Hoofdstuk 7.
Timmerwerk en kozijnen
1.Welk van onderstaande houtsoorten heeft de meest duurzame eigenschappen om als buitenbekleding te worden toegepast? a.Essen. b.Vuren. c.Berken. 2.
Welke houtverbinding wordt bij onderstaand kozijn toegepast?
a.Een vingerlasverbinding. b.Een rechte penlas verbinding. c.Een dubbele open pen - en gatverbinding. 3.
Waar bevindt zich onderstaand detail in onderstaand aanzicht?
~ I
--+
1
-,,11
1
-
lil
aanzicht
a.Locatie I. b.Locatie 11. c.Locatie 111. 4.
Hoe noemt men de deur die is aangegeven met:
onmogelijk Een brandvertragende deur. a.Een zelfsluitende en brandwerende deur. b.Een zelfsluitende en brandvertragende deur. 5.Wat is de functie van een weldorpel of lekdorpel bij een naar binnen draaiende buitendeur? a.Het tochtdicht afsluiten. b.Het buiten houden van het regenwater. c.Het beter kunnen afwerken van het schilderwerk.
36
Werkboek 2006
Bouwkunde
Hoofdstuk 7.
Timmerwerk en kozijnen
6.Opdracht: Geef van onderstaande schets de benaming aan van de onderdelen.
1 .
2. 3.
4. 5. 6. 7. 8. 9.
10.
d.
18 mm W.8.P.
voorbeh. 2x40 mu
40'
klossen 5O.100mm h.o.h. 610mm
5
9&9olvaniseerde strip kalklondatéen. 100mm g/O'IWoI-boioU. 75 mm mupan spouw gevelsteen, 100 mm
Ro-2.5 m2.k/W
~ Bouwkunde Werkboek 2006
37
Hoofdstuk 7.
Timmerwerk en kozijnen
7.Op een verdieping worden draai -kiep ramen toegepast in plaats van achterovervallende ramen, zoals op de begane grond. Wat is hiervan de reden? a. Brandpreventievoorschriften. b. Inbraakpreventie ( de verdieping is minder braakgevoelig) c. Reiniging van de ramen. 8.Waar heeft de term 'stompe deur' betrekking op? a.Op de afwerking binnen - / buitenzijde. b.Op de draairichting. c.Op de wijze van aansluiten in de sponning van het kozijn. 9.Wat wordt bij een houtconstructie verstaan onder het aanbrengen van een beschieting? a.Het bekleden van balken en stijlen. b.Het aanbrengen van tengel - en rachelwerk. c.Het maken van een houtverbinding met behulp van kram - of nagelplaten. 10.Hoe noemt men met pijl aangegeven onderdeel A? a.Een slaper. b.Een staartbalk. c.Een raveelbalk.
11.Waarmee worden raamluiken in geopende toestand aan de gevel vastgezet? a.Speunen. b.Staarthengen. c.Windwervels. 12.
Wat is de naam van dit onderdeel van een buitenkozijn?
38
Werkboek 2006
a. b. c.
Stijl. Kalf. Onderdorpel.
Bo uw ku nd e
Hoofdstuk 7.
Timmerwerk en kozijnen
13.Indien de opdrachtgever de garagedeur had laten uitvoeren volgens onderstaande tekening, hoever zouden de deuren dan maximaal geopend kunnen worden?
Sorry ging niet
c.
14.Welke onderdelen zijn dit? a.Raamstijlen en dorpels. b.Deurstijlen en dorpels. c.Kozijnstijlen en dorpels.
15.
Welke van de hieronder getoonde schroten zijn sponningschroten?
e. a .
b.
c. werkelijke breedte
Bouwkunde
Werkboek 2006
39
Hoofdstuk 7. f.
16.
Timmerwerk en kozijnen
Op welke wijze is de plank in onderstaande afbeelding gezaagd?
a.En dosse gezaagd. b.Kwartiers gezaagd. c.Halfkwartiers gezaagd. 17.Wat is de benaming van het met een pijl aangegeven onderdeel in de onderstaande afbeelding, dat wordt gebruikt ter afdekking van de overgang tussen het kozijn en het stucwerk?
.
Klos
plalstuk
a.Koplat. b.Hoeklat. c.Kantstuk.
18.
Wat voor soort raam geeft onderstaande afbeelding weer? Gaat niet
Ilf7g
'\
g.I
./ ./'
;"
a.Draai kiepraam. b.Draai uitzetraam. c.Draai tuimelraam.
40
Werkboek 2006
Bouwkunde
Hoofdstuk 7.
Timmerwerk en kozijnen
19.Bij welke industriële bouwmethode worden houten draagconstructies toegepast in de vorm van gelamineerde liggers, spanten en vakwerkliggers? a.Hallenbouw. b.Montagebouw. c.Elementenbouw. 20.Waar wordt een schotelanker toegepast? a.Bij verankering van een balklaag onder een platdak. b.Bij het bevestigen van gordingen in een stenen muur. c.Bij het aanbrengen van een balk, loodrecht op een stenen muur. 21.
Welk type houten deurkozijn is op onderstaande afbeelding weergegeven?
a.Een inmetselkozijn ten behoeve van een naar buiten draaiende deur. b.Een montagekozijn ten behoeve van een naar buiten draaiende deur. c.Een montagekozijn ten behoeve van een naar binnen draaiende deur. 22.Op onderstaande figuren is een doorsnede van een erker met het detail van de bijbehorende hoekoplossing van het kozijn weergegeven. Hoeveel maal komt dit detail in de erker voor, indien er buitenbeglazing wordt toegepast? (Het detail mag in elke positie worden geroteerd).
Erker kozijn Woonkamer
Erker kozijn Woon.kamer
g. h.
./
Erker kozijn Woonkamer
a. b.
c.
2 maal. 4 maal. 6 maal.
DetaH hoekoplossing erker kozijn
Bouwkunde
Werkboek 2006
41
Hoofdstuk 7.
Timmerwerk en kozijnen BESTEK EN TEKENING
Deze vragen hebben betrekking op bijgeleverd bestek en tekeningen
1.In de woning is beukenhout toegepast. Dit heeft de functie van: a.Trapleuning. b.Balustrade. c.Traptreden. 2.Het buiten kozijn in slaapkamer 3 aan de noordzijde noemt men een kozijn met: ( merk 30 en tek. 1) a.Draai - kiepraam. b.vast glas en naar binnen draaiend raam. c.uitzetraam. 3.Uit welk materiaal bestaat de voordeur? a.Uit okoumé multiplex. b.Uit kunststof. c.Uit dark red meranti. 4.
Hoe noemt men de deur die is aangegeven met: (begane grond berging)
a.een brandvertragende deur. b.een zelfsluitende en aan twee zijden brandwerende beklede del.!f. c.een zelfsluitende en brandvertragende deur. 5.In de woning is mineraal gebonden houtwolcementplaat (Herakfith) toegepast. Dit heeft onder andere de functie van: a.zoldervloer. b.plafondplaat bij bergruimte. c.panelen in de buitenkozijnen. 6.Welk plaatmateriaal wordt bij de knieschotten gebruikt? a.O.S.B. b.Multiplex. c.Gipsplaten. 7.
Welke van onderstaande dwarsdoorsneden van de gevelbekleding is de juiste?
42
a.
b.
c.
W er kb oe k 20 06 Bo u wk un de