De man met de koffer Het was een hete namiddag. Op de net schoongemaakte tafel werd een stuk appeltaart neergezet door een serveerster van ongeveer vierendertig jaar oud. De man voor wie de appeltaart werd neergezet kijkt uit het raam en overziet heel New York. De man zat in het Vrijheidsbeeld, helemaal bovenin in het restaurant. Hij bezag de hoge gebouwen die in hun spiegelglas het zonlicht weerkaatsen. Hij keek naar beneden. Beneden liep een man. Hij had, ondanks het warme weer een lange grijs/beige jas aan. Hij liep met een zwart koffertje in zijn hand en zijn ogen zijn bedekt door een zwarte zonnebril. ‘’Kon hij niets iets minder opvallends aantrekken?,’’zei de man die boven in het restaurant zat tegen zichzelf,’’het lijkt wel of hij net uit een James Bond film komt lopen. Ik heb nog gezegd dat hij zich zo onopvallend mogelijk moest kleden.’’ Ineens klonken de belletjes die rinkelden als de lift omhoog kwam. De man nam nog twee happen van zijn appelpunt en de liftdeuren gingen open. De man met de grijze jas kwam de lift uitgelopen en liep recht op de tafel af. Een paar mensen keken hem na, maar richtten toen hun aandacht weer op de televisie waar net een spannende voetbalwedstrijd te zien was. De man zette de koffer neer onder de tafel en zei geen woord. Het leek wel of de twee elkaar niet kenden. De man riep een serveerster een bestelde een warme chocomelk met slagroom. De andere man pakte de koffer en bracht het schoteltje van zijn taart naar de bar. Toen verliet hij het Vrijheidsbeeld. De andere man zat op dat moment nog boven in de top van het Vrijheidsbeeld en zag zijn compagnon, Earl Masters, vertrekken. Earl Masters werd door zijn handlangers vaak De Meester genoemd. Hij leidde vaak criminele operaties en stond aan het hoofd van de maffia uit Chinatown, het Chinese gedeelte van New York. Deze operatie om het wapen over te dragen was gelukt. Het wapen dat in het koffertje zat, waarmee De Meester nu over straat liep, was een politiewapen, een Walther P5. De overval op een plaatselijke bank was al gepland en de grote meeting was vanavond. Morgen om klokslag vijf uur zou de bank open gaan en zouden ze binnen stormen. Voor de bewakingscamera’s werd gezorgd door Feloci Maze. Een bewaker van de bank, die bij het plan hoorde. Op het hoofdbureau in West New York rinkelde de telefoon op het bureau van rechercheur Dan(spreek uit als: den). Hij nam haastig op terwijl hij per ongeluk de foto van zijn gezin van het bureau stortte(en de fotolijst in ongeveer vijftig kleine stukjes brak). ‘’Met rechercheur Den Flinswood, New York politie,’’zei hij in de hoorn. Door de hoorn klonk een gehaaste vrouwenstem. ‘’Morgenochtend, vijf uur,’’de lijn kraakte erg en daardoor vielen er soms stiltes van ruis,’’Easten back…Chinatown…Ber…ing.’’ Toen werd de verbinding gebroken. ‘’Wat was jij aan het doen?,’’vroeg De Meester kil, terwijl hij een 747 tegen het hoofd van de bardame plaatste. Ze liet hij telefoon zakken en staarde hem aan. Hij greep haar hard bij haar haren en trok haar mee naar de bende gangsters uit de kroeg. ‘’Jongens, we hebben ons lek,’’zei De Meester, terwijl de rest stil werd en naar de hulpeloze bardame keken. Hij bewoog zijn duim richting de trekker. Ineens werd hij vanachter neergeslagen. Terwijl De Meester op de grond viel en de bardame bezweek onder zijn gewicht en wankelde, kwamen er van alle kanten, horde ME’ers binnen. Ze hielden de gangsterbende onder schot en dreven ze naar buiten, richting de zwarte bussen die waren opgesteld om de gangsterbende te vervoeren naar hun cel. ‘’Bedankt dat U net op tijd kwam,’’zei de bardame tegen rechercheur Dan. Hij kreeg een arrogante grimas op zijn gezicht. ‘’Dat is nou eenmaal mijn werk.’’
‘’Hoe wist U dat ik hier was?,’’vroeg ze enigszins verbaasd, omdat ze haar locatie niet had doorgegeven. ‘’Daar hebben wij traceer apparatuur voor. We weten dus waar vandaan wordt gebeld.’’ ‘’Oké,’’zei de bardame en ze pakte een paar glazen op en zette ze op de bar. Rechercheur Dan liep naar buiten. Hij gaf zijn mannen het bevel:’’Bevrijd ze op de afgesproken plaats. Het is over een paar uur tijd voor de overval.’’ De Meester liep op rechercheur Dan af. Naast hem liep Feloci Maze. ‘’Goed zo,’’zei De Meester, terwijl hij een schouderklopje aan Dan gaf. Feloci deed hetzelfde. ‘’Nu het wapen nog,’’zei Dan, terwijl hij van de één naar de ander keek. ‘’Dat ligt in het busje,’’zei De Meester snel,’’gelukkig heb je nu je politiekloffie aan in plaats van die lange grijze jas, in het Vrijheidsbeeld.’’ ‘’Ja. Maar ik moet nog langs mijn huis voor zwarte kleding. Ik zie je om vijf uur, bij de afgesproken plaats.’’ De wagens reden weg, terwijl rechercheur Dan in zijn auto stapte. De operatie kon niet misgaan, De Meester en hij zouden niet gepakt worden. Ineens verscheen de bardame bij zijn auto. ‘’U bent nog wat vergeten,’’zei ze, terwijl ze met zijn portemonnee wapperde. Hij voelde in zijn zak. Haalde er een wapen uit. Hij nam het paspoort aan en schoot de barvrouw recht in haar voorhoofd. Toen reed hij weg van de parkeerplaats.