HInT CHAOS!
Bouwput op Heyendaal — Arrivederci Berlusconi? — Zoeken naar Khalil
- Historisch Institutioneel Tijdschrift Nummer 5 - 2009
| HInT
HInTLeiding - Herfst Op de ruiten van mijn SSHN kamertje weerklinken de regendruppels van een grauwe herfstmorgen. Ik sla de wekker, die inmiddels al een keer of vijf de snooze-stand heeft moeten trotseren, kordaat uit en, de slaap nog uit mijn ogen wrijvend, stap ik onder de douch. Tijdens het ontbijt check ik gauw mijn webmail - alweer een e-mail van ene A.C.M. Khalil - en spring op de fiets naar de uni. De fietstocht verloopt niet zonder problemen. Al op de Hatertseweg moet ik afstappen vanwege de bouwwerkzaamheden die heel Nijmegen lijken te teisteren. Vanaf mijn kamer tot de universiteit lijkt het één grote bouwput. Geërgerd, natgeregend en bovendien, te laat, betreed ik de collegebanken. Tijdens colleges wordt gerefereerd aan het vallen van de Muur, zo’n twintig jaar geleden en wordt door mijn medestudenten aan het Oktoberfest van de GSV gememoreerd. Na mijn college, de lunchpauze gedeeld met een - vooral uit mannen bestaand - gezelschap van de Master Politiek en Parlement, verwoed de plannen van Plasterk bekritiserend, besluit ik de weg naar huis te beginnen. Dankzij de nieuwe flatscreens in de Refter constateer ik dat het beter is om even te wachten - de buienradar vertelt mij dat het nog even regent - en ik besluit nog een kop koffie te kopen bij de steeds bekend wordende John. Op die momenten, wachtend op het einde van de herfstbui, laat ik de onderwerpen van de dag nog even de revue passeren. En ik hoop dat ik vanaf dit moment niet de enige ben. Ik wens de lezer veel plezier met het meebeleven van een aantal momenten en impressies van de geschiedenisstudent anno 2009.
Remy Maessen,
[email protected] |2
Colofon Jaargang 26, Nummer 5, Oktober 2009. Het Historisch Institutioneel Tijdschrift (HInT) is het periodiek van GSV Excalibur.
Redactiadres Erasmusplein 1 kamer 1.60a/9.14 6525 HT Nijmegen
[email protected] Oplage: 350 ISSN: 0923-9375 © GSV Excalibur 2009 Redactie: Joost Ankone, Paul Bongers, Martijn van den Boom, Dieuwertje ten Brinke, Martin Buunk, Myrna van Deursen, Bob van Dijk, Peter Kerris, Gaard Kets, Aniek de Kort, Arlette van Lint, Meike Lucas Coen Pouls, Freke Remmers, Tim Riswick, Thomas Vries Met bijdragen van: Erik Cleijne, Roel Vossen Eindredactie: Paul Bongers, Remy Maessen, Coen Pouls, Freke Remmers Hoofdredacteur: Remy Maessen Foto Voorpagina: Freke Remmers
In dit HInT... oktober 2009 |
5
8
12
In HInTerview dit keer een gesprek met oudheidkundige Nathalie de Haan. Zij spreekt over carrière, buitenland en de ‘eeuwige student’.
De universiteit transformeert in rap tempo. Lees hier de opinie van Paul Bongers over de veranderingen.
Wilde jij ook altijd al weten wie de mysterieuze persoon achter de mails is? Thomas Vries ging op zoek naar de identiteit van A.C.M. Khalil.
28
34
36
Hells angels maakten een bruut einde aan de ‘Summer of Love’ en aan de creativiteit van de Rolling Stonen. Lees
Het reilen en zeilen der GSV HInTerview - Nathalie de Haan Omdat je huis nooit af is CollegeCribs - Dirk Cornelissen Dromen over Khalil Oost Europa na het communisme Wilkommen zum Oktoberfest Filmrecensie Boekrecensie
De plannen van Plasterk houden het Nederlands studentenleven in hun greep. Joost Ankone wilde er het fijne van weten.
4 5 8 10 12 14 16 18 19
De Refter is veranderd. Flatscreens en een campusshop domineren het nieuwe beeld. Coen en Myrna reageren.
Geschiedenis in de Medenzeggenschap Sympathy for the Hell’s Angels Vrouwen en politiek ViaVia Ronald Goorden Minoordeel Amerikanistiek “Investeer meer!” De Nieuwe Refter De seksschandalen van Silvio De Cleijne Geschiedenis
20 22 25 28 30 32 34 36 39
3|
| HInT
Het reilen en zeilen der GSV In deze rubriek een schets van het reilen en zeilen binnen de GSV. Welke activiteiten zijn de afgelopen periode georganiseerd en wat ligt de komende tijd in het verschiet? Lees het hier en je weet wat er speelt!
Oktoberfest Woensdag 30 september liet het jaarlijkse Oktoberfest de Camelot weer schudden op haar grondvesten. Pullen echt Oktoberfest-bier, Volksmusik en Bratwurst maakten er een Duits festijn van wat zijn weerga niet kende. Voor foto’s: kijk op de achterkant.
GSV’ers richting Alphen om er een legendarisch eerstejaarsweekend van te maken, en dat werd het. Een heksenthema en een cantus maakten er een mooi weekend van, ochtendgymnastiek van Roger deed de rest.
Interne constitutieborrel Woensdag 14 oktober zal het nieuwe GSV bestuur zich officieel aan de leden presenteren. Wissel ALV Een dag later, op 1 oktober, een serieuze aange- Kom een pilsje drinken met je medestudenten legenheid. Het bestuur 2009/2010, onder lei- in de Camelot. ding van voorzitter Roger van der Hoeven werd geïnstalleerd en Anouk Keune werd door de Kleine Reis ALV goedgekeurd als bestuurslid Formele Za- Van 29 oktober tot en met 2 november zal een ken. delegatie van ruim 30 GSV leden in het teken van de Kleine Reis het Kanaal oversteken en Eerstejaarsweekend Londen bezoeken. Een impressie van deze reis Vrijdag 2 oktober vertrok een grote groep in het volgende nummer! Voor meer info check de nieuwsbrief of kijk op http://gsv.ruhosting.nl
Het 26ste bestuur van de GSV Excalibur Bovenste rij v.l.n.r. Roger van der Hoeven, Zorah Blok, Remy Maessen en Karin Geerts; Onderste rij v.l.n.r. Tamara van Lith, Anouk Keune en Sjir Worms |4
oktober 2009 |
HInTerview - Nathalie de Haan Over carrière, het buitenland en de eeuwige student Door Tim Riswick en Arlette van Lint
Studeer geschiedenis in Nijmegen en je komt niet om haar heen. Vanaf dag één krijg je college van de enthousiaste kennisbron Nathalie de Haan. Reden genoeg om voor dit HInTerview bij haar op bezoek te gaan. Waar zij alle kennis vandaan haalt wordt al snel duidelijk wanneer wij haar kamer op de tiende verdieping binnenstappen. Boeken in de kast, op de kast, op de tafel en op haar bureau. Tacitus, Cicero en Plinius, het is duidelijk dat we met een docente Oude Geschiedenis te maken hebben. En dit is nog maar een deel van haar collectie. Geen geschiedenisstudent De Haan, docente Oude Geschiedenis, heeft verrassend genoeg geen Geschiedenis gestudeerd, maar is classica van huis uit. Op de middelbare school twijfelde zij tussen Nederlands, Geschiedenis en Klassieke Talen. Uiteindelijk koos zij voor een combinatie van de literatuur, de cultuurhistorische vraagstukken en het romantische Indiana-Jones beeld. Het werd dus klassieke archeologie. Maar hoe leuk veldwerk ook is, dit was niet het enige wat ze wilde doen. “Ik ben niet iemand van de scherven, potjes en pannetjes, ik ben cultuurhistorisch geïnteresseerd. Het voordeel van klassieke archeologie is dat we ook met schriftelijke bronnen werken. Dit spanningsveld tussen materiële en schriftelijke bronnen heb ik altijd interessant gevonden.”
5|
| HInT
Zij begon haar studentenleven hier in Nijmegen in 1986 met volle vreugde en inzet en is in 1992 afgestudeerd. “Wij hadden meer tijd voor verdieping en een programma dat meer ruimte bood voor een langdurig buitenland verblijf.” Over haar studententijd is ze heel positief, maar de mooiste tijd van haar leven noemt ze het niet. “Ik hoop altijd dat de mooiste tijd nog gaat komen.” Vooral de hoeveelheid energie die ze had, is haar bijgebleven. “Een halve nacht doorhalen en de volgende morgen in de collegezaal zitten en nog iets opsteken ook, dat kon toen nog.” Ze studeerde met hart en ziel, maar had daarnaast ook een druk sociaal leven. Ze was actief lid van de studentenvereniging Klassieken en bovendien deed ze bestuurswerk in de faculteitsraad. Hier heeft ze veel van geleerd en De Haan raadt studenten dan ook aan om bestuurswerk te doen. Als mooiste herinnering noemt zij haar eerste aanblik van een Griekse tempel in Paestum. “Toen viel ik zo ongeveer om vanwege de enorme grootte van de goedbewaarde tempel. Het is toch een verschil of je het uit de boeken leert of in de werkelijkheid ziet.” Dit gebeurde tijdens een van de opgravingscampagnes van de afdeling archeologie in Italië. Buitenland De Haan ziet geschiedenis als een vak waarbij je er veel op uit moet. Welk tijdvak je ook bestudeert. “Ga naar tentoonstellingen, naar musea, naar het buitenland. Pas dan ga je zelf samenhang zien die je echt niet alleen uit de boeken kunt leren.” Als student voor haar doctoraalscriptie ging zij naar Rome met een beurs van het Koninklijk Nederlands Instituut Rome (KNIR). Zij keerde vanaf haar achttiende ieder jaar terug naar deze stad. Daarna heeft zij een onderzoeksaanstelling gekregen in Nijmegen, maar in 2000 ging zij alweer terug naar de Eeuwige Stad. Zij kreeg een aanstelling bij het KNIR, had de afdeling Oudheid onder haar hoede en begeleidde onder meer Nederlandse studenten en promovendi die met een beurs op het Instituut verbleven. Kortom ze hield zich bezig met onderzoek en onderwijs. In Rome komen vele disciplines, zoals geschiedenis, kunstgeschiedenis en archeologie bij elkaar. Over haar favoriete plek in Rome moet ze even nadenken. “Dat zijn er zoveel…!” In ieder geval spreekt de sfeer van de grote markt bij Piazza Vittorio Emanuele op zaterdagmorgen haar erg aan. Docent en student Sinds 2006 is De Haan weer in Nijmegen actief als docente Oude Geschiedenis. “Ik vind onderwijs geven erg leuk. Dat doe ik met veel plezier. Ik probeer me wel te realiseren dat wij als docenten niet moeten vergeten dat als je begint met studeren er veel tegelijk op je afkomt. Je moet mensen uitdagen en ik leg de lat graag hoog, want mijn taak als docent is het beste uit studenten te halen.” Ze vindt het niet erg als je als student iets niet weet, daar kan immers aan gewerkt worden. “Ik ga ervan uit, totdat het tegendeel bewezen is, dat mensen hier komen met voldoende intelligentie en met een grote motivatie en interesse. Voor de rest valt alles te leren, als je maar nieuwsgierig bent.” Grote missers zijn tijdens haar colleges eigenlijk niet voorgekomen. “De techniek blijft wel altijd spannend. Ik ben geen ongelofelijke kluns met computers, maar soms gaat er wel eens iets mis met de apparatuur. Toen dat gebeurde had ik gelukkig een hele ouderwetse stift bij me en hing er een bord. Dat gaat eigenlijk ook.” Het geven van colleges is iets waar je volgens De Haan aan moet blij-
|6
oktober 2009 |
ven werken. Hierbij is de timing van een college wel lastig. “Ik vind het echt een sport om in twee keer drie kwartier precies te vertellen wat je wilde vertellen, en dan ook geen minuut langer.” Vandaar dat haar colleges bijna nooit uitlopen. Schroom niet om vragen te stellen tijdens haar colleges, want respons uit de zaal vind De Haan juist fijn. “Een college moet geen statische monoloog worden.” Kom echter niet te laat, want dat leidt toch af. “Mensen die te laat binnenkomen zullen dat niet zo bedoelen en zich dat misschien niet realiseren. Maar je bent dan toch even van je lijn af.” Soms maakt ze hier ook wel ironische opmerkingen over, waarbij de laatkomers de ironie misschien niet altijd doorhebben. Over de plannen van Plasterk is ze absoluut niet enthousiast. “Goed onderwijs, van kleuterschool tot universiteit, vormt het fundament van onze samenleving. Maar de kwaliteit staat onder druk als de middelen structureel onvoldoende zijn. Van een minister die zelf uit de wetenschap komt had ik meer visie voor de langere termijn verwacht, nu regeert vooral de waan van de dag. Studenten moeten zich op hun beurt realiseren dat ze aan hun eigen toekomst en de toekomst van de samenleving bezig zijn.” De ideale student is volgens De Haan dan ook nieuwsgierig, breed geïnteresseerd en absoluut geen minimumlijder. “Een goede student is niet tevreden met een zes als er een acht mogelijk is. En als student moet je veel lezen, zowel vakliteratuur als algemene literatuur en vooral naar tentoonstellingen en films gaan.” Haar grootste tip voor studenten is om naar het buitenland te gaan. Dit kan studie-gerelateerd zijn, maar ook in je zomervakantie kun je erop uit. “Je kunt drie weken in de zon gaan liggen bakken, maar je kunt je tijd ook anders besteden.” Een waardeoordeel geeft ze hier verder niet over, maar haar voorkeur is duidelijk. Zo blijf je scherp In haar vrije tijd heeft De Haan een druk sociaal leven. Zij houdt dan ook erg van gezellig dineren met vrienden. Een goed Italiaans restaurant in Nijmegen heeft ze helaas nog niet gevonden. Ook houdt ze zich graag bezig met het lezen van literatuur, de krant en opiniebladen. Bovendien is zij actief in een stichting voor kleinschalige hulp aan India. “Ik probeer ook de zaken in het heden bij te houden en niet alleen met mijn hoofd in het verleden te leven. Ik voel mij betrokken bij de wereld van nu en zeker ook bij andere delen van de wereld. Misschien komt dit ook wel doordat ik zes jaar in het buitenland heb gewoond. Dan voel je dat de wereld groter is dan Nederland en verandert je blik op de wereld.” Hier in Nijmegen heeft ze het erg naar haar zin, maar in de toekomst zou ze graag nog een keer naar het buitenland gaan. Bijvoorbeeld een jaartje naar de Verenigde Staten. “Zo blijf je scherp.” |
Commissielid worden? Stuur een mail naar:
[email protected] 7|
| HInT
Omdat je huis nooit af is Door Paul Bongers
In voorgaande jaren vielen veranderingen binnen de universiteit nog wel mee. In de nazomer was de Dictatencentrale weer elders te vinden, de hele afdeling Geschiedenis was ‘tijdelijk verhuisd’ naar de achttiende verdieping, en de entreehal van het Erasmusgebouw was ineens drie keer zo groot. Het was allemaal even slikken, maar na een week vielen de wijzigingen niet meer op. Inmiddels is de veranderingsdrift op een hoger niveau gekomen. In ieder klein hoekje schuilt tegenwoordig niet alleen een ongelukje, maar ook een bouwvakker. Ik ben inmiddels vergeten waar de Dictatencentrale zich vroeger bevond. Ik kan me wel herinneren dat zij ineens naar de tweede verdieping in het Erasmusgebouw verhuisd was. Daar waar nu alleen nog een leeg hok is. Tegenwoordig, of zo heb ik begrepen, hebben ze de hele centrale maar naar het internet verhuisd. En ook daar kan niemand het vinden. Mentoren krabden aan hun voorhoofden toen hun ruwe diamantjes vroegen waar ze de readers moeten halen. Ellenlange uiteenzettingen over waar de Dictatencentrale ‘was’ en hoe ‘vroeger alles beter was’ waren het gevolg . Verwarring en desillusie, woede en onzekerheid is wat ik van gezichten lees op het kruispunt van de Heyendaalseweg en de Erasmuslaan. Het is ook wel te begrijpen. In plaats van de jolige studentenmeisjes die daar normaliter in de ochtend te zien zijn, zijn het bouwvakkers met hun nare inkijkjes die me begroeten. De studentenmeisjes zijn er wel, maar de frisse ochtendkopjes zoals ik me herinner van vroegere tijden hebben plaatsgemaakt voor chagrijn en evil-eyes. De woorden die ik daar in de ochtend opvang zijn vaak groter dan de meisjes zelf. En waar de meisjes |8
oktober 2009 |
chagrijnig zijn worden de jongetjes vanzelf ook chagrijnig. Ik durf daarom gerust te beweren dat er een causaal verband is tussen de werkzaamheden aan dat kruispunt en het algemene studentenhumeur. Verandering houdt mensen scherp. En scherpere mensen zijn er op dit moment in Nederland niet te vinden dan hier op de Campus. Natuurlijk bezitten studenten voldoende capaciteiten om nieuwe situaties te analyseren, maar zo langzamerhand worden zij wel tot extremen gedwongen. Als zij naar college gaan is hun grootste zorg niet het eventuele te laat komen, maar dat de collegezaal überhaupt nog bestaat. Ook intellectuelen valt het zwaar vroeg in de ochtend zich bezig te houden met dergelijke existentiële vraagstukken. Voorheen konden deze hersenkrakers nog opgelost worden met een bak automatenkoffie met een cafeïnegehalte naar communistische maatstaven. Eerlijkheid gebied te zeggen dat Max Havelaer’s koffie zelfs corpsballen niet wakker houdt en dus blijft er een wind van slecht humeur over de Campus waaien. Begrijp me niet verkeerd, verandering is wel degelijk goed. Mijn moeder heeft me echter geleerd dat als je iets verandert, je dat in een keer goed moet doen. Anders doe je hetzelfde werk twee keer. Stiekem heb ik medelijden met de universiteitsmedewerker die voor de vierde keer in een paar jaar alle dictaten mag inpakken en versjouwen naar de andere kant van de campus. Het is dezelfde man die in de zomer de volledige Radboud merchandising naar de Refter heeft gesleept, om daar tussen die paar gipsen schotten de Campusshop uit te stallen. Nog zieliger vind ik het voor de bouwvakkers die twee jaar geleden de oprit naar de parkeerplaats naast het sportcentrum hebben gebouwd. Inmiddels is datzelfde stukje vakmanschap door collega’s er weer uitgesloopt om plaats te maken voor een rotonde. Ik denk nog vaak aan de tijd dat de opleiding Geschiedenis nog op de achttiende verdieping zat, ik Victoria, mijn fiets, nog tegen een boom op het Erasmusplein kon plaatsen en toen de Campus op GoogleMaps nog echt op de Campus leek. Het is maar afwachten wat de volgende stappen zullen zijn in de extreme make-over van de universiteit. Mij bekruipt het gevoel dat het arbeidsethos van de bouwvakkers langzaam begint over te waaien. In het beleidsplan van de nieuwe hoofdredacteur van het HInT wordt gepleit voor een GSV-kamer die meer laagdrempelig is en achter de studentenkerk heeft studentenpastor John Hacking spontaan een graf gegraven. Waar het ook naar toe gaat, ik krijg het nieuws wel mee via de fletse televisieschermen in de Refter. | 9|
| HInT
Dromen over Khalil Ladies and gentlemen; we’ve got him Door Thomas Vries
Ik schrik wakker met de afdruk van het toetsenbord in mijn gelaat gegraveerd, en digitale tekens en betekenissen in mijn geest. Op het beeldscherm: de inbox van mijn studentenemailaccount. Drie nieuwe mails van A.C.M. Khalil, de brenger van het Woord. ‘Wie is deze Alwetende verteller, deze brenger van het digitale Licht, deze Alpha en Omega’, vraag ik me af. Wat is zijn voornaam, en wee gebeente, is het – ja, deze jongen is gender-minded opgevoed! –misschien geen vrouw? Astrid Khalil uit Staphorst, wie kent haar niet? ‘Bliep’, het stukje digitale realiteitsurrogaat verstomt mijn hard bevochten moment van stilte. Weer een bericht van A.C.M. Khalil. ‘Shit, hij heeft me door’, schiet er door mijn hoofd, evenals flarden geheugenschimmen van de vangst van Saddam Hussein door het Amerikaans kampioensteam sportvissen: de ‘We done gonna catch us sum Iraqi terrorists’. Een chaotisch geheel, dat geef ik ruiterlijk toe. Mijn kalmte hervonden dien ik van repliek, en zend de volgende boodschap naar de krochten en het niemendal van het digitale niets-zijn: ‘Schobbejak’. Pak aan! Geen antwoord. Ik laat het daarbij, houd ik mezelf voor. Basta. De volgende dag vergeet ik mijn standvastigheid, wanneer ik me ongedwongen gedwongen naar de negende etage van de Erasmus-toren laat voeren. ‘Daar, hoog in de toren, zetelt de Kennis’, vermaak ik mezelf met archaïsch stijlgebruik. Liftmomenten zijn immers nutteloos en saai, nietwaar? De medewerksters van het secretariaat kunnen me niet helpen zeggen ze, en een voor een kijken ze me met partiële bezorgdheid aan, alsof te zeggen; ‘Kind, waar begin je toch aan’! Ik frons, mijn misbaar kloek verhullend. Halverwege de gang, nadat ik het secretariaat heb verlaten, gebaart een schaduw mij te volgen. De mysterieuze persoon blijft anoniem, hoewel de weelderige baardgroei mij vaag bekend voorkomt. Ik besluit mijn oor te luister te leggen, en luister; ‘onder de zetel van de Kennis, vind je wat het is, dat je hart wil kennen, maar je geest niet kan zien… Ik, met stomheid geslagen, word nogmaals verrast door mijn in nevelen gehulde gespreksevenknie. Een bulderlach: ‘hahaha.’ De schaduw is weg. Ik weet me geen raad met de mysterieuze raad, en tracht te raden, wat het is, dat niet te raden valt. Ik ben radeloos. Maar niet reddeloos! GNK-informanten doen uit de doeken wat het is dat ik zoek, nadat ik hen lichtelijk chaotisch heb overvallen met het verhaal van de voorgevallen ontmoeting met de schaduw. Zij spreken van gangen onder het universiteitscomplex, ongewis in getal, en waarvan niets bekend is over de lengte of het licht aan het einde van de spreekwoordelijke tunnel. Ik besluit het er toch op te wagen, en daal af in het mysterie, en in algehele onderaardsheid. In de vochtige gangen hangt een oud ruikende damp als een vernis over de muren. Bedwelmd | 12
oktober 2009 |
door het idee van dreigend gevaar merk ik nauwelijks dat het dak steeds dichter bij komt. Opgeschrikt door geritsel in de verte, en verlost van door angst gevoede apathie, voorkom ik op het laatste moment dat ik mijn hoofd stoot aan het nu niet meer dan anderhalve meter van de grond hangende plafond. Kruipend ga ik verder. Ik kom aan het einde van de gang en zie het licht. Een lift. De lift brengt me in razend tempo omhoog. Verdieping –2, -1, 0, 1 schieten voorbij, rap gevolgd door 2 tot en met 9. Plotsklaps komt de razende woede van de luid klagende lift ten einde, en verschijnt op het display een omineus teken. Verdieping 14 2/3. De deuren gaan open; ik ben er. Aangekomen op deze tussenverdieping, besluit ik eens en voor altijd de identiteit van de brenger van het Woord, van de Boodschapper – deze contemporaine Hermes – te onthullen. Niet meer tegengehouden door futiliteiten als gezond verstand, instinct en angst, dring ik het hol van de leeuw binnen, en boek rap voortgang in een gang vol deuren. Ik weet welke deur ik moet hebben. Noem het een voorgevoel, noem het ‘ik voel het aan mijn water’, wellicht had het bordje met ‘A.C.M. Khalil’ er iets mee te maken. Wie weet! Maar potverdikkie ik weet welke deur ik moet hebben. Ik open de deur en zie dat die leidt naar een ronde kamer, de muren geheel voorzien van naadloos in elkaar overgaande spiegels. Een fel licht verblindt mij tijdelijk, maar als de sluier van verdwaasdheid en beperkt zicht opgeheven wordt, brandt het beeld van het object van mijn queeste op mijn netvliezen. Ik geloof mijn ogen niet! Dáár, voor me, op de tafel in het midden van de kamer staat een pc. Op het beeldscherm staat een conceptmail, met de hele faculteit als geadresseerde. Terwijl ik steeds dichter de pc nader, om het geheel goed in me op te nemen, kijk ik zijdelings in een van de spiegels en zie mezelf terwijl mijn hand oncontroleerbaar naar de cursor beweegt; met een ferme druk voltrekt mijn spiegelbeeld het vonnis. ‘Send’. Ik begrijp het. De pc, Khalil, digitaliteit, de spiegels; alles valt op zijn plaats. Ik kan u, immer aandachtige lezer, niet zeggen wie of wat Khalil is, hoe hij eruit ziet, of het een zij is, en wat de voornaam is die achter die geweldig geabrevieerde A. schuilgaat. Anton, Achmed, Astrid; doet het er toe? Khalil is iedereen en niemand, alles en niets, zin en onzin. Maar voel u geroepen het zelf uit te zoeken, zelf de ‘aha-erlebnis’ te ondergaan, en dit verhaal zal u als handboek op uw reis vergezellen. Beloofd! |
Zelf een plek in de HInT redactie? Stuur een mail naar:
[email protected] 13 |
| HInT
Oost Europa na het communisme Door Martin Buunk
Op 9 november 1989 wordt in Berlijn de muur neergehaald die jarenlang de stad in tweeën deelde. De Val van de Muur is het symbool van het revolutiejaar 1989. In veel OostEuropese landen worden voor het eerst sinds lange tijd weer democratische verkiezingen gehouden. De vrije markteconomie wordt omarmd. Euforie overheerst. Nooit meer zouden de communisten de macht krijgen in hun land. Eindelijk kunnen de communistische machthebbers gestraft worden voor de begane misdaden tegen de eigen bevolking. Maar deze berechting blijft uit. Sterker nog, de ex-communisten blijven hoge politieke en maatschappelijke functies bekleden in de nieuwe democratieën. Bekering tot de sociaal-democratie Met de invoering van hervormingen in de Oost-Europese landen en het ontstaan van meerpartijenstelsels vindt er een massale ‘bekering’ van communisten plaats voor de sociaal-democratie. Zo vindt een groot deel van de Hongaarse communisten op 7 oktober 1989 onderdak bij de Hongaarse Socialistische partij. In februari 1990 besluit de communistische partij in Polen om als sociaal democratische partij verder te gaan, onder de naam Sociaal Democratie in de Republiek Polen. Het is de vraag in hoeverre bij deze overstap idealistische motieven een rol spelen. In de jaren ’80 was binnen de verschillende communistische partijen in het Oostblok een groeiende groep leden die meer economische en politieke vrijheid wensen. Zij behoren tot de reformistische vleugel die in een democratische vorm van socialisme nastreven. Echter, voor het grootste deel van de ex-communisten is het behouden van een machtspositie het belangrijkste motief. In het communistische regime hadden zij macht, status en aanzien en zij zijn niet van plan dit zomaar op te geven. Hun gunstige uitgangspositie in 1989 maakt een behoud van deze machtspositie ook mogelijk. Zij kennen immers de weg in het bestuursapparaat. Zij kennen de weg naar de financiële middelen om een nieuwe partij op te richten. Positie van ex-communisten in de nieuwe staten Toch lijkt het aanvankelijk of de rol van deze ‘nieuwe sociaal democraten’ in het politieke bestel marginaal zou worden. In Polen gaat de Solidariteit regeren, in Tsjechoslowakije komt het Burgerforum aan de macht, in Hongarije vormt het Democratische Forum een regering: allemaal groepe-
| 14
oktober 2009 |
ringen die zijn voortgekomen uit het anticommunistisch verzet. Bovendien wordt de roep vanuit de bevolking om de communistische machthebbers te straffen voor hun misdaden steeds sterker. Deze berechting komt er echter niet. Ten eerste heerste er in de politiek van veel voormalige Oostbloklanden de opvatting om niet met het verleden bezig te zijn, maar zich op de toekomst te richten, een opvatting die gesteund wordt door het Westen. Ten tweede is de positie van de excommunisten in het nieuwe politieke bestel zo sterk dat het moeilijk is om tot wetten te komen die de berechting van de voormalige communisten mogelijk zouden maken. De pogingen om tot een bestraffing van oud-communisten te komen lopen op niets uit. Zo neemt het parlement van Tsjechoslowakije de beruchte lustratiewet aan. Iedereen met een hoge maatschappelijke functie zou tegen het licht gehouden worden. Het loopt uit op een drama. Het leidt tot valse beschuldigingen, terwijl de belangrijke mensen van het communistische regime buiten schot blijven. Ex-communisten in de regering Na de eerste euforie over het vertrek van de communisten volgt de pijn van de abrupte overgang na een vrije markteconomie. Grote groepen arbeiders raken werkloos. Ouderen kunnen vaak niet rondkomen van hun pensioen. Door de sterk stijgende huurprijzen kunnen veel mensen zich geen huis meer veroorloven. Het sociale vangnet dat het communisme bood, verdwijnt. Mensen verlangen terug naar de tijd dat de staat nog bestaanszekerheid verstrekte. Deze nostalgie naar het communisme zorgt ervoor dat in Polen al in 1993 ex-communisten terug in de regering komen. In 1995 kiezen de Polen zelfs voormalig communist Aleksander Kwa’sniewski tot president. In Hongarije keren de communisten in 1994 terug in het centrum van de macht. Gyuala Horn wordt de president. Hij was nota bene één van de belangrijke figuren in het neerslaan van de anti-communistische opstand in Praag in 1956. Tot de dag van vandaag spelen ex-communisten een grote rol in het politieke bestel van OostEuropese landen. Echter, de laatste jaren vindt er in Oost-Europa een zekere kentering plaats in de houding ten opzichte van het communistische verleden, gestimuleerd door de toetreding tot de Europese Unie. In veel landen in Oost Europa zijn de dossiers van de communistische geheime dienst openbaar gemaakt, zoals Slowakije en Roemenië. In Polen voert Lech Kaczynski (een van de conservatieve tweelingbroers) een beleid dat erop gericht is het politieke systeem te zuiveren van communistische invloeden. Maar het populistische nationalisme waardoor dit beleid voortgedreven wordt, is dan weer weinig bemoedigend. | 15 |
| HInT
Wilkommen zum Oktoberfest! Door Dieuwertje ten Brinke
Liters bier worden achterovergeslagen, meters worst belanden op brood met Senf en niet te vergeten de Hendl die doorkliefd worden na een uur braadtijd. Een feest voor de carnivoor en bierliefhebber, een drama voor de sensitieve cultuurfanaat maar bovenal een hele belevenis: Oktoberfest 2009, verslag van een wazige dag. Voordat ik begin aan een beschrijving van het festijn der waanzin is een beetje geschiedenis op zijn plaats. Het Oktoberfest vindt sinds 1810 in München plaats en is begonnen als een bruiloftsfeest ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Theresia van Saksen-Hildburghausen en kroonprins Lodewijk van Beieren. Het feest werd gehouden op de Theresienwiese alwaar het zich nog steeds jaarlijks bevindt. De, inmiddels volledig geasfalteerde, weide is 42 hectare groot en wordt ook voor andere grote festivals en feesten gebruikt. Traditioneel hullen de Beierse mannen en vrouwen zich in Lederhosen en Dirndl, hoewel er ook vrouwen met Lederhosen-hotpants en tijgerprint-Dirndl gesignaleerd zijn. Het Oktoberfest duurt elk jaar ongeveer een halve maand: het begint op de eerste zaterdag na 15 september en is afgelopen op de eerste zondag van oktober. Tijdens het feest worden alleen bieren geschonken die in München zelf zijn gebrouwen, al vallen de grootste merken daarvan onder het Belgische bierconcern InBev. Tot zover is het klip en klaar en kom je met je vriend Wikipedia een heel eind. Wat je je er bij voor moet stellen, voordat je getuige hebt mogen zijn, is daarentegen vrij onduidelijk. Om hoeveel bier gaat het precies, en moet ik denken aan partybier? Ben je verplicht om alle Duitse Schlagers mee te zingen, en op welk volume? Als je niet van braadworst houdt, mag je dan wel meedoen? Om antwoord te krijgen op deze vragen zul je naar Zuid-Duitsland af moeten reizen, en dat is dan ook wat ik gedaan heb. Voor een autoreis naar München vanuit Nijmegen moet je een dag uittrekken. Dat betekent dat je ’s avonds brak van het gebrek aan frisse lucht en het scheef zitten - want achterin wil je ook de verkeersborden kunnen lezen - aankomt en wil gaan slapen. Maar niet als het aan je Duitse gastheer ligt: “Een biertje (in Duitsland betekent dat meteen een halve liter) voor het slapengaan zal je goeddoen en oja, we moeten morgen om half zeven opstaan.” Een powernap dan maar, en voor je het weet zit je alweer aan het ontbijt. Ironisch genoeg was ik voordat ik überhaupt bier had gezien die ochtend al misselijk en werkte ik met moeite een krentenbol naar binnen die we nog over hadden van de reis. Een uur later stonden we – drie Nederlanders en twee Duitse studenten in Lederhosen - in de metro op weg naar de Theresienwiese. In de treintjes zelf was het nog redelijk rustig, het was immers half acht ’s ochtends. Op het station werden we echter de trappen opgedreven door een hor| 16
oktober 2009 |
de Lederhosen en Dirndl, want blijkbaar waren we niet de enigen die er op tijd bij wilden zijn. Als je op het immense terrein aankomt is het zaak snel een Bierzelt uit te zoeken en in de rij te gaan staan. Vanaf dat moment is het wachten tot de tenten opengaan om negen uur. Veel mensen grepen dit rustmoment aan om alvast in te drinken, waarom ook niet. Mijn misselijkheid werd ondertussen aangewakkerd door de weeïge bierlucht en het gebrek aan een goed ontbijt. Gelukkig begon de mensenmassa vanaf een uur of negen te schuifelen en kwamen we beetje bij beetje dichter bij de ingang. Na een uur schuifelen realiseerden de mensen achter ons dat ze wel haast mochten maken als ze nog een plekje in de tent wilden bemachtigen. Dit resulteerde in een enorme druken duwpartij en helaas stonden we al dicht bij de deur waardoor we al snel deel uitmaakten van een flinke mensenstapel. Wat de mensen achter ons niet wisten was dat de tent net was gesloten, en dat er binnen geen plaats meer voor ons zou zijn. Gelukkig konden we in de Biergarten nog wel een plek bemachtigen en bestelden we om half elf onze eerste liters bier. Tot mijn grote verbazing viel dit drankgelag in de ochtend niet slecht in mijn amper gevulde maag. Je bent in zo’n geval na één pul al wel redelijk van de kaart, maar dat is alleen maar goed voor de portemonnee. Gelukkig werd het water ook in pullen geserveerd. Terwijl mensen om mij heen zonder al te veel moeite aan hun derde of vierde pul begonnen deed ik mijn best rechtop te blijven zitten en op te letten, zodat de lieve lezertjes van HInT nog wat zouden hebben aan mijn nog te schrijven artikel over het Oktoberfest. Rond half één kregen mijn bierbroeders en ik wel een beetje trek en werd er voor de hele tafel een stapel halve hennen besteld. We hebben het nog tot ongeveer half drie volgehouden aan de biertafels, maar toen vonden we het tijd om toch nog wat meer van het geheel te zien. De route liep dientengevolge rechtstreeks naar een kraam waar ze halve meters braadworst verkochten en daarna trokken we richting het grote beeld van Bavaria. De heuvel waarop het beeld staat was inmiddels omgetoverd in een soort Friedhof met overal verspreide lichamen van half bewusteloze en bleek weggetrokken mensen. Eén van onze Duitse gastheren, die we in het korte stukje van de tent naar de heuvel kwijt waren geraakt, was ondertussen gewond geraakt: bij het proosten was de bodem uit z’n pul geslagen en als aandenken aan deze wonderbaarlijke gebeurtenis had hij de bodem in zijn broek gestopt waarna, zonder dat hij het merkte – logisch, na vier liter bier – het stuk glas naar z’n knie gleed alwaar het een flinke snee achterliet. Begrijpelijk. Nadat hij het grootste gedeelte van voorgenoemde vier liter weer naar buiten had gewerkt, bracht de andere Duitser de gewonde naar huis. Om bij te komen en even te recapituleren vertrokken we als doodnormale Nederlandse toeristen naar het centrum van de stad en deden we alsof er niets gebeurd was…| 17 |
| HInT
Film: Berlin Calling Door Paul Bongers
De Berlijnse DJ Ickarus (Paul Kalkbrenner) gaat de wereld rond met zijn technomuziek. Dat succes zijn tol eist bemerkt hij op de avond van zijn albumrelease. Hij slaat volledig door vanwege overmatig cocaïnegebruik en wordt opgepakt als hij ‘s ochtends in zijn onderbroek hyperactief zit te ontbijten in een chique restaurant. De daaropvolgende weken brengt hij door in een kliniek, maar hij blijft verwoed aan zijn nieuwe technoalbum werken. Natuurlijk is de door muziek bezeten Ickarus niet te remmen en hij laat zich niet zomaar opsluiten. De drang zich tegoed te doen aan drugs, techno en vrouwen blijkt sterker dan het hekwerk rondom de kliniek. Regisseur Hannes Stöhr portretteert DJ Ickarus als een ware Jim Morisson. “In plaats van sex, drugs en rock ’n roll draait het om sex, drugs en techno”, verklaart hij in een interview voor het Brusselse filmfestival. Het lied ‘London Calling’ van de Clash was punkmuziek, en gaf de tijdgeest van de late zeventiger jaren weer. Berlin Calling zet techno neer als de ‘Zeitgeist’ van nu. “De overstap van acid house” - de scene die aan het einde van de tachtiger jaren vanuit Chicago naar Londen overvloog - “naar technomuziek was per toeval het vallen van de Berlijnse muur”, aldus Stöhr. Het werd de muziek van de herverenigde jonge generatie, soundtrack van een gezamenlijk Duitsland. Het was een tijd van verandering, en technomuziek paste daarbij. “Het heeft alles wat de hippietijd had, zoals sex en drugs, maar dan met een grotere rol voor electronica.” Met Berlin Calling heeft hij een impressie van de Berlijnse technoscene gemaakt. Het resultaat is natuurlijk een fictief verhaal, maar naar mijn mening heeft het een sterk documentairegehalte. De film geniet inmiddels van aardig wat succes op de Europese filmfestivals en DJ Paul Kalkbrenner gaat de wereld over om de door hem geschreven soundtrack te promoten. Ook in Nederland, waar hij op Lowlands 2009 zijn set draaide en in de weken omtrent het festival met de hit ‘Sky and Sand’ een twaalfde plaats bereikte in de hitnotering Top40. Techno is een erkende muziekstroming geworden en dat wordt nogmaals bevestigd met het uitbrengen van een film. Erkenning zoekt altijd naar bevestiging, en daarom is in Berlijn is de interesse voor de wortelen van technomuziek met het uitkomen van Berlin Calling sterk toegenomen. Dientengevolge verscheen in het voorjaar van 2009 is er biografie over techno: “Lost and Sound: Berlin, Techno und der Easyjetset”, geschreven door Tobias Rapp. Dit boek is in combinatie met de film een absolute aanrader om een idee te krijgen van wat hip is in de ‘grote stad’. |
| 18
oktober 2009 |
Boek: Godverdomse dagen op een godverdomse bol Een ongebreidelde geschiedenis der mensheid Door Freke Remmers
Christelijke boekhandelaars waren er niet blij mee. “Ik heb altijd geleerd dat vloeken een gebrek aan woorden is”, was één van de reacties. Sommige winkels vernietigden al het promotiemateriaal waarop het boek werd aangeprezen. Anderen verkochten het werk überhaupt niet. Toch had een andere titel nooit zo goed gepast bij de rest van het werk. ‘Godverdomse dagen op een godverdomse bol’ van Dimitri Verhulst, daar hebben we het over. Afgelopen mei wees de jury van de Libris Literatuurprijs tot ieders verbazing het boek ‘Godverdomse dagen op een godverdomse bol’ als winnaar aan. Favoriet Charlotte Mutsaers werd gepasseerd en in plaats daarvan ging een Vlaming er met de prijs vandoor. Oncontroversieel was de keuze zeker niet. Zoals gezegd protesteerden christelijke boekhandelaars al tegen de titel, waarin twee keer gevloekt wordt. Anderen waren van mening dat een boek waarin zulke grove taal wordt gehanteerd, überhaupt niet genomineerd had mogen worden. Ook de jury was aanvankelijk tot op het bot verdeeld, maar kwam uiteindelijk toch met een unaniem oordeel. In de woorden van de jury heeft Verhulst het Nederlands ‘tot een kunsttaal opgepimpt’. In ongecensureerde taal en met zwarte humor geeft hij, tot in de onsmakelijke details toe, in 186 pagina’s zijn visie op de geschiedenis van de mensheid: van hoe de mens uit het water voortkwam tot hoe Hiroshima tot stof vergaat. “Beneden, waar men gelooft dat het vouwen van duizend papieren kraanvogels geluk brengt, heeft men nog 46 seconden de tijd om te vouwen’, zo beschrijft hij het Hiroshima-bombardement. De mens als een ‘deerniswekkende ellendeling”. Een ongebreidelde versie, waarin ‘’t’, zoals de mensheid steevast wordt aangeduid, er maar zeer bekaaid vanaf komt. Bijzonder, en wat de historicus nog het meest zal waarderen, is de manier waarop Verhulst de geschiedenis beschrijft zonder daadwerkelijk iets te benoemen. De wereld van de Romeinen wordt levendig beschreven zonder daadwerkelijk het Romeinse Rijk te noemen. De berekeningen van Galileo Galilei worden gepresenteerd zonder de wetenschapper een naam te geven. Ook de woorden ‘Holocaust’, ‘Hitler’ of ‘Tweede Wereldoorlog’ zal je niet in het boek terugvinden. Wellicht een prima oefening voor de ouderejaars om te zien hoeveel ze nog weten van de propedeuse (en voor de eerstejaars aan de vooravond van een tentamen)? Zoals gezegd werd de stijlkeuze niet door iedereen gewaardeerd. Het is nog het best te vergelijken met de stijl van Erik Cleijne, maar dan met een minder fantasierijke verhaallijn. “Een weergaloze stijloefening” werd het toch genoemd. Inderdaad is het taalgebruik een lust voor de lezer. Daar kunnen al die saaie geschiedenisboeken nog een puntje aan zuigen. | 19 |
| HInT
Sympathy for the Hell’s Angels Hoe de ‘summer love’ vermoord werd in Altamont Door Gaard Kets en Martijn van den Boom
Als Woodstock het begin was van de lang ‘Summer of Love’ in de jaren zestig, dan was het openlucht concert in Altamont (1969) het brute einde. “It’s creating a sort of microcosmic society… it sets a example to the rest of America, as to how one can behave at nice gatherings,” sprak bandleider Mick Jagger. In dit nummer gaan we kijken naar deze dag en hoe het kon uitlopen op een groot fiasco. De jaren ‘60 De jaren ’60 staan in de muziek wereld bekend als een tijd van ongekende mogelijkheden. Bands als The Beatles, The Beach Boys en The Rolling Stones verrijkten de muziekwereld met een nieuw geluid. In navolging van hun grote voorbeel‘ Summer of love’ den wisten andere bands ook tot grote hoogten te komen. Onder de jeugd, de babyboomers, ontstond een ware subcultuur. Massabijeenkomsten als gratis concerten maakten deze tijd tot een utopie waar hippies heden ten dage nog steeds naar terug willen keren. Met een joint in de linkerhand en een blik bier in de rechter stond men een dag lang te luisteren naar een dag lang lekkere muziek. In de jaren 1967-69 leek het niet meer stuk te kunnen, een ongekende positiviteit had zich meester gemaakt van de jongere muziekliefhebbers. Middenin deze periode vinden we de Londense band The Rolling Stones. De Stones waren iets rauwer, ruiger en harder dan hun tegenhangers uit Liverpool, de Beatles. Samen behoorden zij tot de top van de wereld op muziekgebied: samen waren ze goed voor een ongekend aantal nummer 1 hits en zeer sterke platen. In 1969 vertrokken de Stones naar Amerika voor een grote tour, die zou eindigen in met een gratis openluchtconcert in Altamont, waar zij samen met Satana, The Grateful Dead, Jefferson Airplane, Crosby, Stills, Nash & Young en The Flying Burrito Brothers zouden optreden. Alle kosten kwamen voor de rekening van The Rolling Stones. Altamont Vier maanden voor het openluchtconcert in Altamont was er een fantastisch verlopen editie van Woodstock geweest. Het leek alsof dit de toekomst zou gaan worden voor rockfestivals: iedereen kwam rustig samen, zonder elkaar te hinderen en mensen genoten van de muziek en van elkaar. The Rolling Stones waren niet uitgenodigd op Woodstock, terwijl ze wel bezig waren met een Amerikaanse tour. Daarom organiseerden ze het gratis concert in Altamont bij San Francisco. | 22
oktober 2009 |
De organisatie van het concert ver- The Rolling Stones op Altamont liep niet soepel. Er waren problemen met betrekking tot de locatie van het concert, dat eerst in het centrum van San Francisco zou plaatsvinden. Twintig uur voor aanvang werd het concert naar buiten de stad verplaatst, omdat er grote stromen mensen vanuit heel de VS naar het concert wilden komen. Een ander probleem was de beveliging. Tijdens een gratis concert in Hyde Park in Londen hadden de Stones de Londense Hell’s Angles gebruikt. Dit was de band goed bevallen, want ze waren een soort Mick Jagger look-a-likes en ongewelddadig. The Grateful Dead waren bevriend met de Amerikaanse Hell’s Angels en dus werden deze uitgenodigd om het concert te beveiligen. Er was echter niet rekening gehouden met de gewelddadige natuur van ‘The American Angels’ en hun excessieve drugsgebruik: alcohol, marihuana en LSD werden gebruikt. Doordat zij zelf zoveel drugs gebruikten werd ook het publiek aangespoord drugs tot zich te nemen. De drukte en de drug leidden tot een gespannen sfeer. Tijdens Santana’s optreden ontstonden er al kleine relletjes. Om dit tegen te gaan gebruikten de Angels volle bierpullen en biljartkeus. Dit gooide echter olie op het zwaar gedrogeerde vuur. De organisatie zag in dat het fout ging en zette de biertent direct naast het podium, zodat de Angels constant in de buurt bleven van het podium en niet verder het publiek ingingen. Ook tijdens de set van Jefferson Airplane ontstonden er relletjes. Door het lage podium was er weinig onderscheid tussen het publiek en de optredende band. De zanger van Jefferson Airplane, Marty Balin, werd knock-out geslagen door een Angel.
Jagger kijkt verschrikt toe Moordenaar Na Jefferson Airplane was het de beurt aan The Rolling Stones. De hoofdact liet echter het publiek lang wachten, zoals ze altijd deden, om de verwachting en de spanning in de zaal op te voeren. Bovendien werden alle lichten in de zaal gedoofd. Terwijl ze speelden braken er, wederom, overal kleine relletjes uit. Merdith Hunter, een achttien jaar oude zwarte man, stond vlakbij het podium gewapend met een mes en een geweer. Toen de Angels erachter kwamen dat deze jongeman gewapend was vielen ze hem aan met de biljartkeus. Terwijl Mick Jagger zong over zijn sympathieën voor de duivel, werd Hunter voor zijn ogen doodgeslagen. 23 |
| HInT
Toen Jagger door had wat er gebeurde stopte hij met zingen en probeerde hij het publiek tot kalmte te manen. Tevergeefs, het publiek werd alleen maar agressiever toen ze stopten met spelen. The Rolling Stones maakten hun show af. Gedurende de rest van het concert werden nog twee mensen doodgetrapt en verdronk een ander. Met het concert in Altamont stierf de onschuld van de flower power generatie. Het werd een symbool voor het einde van de jaren ’60, op muziekgebied. Het concert zou als tegenbeeld gelden voor het goed verlopen Woodstock, een paar maanden eerder. Ook voor de bands waren er gevolgen. De drummer van Jefferson Airplane verliet de band enkele weken later, nadat hij gedesillusioneerd was geraakt. The Rolling Stones herpakten zich ook niet meer, de band heeft daarna nooit meer “muziek gemaakt die onze tijd karakteriseerde, die ons hielp of pijn deed. Ze zouden nooit meer muziek maken die van belang was buiten de behoeftes en context van hun carrière”, aldus rockcriticus Mikal Gilmore. Het concert in Altamont was niet alleen de moordenaar van de vier slachtoffers, maar ook van de jaren ’60 en de creativiteit van The Rolling Stones. | | 24
oktober 2009 |
Vrouwen en politiek Een gelukkig huwelijk? Door Meike Lucas
In september ben ik begonnen aan de master Politiek en Parlement. Deze relatief nieuwe master, bestaande uit een combinatie van geschiedenis-, politicologie- en rechtenvakken, bereidt de student voor op de werkzaamheden binnen de politiek. Ik zal niet ingaan op de inhoud van de master, maar op een ander aspect dat mij erg heeft verbaasd.
Femke Halsema
Toen ik op de eerste collegedag de zaal binnenstapte, ging zitten en eens om me heen keek, zag ik mannen; een overschot aan mannen! Niks mis mee, hoor ik andere vrouwen denken, maar wel iets dat bij mij voor verbazing zorgde. De politiek is toch geen stereotype mannenwereld meer ? Of heb ik een vertekend beeld van de werkelijkheid? Naar aanleiding van het grote aantal mannen bij P&P (misschien wel onze nieuwe Kamerleden, (top)ambtenaren, staatssecretarissen en ministers in spe?) ben ik de politieke praktijk gaan bekijken. De regering streeft naar een evenredige verdeling van mannen en vrouwen in zowel de Eerste en Tweede Kamer als het kabinet. Op de eerste vrouwelijke minister-president zullen we misschien nog wel even moeten wachten, maar in de huidige samenstelling bestaat de Tweede Kamer uit 63 vrouwen tegenover 87 mannen. In het kabinet zitten op dit moment 11 vrouwen en 16 mannen. Een redelijke verdeling in mijn ogen. Voor 1918 was er geen sprake van vrouwen in de politiek.. Op 3 juli 1918 werd Suze Groeneweg van de SDAP het eerste vrouwelijke lid van de Tweede Kamer. In de zestig jaar die hierop volgden, steeg het aantal vrouwen in de Tweede Kamer geleidelijk, met een paar nieuwe leden per jaar, tot 18 vrouwelijke Kamerleden in 1977. Vanaf dit moment, tot aan het begin van de jaren tachtig, was er onder invloed van de tweede feministische golf een sterke toename te zien. Het aantal vrouwelijke Kamerleden steeg van 18 naar 27 in de periode van 1977 tot 1981 en zou vanaf dat moment groeien. In 1953 betrad de eerste vrouw het kabinet, staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en de Wetenschappen, Anna de Waal, Marga lid van de KVP. Ook de eerste vrouwelijke minister, Marga
Klompé
25 |
| HInT
Klompé werd in 1956 door deze partij geleverd. Vanaf het kabinet Van Agt I was er een stijging van het aantal vrouwelijke ministers te zien. Tot die tijd varieerde het aantal vrouwen binnen de verschillende kabinetten van nul tot één bewindslied. Van Agts eerste kabinet bevatte maar liefst drie vrouwelijke staatssecretarissen en één vrouwelijke minister. Vanaf de jaren tachtig was ook in de andere kabinetten een toename van vrouwelijke bewindslieden te zien. Uitschieter was het kabinet Lubbers III. Waren er tijdens Lubbers II slechts 4 vrouwelijke bewindslieden, in het kabinet Lubbers III nam het aantal vrouwen toe tot 9. Als ik kijk naar de cijfers in de politiek en het aantal vrouwen in de master, kan ik slechts concluderen dat er dit jaar geen overeenstemming bestaat. Jammer, maar voor mij weer een klein stapje dichterbij dat felbegeerde eerste vrouwelijke minister-presidentschap! Mocht je de strijd met mij willen aangaan of natuurlijk gewoon interesse hebben in de master Politiek en Parlement, kijk dan eens op http://www.ru.nl/geschiedenis/politiek_parlement. |
- advertentie -
| 26
| HInT
ViaVia - Ronald Goorden Door Aniek de Kort en Remy Maessen
“Ja er is leven na je studie” kopt geschiedenis-alumnikring Dr. Huijbers op hun gedeelte van de website van de opleiding Geschiedenis. Na je studententijd ga je reizen, je gaat promoveren of je gaat werken en begint een carrière. In deze rubriek gaan we op zoek naar de arbeidsperspectieven van een historicus. Ditmaal een interview met hoofd bureau examens, secretaris van de examencommissie Geneeskunde, hoofd van het Rode Kruis Nijmegen en wat allemaal niet meer: Ronald Goorden. Een bekende naam Ronald Goorden is een bekende naam in het Nijmeegse leven. Bij de geschiedenisstudenten vermaard om zijn begenadigde optredens bij de Arbeidsmarktoriëntatiedag, bij anderen vanwege zijn talloze bestuursfuncties in het Nijmeegse (studenten)leven. We ontmoeten hem in het gebouw van een van zijn grootste liefdes: het Rode Kruis. “De directeur ging destijds weg en mij werd gevraagd zijn taken waar te nemen, nu ben ik twintig a dertig uur per week aan het werk in dit gebouw,” antwoordt hij als we hem vragen naar de functie die hij in dit Rode Kruisgebouw uitoefent. Het gebouw dat overigens niet meer lang dezelfde rol zal vertolken. “Of we verkopen dit gebouw, of we kunnen minder voor de Nijmegenaren doen. Dan kies je uiteraard niet voor het laatste.” Geen geneeskunde Ronald Goorden begon zijn studententijd in 1996. Hij koos destijds voor geschiedenis ‘ omdat hij geen geneeskunde ging studeren.’ “Ik wilde altijd al geneeskunde gaan studeren, ik wist op de middelbare school zeker dat ik arts wilde worden, totdat mensen tegen mij zeiden: je bent veel te zachtaardig voor geneeskunde, je neemt alle problemen mee naar huis.” Dat bleek inderdaad toen hij voor zeven weken in een ziekenhuis ging werken als verpleeghulp, het werk bleek niets voor hem. “ Toen moest ik switchen, ik dacht, ik ga doen wat ik echt leuk vind en dat was geschiedenis.” Geschiedenis beviel hem prima en na een propedeusejaar dat niet anders was dan het huidige, koos Goorden voor de richting ‘bestuur en beleid’. “Nu is dat een aparte studie, maar destijds was dat een specialisatierichting binnen de opleiding geschiedenis.” Binnen de opleiding werd Goorden actief in het verenigingsleven. Hij zat twee jaar in het GSVbestuur, eerst als secretaris, later als voorzitter - onder andere samen met Jasper Oorthuys, bekend van het college in het eerste jaar over het Romeinse leger. “We hebben destijds de automatische machtigingen ingevoerd, waardoor de GSV een enorme ledengroei kende.” Na de studie Blijft de vraag hoe hij alsnog bij geneeskunde terechtkwam. “Ik wilde vooral graag in een grote organisatie werken en toen zich de kans voordeed solliciteerde ik op een vacature voor commissieverslagschrijver , een soort klerk, in het ziekenhuis.
| 28
oktober 2009 |
Daarna werd mij gevraagd of ik dit wilde combineren als hoofd studievoortgang administratie en dat alles werd vaster zodat ik nu ben doorgegroeid naar het hoofd van het bureau examens. Verder ben ik secretaris van de examencommissie geneeskunde. Ik begeleid studenten en mijn rol binnen het UMC is dat ik verantwoordelijk ben voor alle academische plechtigheden met betrekking tot geneeskunde. “ Behalve de voornoemde functies is Ronald Goorden ook nog eens bestuurslid van de geschiedenis-alumnikring Dr. Huijbers. Politiek “Been there, done that” lacht Goorden als hem wordt gevraagd naar politieke ambities. Hij houdt niet van de “egotipperij” en de dominantie van de korte termijn in de politiek,” aldus ondervond hij tijdens zijn periode in de jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie. “Het gaat erom wat IK kan bereiken in de politiek, terwijl ik graag met andere mensen samen iets wil bereiken. Ik hou van het politieke proces, niet van de hele lobby. Daarom geef ik jongeren politieke voorlichting. Dat bevalt beter dan de ‘egotripperij in de politiek.’ Hou mij maar lekker bij het Rode Kruis, samen met mensen anderen helpen.” Tenslotte richt Goorden zich nog tot de studenten. “In mijn tijd werd je aan je lot overgelaten, docenten zaten ver weg in hun kamers en je moest gewoon voor jezelf zorgen. Nu is het een en ander veranderd, studenten lijken vaak de schuld bij anderen te zoeken, maar onthoud: je studententijd blijft de mooiste tijd van je leven!” |
29 |
| HInT
Minoordeel - Amerikanistiek Door Roel Vossen
Om na afronding van de master Politiek en Parlement gelijk door te kunnen stromen naar de master Amerikanistiek, heb ik in het derde jaar besloten alle vrije ruimte in te vullen met vakken die aan Amerika gerelateerd zijn. Het eerste semester heb ik de minor Amerikanistiek gevolgd, zoals die in de studiegids vermeld staat. Het tweede semester heb ik een vrije minor samengesteld met als thema ‘American Studies’. Deze vrije minor bestond uit vijf vakken die tezamen 25 ECTS opleverden. Introduction to American Studies is een eerstejaars vak voor studenten Engelse Taal en Cultuur dat het hele jaar doorloopt. Deel een wordt in januari met een schriftelijk tentamen en een ‘take-home exam’ afgesloten. Deel twee start het tweede semester en duurt tot juli. Het feit dat het een eerstejaars vak betreft, wordt na het eerste college al snel duidelijk. Hoewel de colleges helemaal op Amerika toegespitst zijn, zal de ouderejaars historicus verschillende onderwerpen al kennen uit het eerste en tweede jaar geschiedenis. In de wekelijkse – slechts driekwartier durende – hoorcolleges wordt de geschiedenis van Amerika in grote lijnen besproken. De werkcolleges dienen als verdieping van de stof en bespreken veelal belangrijke gebeurtenissen aan de hand van bronteksten (bijvoorbeeld: de Harlem Renaissance en het Isolationisme tot de Tweede Wereldoorlog). Hoewel de stof niet bijzonder moeilijk is –het handboek is vergelijkbaar met McKay – is het voor mensen die geïnteresseerd zijn in Amerika toch interessant om de geschiedenis eens vanuit een Amerikaans perspectief te bekijken. Naar verluidt is het vak met ingang van het collegejaar 2009/2010 echter volledig heringericht, waarbij alle geschiedeniscolleges zijn geschrapt en het zwaartepunt bij de bespreking van literatuur is komen te liggen. De naam 19th Century American Literature geeft al precies aan waar dit vak over gaat: het bespreken van de grote schrijvers en dichters uit de 19e eeuw. Hoewel literatuurvakken door de meeste mensen (waaronder ondergetekende) niet gezien worden als de meest boeiende manier van tijdverdrijf, was het vak toch verrassend interessant. Dat was vooral te danken aan de docent. Dan Morris was een ‘visiting Fulbright professor’ uit Indiana die een half jaar colleges kwam geven op de Radboud Universiteit. Deze enigszins chaotische professor wist door zijn enthousiaste manier van vertellen toch interesse te wekken bij veel studenten. Het is sowieso een aanrader om colleges | 30
oktober 2009 |
bij te wonen die door een ‘native speaker’ gegeven worden, omdat deze mensen ook daadwerkelijk denken (en vertellen) vanuit een Amerikaans perspectief. American Foreign Policy is een veertiendelige collegereeks die de buitenlandse politiek van Amerika bespreekt. Nadat in de eerste colleges kort de eerste honderd jaar voorbijkomen (Monroe doctrine, Spanish-American War), gaat de aandacht toch vooral uit naar de twintigste eeuw. Wanneer dit vak gelijktijdig met Introduction to American Studies wordt gevolgd, is het een beetje veel van hetzelfde. Hoewel het vak uitgaat van de buitenlandse politiek, is het in de praktijk vaak slechts een verdieping van de colleges die (soms zelfs hetzelfde onderwerp in dezelfde week!) bij IAS gegeven worden. Het tentamen daarentegen was vooral op het handbook gebaseerd, wat zorgde voor een drukbezocht hertentamen. Multiculturalism in North America werd het tweede semester in twee delen gegeven. Beide delen werden afgesloten met een take-home exam (deel een in april, deel twee in juni). Het vak bestond uit een wekelijks college waarin de docent de voor die week gelezen teksten besprak. Hoewel het onderwerp –contact tussen culturen en de rol van immigranten in Amerika – op zichzelf tot interessante discussies had kunnen leiden, werden het voornamelijk saaie hoorcolleges waarin de docent weinig respons van de studenten kreeg. Daarbij droeg het vooruitzicht van een take-home exam nog eens extra bij aan het beeld dat de cursus ook kon worden afgesloten zonder er veel moeite voor te doen. Wanneer het vak in een andere setting gegeven zou worden (denk aan kleinere werkgroepen) worden de studenten veel meer verplicht om zelf een actieve bijdrage te leveren aan de discussies. Iedereen die geïnteresseerd is in Amerika kan zijn hart ophalen in Nijmegen. Er is sowieso de mogelijkheid om de minor Amerikanistiek te volgen. Deze wordt elk jaar in het eerste semester gegeven. Wanneer je je dan nog verder wil specialiseren in de Verenigde Staten, kun je een vrije minor samenstellen met verschillende vakken die met Amerika te maken hebben. Het viel me persoonlijk wel op dat er nogal wat niveauverschil zat binnen mijn vrije minor. Zo was Introduction to American Studies erg eenvoudig, terwijl 19th Century American Literature relatief veel leeswerk met zich meebracht. Een extra voordeel is overigens het feit dat je Engels behoorlijk verbetert gedurende het collegejaar, aangezien (vanzelfsprekend) alle colleges en werkcolleges in het Engels worden gegeven. Wanneer je interesse uitgaat naar de Verenigde Staten is het zonder meer een aanrader om enkele vakken te volgen die je kennis laten maken met deze ‘melting pot’ vol idealen, identiteiten en tegenstrijdigheden. |
31 |
| HInT
Investeer meer! Overleeft de student de economische crisis? Door Joost Ankone
Nederland zit in een crisis. Een economische crisis. En iedereen moet in tijden van crisis een stapje terug doen, ook studenten. Minister Plasterk heeft daarom tal van maatregelen aangekondigd die de gemiddelde student zwaar zullen gaan vallen. Om deze reden was er dinsdag 22 september in Den Haag een demonstratie waarbij bijna duizend studenten hun ongenoegen lieten blijken. Het motto van deze dag was: ‘’Investeer meer!’’ De begroting die op prinsjesdag werd gepresenteerd heeft als een van de doelstellingen voor 2010 ‘Groei van kennis’. Het beleid van onze minister van Onderwijs gaat echter rechtstreeks tegen deze doelstelling in. Wat er precies gaat gebeuren in het Hoger Onderwijs op het gebied van bezuinigingen is alleen nog niet helemaal duidelijk. Er is tot nu toe één maatregel afgekondigd: ‘De harde knip’. Vanaf het jaar 2012 – 2013 moet iedere student Minister Plasterk zijn bachelorvakken gehaald hebben voordat deze aan zijn master mag beginnen. Het idee van Plasterk achter deze maatregel is dat studenten gemotiveerder zijn om eerst alle vakken van de bachelor te halen. Voordelen die hij nog meer noemt: studenten kunnen makkelijker een studie in het buitenland beginnen, aangezien ze hun gehele bachelor hebben afgerond. Studenten zullen bewuster gaan kiezen of ze na hun bachelor gaan werken of een master gaan volgen. Of dat in de praktijk ook zo zal werken is nog maar de vraag. Bob van Dijk, voorzitter van de Universitaire StudentenRaad, heeft zo zijn twijfels. ‘’Ik heb twijfels bij de werking van deze regeling in de praktijk. Het grote bezwaar dat wij als USR daar bij hebben is, dat het zo kan zijn dat een student bijvoorbeeld nog maar een enkel vak moet halen maar vervolgens wellicht studievertraging oploopt. Hij kan immers maar op een paar momenten in het jaar aan de master beginnen. Plasterks doel met deze maatregel is het belang van het op tijd halen van je bachelor te vergroten in de hoop dat studenten hun studiepad dan ook zullen aanscherpen, wat o.a. het rendement zou verhogen.’’
Bob van Dijk | 32
Andere maatregelen zijn er nog niet genomen al liggen er wel enkele voorstellen. Studenten zullen, als het aan de minister ligt, zelf een tweede studie of master moeten gaan betalen. Daarnaast wordt de studiefinanciering bevroren in 2011 en Wouter Bos opperde recentelijk plannen de gehele studiefinanciering af te schaffen en om te vormen tot een lening.
oktober 2009 |
De voorstellen die de minister doet zijn voorstellen om het rendement van de student te verhogen. Aangezien studenten met belastinggeld worden ‘gesponsord’ is het maatschappelijk gezien belangrijk dat ze zo snel mogelijk afstuderen. Daarnaast is het met het oog op de economische crisis niet meer dan logisch dat iedereen moet inleveren en elke belastingcent goed moet worden besteed. Alleen het plan dat studenten zelf hun tweede studie, en wellicht master, mogen betalen benadeeld de gemotiveerde student. Duurder hoger onderwijs is theoretisch gezien niets mis mee. Studeren is nu ‘relatief’ goedkoop. Voor een luttele 1600 euro per jaar kun je deelnemen aan de hoogste vorm van onderwijs. Door de toegankelijke prijs, in werkelijkheid kost een student om en nabij 6000 euro, wordt het studeren onderschat. Dit resulteert in lakse studenten en slecht overwogen studiekeuzes. Op het moment dat het collegegeld omhoog zou gaan, wordt studeren meer op waarde geschat. Hoe meer je betaalt, hoe meer je verwacht van je opleiding, en hoe meer je bereidt bent te investeren in je toekomst. In de praktijk zal dit echter anders gaan werken. Onderwijs wordt door de hogere kosten minder toegankelijk en hierdoor zal op de lange termijn de kwaliteit afnemen. De verhoging van het collegegeld zal ook niet veel motiverender werken. De overheid kijkt met deze voorstellen niet naar de lange termijn. Nederland heeft het altijd de vruchten geplukt van zijn kenniseconomie. Door studenten zelf te laten betalen voor hun tweede studie of master ontmoedig je ze en verminder je de groei van kennis. Daarnaast wordt het geld dat wordt geïnvesteerd in studenten later terugverdiend in de vorm van de hogere belastingen die ze moeten betalen. Met dit in het achterhoofd gehouden is het juist zaak om in deze tijden van crisis niet te bezuinigen op het onderwijs maar te investeren. ‘’Investeer meer!’’ Laten we hopen dat de minister de leus ter harte neemt. |
- advertentie -
33 |
| HInT
De nieuwe Refter: een goed idee? Een verfrissende metamorfose Door Myrna van Deursen
Niemand zal het zijn ontgaan: de Refter heeft sinds het zomerreces een verfrissende metamorfose ondergaan. Verschillende spreken uit dat dit zorgt voor nog meer ruimtegebrek, maar dit is toch echt te kort door de bocht?! Op donderdagochtend stap ik om 10.00 nog duf de Refter binnen waar ik al meteen op de hoogte wordt gebracht van het laatste wereldnieuws via de flatscreens. Ik moet toegeven dat de actualiteit ook volop gossip bevat, maar welke student kijkt niet een keer stiekem RTL Boulevard? Ik word op de hoogte gebracht dat Yolanthe en Wesley in Italië zijn gezien. Zo ben ik ook weer up to date als mijn oma— een Jan Smit fan in hart en nieren—hierover begint. Nippend aan mijn te hete thee volg ik het laatste nieuws, wat voor een geschiedenisstudent niet onbelangrijk is. Ineens kom ik tot de conclusie dat ik een dierbare vriend, die de trotse eigenaar van een huis is geworden, nog een kaartje moet sturen. Een kaart in de bus bij speciale gelegenheden blijft immers nostalgie. Echter, de gemiddelde student is liever lui dan moe en eerlijkheidshalve behoor ik ook daartoe, dus ook de verhuizing van de campusshop valt meteen bij mij in goede aarde. Niet op de fiets naar de binnenstad en binnen 10 minuten ben ik een wenskaart inclusief postzegel rijker. Hier valt mij meteen op dat ik niet de enige ben die binnenloopt. Ik besluit bij de campusshop eens te vragen om te vragen hoe zij de verhuizing vanaf de TvA-straat hebben ervaren en of de nieuwe locatie bevalt. Ik word te woord gestaan door de vriendelijke verkoopster genaamd Ans. Mijn vermoedens blijken inderdaad te kloppen en vooral de RU truien gaan als warme broodjes over de toonbank. Als ik vraag wat haar verklaring hiervoor is dan antwoordt ze: “De campusshop is nu meer in beeld en zo ook onze collectie”. De student blijkt dus wel degelijk de universiteitswinkel te waarderen. Er gaan geluiden rond dat de Refter volledig aan het commercialiseren is, maar is dit niet een beetje voorbarig? Uiteraard zijn de prijzen de afgelopen tijd verhoogd, maar is hier niet eerder sprake van de gevolgen van de kredietcrisis? Ook de Refter moet in deze barre tijden het hoofd boven water houden. Al hoor je weinig studenten over de prijsverhoging en is het nog iedere pauze dringen geblazen bij de kassa’s die op volle bezetting draaien. Als Coen dan toch wil klagen over het ruimtegebrek, dan loopt hij maar iets verder door naar de verborgen zaal achterin de Refter waar een oase van rust heerst. Zonder al die flatscreens. Er is niemand die John achter de kassa wil missen vanwege een gedwongen ontslag naar aanleiding van de kredietcrisis. Terwijl ik dit stuk schrijf krijg ik een sms waarin staat: “Ik kom thuis en zie een hele leuke kaart van jou, echt leuk!”. Ik ben blij met de metamorfose en ik sta morgen weer bij John aan de kassa. | 34
oktober 2009 |
De oude Refter was nieuw genoeg Door Coen Pouls
Het is nu drie jaar geleden (ik noem dat voor het gemak vroeger) dat ik begon met studeren en toch is alles anders. Ofja, in de Refter dan. Ik kon mijn ogen nauwelijks geloven toen ik na de zomer de ‘nieuwe’ Refter betrad. Qua uiterlijk had de kantine een metamorfose ondergaan: ongelofelijk veel flatscreen televisies en naast de draaideur een flitsende campusshop. Bovendien bleken de prijzen van drank en eten verhoogd. Vroeger kostte een kopje koffie nog 38 cent. Ik herhaal, 38 cent. Tegenwoordig betaal ik maarliefst 55 cent, als ik een keer niet tien seconden met mijn collegekaart sta te zwaaien. Alleen bij de alom geliefde John krijg je automatisch de studentenkorting van maarliefst drie cent. Nee vroeger, toen alles beter was, kon je zelfs bij die vreselijke rode oma je studentenkorting krijgen zonder dat je je kaart hoefde te laten zien. Ieder jaar opnieuw heb ik de prijzen zien stijgen; van 38 naar 42, naar 48, naar 52. In drie jaar tijd een prijsstijging van bijna veertig procent, absurd! Hetzelfde geldt voor de rest van het assortiment, luxe belegde broodjes, broodjes kroket, saucijzenbroodjes, een warme maaltijd. Onder het mom van een of andere crisis schijnt dat allemaal normaal te zijn. Myrna toch… Vroeger kon je tijdens een pauzeuur nog gewoon rustig een tafeltje zoeken om daar je voer te nuttigen. Nee nu, hebben we een überhippe, en daardoor totaal niet meer hippe, campusshop midden in de Refter. Alsof de Refter te groot was, alsof het aantal studenten de afgelopen jaren niet is toegenomen, alsof er aan de overkant een nieuwe kantine is gebouwd. Nee, niets van dat alles, liever een paar geverfde plaatjes hout waar je ogen van pijn doen met belachelijke slogans, dan een zitplaats voor hard studerende studenten. Bovendien is in die glazen kooi alles veel te duur, van markeerstift tot collegeblok en van Radboudtrui tot wenskaart. Myrna toch… Vroeger. Ik herhaal vroeger, toen hadden we nog geen last van het ontelbare aantal LG flat screen televisies, met nieuwsberichten zoals je ze iedere dag in SP!TS kan lezen, alleen dan vier keer zo kort. Het lijkt erop dat de RU het vooral belangrijk vindt om te laten zien dat ze modern is. Echter nieuwe technologie introduceren om ‘hip’ te doen is geldverkwisting. Investeer dan in fatsoenlijke en snelle computers in het MMS. Daar zijn studenten pas mee geholpen! In drie regels verneem je nu het laatste nieuws over Thomas Berge en Wolter Kroes, maak je kennis met de nieuwste aankopen van AGOVV of FC Twente of word je opgeroepen om maar vooral reclame te maken via deze Life’s Good flatscreen schermen. Ook de weersvoorspelling komt geregeld voorbij, ik geef toe, handig, alleen gaat het irriteren als dat vier keer per minuut voorbij gebeurt. Kan ik het helpen dat de RU denkt dat de gemiddelde student zo is als Myrna. RU toch… Myrna toch… Arme meid… Of word ik oud? Arme ik. 35 |
| HInT
De seksschandalen van Silvio Door Freke Remmers
In ieder ander democratisch land had hij allang af moeten treden, maar Silvio Berlusconi zit nog altijd stevig in het zadel. De schandalen stapelen zich op, en toch weet hij van geen ophouden. De laatste aflevering in de Berlusconi-soap betreft een seksschandaal en juist dát zou nog wel eens het einde van een tijdperk kunnen inluiden. Het twintigjarige huwelijk tussen Berlusconi en Veronica Lario sneuvelde toen in april 2009 bekend werd dat hij aanwezig was geweest bij het achttiende verjaardagsfeest van ene Noemi Letizia (foto beneden). “Hij heeft nog nooit een achttiende verjaardag van zijn kinderen bijgewoond”, reageerde Lario woedend. Want wat deed haar echtgenoot op het feest van dit nog maar net meerderjarige lingeriemodel? Het hield de Italiaanse gemoederen lang bezig. Al snel volgden meer onthullingen over de seksuele escapades van de Italiaanse premier. Noemi Letizia verklaarde dat Berlusconi haar regelmatig bezocht en dat ze hem liefkozend ‘papi’ mocht noemen. Bovendien zou ‘il Cavaliere’ (de Ridder) feestjes hebben bijgewoond op Sardinië waar schaars geklede mannen en vrouwen rondliepen. Daar aanwezige escortgirls zouden betaald zijn om met hem de nacht door te brengen. Zijn zwak voor het andere geslacht bewoog hem er zelfs toe enkele veline – “veelal blonde, mooie jongedames, die tijdens Italiaanse tv-shows schaars gekleed naast de presentator staan en voortdurend glimlachen, maar intellectueel weinig inbrengen” – op de kieslijst van zijn partij voor de Europese verkiezingen te zetten. En Berlusconi? Die zag in dit alles een links complot. Zijn Letitzia toont trots een vrouw zou zijn misleid door de linkse media die hem uit foto van haar ‘papi’ de weg zouden willen ruimen. Noemi Letizia was gewoon de dochter van één van zijn zakenpartners, punt. Hij zou ook nooit betalen voor seks, want verleiden is veel leuker. Het is niet de eerste keer dat Berlusconi in de negatieve publiciteit staat. Zijn opmerking daags na 9/11 dat de Westerse wereld superieur was aan de islamitische, kwam hem op stevige internationale kritiek te staan. Op zijn minst ongelukkig te noemen was ook het ‘compliment’ aan het adres van de kersverse president Barack Obama over diens “jonge, mooie en ook nog zongebruinde” uiterlijk. Ernstiger zijn de beschuldigingen van corruptie. Hij weet echter een rechtzaak al jarenlang te vermijden met een vrijwel speciaal voor hem ontworpen wet die de premier immuun maakt voor vervolging. En sinds mei dit jaar staat Italië te boek als een land met slechts gedeeltelijke persvrijheid. Zelfs Zuid-Afrika, Ghana, Suriname en Mali doen het beter. | 36
oktober 2009 |
Het is dan ook niet voor niets dat de persvrijheid in Italië ter discussie staat. Berlusconi bezit het merendeel van de commerciële televisiekanalen en oefent daarnaast als premier invloed uit op de nationale zenders. Tv-journalist Michele Santoro werd door Berlusconi live tot orde geroepen (“jij bent een werknemer van de overheid!”) als Santoro hem wil onderbreken omdat de premier weigert kritische vragen te beantwoorden. Enkele maanden later verschijnt Santoro niet langer op tv. Negatieve geluiden in de krant blijven ook niet zonder gevolgen. Dino Boffo, hoofdredacteur van l’Avvenire, een krant van het Vaticaan, zette een kritische noot bij Berlusconi’s gedrag, waarop Il Giornale, de krant van broer Paolo Berlusconi, hem prompt afschilderde als een homo die vrouwen lastig valt. Zoals gezegd, in ieder ander democratisch land zou Berlusconi allang van het toneel verdreven zijn. Is er dan echt geen protest? “Geruchten en wensdromen over het einde van Berlusconi waren dit jaar nooit zo sterk als afgelopen week”, meldde NRC Handelsblad 19 september hoopvol. Emma Bonino, een Italiaanse ex-eurocommissaris en ex-minister, schatte de kans dat Berlusconi valt op 50 procent, een opmerking die bijna juichend werd ontvangen door de Italiaanse oppositionele pers. Ondertussen heeft de premier namelijk met bijna iedereen ruzie: de kerk, de magistratuur, de pers, de oppositie en nu ook met zijn partijgenoot Gianfranco Fini (voormalig ‘neofascistische’ leider van de Alleanza Nazionale die recent fuseerde met Berlusconi’s Forza Italia). Fini is al 15 jaar lang Berlusconi’s tweede man, dus dat zegt wat. Ook de steun van het Italiaanse volk valt weg. Voor het eerst is de waardering voor Berlusconi gezakt tot 47 procent, in tegenstelling tot 62 procent in oktober 2008, volgens cijfers van een oppositionele krant. Slechts 3,4 van de 60 miljoen Italianen keken naar Berlusconi’s meest recente reddingspoging: een propagandafilmpje waarin hij de eerste 94 houten appartementen voor de slachtoffers van de aardbeving in de Abruzzan presenteerde. Hij verloor van de maffiaserie ‘Eer en respect’, waar dubbel zoveel Italianen naar keken. Men moet ervoor waken te vroeg te juichen. “Il Cavaliere, zo weten de Italianen, is op zijn best als hij moet terugvechten vanuit een voor een normaal mens onhoudbare positie”. Toch kan een beetje hoop geen kwaad. In een land waar de familiewaarden hoog in het vaandel staan, zou het aanhoudende seksschandaal wel eens de nagel aan zijn doodskist kunnen zijn. Bovendien doet het Constitutionele Hof 6 oktober 2009 (helaas te laat om de uitslag in deze HInT te verwerken) uitspraak over de vraag of de immuniteitswet, die Berlusconi moet vrijwaren van vervolging, wel of niet in overeenstemming is met de grondwet. Arrivederci Berlusconi? 37 |
oktober 2009 |
De Cleijne Geschiedenis Door Erik Cleijne
En wéér een presentatie. Ze blijven maar komen. Ja, ik heb de teksten óók gelezen voor de verandering. Nee, niet goed, maar naar jouw geleuter luister ik liever niet. Waarom niet? "Het is saai! Saaier nog dan saai. Deze tijd is überhaupt nauwelijks overbrugbaar, en dan ga jij met je dikke reet mij saaie dingen vertellen met saaie saaihoofd, dik dikke dik dik! De furie waarmee ze zich op mij stortte verraste me volkomen, maar nét niet volkomen genoeg! "I'll show you fits of rage!" En pakte haar vast bij haar dikke armpjes. 'We're going to talk about chapters eight and nine!' – DIT! En zo scheurde ik pardoes haar bolle armpjes van haar bolle lichaampje. Ik slaakte een kreet van razernij en sprong met ferme zwier op het hoofd van de bebaarde professor, en begon met de losgerukte armpjes tegen zijn zwellende hoofd te slaan. "Je bent ontslagen!" Riep ik, en schopte de beamer van het plafond, die het hoofd van de betweter kende (I beg to differ!). De ratten vlogen alle kanten op, uiteengeperst door stralen licht, lasterend, luisterend, overbrengend de beelden zoals zovelen voor hem, zoals deze dwangbuis vrije wil dorsend mijn vrije dag doordrenkt met saai! En dat was nog maar het eerste kwartier! "Wat are heroes?" WAT? Ik haalde mijn hoofd ui mijn spiegelende kom, waarin aftands lijkende college's slechts hun falen zien, hun toekomst, hoe schier onmogelijk kort deze ook zal zijn, een toekomst zonder toekomst, waarin iedereen zal zien wat Letteren precies inhoudt. Volslagen onmogelijk schoonmaken, ploegen op de helpdesk, dingen waar je mongolen op zou zetten. Nee hoor, hier heb je een masterdiploma, ga maar lekker in een magazijn werken. Of anders bij de gemeente, lekker in dienst! Het kan intellectueler. Deze tekst trouwens ook. Helden worden niet geboren! Ze worden niet gemaakt! Ze zijn er al! "IK!" Wasemde ik met mijn strakke, door blokken spieren omgeven middenrif tegen de blozende wangetjes van het mooiste meisje van de klas, en begon haar haar, haar haar haar. Strelen. Aaien. Zoenen. Lieve woordjes in haar oor, oor oor oor. Met een tang trok ik haar oorlel van haar gelaat en deed hem door mijn pastasaus. "Wil je er nou crême freche doorheen of niet? Dat maakt de saus wel iets frisser." Ze was mijn gezeur meer dan zat en menstrueerde over de saus heen. Ik roerde stug door, zoals ik immer en elke keer stug door roer in de donkere getijden van de maand. "Ik vind het vervelend voor je dat je rugpijn en kramp hebt, liefje." Zeg ik. "Da's lief van je, het doet dan ook wel pijn..."
"PIJN? I'll show you pijn!"
39 |
WILKOMMEN IM BIERGARTEN