Steunpunt Scouting Limburg v o rd e r i n g e n s t a a t b
Invullen door regio- of steunpunttrainer Houder van deze vorderingenstaat heeft deelgenomen aan onderstaande training waarin de aan de binnenzijde vermelde eindtermen zijn behandeld. groepsnummer training datum naam trainer
naam groep plaats groep
invullen door groepscontactpersoon
lidnummer
deelname stage s.v.p. aankruisen Deelnemer wordt geacht te voldoen aan de eisen zoals gesteld aan de stage (zie leesmap basisperiode). Deelnemer is vrijstelling verleend voor het volgen van de stage: Naam Functie Handtekening
naam houder adres houder pc/Woonplaats geboortedatum telefoonnummer e-mail adres speltak
in te vullen door de groepscontactpersoon Indien vrijstelling voor stage Reden vrijstelling invullen door groepscontactpersoon
aanmelding training c
aan het eind van de instructieperiode/opleiding is op datum voldaan aan (aantal of "alle") eindtermen
ondergetekende verleent hierbij toestemming voor deelname en meldt houder aan voor de hieronder vermelde training c dit is geconstateerd door functie naam datum training c speltak handtekening
naam functie groep
versie 2005-01
handtekening deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door
nummer
beschrijving eindterm
b01
nummer
beschrijving eindterm
De deelnemer kan, op basis van spelvisie en leeftijdskenmerken, verklaren hoe de scoutingprogramma's hun vorm hebben gekregen
b10
de deelnemer kan 5 Scouting hulpmiddelen beschrijven en aantoonbaar hanteren.
b02
de deelnemer kan demonstreren op welke momenten tijdens de voorbereiding van een spel of activiteitonderdeel hulpmiddelen als bijvoorbeeld een werkboek, een speltak specifieke spelmap of een algemene spelmap.
b11
de deelnemer kan verschillende methodes benoemen om een willekeurig jeugdlid te stimuleren nieuwe programma-ideeën te geven in een willekeurige, gegeven, situatie.
b12 b03
de deelnemer kan de 2 essentiële verschillen tussen vrij spelen en geleid spelen benoemen en uitleggen.
de deelnemer kan met betrekking tot de verschillen tussen korteen lange termijn planning, de voor- en nadelen van deze verschillen aangeven.
b04
de deelnemer kan aantoonbaar een willekeurig thema verwerken in een spel of activiteit.
b13
b05
De deelnemer kan standaardceremoniën uitvoeren en hierop toepassingen maken.
de deelnemer kan met betrekking tot de activiteitkeuze uit de verschillende activiteitengebieden, aantoonbaar een lange termijn planning maken waarin de veelzijdigheid van dat aanbod tot uiting komt.
b14 b06
De deelnemer kan ten aanzien van de productie van een jaarprogramma een jaarprogramma voorbereiden en presenteren; benoemen welke factoren van invloed zijn op de inhoud van het jaarprogramma en hierbij onderscheid maken tussen tegenwerkende- en meewerkende factoren. Weet dat factor progressie bevraagd wordt bij B12; beschrijven welk proces gemoeid is met de totstandkoming van het jaarprogramma
de deelnemer kan een thema of project (dit, naar keuze) en plaats geven binnen een lange termijn en dit als zodanig aantoonbaar presenteren.
b15
de deelnemer kan met betrekking tot de ontwikkeling van de betrokken jeudleden aantoonbaar, in een lange termijn planning, progressie aanbrengen.
b16
de deelnemer kan aangeven welke aandachts- en observatiepunten er zijn om te bepalen wat de spelinteresse is van de betrokken jeugdleden.
b17
de deelnemer kan aangeven welke aandachts- en observatiepunten er zijn om te bepalen wat de spelinteresse is van de betrokken jeugdleden.
b07
b08
b09
datum
paraaf
De deelnemer heeft enig inzicht in de achtergronden, analyse en aanpak van probleemgedrag De deelnemer kan beschrijven wat verantwoordelijkheid dragen als leid(st)er van Scouting Nederland inhoudt en voorts beschrijven te opzichte van wie deze verantwoordelijkheid gedragen wordt de deelnemer (m.u.v. Beverleiding) kan scoutingtechnieken en vaardigheden in een spel verwerken.
opmerkingen
datum
paraaf