Pijlers 1-2-3 In De Belgische Pensioenvoorziening, Prof. Dr. Jos Berghman: Presentatie 20090908_jberghman

  • Uploaded by: pensiontalk
  • 0
  • 0
  • May 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Pijlers 1-2-3 In De Belgische Pensioenvoorziening, Prof. Dr. Jos Berghman: Presentatie 20090908_jberghman as PDF for free.

More details

  • Words: 2,344
  • Pages: 33
Pijlers 1-2-3 in de Belgische pensioenvoorziening een situatieschets

Prof. dr. Jos BERGHMAN 8 september 2009

ACV-HIVA Ter Nood-Overijse

1

Overzicht  Vooraf: onderzoek pensioenbeleid - de data  Iets over pensioenstelsels  Onze pensioenstelsels  De huidige situatie

2

Vooraf: de data  Pensioenkadaster:

• Grootste actuele pensioengegevensbank (RVP & RIZIV) • Registratie pensioenuitkeringen 1ste & 2de pijler (NIET: 3de pijler)

 Steekproef: gepensioneerden die in 2001-2004 een pensioen (1ste en/of 2de pijler) ontvingen  Volledige populatie gepensioneerden (2005-2007)  Koppeling administratieve gegevens (DWH AM&SB): gezins- en loopbaankenmerken

3

1. Iets over pensioenstelsels  Repartitie en kapitalisatie  1ste, 2de, 3de en verdere pijlers  Repartitie = 1ste pijler

 Het verzekerde risico  Van individuele onzekerheid naar collectieve zekerheid  De maatschappelijke taak van de overheid

4

1. Iets over pensioenstelsels Kapitalisatie als starttechniek -

premies+interest= misbegrepen eigendom collectief als verzekering intragenerationele herverdeling zwak punt: -beleggingsrendement -inflatie -desinvestering

Repartitie als redmiddel -

premies voor omslag collectief: overheidsinitiatief intergenerationele herverdeling zwak punt: socio-demografisch onevenwicht -loopbanen – levensverwachting -baby-boom

Notionele formules repartitie in kapitalisatiekleed

5

2. Onze pensioenstelsels  Bismarckiaanse traditie van loongerelateerde uitkeringen  Socio-professionele stelsels voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren  Loopbaan gekoppeld • Loopbaan 20-60/65 man 45 vrouw 40 → 45 • Lonen → bijdragen → rechten • 60% van geherwaardeerde rechten • 75% voor gezin

6

2. Onze pensioenstelsels Uitholling 1ste pijler • Loopbaan: - langere scholing - vervroegde pensionering (brugpensioenen) - deeltijds werken Grafiek 1. Aandeel van deeltijds werkenden als % van totaal aantal werkenden naar geslacht, 1983-2005, België 50

10

40

8

30

6

20

4

10

2

%



0

0 1983

1985

1987

1989

1991

1993

1995

1997

1999

2001

2003

2005

Année Vrouwen

Mannen

7

2. Onze pensioenstelsels a)

Uitholling 1ste pijler •

Loopbaan:

-

langere scholing vervroegde pensionering (brugpensioenen) deeltijds werken gelijkgestelde periodes

Grafiek 2. Percentage geaggregeerde pensioenopbouw naar leeftijd uitgesplitst naar type pensioenopbouw, Belgische vrouwen, instroom rustpensioen 2001-2003 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 18

21

24

27

Voltijds gewerkt

30

33

36

Deeltijds gewerkt

39

42

45

Gelijkgesteld

48

51

54

57

60

Geen pensioenopbouw

8

2. Onze pensioenstelsels a)

Uitholling 1ste pijler •

Loopbaan:

- langere scholing - vervroegde pensionering (brugpensioenen) - deeltijds werken - gelijkgestelde periodes Instabiliteit gezinsverbanden



Grafiek 3. Evolutie van de gecumuleerde echtscheidingscijfers naar huwelijksduur per jaar van huwelijkssluiting, België % ontbonden huwelijken

30

1975

1980

25

1970

1985

1965

20 1990 15 1960 10 1995

1955

5 0 0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

22

Huw e lijksduur (in jare n)

24

26

28

30

32

34

9

2. Onze pensioenstelsels a)

Uitholling 1ste pijler • Loopbaan:

- langere scholing - vervroegde pensionering (brugpensioenen) - deeltijds werken - gelijkgestelde periodes • Instabiliteit gezinsverbanden • Loongrenzen bij berekening

10

2. Onze pensioenstelsels a)

Minimumregelingen • 2/3 van volledige loopbaan: 30 jaar • Erkend jaar: 156 samengedrukte VTE (recente, soepele regeling)

b)

Ontwaarding uitkeringen • Indexsprongen jaren ’80 • Onvoldoende welvaartsvast, geen automatische koppeling aan lonen Groeiend belang 2de en 3de pijler



11

3. Huidige situatie – 1ste pijler Grafiek 4. Verdeling van de gepensioneerden naar soort pensioen, %, 2004 OVERLEVINGSPENSIOEN 12 % RUST- + OVERLEVINGSPENSIOEN 16 % IGO 5%

ZUIVER IGO 1%

RP ZS 7%

RP AMBT 17 %

RP Gemengd 27 %

IGO + RP 3%

RUSTPENSIOEN 67 %

RP WN + RP AMBT 9%

RP WN 50 % IGO + OP 1%

Aandeel IGO-trekkers bij:

RP WN + RP ZS 16 %

Overige 2 %

alle RP WN:

4%

alle RP ZS:

9%

alle RP AMBT:

0%

alle RP Gemengd:

7%

12

3. Huidige situatie – 1ste pijler Grafiek 5. Gemiddelde 1ste pijlerpensioen (bruto) in euro naar soort rustpensioen, 2004 2500

2112

2000

1936 1809 1500 Euro

1508

1000

1210

Kost rusthuis: € 1080 Minimumpensioen: € 832

1170 925

Armoedelijn: € 777

812

Totaal

WN+ZS

500 493

0

RP Totaal

RP WN

RP ZS

RP AMBT

WN+AMBT

ZS+AMBT

WN+ZS+AMBT

RP Gemengd

13

3. Huidige situatie – 1ste pijler Grafiek 6. Verdeling van het pensioeninkomen uit de eerste pijler* naar geslacht, percentages, rustgepensioneerde werknemers, 2006 25

21 20

18

2% van de mannen < € 800

16

57% van de vrouwen < € 800

15

15 14

14 12

% 10

13

12

8 6

5

5 4

4

3

2 0

0

0

900-1000

800-900

700-800

600-700

500-600

400-500

300-400

200-300

100-200

0 -100

2

2

1

1500+

0

1100-1200

0

0

1000-1100

0

3

1 1400-1500

5

1300-1400

6

5

1200-1300

6

Klassen eerstepijlerpensioen in euro

MAN

VROUW

*Wettelijke pensioenen berekend aan het gezinstarief zijn omgezet naar het tarief voor alleenstaanden

14

3. Huidige situatie – 2de pijler – wanneer? Grafiek 7. Opname van 2de pijlerpensioen in vgl. met ingang van 1ste pijlerpensioen naar uitkeringsvorm (rente of kapitaal), rustgepensioneerde wn’s, instroom 1997-1999 50

47

45

42

40 35

35

%

30

28

25 20 15 10

10

8

5

1

0

0

3

0

2

0

1

0

3

2

4

1

4

1

2

1

2

3

0

0 meer dan 5 jaar eerder

5-

4-

3-

2-

1-

0

1

2

3

4

Aantal jaren verschil tussen pensionering en opname tweedepijlerpensioen Opname 2de pijler rente

Opname 2de pijler kapitaal

5

meer dan 5 jaar later

15

3. Huidige situatie – 2de pijler – wie? Grafiek 8. Toegang tot de 2de pijler naar hoogte van het 1ste pijlerpensioen,%, rustgepensioneerde wn’s, 2004 100 90

79

83

80

67

70

64

60

35

40 30

200-300

5

14

15

700-800

3

400-500

2

7

300-400

1

100-200

10

12

600-700

21 20

<100

12

Klassen eerstepijlerpensioen in euro

1500+

1400-1500

1300-1400

1200-1300

1100-1200

1000-1100

900-1000

800-900

0 500-600

%

49 50

16

3. Huidige situatie – 2de pijler – wie? Tabel 1. Toegang tot de 2de pijler naar geslacht, rustgepensioneerde wn’s, 2004 % PK 2004

# extrapolatie

% instroom 2004

# extrapolatie

Man

42

154.063

46

10.743

Vrouw

15

35.361

18

2.777

17

3. Huidige situatie – 2de pijler – wie? Grafiek 9. Toegang tot de 2de pijler naar hoogte van het 1ste pijlerpensioen en geslacht, %, rustgepensioneerde wn’s, 2004 100

90 90

79 80

79

88

82

73 66

70

62

59

46

50 40

32

30

22

20

14

10

2

1

3

2

9

5

5

3

9

20

34

19 14

13

11

48

12

12

7

1500+

1400-1500

1300-1400

1200-1300

1100-1200

1000-1100

900-1000

800-900

700-800

600-700

500-600

400-500

300-400

200-300

100-200

0 <100

%

60

Klassen eerstepijlerpensioen in euro Man

Vrouw

18

3. Huidige situatie – 2de pijler – wie?  Jongere gepensioneerden ontvangen vaker aanvullend pensioen dan oudere  Brusselse gepensioneerden (42%) krijgen vaker aanvulling uit 2de pijler dan Vlaamse (31%) en Waalse (36%) • Mogelijke verklaring: groter aandeel kaderleden en bedienden in Brusselse beroepsbevolking

19

3. Huidige situatie – 2de pijler – hoe?  Eenmalig kapitaal of periodieke rente? • 72% enkel kapitaalsuitkering • 18% enkel rente-uitkering • 10% zowel rente als kapitaal

1

16

 Periodiciteit rente:

40

Maandelijks Driemaandelijks Jaarlijks Tweemaandelijks/Halfjaarlijks

43

20

3. Huidige situatie – 2de pijler – hoe? Grafiek 10. Percentage rustgepensioneerde wn’s met 2de pijlerpensioen naar uitkeringsvorm en jaar wettelijke pensionering, 1980-2004 100% 15 4

30

35 47

52

49 60

62

59

61

62

14

60%

68

70

71

74

78

72 81

81

67

74

84

76

76 91

23 17 18

15

11

13

21

27

4

6

21

20

18

2003

14

6

5

2002

16

8

10 2000

20

1999

22

7

1998

23

1995

23

1994

25

7

1993

23

12

1997

13

7

2001

6 10

1992

1986

1985

1984

1983

1982

1981

1980

11

35 21

0%

15

1991

30

16

1990

30

16

1989

42

20%

15

1996

19

56

1988

23

81

1987

40%

5 5 2004

80%

Jaar wettelijke pensionering Rente

Rente en Kapitaal

Kapitaal

21

3. Huidige situatie – 2de pijler – hoeveel?  Gemiddelde kapitaalsuitkering in 2004: • Alle gepensioneerden: € 89.277 • Nieuw gepensioneerden: € 110.592

 Gemiddelde rente-uitkering in 2004: • Alle gepensioneerden: € 364/maand • Nieuw gepensioneerden: € 440/maand

 Hoogte van kapitaal en rente varieert sterk

22

3. Huidige situatie – 2de pijler – hoeveel? Tabel 3. Gemiddelde 2de pijlerpensioen in ‘fictieve’ en ‘reële’ rente, rustgepensioneerde wn’s, 2004 Gemiddelde

Mediaan

Fictief

Reëel

Fictief

Reëel

Man

620

379

223

125

Vrouw

265

287

101

165

Totaal

552

364

198

125

• Fictieve rente ligt gemiddeld een derde hoger dan reële rente • Verschil naar geslacht: › Man: fictieve rente > reële rente › Vrouw: fictieve rente < reële rente

23

3. Huidige situatie – 2de pijler – hoeveel? Grafiek 12. Inkomensverdeling van het pensioeninkomen uit de 2de pijler, rustgepensioneerde wn’s, 2004 40 36

Gemiddeld 2de pijlerpensioen: € 548/maand

35

30

20 16

75% heeft een aanvullend pensioen lager dan € 600/maand

15

9

10

7 6 1

1

1000-1100

1100-1200

1200-1300

1300-1400

1400-1500

3

3000<

2

2500<

2

2000<

2

1500<

2 900-1000

4

2 800-900

3 700-800

3

600-700

4

500-600

300-400

200-300

100-200

0

4

400-500

6 5

<100

%

25

Klassen tweedepijlerpensioen in euro

24

3. Huidige situatie – 2de pijler – hoeveel? Grafiek 13. Hoogte van het 2de pijlerpensioen naar achtergrondkenmerken, rustgepensioneerde wn’s, 2004 1928

2000 1800 1600 1400

917

1000 773

800 600

548

812

606 517

400

511

496

480

508

512

539

514

291 188

200

13

69

TOTAAL

GESLACHT

GEWEST

LEEFTIJD

Kwintiel 5

Kwintiel 4

Kwintiel 3

Kwintiel 2

Kwintiel 1

84+

80-84

75-79

70-74

65-69

60-64

-60

Brussel

Wallonië

Vlaanderen

Vrouw

0 Man

Euro

1200

HOOGTE EERSTEPIJLERPENSIOEN

25

3. Huidige situatie – 2de pijler – hoeveel? Grafiek 14. Gemiddeld pensioeninkomen uit 1ste én 2de pijler naar geslacht, bij volledige groep rustgepensioneerde wn’s, rustgepensioneerde wn’s met 2de pijler en rustgepensioneerde ambtenaren, 2004 2500

Totaal: 2262

Totaal: 2112 Totaal: 1864

2000

Totaal: 1431

548

Euro

1500

606

Totaal: 1275 2262

2112

171

291 1870

Totaal: 580

1392

1316 500

Totaal: 1870

254

Totaal: 1096 1000

Totaal: 1998

1177

43

925

984

537

0 RP Wn

RP Wn met P2

RP Ambt

Totaal

RP Wn

RP Wn met P2

RP Ambt

RP Wn

Mannen

eerstepijlerpensioen

RP Wn met P2

RP Ambt

Vrouw en

tweedepijlerpensioen

26

3. Huidige situatie – 2de pijler – hoeveel? Grafiek 15. Percentage rustgepensioneerde wn’s naar hoogte totaal pensioen en toegang tot de 2de pijler, 2004 14

12

0 1

10

8

2

2 2

10

2

2

3

900-1000

800-900

700-800

600-700

500-600

400-500

300-400

200-300

100-200

0 <100

2 3

2

2

2

1

1

1

1

0

1 0 1900-2000

2

0

4

1800-1900

3

2

5

1700-1800

3

5

0

1600-1700

0

1200-1300

4

0

1100-1200

0 2

2

7

0

10

1500-1600

0

1000-1100

4

0 2000<

12

1300-1400

6

1400-1500

%

1

klassen totaal pensioen in euro

Gepensioneerden met enkel een eerstepijlerpensioen

Gepensioneerden met zowel een eerste- als tweedepijlerpensioen

27

3. Huidige situatie – koppelinkomen Grafiek 16. Inkomensverdeling van het totale pensioeninkomen (1P+2P) van de Belgische WN-koppels met een pensioen in het werknemersstelsel, percentages, 2006 10

26 % totaal pensioen op huishoudniveau lager dan EU-SILC armoedelijn van € 1.317

9 8

8

7

7

7

6

6

5

5

6 5

5

4

4

4

0

1

1

200-300

300-400

400-500

500-600

600-700

700-800

1

1

1

1

1

1

1

1

1

0

0

0

0 3900-4000

1

3800-3900

1

1

3700-3800

1

2

3600-3700

1 100-200

1

3500-3600

2

3400-3500

1

2

3300-3400

3

2

3200-3300

3

2

3100-3200

3

3000-3100

3

2900-3000

3

Totaal pensioeninkomen op huishoudniveau

>4000

2800-2900

2700-2800

2600-2700

2500-2600

2400-2500

2300-2400

2200-2300

2100-2200

2000-2100

1900-2000

1800-1900

1700-1800

1600-1700

1500-1600

1400-1500

1300-1400

1200-1300

1100-1200

900-1000

1000-1100

800-900

0 0-100

%

6

28

3. Huidige situatie – koppelinkomen Grafiek 17. Inkomensverdeling van het totale pensioeninkomen (1P+2P) van de Belgische koppels met een pensioen in het werknemersstelsel, belang van de verschillende pensioenen in euro, 2006 6000 5500 5000

26 % totaal pensioen op huishoudniveau lager dan EU-SILC armoedelijn van € 1.317

4500 4000

3000 2500 2000 1500 1000 500

>4000

3900-4000

3800-3900

3700-3800

3600-3700

3500-3600

3400-3500

3300-3400

3200-3300

3100-3200

3000-3100

2900-3000

2800-2900

2700-2800

2600-2700

2500-2600

2400-2500

2300-2400

2200-2300

2100-2200

2000-2100

1900-2000

1800-1900

1700-1800

1600-1700

1500-1600

1400-1500

1300-1400

1200-1300

1100-1200

1000-1100

800-900

900-1000

700-800

600-700

500-600

400-500

300-400

200-300

0-100

0 100-200

Euro

3500

Totaal pensioeninkomen op huishoudniveau

P1-partner 1

P1-partner 2

P2-partner 1

P2-partner 1

29

3. Huidige situatie – koppelinkomen Grafiek 18 . Aandeel van het rust- en overlevingspensioen in het totale pensioenbedrag bij de Belgische alleenstaanden die een rust- met een overlevingspensioen cumuleren, naar geslacht en leeftijdsklasse, totalen, 2006 2.000 1.800 1.600 1.400

Totaal: 1. 726

Totaal: 1. 707

318

310

1408

1397

Totaal: 1. 669 595

Totaal: 1. 456 299

Totaal: 1. 291 259

1.200

669 Totaal: 1. 229 226

Euro

1157 1.000

Totaal: 1. 132 187

1032

1003

945

Armoedelijn:

400

€ 878

Totaal: 1. 296 778

Totaal: 1. 035 159

800 600

Totaal: 1. 496 Totaal: 1. 262

Totaal: 1. 231

804

821

Totaal: 1. 174 771

1074

876

Totaal: 1. 125 725

827

518

458

410

403

400

75-84

85-94

95+

200 0 55-59

60-64

65-69

70-74

75-84

85-94

95+

55-59

60-64

Mannen

65-69

70-74 Vrouwen

Rustpensioen

Overlevingspensioen

30

3. Huidige situatie – 3de pijler Situatie aangiftejaar 2006 Deelnemers

premies

pensioensparen

1.859.000

1,2 miljard

levensverzekeringen

1.465.000

911 miljoen

samen

2.626.000

2,1 miljard

Deelnemers:

14% van alleenstaanden 28% van koppels (meestal beiden)

Premie:

mediaan pensioensparen 780€ (fiscaal plafond)

Tax expenditures:

0,21% BBP 0,44% publieke uitgaven 2,5% pensioensuitgaven

31

3. Huidige situatie – voorlopig besluit 



Dus: •

2de pijler leidt ons van Mattheüs over Lucas naar Marcus



1ste pijler wordt ondermaats



3de pijler: geen pensioensbeleid



Huishoudens doen ertoe

Naar de toekomst: •

Beleid in de lengte of in de breedte? » Een oproep tot democratisering



Fiscaal beleid is ook sociaal beleid » De fiscus heeft invloed



Nood aan draagvlak » beveiliging 1ste pijler » Inrichting en besteding 2de pijler

32

Dank u.

Prof.dr.Jos Berghman Social Policy- CeSo – KULeuven Parkstraat 45, bus 3601 3000 Leuven [email protected]

33

Related Documents


More Documents from "brhomzalat"