Adi Wero Les 4

Departement Lerarenopleiding Garenmarkt 8 B – 8000 Brugge  +32 50 47 09 70 +32 50 47 09 77 [email protected]

Tijdsindeling & fasering

Les doelen

Lesinhoud

Methode Didactische Activiteit Leerlingenactiviteit Organisatie

Leermiddelen

Instap 1. Dagelijkse terugblik 2’

HERHALING: De lln vertellen wat ze nog weten over de vorige lessen. Ze mogen dit doen aan de hand van de muurkrant. Drie lessen over het thema speelgoed: • 1  Indeling van de spelen. • 2  De spelen vroeger en nu. • 3  Het maken van een identiteitskaart van een spel.

2. Oriëntatie 8’

6

INSTAPSPELLETJE: Spel met kaarten Twee lln staan aan een tafel, met de kaarten erop verspreid. De bedoeling is dat de lln om het eerst zoveel mogelijk kaarten bemachtigen. Er zijn geen afgesproken regels. -

Wat is hier nu gebeurd? (alles ging heel vlug, …) Wat is verkeerd gegaan? (er waren geen regels, dus het was eigenlijk niet eerlijk) Wat was niet eerlijk? (de ene ll heeft zomaar alle kaarten opgeschept, er was geen startsein, …)

 Waarover zou de les van vandaag nu kunnen gaan? • • •

Spelregels Samenspelen …. (We noteren de titels aan het bord)

DA: De leerkracht vraagt wat de kinderen vorige lessen hebben geleerd? LA: De leerlingen antwoorden ORG: klassikaal

DA: Lkr legt opdracht uit aan de lln. LA: Voeren de opdracht uit, anderen kijken. Er zijn twee of drie groepjes die de opdracht uitvoeren. ORG: Per 2 ( 2 groepjes komen naar voor) DA: De lkr. stelt vragen. Hij vertelt daarna waarover het thema zal gaan. LA: De lln antwoorden ORG: klassikaal

Kaartjes 2 leerlingen Bord Krijt

Departement Lerarenopleiding Garenmarkt 8 B – 8000 Brugge  +32 50 47 09 70 +32 50 47 09 77 [email protected]

Midden 3. Uitleg + 4. Begeleide inoefening 28’

1 2 5 7

Samenspelen: 1. SPEL: De leerlingen maken een piramide waarbij 1 leerling een geheime opdracht krijgt die de piramide zal bemoeilijken: 1ste leerling: Hij/zij werkt goed mee. 2de leerling: Hij/ zij werkt goed mee.. 3de leerling: Werkt tegen in het spel.

DA: De leerkracht begeleidt de leerlingen. LA: De leerlingen verdelen zich in groepjes van 3. Per drie zullen de leerlingen een kleine opdracht uitvoeren. De leerlingen krijgen daarbij elk een kaartje met een opdracht. ORG: De leerlingen werken per 3 in groepje.

Hoe zijn de opdrachten opgebouwd? DA: De leerkracht stelt vragen. - Er werd goed samengewerkt, maar leerling 3 deed niet LA: De leerlingen antwoorden mee. ORG: klassikaal Wat ging er goed? - Leerling 1 en 2 kunnen goed samenwerken. Wie kreeg een geheime opdracht? Hoe was dit voor hem? - Leerling 3: Hij heeft de verbondenheid niet ervaren. 2. SPEL: De leerlingen maken een piramide waarbij 1 leerling een geheime opdracht krijgt die de piramide zal bemoeilijken: 1ste leerling: Hij werkt goed mee. 2de leerling: Hij werkt goed mee. 3de leerling: Hij mag niet praten. Hoe zijn de opdrachten opgebouwd? DA: De leerkracht stelt vragen - Er werd goed samengewerkt,maar leerling 2 en 3 deden LA: De leerlingen antwoorden. niet mee. ORG: klassikaal Wat bemoeilijkt de opdracht? - Leerlingen 2 en 3 mochten niet praten.

Departement Lerarenopleiding Garenmarkt 8 B – 8000 Brugge  +32 50 47 09 70 +32 50 47 09 77 [email protected]

BESLUIT:  Samenspelen is belangrijk om een opdracht tot een DA: De lkr. stelt vragen. LA De leerlingen vormen een besluit. goed eind te brengen. ORG: klassikaal  Wanneer we samenspelen moet iedereen willen meewerken. (Stel je moet een taak maken hoe gaat het vlugger alleen of in groep?)  Wanneer we samenspelen/ samenwerken gaat alles veel vlugger. (Als je met meer bent om na te denken heb je dan minder of meer ideeën)  Als je samenwerkt heb je meer Ideeën 3 4 8

OPSTELLEN VAN SPELREGELS: 1. Maken van spelregels: • Hoe kunnen we dit probleem oplossen? - Aan de hand van spelregels - Startsein - Verloop van het spel! - Doel van het spel! - Wie is de winnaar? • Kunnen jullie per twee enkele spelregels bedenken? + Elke speler gooit één keer met de dobbelsteen. De leerling met het hoogst aantal ogen mag beginnen met een kaart te nemen. + Je mag maar 1 kaart per beurt nemen. + Kom je op een kaart met een kruis op, moet je een beurt overslaan. + ….

-

Wat viel jullie op aan de spelregels die ik heb voorgelezen? moeilijke woorden onduidelijk ...

DA: De leerkracht stelt vragen LA: De leerlingen antwoorden. ORG: Per 2 of 3 leerlingen bedenken ze enkele spelregels het spelletje met de kaarten.

DA: De leerkracht brengt enkele gezelschapsspelen mee naar de klas. Hij leest enkele moeilijke spelregels van het spel. LA: De leerlingen vertellen wat hen opviel aan de spelregels. ORG: Klassikaal

Departement Lerarenopleiding Garenmarkt 8 B – 8000 Brugge  +32 50 47 09 70 +32 50 47 09 77 [email protected]

 In deze spelen zijn er wel spelregels maar ze zijn nogal moeilijk geformuleerd. Verhaal: Meester/Juf krijgt plots een lumineus idee om een gezelschapsspel te maken. Het wordt een heel groot, tof en leuk spel, zowel voor jongens als meisjes, voor jong en oud . Enz… Het spel noemt: Wacht op mij! Doel van het spel is dat je in 2 groepen speelt. De winnaars zijn de groep die het meest samenwerkte en zo zoveel mogelijk winst maakt. Maar ik heb geen spelregels voor mijn spel? BESLUIT: ‘Spelregels zijn nodig in een spel, omdat:’ - het leuker is om mee te spelen - alle spelers dan een kans hebben om te winnen - het spel dan eerlijk wordt gespeeld Spelregels moeten: - Duidelijk zijn. - Zo kort mogelijk zijn. Indien spelregels niet nageleefd worden, moet men straffen. 5. Zelfstandige verwerking 10’

1 2 3 4 5

Werkblaadje in werobundel maken: Oefeningen op spelregels en samenspel.

DA: De leerkracht vertelt een verhaaltje. LA: De leerkracht bedenkt met de leerlingen enkele spelregels voor het spel. ORG: klassikaal

DA: De lkr. stelt vragen. LA De lln. vormen een besluit. ORG: klassikaal

DA: De lkr. loopt rond en begeleidt waar nodig. LA: De lln. maken het werkblaadje in de werobundel. ORG: Individueel

Departement Lerarenopleiding Garenmarkt 8 B – 8000 Brugge  +32 50 47 09 70 +32 50 47 09 77 [email protected]

Slot 6. Evaluatie 1’ 7. Terug- en vooruitblik 1' (1-7. Feedback) kan bij elke lesfase

Overlopen werkblaadje

Aanzet volgende les

DA: De lkr. zal klassikaal het werkblaadje overlopen en indien er geen tijd over is zal hij het na de les verbeteren. LA: luisteren OR: klassikaal DA: De lkr.vertelt dat dit de voorlaatste les was. Dat we de volgende les in verschillende hoekjes zullen werken en dat de lln. vooral dingen mogen proberen. LA: De lln. luisteren