Deel 4 VERA
Het post-Bloomfieldiaanse structuralisme ... ten eerste descriptief ... ten tweede anti-mentalistisch ... ten derde ... ten ... derde ,,, ten derde, ten derde, ten derde! Classificerend Het post-Bloomfieldiaanse structuralisme. Moet ik dat nu echt allemaal uit het hoofd leren? Ik zie dat niet zitten. Dat is niet te doen! Waarom geef ik het niet gewoon op? Trouwens, in de vijfentwintigste eeuw hoef je dat helemaal niet meer uit het hoofd te leren! Volgens mij heeft nog nooit iemand iets nuttigs gedaan met die stomme theorie. Waarom zetten ze de oplossingen van de oefeningen niet naast de opgaven? Nee hoor! Daar heeft nog niemand aan gedacht! De opgaven staan in het ene boek en de oplossingen in het andere. Dat doen ze om het moeilijker te maken. Dat doen ze opdat je meet tijd zou verliezen en dus minder zou studeren. Zodat je resultaten slechter zijn. Handig, hoor! Heel handig! Wat doe ik hier trouwens in deze stomme eeuw? “Het post-Bloomfieldiaanse structuralisme? Om dat te begrijpen moet eerst de invloed van Bloomfield geanalyseerd worden. Wie was Bloomfield?” Als ik dat samenvat en een beetje uitleg, zal het wel goed zijn, zeker? Ik kan hem niet uitstaan Ik heb een hekel aan die man. Professor Willem Vanonder. Een belachelijke naam voor een belachelijke vent! Dat hij knap en intelligent is, ja, dat vindt hij ongetwijfeld van zichzelf Wie denkt hij wel dat hij is? Arrogant, dat is hij! En dom! Dat zo iemand aan een universiteit mag werken! Bah! Verdomme! Wat een rommel!
XAVIER
Wat een rommel? Claus, Mulisch, Wolkers, Reve, ... Kun je daar geen andere beschrijving voor vinden?
VERA
Ik kan alleen een beschrijving vinden voor het post-Bloomfieldiaanse structuralisme. En jij, kun jij misschien eens uitleggen wat je hier de hele dag zit te doen?
XAVIER
Wat ik hier de hele dag zit te doen? Dat kan ik heel goed uitleggen, ja. Als gepensioneerde, sociaal gehandicapte oude man zit ik hier thuis taal te verzamelen, Zeg! Het lijkt wel of je uitgaat. Zo netjes heb ik je nog nooit gezien.
ANTON
Ik ga werken. Ik ga mijn eerste persconferentie geven, meisje. Trouwens, het lijkt \vel of jij uitgaat.
VERA
Ik ga een mondeling examen a eggen, jongetje. En mag ik er nu effe door, alsjeblieft?
ANTON
Rustig maar. Waarom ben je zo zenuwachtig? Je hoeft helemaal niet te slagen voor dat examen, Je moet daar alleen maar taal gaan verzamelen, Als onze videocamera werkt, is dat al weer dan voldoende. Je mag rustig zakken, hoor!
VERA
Die camera zal werken en ik zal niet zakken voor dat examen!
WILLEM
Nou, ik heb hier drie vragen die o gaat beantwoorden. Geen twee, geen vier: drie. Als u op één vraag het antwoord niet weet, bent u gezakt. Maak uw uitleg niet te uitvoerig. Daar heb ik een hekel aan. Beperk u maar gewoon tot de kern van de zaak. Vertel natuurlijk ook niet te weinig, want dan kan ik u geen cijfer geven!
VERA
“Het post-Bloomfieldiaanse structuralisme? Om dat te begrijpen moet eerst de invloed van Bloomfield geanalyseerd worden, Wie was Bloomfield?”
WILLEM
Dit weet ik wel. Maar wat ik niet weet is wat het post-Bloomfieldiaanse structuralisme is. Kunt u daar eens dieper op ingaan?
VERA
Geen probleem. We gaan dieper in op het post-Bloomfieldiaanse structuralisme. Het post-Bloomfieldiaanse structuralisme heeft vijf belangrijke kenmerken: het is ten eerste descriptief ten twee anti-mentalistisch, ten derde …
WILLEM
Ten derde?
VERA
Wel
WILLEM
Wel ... juffrouw Vanboven?
WERA
Wel ... ten derde Clas-si-fi-ce-rend. Ten vierde
WILLEM
Dank u ‘vel, juffrouw.
VERA
Was dat beperkt genoeg of was het toch nog een beetje te uitvoerig?
WILLEM
Euh ... Dat is wel een zeer directe vraag. Euh ... Het was beperkt genoeg en zeker nier te uitvoerig.
VERA
Oef? U hebt toch geen hekel aan directe vragen hè, professor Vanonder?