Covive Joanna

  • Uploaded by: pensiontalk
  • 0
  • 0
  • June 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Covive Joanna as PDF for free.

More details

  • Words: 1,284
  • Pages: 28
Gebruik van formele en informele zorg door ouderen. Vlaanderen/België in Europees vergelijkend perspectief Joanna Geerts Onderzoeksgroep Welzijn en de Verzorgingsstaat Universiteit Antwerpen

Achtergrond • Grote variatie in long-term care (LTC) systemen in Europa • +/- dezelfde componenten • Geheel van thuis- en residentiële zorgvoorzieningen • Zorguitkeringen/vergoedingen

• MAAR Niveaus van bescherming verschillen

Achtergrond •

Continentale welvaartsstaten : belangrijke hervormingen LTC-systemen jaren ’90, introductie van universeel recht op diensten/uitkeringen, gebaseerd op zorgbehoefte Duitsland: Pflegeversicherung Oostenrijk: Pflegeld Frankrijk: Allocation Personnalisée d’Autonomie (APA)



Scandinavië + Nederland : bestaande universele rechten MAAR meer targetting



Zuid-Europa: geen of beperkte behoeftengebaseerde rechten



België : gemengd, deel LTC (o.a. thuisverpleging) in ziekteverzekering, geen universeel behoeftengebaseerd recht voor verschillende thuiszorgdiensten

Achtergrond Culturele verschillen WIE MOET VERANTWOORDELIJKHEID DRAGEN VOOR PERSOONLIJKE VERZORGING VAN OUDEREN (respondenten 50+) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

Volledig staat Hoofdzakelijk staat Familie en staat gelijk Hoofdzakelijk familie Volledig familie

DK

SE

NL

BE

VL

WL

FR

DE

AT

CH

IT

ES

Bron: Share, 2004

GR

TOT

Culturele verschillen • Familialisme – Zuid-Europa – Duitsland, Oostenrijk

• Versus verantwoordelijkheid staat – Noord-Europa – Nederland

België: – Tussenpositie – Vlaanderen en Wallonië gelijkaardig patroon – Iets meer Vlaamse dan Waalse ouderen menen dat persoonlijke verzorging verantwoordelijkheid moet zijn van overheid

Onderzoeksvragen Hoe beïnvloedt institutioneel-culturele context de concrete zorgsituatie van zorgbehoevende ouderen? – Cross-nationale verschillen in patronen van formeel en informeel zorggebruik? – Cross-nationale verschillen in determinanten van formeel zorggebruik: • relatie met zorgbehoeften ? • relatie met beschikbaarheid informele zorg?

Macro/micro benadering: macrocontext

Macro/micro benadering: determinanten op microniveau • Sociaal gedragsmodel van zorggbruik (Aday & Andersen, 1974, Andersen, 1995; Andersen & Newman, 1973)

– Behoeften – Geneigdheidsfactoren – Faciliterende factoren

Hypothesen In landen met sterker behoeftengebaseerd recht op LTC: H1: Hogere kans op gebruik formele LTC H2: Gebruik van formele LTC sterker behoeftengerelateerd H3: Gebruik van formele LTC minder sterk gerelateerd aan (on)beschikbaarheid van informele zorg

Hypothesen (2) In landen met meer familialistische zorgcultuur: H4: Lagere kans op gebruik formele LTC, hogere kans op informele zorg H5: Gebruik van formele LTC sterker gerelateerd aan (on)beschikbaarheid informele zorg

Data en methoden • Data: – SHARE-golf 1, 2004 – Thuiswonende respondenten 65+, N=12.173 – 11 Europese landen: • Oostenrijk, België, Zwitserland, Duitsland, Denemarken, Spanje, Frankijk, Griekenland, Italië, Nederland, Zweden

• Methoden: – Logistische en multinomiale regressie

Afhankelijke variabelen Type zorg

– Geen zorg/alleen informele zorg/alleen formele zorg/formele en informele zorg (2 laatste categorieën samengevoegd in multivariate analyses) • Informele zorg – Van buiten huishouden bij persoonlijke verzorging en/of huishouden, en/of administratieve hulp en/of – Van binnen huishouden bij persoonlijke verzorging en/of huishoudelijke hulp

• Formele zorg = thuisverpleging en/of huishoudelijke hulp en/of warme maaltijden

Formele zorg

- Huishoudelijke hulp: ja/nee - Thuisverpleging: ja/nee

Resultaten

Patronen van formeel en informeel zorggebruik Thuiswonenden, 65+ 100% 90% 80% 70%

ALLEEN FORMEEL

60%

FORMEEL EN INFORMEEL ALLEEN INFORMEEL

50% 40%

GEEN

30% 20% 10% TOT

GR

ES

IT

CH

AT

DE

FR

WL

VL

BE

NL

SE

DK

0%

Bron: SHARE, 2004

Patronen van formeel en informeel zorggebruik • 2 clusters - Zuid-Europa, Oostenrijk en Duitsland: intensieve informele zorg, relatief weinig formele zorg – Denemarken, Nederland, België en Frankrijk: minder intensieve informele zorg, veel formele zorg

• België – Zeer hoog aandeel gebruikers van formele zorg: 25,3 %

• Vlaanderen en Wallonië: – Niveaus formele zorg vergelijkbaar – Iets meer informele zorg in Wallonië – Iets vaker combinatie formele én informele zorg in Wallonië

Patronen van formeel en informeel zorggebruik • In landen met familialistische cultuur: – Kans op gebruik informele zorg hoger – Kans op gebruik formele zorg lager (H4+)

• Geen samenhang tussen behoeftengebaseerd recht op zorg en kans op formele zorg (H1-)

Landenverschillen na controle voor individuele kenmerken Blijven er signficante landenverschillen na controle voor: –

Behoeften • • • •

Lichamelijke beperkingen Cognitieve beperkingen Psyschische beperkingen Chronische aandoeningen

– Geneigdheidsvariabelen • Geslacht • Leeftijd • Opleidingsniveau

– Faciliterende variabelen • • • •

Inkomen Urbanisatiegraad Potentiële beschikbaarheid van informele zorg binnen huishouden Potentiële beschikbaarheid van informele zorg buiten huishouden

Landenverschillen na controle voor individuele kenmerken Landenspecifieke effecten, kans op gebruik formele zorg versus enkel informele zorg, relative risk ratio’s

(pseudo)R²=0,22

Form eel versusenkel inform eel

P<0.001

Spanje Italië Oostenrijk

n.s.

Duitsland Frankrijk Nederland Zweden Denemarken Belgie=ref

0,1

1

Na controle voor: chronische aandoeningen, lichamelijke, cognitieve, psychische beperkingen, geslacht, leeftijd, opleiding, inkomen, urbanisatie, beschikbaarheid informele zorg binnen en buiten huishouden

10

Landenverschillen na controle voor individuele kenmerken Landenspecifieke effecten, kans op gebruik huishoudelijke hulp, odds-ratio’s (pseudo)R²=0,28

Huishoudelijke hulp Spanje Italië

P<0.001

Oostenrijk Duitsland

P<0.05

Frankrijk Nederland Zweden

n.s.

Denemarken Belgie=ref

0,1

1

10

Na controle voor: chronische aandoeningen, lichamelijke, cognitieve, psychische beperkingen, geslacht, leeftijd, opleiding, inkomen, urbanisatie, beschikbaarheid informele zorg binnen en buiten huishouden

Landenverschillen na controle voor individuele kenmerken Landenspecifieke effecten, kans op gebruik thuisverpleging, odds-ratio’s (pseudo)R²=0,28

Thuisverpleging Spanje Italië

P<0.001

Oostenrijk Duitsland

P<0.01

Frankrijk Nederland

n.s.

Zweden Denemarken Belgie=ref

0,01

0,1

1

10

Na controle voor: chronische aandoeningen, lichamelijke, cognitieve, psychische beperkingen, geslacht, leeftijd, opleiding, inkomen, urbanisatie, beschikbaarheid informele zorg binnen en buiten huishouden

Landenverschillen na controle voor individuele kenmerken • Kans op formele zorg versus enkel informele zorg hoogst in België • Enkel Nederlandse ouderen significant hogere kans op formele huishoudelijke hulp • Enkel Franse ouderen significant hogere kans op thuisverpleging

Landenverschillen in relatie tussen behoeften en formeel zorggebruik

Interactie-effect land*lichamelijke beperkingen, na controle voor andere behoeftenindicatoren, geneigdheidsen faciliterende variabelen(land, ref=België)

***=p<0.001, **=p<0.01, *=p<0.05

***=p<0.001, **=p<0.01, *=p<0.05

Landenverschillen in relatie tussen behoeften en formeel zorggebruik

Gebruik van formele zorg in vgl met België sterker behoeftengerelateerd in landen met behoeftengebaseerd recht op zorgdiensten/uitkeringen (continentale welvaartstaten Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Nederland EN Zweden, Denemarken) (H2+) • kans op formeel zorggebruik versus enkel informele zorg meer behoeftengerelateerd in Denemarken, Nederland, Oostenrijk en Duitsland • kans op huishoudelijke hulp sterker behoeftengerelateerd in Denemarken, Zweden, Nederland en Frankrijk • kans op thuisverpleging sterker behoeftengerelateerd in Duitsland

Landenverschillen in relatie tussen potentiële beschikbaarheid informele zorg en formeel zorggebruik Interactie-effect land * beschikbaarheid informele zorg, gecontroleerd voor behoeften, geneigdheids- en overige faciliterende variabelen (land, ref. = België) Typezorg

Interactie land*Infinh

N (pseudo)

-R²

DK

Form eel vs. enkel inform eel 0.292**

SE NL FR DE AT IT E S

0.337** 0.297*** 1.182 0.286** 0.428* 1.640 1.191

G een vs. enkel inform eel 1.106 1.143 0.936 0.882 0.769 0.769 1.023 0.790 10.412 0.2294

Huishoudelijke hulp

Thuisverplegi ng

0.348*

0.655

0.400* 0.472* 0.815 0.585 0.816 1.724 1.112 10.411 0.2941

0.427 0.277** 1.140 0.275* 0.615 1.975 1.463 10.411 0.3008

***=p<0.001, **=p<0.01, *=p<0.05

Landenverschillen in relatie tussen beschikbaarheid informele zorg en formeel zorggebruik •

Gebruik van formele zorg in vgl met België sterker gerelateerd aan (on)beschikbaarheid informele zorg in Scandinavië en continentale landen (Nederland, Oostenrijk en Duitsland ) (H3-) (H5-) – kans op formeel zorggbruik versus enkel informele sterker gerelateerd aan beschikbaarheid informele zorg in Denemarken, Zweden, Nederland, Oostenrijk en Duitsland – Kans op huishoudelijke hulp sterker gerelateerd aan beschikbaarheid informele zorg in Denemarken, Zweden en Nederland – Kans op thuisverpleging sterker gerelateerd aan beschikbaarheid informele zorg in Nederland en Duitsland

- Verklaring?

- NL, SE, DK: grotere selectiviteit, - Duitsland/Oostenrijk: wisselwerking uitkering in cash/norm van familiale verantwoordelijkheid

Conclusies •

Aanzienlijke landenverschillen in gebruik formele en informele zorg



Convergentie in allocatiepraktijk formele zorg in NoordEuropa en continentale welvaartsstaten; targetting zorg op: – Ernstig zorgbehoevende ouderen – Zonder informele ondersteuning



België/Vlaanderen: afwijkend patroon, hoog aandeel gebruikers, minder selectief



Resultaten bieden inzicht in cross-nationale verschillen in LTC vanuit perspectief van zorgbehoevende ouderen – Aanvulling/bijsturing resultaten gebaseerd op macroindicatoren

Conclusies Implicaties voor zorgtrajecten, gezondheidsevolutie, en welbevinden van ouderen, belasting informele zorgverleners, timing institutionalisering

Het Consortium Vergrijzing in Vlaanderen en Europa dankt de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap in Technologie in Vlaanderen

Related Documents

Covive Joanna
June 2020 9
Joanna
October 2019 27
Joanna
October 2019 8
Covive Benedicte
June 2020 5
Joanna Lyn
October 2019 8
Joanna Jacobs
June 2020 5

More Documents from ""