Erins Droom
Een boek geschreven als een dagboek over een stel mensen, die met elkaar een soort familie gaan vormen. Het verhaal begint met Erins Kachinsky, die haar baas Francis redt, door hem weg te stoten uit de vuurlijn van een pistoolschot. Hierop komen er enkele feiten over Erin en over een andere medewerker van het kantoor naar voren. Het blijkt, dat Erin wees is en nog minderjarig. Haar andere baas Peter en diens vrouw Carla ontfermen zich over Erin, die niet alleen haar baas redt, maar ook een klein kind voor een aanstormende auto wegrukt. Daarop wordt het steeds dreigender rond Erin en haar vrienden. Die vriendengroep wordt steeds groter en hechter. Langzamerhand komen er steeds meer feiten over Erin aan het licht. Onder andere vanuit Afrika, waar haar moeder vandaan kwam en waar Erin lange jaren gewoond heeft. Zij is daar door een oom vreselijk mishandeld en misbruikt als slavin. Ook heeft zij voor hem en een 'tovenaar' gruwelijke rituelen moeten voltrekken. Door alle dreigingen voor Erin en de andere leden van de groep, leren de mensen in die groep elkaar en zichzelf steeds beter kennen. Ook leren zij, dat zij op een vreemde manier bij elkaar worden gebracht. Dan blijken alle groepsleden paranormaal begaafd te zijn. Dit wordt steeds meer een leidende draad in het verhaal en in de familie. Uiteindelijk wordt er in een voormalig hotel een vreemd soort medisch centrum gevormd, waarbij 'normale' en alternatieve geneeswijzen naast elkaar gebruikt gaan worden. De vorming van de familie is nodig om iedereen te beschermen tegen de neiging alleen voor anderen te zorgen en niet voor zichzelf. In dit boek is ook een grote rol weggelegd voor een olifant, waarvan Erin als kind veel heeft gehouden. De schrijfster is een 48-jarige vrouw, die haar fantasie een keer de vrije hand heeft gegeven. Daar is dit boek uit voortgevloeid. Alles in dit boek berust dan ook puur op fantasie.