Nr. 6 - 1991 INHOUDSOPGAVE De KLIN nr 6 Inhoudsopgave Bij de KLIN nummer 6 – van de redactie Jaarverslag - algemeen Jaarverslag - financieel Jaarverslag - werkgroep video Het ontstaan van de tuinbouw I – historische ontwikkeling (werkgroep archeologie) Gedicht – Het kan verkeren Een tuindersfamilie – stamboom geslacht Duif (werkgroep genealogie) Het ontstaan van de tuinbouw II - Wanneer en waarom (A.Brandsma) De veiling van St.Pancras (A.Brandsma) Gedicht – Wij zijn kinderen van Sint Pancras Pancrassers op de Broeker veiling (A.Brandsma) De aardappelziekte (A.Brandsma) Heer Yf Heylmansz. (J.P.Geus, Capelle) Een zandvaart door de Beverkoog (J.P.Geus) De Hoornse vaart Waarheid of legende ? Sint Pancras als havenstad (B.Voets, Alphen ad Rijn) Vuilnis uit de 16e eeuw (A.Wester) Uit de Alkmaarsche Courant van 1891
Historische Vereniging
-1-
1 2 5 7 9 10 15 16 26 35 40 42 56 64 65 70 73 81 82
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 BIJ DE KLIN nummer 6
Op de foto het Kerkplein ± 1900. Twee bouwers passeren de kastanjeboom. Kwamen ze van de veiling? Waren ze op weg naar de akker? Of hadden ze een vergadering van de tuindersvereniging in café Greeuw? Ouderen vertelden me dat één van beiden de grootvader is van o.a. 'lange' Jan Kloosterboer. Met de foto trachten we aan te geven dat deze KLIN een bijzonder tintje heeft: vooral aan de tuinbouw van Sint Pancras wordt aandacht besteed. In verschillende artikeltjes: een genealogie van de tuindersfamilie Duif, over de opbouw van de grond, de opkomst van de tuinbouw, het veilingwezen enz. We slaagden er niet in om veel archiefgegevens van veiling- en tuindersverenigingen te kunnen bestuderen. Andere bronnen, zoals de Alkmaarsche en de Langedijker Courant, Gemeentelijke jaarverslagen en jubileumboeken van de Broeker veiling gaven toch zoveel stof, dat we uiteindelijk nog een keus moesten doen. Niet te voorkomen viel dat de artikeltjes elkaar wel eens kruisten.
Historische Vereniging
-2-
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Henk Beens deed een greep in zijn archief. Enkele van de opgenomen foto's had hij nog op negatief staan en werden voor deze gelegenheid afgedrukt. Van niet alle foto's wist hij gegevens. Sommige onderschriften zijn daarom overgenomen uit "Sint Pancras in oude foto's", van een foto weten we alleen dat die uit Sint Pancras komt. Aanvullingen van uw kant zijn, zoals altijd, welkom. Pastoor Voets hield voor onze vereniging een lezing over "Waarheid of legende?" Thema van zijn interessante inleiding was: Het oude Vrone wordt vaak gekleineerd. Er wordt gezegd: Het was slechts een onbetekenend gehuchtje. Maar, het is beslist meer geweest. Van een goede preek wordt gezegd dat het thema iets moet worden overdreven. Aanhangers van Eikelboom zullen dit zeker zeggen over de lezing van pastoor Voets. Wij vonden zijn mening belangwekkend genoeg om in deze KLIN op te nemen. We hopen dat deze KLIN weer een even gunstig onthaal zal vinden, als de voorgaande. De vereniging ontving een brief afkomstig van een van onze meest "verre" leden, Gerrit de Waal uit Canada. (een zoon van Gerdinus de Waal en Maartje Glas, zij overleed verleden jaar in de Molenhoeve, eerder woonden ze Benedenweg 178. Gerrit is knecht bij timmerman Schram geweest) Besloten werd om deze brief in de KLIN te publiceren, voor mij de gelegenheid om deze inleiding ermee te sluiten: Hier is weer eens een reactie van "den Vreemde". Nu al weer bijna een jaar geleden heb ik de KLIN ontvangen met een variatie van beschrijvingen over de meer recente historie van Sint Pancras. Een waardevolle documentatie waardoor men wordt gedwongen deel te nemen aan een studie in historie. Over het 'Zwemmen bij de spoorbrug' heb ik mij wel eens afgevraagd wie toch de eigenaar was van dat stukje moerassige weiland ten westen van de spoorbrug. Deze persoon had bepaald veel geduld: iedere zomer werd dat land weer kapot getrapt. Ook in die tijd hadden de jongens zwerverslust en van de spoorbrug werd wel eens gezworven in een zuidelijke richting, om een bezoek te brengen aan de oude Veenderij van Jan (tut) Bleeker. Daar was op zich niet veel meer te beleven dan een nat pak. De eigenaar verdedigde dit gebied anders dan heilige grond. Dit moet wel overeenkomen met het gebied van de ‘Turfcommissie’, waar iets van beschreven staat in dit nummer.
Historische Vereniging
-3-
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 In die tijd waren er veel Sint Pancrassers met twee namen: een familie naam en een "historische" naam. Tijdens de oorlog bracht dit soms verwarring met evacués van elders tot vermaak van de jeugd. Sint Pancras was een goede plaats voor de jeugd. Er was maar één grote vrees: 'de akker'. Ik probeerde in dat opzicht wel aan de verplichtingen te voldoen, zelfs op de Bevrijdingsdag was ik 's morgens in de Vronermeer, alleen. Misschien was ik wel de enige die alle vlaggen op zag gaan van de kerktorens in Alkmaar en alle omliggende dorpen. Als vierjarige ging ik al mee naar de Vronermeer, omdat in die tijd beide ouders soms op het land werkten. De grond in dat gebied heeft ook in dat opzicht historie. Het is echter niet mijn bedoeling om daar nu op in te gaan. Ik ben me bewust dat het Sint Pancras van onze jeugd er niet meer is. In het bijzonder zijn er door de verkaveling veel sporen van de plaatselijke historie uitgewist, zeker in plaatsen als de Vronermeer, maar herinneringen blijven. Groeten, Gerrit.
Historische Vereniging
-4-
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 JAARVERSLAG van de Vereniging 'OUD SINT PANCRAS’ of wel 'in vogelvlucht een aantal zaken welke bestuur en werkgroepen gedurende 1990 bezig hielden'. Trouw werd er vergaderd in het 'oude gemeentehuis'. Hoewel we nog niet langs officiële weg kennis kregen van de voortgang der verbouwingsplannen, werden we tussen neus en lippen het volgende gewaar: ambtelijk is er een plan tot verbouwing met een bijbehorende kosten-begroting gemaakt, hopelijk zal najaar 1991 begonnen worden met de uitvoering van deze plannen. Het ligt in de bedoeling dat museum Westflinge, 'Oud Sint Pancras' en de gemeente van het gebouw gebruik gaan maken. De gemeente hoofdzakelijk voor die bruidsparen welke wensen dat hun huwelijk hier wordt gesloten. Steeds onderhielden we een goed contact met Westflinge en de vereniging 'Langedijker Verleden'.Alleen of gezamenlijk werden een aantal zaken bij het gemeentebestuur aangekaart. Een hiervan was de begraafplaats bij de Nederlands Hervormde Kerk. Daar wordt weinig of misschien wel helemaal niet meer begraven. Gevolg daarvan is dat voor een aantal graven niet meer wordt betaald en er soms grafstenen werden opgeruimd. Wij menen dat bij een oud en monumentaal gebouw, zoals de Hervormde kerk is, een kerkhof met grafstenen hoort. In dit verband hoorden we ook dat de grafstenen van de vroegere burgemeester van Sint Pancras, hij was tevens enige tijd burgemeester van Broek op Langedijk, de heer P. Nobel en van het eerste hoofd van de christelijke school, tevens de eerste kassier van de Boerenleenbank van Sint Pancras, de heer J. ten Hoeve in een vervallen staat zijn. We hebben er op gewezen dat de zichtbare herinneringen aan twee markante Pancrassers niet verloren mag gaan en de gemeente gevraagd om in dezen het initiatief te nemen. Een krantenberichtje meldde dat op initiatief van het gemeentebestuur Sint Pancras voortaan onder de naam Langedijk in het telefoonboek zou worden vermeld. Tegen het op deze wijze verdoezelen van de naam Sint Pancras meenden we te moeten protesteren. We vinden niet dat het op de weg van 'Oud Sint Pancras' ligt om te protesteren tegen de HAL-plannen, hetgeen niet betekent dat er geen persoonlijke bezwaren leven. Wel schreven we dat o.i. een verdere aantasting van het leefgebied der dieren moet worden voorkomen en het karakter van ons dorp moet worden behouden en dat dit zich beslist niet verdraagt met een bebouwing van de Vronermeer en de Daalmeer-noord.
Historische Vereniging
-5-
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Aan het vroegere zwembad bij de spoorbrug werd aandacht geschonken d.m.v. dia's, artikeltjes in de KLIN 1990 en een reünie op zaterdag 23 juni. Jammer was dat die dag het weer niet meewerkte. Toch kwamen ruim 50 exzwemmers boven water, waarvan enkelen letterlijk. Al gauw zaten ze in "De Rank" bij wat dia's herinneringen op te halen. De aandacht van de werkgroepen werd gericht op het onderwerp Tuinbouw in Sint Pancras. In de KLIN 1991 en vermoedelijk tijdens de a.s. nazomerfeesten zal dit te merken zijn. Als andere activiteiten kunnen worden genoemd: - een filmvertoning over het West-Friese leven. (Daan Pool). - een lezing van Jan Pannekeet - een lezing van pastoor Voets, die in de KLIN 1991 zal worden opgenomen, - van een aantal Pancrassers werden video-opnames gemaakt, als burgemeester Kroonenburg, Klaas Bakker in de druivenkas, dokter Von Balluseck, Jan de Ruyter. Rest te vermelden dat onze vereniging al een beetje oud begint te worden: we hebben ons eerste lustrum achter de rug en we meenden dit te moeten vieren door rond oud en nieuw 1990/1991 onze leden een reproductie van een oude aquarel te sturen. Ledenbestand. U mag het gerust weten, maar wij zijn best een beetje trots op ons ledenbestand. Met 703 leden zijn we een van de grootste historische verenigingen. Van de 703 leden wonen er 522 in Sint Pancras en de rest vinden we tussen de familie De Waal in Ontario Canada en de familie Van der Gragt in Victoria Australië. Onderstaand het ledenoverzicht in de afgelopen jaren: 1986 316 leden 1987 416 1988 558 1989 621 1990 703 Uiteraard zijn nieuwe leden nog altijd welkom en kunnen zij zich opgeven bij de bekende adressen.
Historische Vereniging
-6-
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 FINANCIEEL OVERZICHT Ver. "OUD SINT PANCRAS" 1990 en BEGROTING 1991 Inkomsten contributies
werkelijk 6.845
overige inkomsten verkoop KLIN e.d. Subsidie rente tot.inkomsten Uitgaven dorpsfoto's video archeologie archief cartografie genealogie
begroot 5.500
verschil 1.345
begroting 6.000
944 531 500 383 9.203
200 500 400 6.600
944 331 0 -17 2.603
200 500 400 7.100
400 71 50 197 0 0
500 500 200 100 50 250
100 429 150 -97 50 250
500 500 200 150 100 0
drukwerk porti e.d. advertenties e.d divers(huisvest) evenementen conserveringsfonds jubileumuitgaven + periodieken totaal uitgaven
0 271 39 379 375 0
100 300 200 1.100 200 500
100 29 161 721 -175
100 300 200 1.100 200 500
7.999 9.781
2.500 8.100
-5.499 -1.681
3.500 7.350
liquide middelen: kas bank renterekening nog te betalen
0 566 8.913 -1.781
Historische Vereniging
Stand CONSERVERINGSFONDS: per 1 januari 1990 5.800,-toevoeging 1990 0,-Stand 31 dec '90 5.800,--
-7-
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Toelichting op de cijfers 1990: Zoals U uit de jaarcijfers van 1990 kunt lezen is er voor het eerst sinds de oprichting van de vereniging sprake van een tekort. De belangrijkste reden hiervan is de betere presentatie van de KLIN waarvoor overigens bewust is gekozen. Tevens wilden we, in het kader van ons 5-jarig lustrum, met kerst iets extra's doen voor de leden, wat resulteerde in een fraaie uitgave van een gekleurde reproductie. Voor 1991 zullen wij ook de verbeterde presentatie van de KLIN voortzetten. Mede doordat veel werk door onze mensen zelf wordt gedaan, kunnen de kosten binnen de perken blijven. Wat zorgelijker zijn de KOSTEN van het BETALINGSVERKEER. We zullen er in de toekomst rekening mee moeten houden dat dit aanmerkelijk meer zal gaan kosten. Men spreekt zelfs van 1 à 2 gulden per acceptgiro. U zult begrijpen dat een dergelijk bedrag op een bedrag van een tientje contributie een behoorlijke aanslag is. Wanneer dit zo zal zijn, zullen we genoodzaakt zijn om over te gaan op de automatische incasso. Wij hebben hiervoor Uw medewerking nodig. Met ingang van dit jaar staat uw bank- of gironummer reeds ingevuld op de acceptgirokaart. Technisch gezien zijn we dus klaar voor deze overstap. We volgen de ontwikkelingen op dit gebied nauwgezet en zodra de banken verdere beslissingen nemen zullen we daar, na Uw goedkeuring, op in spelen. Gerard Koopman
Historische Vereniging
-8-
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 VERSLAG AKTIVITEITEN WERKGROEP VIDEO 1990. Op 23 juni 1990 maakten we opnames van de zwemreünie bij de spoorbrug. Hoewel het weer niet echt meezat, konden we toch leuke opnames en gesprekken vastleggen. Op 16 juni 1990 waren we te gast bij ex-burgemeester Kroonenburg. Met hem maakten we nog een keer de wandeling van zijn woning aan de Bovenweg naar het oude gemeentehuis. Daar haalde hij een aantal herinneringen uit het verleden op. In ons archief hebben we de volgende opnames: - maart 1988 C. Geiteman schillen ophalen en een blik op zijn boerderij. - juni 1988 Jan de Ruyters bedrijf - sept 1988 Parade van brandweerauto's. - april 1989 Jansen Booi met geitjes achter de ijsbaan. - juni 1989 Bakker Ham, opnames uit de bakkerij. - juni 1990 Zwemmen bij de spoorbrug. - juni 1990 Burgemeester Kroonenburg. Door het bouwbedrijf Kinheim werden een aantal opnames van het inzetten van nieuw glas in de glas-in-loodramen van de N.H. Kerk beschikbaar gesteld. Door de E.O. werden opnames beschikbaar gesteld van orgelzaal Booy. Mocht U beschikken over interessante opnames op film of video en wilt u ze ons ter beschikking stellen, geef dan eens een berichtje. We kunnen dan een en ander kopiëren.
Historische Vereniging
-9-
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 HET ONTSTAAN VAN DE TUINBOUW I In ons dorp Sint Pancras is de tuinbouw ca. driekwart van de twintigste eeuw de belangrijkste bron van inkomsten geweest. Sinds de ruilverkaveling van het belangrijke tuinbouwgebied, het Geestmerambacht rond 1974 heeft plaats gevonden, is er veel veranderd in ons dorpsleven. Juist omdat er nu nog een generatie mensen in ons dorp woont die veel van het wel en wee van de "tuinderij" weet, willen we als historische vereniging aandacht aan dit thema schenken. We hopen dat dit voor de ex-tuinders en andere belangstellende dorpsgenoten aanleiding zal zijn om herinneringen en wetenswaardigheden op papier of mondeling aan de vereniging door te geven. Mogelijk kunnen we er in een volgende KLIN iets mee doen. Historische ontwikkeling tot 1100. Wanneer we teruggaan naar de periode waarin de omgeving van Sint Pancras vorm begint te krijgen moeten we zo'n 4000 jaar terug in de tijd. Het zeegat van Bergen, een getijdengeul die in noordoostelijke richting West Friesland binnendringt, begint geleidelijk te verzanden. De meest landinwaarts gelegen strandwallen-reeks loopt van Beverwijk via Uitgeest tot aan Sint Pancras. Aan de westzijde wordt dit gebied afgegrensd door het Noordzeestrand. In het tussen liggende gebied worden in de loop van de tijd oude duinen, strandwallen, strandvlakten en jonge duinen gevormd. Het jonge duinlandschap is het meest in het oog springend en is te vinden tussen de zeereep en de binnenduinrand. Achter de oudste strandwallen, dus onder andere ten oosten van Sint Pancras vormt zich vanaf die tijd veen. De oudste bewoning van deze veengebieden dateert uit de vroege ijzertijd. Aan de noordwestzijde van de strandwal waarop Sint Pancras ligt, ontstaat het Geestmerambacht. Een vlak gebied achter het voormalige zeegat van Bergen. Bewoning vindt in dit gebied zeker al vanaf de Romeinse tijd plaats. Het gebied is mogelijk als veenontginning vanaf de hoger gelegen gronden bij Schoorl en Bergen en mogelijk ook Vrone in cultuur gebracht. (Geestmannerambacht?) Namen als Koedijk, Zomersloot, Winterweg en Langedijk houden mogelijk hiermee verband. Het veen wordt in eerste instantie ontgonnen ten behoeve van de landbouw. (roggecultuur) Het in cultuur brengen van het veengebied gaat echter gepaard met een snelle daling van het maaiveld; ontwatering heeft sterk inklinken tot gevolg. Later schakelt men daarom vanwege de hoge waterstanden over op veeteelt.
Historische Vereniging
- 10 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
In deze figuur is de oorspronkelijke strandwal geprojecteerd de het huidige dorp St. Pancras. Het is verrassend om te zien, dat de tegenwoordige bewoners van het westelijke deel van het dorp nog op vrijwel dezelfde plaats wonen, als de mensen, die zich hier als eersten vestigden, ver voor de jaartelling.
De eerste bewoningssporen, die tot nu toe gevonden zijn op de strandwal van Sint Pancras en van Huiswaard stammen uit de late ijzertijd, een tijd waarin visvangst en jacht wellicht ook een bron van bestaan waren. In ieder geval is een vorm van tuinbouw-voor-handel in die tijd niet bekend.
Historische Vereniging
- 11 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 De strijd om het water. De Rekere heeft in de vroege Middeleeuwen een belangrijke afwateringstaak. In die tijd is de Rekere een soort riviertje, dat via de Zijpe in de Noordzee uitmondt. De Rekere ontstaat uit samenvoeging van de Leek, de Ye en de Schou-sloot en voert water van een groot gedeelte van West Friesland af. Geschat wordt dat de oorspronkelijke veenlaag in dit gedeelte van West Friesland 2 a 3 meter boven N.A.P. reikte. Door het geleidelijk inklinken van het veenpakket krijgt vanaf de tiende eeuw het zeewater steeds meer vrij spel. Via de Zijpe vinden regelmatig overstromingen en kleiafzettingen plaats, die in het Geestmerambacht variëren van plaatselijk zware pakketten klei tot veel meer lichtere zandhoudend klei. In de dertiende eeuw begint men met de aanleg van die dijken, die uiteindelijk de West Friese Omringdijk zullen opleveren. Omstreeks 1250 is dit werk gereed. Door deze ontwikkeling is in het Geestmerambacht een rijk geschakeerde bodemgesteldheid tot stand gekomen. Met de komst van de Omringdijk was de grootste strijd tegen het water gestreden. Weliswaar kennen we nog een hele serie van dijkdoorbraken en overstromingen, maar toch zien we in de Middeleeuwen een belangrijke ontwikkeling van in eerste instantie veeteelt. Het aanvankelijk nog vochtige landschap verdraagt veeteelt beter dan land- of tuinbouw. Het land in hoofdzaak in handen van de kerk, een klooster of de adel, komt in de tijd van de verwoesting van Vrone in bezit van de graaf van Holland. De ontwikkeling van de vroege tuinbouw. De oudste bronnen over de bodemcultuur zijn de "Enqueste" van 1494 en de "Informacie" van 1514, waarin melding wordt gemaakt dat naast de beoefening van de veeteelt ""ook een weinig lantelinghe, t welck zij metter handt maecken up die canten van heuren wijen met aerde, die zij uyt de sloot schieten". (landteling op de kanten der weilanden) Volgens de cohieren van de grondbelasting (Extract der Verpondinghe) van 1631 waren van de 136 morgen land in Broek op Langedijk 37 morgen warmoesland.(tuinbouwgrond)
Historische Vereniging
- 12 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Terwijl er op oude kaarten van de vroonlanden in 1532 nog veel weilanden worden genoemd (zie Ontstaan Tuinbouw II), is er in 1674 sprake van moeslanden bij de Twuyverweg. Blijkens een akte wordt in 1649 al kool verkocht. De ontwikkeling van tuinbouw in latere periodes. Ongetwijfeld heeft de veepest, die vooral in 1713, 1714, 1718, 1744 en 1746 erg heerste, een rol gespeeld in de ontwikkeling van de tuinbouw. De tuinbouw groeit, men zoekt naar nieuwe teelten en in een akte van 1726 zien we dat 11 snees peperwortelen (mierikswortel) worden aangeboden. In dat jaar wordt 20 snees kool verkocht aan Jan Vrederiksz de Boer uit Broek op Langedijk. Aanvankelijk worden de tuinbouwproducten door de kwekers zelf naar de stad gevaren of aan de belangstellenden verkocht. In 1626 wordt de Hoornsevaart gegraven, waardoor de vaarweg via de Pancrasser vaart naar Alkmaar wordt afgesneden. (zie verder Ontstaan tuinbouw II en artikel over de Hoornse vaart). Later wordt het transport door schippers verzorgd, die na verloop van tijd ook naar andere steden gaan varen, waardoor vergroting van de afzet wordt bereikt. Om meer landerijen toegankelijk te maken worden steeds meer sloten gegraven. Het mes snijdt aan twee kanten want de sloten leveren ook bagger, die dankbaar wordt gebruikt om de vruchtbaarheid van de landerijen te vergroten. Vooral in het gebied van Broek op Langedijk en Sint Pancras wordt gesproken van goede opgehoogde gronden die tot de hoogste klasse behoren en voor akker- en tuinbouwgewassen worden gebruikt. In 1868 is 43% van de totale oppervlakte cultuurgrond van Broek op Langedijk als bouwgrond in gebruik, waarvan 53% kool (vooral bloemkool) en 22% uien, daarnaast wortelen en een weinig aardappelen. De alom bekende vroege aardappelen uit de Langedijk doen in 1880 hun intree. De zich steeds verder ontwikkelende tuinbouw heeft ook de oprichting van de oudste Nederlandse veiling tot gevolg, die gesticht wordt.
Historische Vereniging
- 13 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Tuinbouw in de nieuwste tijd. In het eeuwenlange samenspel tussen mens en natuur is ook in de tuinbouw voor de mens de mogelijkheid om het beheer naar zijn hand te zetten, toegenomen. Het gebied, waar generaties lang het merendeel van de bevolking zijn brood verdiende, (soms heel karig) veranderde na de ruilverkaveling rond 1974 snel in een totaal ander landschap. De sporen van het samenspel van de mens met de natuur, zijn voor een groot deel uitgewist. Een handjevol agrariërs is in het totaal nieuwe landschap achtergebleven. Met weinig mensen kunnen zij een hoge productie halen, dank zij de techniek, gewasbescherming en het aangepaste landschap. In de stroomversnelling van veranderingen lijkt een ander gebruik; van het gebied het te winnen van tuinbouw landbouw en veeteelt: de verstedelijking. Dan zal deze verstedelijking de tuinbouw, als samenspel tussen mens natuur en aarde in dit gebied, snel doen vergeten.... De werkgroep archeologie. Bronnen: De bodemkartering van het Geestmerambacht. Alkmaar in prehistorie en Middeleeuwen. Rijksgeologische Dienst – kaartblad Alkmaar west en oost Archeologica. Uit de geschiedenis van Koedijk en Huiswaard.
Historische Vereniging
- 14 -
P. du Burck. E. H. P. Cordfunke. W. E. Westerhof Frans Diederik. J. P. Geus.
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 What is in a name' of 'Het kan verkeren’ De Timmerman, die molenaar is, de Molenaar, die vrachtrijder is, de Mulder, die manufacturier is, de Boer, die veldwachter is, de Kloosterboer, die handelaar is, de Jonker, die slager is, de Graaf, die vrachtrijder is, de Kramer, die kapper is, de Kok, die bakker is, de Bakker, die schilder is, de Smit, die timmerman is de Wagenaar, die handelaar is, de Ruyter, die hoofd der school is, de Ploeger, die winkelier is, de Zeeman, die bij het PEN werkt, de Meier, die mecanicien is de Koopman, die penningmeester is. (Charles Destree)
Historische Vereniging
- 15 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 EEN TUINDERSFAMILIE De werkgroep genealogie Sint Pancras wil ook een steentje bijdragen aan het thema "de historie van de tuinbouw in Sint Pancras". En wat kun je anders doen dan de keus te laten vallen op een familie, die altijd erg betrokken is geweest bij de tuinbouw. In een dorp als Sint Pancras is de keuze dan ruim, vandaar dat onze keus dan ook willekeurig is en wel de familie DUIF Wij pretenderen niet een volledige genealogie te brengen; dat zou meer gedegen onderzoek vergen. We houden ons dan ook aanbevolen voor aanvullingen. Voorvaders. De eerste DUIVEN streken hier vermoedelijk eind 17e eeuw neer, overgevlogen uit de Schermer. Stamvaders. De naam Duif komen we voor het eerst tegen in de vorm van JAN SIJMONSZ. DUYF, gedoopt 4 december 1682 en hij is een zoon van SIJMEN JANSZ. en DIVER SIJMES. Jan Sijmonsz. huwde met Anna Cornelis. In Oudorp laten zij in de R.K. kerk 3 kinderen dopen. (Vermoedelijk waren hen eerder ook reeds 2 kinderen geboren) Het eerste geslacht. JAN DUIF Jan is vermoedelijk ook een kind van Jan Sijmonsz. en Anna Cornelis; zijn doop is echter niet in Oudorp te vinden. Zie verder bij II.1 HENDRIK JANSEN DUIF. Deze huwt op 9 mei 1734 te Akersloot met Geertje Willems de Bakker. I.l MARIA JANS DUIF gedoopt te Oudorp op 19 januari 1706. Peet Griet Sijbrands en Aaf Jans. I.2 SIMON (Sijmen) JANS DUYF gedoopt te Oudorp 26 oktober 1707. Peet Aagt Ariens. Zie verder II.2
Historische Vereniging
- 16 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 I.3 CORNELIS JANSZ. DUYF gedoopt te Oudorp 12 december 1711. Peet Grietje Cornelis. Het tweede geslacht. II.1 JAN ( JANSZ?) DUIF. Hij werd vermoedelijk ca. 1705 geboren en is de vermoedelijke vader van II.1.1. CORNELIS JANSZ. DUIF, geboren ca. 1730. Zie verder III.1 II.1.2. HENDRICUS, zoon van Jan Jansen Duif en Claasje Hendriks wordt op 6 januari 1734 gedoopt te Akersloot. II.2 SIMON (Sijmen) JANSZ. DUYF, gedoopt R.K. 26-10-1707 te Oudorp. Simon huwt R.K. op 5 mei 1738 te Oudorp met Neel Jansz. Getuigen bij hun huwelijk waren Jan Jans en Griet Huysmans uit Sint Pancras. Te Oudorp laten zij 7 kinderen in de R.K. kerk dopen: II.2.1 ANNA SIJMENS gedoopt 30-4-1738. Peet Maartje Claas. II.2.2 JOANNES SIJMENSZ, gedoopt 5-9-1739. Peet Griet Jans en Maartje Claas. II.2.3 CATHARINA SIJMENS, geboren te Sint Pancras, gedoopt 16 januari 1741 (Oudorp). Peet Griet Loo en Griet Jans. II.2.4 CATHARINA SIJMENS, gedoopt 2-8-1742. Peet Jannetje Jans en Maartje Claas. II.2.5 NICOLAAS SIJMENSZ., gedoopt 8-12-1745. Peet Cornelis J. Duyf en Griet Jans. Zie verder III.2. II.2.6 JOANNA SIJMENS , gedoopt 1-3-1749. Peet Maart Pieters en Trijn Jans. Sijmens Jansz. Duif woont ca. 1732 in het 7e huis van Sint Pancras gerekend vanaf het Zuideinde. Volgens het cohier van de verpondingen betaalt hij hiervoor f 9.Het derde geslacht. III.1 CORNELIS JANSZ. DUIF, geboren ca. 1730 Van huis uit Rooms Katholiek, huwt hij met een gereformeerd meisje, Aaltje Jans Dekker. Hun twee eerste kinderen worden nog R.K. gedoopt: III.1.1 JAN CORNELISZ. DUIF, geboren te Sint Pancras en R.K. gedoopt te Oudorp 21-9-1754. Peet was Neel Jans. Zie verder IV.1. III.1.2 SIMON CORNELISZ. DUIF, geboren te Sint Pancras. R.K. gedoopt te Oudorp 9-8-1756. Peet: Neel Jans.
Historische Vereniging
- 17 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 De volgende twee meisjes worden echter te Sint Pancras gereformeerd (N.H.) gedoopt: III.1.3 ANTJE CORNELIS DUIF, gedoopt op 17-9-1752 in de N.H. kerk te Sint Pancras als dochter van Cornelis J. Duif (R.K) en Aaltje Jans (gereformeerd). Getuige is Neeltje Jans. Zij trouwt met Pieter Sijmensz. Schuytemaker. Antje woont in huis nr. 42 te Sint Pancras. Dit huis wordt 1823-1824 geërfd door zoon Simon. In de N.H. kerk te Sint Pancras laten zij 2 zonen dopen: augustus 1775 Cornelis, december 1776 Simon. III.1.4 TRIJNTJE CORNELIS DUIF gedoopt oktober 1759 te Sint Pancras. Zij huwt op 6-2-1785 Pieter Dirks Bakker. In 1793 worden ze als lidmaat genoteerd van de N.H. kerk, wonend in het Zuideinde. In 1809 is Trijntje getuige bij de doop van een zoon van haar broer Jan. Op 7 oktober 1760 is Cornelis reeds overleden, want de weesmeesteren van Sint Pancras stellen voogden aan over de minderjarige kinderen Jan, Antje en Trijntje. De voogden zijn: een oom van vaderszijde Simon Duyf en van moederszijde Heylman Jansz. Dekker. Op dezelfde dag compareert Aaltje Jans voor de weesmeesters en verklaart hunner drie kinderen tot hun vaders erf te bewijzen. Zij ontvangen elk f 10.–, 4 hembtrocken met silveren knoopen. Bovendien krijgt Jan Cornelisz. nog een paar gouden knoopen en een paar silveren gespen. Antje verklaart de kinderen te zullen onderhouden en in kost drank kleedren en laafnis te geven tot hunne mondige dage of huwelijks staten. 29 augustus 1783 hebben de weesmeesters van Sint Pancras als wettige voogden over het minderjarige nagelaten kind van Cornelis Jansz. Duyf en Aaltje Jansz. dekker aangesteld Dirk Janse Schipper en Pieter Sijmonsz. Schuijtemaker. III.2 KLAAS (NICOLAAS) SIJMENSZ. DUIF gedoopt 8-12-1745 te Oudorp, overleed te Sint Pancras in huis nr. 13 als weduwnaar op 11 januari 1821. 8 december 1807 verschijnt Klaas Sijmensz. voor de schepenen en verklaart wegens lening schuldig te wezen aan Jan Cornelisz. Duif f 300,--. Hiervoor verbindt Klaas zijn huis nr. 6 te Sint Pancras, belend Klaas Sijmens ten noorden en Jan Duif als belender ten zuiden, alsmede 2 zaadakkers gelegen voor zijn huis en erf op de Geest, samen 21 snees 3 roeden.
Historische Vereniging
- 18 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 14 febr.1818 verklaart Jan Cornelisz. Duif toestemming te geven tot radiatie der inschrijving door hem genomen bij de bewaarder der hypotheken, gedaan tegen Klaas Duif voor een som van f 300,--. 22 maart 1788 laten Klaas Duyf en Dieuwertje Jans, wonende te Sint Pancras, hun testament opmaken. Het vierde geslacht. IV.I JAN CORNELISZ. DUIF geboren te Sint Pancras en gedoopt in de R.K. kerk te Oudorp op 21-9-1754. In 1775 wordt hij als nieuw lidmaat van de N.H. kerk genoteerd. In 1793 woonde hij in het Zuideinde van Sint Pancras; hij was toen volgens de huisbezoeknotitie van Ds. Petrus Joannes Schardam lidmaat van de N.H. Kerk. In 1820 was hij kerkenraadslid en leende in 1813 geld aan de diaconie. JAN Cornelisz. huwt eerst te Sint Pancras met MAARTJE TEUNIS DE WIT. Uit dit huwelijk worden geboren - AALTJE JANS DUIF, geboren 27 juni 1795, doopgetuige Antje Duif, - GRIETJE JANS DUIF, geb.20 december1795 te Sint Pancras, doopgetuige Trijntje Teunis de Wit. - CORNELIS JANSZ. DUIF, geb.21 mei 1797 te Sint Pancras, doopgetuige Neeltje Zwaan. - TRIJNTJE JANS DUIF, geb.20 april 1800 te Sint Pancras, doopgetuige Antje Duif. Een tweede huwelijk vond plaats met JANTJE CLAASD. SLIJKER, boerin, geb. ca 1775 in de Schermer, overleden 1 december 1823 in huis nr. 5 te Sint Pancras. Uit dit tweede huwelijk werden geboren: -CORNELIS JANSZ. geb. 6 november1806, doopgetuige Trijntje Cornelis Duif -KLAAS JANSZ. geb.6 juni 1809, doopgetuige Trijntje C.Duif. -JAN JANSZ. geb 19 juni 1811, doopgetuige Trijntje C.Duif. -SIMON JANSZ. geb. 1 jan 1815 te Sint Pancras, doopgetuige Aaltje Jans Duif. (Zie voor Klaas Jansz. V.l en voor Jan Jansz. V.2). 16 juni 1783 koopt Jan van de gezamenlijke erfgenamen van Cornelis Deugd en Grietje Keesjesmaat uit Sint Pancras: een stuk weiland, gelegen in de Achtergeest groot 7 geersen 9
Historische Vereniging
- 19 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 sneesen 4 roeden, belent Gerrit Harksz. ten zuiden en erven Dirk Jongekees ten noord voor f 365,– + 3 akkers zaadlant annex Aris Deugt, groot tesamen 1 gars 4 snees, belent Jan Dirksz. Quant t.noorden en erven Dirk Jongekees t.zuiden voor f 140,-1 febr. 1792 koopt hij van Jan Jansz. Husen onder de banne van Koedijk een stuk weiland gelegen in de Vroonermeer, groot 5 geersen 11 sneesen, belent hemzelf ten zuiden en Sijmon Oudes t.noorden voor f 40,-13 maart 1794 verkoopt Jan Cornelisz. Duif aan Jan Koorn uit Sint Pancras 3 stukjes weiland gelegen in de Vroonermeer, groot tezamen 20 geersen 1 snees.8 roe, belent Sijmen Oudes t.noorden en Dirk Jongekreel t.zuiden voor f 1000,--. Jan Cornelisz.Duif overleed op 21 juli 1821 in huis nr. 5 te Sint Pancras.
Het vijfde geslacht. V.1 KLAAS JANSZ. DUIF, geb. 6-6-1809 te Sint Pancras, beroep landbouwer, overleden 30 september 1863. 5 april 1834 laat hij huwelijkse voorwaarden opstellen en trouwt op 13 april 1834 te Sint Pancras met GEERTJE DE WIT, boerenmeid, bij hem in huis als dienstmeid, geb. ca. 1810 als dochter van Simon de Wit en Maartje Pels. Geertje overleed 13-10-1875. Uit dit huwelijk werden geboren: V.l.l. SIMON KLAASZ. DUIF, geb. 18 oktober1837. (zie VI.1) V.1.2. JAN KLAASZ. DUIF V.1.3. CORNELIS KLAASZ. DUIF, geb. ca.1847. ( Zie VI.2). 26 maart 1831 koopt Klaas Duif, samen met Klaas Smit en Simon Schuitemaker als voogden over zijn minderjarige broer Jan, een huismanswoning met hooiberg en 25 bunder 54 roe wei of hooiland in Heerhugowaard in de Broekhomderpolder aan de Westdijk bij de Broekhomder of Bassenweg. Het huis staat bekend als nr. 8 en het land als 9 en 10 letter B. evens kopen zij een stuk weiland van 3 bunder en 40 roe in Heerhugowaard kavel nr. 11 B., ten zuiden van het bovengenoemde land. De koop wordt aangegaan voor f 8.000,8 december 1831 ontvangt Klaas Duif, landbouwer te Sint Pancras volgens deelakte van de boedel van wed. Jan Duif een huis en land,
Historische Vereniging
- 20 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 staande en gelegen onder Sint Pancras. Tevens ontvangt hij uit die boedel 9 stukken weidland, gelegen te Sint Pancras o.a. in het hoge land, in de Vroondermeer en in de Daalmeer en 6 stukken zaadland gelegen onder Sint Pancras. 29 augustus 1836 koopt hij van zijn broer Jan, landbouwer te Heerhugowaard, 2 akkers zaadland in de Achterweg, 5 akkers op de Geist en een voetpad of laantje. 24 juli 1837 koopt Klaas Duif van de wed. Jb. Schouten een stuk weidland gelegen in de Daalmeer genaamd het Leenbos en Beusemaker. 18 november 1837-24 febr.1838 koopt Klaas Duif te Sint Pancras van de erven C. Oudes een akker zaadland. In 1844 koopt Klaas van C. de Vries bouwland nr. 652, weidland nr. 57 en 58, huis en erf nr. 791 en weidland nr. 792. V.2
JAN JANSZ. DUIF, geb. 19 juni 1811. 8 december 1831 ontvangt Jan Duif landbouwer te Heerhugowaard volgens deelakte, gepasseerd te Alkmaar van de boedel van wed. Jan Duif weidland en zaadland. 29 augustus 1836 verkoopt hij de meeste uit de boedel van zijn moeder ontvangen stukken aan zijn broer Klaas Duif van Sint Pancras. 25 april 1838 wordt ten huize van Jan Duif, landman aan de Westdijk bij de Bassenweg een verkoping van levend vee gehouden. Klaas Duif koopt een koe voor f 65,--. Tezamen leveren de koeien, zeugen en paarden f 1.574,50 op.
Het zesde geslacht. VI.1
SIMON KLAASZ. DUIF, van beroep landbouwer, werd geboren 18 oktober 1837 en stierf 6 febr. 1910. Simon huwde voor de eerste maal 29 april 1860 met BRECHTJE VISSER, geb. 5 januari 1837, overleden 14 febr. 1873 te Sint Pancras, dochter van Maarten Visser en Baafje Bruin.
Uit dit huwelijk werden geboren: VI.1.1. KLAAS SIMONS DUIF, geb. 9 september 1861, (zie VII.1) VI.1.2. MAARTEN SIMONS DUIF, geb. 4 maart 1863 (zie VII.2) VI.1.3. JAN SIMONS DUIF, geb. 13 april 1864. (zie VII.3) VI.1.4. SIMON SIMONS DUIF, geb.ca. 1871. (zie VII.4)
Historische Vereniging
- 21 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Simon Klaasz. huwt een tweede maal, nl. met NEELTJE SNIJDER afkomstig uit Schoorl, waar zij 4 mei 1840 werd geboren. Neeltje overleed 29 november 1920. In 1877 wordt een Simon Duif genoemd als wethouder en raadslid en in 1879 als brandweercommandeur. VI.2
CORNELIS KLAASZ. DUIF, geb. ca. 1847 en overleden 21 mei 1896, van beroep veehouder. Op 23 april 1871 huwde hij NEELTJE HUISMAN, geb. ca. 1851 te Heerhugowaard, overleden te Sint Pancras 6 mei 1931, dochter van Jacob Huisman en Marijtje de Reus. Huwelijksgetuige was o.a. Cornelis' oudere broer Simon.
Uit dit huwelijk: VI.2.1. MARIJTJE CORNELIS DUIF, geb. ca. 1874 te Sint Pancras (zie VII.4) Het zevende geslacht VII.1 KLAAS SIMONS DUIF, geb. 9 september l861. Klaas wordt opgeroepen voor plaatsvervangende militie voor Jan Lagrand. VII.2 MAARTEN SIMONS DUIF geb. 4 maart 1863, huwde op 3 juni 1886 met NEELTJE NIEUWLAND, afkomstig uit de Zijpe en daar geboren ca. 1865. Uit hun huwelijk: VII.2.1. SIMON MAARTENS DUIF, geboren 5 januari 1891 te Sint Pancras. (zie VIII.1). VII.3 JAN SIMONS DUIF, geb. 13 april 1864, van beroep landbouwer. Op 26 juni 1884 stuurt de Commissaris des Konings bericht aan de burgemeester van Sint Pancras, dat Jan Goet wegens lichaamsgebreken is vrijgesteld van militie en dat Jan Simons hiervoor in de plaats komt. Op 17 juli 1884 komt bij de burgemeester het bericht, dat Jan is goedgekeurd en zal worden ingelijfd bij het 1e regiment Infanterie. VII.4 SIMON SIMONS DUIF, geb.ca. 1871 te Sint Pancras, van beroep akkerbouwer. Op 21 mei 1896 huwt Simon zijn nichtje Marijtje Cornelis Duif (zie VI.2.1). Getuigen bij dit huwelijk waren Simons oudere broers, Klaas en Maarten, en Klaas Cornelisz, broer van Marijtje. Uit dit huwelijk: VII.4.1. CORNELIS SIMONS DUIF, geb. 16-2-1897 te Sint Pancras, tuinbouwer aldaar en hij huwde 24-8-1922 Jansje Timmerman.
Historische Vereniging
- 22 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Het achtste geslacht. VIII.1 SIMON MAARTENS DUIF geb. 5 januari 1891 te Sint Pancras. Hij huwde 19 juni 1913 met GIJSJE GROEN, geboren 22 oktober 1887. Uit hun huwelijk o.m.: VIII.1.1. DIRK SIJMONS DUIF geb. 23 november 1920.
Nog enkele verduidelijkende aantekeningen over de LATERE GENERATIES: KLAAS SIMONS DUIF van VII.1 heeft gewoond in het huis Benedenweg 144. Dit wordt nu bewoond door de familie A. de Graaf. Klaas had 3 dochters: Aagje, Brechtje en Geertje. Aagje en Brechtje hadden een winkeltje op de hoek van de Kerkelaan en Benedenweg, wat in de volksmond 'De Kleine Hema' werd genoemd, want er was geen 'nee' te koop. MAARTEN SIMONS DUIF van VII.2 had een zoon Simon Maartens Duif, genoemd onder VIII.1. Deze Simon woonde Benedenweg 120. In dit huis woont nu zijn kleinzoon SIMON YFS DUIF. Simon Maartens Duif had 4 zonen, veelal genoemd de vier Duiven. Het zijn de onder VIII.1.1 genoemde DIRK SIJMONS DUIF, MAARTEN DUIF, wonend Destreelaan 110 SIMON DUIF, Noordeinde 6 YF DUIF, Benedenweg 148. Een dochter van Maarten Simons Duif van VII.2 werd de moeder van Piet Visser, Van der Vijzellaan Maarten Visser, (kinderen o.a. Marten, Peter en Jan) Jannie Visser, (moeder van Bettie en Nellie Groot) Nel Visser JAN SIMONS DUIF van VII.3 Een zoon van hem was Simon Duif - Wonder. De vader van o.m. Har en Jan Duif. Verder de lang samenwonende broer en 2 zusters, Jaap, Alie en Brechtje.
Historische Vereniging
- 23 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Geertje Schuur - Duif (gehuwd met Gijs Schuur-Molenhoeve) Jan Duif - Balder, de vader van Jacob Duif, Spanjaardsdam. SIMON DUIF van VII.4 had een zoon Cornelis, die trouwde met Jansje Timmerman. Hij woonde Bovenweg 4 en is kinderloos gestorven. Tot 1972 was hij raadslid en wethouder van het "oude" Sint Pancras. Simon Simons had ook een zoon Simon. Deze is jong overleden. Een dochter van hem was Brechtje Glas-Duif. Van het echtpaar Glas-Duif stammen o.m. af: zoon Simon, die nog in de ouderlijke woning Kerkplein 14 woont en mevr. Ploeg - Glas, Twuyverweg 51.
ca. 1905 foto boerderij Goezinne, Benedenweg 124. v.links naar rechts: Brechtje Duif (uit 1e huwelijk S.Duif) Guurtje Duif (uit 2e huwelijk S.Duif) later moeder van Simon, Dirk, Piet enz.Kloosterboer, Neeltje Snijders, tweede vrouw van S. Duif. Simon Duif Kzn. genoemd onder VI.1.
Historische Vereniging
- 24 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
Jan Simons Duif met dochter en kleinzonen Jan en Har bij de boerderij Benedenweg 164-166 (Vlz-3)
Dirk Sijmons Duif van VIII.1.1
Historische Vereniging
- 25 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 HET ONTSTAAN VAN DE TUINBOUW II Ooit was er iemand in Sint Pancras, die zich verstoutte om als eerste beroepsmatig groente te gaan verbouwen. Vragen omtrent het "wie" en ”wanneer" zijn moeilijk concreet te beantwoorden. Zulke exacte gegevens werden voor het nageslacht niet opgetekend. Toch mag een KLIN, die speciaal aandacht wil schenken aan de Tuinbouw in Sint Pancras aan dergelijke zaken niet klakkeloos voorbijgaan. Vandaar dat getracht is om iets te vinden over A - WANNEER begon men hier met tuinbouw? B - WAAROM schakelde men over op de tuinbouw?. WANNEER? In het gemeentearchief van Sint Pancras valt hieromtrent weinig te vinden. Het archief van de Langedijker dorpen is in dezen iets rijker bedeeld. Daar in worden een aantal beëdigde verklaringen bewaard uit het begin der 17e eeuw, handelend over de tweede helft van de 16e eeuw. De toenmalige gemeentebestuurders wilden iets meer over vroeger weten. Ze namen een beproefd middel te baat: ze trommelden enkele bejaarde inwoners op en stelden hun de vraag: 'Hoe was het hier in jullie jeugd met de warmoezerij gesteld?' In 1617 draafden op bij het Broeker gemeentebestuur een zekere JAN DIRKS, dan 82 jaar oud, een CORNELIS PIETERS die 80 jaar is en nog enkele anderen, die de 70 ruimschoots waren gepasseerd. Onder ede verklaarden ze: 'Toen wij kinderen waren, werden hier wat pynsternaekelen (=pastinaken), wortels, uien, rapen en sla verbouwd. Dat herinneren we ons nog vrij goed. Ook nog wel wat ander moeskruid. Maar het stelde allemaal weinig voor. Men verbouwde deze producten op een tuintje bij huis, niet voor de verkoop maar voor eigen gebruik.' In de andere drie dorpen werd precies hetzelfde verklaard. Daar voegden de oudjes er nog aan toe: 'Omstreeks 1550 waren hier praktisch geen zaadakkers, er was alleen maar weiland' en ook werd erbij vermeld 'het was van zo weinig betekenis, dat die tienden van 't voornoemde moescruyt toentertijt niet getient ofte verpacht werden.' Het laatste lezend, rijst de vraag: In hoeverre zijn deze verklaringen historisch betrouwbaar? Het gaat hier kennelijk om een belastingaangifte en nog wel eentje, die achteraf moest gebeuren.
Historische Vereniging
- 26 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Evenals tegenwoordig was "Den Haag" ook toen naarstig op zoek naar belastingbronnen. Zijn in deze tijd de auto en genotmiddelen als alcoholica en tabak graag aangegrepen middelen, toen keek men vaak naar de agrarische producten. De bovengenoemde verklaringen werden gedaan ten behoeve van een geding tussen de Rekenkamer van Holland (Inspectie der belastingen) en de Langedijker dorpen. De Rekenkamer meende dat er niet genoeg tienden werden afgedragen. Een tiende deel van de opbrengst van een ha. weiland is minder dan een zelfde deel van de opbrengst van een ha. tuinbouwland. Ook is bewaard gebleven een in 1550 vervaardigd schilderij, voorstellend een Broeker vrouw, die een streng uien en een mand, gevuld met (winter) wortelen, draagt. Oude kaarten. Een in ± 1532 vervaardigde kaart vertelt, dat er toen binnen de kom van Sint Pancras veel bouwland was, daarbuiten slechts enkele snippertjes, meestal gelegen aan de toen nog aanwezige meren, anders gezegd: binnen de kom was veel bouwland, daarbuiten veel weiland. In de Langedijker dorpen zie je binnen de kom slechts enkele kleine stukjes bouwland, er buiten vooral weiland met slechts een enkel snippertje bouwland, meestal aan water gelegen. Toen konden de Pancrassers dus niet zeggen: 'Er is hier niet zoveel zaadland’, want duidelijk valt op de kaart te zien dat de geest als bouwland werd gebruikt. Maar of hier veel groente werd verbouwd? Op een gekleurde plaat van later datum, namelijk 1744, zie je een aantal boeren rond de Witte Kerk druk bezig met de graanoogst. Maar er waren veel akkers in de kom. Wellicht werd er af en toe wat groente op geteeld. Ook aardappels zijn er op deze gronden geteeld. In later tijd noemde men de akkers ter weerszijden van de Bovenweg vaak "heidegrond", wat inhield dat er weinig wilde groeien op deze uit schraal, droog zand bestaande akkers.
Historische Vereniging
- 27 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
Historische Vereniging
- 28 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Uit het bezoek van de Engelse graaf Leicester meent men vaak te kunnen afleiden dat hier in die tijd veel tuinbouw was. De geschiedenis luidt aldus: In 1584 werd Willem van Oranje vermoord. De Nederlanders, in opstand tegen het machtige Spanje van Philips II gingen vertwijfeld op zoek naar een nieuwe leider. In Frankrijk kregen ze nul op het rekwest. Ook de Engelse koningin Elisabeth voelde zich aanvankelijk niet geroepen om zich in een wespennest te steken, maar op het moment dat Spanje Antwerpen veroverde, voelde zij een Spaans pistool op haar borst gericht en stuurde ze ons Leicester te hulp. Vol goede bedoelingen stapte deze Engelse graaf hier aan land. Niet vrij van enige ijdelheid maakte hij, gekleed in zijde en fluweel, getooid met diamanten oorbelletjes zijn opwachting bij de Hollandse steden. Als een van de laatste kwam Alkmaar aan de beurt. CORNELIS VAN DER WOUDE vertelt in zijn rond 1645 geschreven KRONYCK VAN ALCKMAAR hierover het volgende: Anno 1586 werdt tot Alckmaer met grooter eeren ingehaelt den Grave van Licester: ende alsoo het op een Saterdach was dat hij van Alckmaer na Hoorn soude vertrecken, so vaeren de huysluiden (=boeren) uyt het Noorder-quartier nieusgierich om hem te sien bij de Muncker Brug, daer toen de Langedijcker Vaert deur gingh, met honderden in haer schuytjen hem verwachtende, dat hij met verwonderen aensach. Het bovenstaande is wel uitgelegd dat de landlieden met volgeladen groenteschuitjes op weg naar Alkmaar waren en bij het kruisen van de Munnikeweg Leicester en zijn gevolg bewonderden. Iets voorzichtiger is het te veronderstellen dat de 'honderden' schuitjes gewoonlijk voor groentetransport werden gebruikt. In het vorige artikel werd het Extract der Verpondinghe van 1631 reeds genoemd. Dit belastingkohier vertelt ons dat Broek, Zuid- en NoordScharwoude toen elk 35 tot 40 morgen warmoesland hadden, en Sint Pancras nog maar 10 morgen. Uit bovenstaande gegevens kan de conclusie worden getrokken dat hier omstreeks 1530 wel enige tuinbouw is geweest, maar nog niet van betekenis. Naarmate de tijd vorderde nam de tuinbouw in betekenis toe. Aanvankelijk meer in de noordelijk van ons gelegen Langedijker dorpen.
Historische Vereniging
- 29 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Omstreeks 1600 valt dit "Den Haag" op en denkt men: Er valt wat te halen. In 1631 is hier ca. 10 ha tuinbouwgrond, vermoedelijk in de omgeving van de huidige Spanjaardsdam. Het gemeentelijk jaarverslag van 1867 meldt dat er in Sint Pancras (en dat is dan zonder het Koedijker deel) 45 ha. kool, wortelen en andere warmoezerijgroenten worden verbouwd en verder nog 10 tot 15 ha. vroege aardappelen. Daarna wordt de oppervlakte tuinbouwgrond snel groter: in 1891 is hier 110 ha warmoezerij en 14 ha. aardappelen in 1895 is het 143 ha. warmoezerij en 18 ha. aardappelen terwijl in 1897 de Alkmaarsche Courant meldt: Elk jaar vermindert de oppervlakte grasland, welke nog ligt tussen de bouwakkers in de omgeving van de Langedijk. Welhaast zal al het land tussen Langedijk, Sint Pancras, Koedijk en Warmenhuizen één groot tuinbouwgebied zijn, waartussen geen vee en grasland meer te vinden is. In 1897 werden weer honderden snezen grasland aan de veeteelt onttrokken. WAAROM Vermoedelijk probeerde men omstreeks 1550 met de verkoop van zelf verbouwde tuinbouwproducten iets bij te verdienen. De tijden waren niet bepaald rooskleurig: oorlogsgeweld en overstromingen werden toen de mensen hier niet bespaard. Tevens daalden de inkomsten uit de veeteelt. De eetgewoonten begonnen te veranderen. Langzamerhand begon men meer groenten te eten en verminderde gebruik van vlees, graan en peulvruchten. Ook de komst van de aardappel zal van invloed zijn geweest. Alkmaar was een goede afzetmogelijkheid. Het getoonde kaartje is een deel van de in 1745 vervaardigde kaart GEESTMERAMBACHT, getekend door Johannes Dou en opnieuw geletterd door J. IJff. Gemakkelijk kan de vaarweg Reesloot – Veertsloot - Swijnsmeer worden gevolgd. Net boven het Swijnsmeer kruist de Veertsloot de Munnikenweg, waar Leicester en de huislieden elkaar wederzijds bekeken. Door de komst van de Hoornseweg en Hoornsevaart werd deze vaarweg afgesneden.
Historische Vereniging
- 30 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
Historische Vereniging
- 31 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Via de zogenoemde Pancrasser Vaart (Veertsloot) konden de tuinders gemakkelijk hun producten naar Alkmaar vervoeren. Dat ging beter dan over de weg door de Nollen. Deze was soms zo slecht dat één wagen kool getrokken moest worden door drie tot vier paarden. De grond was geschikt voor tuinbouw, ook die grond welke eerst als grasland werd gebruikt. De veepest noopte tot een ander grondgebruik. Eerder werd in deze streek veel graan verbouwd. (witzaad). Omstreeks 1850 was dit in Sint Pancras 40 – 50 ha. De grond was hier beter geschikt voor het telen van gerst, rogge en haver dan voor tarwe. Omstreeks 1880 werd Europa overstroomd door goedkoop Amerikaans graan geteeld op de uitgestrekte prairies. Dat dit graan zo goedkoop kon worden geleverd, kwam door de landbouw ‘in het groot’ en een voordelig vervoer per trein en boot. Het Europese graan daalde tot 30% van de oorspronkelijke waarde. Voor de kleine boer beslist geen lonende teelt meer. De boterprijs raakte in het slop door de Deense concurrentie en de opkomst van de margarine. Voor groente was er een gat in de markt. Voeg hierbij de komst van de spoorlijn, eerst Alkmaar - Hoorn en daarna "het Broeker spoortje". Verschillende redenen waarom de tuinbouw zich ook hier tussen 1870 en 1900 enorm uitbreidde. In de Pancrasser jaarverslagen werd toen dan ook geschreven: Tengevolge van het scheuren van grasland neemt de moesbouw toe, de groenten worden vooral in Alkmaar gevent of gemarkt, enkele bouwers zenden groente per Langedijker schipper naar Amsterdam en.. er is uitbreiding van de BOLLENCULTUUR Tussen 1870 en 1875 vermeldde men jaarlijks: de bollenteelt breidt zich langzaam uit. Werd in 1870 1 ha. met bollen beplant, in 1875 had men voor de bollenteelt 5 ha, nodig. Vooral tulpen werden verbouwd. In 1875 had men hier voor het eerst een zgn. "groene" veiling. (= de nog op het land staande bollen werden verhandeld). Deze veiling bracht f 2.860,-- op. Het jaarverslag meldt hiervan: "de kwekers waren zeer tevreden."
Historische Vereniging
- 32 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Gelokt door het succes richt men het jaar hierna een vereniging voor bloembollencultuur op, genaamd Vrones Flora. Doel van de vereniging is: de belangstelling voor de bloembollencultuur levend houden en onderlinge uitwisseling van ervaringen. Er meldden zich meteen 31 leden. In dat jaar werden zelfs twee groene veilingen gehouden. De bollen werden vooral naar Duitsland en Engeland geëxporteerd. Naast tulpen werden hier toen ook krokussen, narcissen, lelies en zelfs enige hyacinten verbouwd. In die eerste jaren werden goede tot zeer goede prijzen gemaakt. Na 1880 werd de bollenteelt minder winstgevend. Vrones Flora, in 1871 zo enthousiast gestart, bleek te lijken op Jona's wonderboom. Omstreeks 1880 ging de vereniging aan bloedarmoede lijden en deze werd in 1890 door gebrek aan belangstelling opgeheven. Wat bleef was een beperkte bollenteelt op de geest. Meer als bijzaak, dan als hoofdzaak. Tuinders beschouwden "een bollenkraam" veel als een spaarpotje, wat soms voor leuke verrassingen kon zorgen. Afsluitend een kleurrijk bericht uit de Alkmaarsche Courant: Uit Sint Pancras schrijft men d.d. 16 april 1897: De "Geest" begint door de kleurenpracht van de tulpen reeds weer een fraai aanzien te krijgen. Maar de Langedijker jeugd, die gewoon is hier bouquetten te halen, kan de komst nog wel een dag of wat uitstellen, omdat alle soorten nog niet de knoppen hebben geopend. Bronnen: Gemeentearchief Langedijk Gemeentearchief Sint Pancras P. du Burck: Bodemkartering van het Geestmerambacht. C.v.d. Woude: Kronyck van Alckmaar. Alkmaarsche Courant.
Historische Vereniging
- 33 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 TIENDEN was een soort belasting. Men moest een tiende deel van de oogst afstaan. Het kwam voor dat het Rijk deze belasting verkocht of verhuurde aan de meest biedende. Deze belasting hield lang stand. In 1892 wist men in Koedijk nog van een tiende-kwestie. Daarover vermeldde de krant: Het publiek weet daarover het volgende. Voor jaren toen hier nog bijna alle land weiland was werd het tiendrecht hier publiekelijk verkocht. De gemeenteraad besloot het recht voor de gemeente aan te kopen. De gemeente kas scheen destijds beter voorzien dan latere jaren: er werd besloten van de tiend-plichtigen geen rechten te heffen. Enige jaren later moest men naar uitbreiding van de gemeentemiddelen omzien: men liet weer tienden betalen. Dit is zo gebleven, tot een paar jaar geleden de bouwers gingen inzien dat van hen een extra gemeentebelasting werd gevraagd. Men vond dit te meer onrechtvaardig omdat door de scheuring van weiland tot bouwland de tienden meer opbrachten dan waarop bij het aankopen van het recht tot tiendheffing kon worden gerekend. (De bouwer de kosten van de landverbetering, de gemeente het profijt). De gemeenteraad is aan dit bezwaar gedeeltelijk tegemoet gekomen door een verlaging. De bouwers blijven streven naar afschaffing en hij een verkiezing voor gemeenteraadsleden kon dit wel eens een strijdpunt worden.
HEIDELAND. Een illustrerend krantenberichtje uit 1894: Voor een paar jaar kwam uit deze gemeente het bericht dat ca. 30 bunder land was verkocht voor f 80.000,--. Als tegenhanger nu het bericht dat vorige maand hier 2 bunder land werd verkocht voor f 435,--. Toch mag hieruit niet worden afgeleid dat de koopprijzen sterk dalen, want eerstgenoemde landerijen waren van prima kwaliteit, (WARMOEZERIJGROND) en de laatstgenoemde van de allerminste hoedanigheid. (HEIDEGROND)
Historische Vereniging
- 34 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 DE VEILING VAN SINT PANCRAS Een berichtje uit de Alkmaarsche Courant van 23 augustus 1895: Sint Pancras. Er is hier een vereniging opgericht tot bevordering van de tuinbouw en de bloembollencultuur, aanvankelijk met 17 leden. Het bestuur bestaat uit de heren J. Verweel, D. Kloosterboer, J. Gootjes, K. Ploeger en K. Duif. Over dezelfde vereniging wordt einde 1895 in het Gemeentelijk jaarverslag vermeld: Er is hier een land- en tuinbouwvereniging opgericht, geheten VRONES HOPE. Het doel van de vereniging is elkander voorlichten en zich toeleggen op het telen van zaden. De vereniging telt 40 leden. Ook wordt er nu hier een nieuw soort witte kool verbouwd, de Deense witte kool. Volgend op het krantenbericht van 23 augustus over de jonge tuinbouwvereniging werd nog iets vermeld, vermoedelijk hield dit wel verband met Vrones Hope, in ieder geval zal het de Pancrassers toen stof tot praten hebben gegeven. Het bericht luidde: Te beginnen met vrijdag 30 augustus zal te dezer plaatse in de Kerkbuurt worden gehouden EENE MARKT VAN AKKER- EN TUINBOUW-PRODUKTEN. Bij genoegzame deelneming zal dit voortaan elke maan- woens- en vrijdag plaats hebben, telkens 's middags ten 5 ure. Op een andere plaats stond die dag in dezelfde courant de volgende advertentie:
Historische Vereniging
- 35 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Enkele jaren later, in 1898, werd de afdeling Sint Pancras van de Naamloze Landbouw- en Handelsvereniging Langedijk en Omstreken opgericht, eveneens met het streven naar onderlinge voorlichting en samenwerking om elkaars belangen te dienen. Het lijkt of de Pancrassers eerst niet goed raad wisten met beide verenigingen. De afdeling van de Naamloze kreeg direct 33 leden en Vrones Hope hield 22 over. Het volgend jaar ging men resoluter te werk: Vrones Hope werd opgeheven en de afdeling van de Naamloze groeide uit tot 80 leden. Aanvankelijk werd de Pancrasser veiling geëxploiteerd door de gemeente. Gemeente-veldwachter en bode P. Groen fungeerde als marktmeester en afslager. Ook was van gemeentewege een gebouwtje geplaatst waarin geveild kon worden. Uit de raadsnotulen van 15 augustus 1898 kan worden opgemaakt dat voor het gebruik van dit gebouwtje een soort entreegeld moest worden betaald. Of dit door de aanvoerders van de produkten, of door de kopers, of door beiden moest worden betaald, valt uit de gegevens niet op te maken. Genotuleerd werd: De voorzitter stelt voor de bode Groen te honoreren voor zijn bemoeiingen aan de afslagmarkt over 1897 en 1898. In de gemeentekas is een bedrag aanwezig van f 10,77½ van entrees van de abri aan de afslagmarkt, ontvangen in 1897, welke hij in de gemeenterekening niet al te best weet te plaatsen en daarom zou hij die Groen ter hand willen stellen voor zijn bemoeiingen. Dit wordt met algemene stemmen besloten. Al spoedig kwamen de tuinders tot de conclusie: Een veiling is er om onze producten te verkopen. Daarom lijkt het ons een vanzelfsprekende zaak dat wij het beheer en de exploitatie van die veiling hebben. Vandaar dat in 1900 de afdeling St.Pancras van de Naamloze een verzoek aan de gemeenteraad deed om beheer en exploitatie van de afslag markt te mogen overnemen. Na een langdurig debat besloot de raad hiertoe, op voorwaarde dat het gebouwtje netjes zou worden gebruikt. Dit gebouwtje stond aan het Noordeinde, bij de Wik van Kroonenburg. De producten werden over water aangevoerd, dus de wik was eveneens een belangrijk onderdeel van de veiling. (Wik: volgens het Westfries woordenboek is een wik een (doodlopende) sloot, een haventje bij huis en een dialectische afleiding van het Nederlands voor wijk)
Historische Vereniging
- 36 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 In dit verband was dezelfde timmerman Kroonenburg wel eens een ergernis. Diens werkplaats en woning stonden aan de overkant van de weg. Zijn erf grensde dus niet aan een sloot. Vandaar dat de familie de wik gebruikte voor de afvoer van fecaliën. Hierover was men slecht te spreken. De leden van de raad hielden een en ander goed in het oog, zoals raadslid Kloosterboer, die begin juni 1898 in de vergadering opmerkte: “De afslagmarkt voor aardappelen en groente begint weer op dinsdag 14 juni. Voor die tijd moet de wik ruim zijn. Nu drijven er nog een aantal bomen van timmerman Kroonenburg in. Hij moet aanzegging hebben deze voor de 14e te verwijderen. En mocht het nodig zijn, dat de wik uitgebaggerd dient te worden, dan moet dit met spoed gebeuren.” De rest van de raad viel hem bij en gaf B.en W. de opdracht: onderzoek dit en handel naar bevind van zaken! Het lijkt of er van deze verenigingen en van de veiling geen archiefbescheiden en notulen bewaard zijn gebleven. Uit krantenartikeltjes en marktberichten kreeg ik de indruk dat er in 1895, het stichtingsjaar van deze veiling, weinig of niets is gebeurd. In de kranten werd vermeld dat de markt zou beginnen op 30 augustus. Nergens las ik evenwel iets over de eerste aanvoer of over marktberichten van augustus - september 1895. En de gemeentelijke jaarverslagen maken voor het eerst einde 1896 melding van het bestaan van de Pancrasser veiling. In de volgende jaren werd geveild van begin juni tot eind augustus. Vooral vroege aardappelen en slabonen werden aangevoerd. Koolsoorten kwamen slechts sporadisch ter markt, hoofdzakelijk bloemkool. Uien en wortelen werden weer wat meer aangevoerd. Vermoedelijk verkochten de Pancrassers hun kool op de Broeker veiling, omdat men vandaar betere afvoermogelijkheden had. (Eerst vanaf station Heerhugowaard, later vanaf Broek). Ook moet worden bedacht dat het op de veiling, ook die van Broek, toen nog heel anders ging als wij later gewend waren. Veel bouwers brachten hun producten niet naar de veiling. Gehecht aan het oude, verkochten ze hun spullen op de vanouds vertrouwde manier, dus rechtstreeks aan de koopman, die gedurende een lange reeks van jaren voor vader en zoon een vertrouwd adres was geweest: 'Die man heeft ons altijd goed behandeld'.
Historische Vereniging
- 37 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Gezien het volgende bericht, wat vermeld werd door de Oprechte Langedijker Courant en door de Alkmaarsche Courant, in het begin van juni 1896, lijkt het ook of toen pas de veiling hier daadwerkelijk ging fungeren: Te Sint Pancras vond vrijdag 7 juni de eerste afslagmarkt plaats van tuin- en akkervruchten. Er waren enige partijtjes nieuwe aardappelen, benevens peulen en wortelen aangevoerd. De prijzen van aardappelen wisselden van f 2,10-f 2,30 per ¼ hl. Het eerste partijtje werd gemijnd door Jacobus Al te Alkmaar. De aanvoer, begin juni nog wat aarzelend met 27 mandjes per dag, gaat in stijgende lijn en bedraagt eind juni en in juli dagelijks tussen 300 en 400 mandjes. Niet alle aangevoerde producten worden verkocht. Op 19 juni kwamen bij afwisseling ook peulen, doperwten en salade ter markt, maar deze konden geen afnemers vinden', aldus het Pancrasser marktbericht. Een week later werden de eerste slabonen aangevoerd. Ze brachten f 1,-- per 1000 op. (Sommige dingen klinken ons nu vreemd in de oren: slabonen per stuk, zij het dan per 1000, verkopen). En in de gemeentelijke jaarverslagen wordt aanvankelijk gemeld: slabonen, groen geplukt en verkocht. Waarom die toevoeging? Ook werden dat eerste jaar grote bonen en postelein aangevoerd, maar ook die vonden geen kopers. Wel geregeld verkocht werden: bosuien, slabonen, snijbonen en bloemkool. Over de periode van 25 t/m 31 augustus wordt vermeld: In het totaal werden 56 mandjes aardappelen a f 0,55 aangevoerd. Verder nog 512.000 slabonen, die 15 – 19 cent per 1000 kostten. Twee dagen was er totaal geen aanvoer.
Historische Vereniging
- 38 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Dit was voor 1896 het laatste marktbericht van Sint Pancras. Aangenomen mag worden dat toen de markt werd gesloten in afwachting van het volgende seizoen. Aan het einde van dat jaar schrijft burgemeester Van der Vijzel in het gemeentelijk jaarverslag: In 1896 werden hier ter markt gebracht 12.598 mandjes aardappelen en ca. 2.000.000 stamboontjes (groen geplukt). Verder kleine partijtjes snijbonen, wortelen, bosuien en uien. In de volgende jaren stijgt de aanvoer van aardappelen tot deze in 1900 ongeveer is verdubbeld. (28.000 mandjes). De groenteaanvoer blijft een zelfde beeld vertonen, in hoofdzaak slabonen, verder wat bloemkool, snijbonen, wortelen en uien. Steeds werd geveild van begin juni tot eind augustus, zodat de gedachte zich op begint te dringen: De veiling moest het vooral hebben van de vroege aardappelen. In 1908 werd besloten de veiling op te heffen. Waarom dit gebeurde, wordt niet vermeld. Althans niet in de enigste, maar wel officiële melding, die ik hiervan vond: Aan de (gemeente)raad werd meegedeeld dat de veiling in 1908 werd opgeheven. Verder besluit de raad naar aanleiding van een brief van de Tuinbouw- en Handelsvereniging te Sint Pancras om de veilingtent te verkopen. Tweederde deel van de opbrengst is voor gemeente en éénderde deel voor de kas van de plaatselijke tuinbouwvereniging. (Gemeenteraadsnotulen 18 mei 1909). *******
Historische Vereniging
- 39 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 WIJ ZIJN KINDEREN VAN SINT PANCRAS Wij zijn kinderen van de orgelbaas En wel bekend om ons geraas, En die niet lachen wil vandaag heeft vast een koolstruik in zijn maag. Wij komen van Sint Pancras waar vroege kool en uien was, Onze kool is overal bekend want onze waar is excellent! Te Langedijk, aan 't Zuierdel, Daar laadt men onze kool zeer snel, Daar laadt men duizenden wagons naar 't buitenland, gekocht van ons. De tsaar van Rusland had een peet die dagen lang aan kiespijn leed. En om die kwaal te genezen, terstond stak zij een hele koolraap in haar mond. De zwarte negers al om de West smaakt onze zuurkool opperbest. Ja, zelfs de boeren van Transvaal koken van onze kool hun middagmaal. De Sultan gaf een feestpartij daar was een hele drukte bij: De heren aten rammenas de dames wortelen uit Sint Pancras. (geschreven door Jan Meiering 1865-1953)
Historische Vereniging
- 40 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
De veiling in 1904. Tussen de benen door is een schuit zichtbaar, die in de wik van Kroonenburg ligt. Naast het meisje met de witte schort Jaap de Vries. Derde van rechts kastelein P. Greeuw. De handwagen met bloemkool is van de 'groentescharrelaar' G. Kok, Alkmaar. De man met strohoed is meester Plaatsman.
Historische Vereniging
- 41 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 PANCRASSERS OP DE BROEKER VEILING DE “NAAMLOZE” 1887. Eén tuinder komt aangevaren met een schuit vol bloemkool. Meerdere kopers staan op de wal, zij kunnen die bloemkool best gebruiken. Aan wie van hen moest tuinder Dirk Jongeling zijn product verkopen? Wie gaf hem de hoogste prijs? Men zag hem denken: “Hoe los ik dit op?” Op dat moment riep één van de schippers: ”Je moet ze veilen, Dirk! Verkopen aan degene, die het meeste biedt.....” De veiling was geboren. Ja, wel geboren, maar gedacht werd dat dit kindje geen lang leven zou zijn beschoren. Veel bouwers bleven voortgaan op de oude manier en verkochten aan hun oude afnemers. En er waren kooplui, die wel enkele centen meer wilden geven dan de veilingprijs, mits zij dan wel de beste kwaliteit kregen. Het minder goede ging dan naar de veiling. De veilingprijs zakte. Zowel voor de tuinder als voor de veiling een minder goede gang van zaken; de veiling kreeg zo de naam van verkoopplaats van 2e soort producten en was enkele centen meer dan de veilingprijs dan nog wel een voordeeltje voor de verkoper? Geveild werd er. Het gemeentebestuur van Broek, daartoe aangespoord door hun burgemeester, de uit Sint Pancras afkomstige burgemeester P. Nobel, bracht verbeteringen aan, onder meer door het plaatsen van een 20 meter lange steiger en een soort veilinggebouwtje. In 1896 kwamen een honderdtal tuinders, verontrust door de nadelen die aan het veilingsysteem kleefden, bijeen en stichtten onder het motto ‘samen staan we sterk’, een soort veilingsvereniging: ”De Naamloze Landbouw- en Handelsvereniging Langedijk en Omstreken". Bij oprichting telde deze vereniging circa 100 leden. Het bestuur bestond uit 7 leden: 4 uit Broek, 3 uit Zuid Scharwoude en 2 uit Sint Pancras te weten D. Kloosterboer en P. Gootjes Jzn. (In 1895 werd Vrone's Hope en in 1898 de afdeling Sint Pancras van de Naamloze opgericht.)
Historische Vereniging
- 42 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 EEN MISLUKTE POGING De tuinders, aangesloten bij de Naamloze, legden al spoedig een verlangen op tafel: de veiling waar onze producten worden verkocht, moet een zaak van ons, als kwekers van deze producten, zijn. Schriftelijk verzocht de Naamloze aan de gemeenteraad van Broek: Geef ons het beheer en de exploitatie van de afslagsteiger. Het antwoord was: Het is een publieke veiling en een ieder, die het toegangsgeld betaalt, mag er zijn producten veilen. Wij hebben de steiger aangelegd, een afslager ingehuurd en innen van elke schuit(je) het toegangsgeld. Dat was voor een schuitje 2, een boeier 3 en een praam 5 cent. De ergernis bleef, de tuinders waren geen baas over de plek, waar hun producten werden verkocht. PER GEWICHT. Een andere misstand was de gebruikte maat bij de verkoop van bepaalde producten. Aardappelen en uien werden per mand(je) verkocht. De verkopers hadden graag zo klein mogelijke manden en korven. De kopers eisten een flinke kop erbovenop. Op 18 maart 1897 besloten de tuinders van Sint Pancras, Broek en ZuidScharwoude met algemene stemmen om in het vervolg niet langer per inhoudsmaat, maar per gewicht te verkopen. Besloten werd om voor vroege aardappelen een hoeveelheid van 17½ kilo en voor uien en losse wortelen een gewichtseenheid van 50 kilo te gaan gebruiken. Zo was men zeker om niet te veel en ook niet te weinig te leveren. Het bestuur van de Naamloze bood aan om een gezamenlijke inkoop van bascules te regelen.
Twee advertenties uit de OPRECHTE LANGEDIJKER COURANT van 18 nov. 1897 de eerste om aan te geven dat de handel de tuinders in het oog hield, de tweede voor enig inzicht in de toenmalige geldwaarde.
De Pancrasser tuinders, slechts een deel van hen zal de vergadering van de Naamloze hebben meegemaakt, vergaderden later over hetzelfde onderwerp in de herberg van Greeuw en stemden van harte in met dit voorstel.
Historische Vereniging
- 43 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 De kooplui lieten weten het er beslist niet mee eens te zijn. Zij zeiden alleen aardappels per mud te willen kopen en zo'n mud diende dan 72 kilo te wegen. (Ik vermoed dat men dan 70 kilo wilde betalen) De Naamloze heeft hierover nog eens vergaderd maar besloot om voet bij stuk te houden. Twee dagen later stond het volgende ingezonden stuk in de Alkmaarsche Courant: Aardappelen bij 't gewicht. Mijnheer de redacteur, De ondergetekenden verzoeken U een plaatsje voor het onderstaande in Uw veelgelezen blad. Zij waren als handelaars in aardappelen te Alkmaar en Omstreken uitgenodigd door het bestuur der Handel- en Landbouwersvereniging te Broek op Langedijk, om advies te geven aangaande het gewichtstelsel, hierin bestaande om voortaan aardappelen niet meer per mud, doch bij gewicht te verhandelen. Tegenover het voorstel van het bestuur om daarvoor als grondslag te nemen een gewicht van 70 kilo werd door de kooplieden 72 kg voorgestaan. Dit laatste nu werd door de vergadering bij hoofdelijke stemming aangenomen, doch niet zodra was dit geschied of een der leden zei voor zijn lidmaatschap te zullen bedanken. Het bestuur liet zich daardoor uit het veld slaan. Het bleef zichzelf niet gelijk, maar liet zich door die ene persoon regeren. Wat moet men van zulk een vereniging verwachten? Wij kunnen dan ook onze belangen niet aan zulk een vereniging toe vertrouwen en zullen handelen alsof zij niet bestaat. U mijnheer de redacteur dankend voor de plaatsing, P. Bak. Jb. Al. AT. Baas. P. Korn. In de herfst van 1897 vergaderde de Naamloze opnieuw. Bij de opening werd gezegd, dat niet alle tuinders zich strikt aan het besluit om alleen “per gewicht” te verkopen, hadden gehouden. Toch concludeerde men dat dit een goed besluit was geweest. Men diende met zijn tijd mee te gaan. Heel vroeger, zo werd gezegd, werden de uien gerist. In 1840 begon men met uien per mand te verkopen en nu gaan we het per gewicht doen.
Historische Vereniging
- 44 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 En een volgende misstand, die dient te worden opgeruimd, is die der OVERTALLEN Op elke 100 verkochte witte- of andere kolen werden gratis 12 stuks toegegeven. Verkocht men 100 bos wortelen, dan leverde men voor die prijs 104 bos. Voorzitter C. Wagenaar J. Gzn. hield de leden van de Naamloze voor: “Het is goed om elkaar te ontmoeten in een tijd, waarin de strijd voor het bestaan hard is. Voordat we als bestuur dit onderwerp hier op tafel brachten, hadden we contact met Bovenkarspel en andere dorpen uit de Streek en we merkten, dat daar hetzelfde verlangen leeft als bij ons. We hebben er met velen over gesproken en kwamen tot de overtuiging dat we stappen moeten doen om het tientallig stelsel in te voeren. Het nog bestaande stelsel met de overtallen kan niet langer worden gehandhaafd. We hebben dit ook met de burgemeesters uit de omgeving besproken en als reglement voor de veilingen van Broek en Sint Pancras hebben we vastgesteld dat voortaan bloemkool, rode, witte en gele kool per 100 worden verkocht, rapen, eveneens per 100, witte meirapen per 1000 losse wortelen en uien per 50 kilo” De overtallen stammen af van het 7-tallig stelsel. Getracht is om uit te vinden hoe dat 7-tallig stelsel in zwang is gekomen. Er is heinde en ver gezocht naar de oorsprong, maar we vonden geen antwoord. Vermoedelijk is dit stelsel afgeleid van het vroeger in zwang zijnde geld, toen betaalde men met een oortje, duit of penning. Ook is het mogelijk dat het 7tallig stelsel nog stamt uit de tijd dat men 7 als een heilig getal beschouwde. Helaas wordt tegenwoordig op school wel les gegeven in het 10-tallig stelsel. Het zou goed zijn geweest indien men bij de invoering van het tientallig stelsel tegelijk de van het 10-tallig stelsel afwijkende berekeningen had afgeschaft. Wie met een paar gezonde ogen om zich heen ziet, moet opmerken de vele misstanden en fouten die uit traditie in de landbouw bleven. Toch vonden er in de landbouw grote veranderingen plaats. Zag men hier voorheen slechts enkele akkers, langzamerhand is het weiland herschapen in vruchtbaar bouwland en ging men zich steeds meer toeleggen op de teelt van wit zaad, (graan) omdat de prijzen der zuivelproducten schrikbarend begonnen te dalen. Toen tenslotte uit Amerika schepen, beladen met een enorme hoeveelheid graan onze havens binnenliepen, bleek dat van zo grote invloed te zijn, dat weldra ook de teelt van wit zaad niet meer lonend was. Men begon zich toe te leggen op de teelt van groente en men ziet de
Historische Vereniging
- 45 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 ontzaglijke uitbreiding van deze teelt. En wanneer eenmaal de lijn Alkmaar - Hoorn gereed zal zijn, dan zult ge zien dat er veel akkers bij zullen komen en dat de groentebouw in deze streek zich nog meer zal uitbreiden. De prijzen zijn echter bij de groter wordende productie niet gedaald en wij hebben derhalve ook niet te klagen. En in geen geval wanneer wij onze prijzen stellen tegenover die van de witzaad-telers. Doch in het vooruitzicht dat de groentebouw door de betere vervoersmiddelen een nog grotere afmeting zal krijgen, hebben wij te zorgen dat de handel in onze producten geen belemmering zal ondervinden door de toepassing van verouderde stelsels. We moeten niet rusten voordat de invoerrechten op de gele kool in Duitsland zijn opgeheven, voordat we een spoorlijn over de Ringsloot hebben gekregen en deze spoorlijn tot de veiling is doorgetrokken. Maar nu gaat het om de overtallen. Vroeger, zo'n 60 jaar geleden nog, stelde het overtallenkwaad niet zo veel voor omdat de groentebouw zich vooral bepaalde tot het zuiden van het Geestmerambacht. In het noorden werd nog hoofdzakelijk wit-zaad geteeld. De verzending van de kool vond plaats per schippers, waarvan er 10 of 12 op de Alkmaarse markt voeren en slechts één op Amsterdam en één op Purmerend. Maar met de toeneming van de handel in onze producten vermeerderden de overtallen. Jaarlijks komen we nu b.v. tot een reuzencijfer wat aan bloemkool wordt weggegeven. Als er via de veiling 100.000 worden verkocht, komen hier 12.000 cadeau-exemplaren bij.” Meegedeeld werd dat het bestuur wist, dat op meerdere plaatsen werd overwogen om hetzelfde te doen. “Als wij het vandaag doen, doet men het morgen in Bovenkarspel”. Het voorstel tot afschaffing van de overtallen werd aanvaard met 97 tegen 3 stemmen, terwijl 2 personen hun biljet blanco inleverden. De gemeentebesturen steunden het besluit. De kooplui stonden niet te juichen. Ze konden echter de billijkheid wel inzien en stelden de redelijke voorwaarde: “We kunnen akkoord gaan met de afschaffing van de overtallen, maar dan moeten we wel zeker zijn, dat we goede waar kopen. Er moet een onpartijdig keurmeester komen en deze moet er op toezien, dat hetgeen niet ‘voor het oog’ ligt van dezelfde kwaliteit is als het tentoongestelde”.
Historische Vereniging
- 46 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 HET BROEKER SPOORTJE. In 1865 was de spoorlijn Alkmaar - Den Helder in gebruik genomen. Voor groentevervoer was dit nog niet optimaal. Aanvankelijk moest gezorgd worden dat de producten op het station Heerhugowaard kwamen. In 1879 kon men ook bij de Broekerhoek (Broekhorn) een spoorwagon laden. Een zekere Swager had voor eigen rekening een lijntje vanaf het station Heerhugowaard naar deze laadplaats aangelegd. Toch was ook dit nog omslachtig. Vandaar dat er stemmen klonken, o.m. in de gemeenteraad van Sint Pancras, dat op de een of andere manier de veiling in Broek met de H.Y.S.M.-spoorlijn moest worden verbonden. Op aandrang van de gemeentebesturen van Broek en Sint Pancras verklaarde de H.Y.S.M. zich bereid dit te doen. Gedacht werd dat de rente en afschrijving uit een omslag per wagon bekostigd zouden kunnen worden. Toch vroeg en kreeg de H.Y.S.M. de toezegging van de omliggende gemeenten dat deze garant stonden voor eventuele tekorten. (Broek f2.700,-Sint Pancras en Koedijk f3.800,-- en Zuid-Scharwoude f 700,-- op jaarbasis). In 1902 werd het zijlijntje in gebruik genomen. Van de garanties behoefde nimmer gebruik te worden gemaakt, het lijntje bracht zijn geld wel op. AFSCHEIDING Was de Naamloze begonnen met ± 100 leden afkomstig uit Sint Pancras, Broek en Zuid-Scharwoude; tien jaar later telde deze vereniging 600 à 700 leden, ook uit Warmenhuizen, Koedijk en Oudorp. Maar niet steeds was alles ‘pais en vree’. Omstreeks 1900 boterde het niet tussen de Broekers en de andere afdelingen. Het gedenkboek van de L.G.C. spreekt van ‘onderlinge rivaliteit’. Stelden de Broekers zich wat op in de trant van "Het is onze veiling” de anderen daarentegen zeiden "Dank zij ons, is die veiling zo groot geworden". Het eindigde met de afscheiding van de Broeker afdeling van de Naamloze, die als zelfstandige vereniging onder de naam GROENTECENTRALE verder ging. Op de jaarvergadering van 1903 opende de uit Broek afkomstige C. Wagenaar J. Gzn nog wel als voorzitter van de Naamloze, maar trad meteen na deze opening af. En met hem de drie andere uit Broek afkomstige hoofdbestuursleden. Het uit Zuid Scharwoude afkomstige hoofdbestuurslid, S. Zeeman, sprak de aftredenden toe, bracht in herinnering hetgeen ze voor de vereniging hadden gedaan en hoe ze nu, door de afscheiding van Broek, hun zetel moesten
Historische Vereniging
- 47 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 verlaten. Als blijk van waardering voor hun betoonde grote inzet, stelde hij voor om deze vier oud-hoofdbestuursleden tot ereleden te benoemen. Met applaus werd dit voorstel aangenomen. CONTANTE BETALING De bovengenoemde vergadering werd gehouden in de herberg van Greeuw, en duurde van 's morgens 10 uur tot 's avonds halfzeven. Er werd ondermeer een belangrijk, uit Noord Scharwoude afkomstig voorstel behandeld. In eerste instantie luidde dat: “De kooplui moeten ons voortaan contant betalen. Als blijk van waardering staan we hen daarvoor 1% korting toe. Nu moeten we veel te lang op ons geld wachten.Soms wel 8 tot 10 weken. Het is voorgekomen dat bouwers nog circa f 1.400,-- te goed hadden en zelf geld moesten lenen om hun landhuur te betalen.” Aanvankelijk werden wel enige bezwaren gezien: -In Broek wordt jaarlijks voor f 500.000,-- geveild; dit gaat ons dus f 5.000,-kosten. -Een kleine koopman kan niet contant betalen, daarvoor bezit hij niet het benodigde kapitaal. -De kooplui blijven weg van de veiling. Anderen zeiden: Een goede, vertrouwde kleine koopman kan zeker geld van de bank krijgen voor contante betaling. De minder solide zal dit niet gelukken. Nou, die mag we blijven. (Sommige kooplui kochten wel, maar betaalden nimmer....). En trouwe bezoekers van de Amsterdamse markt weten te vertellen: “Toen in Amsterdam de contante betaling werd ingevoerd, bleven daar ook enkele kooplui even weg, maar die kwamen al gauw terug en nu is iedereen er aan gewend.” Zij zijn het niet eens om 1% korting te geven. In Amsterdam werd dat ook niet gedaan: “We zijn nu van de overtallen af, nu moeten we die niet weer via een achterdeurtje binnenhalen.” Voor dat laatste argument is Noord Scharwoude gevoelig en het begrip ‘contante-betalingskorting’ wordt uit het voorstel geschrapt. Met nagenoeg algemene stemmen wordt dit voorstel dan aangenomen. Aanvankelijk voelde de zelfstandige Broeker vereniging ”de Groentecentrale" niet veel voor het ‘contante betaling’ systeem. Veel kooplui woonden in Broek en omdat de Broeker tuinders dichter bij het vuur zaten, behoefden zij nooit zo lang op hun geld te wachten, dan de tuinders uit de "buitengemeenten". Enkele maanden later wijzigde de Groentecentrale dit standpunt.
Historische Vereniging
- 48 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
De molen van Jong – ringvaart - Broeker lijntje - het nog niet verkavelde gebied – de Twuyverweg en boven op de foto het zuideinde van Broek op Langedijk.
UITBREIDING VAN DE VEILINGACTIVITEITEN. Alkmaarsche Courant oktober 1903: Door de invloed van de landbouwverenigingen zijn er de laatste tijd aan de Langedijk heel wat oude gewoonten in de groentehandel opgeruimd. De contante betaling, die deze zomer werd ingevoerd, voldoet uitstekend. Thans worden pogingen aangewend om grote verandering te brengen in de handel in winterkool. Tot nu toe komen de kooplui des winters bij de bouwers aan huis en kopen tegen een gemiddelde prijs de hele schuur met kool. De afdeling Sint Pancras van de Naamloze wenst nu hierin verandering te brengen en ook de winterkool op publieke markten op monster te verkopen. Tot dat doel heeft de afdeling zich in verbinding gesteld met de andere afdelingen om zo mogelijk reeds in de nu aanstaande winter deze verandering in te voeren. Vermoedelijk houdt de mededeling, gedaan door de burgemeester van Broek in de raadsvergadering van december 1903 hiermee verband. Hij meldt dan dat bij gesloten water de heer Vet bereid is om de veiling in diens stal en
Historische Vereniging
- 49 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 kolfbaan te laten plaats vinden. Naar alle waarschijnlijkheid zijn hieraan geen kosten verbonden. STRIJD OM DE VEILING In januari 1904 besloot de Broeker gemeenteraad de veiling te voorzien van een betaalkantoor en betaalmeester. Financieel betekende dit voor de tuinders dat zij 1% van hun aangevoerde producten moesten afstaan. Daarvan kregen de kooplui 0,3%, de betaalmeester 0,4% en de rest was voor het onderhoud van de veiling. In cijfers uitgedrukt: In 1904 was de omzet f 1.201.657,62. Hiervan 1% is circa f 12.000,--. Hiervan kreeg de betaalmeester f 4.800,--. Een best loon in die tijd, toen een flinke koe f 150,-- a f 200,-- kostte. Daarvoor stond de betaalmeester dan ook persoonlijk borg voor de uit te betalen bedragen. En van de f 3.600,-- , die in de gemeentekas vloeide, was het onderhoud wel te betalen. Het lijkt er op of dit raadsbesluit de druppel was, die de emmer bij de tuinders deed overlopen en men daardoor kwam tot een 'en nu moet de zaak dan maar buigen of barsten' houding. Eindelijk willen we nu als aanvoerders zelf beslissen over de gang van zaken op de veiling en niet langer afhankelijk zijn van de beslissingen van de Broeker gemeenteraad. Terzelfder tijd maakte burgemeester Smit van Sint Pancras in het B&W college een opmerking, die genotuleerd werd als: “De voorzitter wijst op de minder edele handelwijze van de gemeenteraad van Broek, die door het invoeren van de contante betalingsregeling op de gemeentelijke markt de vruchten wenst te plukken van eens anders arbeid en daardoor agitatieoorzaak voor de eigen markt is geworden. Hij wijst ook met nadruk op het steeds onverhoord blijven der zeer zeker gegronde grieven en de onwil, die er bij het gemeentebestuur van Broek bestaat tegen het wegnemen daarvan.” Hij zal hiermee bedoeld hebben dat de tuinders, verenigd in de Naamloze, reeds enkele malen hadden gevraagd om medezeggenschap in de Broeker veiling. De afdeling Sint Pancras besloot dan ook om op de algemene vergadering van de Naamloze het volgende voorstel te doen: -In plaats van gemeentelijke, willen we eigen markten. We gaan een voorbereidingscommissie benoemen. Deze moet onderzoeken hoe dit het
Historische Vereniging
- 50 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 beste in het vat kan worden gegoten: waar eigen markten moeten komen, een marktreglement samenstellen en verdere plannen ontwerpen. Tijdens de behandeling van dit voorstel op de jaarlijkse algemene vergadering vertelt hoofdbestuurslid S. Zeeman weinig goeds over een brief die de Broeker tuinders aan hun gemeenteraad hebben gestuurd: “De vereniging Groentecultuur heeft alleen oog voor de belangen van Broek en niet voor de algemene belangen van deze streek.” Voorzitter Arie Nobel uit Sint Pancras (bekende van de Nobelhof) zegt: “Eerst waren de Broekers tegen de contante betaling. Nu hebben wij dat voor elkaar gekregen en wil de Broeker raad dat voordeeltje weer van ons afpakken en voor zichzelf benutten, terwijl ze er geen vinger voor hebben uitgestoken. Het is beslist verkeerd dat 7/8 deel van de bouwers niets, en 1/8 deel alles heeft te zeggen.” Het voorstel van Sint Pancras wordt met algemene stemmen aanvaard. In enigszins verscherpte vorm: de voorbereidingscommissie moet niet op 1 sept. a.s. gereed zijn, zoals werd voorgesteld, maar voor 1 mei, want “gezien de houding van de Broeker raad duurt 1 sept. te lang.” De volgende stap van de Naamloze was het sturen van een zelfde verzoek naar de gemeenteraden van Sint Pancras, Broek en Noord Scharwoude om de in elk van deze gemeenten bestaande veiling te verkopen aan de Naamloze. Enkele krantenberichten: 1 april 1904. Een twintigtal Langedijker groentehandelaren maakten bekend, dat zij de eventueel te stichten eigen markt van de Naamloze niet zullen bezoeken, omdat zij die markt in het nadeel van de handel achten. De meesten van deze handelaren zijn geen lid van de vereniging De Koophandel, die zich niet tegen de eigen markt verzet. 17 april 1904. Langedijk. De eigen markt is nog steeds de "topic of the dag". Deze kwestie heeft al heel wat gemoederen in beweging gebracht. Met spanning wordt de strijd tussen het gemeentebestuur van Broek als eigenaresse van de bestaande markt en de Landbouwhandelsvereniging tegemoet gezien. De voorbereidingscommissie is met haar werk gereed. De voorstellen worden behandeld op de buitengewone ledenvergadering van 4 mei a.s. 22 april Sint Pancras. De door de Naamloze benoemde commissie is gereed met haar plannen
Historische Vereniging
- 51 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 inzake eigen markten. Voorgesteld wordt om markten te houden in Noord Scharwoude, Broek en Sint Pancras. De bouwers moeten van hun producten 1% afstaan, het marktgeld is hierbij inbegrepen. De kopers krijgen voor contante betaling 0,25% korting. Ook de betaalmeesters ontvangen een gedeelte hiervan (0,4 a 0,5%). Er zal niet alleen een automatisch afmijntoestel, maar ook een automatische afslager worden aangeschaft. Omdat het verhandeld bedrag op f 710.000, -- wordt geschat, raamt men aan inkomsten een bedrag van f 7.100,--. De uitgaven worden op f 6.325,-geschat. In dezelfde tijd ontstond er in Sint Pancras een wat gematigder plan, hetgeen door 26 leden van de afdeling Sint Pancras aan de Broeker raad werd gestuurd en wat het volgende inhield: Raad, draag het beheer van de veiling over aan een gemengde commissie van 7 leden, waarvan: de gemeenteraad van Broek 2 leden benoemt, de Naamloze 2 leden Ver. De Koophandel 1 lid Groentecultuur Broek 1 lid De Eendracht Oudkarspel 1 lid benoemt. (De Eendracht was ook zelfstandig geworden, vroegere afdeling van de Naamloze). Op de dag, voorafgaand aan de met spanning verbeide vergaderdag van de Naamloze, kwam de gemeenteraad van Broek bijeen. De raad vond op haar tafel 2 verzoeken: het eerste van de Naamloze met als inhoud: verkoop de veiling aan onze vereniging, en een tweede: geef de veiling in beheer aan een gemengde commissie. Bij dit tweede verzoek waren 3 ondersteunende adhesiebetuigingen: nr. 1 uit Koedijk met 15 handtekeningen, nr. 2 uit Warmenhuizen met 26 handtekeningen, nr. 3 van de Vereniging van handelaren ‘De Koophandel’ Burgemeester Slot zegt dat de raad van Broek steeds alles heeft gedaan om de markt tot bloei te brengen, aan elk verzoek om verbetering steeds gehoor heeft gegeven en ziet niet in, evenals bij vroegere verzoeken, waarom de raad het heft uit handen zou moeten geven.
Historische Vereniging
- 52 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Het verzoek van de Naamloze wordt dan ook zonder meer aan de kant geschoven. Beter te spreken is de raad over het verzoek om een beheers-commissie. Even lijkt het of dit zonder meer zal worden aanvaard. Tijdens de vergadering wijzigt de raad de samenstelling van de commissie. Geen 2 leden van de Naamloze, maar slechts één lid en dus 3 leden benoemd door de gemeenteraad. Of hierachter zat de gedachte: 3 raadsleden en 1 lid van de Broeker groentecentrale is 4 van de 7? De volgende dag op de druk bezochte bijzondere ledenvergadering van de Naamloze is men dan ook slecht te spreken over de houding van de Broeker raad. Meegedeeld wordt dat 402 tuinders, die samen 1200 hectare groente verbouwen, reeds tekenden om hun producten alleen te verkopen op de eigen markt. Van deze 402 kwamen uit Sint Pancras 62, Koedijk 47, Schoorldam 25, Warmenhuizen 48, Sint Maarten 34, Harenkarspel 87, Noord Scharwoude 41 en Zuid Scharwoude 58. Van de gemeenteraden van Noord Scharwoude en Sint Pancras was bericht ontvangen dat men instemde met de verkoop van de markt aan de Naamloze. Het hoofdbestuur zegt graag in overleg met het Broeker gemeente-bestuur, als nog te willen komen tot een gemeenschappelijke markt. Op voorstel van de Pancrasser D. Kloosterboer wordt besloten: We besluiten om een eigen markt in Broek te stichten, tenzij de raad van Broek alsnog akkoord gaat met een beheerscommissie van 7 leden, waarvan de samenstelling luidt: 3 leden van de Naamloze en van de gemeenteraad van Broek, de Koophandel, Groentecentrale en Eendracht elk één lid. Op 11 mei weigerde de Broeker raad dit laatste verzoek en groente-cultuur berichtte aan zijn raad: Prima gedaan, jullie namen een uitmuntend standpunt in. De Alkmaarsche Courant berichtte op 15 mei: De gemeenteraad van Broek heeft afwijzend beschikt op het voorstel van de Naamloze aan de gemeenteraad om haar markt in beheer af te staan aan een gemengde commissie waarin 3 leden van bovengenoemde vereniging zitting zouden hebben. Zo is dan de laatste poging om te voorkomen dat er een tweede markt zou worden gesticht, mislukt. Zo staat het nu wel vast dat naast de gemeentemarkt er een eigen markt van de genoemde vereniging zal worden gesticht.
Historische Vereniging
- 53 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Als er niet net een toevoerlijn naar de Broeker veiling was geopend, waarvoor ook Sint Pancras en Koedijk en Zuid Scharwoude garant stonden, hadden er nog wel eens gekkere dingen gebeurd kunnen zijn. Nu liet het bestuur van de Naamloze het volgende bericht naar de krant doorsijpelen: 22 mei. Tot op heden hield 't bestuur van de Naamloze om bijzondere redenen de plaats, waar dit bestuur haar eigen markt zal stichten, geheim. Dit is nu opgeheven! Men heeft het terrein van A. de Boer gehuurd in de onmiddellijke omgeving van de laadplaats en toevoerlijn. Het is bijzonder gunstig gelegen. Het hoofdbestuur van de Naamloze trof tevens maatregelen om de nieuwe markt te kunnen starten met ingang van het nieuwe seizoen. Er werd een aanbesteding voor een marktgebouw uitgeschreven en voor verschillende functies werden sollicitanten opgeroepen. Inmiddels waren 2 Pancrassers te weten C. Kloosterboer en P. Gootjes in contact getreden met Broeker raadsleden en probeerden zij dezen alsnog warm te krijgen voor het eerste Pancrasser bemidde-lingsvoorstel: 2-2-1-1-1. Deze raadsleden (6 van de 7), de ernst van de toestand inziende, stemden hiermee in. Tevens maakte men gezamenlijk een financieel plaatje op. In een spoedvergadering ging de raad van Broek, zoals men het formuleerde: ‘ter voorkoming van een tweede markt in Broek’, akkoord met het Pancrasser voorstel. Het financiële voorstel werd iets gewijzigd: In plaats van een bepaald percentage voor onderhoud, vroeg de raad een jaarlijks bedrag van f 400,-. Eerst leek het of de geprikkelde leden van de Naamloze deze wijziging verkeerd zouden opvatten. Toen burgemeester Smit (burgemeesters plachten toen de vergaderingen van de Naamloze nog al eens te bezoeken) en hoofdbestuurslid Zeeman betoogden dat deze financiële wijziging voor de tuinders eerder een verbetering dan een verslechtering betekende, ging de vergadering akkoord. Het krantenverslag van deze vergadering eindigt met: De afdeling Sint Pancras, welke eerder voorstelde om vast te houden aan de gemaakte mondelinge afspraak, trok nu haar voorstel in, waarmee 't voorstel van de Broeker raad met 502 tegen 173 stemmen werd aangenomen. En met dit besluit is de strijd, die aan de Langedijk zoveel hoofden warm heeft gemaakt, ten einde. Door deze bemiddeling is de
Historische Vereniging
- 54 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 kwestie finaal opgelost en zal er dus geen tweede markt worden gesticht. De voorzitter sluit de vergadering en spreekt de wens uit dat de vereniging nooit berouw mag krijgen over het genomen besluit. De heer Zeeman dankt voorzitter Nobel voor alles wat hij in deze strijd voor de vereniging heeft gedaan, daarbij zichzelf geheel opofferende voor de zaak welke hem zozeer ter harte ging. En inderdaad, de heer Nobel mag dan niet voldaan zijn; voor het grootste deel is het aan zijn taaie volharding te danken dat de vereniging een zo grote concessie van de raad van Broek heeft verworven. De L.G.C. De Naamloze werd in 1911 ontbonden. De aangesloten verenigingen leefden als zelfstandige plaatselijke verenigingen voort. Hier onder de naam DE TUINBOUW. De Pancrassers vonden het afzonderlijk naast elkaar leven van de diverse tuinbouwverenigingen toch maar onbevredigend. Op 3 januari 1916 belegde de Tuinbouw, onder voorzitterschap van P. Gootjes (ook deze naam komt veelvuldig voor) een vergadering van tuinbouwverenigingen uit de omgeving. Op voorstel van De Tuinbouw besloten ze zich weer te gaan verenigen in een bond, die als naam kreeg de Langedijker Groente Centrale (LGC). De aangesloten verenigingen waren: Sint Pancras, Koedijk, Broek, Zuid Scharwoude en Heerhugowaard. Spoedig na de oprichting, stuurde de LGC het verzoek aan de Broeker raad om de veiling in eigen beheer te mogen hebben. Anders dan in 1903 was de raad hiertoe meteen bereid en gaf het veilingbeheer in handen van de bij de LGC aangesloten tuinders. ******
Historische Vereniging
- 55 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
Drie paarden voor een cultivator (zware grond). De leidsman heette Dovis. Naast de cultivator Klaas Wagenaar Jzn.
DE AARDAPPELZIEKTE 1596. Londen. Een theaterzaal vol mensen. De premiere van "The merry wives of Windsor". Mocht dit een luchtig toneelstuk zijn, de tijd is verre van luchtig: de Engelse graanoogst is grotendeels mislukt. Vandaar dat bij deze première een spreker opmerkte: 'Laat het uit de hemel aardappels regenen.' Het leverde hem een klaterend applaus op. Conclusie: Zo maar een los flardje geschiedenis wat ons vertelt dat reeds toen het Londense publiek wist van de voedingswaarde van de aardappel. (Ik hoop dat we van en voor Oud Sint Pancras nog veel van dergelijke flodders vinden). Wanneer men in onze omgeving met de aardappelteelt begon, is me niet bekend. Ik heb er ook niet speciaal om gezocht. Het schijnt dat omstreeks 1750 de aardappel in ons land een vaste plaats begon te verwerven.
Historische Vereniging
- 56 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
"Plantendokter" Aart van Herwijnen. Hij was ambtenaar van de plantenziektekundige dienst en kwam in 1929 in Sint Pancras wonen. (Noordeinde 1) Hij nam afscheid op de dag dat de Velsertunnel in gebruik werd genomen in september 1957. Voor de tuinders was hij een vertrouwd raadgever. Ook door de handelaars werd hij gewaardeerd omdat hij streefde naar kwaliteitsproducten. (groente- en bloem-bollenzaad)
Zoekend naar andere tuinbouw gegevens, stuitte ik op een viertal brieven uit 1845. Meester Marinus Kars van de gemeenteschool, die in deze functie ook het schrijfwerk voor het gemeentebestuur verrichtte (de man had een vreselijk handschrift), beantwoordde in deze vier brieven enkele door GS gestelde vragen over de aardappelziekte in Sint Pancras. Tot 1845 was de aardappelziekte hier totaal onbekend. In 1845 werd de ziekte in één klap berucht en gevreesd want toen heeft die ziekte hier en elders in Europa vreselijk gewoed. Volgens de verstrekte opgaven was Sint Pancras in die tijd een kleine dorpsgemeenschap van omstreeks 400 zielen. Hier is het Zuideinde niet bij
Historische Vereniging
- 57 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 gerekend, maar meer dan 100 mensen hebben daar zeker niet gewoond. Elk jaar opnieuw vertelde meester Kars aan het provinciaal bestuur dat deze gemeenschap als hoofdbestaansmiddel de (akker)landbouw had. Een belangrijk onderdeel van deze landbouw was de teelt van vroege aardappels. Ik realiseerde me dat de aardappelziekte-plaag heel diep moet hebben ingegrepen in de dagelijkse beslommeringen van het kleine agrarische dorp. Het is beslist "het gesprek van de dag" geweest Omdat ik meen dat de vroege aardappelteelt gevoegelijk tot de tuinbouw mag worden gerekend, meen ik dat dit artikeltje niet zal misstaan in deze "tuinbouw-aflevering” van de Klin. Trouwens, waar ligt de grens tussen land- en tuinbouw? De eerste vereniging van tuinders in deze streek noemde zich De Naamloze LANDBOUW- en HANDELSVERENIGING. Uit de vier genoemde brieven, gemeentelijke verslagen en kranten-berichten vormde zich het volgende beeld: Tot 1845 was hier de aardappelziekte volslagen onbekend. Dat wil niet zeggen dat deze ziekte zich hier eerder nooit openbaarde. Maar dan is dit in zo geringe mate geweest, dat de kwekers er geen aandacht aan schonken. Dit vermoeden is mede gegrond op hetgeen in een later jaar wordt geantwoord op de Haarlemse vraag: Hadden jullie ook dit jaar weer last van de aardappelziekte? Dat er wel enige planten wat waren aangetast, maar in zo geringe mate dat, als ze de ziekte niet hadden gekend, hen dit niet was opgevallen. Het voorjaar van 1845 was koud. In Leeuwarden vroor het op 14 maart 's morgens om 6 uur nog 17º à 18ºC. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar maanden op 17 maart de bevolking om toch vooral voorzichtig te zijn met vuur en licht, want bij de zo lang aanhoudende strenge vorst wordt in de vertrekken meer gestookt dan anders om deze tijd. Ook mei was koud en guur. De thermometer schommelde rond 48ºF (+10ºC). De Alkmaarsche Courant vertelde zijn lezers in het volgende verhaal over het verschrikkelijke weer wat er in Groningen was op 22 mei: Op die dag begon er 's avonds om 6 uur plotseling een hevige wind op te steken, vergezeld van een zeer dikke en lage, onweder voorspellende lucht, komend vanuit het oosten en in noordwestelijke richting gaand, zo angstaanjagend dat het gevogelte van bangheid zijn schuilhoeken opzocht. Terzelfder tijd zag men hoog in de lucht voorwerpen rond-fladderen, die men eerst voor vogels hield, doch
Historische Vereniging
- 58 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 welke spoedig kledingstukken bleken te zijn die door een windhoos waren opgenomen en die men later terugvond. Er volgde een zware, langdurige hagelbui en in het vervolg van de avond vielen erg nog sterke en zware regenbuien. Toelichting: De hier en in grote delen van Europa in 1845 voor het eerst gesignaleerde aardappelziekte, de phytophthora, is een soort schimmelziekte. Op de bladen ontstaan grauw-bruine, onregelmatige vlekken. Ook de stengels kunnen aangetast worden. Het gewas kan voortijdig afsterven. Vooral bij vochtig, broeierig weer verspreiden de sporen zich erg snel en tasten ze ook de knol in de grond aan.
Uit deze wat sensationeel gekleurde krantenberichten valt op te maken dat de vorst in het voorjaar 1845 nog niet was verdwenen en het in mei nog koud en guur was. De vroege aardappelen waren dat jaar dus niet erg vroeg…… Vaak hadden de vroege aardappelen weinig last van de aardappel-ziekte omdat ze voordat het warme en broeierige weer begon, reeds waren gerooid, maar na dit koud voorjaar kon dat wel eens anders zijn geweest Hierop volgde een warme junimaand. Ook daarvan vertelde de Alkmaarsche Courant sterke verhalen, zoals dat in Parijs de bakkers vanwege de warmte flauw vielen voor de oven en omdat het in de nachtelijke uren enige graden koeler was, ze alleen in de nacht zich ophielden met bakken. En elders wilde een drietal jonge dames zich van het leven beroven. Vanwege de warmte besloten de ontroostbaren dit door middel van de verdrinkingsdood te doen. (Gelukkig sprongen enkele koene jonge mannen hen na en redden dezen de dames.) Eind juli wisten de aardappeltelers in Nederland dat er met de aardappels iets aan de hand was: ze waren ziek, ze begonnen reeds af te sterven. Algemeen werd dit geweten aan de zeer dikke en kleverige mist, die er van 22 op 23 juli was geweest. Die mist zette zich toen overal op vast en was zo kleverig dat de mensen, die toen buiten op straat waren, toen ze thuis kwamen de vochtigheid niet van hun kleren hadden kunnen schudden. Later in de morgen was de mist overgegaan in een zware stofregen, die een onaangename gewaarwording had teweeggebracht. Gezien de onheilspellende berichten omtrent de aardappeloogst, werd van
Historische Vereniging
- 59 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 hogerhand geregeld bij de gemeentebesturen geïnformeerd: 'Hoe gaat het in Uw gemeente met die aardappelziekte, is het ook zo erg of valt het bij jullie wat mee?’ 'Wat doet men er bij U aan om de ziekte te bestrijden?' Op 3 augustus werden deze vragen voor het eerst vanuit Haarlem de provincie ingestuurd, later werd dit nog enkele malen, in een wat gewijzigde vorm, herhaald. Meester Kars antwoordde: "Ik haast mij Uwe Excellentie te berichten dat hier gewoonlijk 15 tot 16 bunders aardappelen worden verbouwd. Voor een groot deel bestaande uit vroege. Ook dit jaar is dat weer het geval. Tot nu toe (half augustus) kan niet worden gezegd dat we het gewas als geheel verloren moeten beschouwen, de ziekte is hier echter wel aanwezig. Uit de ingewonnen berichten moet ik opmaken dat geen enkel perceel aardappelland geheel zuiver is van de ziekte. Naar de gedachte van de landbouwer zou droog en warm weder de oogst nog gunstig kunnen beïnvloeden. Voor het bederf kent men geen andere oplossingen en alle hoop is daarom gevestigd op droog, warm weer, waardoor de nog niet afgestorven stengels blijven leven en deze aan de nog kleine, gezonde aardappels genoegzame kracht kunnen schenken om zich te kunnen ontwikkelen." Op 29 sept. schrijft Kars o.a.: "Naar aanleiding van de circulaire van Uwe Excellentie bericht ik U dat het in deze gemeente onze eerste zorg is om door een zorgvuldige behandeling van de (nog)gezonde aardappels te behouden wat nog te behouden valt, - dat velen de geoogste (vroege) aardappels reeds verkochten, - dat enkelen, gelokt door de hoge prijzen, reeds alles hebben verkocht, maar dat anderen een gedeelte van de oogst hebben vastgehouden, zowel voor zichzelf als om anderen in de gemeente te helpen, - en tenslotte worden er door enigen, hoewel in het klein, proeven genomen om WINTERAARDAPPELEN te verbouwen. Zoals steeds, wanneer een ramp de mensheid treft, zocht men ook toen ijverig naar de oorzaken van de ziekte en naar middelen om deze te bestrijden. De hier bovengenoemde proefneming in het klein van winteraard-appelen begreep ik aanvankelijk verkeerd. Ik dacht aan latere soorten, meer geschikt om gedurende de winter in de kelder te worden opgeslagen. Maar ook deze aardappelen worden reeds in de lente gepoot en in september is het te laat voor proefnemingen. Later las ik een krantenbericht en ik begreep: Zoals we nu zomer- en winterbloemkool kennen, wilde men toen denken aan zomer- en winteraardappelen.
Historische Vereniging
- 60 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Het bericht, dat de Alkmaarsche Courant van het Handelsblad overnam luidde: 8 sept. Nederlanden. De landbouwers wordt aangeraden om in deze of in de volgende maand aardappels te gaan poten op een diepte van 10 tot 12 duim. Bij vorst dient men dan over de aardappels mest of stro te strooien. De gehele winter door heeft men dan goede aardappelen. De winteroogst is viermaal overvloediger dan de zomeroogst De aardappelen moeten 's morgens worden gepoot. Een ander bericht wat onze mensen toen ook in de Alkmaarsche Courant konden lezen, luidde: In Duitschland vond een landman een middel om de verrotte aardappels te stuiten en zelfs de besmette te genezen. Het is een eenvoudig middel. Men moet namelijk de grond diep insteken en ruimer maken voor men aardappels gaat poten. Zo wordt de luchtigheid en uitwaseming bevorderd en de broeiing tegengegaan, die een gevolg is van de vochtigheid. Dit middel is volkomen gelukt. Het volgend jaar, vanaf begin maart, werden door verschillende kranten aanwijzingen gegeven betreffende de aardappelverbouw: - Plant alleen goede poters, - Zet de poters diep, zodat de ziekte die zich eerst in het loof vertoont, niet spoedig zijn uitwerking op de aardappel overbrengt. - de poters moeten enige tijd voor het poten in de kalkpap worden gelegd, - men kan ook de poters eerst nat maken en dan met kalk bestuiven, want de pootaardappel moet met een dunne laag kalk overtrokken worden, - men moet niet twee jaar achterelkaar op dezelfde akker aardappels verbouwen, - neem het liefst wat zanderige, droge grond, - bemest de aardappels met vergane mest, maar niet met paardenmest. Wat de aardappeloogst van Sint Pancras in het "rampjaar" 1845 betreft nog dit: In september meende Kars uit de hem aangereikte gegevens te mogen opmaken dat ongeveer een derde deel van de oogst als verloren moest worden beschouwd.
Historische Vereniging
- 61 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Aan het eind van het jaar, toen hij alles kon overzien, schreef hij: De aardappelteelt is hier grotendeels mislukt. Het werd voor de landbouwers nog een beetje goedgemaakt door de hoge prijzen van de goede aardappelen en ook door de vanwege de mislukte aardappeloogst gestegen prijzen van de granen en andere voedingsgewassen.
Aardappeloogst
De arme kreeg het die winter zwaar te verduren. Er viel voor hem weinig te verdienen, want de bouwer hield de hand op de knip. En het voedsel werd duur. Een roggebrood van een pond (roggebrood was evenals de aardappel, het voedsel van de arme man) kostte begin 1845 in Sint Pancras 10¾ cent. In november 1845 was dit reeds 2 cent duurder en midden in de winter was het gestegen tot 13¼ cent. Een stijging dus van 30%. (Het dagloon van de gemiddelde arbeider bedroeg hier 75 cent)
Historische Vereniging
- 62 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Uit grotere plaatsen, zoals Haarlem, kwamen berichten als: Enige personen uit de lagere stand hebben hier de rust verstoord vanwege de stijgende prijzen van de grutterswaren. Het is ook een ramp voor de minder-gegoeden, nu de aardappelen nogal in prijs stijgen evenals koren en peulvruchten..... Elders klaagde men de volgende jaren ook nogal over de aardappelziekte. In Sint Pancras viel dit mee. Vermoedelijk omdat hier vroege soorten werden verbouwd en deze reeds waren gerooid voor 't broeierige nazomerweer kwam. De gemeentelijke verslagen meldden: - in 1846: De ziekte deed zich in Sint Pancras slechts in geringe mate voor en dan nog alleen in het late, hier geteelde soort. Het verlies is niet noemenswaard. - in 1847: De ziekte is praktisch niet opgemerkt. Als we de ziekte niet hadden gekend, was het niet opgevallen. - in 1848: De vroege soorten zijn niet aangetast. Voor de late, hier geteelde soorten, zijn de vooruitzichten slecht.
Uit "DE TEELT VAN VROEGE AARDAPPELEN" een boekje o.m. geschreven voor gebruik op land- en tuin-bouwscholen, verschenen in 1904. Bij de belangrijkste vroege aardappelsoorten worden ook vermeld onder nummer 5 DE GLADBLAADJES, een variëteit welke te Sint Pancras vanouds veel wordt verbouwd. De knol is langachtig rond, niet groot, geel, vast, melig en zeer smakelijk. Op binnenlandse markten koopt men deze soort zeer gaarne. Het loof is heldergroen, kort en glanzend. Wie voor eigen gebruik vroege aardappelen wil telen, neme gerust deze soort. Zelfs op zware kleigrond zal de kwaliteit meevallen. 6 DE GRAAFJES. Ook deze soort is een oude bekende in Sint Pancras, doch wordt door velen voor eigen gebruik aangewend. De knol is rond, geel, melig en smakelijk. De Graafjes zijn echter buitengewoon gevoelig voor de ziekte en de handelsteelt gaat sterk achteruit
Historische Vereniging
- 63 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 HEER IJF HEYLMANSZ, PASTOOR TE SINT PANCRAS De van Sint Pancras bewaard gebleven archiefstukken zïjn schaars. Daarom leek het mij goed een toevallige vondst te melden. In het Rijksarchief te Haarlem bevinden zich, in de Verzameling Losse Aanwinsten, stukken betreffende pastoor IJf Heylmansz.(inventaris nr. 714 ) Het betreft allereerst een verklaring dd. 17 januari 1525 van de notaris, Heer Cornelis Claesz. van Langedijk, waarin hij meedeelt dat Heer IJf Heylmansz, zaliger gedachten, pastoor van Sint Pancras, in 1517 ’leggende op zijn ziekbedde' zijn testament heeft gemaakt. Hij vermaakte daarbij goederen aan zijn dienstmaagd Gerburch Sijmonsdochter, de dochter van zijn broer. Volgens de verklaring betrof het echter geen land of ander onroerend goed. ((Gezien de aanduiding "Heer" kunnen we aannemen dat Cornelis Claesz. van Langedijk, behalve notaris aldaar ook pastoor of priester is geweest)) Het tweede stuk, gedateerd 10 febr. 1525, betreft een akte wegens verkoop van land. Sijmon Heylmansz., buurman te Sint Pancras, verkoopt daarbij aan Jan Jansz., baljuw van de Nijenburg, een akker weiland in de banne van Sint Pancras in een vroonweide toebehorende de Keizerlijke Majesteit. De akker is afkomstig van heer IJf, wijlen pastoor van Sint Pancras, een broer van de verkoper. De overdracht vond plaats met instemming van Gherbrecht Sijmons, geassisteerd met haar vader Sijmon Heylmansz. Gezien de nauwe familierelatie lijkt het er op dat de pastoor IJf Heylmansz. zelf ook van Sint Pancras afkomstig was. Was het misschien een "Vice Cureyt", een soort plaatsvervanger, die door de eigenlijke pastoor was aangesteld om de dienst waar te nemen? Dat kwam in die periode veelvuldig voor. J. P. Geus
Aanvulling op Klin nr. 5. De eerste regels van blz. 47 hadden moeten luiden: “Het zuidelijkste bewoond door en behorende aan Pieter Adriaensz. f 16,-. Het tweede is een huismans woning, waarvan eigenaar en bewoner is Willem Bastiaansz. f 24,–. Het derde een huismans woning, waarvan eigenaar en bewoner is Sijmon Jansz. f 18,–“
Historische Vereniging
- 64 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 EEN ZANDVAART DOOR DE BEVERKOOG Vanaf de Kerkhoflaan (thans Meeuwenlaan) liep in het verleden een vaart in de richting van de Butterhuizen. Er is wel eens verondersteld dat dit de haven van het oude Vrone is geweest. Het centrum van Vrone zou via die vaart in open verbinding met de Heerhugowaard hebben gestaan. Dat die veronderstelling onjuist is blijkt duidelijk uit een tweetal kaarten die in het Rijksarchief in Den Haag aanwezig zijn. De omschrijvingen op de kaarten. De kaarten hebben afmetingen van 48 x 28 cm en 56 x 24 cm. Door de verkleining zijn de bijschriften op de hier afgedrukte kopieën moeilijk leesbaar. .
Kaart uit 1662 toen de vaart nog niet was gegraven De oudste kaart geeft de situatie weer zoals deze in 1662 was.
Historische Vereniging
- 65 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Het onderschrift luidt: Caerte van de gelegenthegdt, van eenigen landen gelegen tusschen de Rinchsloot van de Huygenwaert,ende S. Pancras Geest, alsmeede de distantie ofte breete van de selve, soo van weylanden als de lagen ende hoogen Geesten, welcke langh ende breet zijn als hier neffens staet aengewesen, gemeten met Geestmerambachts roeden, bij mijn onderges(chreven) geadmitteerde lantmeeter in de maent octobris 1662. C. Claesz Bommer. Op de kaart staat verder van links naar rechts: Butter huysen. (Het zijn drie boerderijen met hun bijgebouwen die op het grondgebied van Sint Pancras stonden), Rinch dijck van de Huygenwaert, Rinch sloot, Geestmerambachts rinch dijck. Doordat de ambachtsdijk hier iets naar het westen buigt is er een driehoekig stukje land ontstaan met daarboven de aanduiding: Buyten landt. In het driehoekig stukje land staan links en rechts de letters A en B en de verklaring A B 47 roeden.(Zo’n Geestmerambachtsroede was gelijk aan 3,545 m.) Boven deze afmeting staat Meevrauw van Meroda.(Zij en haar voorouders waren toen al jaren lang erfpachters van de Beverkoog). Meer naar het westen, tussen de letters B en C staat BC 140 roeden met daarboven en daaronder De Graeffelijckheydt wat er op wijst dat de landerïjen links en rechts tot de Vroonlanden behoorden. In het laatste park tussen de letters C en D staat CD 62 roeden met gedeeltelijk daarboven en gedeeltelïjk daaronder Lage Geest Bij D is een weg bereikt die op de kaart omschreven is als De oosternot wech. (Dat is de latere Achterweg). Verder naar het westen, tussen de letters D en E staat DE 88 roeden met gedeeltelijk daarboven en gedeeltelïjk daaronder Hooge Geest. In het rondje staat de letter F met daaronder F Hoge Kerckhoff. De weg rechts daarvan is omschreven als Gemeene vech door de S. Pancras Geest. Dit is dus de toestand zoals die was in oktober 1662, voordat met het graven van de vaart werd begonnen. In februari 1664 maakte landmeter Conelis Claesz. Bommer een tweede kaart van hetzelfde gebied en daaruit blijkt dat de vaart dan reeds is gegraven.
Historische Vereniging
- 66 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Deze tweede kaart vertoont een zandvaart lopende van de Butterhuizen tot de Achterweg.
Kaart uit 1664 als de vaart voltooid is. Het bijschrift van deze kaart luidt Caerte van een nieuwe Santvaert gaende van de Rinchsloot van de Huygenwaert, gelegen van de Butterhuyse, door de waylande tot S.Pancras Geest, is lanch 200 roeden, door last van de Heeren Dijckgraef ende Heemraden van de Huygenwaert bij mijn onderges(chreven) Geadmitteerde.Lantmeeter affgemeeten op den 18 (e) february anno 1664, wijdt 2½ roed Sijpse dijckmaet soo datter van de Graeffelijckhegtslanden geteyckent met A B C wert vergraeven 468 roeden, van het landt geteyckent met D E toebehoorende Meevrouv van Meerode wert vergraeven 155 roeden beyde Geestmerambachts maet 720 roeden in 't morgen. C. Claesz Bommer. Rechts, onder de letter C staat nog: Dit stuck waytlant heel oneffen hooch ende laech mach wel een voet off twee verlaecht werden. Geheel rechts staat: Se. Pancras Geest. ANDERE NOG AANWEZIGE BRONNEN. Daar de vaart dwars door de Vroonlanden is gegraven zouden de rekeningen van dat rentmeesterschap daarover ongetwijfeld meer gegevens bevatten. Helaas zijn de rekeningen over de jaren 1649-1675 niet bewaard gebleven en missen we die informatie.
Historische Vereniging
- 67 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Gelukkig zijn er betreffende deze zaak nog andere stukken aanwezig. Er is o.a. het afschrift van een overeenkomst over de zandvaart door de Achtergeest en de ”Byvecooch" met vrouwe Aemelia van Wassenaar, huisvrouw van de heer van Merode, en Hendrik van Alckemade van Berckenrode. Zij stemmen er mee in dat door hun land, genaamd "de Bevecooge", gelegen onder de "Butterhuysen" een vaart wordt gegraven van 30 voeten breed en 6 voeten diep beneden het maaiveld. Beginnende vanaf de Oosterdijk tot "de Heren van rekeninghe" (bedoeld is de Grafelijkheidrekenkamer, zij hadden het oppertoezicht op de Vroonlanden) met aan beide zijden een ”cadijck" en beloven dat alleen de zuidelijkste ”cadijck" en de vaart ten eeuwige dage door een ieder vrij gebruikt en gepasseerd mogen worden. Zij stellen verder aan de dijkgraaf en heemraden van de Heerhugowaard een stuk land beschikbaar voor de opslag van zand, bij de Oosterdijk. Dat alles onder voorwaarde dat zij zelf ten behoeve van hun landerijen in de "Bevecoog” kosteloos zoveel zand kunnen halen als zij denken nodig te hebben. Het stuk is ondertekend te 's Gravenhage op 18 maart 1664. Het origineel van dit stuk berustte blijkens een bijschrift bij Hendrik de Vos, secretaris van Heerhugowaard. Op 29 juli 1664 is er nog bijgeschreven dat de heren van Merode en van Berkenrode is toegestaan dat zij de kade langs "de Santsloot" altijd vrij en onbekommerd zullen mogen gebruiken voor een "notweg" tot dienst en gerief van hun landen. Een tweede stuk betreft de goedkeuring van het bestuur van Geestmerambacht. In hun vergadering ‘in 't huis van gemack’ te Alkmaar hebben zij ‘de Heren van de rekeninghe’ vergunning verleend om het zand van Sint Pancras Geest, bij de Butterhuizen, over de Oosterdijk te brengen tot in de ringsloot van de Heerhugowaard. Ook dit stuk is gedateerd 18 maart 1664.
WAS HET BESTUUR VAN DE HEERHUGOWAARD DE OPDRACHTGEVER? Dat de zandvaart omstreeks 1664 werd gegraven blijkt uit het voren-staande voldoende. Het is echter niet duidelijk op wiens verzoek het gebeurde en wie het werk betaalde. De landmeter Cornelis Claesz Bommer schrijft op de kaart van 1664, dat hij die gemaakt heeft op last van de heren dijkgraaf en heemraden van de Heerhugowaard en ook het terrein bij de Oosterdijk is door de bezitters van de Beverkoog ter beschikking gesteld aan het bestuur van de Heerhugowaard.
Historische Vereniging
- 68 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Het lijkt er daarom op dat de vaart in opdracht of in ieder geval op verzoek van de Heerhugowaard werd gegraven. We zouden er uit af kunnen leiden dat er in die polder een flinke behoefte aan zand bestond. Wellicht kan het archief van Heerhugowaard daar opheldering over verschaffen. HET ZANDTRANSPORT. Uit de hier aangehaalde gegevens kunnen we ons ook een voorstelling maken van de enorme en omslachtige arbeid die dit zandtransport met zich bracht. Net het afgraven van gedeelten van de Vronergeest waren twee partijen gediend. Zij, die het zand nodig hadden konden dat vermoedelijk kosteloos verkrijgen. De kosten bestonden dan grotendeels uit de arbeid voor het afgraven en vervoeren van het zand. De eigenaars of pachters van de afgegraven landen kregen hierdoor een welkome grondverbetering. Het zandvervoer naar de Heerhugowaard was echter niet eenvoudig. De zandvaart had een lengte van circa 875 meter. Aan het begin van de vaart, bij de Vronergeest, werd het zand vermoedelijk met kruiwagens in een schuit gestort. Wanneer de schuit vol was, moest deze naar de Oosterdijk worden gevaren of getrokken om daar te worden gelost. Het zand ging dan weer in kruiwagens naar het opslagterrein of, als er in de ringsloot een schuit lag, rechtstreeks over de Oosterdijk in de schuit. Als de schuit vol was, kon door de ringsloot worden gevaren naar de plaats waar het zand nodig was. Hierna moest de schuit weer worden leeggeschept om het zand verder per kruiwagen of met paard en wagen naar de uiteindelijke plaats van bestemming te vervoeren. Bij dit alles moeten we nog bedenken dat het terrein van zandwinning op de Geest steeds verder van het begin van de zandvaart kwam te liggen, zodat waarschijnlijk ook daar paarden en wagens moesten worden ingezet om het zand bij de schuit te krijgen. De in 1664 gegraven zandvaart was dus maar een betrekkelijk kleine schakel in het proces van zandwinning en zandvervoer. J.P. Geus. Bronnen: Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Kaartcollectie V.T.H. nr. 2517 en 2518. Grafelijksheidsrekenkamer Registers inv. nr. 174 fol. 225 en 226.
Historische Vereniging
- 69 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 DE HOORNSE VAART De tuinders van de Langedijk waren niet bijster gelukkig met deze nieuw gegraven vaart, die een omlegging betekende van de Langedijker vaart, waardoor de tuinders een langere weg moesten afleggen. In het jaar 1626 waren de gemoederen hierover zo verhit, dat een groep met spaden gewapende tuinders richting Halvemaansbrug trok. In Broek waren het al 150 mannen. De schepenen van Langedijk bleken niet in staat de gemoederen te sussen. Via de Nollen trok een menigte naar de Halvemaansbrug en een andere groep naar de overtoom bij Jan Boyes. Bij de brug werd een poging ondernomen om de vaart te dempen. Vanuit Alkmaar waren inmiddels enige magistraten naar de Hoornseweg gekomen en samen met de schepenen uit Langedijk probeerden ze de menigte tot bedaren te brengen. Tevergeefs, want enige tijd later lag er al een dam van wal tot wal. Dat ging de magistraten van Alkmaar te ver en ze stuurden twee compagnieën soldaten. De ene compagnie naderde langs de Hoornse weg en de andere over de Munnikenbrug. Toen de soldaten naderden vluchtten de tuinders in paniek. De soldaten volgden de tuinders tot in de Nollen. De dam werd weer opgeruimd en de besturen der dorpen kwamen later tot een vergelijk.
Kopie CONTRACT ALKCMAAR EN DE HUYGENWAARD MET OUDORP
Historische Vereniging
- 70 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Afschrift van een contract dat de gecommitteerden van Alkmaar en Heerhugowaard in 1634 sloten met Oudorp over de omslag van de lasten van de Nieuwe Vaart van de Wielen tot de overtoom Jan Boyes. 7 MAART 1634 Lasten Nieuwe Vaart van de Wielen af tot Jan Boyes Op huyden den 7en marty 1634 sijn de ondergeschreven gecomitteerden van de stadt Alcmaer en van de Huygenwaert ter eenre ende van de dorpe Oudorp ter andre sijde, met den andren int vrindellijck verdragen ende geaccordeert dat deselve van de stadt ende waert voor de oncosten van de molengelden, Huygendijck, Zeedijck, Hontsbosch, Uyttersluisen, Raacxmaet, Reeckerdijck ende andere diergelijcke soo ordinaris als extra ordinaris ommeslagen geene uitgesondert over de landen die de Stadt ende Waert respectieve tot desen dach aen haer genomen hebben tot het maacken van de Nieuwe vaert bij de stadt van de Wielen aff tot Jan Boyes gelegen ende het geene daer over leeft ende van de ringsloot ende dijcken bij die van de Waert gegraven ende geleyt uytgesondert tgeen van de Vroonermeer is gegraven bij de loop eens jaers de stadt voor d’eene helft sullen contribueeren met de somme van veertien gulden, waervan t eerste jaer contributie sal weesen, voor t voorleden jaer van 1633 ende hebben de voornoemde contrahenten belooft ende beloven mits desen elc onverbreeckelijk sonder daertegens te doen ofte te laeten geschieden in eeniger manieren onder alle verband van rechte ende rechteren daer toebehoirende des t'oirconde dese bij de voornoemde contrahenter onderteykent ten dagen ende jaren als voorseyd. Lager stont geteeckend J. Wessels, Mathijs Oudesteyn als schout tot Oudorp en Oterleeck, Q. van Foreest – Willem Pietersz – Willem Cornelisz.-Arien Jacobsz. Bronnen: Dr.D.Langedijk - De geschiedenis van Langedijk Gemeente archief Alkmaar
Redactionele aanvulling: In 1737 werd tussen de "Here Dijkgraaff en de Heemrade van H-Huygenwaert enerzijds en de regente van Noordskarwoudt, Suydskarwoudt en Sint Pancras anderzijds, eenzelfde verdrag over de lasten van de vergraven landen gesloten.” Voor Sint Pancras tekenden Corn. Klaver en Pieter Bakker. Zowel in 1678 als in 1768 bekostigden de Langedijker dorpen en Sint Pancras, de Ingelanden van de Vroonjermeer en Alkmaar gezamenlijk "het opschieten en verdiepen van de vaert of sloot van de Ses Wielen tot de brugge van Sint Pancras.” In 1768 tekenden voor Pancras Bartelmies Balder en Jan Cornelisz.
Historische Vereniging
- 71 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Boten van Kees van Schoorl, (vader van mevr. W. Schot – van Schoorl). Hij voer op Alkmaar, A'dam en R'dam (eigen consumptie van de steden en export Engelse en Hollandse boot). Retourvracht werd o.a. meegenomen voor meelmolen van Timmerman. De "TRIO" aan het Damrak te A'dam 1925. Zittend: Simon Koffeman (vader van mevr.Nijdam) en staand Simons broer.
Aardappelcampagne 1942. Deze foto werd vanaf de spoorbrug genomen. Om brandstof te besparen werden de schepen gesleept door de sleepboot Actief. (niet zichtbaar) Voorste schip de TRIO, daarachter de TRIO V. Op de TRIO opnieuw S. Koffeman. Het derde schip was van een andere schipper en heette DE TIJD ZAL HET LEREN.
Historische Vereniging
- 72 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 WAARHEID OF LEGENDE? Is ons dorp een belangrijke havenstad geweest in vroeger tijden? In zijn Latijnse gedichtenbundel FRISIA steekt HAMCONIUS de loftrompet op de haven- en handelsstad Vronen. Hij vertelt dat deze stad nog meer dan Medemblik het visitekaartje is geweest van het nijvere Friese volk, dat reeds in de Romeinse tijd een bijzondere naam had binnen de Europese gemeenschap. Ook andere schrijvers uit die tijd beginnen hun geschiedenisverhalen vaak met een verwijzing naar Vronen, zoals SCRIVELIUS wanneer hij Vronen de voorganger van Haarlem noemt. Omdat er in officiële stukken, zoals de grafelijke geschriften van het Rïjksarchief, met geen woord wordt gerept over Vronen, hebben latere geschiedschrijvers vraagtekens gezet achter het woord Vronen. Er waren verschillende onderzoekers die de hele zaak van Vronen naar het rijk der fabelen verwezen en die van de Friese dichter Hamconius een fantast maakten, welke met echte geschiedenis een loopje nam. Toch waren veel schrijvers van kerkelijke geschiedenis het met deze afwijzing van Vronen niet eens: Had Dirk I niet negen boerderijen aan het klooster van Egmond geschonken, die in het gebied van Vronen lagen? Kwam men in 1080 in de eerste lijst van kerken, die het bezit van Egmond werden, niet de naam Vronen tegen? Je ervan afmaken met de opmerking 'Het is een fabel', is wat al te gemakkelijk. In het begin van de 18e eeuw wilde men onder de historici een duidelijk standpunt over Vronen vaststellen. De bekende kerkhistoricus HUGO VAN HEUSSEN, schrijver van het boek BATAVIA SACRA, vond het maar niks om weer opnieuw met het verhaal te komen dat heel Vronen maar een fabeltje was. In de beschrijving van de parochie Sint Pancras zegt hij “dat er eertijds bij den kerke S. Pankras een oude, zeer sterke en zeer groote stad heeft gestaan die de voornaamste koopstad van gansch Vrieslandt was en Vroonen wierd genoemt”. Hij vervolgt met te zeggen dat als men hem vraagt, hoe hij daar nu zo zeker van is, hij dan verwijst naar een zegelring, waarover hij veel heeft gehoord en die hij niet lang geleden zelf heeft gezien en waarvan wordt gezegd “dat deeze de eigen zegelring van deeze moederstad is geweest”
Historische Vereniging
- 73 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 En wanneer men hem nog niet wil geloven, dan verwijst hij naar een “een klokje, 't welk van daar vervoert is naar het dorp Valkoog en in het jaar 1648 gebroken is, op welk klokje dit kromtaalig opschrift te leezen stond: Vroonen in het jaar 1280 toen Alard pastoor was in de maand september is dit klokje opgehangen.” Maar niet alleen deze goederen geven dit aan: het hardnekkige verhaal dat Willibrord, toen hij naar het land der Friesen was gegaan, daar met zijn gezellen is geland, is nog een duidelijker bewijs van de grote betekenis van Vronen. In oude tijden had de rivier de Rijn verschillende aftakkingen naar de zee, onder meer een toegang langs de Vecht, de Zaan en de Rekere bij Alkmaar naar de havenstad Vronen. Willibrordus is hier aan land gekomen: dat getuigen vooral de kerkjes, die van zijn verblijf vertellen in Petten, Heiloo en Egmond en geven aan Vronen bijzondere betekenis. Omdat Willibrordus voor zijn bekeringswerk onder één hoedje ging spelen met de vijanden van de Friezen: de Franken, kreeg hij bij de Friezen zelf geen voet aan de grond. De bevolking van Vronen, die vanwege de handel met alle mogelijke mensen moest omgaan, heeft Willibrordus en zijn medewerkers zonder meer ontvangen. Alleen hebben ze toen hij over godsdienst sprak, hem vriendelijk te kennen gegeven dat ze daar geen belangstelling voor hadden. Tegen de opmerkingen van Van Heussen had de geschiedschrijver van de regio SIMON EIKELENBERG heel veel bezwaren. Goed, Eikelenberg wil gerust wel aannemen, dat er een plaats Vronen is geweest, maar het was slechts “een dorp, omheindt van waateren en moerassige velden, een versamelplaats en geen vesting.” Je druk maken en zeggen dat Vronen een rol gespeeld heeft in de opkomst van het gewest, is volgens Eikelenberg, beslist overdreven. HUGO VAN RIJN, de vertaler van Batavia Sacra, is het volkomen met Eikelenberg eens. Vronen is een gat, dat nooit enige invloed heeft gehad op de gang van zaken in deze regio. Hij zegt van de stad het volgende “al die ophef van Vroonens magt en aanzien, alle die zoo heerlijke beschrijvingen van haar koophandel, rijkdom en dapperheid in 't oorlogen, beginnen bij sommige leezers en schrijvers verdagt en van anderen uitgelachen te worden” Het is eenvoudigweg onmogelijk om aan zo'n nietszeggend dorp een rol toe te bedelen, die van Vronen een voorloper maakt van de ontwikkeling van deze regio.
Historische Vereniging
- 74 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Een onbekende tijdgenoot van Hugo van Rijn schrijft zonder meer dat het parochietje met nauwelijks 200 communicanten – hij zinspeelde hier op een onderzoek naar de bevolking in 1514 – niet een opvolger kan zijn van een plaats van betekenis. En met deze opmerking werd praktisch de discussie over een grote stad Vronen gesloten. Dat is wel gemakkelijk, maar niet helemaal juist. Vronen heeft zeker bestaan en was voor 1100 echt de belangrijkste stad in het Friese gebied. Vooral door activiteiten van de kant van de Franken kwam er concurrentie. De Franken wilden Friesland onder hun gezag brengen. Eikelenberg zegt in zijn verhaal over de regio: “De nijdt der Vrooners over de aanwas van Alkmaar, nu tot de grootte van een steedeke aangegroeidt, was niet de oorzaak van de woede der Vriezen. Die vertelling is maar een verdigtzel. Vroone was wel hun verzamelplaats maar geene vesting.” Als men dat zo leest, zou men willen vragen aan de heer Eikelenberg: 'Waar heeft U deze kennis vandaan?' en 'Waar steunt U op als U beweert dat Vrone maar een gat geweest is zonder enige betekenis? Op het feit dat in 1303 na een bloedig treffen tussen Friezen en Franken geen enkele steen meer is overgebleven?' 'Of is de schuld van de ondergang "de afkeer van het nieuw opgekoomen geloof"?' De Friezen hadden hun bezwaren tegen het christendom. De verbinding van Willibrord met de Frankische vorst Pepijn heeft het vertrouwen van de Friezen in de geloofverkondigers gestoord. Maar nergens heeft men kunnen vinden, tenzij alleen in het optreden tegen Bonifatius, dat ze de christenen doodden: nee, men liet hen begaan, maar men negeerde hen volkomen. Als in de 11e eeuw er in het grensgebied wat katholieke gemeenten komen, dan zijn deze maar heel klein en ze liggen onder de rook van het gebied van de Franken. In 1063 hoort men spreken over Vroele en Oudorp als kerken, die onder de abdij van Egmond vallen. Het is niet veel, want in de lijst van 980 wordt er gesproken over de hele kleine gemeenten van Aldenthorp (Oudorp) en Vronlo, die van weinig betekenis zijn. Het zijn veel meer de kerken van wat mensen, komend van de andere kant van het water, die zich in deze plaatsen hadden gevestigd en door de Friezen werden geduld.
Historische Vereniging
- 75 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Dus het totaal vernietigen van Vronen moet een andere oorzaak hebben, dan het verval als havenplaats of de houding tegenover de godsdienst. Om hier wat dichterbij te komen heb ik een tijdgenoot van Eikelenberg, de notulist van de Egmondse abdij JOANNES VAN LEYDEN doorgebladerd en daar lees ik dat in de tijd dat er duinen ontstonden, Vronen, dat in zijn glorietijd aan de zee lag, nu achter het water kwam te liggen. Het verloor al zijn functies, zelfs de boerderijen, die in het gebied van deze stad lagen, brachten niets meer op, zodat Egmond zo gauw, mogelijk dit bezit ging ruilen voor andere gronden. Je kon daar niets meer verdienen.... En Vronen ging als een nachtkaarsje uit. Maar waarom, als er een oude stad Vronen is geweest, is de naam totaal verdwenen? Oudorp heeft zijn vroegere naam zorgvuldig bewaard. Alkmaar wijst met trots op de oude roepnamen Allecmere en Alcmere. En hier is de naam Vronen als een vloek uit het journaal in 1303 verdwenen en voor de huizen, die later op de puinhopen van de koopstad werden gebouwd, had men een heel andere naam: Sinte Pancraes gescheiden van Koedijk. Ik denk dat dit komt omdat er zo'n haat heeft gewoed tegen het oude Vronen, dat moedig voor de eigen zelfstandigheid heeft gevochten, maar door de overmacht werd gedwongen om de strijd te staken. Men wilde na de afstraffing ook de oude naam niet meer horen: deze wekte wrevel op bij de Hollandse overheersers en daarom werd deze niet meer uitgesproken. Toch is ook de naam Pancras oud. In 980 wordt er gesproken over een kerk in Vroonen, die in het zielszorgcircuit van de abdij van Egmond is opgenomen. De monniken, die toen het oude klooster van vrouwelijke religieuzen hadden overgenomen, waren gekomen vanuit Gent en in de geest van de tijd hadden zij vanuit de Sint Pietersabdij een heleboel relieken meegenomen, die hen moesten beschermen. Zij deelden de relieken uit aan plaatsen, waar zij met een kerkje waren begonnen. De relieken van Pancratius, de Romeinse jongeling die was gedood omdat hij het geloof van het christendom beleed, waren bijgezet in de kerkjes van Castricum en Vronen. Waarom juist deze plaatsen de relieken van Pancratius kregen, is begrijpelijk: zowel Castricum als Vronen waren beide twee oude vestingen waar veel was gestreden.
Historische Vereniging
- 76 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Na de verwoesting van Vronen in 1303 was men zo kwaad op deze stad, dat de naam helemaal niet meer werd genoemd. Toen in 1324 de ambachtsheer van Oudorp, die ook aangesteld was over deze verwoeste stad, in financiële moeilijkheden geraakte en aan de graaf toestemming vroeg om wat land te verkopen, kreeg hij de wind van voren toen hij opdracht gaf “ten vrijen eigen te vercopen het landt dat men hiet Huiswaerts, gelegen in het ambacht van Vronen, dat hij in leen placht te houden.” Wat een stomme man is dat, zo meende men in het grafelijk hof, die de naam van Vronen durft te gebruiken. Op dit woord rust een vloek. Wie daar nog mee aankomt is een verrader van zijn eigen land en een verdacht persoon. Maar de naam Pancras voor de gemeenschap, die zich gevestigd had op de puinhopen van de Friese handelsstad komt pas in 1403 in de officiële stukken voor. Men wilde het helemaal losmaken van het oude en daarom werd het verbonden met Koedijk. Of dit nu helemaal echt was betwijfel ik. Wanneer men de oude kerkgeschiedenis leest van de 14e en 15e eeuw, leest men niets over een samengaan met Pancras. Men heeft het over een parochiekerk onder het baljuwschap van Kennemerland gelegen, welke kerk door de graven van Holland vergeven werd: de instelling moest bij de domproost van Utrecht worden gehaald. Koedijk ligt in een heel andere regio en het getuigt van slecht inzicht om een dorp, dat bij West Friesland behoort, bij Kennemerland in te delen. In het boek van Joosting, waarin de stukken van de proosdij van West Friesland tot de reformatie zijn opgenomen, komt meerdere malen de naam Pancras voor. Daar hoort het bij en niet bij Koedijk. Daarom zegt SCHOENMAKER in de ARCADIA van 1732 dat hij het doodzwijgen van Vroonen idioot vindt. Integendeel, al door de Romeinen is deze stad gebouwd. Die de oudheid heeft van deeze plaats verbreid, dat Claudius (de Romeinse bevelhebber) daar een vastigheid gemaakt heeft om de Vriezen te betoomen en dat die stad allengs is toegenoomen. Zo ben ik van gevoelen dat hij dwaalt die twijfelt of ze ooit is geweest voor deezen, Zou alles 't geen we van haar standplaats leezen slegts droomen zijn? Dat kan nau moog'lijk zijn.
Historische Vereniging
- 77 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Zij is een uitloozing van den Rhijn. 't Waarschijnlijkst is, hoewel van haare bouw de tijdstip in vergeeting is begraven dat zij hier heeft gestaan en dat haar haven naar Petten tot aan zee was uitgestrekt. Schoenmaker denkt dat toen de Romeinen verdreven waren de Friezen de stad zonder meer hebben overgenomen en sterk gemaakt hebben tegenover de Franken. Het kan zijn dat het einde te maken heeft gehad met het dichtslibben van de haven, wat heel begrijpelijk was toen in de elfde eeuw zandstormen langs de zee de duinen maakten. In zijn vers heeft Schoenmaker het over een schipper, die de ingang van de haven niet meer kon vinden: Het gat is toegestopt door 't stuiven en verzanden Een schipper in dees schuilplaats dacht te landen maar 't gat niet vond hetgeen hij in zijn kaart geteekent zag en dat hij toen vervaart voor schipbreuk tot zijn volk dus sprak, vol vreezen Is 't mogelijk? Hier moet een haven weezen of deze kaart is valsch. Het spreekwoord is “de kaart is valsch, noch in geheugenis” Dit is 't voornaamste dat ik U kan toonen van de oudste stad der kleene Vriezen, Vroonen. Er is dus iets geweest wat men liever totaal wilde vergeten, maar wat echt niet kon. In de oude stukken wordt na 1303 niet meer van Vroonen gerept. En voor die tijd was er niet veel concreets van te vertellen. En toch, gezien deze gegevens, is er iets geweest. Maar wie kan er meer van vertellen? Als de schriften zwijgen, moeten de stenen spreken. In deze geest wil dat zeggen: zoek naar oude sporen van deze stad in de grond - het zal wel moeilijk zijn, daarvan ben ik overtuigd -, maar ook ben ik ervan overtuigd dat men wat kan vinden. Omdat naar de stenen wordt geluisterd zijn er na de oorlog overal groepen ontstaan die zich bezig houden met het grondonderzoek. ‘Oud West Friesland’, denkend dat 't tot de eerste woongebieden van het land behoorde, heeft bij haar ontstaan tegelijk een archeologische werkgroep in het leven geroepen en deze heeft een geschiedenis kunnen schrijven over een zeer arbeidzaam leven in deze streek.
Historische Vereniging
- 78 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
Oudheidkundige, plaatselijke verenigingen hebben, omdat ze zoveel mogelijk willen weten, veel werk gemaakt van archeologische afdelingen en de resultaten zijn dikwijls bijzonder. In mijn eigen woonplaats Alphen aan de Rijn, voor de oorlog net zo'n plaats als Pancras, is in 1975 met een vereniging Oud Alphen begonnen en een graafgroep om te bewijzen dat dit plaatsje een belangrijke vesting is geweest van de Romeinen. Wat men onder deskundige leiding klaar heeft gekregen, is verbluffend. Nooit had men kunnen denken dat 't nietige Alphen een twee duizend jaar geleden een belangrijke rol heeft gespeeld in de vorming van de natie. Er zijn echter ook verenigingen die het grondarchief niet kunnen raadplegen, omdat ze niet goed weten hoe ze er aan moeten beginnen. Misschien is dit ook wel bij U het geval: ofschoon Uw plaats van oude datum is, is het opvallend dat in de jaarlijkse opgaven van vondsten bij opgravingen in het tijdschrift Holland wel Oudorp, maar nooit Sint Pancras wordt genoemd. En als men dan naar de oorzaak vraagt, zegt men: Waar moet ik het oude Vroonen, de voorganger van ons dorp zoeken? Onder de duinen die de stad hebben bedolven en de haven hebben toegestopt. Moet men soms in de Vroonermeer gaan graven, want de plas is waarschijnlijk in de 9e eeuw ontstaan en daarvoor moeten hier verschillenden hebben gewoond. Moet men soms als er een nieuwe wijk wordt gebouwd, vragen of men voor het uitzetten van de fundering even mag kijken of er nog iets bijzonders is te vinden? Ik weet dat deze vragen gesteld kunnen worden, maar men mag het niet bij deze vragen laten. Als ons dorp gebouwd is op de belangrijkste havenplaats van tweeduizend jaar terug dan moet je in de grond iets tegenkomen en hoe onduidelijk het ook lijkt, moet men er aan beginnen. U begrijpt dat ik hier pleit voor een actieve archeologische werkgroep in uw vereniging. Natuurlijk moet U hulp hebben als U ermee begint. Bij het contact met vakmensen moet U op één ding letten: U moet voor alles vaststellen dat hetgeen wat U vindt, binnen Uw plaats zal blijven. Vroeger liet men dat gemakkelijker toe.
Historische Vereniging
- 79 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Zo zijn de oudste vondsten van grafheuvels in West Friesland terechtgekomen in het Westfries museum te Hoorn. Er is een aparte afdeling van gemaakt en elke Westfries met een beetje historisch gevoel is trots dat dit in de Westfriese hoofdstad is bewaard gebleven. Maar in Zandvoort werden heel wat oude Romeinse munten gevonden. De oudheidkundige diensten wisten het zo te versieren dat ze in het archeologisch museum te Leiden terechtkwamen. Alphen was in dit opzicht beter wakker, daar kwam vrij veel voor de dag. Veel ervan is een kamer van het oude raadhuis opgesteld. Onderzoek dus het enige archief waar iets te vinden kan zijn over Vrone en open zo de discussie over wat hier vroeger was.
Historische Vereniging
- 80 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 VUILNIS UIT DE 16e EEUW Ook in de 16e eeuw was vuilnisverwerking (en de kosten daarvan) onderwerp van gesprek in de gemeente. Bij haar onderzoek in het stadsarchief van Alkmaar kwam mevr. Stierp uit Oudorp de onderstaande gegevens tegen. Het betreft Stadsarchief Alkmaar, deel I inv. nr. 92.
Het stuk luidt: Pagten van vulnis ontslage. 1559 (de) 30e Meij is Pancraes ontslage van de pagt van vullis mits betalende in handen van Willem Lakeman, tresorier, de somme van 3 gulden; tussen dit en St.Jacob naestcomende, stellende daervoren in handen sekere kustingceel (schuldbekentenis) ter tijt dat hij de voorschreven 3 gulden betaelt sal hebben. Anno 1559 (de) 23e December soe hebben mijn Heeren de Vroedschap Pancraes voorschreven ontslagen deur sijn armoede van de voorschreven 3 gulden; ergo Lakeman daervan ontslagèn. Mede is geaccordeert dat men Pancraes de pagten van vulnis quit (kwijt) laten sullen van de pacht overmits sijn armoede en siecte, ende dat hij deselve vulnisculen nijet alleen en mach schoenmaken. Een gedeelte van de oorspronkelijke tekst. Het laatste woord van de 2e regel is moeilijk te lezen. Of het woord quit juist is, ook gezien het vervolg van het stuk? Een aardige puzzel. Toelichting: Het kwam meerdere malen voor in voorgaande eeuwen, dat bewoners uit omliggende dorpen het vuilnis uit de steden gebruikten om hun land te bemesten of op te hogen. Soms zaten daarbij tussen het afval kiemen van besmettelijke ziekten. Het gevolg was dat de dorpelingen besmet raakten. Of dat ook hierbij het geval was en om welke ziekte het gaat, weten we niet. A. Wester, St. Pancras
Historische Vereniging
- 81 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
Uit dagelijks leven van 100 jaar geleden... WINTER De vorst, reeds ingevallen november 1890, duurde de eerste meenden ven het nieuwe jaar onverminderd voort. Enkele "sterke" verhelen: Texel was begin januari onbereikbaar vanwege het drijf- en pakijs in het Marsdiep. 12 januari gingen enkele inwoners ven Staveren per voet over de bevroren Zuiderzee neer Enkhuizen. Zoiets is sedert 1673 niet meer gebeurd! Veel sneeuwvel was er van 15 op 16 januari. In dergelijke winters hadden de armen het zweer te verduren. Er viel zo goed als niets te verdienen, reserves hadden ze niet. De beter gegoeden hielpen hen iets. Hiervan werd melding gemaakt: 4 januari: Op Oudejaarsdag hielden de armvoogden te St. Pancras een tweede algemene bedeling in dit barre seizoen ven eetwaren en brandstoffen een bedeelden en niet-bedeelden. Velen werden met een ruime gave verblijd. Enkele degen later: Oudorp: Voor de dringende noden, veroorzaakt door de strenge winter werd een collecte gehouden voor de behoeftigen ven alle gezindten met een gunstig gevolg nl. f 482,25. Er was één gift bij van f 100.--. Onze gemeente telt 764 zielen. (ter vergelijking: het bruto jaarsalaris van een onderwijzeres was hier toen f 500,--) Eind februari. Koedijk: Een paar dagen voor het invallen ven de dooi heeft het algemeen armbestuur van Koedijk nog eens bij de ingezetenen aangeklopt om een extra gift voor de werklozen en de gewone armen. Had men de werklozen niet beter hunne bedeling kunnen laten verdienen bijvoorbeeld door het opruimen van sneeuw? Nog was het ongemak veroorzaakt door koning Winter niet voorbij: Het ijs op het Noordhollands kanaal is nog 10-13 duim dik. Met veel moeite werd 12 februari de veert Alkmaar - Den Helder heropend.
Historische Vereniging
- 82 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Op 21 februari zijn de telefoon- en telegraafdraden door de vorst gebroken. Praktisch alle verbindingen vanuit Alkmaar en omgeving zijn weggevallen. En de kool was "bok" gevroren. 29 maart Hoe hoogst nadelig deze winter voor de bouwers is geweest blijkt wel uit het feit dat bij een Langedijker bouwer van de 12.000 geteelde kolen slechts een honderd-tal goed gebleven zijn. Een andere bouwer had van zijn voorraad in dit voorjaar geen enkele goede meer. Dit lot wordt door velen gedeeld. In de eerste krant van 1891 stond o.m. onderstaande advertentie:
L. van de Vijzel en Echtgenoote te Sint Pankras wenschen hunnen vrienden en bekenden aldaar en in de omgeving, bij de intrede van 1891, veel geluk en zegen toe . St. Pankras, 1 Januari 1891. Ruim 3 maanden later Heden overleed, na een geduldig lijden van ruim drie maanden , in den ouderdom van ruim 51 jaren, onze geachte broeder P. NOBEL, in leven Burgemeester van St. Pancras en Broek op Langedijk, Heemraad van Geestmer-Ambacht enz. A. NOBEL en familie. St. Pancras, 7 April 1891.
(A. Nobel naar wie Nobelhof is genoemd, vanwege zijn verdienste voor het "kruis"werk, was ook voorzitter van de tuindersvereniging). Tijdens de ziekte van burgemeester Nobel fungeerde Van der Vijzel als waarnemend secretaris. In 1861 kwam hij hier als hoofd van de openbare school. Zoals in meer plaatsen, verrichtte het hoofd van de gemeenteschool veel schrijfwerk voor het gemeentebestuur. De man kon goed met de pen overweg en woonde letterlijk in het gemeentehuis.In 1891 was zijn gezondheid niet meer optimaal en daarom vroeg hij ontslag als hoofd der school. Stilzitten wilde hij nog niet en dus solliciteerde hij naar de vacante betrekking van burgemeester. 17 mei: Bij Koninklijk Besluit van de 13e mei is benoemd tot burgemeester van Broek op Langedijk de heer A.Slot en van St. Pancras L. van der Vijzel, hoofd der school, aldaar. 27 mei Den nieuw benoemden burgemeester der gemeente St.Pancras viel den 25sten bij zijn terugkomst uit Haarlem, waar hij in handen van den Commissaris des Konings den eed had afgelegd, eene warme ontvangst van zijn
Historische Vereniging
- 83 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 dorpsgenooten ten deel. Een aantal versierde rijtuigen begeleidden de heer L. van der Vijzel naar zijn gemeente, waar uit alle huizen de Nederlandse driekleur wapperde, om door den raad te worden geïnstalleerd. Het anders zo stille plaatsje bood een toneel van levendigheid en opgewektheid als er zelden wordt aanschouwd. POLITIEK Reeds toen hij hier nog hoofd van de school was, was Van der Vijzel politiek actief. Hij was voorzitter van de (liberale) kiesvereniging VRIJHEID voor Langedijk en St.Pancras. 3 april St.Pancras. Bij het vaststellen van de kiezerslijsten hier, werden 11 personen daarvan geschrapt, en 3 nieuwe kiezers bijgeschreven. Het aantal kiezers is dus van 73 gedaald op 65, zijnde ongeveer 1221 % van de bevolking. Ten vorigen jare bedroeg dit ruim 14%. (Alleen mannen, die aan bepaalde voorwaarden voldeden, waren toen kiesgerechtigd). 19 april: De A.R.-kiesvereniging "Vreest God, eert den Koning" in het district Alkmaar heeft een nieuwe organisatievorm aanvaard. Er bestaat nu een centrale kiesvereniging met plaatselijke afdelingen, zoals in Warmenhuizen, NoordScharwoude, Broek op Langedijk en St.Pancras. Men was dat jaar politiek actief want er moesten personen voor de Tweede Kamer worden gekozen. Op 13 mei besloot de kiesvereniging "VRIJHEID" om de kandidaatstelling van het afgetreden Kamerlid, de heer W. VAN DER KAAY, kantonrechter te Leiden, unaniem te steunen. Men had toen het zgn. DISTRICTENSTELSEL. Elk district vaardigde één kandidaat af, en wel diegene, die (een evt. na herstemming) meer dan de helft van het aantal stemmen uit zijn district op zich verenigde. De op de andere kandidaten uitgebrachte stemmen waren dan verder waardeloos. Het gebeurde wel dat partijen uit verschillende districten afspraken maken, in de trant van: Als jullie van de Liberalen nu onze A.R. kandidaat in jullie district steunen, dan zullen wij in ons district als A.R.mensen jullie liberale kandidaat hier stemmen. Het lijkt er op of een dergelijke afspraak was gemaakt tussen de A.R. van Beverwijk en de R.K. rond Alkmaar, getuige het bericht: De A.R.-kiesvereniging in het district Beverwijk heeft de vierde juni een afkeurend oordeel uitgesproken over de R.K.-afvalligen in dat district, waarvan de meeste kiezers de heer J.J.H.Kervel zullen stemmen.
Historische Vereniging
- 84 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 De A.R.-kiesvereniging is nu teruggekomen op het besluit om de heer W.Bos te Oudorp te zullen stemmen. De tijd was echter tekort om nog met een eigen kandidaat te komen. Op 17 juni kwam de A.R. hiervan enigszins terug. Men ging in Beverwijk wel de heer W. Bos steunen, maar in het district Alkmaar A.Goede Dzn, en niet de heer W.van der Kaay. De Goede was koopman en gemeenteraadslid te Alkmaar. VERKEER. Begin januari werd bericht: Verleden jaar vroegen we als Koedijkers aan de tramomnibusdienst Alkmaar Bergen: 'Waarom nemen jullie niet in plaats van het traject Bergerweg, dat wat loopt langs het Noordhollands kanaal en de Koogerdijk ?' Toen heette het dat ons verzoek te laat was en beloofde men er het volgend jaar op terug te komen.Nu lijkt het er op of deze belofte niet wordt gehouden. Enkele dagen later berichtten de ondernemers van deze paardentram: Het door Koedijk gewenste traject hebben we nog in studie. De weg langs de Koedijker vlotbrug is ongeveer een kilometer langer dan die gaat langs de Bergerweg. We zijn van plan om de Koedijker raad te vragen om een financiële bijdrage voor het traject Koogerdijk. Later in het jaar werd vanuit verschillende plaatsen, o.a. Sint Pancras, bericht dat de gemeenteraad een gift van f 10,-- had gedaan aan de WESTFRIESE KANAALVERENIGING. Uit andere krantenberichten blijkt dat deze vereniging een oost-west kanaal wilde (Enkhuizen-Zijpe). Dus een voorganger van de Westfrisia weg. In juli las men: De houders van hondekarren betuigen bij deze hun hartelijke dank aan de burgemeesters van Oudorp, Sint-Pancras, Noord - Scharwoude, Koedijk, Heerhugowaard en Alkmaar voor de goedgunstige beschikking inzake het rijden met hondekarren. VEROORDELINGEN door de ALKMAARSCHE KANTONRECHTER Regelmatig maakte de courant melding van veroordelingen, maar Pancrassers waren er niet bij. Hieronder enkele veroordelingen uit de krant van 28 augustus: D.v.D te Haringkarspel: voor het rijden met een hondekar op de openbare weg, aldaar f 1,-- of 1 dag hechtenis.
Historische Vereniging
- 85 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 F.d.M en J.J. beiden te Alkmaar: voor het tezamen en in vereniging straat uitkloppen van een karpet, tussen 6 en 8 uur 's morgens, elk f 0,50 of 1 dag hechtenis. M.K. te De Rijp: voor het doen van zijn behoeften op een daartoe niet aangewezen plaats f 0,50 of 1 dag hechtenis.
D.O. te Alkmaar: voor het klimmen in een boom f 0,50 of 1 dag hechtenis.
ONDERWIJS. Naast het hoofd waren op de Openbare School van St.Pancras nog een onderwijzer en een onderwijzeres werkzaam. Het aantal leerlingen was gedurende de laatste jaren teruggelopen. Er kon bezuinigd worden: 11 februari: De raad van de gemeente St.Pancras heeft besloten om de heer L.W.G. Roeterink eervol te ontslaan als onderwijzer op de Openbare school, omdat het aantal vereiste onderwijzers op grond van het aantal leerlingen is overschreden. In het vorig jaar werd eenzelfde besluit door Gedeputeerde Staten niet goedgekeurd.Op eigen initiatief had ook de "juf" besloten om te vertrekken, getuige de tekst van een advertentie in de krant van 15 maart: GEVRAAGD te Sint-Pancras een ONDERWIJZERES. De jaarwedde bedraagt f 500,--. Sollicitaties worden tot 28 maart ingewacht bij de burgemeester P. Nobel. Op 19 april werd benoemd mej. E. de Vries uit Loosdrecht. Door de benoeming van meester Van der Vijzel tot burgemeester, moest ook worden omgezien naar een ander schoolhoofd. Op 6 juli stond er in de krant een bericht, meldend dat er zich hier 23 sollicitanten hadden gemeld, waarvan er 6 reeds hoofd van een school waren.
Historische Vereniging
- 86 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 In dezelfde krant kon men lezen dat in Limmen ook een vacature voor hoofdder-school was en er 9 personen op de voordracht stonden. De krant vermeldde de namen van deze negen personen. Ik volsta met de vermelding van twee kandidaten, die daar niet werden benoemd, nl. C.J. KIEVIT, hoofd te Oosthuizen (was dat niet de auteur van Dik Trom) en G.KEMPERS, hoofd te Waal op Texel. Hij werd hier benoemd op 1 september.
BOELHUIS
te SINT PANCRAS, in de herberg van S. Lek , op D o n d e r d a g 1 4 M e i 1891, des voormiddags 10 uur, ten overstaan van den te Zuidscharwoude. gevestigden Notaris DIJKER, om c o n t a n t g e l d , van:
Huisraad en Inboedel ,
waaronder mahoniehouten Linnenkast, secretaire, ronde en andere Tafels, Ledekant, Stoelen, Pendule en andere uurwerken, Spiegels, Schilderijen ,. Porcelein ,. Glas- en Aardewerk, 2 veeren Bedden met toebehooren, Waschtobben, Kleerenrek en hetgeen verder zal. worden aangeboden Een en ander behoorende tot de nalatenschap van den heer P. NOBEL, in heen burgemeester ván Sint Pancras. De goederen zijn te bezichtigen in voormeld herberg, daags te voren van af 5 tot 8 uur des namiddags, Alsmede op den boelhuisdag.
Dankbetuiging.
Was het in het jaar 1867 eene aangename verras sing , dat door nu wijlen den heer H. K r a m e r de kerk te Koedijk met een orgel werd verrijkt, niet minder is het heden een genot voor onze gemeente alhier, dat de erven van genoemden schenker, de heeren : P i e ter Kramer, Simon Kramer en Dirk Glijn i s , voor het in onbruik geraakte geschenk van hunnen vader, een zeer schoon klinkend pijporgel aan de kerk alhier hebben geschonken. Het kerkbestuur brengt dan ook bij deze, namens de kerkelijke gemeente te KOEDIJK, aan genoemden erven daarvoor zijnen o p e n l i j k e n d a n k . Het KERKBESTUUR te KOEDIJK verklaart bij deze, dat het n i e u w e k e r k or ge l , te K o e d ij k geplaatst door den (heer VELDERMAN, orgelmaker te Alkmaar, aan de gestelde eischen voldoet en beveelt dan ook den heer VELDERMAN, als orgelmaker, , ten zeerste aan. Het Kerkbestuur te Koedijk.
CULTUUR. 11 maart. Uit Koedijk schrijft men ons: Den achtsten gaf de mannenzangvereniging haar tweede uitvoering in deze winter. Het niet zeer talrijke publiek, bestaande uit de gewone bezoekers gaf bij voortduring zijn tevredenheid te kennen. Al lokte geen bal tot blijven, toch bleven velen nog een "uurtje" bijeen. Op diezelfde avond tegen middernacht drukten enige jongelieden, gelijk een bruidegom een bruid, een blaasinstrument in de armen om na een bewonderend aanstaren een eerste kus op de mond - ik bedoel op het
Historische Vereniging
- 87 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 mondstuk- te drukken en het eerste liefelijke(?) geluid op te vangen. Men moet namelijk weten dat Koedijk een FANFARE-CLUB rijker is geworden onder directie van de heer Bijlhouwer. Aanstaande jubilarissen kunnen de feestwijn alvast klaar zetten, want op serenades kunnen ze stellig rekenen. De fakkels kunnen bij die gelegenheid als straatlantaarns dienst doen. Toen zoveel wereldlijk muziekgenot werd verschaft, meende het kerkbestuur op het gebied van de stichtelijke muziek niet achter te moeten blijven: Wel bezat de Hervormde gemeente een serafine-orgel, maar dit gedroeg zich als een oude juffrouw, die spoedig ontstemd is en gilt wanneer het niet nodig is.Het kerkbestuur is er in geslaagd zich van een nieuw orgel te verzekeren. Naar men zegt is het een geschenk van de familie des vorigen schenkers. En nog is het muzieknieuws niet uitgeput. De tiende maart werd hier een zangklasse geopend voor jonge meisjes van 6 - 16 jaar onder leiding van de heer Oord. Op de 14e maart kunnen kinderen van onvermogenden en min-vermogenden à 25 cent een uitvoering van het mannenkoor bijwonen. AGRARISCH NIEUWS. 28 januari. Tot watermolenaar in de Daalmeer is benoemd de heer Kooy van Den Burg. Puik vertrouwd FRIESCH WORTELZAAD is tegen f 5,-- per 5 ons te verkrijgen bij W.ZAADNOORDIJK te Alkmaar. Gevraagd iemand die grondig bekend is met de NOORDHOLLANDSCHE KAASMAKERIJ. Zich in persoon te vervoegen voor 19 maart bij Jb. Keizer te St. Pancras. Op 31 mei werden op de Alkmaarsche markt de EERSTE NIEUWE AARDAPPELEN aangevoerd door de heer J. Kloosterboer te St. Pancras 12 juni. Koedijk. Hier werd aanbesteed een NIEUWE STOOMKAASFABRIEK voor f 4.747. en deze werd gegund aan de laagste inschrijver de heer Van der Well. 13 november. Koedijk. Onze nieuwe kaasfabriek schijnt goede waar te leveren. Er werd reeds tweemaal gemarkt en steeds werden goede prijzen gemaakt. Jammer dat niet meer boeren hun melk aan deze fabriek leveren.
Historische Vereniging
- 88 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 Op 25 okt. vond de 4-jaarlijkse verpachting plaats van landerijen, eigendom van het Koedijker gemeente- , kerk- of armbestuur, gelegen in de gemeente Koedijk, Bergen of St. Pancras. De ruim 30 percelen brachten aanmerkelijk minder op als de vorige keer van sommige akkers was het zoveel minder, dat men besloot om de toewijzing voorlopig aan te houden. 't Ging zeker even wat minder met de tuinbouw. Dat blijkt ook uit berichten dat men tot 1890 in deze regio niets wist van de suikerbietenbouw. Maar in dat jaar werd dit zowel in Koedijk als in St. Pancras geprobeerd. Het eerste proefjaar viel niet zo gunstig uit: meer werk en minder opbrengst dan men had verwacht. En hoewel 1890 een slecht kooljaar was geweest werden er in 1891 minder penen verbouwd dan in 1890. De uitkomst viel nog meer tegen... Soms was het zo slecht dat op het geringe voorschot wat men had ontvangen, nog moest worden terugbetaald. De kooloogst 1891 was niet bijzonder best maar.... een minder goede oogst maakt dat de prijzen hoger zijn. Een bouwer haalde van 40 snees ongeveer evenveel in zijn portemonnaie als verleden jaar van 130 snees. Hier geldt dan ook : "Leve de kool, weg met de suikerbiet!"
De Wagenaars
Historische Vereniging
- 89 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
Koedijk in vroeger dagen.
december Het gaat met de bouwers beter als de laatste 3 jaren. Zowel rode- als witte- en gele kool doen een goede prijs. Ook uien worden goed betaald. Nu, een goed jaar is voor de bouwers wel eens gewenst.
GOUDEN ENGEL. Iedere plaats heeft hare eigenaardigheden en zoo heeft KOEDIJK de hare. Wordt overal het Sinterklaasfeest op 6 december gevierd en eerst sedert de laatste jaren dit feest door het streven van het 'christelijk bewustzijn' concurrentie aangedaan door het planten van kerstbomen; anders is dit hier waar de 6e december voorbijgaat als een gewone dag. De ouders bewaren de geschenken voor hun kroost tot den Nieuwjaarsdag en dit spreekt van een "gouden engel"; die deze gaven uitreikt. Is op het platteland van Noord-Holland de kermis eene gebeurtenis van belang, niet minder zijn het hier de laatste dagen van het jaar: "koekvrouwen" venten haar waar langs de huizen; al wie nering doet, houdt bijna "eene verloting" en de bakkers hebben te zorgen voor een baksel "krentenbrooden”. Hoe het feest van den "gouden engel" hier is ontstaat een beslist antwoord schijnt niet te krijgen. Sommigen meenen dat de oorspronkelijke bewoners zeelieden waren, die slechts den tijd van Kerst mis tot vrouwendag aan den wal doorbrachten en dan getuigen wilden zijn van de blijde gezichten hunner kinderen. Daar hier overigens niets aan zeevaart herinnert, moet er een goed geloof bij om het aangevoerde geloofwaardig te vinden.
Historische Vereniging
- 90 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991
Het sluisje in de Daalmeer, ingesloten door de stedelijke bebouwing van Alkmaar. (1990)
Gijs Schot (de oprichter van fa. Schot en Zn.) als ‘pikkenier’. Dat was iemand die van en voor tuinders groente naar de veiling vervoerde.
Historische Vereniging
- 91 -
Oud Sint Pancras
Nr. 6 - 1991 BESTUUR: Voorzitter: Secretaris: Penningmr.: Alg.adj.: Leden:
J.H.J. Wokke, Benedenweg 55. zie algemeen adjunct. G.J. Koopman, Fuut 19 A. Brandsma, Benedenweg 103 H. Beens, Noordeinde 4 H. Olie Benedenweg 169a J. Vermeer Vinkenlaan 14
tel.
072- 641648 642833 642314 643058 642058 643122
WERKGROEP-ADRESSEN. oude dorpsfoto's archeologie archiefonderzoek genealogie: periodieken:
H. Beens, Noordeinde 4 072H. Olie, Benedenweg 169a J. Vermeer, Vinkenlaan 14 A. Vroegop-Hartman, 02207H.H.Waard A Brandsma, Benedenweg 103
Historische Vereniging
- 92 -
643058 642058 643122 45355 642314
Oud Sint Pancras