Samenvatting Kcv Hoofdstuk 7

  • October 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Samenvatting Kcv Hoofdstuk 7 as PDF for free.

More details

  • Words: 3,187
  • Pages: 9
G R I E K E N LA N D Myceense beschaving: 1600-1200 v. Chr. - 1876: Heinrich Schliemann groef Mycene op de Peloponnesus op en ontdekte dodenmasker Myceners - Rond 2000 v. Chr. vanuit noorden binnengevallen - Rond 1600 v. Chr. grote bloei door o.a. contacten hoogontwikkelde Kreta - In 16e of 15e eeuw v. Chr. Knossos veroverd - Met Egypte en Klein-Azië handelscontacten - Krijgshaftig en rijk volk - Administratie met kleitabletten in Lineair-B (Michael Ventris, 1953) - Rond 1200 neergang door 1. zwakte economie 2. onderlinge rivaliteit verschillende vorsten 3. invallen vanuit noorden (Doriërs) - Vluchtten naar Egeïsche Zee en westkust Klein-Azië Donkere eeuwen: alleen techniek van de ijzerverwerking Herinnering aan Myceense beschaving door rondreizende dichter-zangers en in sagen en legenden Archaïsche tijd: 750-500 v. Chr. - Archaïsch > archaios (oud) - Toenemende kwaliteit in 1. keramiek 2. beeldhouwkunst 3. architectuur - Weer schrijven – eigen alfabet gebaseerd op dat van Feniciërs Opkomst Griekse polis - Polis: gemeenschap, eenheid, staat, onafhankelijk van anderen - Polis in 1. bergdal 2. kustvlakte 3. eilandje - Bekendste poleis: Sparta, Argos en Corinthe op Peloponnesus; Athene in Attica; Thebe in Boeotië; Milete en Ephese aan Jonische kust - Dienst uitgemaakt door kleine groep aristocraten (konden paard en wapenuitrusting kopen) en bezaten land en militaire macht Kolonisatie - Gebiedsuitbreiding door bevolkingsgroei, b.v. Sparta onderwierp Lakonië + Messenië, Argos: Argolis en Athene: heel Attica - Kolonies: Syracuse op Sicilië, Neapolis (Napels) in Z-Italië, Massilia (Marseille) in ZFrankrijk, Byzantium (Istanbul) aan Bosporus - Kolonies werden ook onafhankelijk - Kolonies hebben Griekse cultuur verbreid Interne spanningen en optreden tirannen - Door ontwikkeling handel 1. verschillen in rijkdom nam toe 2. echt rijken zich als adel gedragen 3. spanningen binnen kring aristocraten -> vaak staatsgreep

- Staatsgreep, iem. gesteund door 1. vrienden 2. huursoldaten (vaak) 3. volk - Turannoi: Periander van Corinthe, Polycrates van Samos Athene in Archaïsche tijd Eerste wetgevers: Draco en Solon - Na ong. 650 grote spanningen arm-rijk en tussen aristocratische families onderling - Draco (rond 620) aan macht: rechtsregels schriftelijk vastgelegd, ‘draconische wetten’: streng - Atheners in macht van adel door armoede; om staatsgreep te voorkomen: Solon (590) - Solon: 1. ‘seisachtheia’ = afschudding v/d schulden (schulden kwijtgescholden, slaven vrij of teruggekocht uit buitenland) 2. geen slavernij meer om schuld te betalen 3. burgerij in 4 vermogensklassen verdeeld: bezit doorslaggevende factor voor politieke invloed 4. positie van ekklesia versterkt: zij koos voortaan de hoogste magistraten, de archonten en ekklesia ging als rechtbank fungeren - Problemen niet voorbij Tirannen: Pisistratus, Hippias, Hipparchus - 546 v. Chr.: Pisistratus doet staatsgreep - Tamelijk mild regime had hij: wetgeving Solon bleef bestaan, kleine boeren met geen land (meer) gesteund met leningen en grond, reorganisatie religieuze feesten (Panathenaeën + Dionysia), bouwactiviteiten (werkgelegenheid), wijn- en olijfbouw + export olijfolie tot ontwikkeling - 528: Hippias + Hipparchus volgen hun vader op - 514: Hipparchus vermoord door Harmodius + Aristogiton - 510: Hippias’ regering viel door militaire steun van Spartanen aan aristocratische oppositie Democratie - Cleisthenes, lid van oudste adellijke Atheense families, aan de macht -> grondlegger democratie - Doordat zelfbewustzijn van demos onder turannis was gegroeid gaf hij aan demos politieke macht - 508/7: Attica in tien phylen (districten) verdeeld, uit elke phyle 50 mannen (door loting) voor zitting in Boule - Loting bedoeld om invloed van omkoperij en demagogie tegen te gaan - Boule: dagelijks bestuur en bereidde voorstellen voor ekklesias voor Sparta in Archaïsche tijd Militaire staat - Spartanen: Doriërs die zich aan einde Myceense beschaving gevestigd hadden in Griekenl. - Oorspronkelijke bewoners tot horigen gemaakt - 3 groepen in Sparta: 1. ‘echte’ Spartanen (Spartiaten) met burgerrecht 2. Perioiken (omwonenden) geen burgerrecht + alleen in eigen steden autonoom 3. Heloten: onderworpen bevolking - Op 7 jaar jongens verder door Staat opgevoed tot geharde soldaten

Bestuur - Leiding bij Gerousia, raad van 28 mannen van minstens 60 jr. - 2 koningen, weinig politieke macht. Taak: leger aanvoeren in oorlogstijd - Apella: volksvergadering – weinig invloed - Ephoren (Opzichters), gekozen door Apella toot dagelijks bestuur - Monarchie vertegenwoordigd door 2 koningen, aristocratie door Gerousia en democratie door Apella en Ephoren -> mengconstitutie Grieken in Klein-Azië - Griekse steden in Jonië in Archaïsche tijd voorsprong op steden in Griekenland - Steden stonden in bloei in late 7e en 6e eeuw voor Chr., door contacten met achterland (voornamelijk Lydië) en overzeese handel - Op cultureel gebied voorsprong - Eerste helft 6e eeuw: Griekse steden onderworpen door Lydiërs (voltooid in 560): niet drukkend, alleen soldaten leveren in oorlogstijd - 547: Cyrus (eerste Perzische koning) versloeg Lydische Croesus. Zo Lydië (en Griekse steden) ingelijfd bij Perz. Rijk: Grieken belasting betalen en geregeerd door tirannen - 500 tot 494 v. Chr.: Jonische Opstand -> verloren in zeeslag en Milete verwoest - Perzische koning Darius was boos op Atheners, die Joniërs geholpen hadden in strijd tegen Perzen – Grieken overwonnen Klassieke periode: 500-323 v. Chr. Perzische Oorlogen: 490-480 v. Chr. - 490 v. Chr.: Darius aanval op Grieken (m.n. Athene). Perzen hadden vloot bij Marathon, verslagen door Atheners o.l.v. Miltiades - 480: Xerxes (zoon Darius) trok met groot leger over Hellespont en ook vloot voer mee om Griekenland vanuit noorden aan te vallen - Meeste Griekse poleis samenwerken. Themistocles initiatief genomen bouwen vloot - Grieken probeerden Perzen tegen te houden bij Thermophylae (bergpas MiddenGriekenland) -> mislukte - Attica en Athene onbeschermd: Atheners evacueerden mensen + vee naar eiland Salamis - Athene door Xerxes verwoest - In baai van Salamis Perzische vloot (o.l.v. Themistocles) verslagen - 479: Bij Plataeae Perzische landleger verslagen Athene in hoofdrol - Attisch-Delische Zeebond opgericht na strijd Perzen en Jonische steden bevrijd - 464: opstand Heloten in Messenië -> na 4 jr. onderdrukt - 461: oorlog Sparta-Athene - 449: Perzen erkenden vrijheid Jonische steden en vrede getekend - 446: vrede met Sparta - 446-431 v. Chr. Atheense bloei (politiek en militair, economisch, cultureel opzicht) Peloponnesische Oorlog: 431-404 v. Chr.

- 431: Peloponnesische oorlog, hele Griekse wereld erin betrokken. Spartanen: landleger, Athene: zee - 431: Spartanen Attica binnen -> richtten grote schade aan landbouw aan. Bevolking bijeengebracht binnen de ‘lange muren’ (rond gebied Athene en haven Piraeus) - 429: Pericles stierf door pestepidemie binnen muren - 421: vrede gesloten - 415: Alcibiades bewoog Atheners voor militaire expeditie naar Sicilië - Alcibiades naar Sparta; haalde Spartanen over Syracuse (door Atheners belegerd) te hulp te komen - 413 - Spartanen (o.l.v. Alcibiades) bezetten fort Decelea en ondermijnden van daar de Attische land- en mijnbouw - Spartanen zochten contact met Perzen: kregen financiële steun - 405: Slag bij Aigospotamoi aan de Hellespont: Atheners verslagen (door Spartaanse admiraal Lysander) - Attisch-Delische Zeebond opgeheven, lange muren afgebroken, democratie afgeschaft - Pro-Spartaans bewind ervoor in de plaats, Athene leidende positie verloren Ondergang van de vrije stadstaten: 404-338 v. Chr. - Na 404 geen van de poleis kon Grieken tot eenheid brengen. Sparta te weinig soldaten voor leidende positie - Na een jaar oligargisch bewind Sparta omvergeworpen door Athene: Athene werd belangrijkste economische en culturele centrum van Griekenland - Thebe kwam op - De Perzen steunden dan weer Athene, dan weer Sparta en kregen Griekse steden aan Jonische kust weer onder heerschappij - 371: slag bij Leuctra. Spartaanse leger door Thebanen olv Epaminondas verslagen, Heloten in Messenië bevrijd door Thebanen - 362: Epaminondas overlijdt - Macedonië (geregeerd door koningen) met koning Philippus 1. moderniseerde leger 2. maakte zich meester van goudmijnen in Thracië 3 onderworp Griekenl. binnen enkele jaren - 338 v. Chr. slag bij Chaeronea: Philippus versloeg Ahteners + Thebanen en richtte Corinthische Bond op. Vrije poleis waren voorbij - 336: Philippus vermoord Alexander de Grote en de tijd van de Hellenistische rijken Alexanders wereldrijk - Koning Philippus opgevolgd door zoon Alexander, die wereldrijk van Balkan tot Indus stichtte - 334: Alexander naar Klein-Azië: versloeg leger van Perzische stadhouders en jaar later Perzische hoofdmacht o.l.v. Darius III - Phoenicië en Egypte veroverd - 331: slag bij Gaugamela: overwinning op Perzen - 325: hij stond aan Indus, maar soldaten van Alexander weigerden verder te gaan - 324: keerde terug naar Babylon en overleed jaar later (33 jr oud) Tijd van Hellenisme

- Bijna gelijk na dood Alexander rijk uiteen; machtsstrijd tussen generaals (zij waren diadochen = opvolgers Alexander) - Er ontstonden enkele rijken, belangrijkste: · Ptolemaeënrijk in Egypte, gesticht door Ptomelaeus I; · Seleucidenrijk in Azië, gesticht door Seleucus I; · Macedonië, gesticht door Antigonus; feitelijk ook Griekenland onder Mac. invl.sfeer · Koninkrijk Pergamum (losgemaakt rond 260 in Westen Kl.-Azië onder Attalus I van Seleucidenrijk) - Tot rond 200 v. Chr evenwicht tussen deze rijken - Stadsstaten vervangen door koninkrijken (poleis bestonden nog wel, niet meer vrij) - Hellenisme: periode na dood van Alexander, vermenging Gr. Cultuur + oosterse - Griekse taal in Hellenistische rijken; in Kl.-Azië + paar grote steden: spreektaal Ondergang Hellenistische rijken - Rond 200 v. Chr. Romeinen aandacht op Hellenistische rijken - 146: heel Macedonië en Griekenland bij Rom. Rijk ingelijfd - Resten van rijk Seleuciden in 64 v. Chr. door Pompeius aan Syria (Rom. provincie) toegevoegd - 30 v. Chr.: Egypte, rijk Ptolemaeën, verloor onafhankelijkheid - Jaar daarvoor Antonius + Cleopatra verslagen door Octavianus

ROME Koningstijd: 753-509 v. Chr. - Heuvels Palatinus, Quirinalis en Esquilinus in 9e eeuw v. Chr. al bewoond - 1e koning : Romulus, 2e koning : Numa. – veel gedaan op gebied bestuur en religie van nieuwe stad - 3 laatste koningen waarschijnlijk Etrusken (hoogstaand volk) - Afwateringskanaal (Cloaca maxima) legde moeras tussen heuvels droog voor Forum Romanum - Etrusca disciplina: kunst van het voorspellen van toekomst (door Etrusken geleerd) Eerste fase v/d republiek: ca. 500-270 v. Chr. Standenstrijd + onderwerping Italië - Tegen 500 v. Chr. Tarquinius Superbus (wrede tiran) verdreven door Romeinen + van Etrusken bevrijd - Republiek begon: Macht koning overgenomen door 2 consuls, grootste politieke macht in handen van ‘de Raad van Ouden’ (senaat) -> daarin hoofden aanzienl. fam. - Standenstrijd patriciërs-plebejers. Patriciërs: bezaten grond, bestuur + rechtspraak - Rijke plebejers eisten invloed op bestuur van de staat, soms daaraan toegegeven, nl.: · 494 v. Chr. instituut v/d volkstribunen ingesteld: functionarissen recht veto over maatregelen van consuls en andere magistraten · 450 bestaande gewoonterecht vastgelegd in ‘wetten van de twaalf tafelen’ -> halt roepen willekeur (patricische) rechters · 367 een van de twee consuls moest plebejer zijn · 287: lex Hortensia: besluiten vergadering plebejers kregen kracht van wet en werden bindend voor hele volk -> einde standenstrijd

Machtsverhoudingen - Formeel gezien meeste macht bij volksvergadering (manlijke burgers): kozen bestuurders + namen besluit over wetsvoorstellen van magistraten - Macht magistraten beperkt door slechts 1 jaar in functie + minstens 1 collega - Senaat werkelijke macht - Clientela-systeem: stond veranderingen in de wseg - Senatoren: patroni. Volk: clientes. Clientes ontvingen materiële steun van patroni, maar moesten patronus bij verkiezingen steunen - Uit patricische en rijke plebejische families: nobiles (aanzienlijken) - Jaarlijks magistraten gekozen. Van laag naar hoog deze ambten: Magistraten Aantal Functies Quaestoren 2, later 8, nog later 20 Beheer staatsfinanciën Aedilen 4 Politie + brandweer, toezicht op markt + korenvoorziening, organisatie van spelen Praetoren 2, later 4, nog later 8 Rechtspraak; bestuur provincies (als propraetoren) Consuls 2 Opperbevel leger; openb. Orde,; algemeen bestuur; bestuur provincies (als proconsuls) Censoren 2 (om de 5 jaar; ambtstermijn: 1,5 jaar) volkstelling + indeling van vermogensklassen; aanvulling v/d senaat tot 300 leden; aanbesteding van openbare bouwprojecten Strijd om macht in Italië - Gedurende eerste eeuwen: Romeinen moesten onafhankelijkheid veiligstellen tegen omringende volken, m.n. Latijnse steden en volksstammen van Aequi, Volsci en Samnieten - 386: Rome verwoest door inval Gallische stammen - Begin 3e eeuw: Romeinen heer en meester over vasteland Italië ten zuiden van de Po - 270: Griekse steden in het zuiden onderworpen door Rom. - Over bleven: Rome en Carthago (rijke en machtige handelsstad kust N-Afrika) Romeinen veroveren Middelandse-Zeegebied: ca. 270-133 v. Chr. Rome en Carthago: strijd tussen grootmachten: 264-146 - Oorlogen Romeinen-Carthagers: Punische Oorlogen( 264-241, 218-201, 149-146) - Carthagers (Puniërs) verloren 1e oorlog o.l.v. Hamilcar Barcas -> Sicilië wordt bezit Romeinen, later Sardinië + Corsica. Carthagers veroveren grote delen Spanje: zilvermijnen daar en werving huurlingen voor Carthaagse leger - 218 2e Punische oorlog o.l.v. Hannibal (zoon v. Barcas) door onbetrouwbaarheid Carthagers (spreekwoord geworden: Punica fides) - Hannibal met leger (ook olifanten erin) trok Alpen over en viel N-Italië binnen - 216: Hannibal leverde verpletterende nederlaag bij Cannae - Sommige Romeinen liepen over naar Hannibal - Hannibal niet goed bevoorraad doordat Rom. vloot zeeën rond Italië beheerste - 206/207: Romeinse veldheer P. Cornelius Scipio maakt definitief einde aan Carthaagse dreiging vanuit Spanje en trok in 204 naar Afrika met leger - 202: Hannibal door Scipio bij Zama verslagen; Scipio kreeg eretitel Africanus - 201: vrede getekend: Carthago verloor al haar buitengewesten, oorlogsvloot, moest grote

schatting betalen - Oorzaak 3e Punische Oorlog: angst voor Carthago - Scipio Aemilianus (adoptief kleinzoon van Scipio Africanus) vernietigde stad Carthago; overlevenden (50000) als slaven verkocht en Africa aan Rom. Rijk toegevoegd. Rome en Hellenistische wereld - 214: Macedonische koning Philippus V ging coalitie aan met Hannibal – begin militaire confrontatie - In eerste helft 2e eeuw door 4 Macedonische oorlogen: Macedonië bij Rom. Rijk ingelijfd - 133: door koning Attalus III werd Pergamum per testament geschonken: werd provincie Asia - Rom. namen Griekse cultuur over: Romeinen kwamen als bestuurders of militaire leiders in Hellenistische gebieden, Griekse artsen + huisleraren in Rome en Gr. filosofie invloed Crisis en burgeroorlog: 133-31 v. Chr. Sociale omwentelingen - Voor oorlog met Hannibal: Romeinse boeren produceerden voor eigen gebruik. - Na oorlog: veel boeren leven verloren, landerijen verwoest door Hannibal - Verlaten boerderijen in handen van rijke senatoren en equites (ridders, 2e stand Rom. burgerij) -> zo steeds meer in handen grootgrondbezitters - In Rome vormde bezitloos stadsproletariaat (kon wegens armoede geen deel uitmaken Rom. leger) - Clientes (bezitloze burgers) onder bescherming rijke patroni in ruil voor politieke steun Hervormingsvoorstellen - 133-121: Gebroeders Tiberius en Gaius Gracchus kwamen met voorstellen tot hervorming. Zij wilden: 1. grootgrondbezit beperken 2. vrijkomende land verdelen over proletariërs - Daartegen was grootste deel senatorenstand: 1. materieel bezit bedreigd 2. vreesden aantasting van macht senaat ten gunste van de volksvergadering - 2 stromingen: populares, in voetsporen v/d Gracchen – wendden voorstellen tot volksvergadering optimates: via senaat werkten zij Burgeroorlog - Eind 2e eeuw: de popularis Marius voerde legerhervorming door en nam proletariërs tegen betaling op in legioenen. Loyaliteit (= trouw aan verplichting of bintenis) soldaten ging 1e plaats uit naar generaals i.p.v. senaat - 88-87: Senaat belastte de optimaat Sulla met commando van militaire operatie in oosten. Volksvergadering kende dit commando aan Marius toe. Sulla won. - 82: Sulla werd dictator -> zorgde voor aant. Wettelijke maatr. Positie optimaten versterken - 79 Sulla trad vrijwillig terug - 49: Nieuwe burgeroorlog: machtsstrijd Caesar-Pompeius. Aan kant Pompeius: senaat. Aan kant Caesar: populares. Pompeius dood. Caesar alleenheerser - 44 (maart): Caesar vermoord door groep senatoren olv Brutus en Cassius

Einde Republiek - 43: Caesar-partij olv Marcus Antonius, C. Octavianus (achterneef Caesar, geadopteerd) en generaal Lepidus -> wilden orde staat herstellen - 42: slag bij Philippi: moordenaars Caesar verslagen en Antonius ging orde op zaken stellen in oosten, Octavianus in westen en Lepidus buitenspel gezet - 37: Antonius met Cleopatra in huwelijk (was al getrouwd met Octavia, zus van Octavianus) - 31: zeeslag bij Actium: Antonius en Cleopatra verslagen door Octavianus. Octavianus ging Rom. rijk regeren -> Republiek ten einde Eerste eeuwen keizertijd – Augustes, 1e keizer Rom. rijk: 27 v. Chr.-14 n. Chr. - Octavianus kreeg gezag (auctoritas) door einde maken aan burgeroorlogen en wilde vrede + herstel - Noemde zich Divi filius (de zoon van een god) en gens Iulia had stammoeder godin Venus - 27 v. Chr. Octavianus krijgt titel Augustus (de Verhevene) en bevoegdheden vastgesteld + bekrachtigd door senaat - Augustus gebruikte titel princeps - Was trots in zijn Res Gestae (verslag van zijn daden) - Zorgde overal voor vrede: Pax Augusta Vanaf nu zijn jaartallen na Chr. tenzij anders vermeld! - 14 n. Chr.: Augustus stierf Culturele bloei onder bewind Augustus - Augustus wilde ook virtutes (oude Rom. deugden) doen herleven en belang van godsdienst (bouwde ook tempel voor Divus Iulius (vergoddelijkte Julius Caesar)) - Bloei van kunst en literatuur. Dichters door steun van Maecenas (naaste medewerker keizer) vrijgesteld om zich geheel aan poëzie te wijden - Dichters: Vergilius, Horatius. Ook schreef Livius in 142 boeken geschiedenis Rome (Ab Urbe Condita) - In architectuur + beeldhouwkunst: machtsvertoon, b.v. Ara Pacis Augustae (9 v. Chr.) Augustus’ opvolgers: het Julisch-Claudische huis: 14-68 - Stiefzoon Tiberius volgde Augustus op (14-37): zijn verhouding met senaat gespannen - Opgevolgd door achterneef Caligula (37-41): despoot, werd vermoord - Opgevolgd door oom Claudius (41-54): werd geestelijk niet helemaal volwaardig beschouwd; voegde Brittania aan rijk toe; had slechte verhouding met senaat; veroordeelde in 48 zijn vrouw Messalini ter dood (zij had verhouding met aristocraat en wilde hem vermoorden); trouwde met nicht Agrippina (bracht zoon mee uit vorig huwelijk: Nero); werd vergiftigd door Agrippina (voor het geval hij eigen zoon als opvolger zou aanwijzen) - Opvolger Nero (54-68): was 16 jr.; eerste 5 jr. van bewind door adviseurs uitgeoefend (b.v. filosoof Seneca); liet in 59 moeder Agrippina vermoorden; liet reeks processen wegens majesteitsschennis voeren om eigendommen veroordeelden te krijgen; bouwde kolossaal paleis na enorme brand Rome in 64; bracht Seneca ter dood (beschuldiging complot tegen hem); in 68 keerden legers en keizerlijke garde zich tegen hem. Galba, gouverneur van een van de provincies in Spanje werd keizer Vierkeizerjaar: 68-69

- Galba aan macht gekomen door keizerlijke garde (praetorianen) - Otho liet Galba doden en steun praetorianen en werd keizer - Otho in N-Italië verslagen -> zelfmoord - Opgevolgd door Vespasianus Flavische dynastie: 69-98 - Titus Flavius Verspasianus (69-79) zorgde voor: rust, financiën op orde, o.a. Colosseum gebouwd - Opgevolgd door zonen Titus (79-81) en Domitianus (81-96) - Domitianus vermoord door groep samenzweerders o.l.v. zijn vrouw + 2 officieren keizerlijke garde - Opgevolgd door Nerva (96-98) Adoptiekeizers: 98-192 - In 2e eeuw opvolging door adoptie - (geadopteerde dus) Trajanus (98-117): bekwaam en energiek; Rome grootste omvang onder hem - Opvolgers: Hadrianus (117-138), Antoninus Pius (138-161) en Marcus Aurelius (161-180) - Opvolger (nu zoon van Aurelius) Commodus (180-192) : slecht keizer ; in 192 vermoord Late keizertijd: 193-476 – 3e eeuw: dynastie v/d Severi en soldatenkeizers - Opvolger Commodus: Septimius Severus - Toenemende druk op grenzen, vooral kant Germanen - 235: uitsterven dynastie (= regerende familie) alles mis: aan grenzen oorlog, economie hard achteruit en geen algemeen erkende machthebber meer -> soldatenkeizers (keizers die alleen op legers steunden) - Uiteindelijk kwam aan einde van de eeuw Diocletianus (284-305): vergaande bestuurlijke + economische hervormingen -> Rom. rijk gesplitst in westelijk + oostelijk deel 4e + 5e eeuw: christendom, volksverhuizingen en val West-Romeinse rijk - Begin 4e eeuw: Constantinus keizer (naam werd: Constantijn de Grote (306-337)): christelijke keizer - 313: Edict van Milaan: christendom zelfde rechten als andere godsdiensten - 380: Christendom tot staatsgodsdienst verheven -> andere religies verboden + bestreden - Christendom meer aanhangers en beginnende volksverhuizingen - 2e helft 4e eeuw: Romeinen niet meer in staat Germaanse volkeren buiten grenzen - Omstreeks 400: rijk definitief in tweeën - 476: Laatste Romeinse keizer afgezet. Odoaker (Germaan) werd koning v/d Germanen in Italië. West-Romeinse rijk ten einde - 1453: hoofdstad Oost-Romeinse rijk, Constantinopel, door Turken ingenomen

Related Documents