Hint December 2008 Online Versie (3)

  • Uploaded by: GSV
  • 0
  • 0
  • December 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Hint December 2008 Online Versie (3) as PDF for free.

More details

  • Words: 15,363
  • Pages: 48
Congres – Geertje Mak – Frans Pollux Supermarkten – Mozart – Schoonheid

HInT

Kerst in

Rome

- Historisch Institutioneel Tijdschrift Nummer 6 - 2008

| HInT

Redactioneel - Lijsten

Colofon

2008 is alweer bijna voorbij. De maand december is halverwege; SinterJaargang 25, Nummer 6, klaas is alweer het land uit en de kerstman heeft het maar druk. Het is de December 2008. tijd van de lijsten. Van het politiek moment van het jaar, tot sportmanvrouw of talent van het jaar, tot het beste studieblad van Nijmegen. In het ‘onderzoek’ dat ANS de afgelopen periode heeft gehouden onder dertig Het Historisch Institutioneel Tijdschrift studieblaadjes in Nijmegen is HInT op een zeer respectabele zesde plaats (HInT) is het periogeëindigd. Hopelijk kunnen we komend jaar opnieuw “een mix van actualidiek van GSV teit, interviews en het verenigingsleven, gepresenteerd in een consequente Excalibur. lay-out en zonder tenenkrommende clichés,” bieden. Dit HInT kunnen jullie in ieder geval lezen over Geertje Mak, die vertelt Redactiadres over haar studie, haar loopbaan en haar mening over Geert Mak en seksuaErasmusplein 1 liteit. Ook het interview met Frans Pollux is het lezen waard. Daarnaast is kamer 1.60a/9.14 er aandacht voor de geschiedenis van schoonheid en de componist Mozart. 6525 HT Nijmegen Tevens vind je een artikel over de geschiedenis van het Kronenburgerpark, hintredactie@ een ander over cabaret in relatie tot politiek en nog veel meer! gmail.com De HInTredactie wenst jullie allemaal naast veel leesplezier ook een Oplage: 350 prettige kerst en een geweldig 2008 toe! ISSN: 0923-9375 © GSV Excalibur 2008

[email protected]

Redactie: V.l.n.r. Bob van Dijk, Mike van de Weijer, Koen van Zon, José Seuren, Dieuwertje ten Brinke, Arlette van Lint, Coen Pouls, Paul Bongers, Aniek de Kort, Remy Maessen, Niek Alofs, Boudewijn Wijnacker, Thomas Vries, Gaard Kets, Martijn van den Boom. Niet op de foto: Zorah Blok, Martin Buunk, David Croese, Peter Kerris, Meike Lucas Met bijdragen van: Erik Cleijne, Jasmijn Fincken, Jordy Geerlings, Sjors Knippenberg, Tijn van Lange, Bram Verheij, Jori Verstegen, Ruud Vos, Annemieke Wilzing Eindredactie: Dieuwertje ten Brinke, Bob van Dijk, David Croese, Coen Pouls, José |2 Seuren, Mike van de Weijer Hoofdredacteur: Coen Pouls

In dit HInT... december 2008 |

6

12

24

HInT interviewt docente Gendergeschiedenis Geertje Mak. Zij praat over haar oom Geert, gender van ‘Gender’ en seks…

Kerst en Rome zijn al lange tijd met elkaar verbonden. Leeft Kerst hier wel zo sterk of is Kerst in Rome van toeristen?

Het Kronenburgerpark is onder andere bekend door het lied van Frank Boeijen. Het heeft echter meer te bieden!

34

37 38

44

Wat is beste studentensupermarkt van Nijmegen? HInT onderzocht het en presenteert de resultaten!

De componist Mozart is bij velen vooral bekend door de film Amadeus. Geeft deze film wel een goed beeld van hem?

December is een tijd van glamour en schoonheid. Hoe veranderde de opvattingen over schoonheid door de jaren heen?

GSV-nieuws Ondertussen bij de GSV HInTerview - Geertje Mak Grenzen aan Europa? Romig Kerstfeest! “Geen gezeik, iedereen rijk!” Glory Days Minoordeel - Kunstgeschiedenis Slechts haantjesgedrag? Een goede blik op ons Paradijs

4 5 6 9 12 14 17 20 22 24

ViaVia - Frans Pollux HisKok - Chili con carne De blijde boodschap Mozart en Amadeus Film - I Love Dries Jaargetal - 1920 Christian Dior De Cleijne Geschiedenis Volgende keer in HInT

30 32 34 38 41 42 44 46 47 3|

| HInT

GSV-nieuws Brugge Onlangs is een groep van 27 GSV-leden op Kleine Reis naar Brugge geweest. Het weer zat lichtelijk tegen, maar dat mocht de pret niet drukken! De sfeer was erg goed en er zijn een aantal interessante bezienswaardigheden bezocht. Zo was over het bezoek aan de bierbrouwerij iedereen erg te spreken. Otto I, het koffiezetapparaat dat ook op het eerstejaarsweekend prominent aanwezig was, zorgde voor enige hilariteit. Hij kwam onder andere in aanraking met de Brugse politie. Op de GSV-site zijn inmiddels links te vinden naar fotosites waarop meer over de avonturen van Otto en zijn medereizigers te zien is. Lustrumgala De GSV bestaat 25 jaar en dat moet uiteraard gevierd worden. De eerste activiteit van de Lustrummaand februari is een groots gala! Op 4 februari zal om 21.00u het feest losbarsten in De Waagh, op de Grote Markt. Het eerste anderhalf uur zal er een fotograaf aanwezig zijn om mooie kiekjes te maken van jullie in je mooiste outfit. De band Greun Louk Collectief, die vorig jaar op History Rocks een spetterende show weggaf, speelt en DJ Martin Duncan zal tot in de late uurtjes muziek draaien.

Congres Op 16 februari 2009 zal het Lustrumcongres plaatsvinden. Het zal in het teken staan van de ontwikkeling van de Europese Unie. Er wordt begonnen met enkele lezingen, ‘s middags zijn een aantal workshops en een forum en ‘s avonds als afsluiting is er een heerlijk diner! Je kunt je hier via de speciale website, www.gsvlustrum.nl, nu voor inschrijven. Houd deze site goed in de gaten voor het laatste nieuws rondom alle grote activiteiten van het lustrum! Batavierenrace Het laatste weekend van april zal de grootste estafetteloop van het jaar wederom plaatsvinden. Ook de GSV rent mee, onder het motto: Liever bier dan rennen! Op vrijdag 24 april zal de nachtploeg om 00.00u precies de spits afbijten met het rennen. Om 06.00u zal de ochtendploeg dan klaarstaan om ook nog een aantal kilometers te rennen en de middagploeg zal om 12.00u de Batavierenrace uitlopen. Als iedereen is aangekomen op de Campus in Enschede vindt er ’s avonds het grootste studentenfeest van Europa plaats! De GSV zal met de lopers op de campuscamping staan. Dit mag je uiteraard niet missen, dus schrijf je snel in!

GSV-Agenda 17 december

Kerstdiner en borrel

16 februari

Lustrumcongres

4 februari

Lustrumgala

24-25 april

Batavierenrace

12 februari

PHV-Dag

25 april-4 mei

Grote Reis Polen

|4

december 2008 |

Ondertussen bij de GSV Woensdagavonden zijn voor het bestuur (hoge uitzonderingen daargelaten) altijd ingevuld. We hoeven ons dan nooit te vervelen, want op woensdagavond hebben we onze wekelijkse borrel in Café Camelot. Soms zijn er meer, dan zijn er minder mensen, maar het is in ieder geval altijd gezellig. Vanaf een uur of tien begint men binnen te druppelen en worden voor de heren de eerste flesjes (want goedkoop) Jupiler tevoorschijn gehaald en voor de dames (enkele andere hoge uitzonderingen daargelaten) de eerste glazen witte wijn en rosé getapt. Ja, getapt. Dat doet aan de feestvreugde echter niets af en zo rond twaalven, als de drukte op zijn hoogst is, slaat de stemming meestal om van gezellig naar jolig. Bij de themaborrels zoals het Oktoberfest is het bijna te verwachten (sprak hij schuldbewust), maar de meest vreemde roddels, mooie verhalen en rare taferelen vinden plaats op een doorsnee woensdagavond. Zeker wanneer rond 02.00u het laatste rondje dan toch echt geweest is en men in goedgeluimde overmoed zich niet wendt tot een dürum-döner maar in plaats daarvan café ’t Keldertje induikt. Het speciaalbier vloeit rijkelijk en de toch al benevelde studentenbreinen schakelen nog een stapje terug. Tot standje primaat, om precies te zijn. Een woensdagavond die ons hopelijk om totaal andere redenen lang zal gaan heugen wordt de eerste woensdag van februari (de 4e dus). Dan wordt de Lustrummaand afgetrapt met niets minder dan het grootse Gala. Dit wordt hét GSV-feest van het jaar en vormt een mooie kick-off voor de andere lustrumactiviteiten. Er gaan geruchten dat Maarten van Rossem geïnteresseerd zou zijn voor de PHV-dag, die dit jaar in Nijmegen plaatsvindt. Voor het congres zingen de namen Jan Marijnissen, Maria Martens, Bas Belder en vele anderen al geruime tijd door de wandelgangen. De laatste ontwikkelingen hieromtrent zijn te volgen op de lustrumsite: www.gsvlustrum.nl. Met deze HInT wordt het eerste semester afgesloten. En als het eerste semester afloopt zitten we in december, clichématig de maand van terug- en vooruitblikken. Uit het voorgaande wordt wel duidelijk dat het hoogtepunt dit jaar nog moet komen, maar er kan teruggekeken worden op een succesvol eerste half jaar. Het eerstejaarsweekend, het Kapitalistenfeest, de Kredietcrisisavond en de besneeuwde reis naar Brugge waren stuk voor stuk geslaagde evenementen. Een mooie voorbode voor wat nog komen gaat. Rest mij nog iedereen een fijne kerstvakantie te wensen. Geniet ervan, want de tentamens slaan in januari hard terug! Tijn van Lange, voorzitter GSV |

5|

| HInT

|6

Tekening: Ruud Vos

december 2008 |

HInTerview Geertje Mak over Geert, Gender en seks Door Dieuwertje ten Brinke en Coen Pouls

Geertje Mak (1961) is bij de meerderheid van de studenten bekend als docent gendergeschiedenis. Sinds 2005 is ze verbonden aan de opleiding Geschiedenis. Voor dit HInTerview gingen Coen Pouls en Dieuwertje ten Brinke af op de lucht van kruiden, die rondzwierf op de tiende verdieping. Onder het genot van een kopje thee doet Mak haar studententijd en loopbaan uit de doeken. Studeren, actiewezen en arbeidsmarkt “Sorry, ik heb alleen maar van die vieze kruidenthee, Inger Leemans klaagt daar altijd over. Ik ben zelf ook niet overtuigd!” Terwijl we voorzichtig een slokje thee nemen, vertelt Mak over haar jeugd. Omdat haar vader dominee was, is ze vaak verhuisd. Op de middelbare school was ze echt een bètascholier, maar haar interesse lag toch meer bij maatschappelijke vraagstukken. In 1979 ging ze daarom Geschiedenis studeren in Utrecht. Haar eerste keuze binnen die studie viel echter niet op vrouwengeschiedenis, maar op economisch-sociale geschiedenis. Tijdens haar studententijd was ze niet alleen maar aan het studeren; ze kwam ook regelmatig ‘in actie’. “Ik heb veel gedaan voor de homobeweging, zoals voorlichting geven op middelbare scholen. Als kraker ben ik nooit echt actief geweest, maar wel in de vredesbeweging, onder ander in het ‘vrouwenvredeskamp’. En, om het even spannend te maken, ik schreef voor een actiekrantje dat gebruik maakte van dezelfde redactieruimte als ‘Bluf’, het blad waar onlangs zoveel over te doen was, met die Duyvendak.” Door al deze nevenactiviteiten deed ze wel acht jaar over haar studie. In 1987 studeerde ze cum laude af met een scriptie over krankzinnigheid in de zeventiende en achttiende eeuw. Haar stukken gingen toen lang niet altijd over gender en daaraan gerelateerde onderwerpen. Na haar studie had Mak moeite met het vinden van een vaste baan. Ze zat vaak half met een uitkering, half met een baan; soms was ze zelfs helemaal afhankelijk van een uitkering. Mak wilde een baan vinden die bij haar interesses aansloot. “Als je een beetje je hart blijft volgen, maakt dat het wel ingewikkeld. Door mijn rommelige loopbaan heb ik bijvoorbeeld nauwelijks pensioen op kunnen bouwen. Toen ik afstudeerde kreeg bijna niemand een baan. Sommige mensen kozen er daarom voor om in de ICT te gaan werken. Die werden daar wel op aangekeken natuurlijk.” Ze werkte tijdelijk bij Lesbische en homostudies in Amsterdam, en werd aio bij Vrouwenstudies in Utrecht. Haar proefschrift ging over mannelijke vrouwen in de negentiende eeuw. “Ik heb daarvoor onder meer allerlei verhalen gelezen over vrouwen ‘die de broek aanhadden’ of over vrouwen die zich als man verkleedden om als soldaat te vechten of ander mannenwerk te kunnen doen.” In 2000 rondde Mak een opdrachtonderzoek voor de provincie Overijssel naar de migratiegeschiedenis van Oost-Nederland af met een boek. Hierna begon ze met een postdoctoraal onderzoek naar hermafrodieten. Tijdens het schrijven van haar proefschrift, waarvoor ze ook veel medi7|

| HInT

sche en psychiatrische literatuur las, kwam ze er achter dat er zoiets als een ambigue geslacht bestond. Mak vindt het onderzoek naar hermafrodieten vooral erg interessant met betrekking tot gender. “Mensen willen elkaar indelen naar sekse, maar bij hermafrodieten roept dit uiteraard vragen op. Als je weet wat daarmee gebeurt, weet je heel veel meer over hoe tegen gender, lichaam en zelf aan wordt gekeken. Wat betekent gender dan eigenlijk?” Geert Mak Geertje Mak is het nichtje van de bekende Geert Mak. De discussie rondom hem heeft ze nauw gevolgd. “Er is een groot verschil tussen een verteller zoals hij is en een wetenschappelijk historicus. En daar zit natuurlijk ook de spanning. Hij verhoudt zich in zijn teksten niet expliciet tot andere historici en dat doet een wetenschappelijk historicus wel. Dat levert een enorm voordeel op ten opzichte van je publiek, dat maakt het veel toegankelijker.” Aan de ene kant heeft ze veel waardering voor zijn werk en inzet. “Geert is een geliefde oom. Ik vind het bijzonder belangrijk dat hij zo veel interesse voor geschiedenis opwekt. Ik vind het mooi hoe hij en passant een paar hele nieuwe perspectieven inbrengt. Met In Europa zei hij, terwijl iedereen aan het zeuren was over de Nederlandse identiteit: laten we eens om ons heen kijken, we zijn niet alleen op de wereld.” Geertje Mak is echter niet alleen lovend over haar oom. “Ik heb ook kritiek. Ik vind dat hij toch nog heel erg schoolmeesterachtig is, in de zin van ‘het verliep zo’. Zijn inkijkjes in persoonlijke beleving vind ik interessant, daar moet je echter niet meteen een ‘mastergeschiedenis’ overheen gooien.” Gender en seksualiteit Sinds 2005 is Geertje Mak verbonden aan de Radboud Universiteit. Bij de studenten is Mak vooral bekend als docent en coördinator van het vak gendergeschiedenis. De meningen over deze cursus zijn sterk verdeeld. Met name jongens hebben vooraf een negatief oordeel over de cursus. Maar tijdens de cursus verandert er volgens Mak veel. “Dan blijkt dat het zeker niet zo is dat jongens minder geïnteresseerd zijn. Het is de eerste cursus waarmee je bewust met een bepaalde bril naar de geschiedenis kijkt, en dat is dan meteen een genderbril.” Mak legt op het onvermijdelijke van deze ‘bril’ de nadruk. Hierdoor wordt de cursus volgens haar ook interessant voor mensen die gender an sich niet zo leuk vinden. Ook het zelf onderzoek doen vindt ze belangrijk. “Studenten moeten proeven hoe het is om zelf onderzoek te doen. Leer nou toch nadenken over geschiedenis als geschiedschrijving, geschiedenis als een vak, niet als een poel met kennis.” Mak beschouwt zichzelf zeker als feminist. “Ik ben een voorstander van verstoring van bepaalde verhoudingen tussen mannen en vrouwen. Ik ben altijd op zoek geweest naar een structurele vrijheid voor iedereen.” Ze gelooft niet dat er op dit moment individuele vrijheid voor mannen en vrouwen is. “We worden nu sterk gestuurd door commerciële beeldvorming, waardoor ik zeker niet denk dat we alleen maar vrij kunnen kiezen.” Volgens haar bestaat er een losgeslagen beeld van seksualiteit, waarin vrijheid wordt geassocieerd met wild zijn. “Alsof je meer jezelf bent als je meer standjes hebt uitgeprobeerd. Misschien heb je daar wel helemaal geen behoefte aan. Kom daar eerst maar eens achter!” Met deze wijze woorden in the pocket stappen we in de lift. De geur van kruidenthee bleef dwalen op de tiende … | |8

december 2008 |

Grenzen aan Europa? Het Lustrumcongres ingeleid Door Peter Kerris

Heden ten dage zijn veel dingen vanzelfsprekend geworden. We bellen de gehele dag met onze mobiele telefoons, googlen de kleinste details en zijn gelukkig verstoken van Fransen en Duitsers die ons territorium binnenwandelen en inlijven. Dat laatste is iets heel bijzonders. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn er geen gewapende conflicten meer geweest tussen de grote Europese staten. De Europese Unie is een organisatie die streeft naar harmonieuze samenwerking tussen alle Europese landen, groot en klein. Op 16 februari 2009 wijdt GSV Excalibur een congres aan de ontwikkeling van de Europese Unie. Van Duitse Kwestie naar EGKS Maar hoe is het zover gekomen? Voor historici is het niet gemakkelijk om zes decennia van aanhoudende vrede en economische integratie in perspectief te plaatsen ten opzichte van twee vernietigende wereldoorlogen en driehonderd jaar interstatelijke conflicten. Maar juist in het nieuwe millennium is de vraag naar een geschiedschrijving van de Europese integratie toegenomen. In een veld dat lang gedomineerd werd door politicologen en juristen is dat een uitdaging – en ondergetekende doet geenszins een poging tot een diepgaand historisch artikel. In plaats daarvan een historisch overzicht van de Europese integratie in vogelvlucht. De geschiedenis van de Europese integratie begint volgens sommige historici al in 1870, met de Frans-Duitse oorlog. Met de eenwording van de Duitse gebieden stond het Duitse keizerrijk ineens als een blok beton midden op de Europese kaart. De enorme industriële en militaire macht van dit keizerrijk liet zich zien in het conflict van 1870, met bekende gevolgen. Tot twee keer toe maakte Europa op een nare manier kennis met deze grootmacht.

9|

| HInT

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog stonden de Geallieerden voor een curieus dilemma. Het Derde Rijk was verpletterend verslagen. Nu was het zaak om een democratisch Duitsland te bouwen met een sterke economie, maar dat geen bedreiging zou vormen voor de stabiliteit van Europa. Met andere woorden: het probleem Duitsland – de Duitse Kwestie – moest op een bevredigende manier opgelost worden. De oplossing was tweeledig: enerzijds kwam er vanuit de bondskanselier van de nieuwe Bondsrepubliek Duitsland een beleid van Westbindung, binding aan het Westen. De Geallieerden opereerden vanuit de gedachte dat Duitsland’s economie aan die van de rest van West-Europa moest worden vastgeklonken, zodat een vernietigende oorlog ondenkbaar zou worden. Het resultaat: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Werkend vanuit de gedachte dat de organisatie van de samenwerking op het meest fundamentele niveau van de industriële economie moest beginnen schiepen bedenkers Schumann en Monnet een bestuursorgaan dat zeggenschap kreeg over de handel in kolen en staal, met een Hoge Autoriteit aan het hoofd. De Europese Gemeenschappen Het duurde niet lang of de theorieën van Schumann en Monnet begonnen te werken. Organisatie van economische samenwerking op het fundamentele niveau van de industrie creëerde economische spillover en al snel vond er harmonisatie van andere economische sectoren plaats. Er kwamen meer Europese organisaties: een Europees Parlement werd ingesteld, een Europees Hof en een atoomagentschap (EURATOM). Aanvankelijke aarzelingen van de immers patriottische Fransen werden gesust. Het geheel aan instituties en regelgeving werd de Europese Gemeenschappen genoemd. Maar in de jaren zeventig stagneerde het Europese project. Zaken zoals het instellen van een gemeenschappelijke interne markt met eerlijke concurrentie werden in het licht van de economische crisis op de lange baan geschoven. Lidstaten concentreerden zich wederom op hun eigen economische en politieke belangen. Hoewel nog enkele aanpassingen aan de verdragen plaatsvonden – zoals het instellen van directe verkiezingen voor het Europees Parlement – duurde de impasse nog tot midden jaren tachtig. De Europese Unie In 1986 kwam de Europese Akte tot stand (ook wel de Single European Act genoemd). Onder het voorzitterschap van Jacques Delors stuurde de Europese Commissie de lidstaten naar een nieuw commitment. De Europese Akte legde formeel vast op welke manier de gemeenschappelijke markt vorm moest krijgen. Daarnaast werd ook politieke samenwerking een doel. Andere zaken in het verdrag betroffen de mogelijkheden tot verdere harmonisatie van wetgeving en bijvoorbeeld hoe de vlag van de EG eruit moest zien. In 1992 werd met het Verdrag van Maastricht de Europese Unie opgericht, de gemeenschappelijke markt voltooid en besloot men op termijn een gemeenschappelijke munt in te voeren. Daarnaast committeerden de lidstaten zich aan steeds nauwer wordende politieke samenwerking, ook op buitenlands beleid. Achteraf gezien is veel waar de Nederlandse burger tegenwoordig onvrede mee heeft besloten | 10

december 2008 |

in deze laatste periode. Alles is duurder geworden door de Euro. We hebben geen Europese vlag nodig. De belangen van Polen hebben niets te maken met die van Nederland. Waarom moeten we geld geven aan Ierland en Griekenland als we het zelf evengoed nodig hebben voor onze wegen en ons onderwijs (laat staan de uitkeringen!)? In het lustrumcongres van februari 2009 staat de vraag: “Hoe ver mag de Europese Unie gaan?” centraal. Veel mensen vinden het genoeg. Als er voor elk veiligheidsvoorschrift een Enummer moet komen dan is dat verstikkend. Andere mensen staan weer aan de andere kant van het spectrum. Volgens hen moet er bijvoorbeeld een Europese gemeenschappelijke defensiemacht komen, of een Europese president. Waar staat u, waarde lezer? Volgende keer In het tweede deel van deze opmaat naar het lustrumcongres focussen we op actuele vraagstukken. Per 1 januari zou het Verdrag van Lissabon in werking moeten treden. Tsjechië moet het verdrag nog ratificeren, maar er is een grotere kwestie: de Ieren hebben het verdrag in een referendum afgewezen. Zoals het er nu naar uitziet wordt de termijn van 1 januari niet gehaald. Deze auteurs geven een beschouwing. Tot slot: momenteel is de organisatie druk bezig om een fenomenaal programma voor het Lustrumcongres samen te stellen. Voor de laatste updates: check de site (www.gsvlustrum.nl) en schrijf je in! | - Advertentie -

11 |

| HInT

Romig kerstfeest! Door Dieuwertje ten Brinke

Daar sta je dan. Midden tussen honderden anderen die hier met hetzelfde doel als jij zijn gekomen. Handen worden krampachtig tegen elkaar aangewreven, maar de menigte blijft geduldig. Even wachten nog. Samen trotseer je de relatieve kou, en wil je maar één ding… Een glaasje glühwein zou er op dit moment wel in gaan, maar je gaat niet weg voordat je een paar woorden van de ‘Heilige Stoel’ hebt gehoord. Honderden mensen hebben het er voor over om minstens twee uur in de kou te wachten, zodat ze een glimp van de paus kunnen opvangen. Met kerst verandert Rome in een waar bedevaartsoord. Hoewel het nu een stuk minder druk is dan in de zomer, kun je niet om de vakantiegangers heen. Het Sint Pietersplein wordt namelijk niet alleen bevolkt door Romeinen, maar vooral door toeristen. De associatie van kerst en Rome komt natuurlijk door het christelijke feest. Maar wat er in Rome gebeurt tijdens de donkere dagen heeft hier niet eens zo veel mee te maken. In Italië is het kerstfeest niet een louter christelijke aangelegenheid. Kerstmis is daar een combinatie van twee feesten. De Romeinen vierden tussen 17 en 23 december de Saturnaliën. Dit is een feest ter ere van Saturnus, die volgens de overlevering ooit heerser was over het gebied dat nu Italië is. Daarnaast vierden de boeren met de zonnewende op 21 december het einde van het landbouwjaar. Een opmerkelijke traditie is dat tijdens dit feest de rollen tussen slaven en heren voor één keer mochten worden omgedraaid. Omdat de data van Saturnalien en de geboorte van Christus bijna samenvallen, vieren de Italianen met kerst deze twee feesten tegelijk. Hoewel de Amerikaanse tradities ook hun intrede hebben gedaan in Italië, krijgen de kinderen oorspronkelijk geen cadeautjes van de kerstman, maar van een heks. Ze wordt La Befana genoemd, en was een oud vrouwtje dat de straten veegde. De kinderen hangen met Driekoningen hun sok boven de haard, waarin het vrouwtje snoep, speelgoed en fruit stopt. Als je ondeugend bent geweest krijg je kolen en as. De legende gaat dat op de avond voordat de drie wijzen hun giften aan Christus gaven, ze mochten overnachten bij La Befana. Toen ze de volgende dag weer vertrokken, nodigden de wijzen haar uit om mee te gaan. Ze sloeg dit aanbod af, maar kreeg hier later toch spijt van. Sindsdien is ze op zoek geweest naar het kind, maar alle moeite ten spijt heeft ze het nooit gevonden. Nu brengt ze cadeautjes naar alle Italiaanse kinderen. Het feest wordt in Italië vooral in het bijzijn van familie gevierd. De Italianen zullen dan ook niet zo snel op vakantie gaan | 12

december 2008 |

tijdens de feestdagen. In plaats daarvan trekken ze massaal naar ouders en grootouders. Niet voor een volkstelling, maar om bij hun geliefden te zijn. Op kerstavond wordt er vis gegeten, op eerste kerstdag luncht de familie uitgebreid. ’s Middags trekken de Italianen de stad in, om te genieten van de concerten in de kerken. ’s Avonds ploffen ze misschien wel op de bank met warme chocolademelk en een slechte kerstfilm. Dus als je een echte Italiaanse kerst wil meemaken, hoef je dat niet zo ver van huis te zoeken. Naast al deze feestelijkheden maken mensen die zich niet begrepen voelen handig gebruik van de drukte in de stad. Het komt vaker voor dat mensen juist in deze tijd op het Colosseum klimmen en dreigen er vanaf te springen. Vaak eindigt zo’n tafereel met een waarschuwing, en belooft de wanhopige het nooit meer te doen. Want laten we toch vrolijk zijn! Voor wie dat wil is er gelukkig toch wel wat van het christelijke feest mee te krijgen in Rome. Op het Sint Pietersplein staat elk jaar een levensgrote kerststal, maar ook in en buiten alle andere kerken kun je het schouwspel van 2000 jaar terug herbeleven. Vanaf 8 december, de dag waarop de Onbevlekte Ontvangenis van Maria wordt herdacht, treft de paus de eerste voorbereidingen voor het grote verjaardagsfeest. Op deze dag gaat hij naar de Spaanse Trappen en legt hij een krans bij het beeld van de ‘Heilige Maagd’: De aftrap voor een maand lang feest. En hoewel we in het Westen druk aan het seculariseren zijn, staat het grote plein elk jaar nog steeds vol met mensen die wachten op de kerstboodschap. Voor de stad en voor de wereld. Buon natale! |

13 |

| HInT

“Geen gezeik, iedereen rijk!” Een geschiedenis van politiek in het Nederlandse cabaret Door Martin Buunk

“De Tegenpartij: de partij voor mensen die niet meer tegen Nederland kenne.” Zo begon het partijprogramma van de partij die opgericht was door het Haagse duo Jacobse en Van Es, gespeeld door de cabaretiers Van Kooten en De Bie. Door de jaren heen hebben verschillende cabaretiers de politieke actualiteit als onderwerp van satire gebruikt. Van Wim Kan tot Lebbis en Jansen Degene die als grondlegger van dit politieke cabaret kan worden gezien is Wim Kan (1911-1983). Zijn carrière begon al in het Interbellum, maar zijn grootste successen behaalde hij na de Tweede Wereldoorlog. Van 1954 tot en met 1982 verzorgde hij voor de VARA om de drie á vier jaar de oudejaarsconferences. Aanvankelijk deed hij dit alleen op de radio, vanaf 1973 ook op de tv. In zijn oudejaarsvoorstellingen wist Kan de politicus uit zijn ivoren toren te halen en als gewoon mens te presenteren. Hij bepaalde met zijn scherpe bewoordingen in sterke mate hoe er naar een bepaalde politicus gekeken werd. Een goed voorbeeld hiervan is de toenmalige KVP-politicus Dries van Agt. Naar aanleiding van de Bloemenhove-affaire zong Kan in zijn conference van 1976 een lied over Van Agt waarin hij fel naar hem uithaalde. Bij de Bloemenhove-kliniek konden vrouwen hun zwangerschap beëindigen, ook als de vrouw al meer dan twaalf weken zwanger was. Voor de katholiek Van Agt, de toenmalige minister van Justitie, lag de kwestie nogal gevoelig. Hij wilde aan deze praktijk een einde maken, maar haalde hiermee zich de woede van heel progressief Nederland op de hals. Wim Kan uitte deze woede in een liedje. Hierin schetste hij Van Agt af als een aardsconservatief die Nederland weer vijftig jaar terug in de tijd wilde duwen. Aan het einde van het lied stelde hij de vraag: “Na hoeveel maanden kan er nog een einde worden gemaakt aan een ongewenst ministerschap?” Na deze oudejaarsshow nam de populariteit van Van Agt en zijn KVP sterk af. Uit het voorafgaande lijkt het of de conclusie getrokken kan worden dat Wim Kan het stemgedrag van kiezers kon beïnvloeden. Dat dit zeer de vraag is blijkt uit het volgende voorbeeld. Nadat de onlangs overleden KVP-lijsttrekker Schmelzer in de nacht van 14 oktober 1966 met een ingediende motie in feite een einde maakte aan het eigen kabinet met de KVP-president Cals sprak Wim Kan over Schmelzer als een “gladde teckel met een vette kluif in zijn bek.” Deze op zich niet gunstige typering wist de KVP-politicus in zijn voordeel om te buigen door deze als zijn geuzennaam te omarmen. Na Wim Kan zijn er eigenlijk geen cabaretiers geweest die op een dergelijke manier politiek met cabaret verbonden. Latere cabaretiers, zoals Youp van het Hek, probeerden bepaalde vastgeroeste denkpatronen in de samenleving te doorbreken. Dit is onder andere te verklaren doordat cabaret over de politieke actualiteit snel achterhaald is. Een andere verandering die het cabaret in | 14

december 2008 |

de jaren tachtig en negentig onderging was het tegemoet komen van cabaretiers aan de wens van het publiek om sneller tot hun grappen te komen. Ze werden ook directer en harder van toon. De lange aanlopen en subtiele satire van Wim Kan zouden nu nog weinig mensen naar de theaters trekken. Een tweetal huidige cabaretiers die een vorm van politiek cabaret opvoeren is het cabaretduo Lebbis en Jansen. Dit duo kwam op in de jaren negentig en kenmerkte zich door het snelle en harde cabaret. Hun voorstellingen leken regelmatig op massa-executies; ze hakten in op politici. In hun oudejaarsshow van 2006 ging Hans Sibbel tekeer tegen toenmalig minister van Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk. Hij hekelde haar motto ‘Regels zijn regels’. Sibbel vond namelijk dat je van mensen uit moet gaan, niet van regels. Op het hoogtepunt van zijn woedeuitbarsting vroeg hij zich af of Verdonk wel uit liefde geboren is. “Volgens mij is de moeder van Verdonk van de trap gelazerd. Toen is er een eitje gaan delen en na negen maanden woekeren is hier iets levensvatbaars uit gekropen.” Televisiecabaret Het cabaretgenre vind je niet alleen in het theater. Er bestaat ook nog iets dat je televisiecabaret zou kunnen noemen. Kees van Kooten (1941) en Wim de Bie (1939) introduceerden deze vorm van cabaret in Nederland. Voor de VPRO maakten zij verschillende, zeer succesvolle programma’s als ‘Het Simplisties Verbond’ en ‘Keek op de Week’. Hun werkwijze is door de jaren heen grotendeels hetzelfde gebleven. Ze bestudeerden bepaalde bevolkings- of beroepsgroepen in de samenleving en presenteerden deze licht vertekend in hun programma. Als de ‘Haagse vrije jongens’ Jacobse en Van Es richtte het cabaretduo in 1980 een fictieve politieke partij op. Ze schreven zelfs een compleet partijprogramma met de titel ‘Rug op ‘81’, een knipoog naar de titel van het regeerakkoord van het kabinet-Van Agt I ‘Bestek ‘81’. In dit partijprogramma stonden leuzen als “Geen gezeik, iedereen rijk!” en “Nergens geen maximumsnelheden! Honderdtwintig? Dat rijden wij nog in zijn achteruit!” Door middel van deze louche typetjes wilden Van Kooten en De Bie het populisme van partijen als de Centrumpartij van Janmaat aan de kaak stellen. De Tegenpartij werd echter zo populair dat zij in de peilingen voor de verkiezingen in 1981 zelfs enkele zetels in de wacht zou slepen. Een ander komisch detail is dat de Centrumpartij het duo Jacobse en van Es complimenteerde voor het feit dat het nu ‘eindelijk eens werd gezegd’ en dat zij leuzen van hun programma overnamen. Hierop besloot het cabaretduo een einde te maken aan de Tegenpartij 15 |

| HInT

door het tweetal Jacobse en Van Es een staatsgreep te laten plegen waarbij beide mannen de dood vonden. Het tv-programma dat vandaag de dag politiek tot onderwerp van satire maakt, is Koefnoen. In dit programma van de AVRO blikken verschillende cabaretiers terug op de week met sketches en filmpjes. Met name Paul Groot en Owen Schumacher, groot geworden bij het VARA-programma Kopspijkers, zijn erg bedreven in het persifleren van huidige politici. Zo weet Schumacher de CDApoliticus Piet Hein Donner zeer treffend te imiteren. Wanneer Donner als minister van Justitie in februari 2006 zijn suffe imago probeert op te pimpen door een rap maken over het drugsbeleid, maken ze daar bij Koefnoen dankbaar gebruik van. Ook Balkenende is een zeer gewild slachtoffer bij de cabaretiers van Koefnoen. Wanneer voor de Tweede Kamer-verkiezingen van 2007 de lijsttrekkers van de verschillende politieke partijen weer niet van de buis af te slaan zijn, komt Balkenende zelfs bij RTL Boulevard terecht als gasthoofdredacteur. Schumacher en Groot spelen hier handig op in en persifleren het duo BalkenendeVerlinden op een meesterlijke manier. Met politici als Geert Wilders en Rita Verdonk zullen er ook in de toekomst genoeg cabaretiers zijn die dankbaar gebruik maken van de politiek om hun bijtende satire op te botvieren. Alhoewel, het wordt hen nu misschien wel te gemakkelijk. Een politicus die in alle ernst waarschuwt dat ‘ze’ het sinterklaasfeest van ‘ons’ af willen pakken maakt de politiek tot onderwerp van spot zonder dat er een cabaretier aan te pas gekomen is. | - Advertentie -

| 16

december 2008 |

Glory Days De samensmelting van Britpop en New Labour in de jaren negentig Door Gaard Kets en Martijn van den Boom

Tijdens de uitreiking van de Brit Awards in februari 1996 kreeg de rockband Oasis de prijs voor beste Engelse band. Noel Gallagher, gitarist en songwriter van de band, zegt tijdens zijn dankwoord dat er zeven mensen aanwezig zijn die de jongeren een beetje hoop hebben gegeven in zijn land. Hij begint met het noemen van zichzelf, dan noemt hij zijn medebandleden, vervolgens zijn platenbaas en tot slot Tony Blair. Dan volgt: “Power to the people!” Deze gebeurtenis laat zien hoe de opkomst van Britpop en New Labour in de jaren negentig met elkaar vervlochten waren. In dit artikel wordt gekeken naar het ontstaan van deze opmerkelijke situatie van wederzijdse beïnvloeding. Ontevredenheid en nieuwe hoop In de jaren tachtig ging de Britse working class gebukt onder het conservatisme van Margaret Thatcher. Veel arbeiders uit industriegebieden hadden hun baan verloren, waardoor veel gezinnen op of onder de armoedegrens moesten zien te overleven. Onder de bevolking ontstond onvrede en hoop op verandering. Nadat Thatcher vanwege haar autoritaire stijl uit haar eigen partij werd verstoten, volgde John Major haar op. Onder zijn bewind belandde Groot-Brittannië in een recessie en raakte het land verwikkeld in de Eerste Golfoorlog van 1990-91. De onvrede onder de bevolking groeide en werd nog eens versterkt door verschillende schandalen die het gezag van Major ondermijnde. Tijdens het bewind van Major ontstond er ook een roep om vernieuwing binnen oppositiepartij Labour. Een Margaret groep jonge politici hervormde de partij van binnenuit. Thatcher De nieuwe leider werd Tony Blair. Hij veranderde de partijnaam in New Labour om het nieuwe imago te onderstrepen. Deze nieuwe partijpolitiek wierp zijn vruchten af; de partij liep in de peilingen steeds verder uit op de Conservatieven. Blair’s boodschap van hoop en verandering sloeg aan bij het Britse volk. De terugkeer van het zelfvertrouwen van de Britten bij de geboorte van New Labour zien we terug in de mediaberichtgeving over de Britse popmuziek. In plaats van muziek uit Amerika kwam de nadruk weer te liggen op muziek van eigen bodem. De Britse jeugd begon zich af te zetten tegen 17 |

| HInT

alles wat Amerikaans was en de Britten werden weer trots op hun nationaliteit. Bandleden van Suede, Pulp, Blur en in het bijzonder Oasis groeiden uit tot nationale helden. Rondom deze groepen ontstond een Beatlesque cultus. In de Verenigde Staten werd deze frisse muziekstroming ook opgevangen en omarmd, wat de Britse trots nog eens versterkte. Dit gevoel van hoop op verandering was niet alleen in de muziekwereld zichtbaar, maar werd ook in andere vormen van cultuur geuit. Voorbeelden hiervan zijn de kunstwerken van Damien Hirst en films zoals Trainspotting. Het hoogtepunt van deze subcultuur werd bereikt in de jaren 1995-96. In de grote steden heerste er een gevoel dat alles kon en mocht. Er waren feesten en festivals in overvloed, waar de drank en nieuwe drugs zoals XTC gretig aftrek vonden. Oasis gaf in augustus 1996 twee gratis concerten in Knebworth waar 250.000 mensen op af kwamen en Pulp gaf een groots concert op het festival van Glastonbury. Een droom komt uit Binnen New Labour bleef deze subcultuur niet onopgemerkt. De liedteksten van verschillende nummers, zoals Oasis’ single Some Might Say, spraken de politici aan vanwege de boodschap. Dit nummer ging, enigszins clichématig, over zonneschijn die de regen zal opvolgen; met dit beeld konden ook politici hun voordeel doen. Het nummer Common People van Pulp, een aanklacht van de working class tegen de upper class, kon ook op deze manier worden ingezet. De spindoctors gingen op zoek naar manieren om dit soort songs met hun campagne te verbinden. Muzikanten werden door de politici benaderd en uitgenodigd op borrels of andere gelegenheden om te komen praten over “the future of our nation’s heart and soul.” De verkiezingen van 1997 leverde een landslide winst op voor New Labour van Tony Blair. In het land heerste een euforische stemming. De hoop op verandering in de samenleving was voor velen verwezenlijkt. Noel Gallagher van Oasis werd uitgenodigd voor de overwinningsborrel op

Jarvis Cocker van Pulp

| 18

Noel Gallagher en zijn gitaar

december 2008 |

Number 10 Downing street. Op deze borrel maakte hij een, in de pers breed uitgemeten, praatje met de kersverse minister-president Blair. Ontwaken uit een roes Deze overwinningsroes werd versterkt door het uitzicht op het derde Oasis album Be Here Now. Drie dagen na de release van dit album vond Prinses Diana, prinses van het volk, de dood in een tragisch ongeluk. Het Britse volk werd ruw gewekt uit de droom waarin zij de afgelopen jaren had geleefd en zij kwam terug in de realiteit. De dood van Diana zette de ondergang van Britpop in gang. Een tijd van zelfreflectie volgde. Tony Blair (links) en Oasis gitarist Noel Gallagher Het vrolijke geluid van Blur en Pulp van de voorgaande jaren werd vervangen door een donker en door heroïne en cocaïne beïnvloedde sound. Een goed voorbeeld is het contrast tussen het optimistische Common People van Pulp uit 1995 en het zeer pessimistische This Is Hardcore uit 1998. Tijdens de opnamesessies van dit laatstgenoemde album werd ook het nummer Cocaïne Socialism opgenomen. In dit nummer beschrijft zanger Jarvis Cocker hoe hij door een politicus werd benaderd om zich in te zetten voor New Labour. Tijdens het gesprek dat volgt krijgt Cocker zijn twijfels over de oprechtheid en de intenties van de politieke beweging. Hij had het gevoel dat hij als muzikant werd misbruikt om stemmen te trekken zodat New Labour de verkiezingen kon winnen. Ondanks de hitpotentie van het nummer weigerde Cocker het nummer uit te brengen uit angst om de kiezer af te schrikken van New Labour. Hij verkoos zelfs het salonsocialisme boven het conservatisme. Dit wantrouwen werd door de meeste andere Britse muzikanten gedeeld. In de documentaire Live Forever uit 2003 komt naar voren dat onder andere ook Damon Albarn van Blur zijn twijfels had. Hij ging niet in op de uitnodiging van New Labour om op de overwinningsborrel te komen. Een collega vond dat het leek alsof Gallaghers “ballen eraf gesneden waren,” omdat hij inging op de uitnodiging en zich liet gebruiken door de politiek. Gedurende de jaren negentig waren het optimisme van New Labour en Britpop met elkaar vervlochten geraakt. Toen de politieke overwinning binnen was werd duidelijk dat de muzikanten waren gebruikt door de spindoctors. Daarnaast kon New Labour de hoge verwachtingen niet waarmaken; de Britse samenleving bleef grotendeels hetzelfde en er werden geen significante verbeteringen voor de Britse working class gerealiseerd. Midden jaren negentig was een periode geweest van een opleving in het nationaal zelfvertrouwen van de Britten. Nog voor het nieuwe millennium aanbrak was dit alweer voorbij en was de Britse nationale trots weer terug op het niveau van de jaren tachtig. De Glory Days van Groot Brittannië waren over. |

19 |

| HInT

Minoordeel - Kunstgeschiedenis Door Jori Verstegen

In de rubriek Minoordeel geeft een geschiedenisstudent zijn/haar oordeel over een gevolgde minor. Dit maal schrijft Jori Verstegen over de minor Kunstgeschiedenis die zij het vorige studiejaar volgde. Het leek mij leuk om meer te weten te komen over de kunstgeschiedenis als aanvulling op mijn kennis van de geschiedenis zoals ik die al had opgedaan in de eerste anderhalf jaar van mijn studie. En het bleek inderdaad een leuke aanvulling te zijn. Het is interessant om te zien hoe hier de geschiedenis slechts als achtergrondinformatie gebruikt wordt om kunst en kunstenaars toe te lichten, terwijl bij geschiedenis hele colleges aan dit soort onderwerpen gewijd worden. In het tweede semester van het collegejaar volg je vakken met eerstejaars studenten kunstgeschiedenis over de vroegmoderne- en moderne periode. In periode drie volg je dan ‘Kunstgeschiedenis van de vroegmoderne tijd in Zuid-Europa’ en ‘Geschiedenis der kunsten van de moderne tijd van 1850 tot 1945’. In de laatste periode volg je ‘Kunstgeschiedenis van de vroegmoderne tijd in Noord-Europa’ en ‘Geschiedenis der kunsten van de moderne tijd vanaf 1945 tot heden’. Verder volg je dan nog een hoorcollegereeks ‘Meesterwerken’ waarin belangrijke kunstwerken uit alle cursussen uitgebreid besproken worden naar aanleiding van gelezen teksten. Voor meesterwerken kun je geen studiepunten halen, maar het is wel verplicht om te volgen bij de cursussen en er is een tentamen aan verbonden. Er bestaat een duidelijk onderscheid tussen kunstgeschiedenis in de vroegmoderne periode en geschiedenis der kunsten in de moderne periode. Kunstgeschiedenis draait vooral om schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. Geschiedenis der kunsten gaat daar ook over maar probeert veel meer aspecten van kunst te laten zien en onderling te verbinden, Een meesterwerk uit de kunstgeschiedenis | 20

december 2008 |

zoals film, theater, literatuur en muziek. De vakken van de moderne periode worden in samenwerking met ACW gegeven en hebben daardoor een veel breder karakter en worden door verschillende docenten gegeven. Het leukste aan deze minor vind ik dat je in korte tijd heel wat nieuwe kennis op doet over kunstgeschiedenis, en het nieuwe invalshoeken biedt van waaruit de geschiedenis is te bekijken. De docenten zijn op een enkele uitzondering na ontzettend leuk om naar te luisteren en zijn enorm gepassioneerd. Deze passie weten de meesten goed over te brengen op de studenten, al spreekt het onderwerp misschien in eerste instantie niet aan. Het minst leuke aspect vond ik de colleges over filmgeschiedenis, hoewel ik daar veel van verwachtte. De getoonde films waren weliswaar leuk maar de docent was weinig boeiend en had onvoldoende kennis van zaken. Verder is het best een zware minor in vergelijking met andere minoren. Je hebt veel contacturen, zo’n tien uur per week en je moet veel lezen. Voordeel is wel dat er veel plaatjes in zitten! Ik vind deze minor absoluut een aanrader, ik vond het zelf veel leuker dan ik van tevoren had gedacht! |

- Advertentie -

Voor al uw feesten en borrels! 21 |

| HInT

Slechts haantjesgedrag binnen de GSV? Vrouwen bij geschiedenis Door Jasmijn Fincken en Annemieke Wilzing

Het idee heerst dat geschiedenis een ware mannenstudie is. Een vlugge blik door de collegezalen lijkt het idee van een mannenstudie te bevestigen: er zitten zeker meer mannen dan vrouwen. Luidruchtig zijn de haantjes alom aanwezig. Maar… Wat zeggen de harde cijfers? En als er inderdaad meer mannelijke dan vrouwelijke geschiedenisstudenten zijn, zien we dat dan ook terug binnen de GSV? Heeft dit bijvoorbeeld ook effect op de verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke bestuursleden? Nu de GSV bijna 25 jaar bestaat, zijn wij als jubileumboekredactie druk bezig met het schrijven van, inderdaad, een jubileumboek. Voor een HInT waar gender het onderliggende thema is, leek het ons interessant te kijken naar de getalsverhoudingen tussen de geslachten, zowel wat betreft de studie als het bestuur van de GSV. Het secretariaat van geschiedenis heeft voor ons uitgezocht hoeveel vrouwen en mannen zich per jaar hebben aangemeld voor de propedeuse geschiedenis, van 1984 tot en met 2008 (dit zegt dus niets over het aantal studenten dat het hele studietraject ook daadwerkelijk heeft doorgelopen). In de grafiek kun je alles nog eens precies nakijken. De cijfers zijn interessant: mannen zijn 24 van de 25 studiejaren in de meerderheid. Alleen in 1991 zijn de verhoudingen omgekeerd: 51% vrouwen en 49% mannen. Opvallend is ook dat het verschil doorgaans groot is: gemiddeld is 35% van de studenten vrouwelijk en 65% mannelijk. Topjaren qua verschil zijn 1984, 1995 en 2007. Uit de cijfers kunnen we afleiden dat het verschil niet afneemt, integendeel: het lijkt de laatste jaren weer toe te nemen. In het vierde HInT van het eerste levensjaar van de GSV (1984) is een artikel ‘Nieuws van het Secretariaat’ gepubliceerd door Frank Meulendijks namens het secretariaat. Dit artikel geeft een beknopte indicatie van de verhouding mannelijke en vrouwelijke leden van de GSV. In 1984 waren de getallen: 58% mannelijk, 36% vrouwelijk en 6% onbekend. Meulendijks meldt: “Als je deze percentages vergelijkt met die van de gehele geschiedenisafdeling kun je zeggen dat we nagenoeg dezelfde verhouding m/v binnen de vereniging hebben als binnen de sectie. Dat van sommigen het geslacht niet bekend is is te wijten aan het feit dat zij bij inschrijving enkel hun voorletter(s) hebben opgegeven, en daaraan kun je zoiets nu eenmaal niet zien.” Het eerste bestuur, dat aantrad op 29 februari 1984, bestond uit acht personen, waarvan drie vrouwen. Wanneer je kijkt naar de percentuele man-vrouw verhouding van dat jaar, komen de vrouwen er aardig goed vanaf met hun vertegenwoordiging. We kunnen aflezen uit de namenlijsten van GSV-besturen, dat er drie achter| 22

december 2008 |

eenvolgende jaren een vrouwelijk voorzitter is geweest, in ‘98-‘99, ‘99-’00 en ‘00-’01. Natuurlijk is er sprake van conjunctuur en zijn er ook absolute mannenbesturen geweest, maar feit is dat vrouwen duidelijk hun zegje hebben gedaan (en nog steeds doen overigens) en dat zij zich niet (te veel) hebben laten intimideren door de luidruchtige haantjes. Hoewel Geschiedenis terecht een mannenstudie is te noemen, dat er altijd een behoorlijke stempel door vrouwen op de studie is gedrukt. Ten slotte willen wij het secretariaat van Geschiedenis hartelijk danken. Ze hebben tijd en moeite gestopt in het achterhalen van de correcte gegevens over de aanmeldingen. Zonder hun hulp hadden wij dit artikel niet kunnen schrijven. |

90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%

20 08

20 06

20 04

20 02

20 00

19 98

19 96

19 94

19 92

19 90

19 88

19 86

19 84

0%

Aan het einde van dit collegejaar verschijnt een boek over de 25-jarige geschiedenis van Geschiedenis Studenten Vereniging Excalibur. Onder leiding van Rob Janssen en Lennert Savenije wordt momenteel hard aan dit boek gewerkt. Het boek zal in mei of juni feestelijk worden gepresenteerd. Houd voor de laatste ontwikkelingen de Lustrumsite van de GSV (www.gsvlustrum.nl) in de gaten!

23 |

| HInT

Een goede blik op ons Paradijs Een | 24historisch-planologische analyse van het Kronenburgerpark

december 2008 | Door Boudewijn Wijnacker

“Ga die wereld uit. Eén seconde, en kijk goed rond in ons Paradijs. En vraag niet naar de weg, want iedereen is de weg kwijt. Op zoek naar geluk in Kronenburgerpark.” Aldus een passage in het beroemde lied van Frank Boeijen. Mede door de Nijmeegse volkszanger is het Kronenburgerpark één van de bekendste plekken van Nijmegen geworden. De geschiedenis van dit park gaat terug tot de negentiende eeuw, toen de aanleg van stadsparken een wijd verspreid Westers fenomeen werd. Wat waren de gedachten achter de aanleg van deze parken? Was dit puur voor recreatie of past dit bij de ideeën over stadsplanning uit die tijd? Trek je laarzen maar aan en ga mee op een theoretische wandeling door de geschiedenis van dit roemruchte park. De geschiedenis van de groene stadsplanning Om de geschiedenis van het Kronenburgerpark beter te kunnen begrijpen zal eerst gekeken worden naar de omslag die in de negentiende eeuw plaatsvond op het gebied van stadsplanning, met daarbij speciaal aandacht voor de aanleg van stadsparken. Was het hebben van een tuin tot aan de negentiende eeuw vooral nog een adellijk privilege, Jan Modaal kon in de negentiende eeuw zijn ontspanning zoeken in de destijds massaal aangelegde stadsparken. Geometrische elitaire ‘kasteeltuinen’ maakten plaats voor groene plekken in de stad die voor iedereen toegankelijk waren. Het was vooral de burgerij die zich sterk maakte voor de aanleg van groene recreatiezones in de overvolle steden. Friedrich Engels stelde in zijn werk dat in Engeland onder de titel The Great Towns (1845) op de markt kwam, de misstanden in de compact gebouwde en groenloze industriesteden aan de kaak. Over de Engelse industriestad Manchester zei hij: “The dwellings of the workers are everywhere badly planned; badly built, and kept in the worst condition, badly ventilated, damp and unwholesome.” Hij versterkte zijn kritiek door de arbeiderswijken in dergelijke industriesteden als ‘Hell on Earth’ te bestempelen. Engels was zeker niet de enige met kritiek, waardoor de roep om meer groen, hygiëne en ruimte in de stad almaar groeide. Aldus ontstonden er ideeën voor de aanleg van stadsparken. Het was Frederick Law Olmsted die het destijds revolutionaire Central Park in hartje New York ontwierp. Olmsted speelde zo in op de groeiende gedachte dat mensen niet alleen om fysieke, maar ook om mentale redenen meer groen in de stad wensten. Bomen als mentale doping: het was een gedachte die destijds zeker leefde. Bovendien kon een stad zijn identiteit ontlenen aan een centrale ontmoetingsplaats, kon een park sociale cohesie scheppen (omdat er in een park immers geen klassenonderscheid werd gemaakt) én kon een park de stadsbewoners een fysiek gezondheidsshot geven. De behoefte aan meer groen in de stad nam in de eerste decennia van de twintigste eeuw toe door revolutionaire stadsplanners als Ebenezer Howard, Le Corbusier en Franklin Lloyd Wright. Howard’s Garden City (een combinatie van stad en platteland), de decentralisatie van de stad door Wright ten behoeve van meer groen tussen verschillende kleinere stadskernen alsmede de utopische idealen van Le Corbusier markeerden een modernistische periode in de geschiedenis van de groene stadsplanning. Groene parken in ‘open’ steden werden geëvolueerd tot futuristische Optimo Cities, waarin gebroken werd met de 25 |

| HInT

krappe negentiende-eeuwse industriële steden. Utopische stadsplannen waren dan ook vooral een vondst van de eerste decennia van de twintigste eeuw. De komst van betere transportmiddelen zoals de auto en sneller rijdende treinen maakten de formulering van deze plannen bovendien mogelijk. Dat deze plannen nooit volledig gerealiseerd zijn moge duidelijk zijn: de schematische, in theorie perfecte plannen bleken in praktijk allerlei hiaten te vertonen. Had men bijvoorbeeld naar de Fransman Le Corbusier geluisterd, dan was de Franse stad Parijs nu niets meer dan een plaats met louter bossen en enorme flats. De sloop van veel oude panden, gevels en stadsmuren werd door deze modernisten niet alleen als noodzakelijk gezien, maar ook als ideaal. Volgens hen moesten mensen zich ontwikkelen en oude binnensteden waren niet meer bij de tijd. Een ideale bereikbaarheid, goede infrastructuur, hogere bebouwing en veel groen waren essentieel. In veel Amerikaanse steden werden deze patronen duidelijk, zelfs tot aan vandaag de dag. Duidelijk werd in ieder geval dat de aanleg van veel natuurschoon in de steden niet langer een ondergeschoven kindje was. Op zoek naar geluk in Kronenburgerpark? De geschiedenis van het bekendste park van Neerlands’ oudste stad gaat ook terug tot aan de negentiende eeuw. Het park was onderdeel van een grootscheepse stadsrenovatie. De oude stadsmuren werden gesloopt in 1876, om de stad meer uitbreidingsmogelijkheden en een meer open karakter te geven. De aanleg van het stadspark in 1880, naar een ontwerp van de Leuvense tuinarchitect Liévin Rosseels, paste in de vernieuwingstrend. Net als in veel Westerse steden werd een open stadsstructuur het devies om de door Friedrich Engels genoemde misstanden tegen te gaan. De ideeën van Frederick Law Olmsted werden hier mede verwezenlijkt. Nijmeegse inwoners konden immers vanaf eind negentiende eeuw even loskomen van de dagelijkse stedelijke chaos in het park. Hierdoor verbeterde niet alleen de volksgezondheid in de steden, maar ook konden mensen hun ‘hoofd vrijmaken’; het waren ideeën die in Nijmegen uitgevoerd werden. Het Kronenburgerpark moest zijn historische karakter behouden door het laten staan van de ruim dertig meter hoge Kronenburgertoren. Deze in 1425 gebouwde toren, die ooit diende als

| 26

december 2008 |

opslagplaats van buskruit voor de stadsverdediging, werd in de volksmond ook wel de Kruittoren genoemd en prijkt als trotse peiler uit boven de groene flora. De entourage waarin deze toren stond was echter na 1876 drastisch veranderd. In plaats van onderdeel te zijn van een zware stadsmuur die een compact centrum omringde, werd de toren het middelpunt van een open, groene ruimte; het Kronenburgerpark was geboren. De roep om meer groen en vooral meer ruimte zorgde ervoor dat het tot dan toe economisch stagnerende Nijmegen explosief groeide. De stad werd niet langer belemmerd door een gebrek aan ruimte, waardoor ze haar vleugels uit kon slaan. De economische achterstand van de negentiende eeuw kon echter niet snel weggewerkt worden, doordat de bevolking in een meer dan evenredig tempo meegroeide met de stad. De negentiende-eeuwse revolutie: Van utopie naar nostalgie De negentiende eeuw is essentieel geweest voor de stadsbebouwing in de Westerse beschaving, ook in Nijmegen. Oude, compacte en vaak vervuilde steden werden vervangen door meer open en groene modernistische steden. De komst van stadsparken, zoals het Kronenburgerpark, markeerde een duidelijke breuk met de opeengepakte industriële stadsbouw. Het feit dat deze ideeën evolueerden in (te) ver doorschietende utopische stadsidealen gedurende de eerste decennia van de twintigste eeuw zorgde er voor dat vanaf 1960-1970 de drang naar meer nostalgisch ogende steden groter werd. Desalniettemin konden ook de stadsparken onderdeel worden van het stadshistorisch erfgoed, zoals het door Frank Boeijen zo lovend omschreven Kronenburgerpark. |

27 |

Ruud Vos portretteert ieder HInT op geheel eigen wijze een van de medewerkers van onze universiteit. Omdat de geinterviewden van vorig jaar nog niet door hem getekend waren, zien jullie de tekeningen die daar bij horen dit jaar voor bij komen!

| HInT

ViaVia - Frans Pollux Door Remy Maessen en José Seuren

“Ja er is leven na je studie” kopt geschiedenis-alumnikring Dr. Huijbers op hun gedeelte van de website van de opleiding. Na je studententijd ga je reizen, promoveren of werken en begint een carrière. In deze rubriek gaan we op zoek naar de arbeidsperspectieven van een historicus. Ditmaal een interview met Frans Pollux, journalist bij de Limburgse tv- en radioomroep L1 en zanger van de band ‘Neet oet Lottum’. Studie en Heimat Voor de Limburgse geschiedenisstudenten in Nijmegen behoeft Frans Pollux geen verdere introductie. Hij geniet in Limburg veel bekendheid met zijn band ‘Neet oet Lottum’. Wat veel mensen echter niet weten is dat hij ook Geschiedenis heeft gestudeerd, niet in Nijmegen maar in Utrecht. “Ik wilde wel naar Nijmegen maar een goede vriend van mij waarmee ik samen Geschiedenis ging studeren wilde naar Amsterdam. Dat vond ik te ver weg en toen hebben we voor de middenweg gekozen”. Frans Pollux is, zoals wellicht de meeste studenten, uit interesse Geschiedenis gaan studeren, met het plan om daarna de journalistiek in te gaan. “Op de middelbare school werd het mij ronduit afgeraden om Geschiedenis te gaan studeren. Ik had ook goede punten voor de bètavakken en mijn decaan vroeg zich dan ook af of Geschiedenis wel de juiste keuze was. Geschiedenis kon iedereen wel gaan studeren”. Toch was hij vastbesloten en koos hij voor de juiste studie. Een wilde studententijd was niet aan hem besteed. Als het even kon pakte hij de trein terug naar zijn geboortestad Venlo. “Ik maakte toentertijd een jongerenprogramma bij omroep Venlo en daar zat veel tijd in. Ik had daar ook mijn bandje dus iedere vrije minuut die ik had ging ik terug. Daardoor ben ik niet echt geïntegreerd in het Utrechtse studentenleven. Achteraf is het misschien wel een beetje bekrompen dat ik nooit uit Venlo ben weggeweest.” Ondanks zijn vele hobby’s en de lange treinreizen lukte het Pollux prima om de studie in Utrecht zonder vertraging af te ronden, althans, bijna. “Ik deed het met twee vingers in de neus. Het niveau van de tentamens vond ik beschamend, waardoor ik de neiging had om alles maar op halve kracht te doen en daar heb ik wel spijt van. Ik had mij meer willen verdiepen en mezelf meer moeten motiveren. Je realiseert je het op dat moment niet maar het is je laatste kans om je totaal in iets te verdiepen. Maar daar kom je pas tien jaar later achter.” Na drie en een half jaar studeren is hij begonnen aan zijn scriptie. Die ligt echter nog steeds ergens in een laatje om afgemaakt te worden. “Ik heb mijn scriptie toen wel ingeleverd maar die werd niet goedgekeurd. Ik moest voor mijn scriptie over de stad Venlo van mijn docent meer vergelijkend onderzoek verrichten naar andere steden zoals Luik en Dordrecht. Maar inmiddels had ik een baan aangeboden gekregen bij een tekstbureau en vrij snel daarna bij L1, dus van het afmaken van mijn scriptie is toen niets meer terecht gekomen. Hoewel ik het tot nu toe prima zonder ‘officieel papiertje’ heb kunnen redden is het natuurlijk wel eeuwig zonde.” | 30

december 2008 |

Journalistieke loopbaan Eeuwig zonde of niet, Frans Pollux heeft inmiddels naast zijn muzikale carrière een mooie loopbaan in de journalistiek. Op dit moment is hij programmamaker bij L1 radio. Daar kan hij zijn vaardigheden die hij opgedaan heeft tijdens zijn studie goed gebruiken. “Uit veel informatie weet je de kern te halen. Mijn ervaring is dat veel mensen dat niet kunnen. Ook de schrijfervaring die je opdoet binnen de opleiding is van groot belang. Verder leer je genuanceerd naar de wereld te kijken en daar een goed oordeel over te vormen. Dat is onmisbaar voor een goede journalist. Misschien niet bij de Telegraaf, maar wel bij alle anderen.” Binnen zijn beroep als radiojournalist houdt Pollux zich nog steeds bezig met geschiedenis. Iedere zaterdagmiddag presenteert hij op de radio een cultuurprogramma waarvan hij zowel redacteur als presentator is. Het eerste half uur is speciaal weggelegd voor de regionale geschiedenis. Een voorbeeld: “Enkele weken geleden is er in een maïsveld in Maastricht een Keltische muntschat gevonden die toebehoorde aan de stam van de Eburonen, een van de weinige Keltische stammen die ooit van de beroemde Romeinse veldheer Caesar hebben gewonnen. Aan zulke dingen besteden wij aandacht.” Dat er genoeg interesse hiervoor is blijkt wel uit het feit dat het programma al twintig jaar bestaat. Sinds een jaar maakt Pollux het programma. “Ik vind het erg leuk om te doen en het programma wordt goed beluisterd.” Frans Pollux kan met recht zeggen dat hij zijn droom heeft waargemaakt. Hij heeft zijn interesse gevolgd, gedaan wat hij leuk vond en is, zoals hij altijd al wilde, in de journalistiek terecht gekomen. Voor die studenten die het einde van hun studie naderen en zich afvragen hoe nu verder, heeft Pollux nog een woord van advies: “Iedereen die ambitie heeft kan uiteindelijk zijn droom waar maken, ook geschiedenisstudenten. Streef die droom na, en als het niet meteen lukt probeer er dan via omweggetjes te komen. Ben niet tevreden met zomaar een baan. Benut vooral je tijd goed om je zoveel mogelijk te verdiepen in de dingen die je echt interessant vindt, dat komt je de rest van je leven van pas.” |

31 |

| HInT

HisKok - Chili con carne Door Peter Kerris en Bram Verheij

“Wat was het huisnummer ook alweer? Iets met een drie toch?” riep Bram terwijl we na een steile afdaling de Nieuwe Nonnendaalseweg in fietsten. Onze bestemming? De éénkamerresidentie van Ramon Lambrechts, voormalig student Geschiedenis, nu aspirantambtenaar in dienst van de lange arm der wet. Na aarzelen over welke deurbel we nu eigenlijk moesten gebruiken vonden we uiteindelijk de juiste en werden we door Ramon ontvangen. Een avondje met geschiedenis, politiek, hardcore, politiewerk en Chili. Ramon begon in 2003 met zijn studie filosofie, maar had het daar al gauw gezien. In 2004 nam hij de juiste keus en koos voor het edele vak van historicus, waar de auteurs van dit stuk hem in 2005 ontmoetten. Oudheid, Middeleeuwen, Nieuwe en Nieuwste Tijd volgden ondergetekenden samen met Ramon, maar in de loop van het academisch jaar 2006-2007 raakte hij uit het zicht. Een studiedipje? Of was de ijzeren vuist van de opleiding verantwoordelijk voor zijn verdwijning? Vanavond kregen we het antwoord. “Ja het punt is gewoon dat werkstuk van Nederlandse Geschiedenis,” klaagt Ramon – hij is nog van de oude lichting die de gruwelen van Geschiedenis, Cultuur en Literatuur der Nederlanden niet mee hoefde te maken – “ineens was het werkstuk verplaatst van het tweede semester naar het eerste. Ik kwam terug van vakantie en toen had ik al de helft van de colleges gemist. Toen had ik zoiets van, ik hou er ook maar mee op.” Hij twijfelde al langer. Al in de lente van 2008 bereikte ons het bericht dat Ramon bij de politie was gaan werken. “Dat is wat overdreven. Ik dacht er toen al aan, maar nu is het echt nog m’n enige optie.” Op de vraag of hij veel kookt antwoord Ramon: “Ik ben tegenwoordig ook veel bij mijn vriendin en haar ouders. Haar moeder wil altijd alles zelf doen, dus die doet het meeste kookwerk. Als ik zelf dan eens iets wil doen komt ze hoe dan ook helpen.” Voor de lezer ligt op dit moment weliswaar het kerst-HInT, toch heeft Ramon er voor gekozen ons geen traditioneel kerstmaal voor te schotelen, zoals een kalCoen. Wat krijgen we te eten? “Chili con carne! Dat kan ik lekker koken.” Deze trots van de Tex-Mex keuken is waarschijnlijk enkele eeuwen geleden ontstaan toen de Spaanse/Mexicaanse gerechten uit het zuiden van Noord-Amerika gecombineerd werden met die van West-Europese kolonisten die vanuit het noorden en Ingrediënten westen het huidige Texas binnentrokken. De combinatie (voor 3 personen) van de basisingrediënten kent echter al een veel langer 350 gram gehakt verleden en wordt soms in verband gebracht met de pre3 rode uien Colombiaanse keuken der Azteken. De kracht van het ge3a4 tomaten recht is dat er enorm veel varianten mogelijk zijn, maar dat 1,5 rode peper toch iedereen het meteen herkent als Chili. Zoals past bij de 2 blikjes tomatenpuree geschiedenis van het gerecht heeft ook Ramon het aan zijn 450 gram bonen eigen smaak aangepast; het resultaat mag er wezen! Er is zelfs een land naar vernoemd. | 32

december 2008 |

De eerste stap in de bereiding is het opbakken van het gehakt met een halve gesnipperde ui. Hierbij moeten de gebruikelijke gehaktkruiden worden toegevoegd en peper en zout naar smaak. Zodra dit gaar is kunnen de bonen erbij met een zakje kruiden voor Chili con carne van de supermarkt. Dit moet sudderen tot het warm is, zodat je ondertussen tijd hebt om de tomaten en uien in grove stukken te snijden en de rode pepers te versnipperen. Als dit klaar is kan het bij de rest van het gerecht in de pan worden geworpen en dan hoeft er enkel nog gewacht te worden tot er een stomende pot Chili op het fornuis staat. Tijdens het eten komt het gesprek op de hobby’s van Ramon. “Naar de weekenden kijk ik altijd uit. Ik ga dan meestal met m’n vriendin naar Doornroosje. Lekker doorfeesten op van die tranceparty’s tot zondag vroeg in de ochtend.” Bram blijkt wel enig verstand van deze muziekstroming te hebben, maar na een discussie over de verschillen tussen techno, tekno en hardcore was het voor Peter nog immer hetzelfde gedreun. Maar hoe zit het dan met dat politiewerk? “Ik ben nu bezig met de applicatie. Ik heb me aangemeld bij het korps Gelderland-Midden, en heb onlangs een intakegesprek gehad. Nu moet er nog van alles komen. Een psychologische test, een fysieke test, en dan alle trainingen.” Ramon gaat, als alles goed gaat, in Apeldoorn naar de politieschool. Daar krijgt hij een leer-werk overeenkomst. “Ik krijg dan betaald voor het politiewerk dat ik doe, maar krijg ook een opleiding. Uiteindelijk als ik afstudeer doe ik dat als inspecteur, maar daarna lijkt het me wel mooi om rechercheur te worden.” Ondanks de afstand blijft Ramon gewoon in Nijmegen wonen. “Mijn vriendin woont nog in het Zuiden. De afstand van daar naar Apeldoorn is helemaal niet te overbruggen. Dus dan blijf ik er lekker tussenin wonen.” Wat opvalt aan zijn boekenkast is dat veel van de inhoud over politiek gaat. Een biografie van Che Guevara staat naast een boek van Jan Marijnissen. “Ik ben vroeger wel lid geweest van de SP, maar daar doe ik nu niets meer mee. In de politiek kun je niet echt iets doen voor de mensen. Wat dat betreft lijkt het politiewerk me mooier, al maak je daar natuurlijk ook erge dingen in mee”. Uiteindelijk worden we er zonder de afwas te hoeven doen uit gezet: “Ik moet morgen weer vroeg op en aan het werk.” Niet bij de politie, maar bij het tijdelijke bijbaantje in de supermarkt. “Dat vind ik wel naar hoor. Toen ik nog studeerde kon ik lekker uitslapen. Nu moet ik steeds supervroeg op. Dus: studeer maar lekker door.” |

33 |

| HInT

De blijde boodschap Een twijfelachtig onderzoek naar supermarkten in Nijmegen Door Paul Bongers en Sjors Knippenberg

Omdat het vernederend is elke week te bedelen bij je ouders, en zij telkens schrikken van de financiële malaise waarin je verkeert, zijn HinTverslaggevers Sjors Knippenberg en Paul Bongers met pen in de hand de Nijmeegse supermarkten langs gegaan teneinde een weloverwogen oordeel te vellen over bij welke supermarkt uw humeur opperbest blijft en uw portemonnee het best gevuld. Om deze twee factoren het best te kunnen toetsen hebben we ten eerste een prijsvergelijking onder 25 merkproducten in vijf supermarkten uitgevoerd. Ten tweede hebben wij de humeurfactor onderworpen aan zeven significante kwaliteitscriteria zoals de mogelijkheid uw fiets te stallen, gratis koffie en of Punica in het assortiment opgenomen is – want zoals de Heideroosjes zongen: “het is een klotefeest als er geen Punica is geweest.” We bezochten studentensupermarkt Sema op Hoogeveldt, de CoopCompact aan de Archipelstraat, Spar aan de Sint Annastraat, SuperdeBoer aan de Molenstraat en de AlbertHeijn XL aan de Sint Jacobslaan. Om een gedegen onderzoek te doen hebben we besloten enkel merkproducten te vergelijken. Deze zijn namelijk in elke supermarkt van dezelfde kwaliteit en grootte. In de Aldi zijn de merkproducten op één hand te tellen waardoor Aldi buiten ons onderzoeksgebied viel. Sema Mooi weggewerkt tussen een café en fietsenkelder op studentencomplex Hoogeveldt bevindt zich de Sema. Tijdens college-uren kan je de fiets eenvoudig parkeren in de stalling. Bij binnenkomst werden wij begroet door een plakkaat, dat veel en goedkoop bier belooft, alsook door de (enige) medewerker achter de balie. Op het eerste gezicht leek deze medewerker nogal nat achter de oren, maar hij bleek uiterst behulpzaam en vriendelijk. Op de vraag of hij ook Punica verkocht antwoordde hij: “nee, maar we hebben wel Ben&Jerrys.” Waarvan akte. Het assortiment is niet ruim, maar de primaire levensbehoeften zijn aanwezig: brood, bier en diepvriespizza’s. Ideaal voor de ietwat luie student maar op Bavaria bier na biedt deze supermarkt zeker niet de goedkoopste mogelijkheden. CoopCompact Een volledig assortiment aan merkproducten biedt de CoopCompact. Iets anders dan kwaliteitsmerken heeft deze winkel helaas niet. Muziek is aanwezig, gratis koffie dan weer niet. Het personeel is erg vriendelijk en heeft immer tijd voor de klant. Onze monden vielen open van verbazing toen wij de belachelijk lage prijs van de Calvé pindakaas aanschouwden. De uitspraak: “Jazeker hebben wij Punica!” maakte ons als kinderen zo blij. Het is duidelijk, de Coop is een ware | 34

december 2008 |

Punicaoase. Of de Heideroosjes hier ooit opgetreden hebben kunnen wij niet met zekerheid zeggen. Spar Van de hemel kwamen wij in de hel. Onze blijdschap verdween als novembersneeuw voor de zon toen de onwelriekende bedrijfsleider van twijfelachtig allooi woest op ons afstormde: “Zijn jullie van de bond?!” Hoe hoog de prijzen zijn in de Spar blijft een publiek geheim. De vraag: “Gaan jullie nu een negatieve recensie schrijven?” konden wij enkel bevestigend beantwoorden. Dus voel je de behoefte om tijdens het boodschappen geschoffeerd te worden? Doe dan de boodschappen bij de Spar aan de Sint Annastraat. Natuurlijk gaat het onze eer te na om alleen maar negatief over deze winkel te schrijven terwijl we enkel twee minuten binnen zijn geweest. We waren namelijk over de fietsenstalling zeer te spreken! Hulde, driewerf hulde. SuperdeBoer Hij is kleiner, smaller en drukker dan de AlbertHeijn XL, maar heeft qua kwaliteitsmerken evenzoveel te bieden. Hoewel je de fiets tussen de vele andere moet proppen, is er bijna altijd wel parkeermogelijkheid in de Molenstraat. Het grootste voordeel van de SuperDeBoer moet toch de flexibele openingstijden zijn. Vooral voor de studenten die op zaterdag vergeten inkopen te doen voor de rest van het weekend biedt deze supermarkt uitkomst: ook op zondag geopend! Niet alleen is het erg handig om ook op zondag boodschappen te kunnen doen, maar het zal zich ook lonen om op een saaie zondagmiddag de aangename sfeer van de SuperDeBoer te proeven. Voor de heteroseksuele heren of homoseksuele vrouwen geldt dat zij aldaar hun humeur kunnen opvijzelen dankzij de grote ogen van het kassameisje. AlbertHeijn XL De grootste supermarkt van Nijmegen bleek in bijna al haar facetten groots te zijn. Niet alleen is het de enige supermarkt waar wij gratis koffie konden drinken, er zijn ook fietsenstallingen en leuke kassameisjes in overvloed. Dit laatste is vooral te danken aan de zestien kassa’s die de AlbertHeijn XL telt. De klant wordt goed verzorgd en goed voorzien van alle gemakken in dit AlbertHeijn filiaal. De kinderen kan je dumpen bij de SEGA-hoek, opa en oma kunnen gezellig even op het bankje tegen de visafdeling keuvelen over koetjes en kalfjes en de arme en hongerige student kan zich tegoed doen aan stukjes kaas en vlees die worden aangeboden bij de desbetreffende afdeling. De inspectie van AlbertHeijn XL verliep perfect op een bedroevend leeg Calvé-schap na: helaas, geen pindakaas! Een klein minpuntje voor de vakkenvullers. De service liegt er daarentegen niet om: op de vraag of er Punica in huis was ontvingen wij: “Ik ga meteen voor jullie kijken” als antwoord. Helaas heeft AlbertHeijn geen Punica in het assortiment. Ach, niemand is perfect. Wat moet dat kosten? In het kader van de kredietcrisis zullen wij vervolgens haarfijn uitleggen waar de kwaliteitsproducten het meest goedkoop zijn. Let wel, mocht de bodem van de portemonnee daadwerkelijk in 35 |

| HInT

zicht zijn en de IB-Groep ontkent stug ooit van jou gehoord te hebben, dan moeten wij de Aldi toch even aanstippen als ultiem goedkope supermarkt. Mocht je nog over leenmogelijkheden bij onze Groningse vrinden genieten raden we je sterk aan om toch enigszins voor kwaliteit te kiezen, opdat je bij die spannende date die bij je komt eten een niet al te pauperige indruk achterlaat. Uiteindelijk moeten we conclusies trekken uit dit twijfelachtige onderzoek. De vergelijking van de prijzen in de vijf verschillende supermarkten leidt ons tot maar één conclusie, en dat is dat ‘kleinere’ supermarkten in Nijmegen niet kunnen concurreren tegen de massaliteit van de Albert Heijn XL. Niet alleen is het erg comfortabel boodschappen doen, maar ook het meest goedkoop. Maar liefst zestien van de door ons onderzochte producten blijken daar het goedkoopst te zijn - of op z’n minst even goedkoop als bij SuperDeBoer. SuperDeBoer biedt een goed alternatief als je in het centrum woont en lui bent of wekelijks vergeet op zaterdag inkopen te doen. Sta je stevig in je schoenen, ga dan een keer voor een prijsvergelijking naar de Spar aan de St. Annastraat en wil je echt een keertje genieten van wat de consumptiemaatschappij te bieden heeft, fiets dan naar de Archipelstraat om in de CoopCompact een fles Punica te kopen. | Het onderzoek in grafieken:

6 5 4

Sema Coop

3

Super Spar AH XL

2 1

id

d za a

jg e

m he

vu l

ca

lp hu

ni Pu

ko tis ra

Bi Be

re kk e Le

G

m ka ss a

et Fi | 36

ffie

s sje ei

uz M

se n

st a

llin

g

ie k

0

B

Ta La Igl mp ys o V on s i P ap ssti rik cks a C D hi re p ft B av s Af w a r a G Car s m ia ile va i dd Ve tte n C el rk ad Sc h ev it e e M ers am el ch Jo kch uim na oc go ola d l D E dA e Pi A r pp ck om el s LU wic a R k Ba E a oo d r s W tog l G re as n y e a K koe nä k ck en eb rö d

O vé P

in da ka as C oc a C ol a D C u bb el av el fri it a s Kr K ie ip ltj s es Le D e ve R rw uy o te r V rst M lo aa kk sl en B an lu d e D Ba e r K r . Kn O nd aa e or s H r W tke a rP lv er ar i z el in za dg e Sa er ec la m ht i La sa gn U e Un nox Kn ox ak E rw s te ns oe p

C al

december 2008 |

€ 3.50

€ 3.00

€ 2.50

€ 2.00 Sema

€ 1.50

€ 3.50 € 3.00 € 2.50 € 2.00 € 1.50 Coop Compact

AH XL

Super de Boer

€ 1.00

€ 0.50

€-

€ 5.00 € 4.50 € 4.00

Sema

Coop Compact

Super de Boer

€ 1.00 € 0.50 €AH XL

37 |

| HInT

Mozart en Amadeus Talentvolle componist of verwend monster? Door Jordy Geerlings en Thomas Vries

In 1984 bracht de regisseur Milos Forman de film Amadeus uit over het leven van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791). De film was gebaseerd op een populair toneelstuk van Peter Shaffer en was een geweldig internationaal succes. De filmwereld beloonde hem met acht oscars, vier Golden Globes en nog veel meer andere prijzen. Ook in Europa werd de film goed ontvangen. Amadeus De roem van Mozart was in 1984 al lang gevestigd, niet in de laatste plaats omdat hij in tegenstelling tot bijvoorbeeld Bach nooit echt in de vergetelheid is geraakt. Die roem kon echter niet voorkomen dat de film het standaardbeeld werd van de componist in de populaire herinnering. In Amadeus komt een Mozart naar voren die in vrijwel alle opzichten een verwend kind is, dat zich nauwelijks weet te gedragen in de hofcultuur van Europa. Illustratief is de scène waarin hij rebelleert tegen zijn werkgever, Aartsbisschop Colloredo van Salzburg. De aartsbisschop berispt de jonge Mozart omdat hij nagelaten had op tijd te verschijnen bij de uitvoering van zijn eigen concert. Mozart smeekt om ontslag, en wanneer hij zijn zin niet krijgt, toont hij voor het hele hof zijn achterwerk aan de geschokte geestelijke. Om het allemaal nog erger te maken heeft Mozart een heel vreemde lach, die hij ten gehoor brengt op de meest ongelukkige momenten. Zelfs de strenge Leopold, zijn vader, heeft moeite om hem in het gareel te houden. Hij moet tot zijn teleurstelling ontdekken dat zijn zoon niet om kan gaan met geld, en dientengevolge diep in de schulden zit. Antonio Salieri, de hofcomponist van keizer Joseph II in Wenen, vormt de absolute tegenpool. Hij is een carrière-artiest, iemand die met hard werken en een sterke christelijke moraal de top heeft bereikt. Mozart, die zijn succes dankt aan zijn vader en zijn blijkbaar godgegeven talent schokt Salieri. Hoe is het mogelijk dat God zo’n klein wanstaltig monstertje als | 38

december 2008 |

zijn instrument kiest om muziek te maken? Waarom heeft Salieri, die zich zijn leven lang zo perfect heeft gedragen niet dezelfde goddelijke inspiratie gekregen voor zijn muziek? Het is toch niet terecht dat hij ondanks verwoede pogingen een middelmatigheid blijft? Door het gedrag van Mozart valt Salieri van zijn geloof. God is niet barmhartig; hij is een kwelgeest die om een of andere reden de arme Italiaanse componist voor het blok zet door middel van dit monstertje uit Salzburg. Salieri zweert dat hij Mozart zal vermoorden. Zo zal hij eindelijk zijn wraak hebben op God. De ‘echte’ Mozart In het enorme geheel van biografische literatuur over Mozart krijgen we een heel ander beeld van de componist. We zien dat Wolffie, zoals hij liefkozend werd genoemd, in een hechte familie opgroeide. Op heel vroege leeftijd gaf hij blijk van een enorm talent, dat dan ook door zijn muzikale vader werd aangemoedigd. Vader Leopold was erg trots op Wolfgang, en wijdde zijn leven aan de opleiding van zijn zoon. Al snel nam hij hem mee op reizen langs de Europese hoven. Hij trad onder andere op in Parijs, Rome en Leipzig. Leopold gaf zijn zoon een stevige opvoeding, die naar onze standaard zeker als streng opgevat kan worden, maar het idee dat Leopold zelfs vanuit het graf Mozart terroriseerde is sterk overdreven. In briefuitwisselingen komt juist een heel liefdevolle relatie naar voren. Die opvoeding kon niet voorkomen dat Mozart zich soms vreemd gedroeg, maar zijn eigenaardigheden waren niet van zo’n aard dat ze een volledig gebrek aan respect en besef voor de etiquette van het hof bete-

39 |

| HInT

kenden. In elk geval was er nogal wat inzicht voor nodig om jezelf te handhaven aan het hof, en daarvoor kon hij niet altijd op zijn vader rekenen, omdat deze niet altijd aanwezig was, en uiteindelijk ook stierf. Het politieke inzicht van Mozart toont zich in zijn lidmaatschap van een Vrijmetselaarsloge, zijn keuze voor de juiste toneelstukken als basis voor zijn opera’s. Daarnaast onderhield hij met enige tact contacten met concertondernemers, hofcomponisten en andere hovelingen, die zijn werk financierden, door bijvoorbeeld muziekstukken bij hem te bestellen. Als hij zich ook in deze correspondentie als een kind zou hebben gedragen, zou zijn carrière veel minder succesvol zijn geweest. Ook op financieel gebied was Mozart geen onbenul. De geldproblemen van Wolfgang en zijn gezin hadden een andere oorzaak: opera’s werden niet altijd even goed bezocht, en er was nauwelijks een sociaal vangnet waarop men kon rekenen. Ook bestond er geen copyrightwetgeving waarmee zelfgemaakt werk beschermd kon worden, en op basis waarvan royalties zouden worden uitbetaald. Tussen aanstellingen en opera’s in viel er dus vaak een financieel gat, en er waren weinig manieren om dat te dichten. Met aartsbisschop Colloredo boterde het inderdaad niet goed. Er ontstond grote spanning toen de componist zich realiseerde dat hij in Salzburg minder zou kunnen bereiken dan hij wilde. Het mag geen verbazing wekken dat de aartsbisschop een grote interesse had voor kerkmuziek, waarvoor hij Mozart ook had aangenomen. Hoewel dit niet uitsloot dat ook andere composities toegestaan waren, wilde Mozart zichzelf verder ontwikkelen. De conflicten mondden overigens nooit uit in een openbare belediging naar de aartsbisschop zoals in de film gebeurde. Uiteindelijk kreeg Mozart een aanstelling aan het keizerlijke hof in Wenen, en was hij nog maar zelden te zien in Salzburg. Aan het hof van Wenen kwam Mozart in contact met alle belangrijke mensen die zich op dat moment bezighielden met muziek. Onder hen was Antonio Salieri (1750-1825), de hofcomponist van Joseph II. In Amadeus wordt Salieri al snel een gezworen vijand van Mozart, maar in werkelijkheid zijn er buiten de gebruikelijke hofintriges nooit grote conflicten geweest tussen de twee. Het lijkt erop dat ze vrij neutraal tegenover elkaar stonden. Geruchten dat Salieri Mozart zou hebben vermoord zijn dan ook ongegrond. De doodsoorzaak is altijd een controversieel punt geweest; er zijn vele oorzaken aangewezen, waaronder hartfalen, bacteriële infecties en wat dies meer zij. Recentelijk heeft de Amsterdamse oogarts en promovendus musicologie Richard Zegers een nieuwe theorie gepubliceerd: Mozart zou zijn gestorven door een ‘streptokokinfectie in zijn nieren met als resultaat een fataal oedeem.’ Sluitend is dit geenszins, maar in elk geval is de moord-theorie in diskrediet geraakt. De Mozart die in de biografieën te zien is verschilt dus sterk van de Amadeus uit de film. Dit komt niet in de laatste plaats door het feit dat de film gebaseerd is op een theaterstuk, dat een volstrekt literair werk is. Het is met een ander doel geschreven, namelijk het tonen van de spanning tussen hardwerkende middelmatigheid en godgegeven genialiteit. De echte Mozart was niet meer of minder dan een talentvolle componist die vroegtijdig aan zijn einde kwam. |

| 40

december 2008 |

Film - I Love Dries Door David Croese

Voor het HInT gaat David Croese altijd op zoek naar een boeiende film. Dit keer geen historisch diepgaand meesterwerk of een met vele Oscars bekroonde cinema, maar een film die wordt vertoond in Nederlandse Van der Valk-hotels: I Love Dries. Ja, tuurlijk, I Love Dries. Maar hij is wel een beetje een mietje. Na een succesvol optreden laat hij zich zonder al teveel gedoe overmeesteren door de dikke, zwetende, frikadellen etende en teveel sigaretten rokende Freek (Rene de Wit), die hem ontvoert en opsluit in zijn - jawel - woonwagen. Freeks vrouw Teuntje (Rikkie de Wit) is al net zo weerzinwekkend. Ze ziet er vies uit, eet alleen vet voedsel en is zo dik dat ze met krukken moet lopen. Freeks geliefde ballen zijn ooit door een hooivork doorspiest en hij kan nu geen kinderen meer verwekken. Dat het niveau maar even duidelijk is. Enfin, de twee willen kinderen en hebben dus zaad nodig. En wie kan daar beter in voorzien dan hun idool Dries Roelvink? Daar heeft de zonnebankbruine volkszanger natuurlijk geen zin in. Niet omdat hij er bij stilstaat dat zijn nakroost een weinig hoopvolle toekomst zou hebben in het tokkie-esque milieu, maar omdat hij niet met zo'n afstotelijke vrouw het bed wil delen. Het valt hem eigenlijk ook moeilijk te verwijten. De film wat ordinair, of, zoals de film zichzelf promoot, 'schandalig fout' en 'tenenkrommend leuk' noemen zou een flink understatement zijn. In de wc van de Freek en Teuntje hangt de stront letterlijk aan de muur. Hun mopshond poept ook gewoon in de woonkamer en op de kleding van de twee viezeriken zijn meer zweet- en vetvlekken te zien dan onbedorven wit. Dat is niet leuk fout, maar gewoon smerig. Het moet allemaal grappig zijn, maar de gemakkelijke platvloersheid - die hier gewoon letterlijk van de muur afdruipt - is dat allerminst. De acteerkwaliteiten ontstijgen bovendien elk mogelijke hyperbool - met als dieptepunt Sugar Lee Hoopers schaamteloze optreden - en de film ziet er lelijk uit. De beeldkwaliteit heeft veel weg van een c-film uit de jaren zeventig en montage en camerawerk doen vooral heel willekeurig aan. Natuurlijk, een filmisch hoogstandje behoort voorafgaand aan het zien van de film niet tot de verwachtingen, maar I Love Dries slaat alles. I Love Dries Dries zelf lijkt in de film overigens meer verveeld en geïrriteerd, dan bang of onder de indruk van zijn benarde situatie. Zo hebben zijn beslommeringen en problemen toch nog enig emotioneel raakvlak met die van de kijker, want deze tachtig minuten zijn allerminst gemakkelijk door te komen. |

Regie: Tom Six Acteurs: Dries Roelvink, Rene de Wit, Rikkie de Wit, Sugar Lee Hooper, Beter Beense, Chiel Montagne, Grad Damen Genre: Komedie Tijdsduur: 80 minuten

41 |

| HInT

| 42

december 2008 |

Jaargetal - 1920 Door Mike van de Weijer

In de rubriek Jaargetal bespreekt Mike van de Weijer een bepaald jaar uit de geschiedenis. Aan de hand van een jaargetal dat hij ergens vindt neemt hij je mee naar vervlogen tijden. Dit maal de tijd na de Eerste Wereldoorlog; het jaar 1920 door de bril van Mike. Het was voorbij. Het grote leed was over en Europa en de wereld kregen een nieuwe indeling, met de daarbijbehorende eeuwige vrede. Een illusie armer en soms een wingewest of onderscheiding rijker kon iedereen weer naar huis. “Zum Frühstück auf nach Berlin” en “Jerusalem by Christmas” waren niet haalbaar gebleken en iedereen had door dat oorlog eindelijk niet meer leuk was. De toekomst die voor de mensheid stond was hoopvol, in 1919. Er was zelfs een soort van orgaan gekomen dat de wereld tegen zichzelf zou beschermen en de vrede zou bewaren, want zo'n oorlog, met al dat prikkeldraad en die modder, of lange tochten door het duistere Duits Afrika, waar je uiteindelijk aankwam mét gangreen maar zonder dragers of gezonde longen, daar had niemand meer zin in. Een grote wereldorganisatie, waar vanzelfsprekend landen die niets hadden met vrede, stabiliteit en interventionisme geen lid van hoefden te zijn. En als je het niet meer leuk vond kon iedereen, net als op een saai feestje, zijn biezen pakken en naar huis (of Ethiopië of Noord-China) gaan. Maar, aan de andere kant ging het ook steeds beter met de mensen zelf, die langzaamaan daadwerkelijk als zodanig beschouwd gingen worden. Vrouwen en arbeiders met kiesrecht, het moest niet veel gekker worden. Wat zou het volgende rare idee zijn? Een auto bij elk huis? Een bioscoop in een klein kastje in de huiskamer? Alles was mogelijk en de spreekwoordelijke sky was de al even spreekwoordelijke limit. Ja, de toekomst zag er in 1920 verdomde mooi uit. |

43 |

| HInT

Christian Dior De grondlegger van het huidige schoonheidsideaal Door Bob van Dijk en Arlette van Lint

Kerstmis, een tijd van warmte, naastenliefde, lekker eten en cadeautjes onder de kerstboom. Maar ook een tijd van gala’s, extravagante feesten en schoonheid. Iedereen ziet er fantastisch uit. De mooiste jurken, schoenen, tassen en sieraden worden uit de kast gehaald. Verder zorgen een goed kapsel en mooie make-up voor de finishing touch. Kerstmis is bij uitstek een feest waarbij glamour en schoonheid naar voren komen. Wat wij onder schoonheid verstaan is echter niet altijd het schoonheidsideaal geweest. In het verleden bestonden er namelijk hele andere opvattingen over schoonheid. Rondborstig en zwaarlijvig Uit de tijd dat voeding schaars was en overleving centraal stond in het leven, stamt de eerste verwijzing naar een schoonheidsideaal. Het gaat hier om de zogenaamde ‘Venus van Willendorf’ dat in 1908 door de Oostenrijkse archeoloog Josef Szombathy bij het Oostenrijkse dorpje Willendorf in der Wachau gevonden is. Het beeldje is naar schatting ongeveer 25.000 jaar oud en geeft een beeld van de vrouw als zwaarlijvige, rondborstige verschijning. Dit ideaalbeeld van een vrouw is gebaseerd op het verlangen naar een overdaad aan voedsel in een tijd waarin de mens erg zijn best moest doen om te kunnen overleven. In de antieke wereld, wanneer er een tijd aanbreekt dat een bepaalde groep mensen zich een zeer luxe leventje kunnen veroorloven in vergelijking met anderen, werd schoonheid een element waarmee de elite zich van het gewone volk kon onderscheiden. Het gewone volk droomde van de weelde van de rijken en droomde ervan zich vol te kunnen stoppen wanneer ze dit maar wilde. Binnen de elite kwam hierdoor bij het vrouwelijke schoonheidsideaal de nadruk juist op het slanke lichaam te liggen om zich zo te onderscheiden van het gewone volk. Ook in de middeleeuwen kan deze scheiding van idealen geconstateerd worden Venus van Willendorf Susanna van Rubens | 44

december 2008 |

tussen de hogere klassen in de samenleving en de minder bedeelden. Kort komt er een einde aan de scheiding tussen vrouwelijke schoonheidsidealen in de renaissance- en later de barokperiode. Een lichte zwaarlijvigheid vormt dan het algemene schoonheidsideaal in de Westerse samenleving, te zien op schilderijen zoals die van Rubens. In de Victoriaanse tijd (tweede helft van de negentiende eeuw) ontstaat er echter weer een verschil maar wordt het motief voor dit verschil echter anders. De elitaire vrouw wil nu met haar slanke lichaam aantonen dat ze haar driften, zoals veel eten, kan onderdrukken en daarmee zich op beschavingsniveau kan onderscheiden van anderen. Een naoorlogs keerpunt in de mode-industrie De periode van de Tweede Wereldoorlog werd gekenmerkt door sobere kleding voor vrouwen, die vaak wat weg had van een burgerlijke versie van een militair uniform. Na de Tweede Wereldoorlog verlangden de vrouwen dan ook naar vrolijke, vrouwelijke kleding. Een ontwerper die hier handig gebruik van maakte was Christian Dior. In 1947 kwam hij met zijn eerste collectie die ook wel de ‘New Look’ genoemd wordt. Een collectie, die een keerpunt op het gebied van mode en vrouwelijke schoonheid zou betekenen. Zijn collectie had niks weg van de losse, sobere kleding uit de oorlogsperiode. In plaats daarvan liet hij zich inspireren door de periode van de Belle Époque. Letterlijk betekent dit het ‘mooie tijdperk’ en hiermee wordt de periode tussen 1890 en 1914 uit de Franse geschiedenis bedoeld. Na de vreselijke gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog werd nostalgisch naar deze periode teruggekeken. Dit deed Christian Dior ook. Hij liet zich vooral inspireren door de korsetten uit die tijd. Deze korsetten waren van voren recht en hadden van achteren een kromming, waardoor het bovenlichaam van de vrouw naar voren geduwd werd en de billen juist naar achteren. Deze korsetten werden dan ook gedragen onder het motto “wie mooi wil zijn, moet pijn lijden,” want ze waren zeer oncomfortabel. De korsetten lieten de elegantie van de vrouw wel mooi uitkomen. Ze kreeg namelijk een andere houding waarbij ze rechtop stond en de borsten en billen geaccentueerd werden. Deze elegante houding van de vrouw werd versterkt door het creëren van de goede accessoires. Zo ging Christian Dior samenwerken met Roger Vivier, die de eerste stilettohak op de markt bracht. Deze dunne hoge hakken accentueerden de lengte en de rechte houding van de vrouw. Bovendien werden de voeten en enkels op deze manier een stuk mooier en eleganter gemaakt. Vandaag de dag worden er ‘gelukkig’ nog maar weinig korsetten gedragen, maar bijna iedere vrouw heeft wel een paar hoge hakken in de kast staan. En als je een modeblad openslaat komt toch die slanke elegante vrouw weer als schoonheidsideaal naar voren. En zeg nou zelf, een elegante slanke vrouw in een mooie jurk en op hoge hakken doet het toch nog altijd goed op gala´s en extravagante feesten tijdens de aankomende feestdagen? | 45 |

| HInT

De Cleijne Geschiedenis Door Erik Cleijne

Er zijn twee zaken waar Sinterklaas en de Kerstman het over eens zijn. Kindertjes moeten braaf zijn, anders gebeurt er wat. Bij Sinterklaas is het snel duidelijk wat. Een stel potige slaven stopt je hardhandig in een juten zak en sleept je ongehoorzame kanis zo naar Spanje. Dat zal ze léren! En, beide zijn niet te zuinig als het gaat om het uitdelen van veel cadeautjes. Ze zijn ook de flauwste niet, want ik kan me niet herinneren ooit braaf te zijn geweest. Maar toch, een beetje kinderen bang maken. Ze zouden zich allebei moeten schamen. Ik geloof dan ook niet meer in Sinterklaas, maar pluk er nog wel de vruchten van. Ik ben op jonge leeftijd echter nooit in aanraking gekomen met de Kerstman, dus ben ik zo vrij geweest om de deur tot mijn geloof in de joligerd open te houden. Het heeft wel iets fijns, zo, oprecht geloven in een goedige rondaard die zijn rendieren door de lucht slaat en met presentjes strooit. De Kerstman verspreidt vreugde en vertrouwen en harmonie en liefde. En in hun drang om braaf te zijn, spelen kindertjes over de hele wereld mooi weer. Ik weet niet precies wat de Kerstman voor represailles achter de hand heeft als ze zich niet aan braafheidsregels houden. Wat nu als ik niet braaf ben? Ik was als de dood voor Spanje, maar er is wel één en ander veranderd sindsdien. Dat merkte die vetklep afgelopen zomer maar al te goed. Met z’n baard. Ik zat nietsvermoedend met een paar vrienden lekker in de tuin van de zon te genieten, toen de telefoon ging. Het schermpje zei: ‘Kerstman.’ Ik was ondeugend geweest en hij zou mij eens komen laten voelen wat dat betekende. Ik hing verbaasd op, en wachtte op wat komen ging. Na een uur of wat groeide er een puist op het dak. De schaduw verraadde zijn positie, maar ineens was ik omsingeld door allemaal herten. Geen nood, daar wist ik ook wel raad mee. De Kerstman waagde zijn straffe sprong, maar ik ontweek, greep hem bij zijn benen en zwierde zijn corpulentie dwars door zijn helpers heen, die verschrikt wegrenden en op de provinciale weg aan flarden werden gereden door de Partij voor de Dieren-bus. Die lui hadden ook nog een appeltje te schillen met die rode cumulatie suikergoed. Ik was ze echter allang voor. Er was genoeg voor iedereen. Met zijn gezicht brandend in de hete kolen en zijn ogen vastgeschroeid aan het rooster, begon ik de Kerstman op te delen. Ik maakte eerst een incisie bij zijn nek en trok zijn huid plus al het vet van zijn lichaam, waarmee ik me nu warm houdt als het buiten koud en guur is. Mijn vrienden, met rommelige maag, begonnen zich te roeren toen ik zijn grote rugspier losmaakte van het bot. Ik gooide het in de gretig graaiende groep hongerige maten. Bij de bil aangekomen had ik genoeg van die omslachtigheid. We stortten ons op het kadaver en scheurden de Kerstman volledig uiteen. Dat zal hém leren! | | 46

Volgende keer in HInT… Carnaval: geliefd en gehaat! Voor de volgende editie gaat HInT onderzoeken hoe carnaval beleefd wordt en hoe het door gemiddelde Nijmeegse geschiedenisstudent wordt ervaren.

Een aantal weken geleden verscheen het boek Voetbal in een vuile oorlog, behandelt de relatie tussen voetbal en politiek. HInT schrijft er over!

Vanaf het volgende HInT doen enkele Nijmeegse geschiedenisstudenten verslag van hun belevenissen ergens ver buiten Nijmegen.

In het kader van het congres schrijft HInT in februari weer over Europa. Hoe ‘goed’ is Europa nu eigenlijk voor de gemiddelde Nederlander? HInT geeft antwoord op dit soort vragen.

[email protected] © GSV Excalibur Nijmegen 2008

| HInT

ADVERTENTIE LUSTRUM

| 48

Related Documents


More Documents from "GSV"