietigd werd en vroeg om een paar struiken voor zijn gezin. Nou, dat vond Arie best, die man kon gerust een maaltje krijgen, die andijvie werd toch vernietigd. Maar Simon de Boer, de veilingleider zag het. De struiken andijvie moesten vernietigd worden, daarvoor werd vergoeding gegeven en die maatregel moest gehandhaafd worden. Zo was men aan handen en voeten gebonden, regelingen en verordeningen, maar geen oplossing. Mijn buurjongen Gert Ploeger bekeek het beter. Hij werkte in NoordBrabant voor de firma Rens Slot. Deze firma verbouwde groente in die provincie en Gert werkte daar. Hij was een pientere knaap en handelde ook voor de firma. Eens ontmoette ik hem in het dorp en hij vroeg hoe het ging. “Slecht joh”, zei ik, “alles draait door, onverkoopbaar. “Ja” zei Gert, “ik weet het, maar toch ga ik het volgend jaar ook een paar bunder kool verbouwen.”

Historische Vereniging

- 51 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 “Je bent hartstikke gek. Man, alles draait door, de grenzen zijn dicht, het is immers hopeloos”, zei ik. “Weet ik”, zei Gert, “maar ik teel ze op contract bij een boer. Hij koopt de planten, dat verzorg ik en ik kan aan die planten wel wat verdienen. Dan luidt het contract zo dat zodra ik de tweede wagon er af haal, ik de eerste moet betalen. Dus als ik die eerste wagon niet kan verkopen, haal ik de tweede er niet af.” Ja, zo was Gert. Hij heeft in Brabant een groot bedrijf opgezet: hij verbouwde tenslotte 400 bunder, allemaal op contract voor conservenfabrieken. Hoofdzakelijk slabonen en kool. Ook had hij een fabriek voor het maken van slabonenplukmachines en koolsnijmachines. Slabonen of sperziebonen plukken met een machine, de techniek staat voor niets. Ik heb het gezien en het ging prima en Gerrit is er rijk mee geworden. In 1937 werd Jaap geboren en ons gezin was compleet. Toen was de moeilijkste tijd voorbij, de handel begon zich wat te herstellen. Er werd nog wel groente vernietigd, ook was er nog veel werkloosheid, maar door de steuntoeslag, die van hogerhand werd verstrekt kwam er toch iets meer koopkracht. Duitsland werd opgescheept met een Nationaal Socialistisch regiem. Door de zware oorlogsschulden van 1914 - 1918 was Duitsland lamgeslagen. De Duitse Mark was waardeloos. Bij een kistje sigaren kreeg je een biljet van 100.000 mark cadeau. Dan merk je wat geld en inflatie betekent. De gulden was keihard en met goud bedekt. De mark een vodje papier. Maar zowel de Nederlandse als de Duitse bevolking had geen koopkracht. Hitler gaf de Joden de schuld van de slechte toestanden en beloofde de mensen een machtig Germaans rijk. Zij als Duitsers van een zuiver Germaans ras waren uitverkoren als het Herrenvolk. Anderen hadden hen beknot en hadden ervoor gezorgd dat ze te kort Lebensraum hadden. Het was allemaal massasuggestie, maar de tijd was er rijp voor en de domme massa is dan gemakkelijk te bespelen en kan zo worden tot een gevaarlijk instrument. Maar laat ik niet op de zaken vooruitlopen. Hier ging het schijnbaar iets beter. Met subsidie en bonnen (waarmee o.a. goedkoop vlees kon worden gekocht) werd de grootste armoede opgevangen, maar

Historische Vereniging

- 52 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 hiermee kon geen crisis worden bestreden. Wij konden leven, en daar was alles mee gezegd. Met hard werken kon ik de rente opbrengen. Moeder maakte zelf kleding, verstelde die, stopte kousen en keerde elk dubbeltje om: dat is het voordeel als je uit een gezin komt waar men van weelde geen weet had! We bespraken alles samen. Wat we konden uitgeven voor het gezin en voor het bedrijf. Een extraatje voor Sint Nicolaas of een verjaardag was er altijd wel uit te peuren. Dat alles maakte dat je een hechte samenleving had. Zo wisten we het te redden en ik bleef zelfstandig door de hulp van mijn vrouw. Er waren ook andere gezinnen. Ze stonden in het krijt bij bakker, slager of kruidenier. Zo ook Aaltje. Slager Jan le Clerk had haar al een tijdje geborgd, maar dat kon zo niet doorgaan. Jan zei tegen haar: “Nou moet je eens goed luisteren Aaltje. Dit kan zo niet langer. Voortaan moet je toch betalen als je vlees wilt hebben. En als je nu de helft betaalt waarvoor je in het krijt staat, dan haal ik een streep door de rest”. “Nou nei hoor Jan”, zei Aaltje, “je heb ut niet voor niks te doen, jij moete ook leve, schraif ur gerust maar wat rente bai!” Eische Keizer zijn vader was broodbakker en Eische ventte met de broodwagen. Hij kwam bij een arm weduwvrouwtje met een groot gezin. Naar het vrouwtje had geen cent meer. Ze begon te huilen van ellende en zei dat ze geen brood kon kopen. “Mens”, zei Eische, “skai uit met je gejank, aars gooi ik je dood met stoet, ik ben niet van plan die kar vol zelf op te vrete.” Zo was de crisis 1930 - 1940. Honger en ondervoeding in een wereld vol voedsel. In de kerken werd gebeden om uitkomst en de Heer liet het gewas groeien. Jaarlijks hielden de gelovigen een bidstond voor het gewas en als hun gebed werd verhoord en er veel groeide werd het vernietigd en met de dankdag werd God dank gebracht. Dat zijn van die tegenstellingen waar ik niet mee klaar kom.

Historische Vereniging

- 53 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Jaap Slot was voorzitter van de Langedijker Groenten Centrale en bij de jaarlijkse vergadering hield hij steeds een lange redevoering met steeds aan het eind de uitspraak dat hij hoopte dat de tuinders met Gods zegen een rijk en vruchtbaar jaar mochten hebben. Maar hadden de tuinders hier een goed jaar en elders in binnen- of buitenland kwam misgewas, dan hadden de tuinders hier een rijk jaar en elders een arm jaar. De een zijn dood is de ander zijn brood. En wanneer bidden om een goed jaar tevens zou betekenen dat ook gevraagd wordt dat men elders daarom een slecht jaar moet hebben, is dit voor mij een onbegrijpelijk christendom. Het waren gedachten, die me toen toch wel bezighielden.

Bij de foto: KOOL BINNEN HALEN + 1922, achter de huizen aan de Benedenweg (zuideinde), bij het perceel van opa Arie Verduin. Van links naar rechts: Willem Hes sr, Willem Hes jr., Frans Hes, Jaap Verduin, Dirk Louwen, Jaap Wester, Dora Verduin, Jan Verduin(Meijering), Gretchen Ganser, een Duitse evacué-thuishaalder, Jane Verduin, Oma Verduin, Trijn Hes, opa Arie Verduin, Jan Kunst, Jan Verduin (Groenland), Jan Hes, Cor Schróder en Hein de Wit. De hond heette Loppie.

Historische Vereniging

- 54 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 HERINNERING VAN MARIE SMIT In Klin nr. 1 en 3 stonden een aantal jeugdherinneringen van de in de vorige eeuw geboren Marie Smit, die momenteel in Heiloo woont. Het verheugt ons bijzonder dat ze nu ook weer iets op papier heeft laten zetten voor “die jongens van Oud Sint Pancras”. Het is mij een behoefte om enige herinneringen uit mijn jeugd voor “Oud Sint Pancras” te schrijven. De eerste vroege aardappelen kwamen tussen de riethekken vandaan uit het Broekerveld. De eerste rode kool uit de Vronermeer. Als het tegen 12 uur liep, zei onze moeder: “Kijk eens achter het huis of de eerste schuitjes er al aan komen, want dan zet ik de aardappelen op.”. We schreeuwden terug: “Ja moeder, ze zijn al bij het Pompshek.” Je zag dan in de Kruissloot en in de Achterveert allemaal schuitjes, die met kloeten werden voortbewogen. Want al het hoge land, tot aan Koedijk toe, behoorde aan Pancrassers. In de zomer werd door de mannen een blauween in de winter een pilow kiel gedragen. Zelf gemaakt. Er was hier geen manufacturenwinkel. Wel liep hier P. ten Bruggencate met het klerenfonds van Leyers (nu de firma Spruyt). Je kon zegeltjes kopen voor een dubbeltje het stuk. Die werden in een boekje geplakt. Daar kon je dan kleren voor kopen. De kruidenier verkocht wit en zwart garen, Limes-handgaren en Brooks-machinegaren. Iedereen droeg zwarte kousen of sokken, eigen gebreide. De sajet, 4, 5 en 6 draads werd ook door de kruidenier verkocht. Op zekere dag klonk er geroep: “Een luchtballon in de lucht!” Hij ging erg laag. We dachten: hij landt hier bij ons. We schatten: Op de Krocht, naast Aris Kriek, de schoenmaker. Iedereen liep te hoop. Maar hij landde op het land van Maarten Kalis. (Maarten Kalis woonde aan de Westerweg, in de boerderij nu bewoond door Y. Haagsma)

Historische Vereniging

- 55 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Op dezelfde Krocht naast Aris Kriek is de tweede kerk van Sint Pancras gebouwd. De eerste dominee heette Jukkenekke. Het waren charmante, alleraardigste mensen. In Alkmaar was een opvoedingsgesticht voor jongens. Die jongens wandelden wel eens door Sint Pancras. Ze werden dan begeleid door een oppasser. Bij ons kregen ze de naam: “de jongens van het Kwajongensgesticht.” Als onze jongens iets misdaan hadden, werd er gezegd: “Pas op, hoor, of ik laat je met het koetsje van K. Slik naar het Kwajongensgesticht brengen.” En dan klonk al gauw: “Nee moeder, alstublieft niet, ik zal het nooit meer doen.” Hoogland had langs het laantje van Kossen (de Boeterslaan) een fruittuin. Er stonden bordjes in met het opschrift: Hier liggen voetangels en klemmen. De post werd van en naar Sint Pancras gebracht door P. Dik, met een gele postkar. Bij ons was de kantoorhouder Jan van Kampen. Jan Boskamp bracht de post rond. Hij was ook omroeper. Het Zuideinde had de politie van Koedijk. Ook de dokter kwam van Koedijk. Sint Pancras had geen dokter. Dokter Melchior reed in een koets met een witte kap naar zijn patiënten. Als hij bij een patiënt binnen was, liep de koetsier voor het huis heen en weer. Zo wist Jan-en-alleman wie er ziek was. Indien er in de nacht iets ernstigs gebeurde, of bij een bevalling, dan werd de dokter met het schuitje gehaald en gebracht. Dat duurde tot hij in het Noordeinde, op het land van K. Lek, naast het raadhuis een villa liet bouwen. Er stond in heel Sint Pancras maar één landhuis (dat was al een buiten-beentje) van kapitein Lieuwen. Nog een kleine romance. Eduard, van dokter Melchior, trouwde met een meisje Lieuwen.

Historische Vereniging

- 56 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 De medicijnen werden rondgebracht door de vrouw van A. Trompetter. Zij woonde in het Noordeinde bij Kees Kettebom, even landinwaarts. Zij beheerde ook een soortement ziekenfonds. Wij hebben dokter eens ontmoet in de Hout bij Alkmaar. Hij was stijf van de reuma. Hij zei: “Dat heb ik te danken aan de nachtelijke tochtjes met de boot.” Het bevreemdt mij als oude vrouw van 95 jaar, dat er in heel Sint Pancras geen gedenkteken staat voor deze man, aan wie wij allen toch zo veel te danken hebben. Tot de volgende Klin.

Historische Vereniging

Marie Smit.

- 57 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Schouten te Koedijk en Sint Pancras tussen 1577 en 1730. Het schoutenambt van Koedijk en Sint Pancras werd gedurende deze hele periode steeds aan één persoon toegewezen. De schouten werden aangesteld en beëdigd door de Heren van de Grafelijkheidsrekenkamer te ‘s-Gravenhage. Hun aanstellingen staan geregistreerd in de “Registers van verpachtingen van Officien” die in het Algemeen Rijksarchief te ‘s-Gravenhage worden bewaard. (Arch. Grafelijkheidsrekenkamer Registers nr. 510 - 528). De aangestelde schouten waren: (in chronologische volgorde) 1577-1578 : AERNT BARTHOLOMEUS Aangesteld voor 6 jaar, ingaande 1 mei 1577. Te betalen pacht voor Koedijk 12 en voor Sint Pancras 6 pond. Hij overleed vóór 16 april 1578. 1578-1596 : JAN GERRITSZ Op 16 april 1578 aangesteld voor 3 jaar. Pacht 18 pond. De ambtstermijn werd daarna steeds verlengd. Bij akte van 4 mei 1587 werd de pacht verhoogd tot voor Koedijk 15 en voor Sint Pancras 7 pond. Bij akte van 23 september 1538 werd wegens zijn indispositie (=ziekte) een substituut aangesteld in de persoon van de te Koedijk wonende Dirck Jacobsz Gues (=Geus). Jan Gerrits heeft vóór 11 mei 1596 bedankt wegens ouderdom en indispositie. Van hem is in het Algemeen Rijksarchief een zegel bewaard gebleven waarmee hij op 9 maart 1595 zegelde als schout van Sint Pancras. Het zegel vertoont een adelaar met daaronder een schildje waarin een merk met de letters C (Coedijck) I (Jan) en G (Gerritsz), in het randschrift staat S (schout) JAN GERYTS COEDYC. (A.R.A. arch. Rekenkamer na 1572 inv. nr. 82 en daarin nr. 134). Hij overleed vóór 12 juli 1610 en was tot zijn overlijden nog secretaris van Koedijk.

Historische Vereniging

- 58 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 1596-1603 : REIJER CORNELISZ Hij woonde al te Koedijk toen hij op 11 mei 1596 van schepenen, waarschappen en regenten van beide dorpen werd aangesteld. Pacht 22 pond. Op 19 april 1603 wordt hij op eigen verzoek ontslagen. Hij wordt in 1621 nog genoemd als secretaris van Warmenhuizen en Geestmerambacht.

1603-1621 : PIETER JANSZ CONINCK Aangesteld 19 april 1603. Pacht 22 pond. De pacht werd op 13 april verhoogd tot voor Koedijk 16 en voor Sint Pancras 8 pond per jaar. Hij overleed vóór 1 februari 1621. 1621-1622 : JACOB LOURENSZ BLANCAERT Aangesteld 1 februari 1621. Pacht 24 pond. Overleden vóór 22 april 1622. 1622-1636 : JAN FRANSZ (van SURCK) Aangesteld ingaande 25 april 1622. Pacht 24 pond. Hij was bij zijn aanstelling schoolmeester te Koedijk. Overleden vóór 13 maart 1636. Van hem is een zegel bewaard gebleven waarmee hij op 28 september 1627 heeft gezegeld. Het zegel vertoont een merk met als randschrift I. F. VAN ZVRCK SCHOUT TOT KOEDYCK, in een rand daarbinnen staat EN SINTE BANKERTS 1622. (Stadsarchief Alkmaar nr. 2270) 1636-1636 : JOHANNES WILKENS Aangesteld ingaande 13 maart 1636. Pacht 24 pond. Overleden vóór 6 oktober 1636. 1636-1638 : PIETER JANSEN AENGAENDE Aangesteld ingaande 6 oktober 1636. Pacht 24 pond. Overleden vóór 26 januari 1639.

Historische Vereniging

- 59 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 1638-1674 : HENDRICK JANSZ AENGAENDE Aangesteld ingaande 26 januari 1638. Pacht 24 pond. In 1641 moest bovendien 2 pond voor het bodeambt worden betaald. De jaarlijkse pacht kwam daardoor op 26 pond. Overleden vóór 6 maart 1674. Van hem is een zegel bewaard gebleven. Het vertoont een merk met als randschrift SCHOUT HENDERIC JANSEN A. G. (A.R.A. arch. Rekenkamer na 1572 inv. nr. 82 en daarin nrs. 164 en l67 dd. 7-9-1650 en 3-6-1665) 1674-1684 : JOHAN van den BORCHT Aangesteld ingaande 6 maart 1674. Pacht 26 pond. Gesuspendeert (geschorst) vóór 16 december 1684. Gedeporteert (afgezet) vóór 17 april 1685. 1685 –1721 : JAN (ook JOHAN) BILDERBEEK Aangesteld ingaande 17 april 1685. Pacht 26 pond. Hij was in later jaren tevens secretaris van de dorpen Groet en Schoorl. Het schoutambt te Koedijk werd dan meestal waargenomen door de substituut-schout Jacob de Jonge. Bilderbeeck overleed te Schoorl op 5 november 1721. 1722-1736 : COENRAET TROERMAN Aangesteld ingaande 9 februari 1722. pacht 26 pond. In 1730 werden de ambachtsheerlijkheden Koedijk en Sint Pancras afzonderlijk verkocht en kwam het benoemingsrecht van de schout, secretaris en bode aan de nieuwe ambachtsheren. Voor Koedijk bleef schout Troerman tot 1736 in functie. Hetzelfde gold waarschijnlijk voor Sint Pancras. De schouten die vanaf 1737 te Sint Pancras in functie zijn geweest zijn allen met name genoemd in de publicaties over Sint Pancras geschreven door de heer J. Vermeer.

Historische Vereniging

- 60 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Het secretarisambt te Sint Pancras. Hoewel vanaf 1600 tot 1730 de secretarissen van Koedijk ook door de Rekenkamer werden aangesteld en een jaarlijks bedrag aan pacht moesten betalen, was dit voor de secretarissen van Sint Pancras blijkbaar niet het geval. In boven omschreven periode komt slechts eenmaal een bericht betreffende het secretarisambt te Sint Pancras voor. Terwijl daaruit niet blijkt dat daarvoor enige pacht moest worden betaald. Het is een sollicitatie van Jan Maertensz Braeck te Sint Pancras, die daar, tegen een sober traktement met enige emolumenten, al enige jaren in dienst is als schoolmeester en koster. Hij solliciteert nu ook naar het vakante secretarisambt. Op 8 december 1711 wordt hij door de Rekenkamer benoemd als opvolger van Paulus Gerritsz Knaep. Cappelle aan de IJssel, herfst 1988. J. P. Geus

Historische Vereniging

- 61 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 HET WEESBOEK VAN SINT PANCRAS. Dit boek kan worden ingezien op het gemeente- en streekarchief te Alkmaar en kan van belang zijn bij het stamboomonderzoek, omdat er erfenissen (formeel) in worden omschreven. Ik haalde er een aantal namen uit en heb deze gealfabetiseerd en er een datum bij vermeld. Omdat niet altijd een achternaam wordt vermeld, heb ik de personen op voornamen gegroepeerd. De bij de naam genoemde datum staat in de opgemaakte akte en houdt dus in, dat op die datum een of beide ouders reeds enige tijd dood zijn. Vaak worden in de aktes bezittingen vermeld, soms min of meer formeel, ook wel eens uitgebreid. Dan worden persoonlijke goederen als kleding en sieraden, landerijen en huizen omschreven. De eerste akte uit het boek is gedateerd 24 januari 1703, de laatste 2 januari 1810. De vraag, zijn er nog meer weesboeken (geweest), moet helaas onbeantwoord blijven. De namen zijn: AAGJE CORNELISd. Spaan(s) AARJEN CORNELIS Nollen ANNA BANCRAS ANNA DIRKS ANTHONIE WIJTMAN ARIAEN JACOBS Booy ARIEN KUYLBOER ARIS CORNELIS Deugt

BANCRAS GERRITSZ BARTELMIES CLAVER

Historische Vereniging

24-9-1732 kind 26-2-1738 moeder:Trijn Aarjens, oom Jacob Aarjens Nollen. 29-4-1705 ouders Bancras Gerrits.x Trijn Jans, oom Claes Jans v.d.Meer. 20-8-1724 kinderen: Sijmen, Dirk, Antje en Jan 19-3-1793 x Grietje Dirks: Aagje en Antje x Cornelis Jacobs Groningen. 6-5-1703 en 8-1-1711 x Nantje Maartens, Anna. 23-5-1776 x Lijsbeth Dirks Huysman: Cornelia, Maartje 6-12-1768 En 2-6-1797 x Jantje Corn. Steeman. Vrouw is overleden: Cornelis 29-4-1705 Vader van Anna Bancras 13-1-1740 x Trijn Jans Jacob, Jan, Dirk, Jantje, Dieuwer (zie Jacob Claver)

- 62 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 CORNELIS ARIAENSZ Man CORNELIS CORNELISZ Deugt CORNELIS DUYF CORNELIS HUYSMAN CORNELIS JACOBS Schuytemaker CORNELIS JANS Bijl CORNELIS JANS Pater

CORNELIS TIJSZ. Spaen

CORNELIS WILLEMS Hoogeboom DIRK ......?

8-2-1710 2 kinderen 6-12-1768 x Jantje Corn. Steeman. Vrouw is overleden, Aris 7-10-1760 x Aaltje Jans: Jan, Antje, Trijntje 7-5-1756 x Neeltje Jans: Jan, Willem 16-9-1732 x Trijn Adriaansen Nollen. 9-6-1711 13-3-1730, 25-5-1752 x Aafje Ariensz. Cornelis 2-6-1745 28-11-1750 x Maartje Claasd. En (ook 23-5-1754) x Maartje Jans, Stijntje, Guurtje en Jan 22-1-1721 24-10-1731 24-9-1732 x Trijntje Taems: Antje en x Maartje Maartens: Aagje, Henderik. Vader van Trijntje Taems is Taems Cornelisz. 3-3-1704 x Aaltje Cornelis

DIRK GERRITS (Bakker?)

20-8-1724 (zie Anna Dirks) want Dirk....? x Anna Dirks 10-3-1767 x Grietje Pieters: Pieter, Aagje

DIRK QUANT

18-9-1776 1791/1792 x Jannetje Ariens : Jan

GERRIT JANS

1754 x Neeltje Jans Bakker

HERK CLAASZ. Schoorl

25-4-1725 Kinderen: Claas, Neeltje, Gerrit

HEYLEMAN PIETERS (Dekker?) HEYLMAN JANS (Dekker?) HILLEBRANT VREERICKSZ JACOB A. Booy

16-4-1738 Ook op 8-6-1791? Vader Pieter Heylemans 21-5-1782 x Aagtje Jans: Gerritje, Hendrik, Neeltje. 6-5-1703 Naantje Maartens: Jacob

JACOB ARIENSZ Nollen

JACOB BARTELMIES Klaver JACOB BOOY

Historische Vereniging

11-4-1800 x Haasje Pieters Overtoom: Pieter, Guurtje 16-9-1732 Heeft broer Pieter A. en zuster Trijn A. Nollen (x Cornelis Jacobs Schuytemaker) 13-1-1740 16-4-1756 x Geertje Jans: Trijntje 28-1-1751 x Guurtje Dirks Visser: Maartje, Lijsbeth, Neeltje, Dirk.

- 63 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 JACOB CLAVER JACOB JANSZ JACOB STUYT JACOB VOLKERS JAN CORNELIS Oomkes

JAN DEUGT

6-2-1720 x Dieuwer Bartelmies : Cornelis, Bartelmies, Anna 28-3-1747 Erft door zijn vrouw Antje Cornelis Caas 1734 10-10-1743 x Neeltje Pieters: Cornelis, Jan. Hij was secretaris van 1732 – 1736. 31-5-1768 Erft voor zijn vrouw Neeltje Pieters Bakker. 1-12-1723 13-2-1737. (vermoedelijk is zijn moeder voor 1-12-1723 getrouwd met Herk Claasz. Schoorl). 28-5-1751 Vrouw is overleden, kind: Haasje.

JAN DIRKS

3-12-1733 x Elsje Maartens : Neeltje

JAN HEEMSKERK

15-4-1802 x Geertje Jans : Maartje

JAN JANSZ Dekker

9-2-1773 x Trijntje Pieters : Maartje, Antje.

JAN KLAASZ Quant

14-5-1733 x Aagt Aarjens (Kieft??)

JAN KLUFT

28-2-1752 x Dieuwer Dirks 5-5-1754

JAN KRIJNENS

JAN RENSZ

24-1-1703 Wees, 26-4-1713 erft hij huis en erf in Noortent en land. (zie Krijn Cornelis) 19-3-1793 x Neeltje Steeman, vermoedelïjk is zijn tweede vrouw Kaatje F. Smit 15-3-1797 3-9-1751 x Neeltje Pieters : Grietje.

JAN RUTGERSZ

11-1-1719 x Aaltje Jans. landerijen.

JAN SIJMONS Bijl

9-6-1711 x Aefje Cornelis : Sijmon, Cornelis x Neel Jacobs 13-3-1730: Maartje, Jacob 12-1-1740 x Jantje Jansz: Neeltje, Maartje, Dieuwer x Trijns Jans 23-5-1754 8-2-1716 x Grietje Cornelis Taams

JAN PIETERSZ Booy

JAN TEUNISZ Bakker KORNELIS TIJSEN KRIJN CORNELIS(van de Bevercoogh?) MEINDERT DEUGD PIETER ARIENSZ Nollen PIETER BOOY

Historische Vereniging

24-1-1703 x Brechtje Pieters: Jan 25-6-1783 x Geertje Krook : Maartje, Mijntje, Adam. 9-4-1732 Kinderen: Aarjen, Maartje 12-2-1774 x Jannetje Bart. Klaver: Bartholomeus, Cornelis, Pieter, Jacob, Maartje.

- 64 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 PIETER CORNELISZ Groen

PIETER HENDRIKS Schouten PIETER HEYLEMANS Dekker

14-12-1796 x Geertje Jans Gleynis: Grietje, Pieter. Ouders van Pieter Cornelisz zijn Cornelis Pieters Groen en Grietje Pieters. 6-7-1805 x Antje C. Pover

PIETER KLAASZ Smidt

16-4-1738 x Anna Jans : Heyleman. Pieter Heylemans heeft broers Yf en Jan H. Dekker. 13-1-1713 x Trijntje Jans : Klaas

PIETER SYMONS Boy

12-2-1704 x Maertje Jans: Hilgont

PIETER TEUNISZ Bakker

24-5-1754 x Maartje Cornelis : Neeltje, Antje.

RENS CORNELIS

18-9-1776 Zijn vrouw is overleden, kind: Aaltje

RUTSCHER JANSZ TANIS PIETERS Bosman

18-1-1755 x Neel Harks Schoorl:Aaltje, Trijntje, Maartje 23-2-1745 x Grietje Pieters: Pieter, Trijntje

TEUNIS JONGEKEES

21-5-1783

THIJS SIJBITS

18-1-1755 x Trijn Jans: Aagje.

WILLEM BLOEMENDAAL

20-6-1803 x Jantje Pieters Kaas: Pieter, Jan.

WILLEM CORNELIS HUYSMAN WILLEM PIETERS Klaver

Historische Vereniging

7-5-1756 26-4-1783 Cornelis Maartje 28-3-1747 x Trijntje Pieters: Trijntje.

- 65 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Gealfabetiseerd op achternamen: BAKKER zie: Dirk Gerrits B. Gerrit Jans Jacob Volkers Jan Gealfabetiseerd op achternamen: Tunisz.B. Pieter Teunisz B. BEVECOOGH vd. zie Krijn Cornelis BIJL zie Cornelis Jans B. Jan Sijmons B. BLOEMENDAAL-Willem Bloemendaal BOOY zie: Ariaen Jacobs B. Jacob A.Booy Jacob Booy Jan Pietersz.B. Pieter Booy BOSHAN Tamis Pieters CAAS Jacob Jansz. CLAVER ) Jacob Bartelmies K. KLAVER

Jacob Claver Pieter Booy Willem Pieters K. DEKKER Heylman Jans D. Heyleman Pieters D. Jan Jansz.D. Pieter Heylemans D. DEUGT Aris Cornelis D. Jan Deugt Meindert Deugt DUYF Cornelis D. GROEN Pieter Cornelisz.G. GRONINGEN Anthonie Wijtman GLEYNIS Pieter Cornelisz. HEEMSKERK Jan Heemskerk HOOGEBOOM Cornelis Willems EEUWENLANG ARBEIDDEN

Historische Vereniging

HUYSMAN

Arien Kuylboer

JONGEKEES KEESJEMAAT KIEFT KLUFT KROOK KUYLBOER MEER v.d. NOLLEN

Cornelis Huysman Willem Cornelis H. Teunis Jongekees Jan Cornelisz K. Jan Klaasz.Quant Jan Kluft Meindert Deugt Arien Kuylboer Anna Bancras A(a)rjen Cornelis N Cornelis Jacobs

OVERTOOM PATER POVER QUANT SCHOORL zie:

SCHOUTEN SCHUYTE MAKER SMIDT SPAAN(S) SPAEN STEEMAN STUYT VISSER VOLKERS WIJTMAN

- 66 -

Jacob Ariensz.N. Pieter Aarjens N. Jacob A.Booy Cornelis Jans P. Pieter Hendriks Dirk Quant Jan Klaasz.O. Herk Claasz.S. Jan Cornelis Rutscher Jansz Pieter Hendrik S. CornelisJacobs S. Pieter Klaasz.S. Aagje Cornelis Cornelis Tijsz.S. Aris Cornelis Jan Pietersz. Jacob Stuyt Jacob Booy Jacob Volkers. Anthonie Wijtman

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 IETS OVER HET GEBIED WAAR DE PANCRASSERS EEUWENLANG ARBEIDDEN. Het oude Sint Pancras ligt op een strandwal, die waarschijnlijk al voor Christus is gevormd. De Bovenweg ligt ± 2 mtr. boven N.A.P., dus als men de waterhuishouding van die tijd in acht neemt, was het hier redelijk veilig wonen. Noordelijker dan hier, bouwde men de huizen op terpen om ze bij stormvloed droog te houden. De strandwal, waarop ons dorp is gebouwd loopt van Alkmaar naar Noord-Scharwoude, maar daar bevindt het zand zich op een diepte van 11½ meter. Nadat de Friezen door de graven van Holland zijn onderworpen, gaat men weer meer aandacht besteden aan de dijken in ons gewest. Omstreeks het jaar 1315 komen de Rekerdam en de Schardam gereed. De Rekere is hiermee afgesloten, zodat geen zeewater meer kan binnen-dringen. De heer Schilstra zegt hiervan in zijn boek ‘In de ban van de dijk’ “ware dit niet gebeurd zou het waddengebied zich verder hebben uitgebreid tot Amsterdam toe.” De West-Friese zeedijk, de Rekerdijk en de Oosterdijk waren de dijken, die de gronden van Sint Pancras en elders bescherming gaven. Naar alle waarschijnlijkheid is zelfs de Twuyverweg, een dijk geweest. Volgens Beekman (1907) zou dit zo zijn vanwege een perceel dat ”Uytwerp" heette, wat volgens hem buitendijks land aangeeft, welk lag aan de Twuyverweg. In de 16e eeuw werden hier de meeste meren drooggelegd. Niet drooggelegd werden de Zuider- en Oosterdel bij Broek op Langedijk. Voor de verkaveling kon je hier goed zien wat oud of nieuw gebied was. Je had rechte en bochtige sloten. De bochtige sloten waren vroeger oude kreken of eb- en vloedgeulen. Jarenlang was men bezig dit land in cultuur te brengen. Sloten werden gegraven, oudere sloten werden uitgebaggerd om het land op te hogen. Dit is in de Langedijk bijzonder veel gebeurd. Al dat water had zo zijn voordelen. Als elders de gewassen door nachtvorst bevroren, bleven ze hier gespaard.

Historische Vereniging

- 67 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Ook werden sloten gegraven en dicht gegooid bij verkoop van land. De nieuwe eigenaar groef dan een sloot rond zijn perceel om het beter toegankelijk te maken. Verder was het een mooie afscheiding. Bij erfenissen konden ook percelen in meerdere stukken worden gesplitst door sloten te graven. Zo kwamen er door de eeuwen heen steeds meer diepe sloten en de akkers werden kleiner. Er ontstond de Geestmerambacht, een gebied van zo'n 5300 hectare groot. De bodem van het Geestmerambacht wordt gevormd door: - in de eerste plaats de strandwallen, ook wel oude duinlandschap genoemd. - Verder klei en veen en tenslotte nog, de opgebaggerde gronden. Het oudste is de strandwal van Sint Pancras, waarvan het westelijk deel het laagst is gelegen en om die reden wel eens "het oude strand" wordt genoemd. Op de oude strandwallen werd later kleigrond afgezet. Sint Pancras vormt een scheiding tussen twee uiteenlopende afzettingen. In het oosten veen, in het westen zwavel en klei, afgezet bij overstromingen. Het veen bestaat vooral uit rietresten, terwijl er ook boomresten worden gevonden. Volgens onderzoekers kan het veen ontstaan zijn door de strandwallen. Klei en zwavel zouden ontstaan zijn door kwelderafzetting, omdat de strandwallen geen volledige afsluiting voor het water vormden. Ook zijn oude veenlagen weggespoeld en weer overdekt met klei. Deze klei wordt ook pikklei genoemd. Op jongere gronden treft men pikklei aan, een kalkarme klei waar een groot deel van het Geestmerambacht is overspoeld in vroegere tijden. Over het tijdstip van ontstaan is door veel onderzoekers geschreven, en ze verschillen nogal eens van mening. Samengevat kan ik zeggen: de strandwallen ontstonden in de prégeschiedenis, de pikklei zo van de 3e tot de 10e eeuw. Daarna kwam er een tijd met veel overstromingen en spoelde het water afzettingen weg of verplaatste die naar andere oorden. In die tijd ontstonden meren en andere laag gelegen gebieden. Een van de ergste dijkdoorbraken was die van 1288 als oostelijk

Historische Vereniging

- 68 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 West-Friesland onder water komt te staan. In 1343 komt het gebied van Sint Maarten tot Oudorp onder water. Dit herhaalt zich in 1375. Tijdens de Sint Elizabethvloed in 1421 breekt de dijk bij Petten en ook de West-Friese dijk. In 1570 zorgt de Allerheiligenvloed ervoor dat de pas ingedijkte Zijpe weer geheel onder water komt te staan. Ook oorlogen brachten het gebied veel schade, zoals die van 1573 en die van 1799. Enkele zaken uit de tijd rond 1573 noem ik, welke ik eerder schreef in een artikel ‘De Victorie begon in Alkmaar.... maar wee de mensen die woonden rondom Alkmaar.’ In 1573 verkeerden de mensen hier nog in armoede vanwege de Allerheiligenvloed van 1570. Toen was er veel zout in de bodem gekomen, waardoor men kampte met slechte oogsten. Aanvankelijk had de bevolking te lijden van de Geuzen. Toen deze de bewaking van Alkmaar gingen vormen, stroopten Spaanse troepen het platteland af. In Oudorp was het hoofdkwartier van Don Frederik. De kerk van Oudorp werd gebruikt als oorlogsmagazijn. Zo’n 40 vendels soldaten waren in Oudorp gelegerd. In Sint Pancras lagen 12 vendels, Vooral Duitsers en Walen. Ook Huiswaard was bezet door de Spaanse troepen. Op een ander tijdstip vorderde Sonoy de pramen van boeren en tuinders om materiaal te vervoeren, waarmee barricades rond Alkmaar gebouwd moesten worden. Om het Spaanse beleg te breken, werden de dijken doorgestoken. Een nieuwe schadepost voor de boerenbevolking. Als Alkmaar op 8 oktober 1573 zijn bevrijding viert, komen veel gevluchte inwoners hier terug om te zien wat er van hun bezittingen over is. De wraakzuchtige Alkmaarders, die geen Spanjaard meer kunnen zien, koelen hun woede met het verbranden van huizen in Oudorp en Huiswaard. De rentmeester van Alkmaar vermeldt later dat alle erfpachthuisjes in Oudorp en Huiswaard zijn verbrand. (erfpachthuisjes waren huizen, behorend tot Zijne Majesteits Vroonlanden) Een zelfde lot onderging een gedeelte van de huizen van Sint Pancras en Koedijk. Ook waren er huizen afgebroken door de vijand om de Rekerdijk op te hogen. Zo bleef er niet veel van deze dorpen over.

Historische Vereniging

- 69 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989 Toen de Spanjaarden Alkmaar naderden was de watermolen van de Daalmeer door de troepen van de Prins in brand gestoken. Nog iets uit een interessant artikel van J. P. Geus over de Vroonlanden in de Spaanse tijd. In 1565 bedroeg de pacht van de vroonlanden f 15.863. In 1569 was dit opgelopen tot f 22.863,--. In vier jaar tijd een verhoging van bijna 50%! Allerheiligenvloed van 1570 en de oorlogstoestand zorgden ervoor dat de boeren deze hoge pacht niet konden voldoen. Sonoy heeft dit aangegrepen om zijn manschappen op legale wijze te voeden. Hij gelastte de rentmeester om de pacht te laten voldoen door inlevering van zuivelproducten. “Voorts is mijn begeeren dat ghij ons doch ‘t leger geen boeter laat gebreek hebben en te senden ons een tonne 5 ofte 6, oik speck, vleis ende voorts alles, omdat wij die knechten in rust en vrede mogen holden”. Er is toen het nodige in natura geleverd, maar in 1573 was er toch nog een schuld over van ca. f 5.809.–.- en van f 22.624.–.– De pachters zien het niet meer zitten en dienen een soort van bezwaarschrift in. Ze verzoeken rekening te houden met hun moeilijkheden zoals: de door landgebrek zo hoog geworden huren, de overstromingen, geen verdiensten meer door de haringvangst, plunderingen door soldaten en schade door andere oorlogshandelingen, (in de onrustige tijden werd niet regelmatig markt gehouden, waardoor wel eens vanwege het lange tijd onverkocht blijven, zaken tenslotte onverkoopbaar werden omdat er bederf was opgetreden). De pachters beroepen zich op de pachtvoorwaarde welke zei dat in tijden van oorlog of bij overstromingen, er (gedeeltelijke) kwijtschelding van pacht kon plaats vinden. Na Alkmaars beleg, gaat een zekere Jan van Bronckhoven in opdracht van de Rekenkamer de schade per persoon vast stellen. Volgens het bewaard gebleven register betrof de particuliere schade f 144.333.– De achterstallige pacht bedroeg nog f 46.071.- en er moest nog f 349 aan erfpacht betaald worden. De rekenkamer heeft een gedeelte van de huurachterstand kwijt gescholden, de rest moest tussen 1574 en 1580 worden betaald. Moeilijke tijden: een vernield bedrijf weer opbouwen en werken aan een huurachterstand. Joop Vermeer.

Historische Vereniging

- 70 -

Oud Sint Pancras

De KLIN nr. 4 - 1989

Opnieuw Anna Roos (mevr. J. Jonker) nu in 1971 bij een demonstratie tegen annexatie. Verder mevr.G. Jonker, mevr.K. Beets, G. Jonker en Tjamco Kroonenburg.

In het Rijksarchief is het origineel van dit z e ge l . Het is van schout Claas Duyff. Hij wordt genoemd in 1795, 1804 en 1811. Daarna was Sint Pancras enkele jaren samengevoegd met Broek op Langedijk.

Historische Vereniging

- 71 -

Oud Sint Pancras

Related Documents

Klin 04
December 2019 9
Klin 06
December 2019 7
Klin 03
December 2019 13
Klin 11 Deel 4
December 2019 11
Klin 10 Deel 3
December 2019 14
Klin 10 Deel 5
December 2019 13

More Documents from "De Oude Klin"

Klin 11 Deel 4
December 2019 11
Klin 10 Deel 3
December 2019 14
Klin 04
December 2019 9
Klin 10 Deel 5
December 2019 13
Klin 10 Deel 4
December 2019 16
Klin 09 Deel 2
December 2019 14