KaHo Sint-Lieven Bachelor in het Onderwijs: Lager Onderwijs Stagecoördinatie: Lieve Heylen Campus WAAS Hospitaalstraat 23, 9100 Sint-Niklaas Tel.: 03 780 89 04 Fax: 03 780 89 03 E-mail:
[email protected]
LESVOORBEREIDING 2 LO Student(e): Tine Van Acker
Stageschool: Berkenboom Heistraat
Klas 2 LO: B
Stageklas: 3B
Vaklector: Mevr. Jacobs
Mentor: juf Marina
Stagelector: Mevr. Delaruelle
Datum stageles: maandag 20 oktober 2008 Begin- en einduur: 8.25 – 9.30
LEERGEBIED: Wiskunde
ONDERDEEL: Meten en metend rekenen
LESONDERWERP: inhoudsmaten: l, dl
10602824.doc
Academiejaar: 2008-2009
p. 1/11
Beoordeling van de lesvoorbereiding: Attitudes (verantwoordelijkheidszin, correct taalgebruik) – administratie (identificatiegegevens, lesgeven onder de juiste noemer, bronnen, bijlagen) – beginsituatie bepalen, doelstellingen kiezen en formuleren met verwijzing naar leerplan – krachtige leeromgeving uitwerken (correcte leerinhouden selecteren en leerervaringen structureren in lesfases, timing, werkvormen en organisatie bepalen; onderwijsleermiddelen uitwerken) Positieve punten:
Leerpunten:
Voorbereiding nagezien op: door mentor: volstrekt onvoldoende
lector:
onvoldoende
voldoende
Herwerking afgegeven op: aan mentor: volstrekt onvoldoende
goed
zeer goed
goed
zeer goed
lector:
onvoldoende
LEERPLANSITUERING:
ruim voldoende
voldoende
ruim voldoende
Leerplan wiskunde: MR8: Ervaren en inzien dat bij een meting van inhoud nagegaan wordt hoeveel keer de maateenheid in de te meten grootheid gaat. MR18: Referentiematen kennen en gebruiken. MR19: Resultaten van metingen lezen en noteren: a) met één maateenheid MR20: Een grootte schatten bij meetopdrachten met standaardmaateenheden en de schatting vergelijken met het meetresultaat. MR 21: De gemeten dingen sorteren of rangschikken na een meting met standaardmaateenheden MR 22: Zelfgemaakte meetinstrumenten ijken en correct gebruiken Inhoud: MR50: Weten dat het resultaat van een inhoudsmeting uitgedrukt kan worden in liter of daarvan afgeleide maateenheden en daarbij de term inhoud gebruiken. MR 51: Het metriek stelsel in verband met inhoud opbouwen en daarbij volgende maateenheden en hun symbolen lezen en gebruiken: a) de liter (l), b) de deciliter (dl) MR52: De inhoud meten van allerlei gebruiksvoorwerpen en een bepaalde inhoud afmeten.
10602824.doc
Laatst gewijzigd : dd/11/yyyy
p. 2/11
BEGINSITUATIE:
De leerlingen kennen de standaardmaateenheden ‘liter’ (l) en ‘halve liter’. Ze maakten al kennis met de deciliter en de centiliter. Er zitten 17 leerlingen in de klas.
DOELEN:
De leerlingen kunnen: 1. de symbolen dl en l correct lezen als deciliter en liter 2. vaststellen dat een liter evenveel is als tien deciliter 3. zelfgemaakte meetinstrumenten ijken en correct gebruiken: een literfles onderverdelen in deciliters 4. zich aan de afspraken houden 5. de inhoud meten van allerlei voorwerpen (likeurglas, apothekersflesje, pollepel, wijnfles, melkbrik, grote frisdrankfles) 6. de meetresultaten rubriceren 7. referentiematen gebruiken
DIDACTISCH MATERIAAL:
•
Medailles met taakverdeling: materiaalmeester (5), schatter (5), meter (5), verslaggever (5)
•
bord, wit krijt
•
maatbeker waarop zowel l als dl is aangeduid
•
plastic bekertje (met aanduiding van 1dl)
•
plastic fles (met aanduiding van 1l)
•
4 emmers gevuld met water
•
4 dweilen
•
4 bekertjes (met aanduiding 1 dl)
•
4 plastic 1l flessen met strook op
•
4 trechters
•
4 stiften
•
21 werkbundels
•
2 likeurglazen
•
2 apothekersflesjes
•
2 pollepels
•
2 wijnflessen
•
2 dozen
•
2 grote frisdrankflessen
•
Handleiding Nieuwe Tal-rijk 3a, p. 180-182
•
Werkboek Nieuwe Tal-Rijk 3a, p. 40
BRONNEN:
AANTAL BIJLAGEN:
10602824.doc
1. 2. 3. 4.
werkbundel: inhoud: liter en deciliter correctiesleutel werkbundel handleiding Nieuwe Talrijk 3A, p.180-182 werkboek Nieuwe Talrijk 3A, p.40
Laatst gewijzigd : dd/11/yyyy
p. 3/11
TIJD
DL. NR.
LESFASE - LEERINHOUD
DIDACTISCHE WERKVORMEN INTERACTIE-IMPULSEN
LEERACTIVITEITEN
LEERMIDDELEN
Fase 1: Inleiding 8.30
Ingrediënten: 100g bloem 15 g kristalsuiker 1 ei 2 dl melk 30 g boter
1
Ingrediënten zijn de dingen die je nodig hebt om een gerecht te maken dl = de afkorting voor deciliter Een deciliter is kleiner dan een liter.
8.35
2
10602824.doc
Of: vragen: hoeveel keer kan een dl in een l? maar is dan wel niet inzichtelijk onderbouwd, nu wel, want ze zien het bekertje en ze zien de fles.
Lkr: Gisteren wou ik ’s avonds lekkere boterhammetjes maken, maar plots merkte ik dat ik geen boterhammetjes meer had. Lkr: Gelukkig vond ik nog eieren, bloem, olie en melk in de kast, zodat ik pannenkoeken kon maken! Lkr: Ik wist niet vanbuiten hoeveel ik van alles nodig had, dus keek ik in mijn kookboek, en daar vond ik het volgende recept. Lkr toont bordschema
Lln luisteren
Vs: Wat zijn ingrediënten? Vs: in het recept staat dat ik 2 “dl” melk en 1 dl olie nodig heb. Wat is dat een dl? Lkr vult bordschema aan Vs: Is een dl groter of kleiner dan een liter? Lkr: We gaan dat eens controleren. Lkr toont op een maatbeker het streepje dat één deciliter en één liter aanduidt.
Lln antwoorden
Lkr: We gaan eens kijken hoeveel keer een deciliter in een liter kan. Als dit bekertje gevuld is tot de streep, zit er 1 dl in. Als deze fles gevuld is tot de streep, zit er 1 liter in. OG: Schat eens hoeveel keer de inhoud van het bekertje in de inhoud van de fles kan. Lkr: We gaan controleren. Laatst gewijzigd: 25-11-yyyy
Lln vertellen ervaringen
Lln luisteren
Bord, wit krijt, kleurkrijt
Bord, wit krijt
Lln kijken naar de aangeduide dl en l. Maatbeker waarop zowel l als dl is aangeduid Lln luisteren
Lln schatten.
Plastic bekertje (met aanduiding van 1 dl), plastic fles van 1l (met aanduiding van 1l) Emmer om water p. 4/11
TIJD
DL. NR.
LESFASE - LEERINHOUD
Inhoud van de beker kan 10 keer in de inhoud van de fles 1 deciliter kan 10 keer in 1 liter 1 l = 10 dl
DIDACTISCHE WERKVORMEN INTERACTIE-IMPULSEN
Lkr duidt één ll aan die het bekertje mag vullen tot de rand en de inhoud van het bekertje mag overgieten in de fles. Deze ll zet ook telkens na een bekertje te hebben overgegoten een streepje op de fles tot waar het waterniveau komt Lkr duidt een andere ll aan die de fles en de trechter tegenhoudt.. OG: De andere lln kijken goed en tellen hoeveel keer de inhoud van het bekertje, of 1 deciliter, in de inhoud van onze fles, of in 1 liter, kan. Lkr: Nu hebben we onze eigen maatbeker gemaakt. VS: Hoeveel keer kan de inhoud van onze beker in de inhoud van onze fles? Vs: Dus hoeveel keer kan 1 deciliter in 1 liter? Lkr vult bordschema aan.
LEERACTIVITEITEN
1 ll vult het bekertje en giet de inhoud over in de literfles, en zet telkens een streepje op de fles, een andere ll houdt de fles vast.
LEERMIDDELEN
uit te scheppen, dweil op tafel, bekertje (1dl), plastic 1l fles met strook op, trechter, stift
De andere lln kijken en tellen.
Lln antwoorden
Bord, wit krijt
8.42 Fase 2: Leskern 8.42
3
10602824.doc
ijken van de eigen maatinstrumenten OG: Nu is het aan jullie. Lln luisteren Lkr verdeelt de klas in 3 groepjes van 4 en 1 groepje van 5. OG: Straks gaan jullie in jullie groepjes hetzelfde doen als wat wij hier vooraan hebben gedaan: jullie eigen maatbeker van 1 l maken. 1 iemand van jullie groep gaat het bekertje vullen tot 1dl, iemand anders houdt de fles vast, en nog iemand anders Laatst gewijzigd: 25-11-yyyy
p. 5/11
TIJD
DL. NR.
DIDACTISCHE WERKVORMEN INTERACTIE-IMPULSEN
LESFASE - LEERINHOUD
LEERACTIVITEITEN
LEERMIDDELEN
zet telkens een streepje op de fles. OG: jullie mogen naar jullie tafel gaan. 4 x dweil, 4 x emmer met water, 4 x plastic bekertje met aanduiding van een dl, 4x plastic fles met strookje erop waarop kan aangeduid worden, 4x stift, 3 x 4 medailles, en 1 x 5 medailles met taken op
Elk groepje gaat naar een tafel. Eén leerling per groepje gaan om het materiaal dat klaarligt: - een dweil op de bank - een emmer met water - een plastic bekertje met aanduiding van een dl - een plastic fles met strookje erop waarop kan aangeduid worden - een stift - vier (of vijf) medailles 8.52
OG: Laat nu het materiaal even liggen
Lln laten het materiaal liggen
Lkr geeft aan elke groep 1 werkbundel
Verschillende taken: •
• 10602824.doc
De materiaalmeester: gaat om het materiaal, helpt bij het vasthouden van het materiaal, brengt het materiaal terug De schatter:
1. groepswerk: meetoefeningen met deciliter en/of liter Lkr: Jullie gaan straks 6 oefeningen moeten uitvoeren. Groep 1 begint bij oefening 1, groep 2 bij oefening 2, groep 3 bij oefening 3 en groep 4 bij oefening 4. Daarna doe je gewoon de volgende oefening. Per oefening heeft iedereen zijn eigen taak: er is: •
•
4 werkbundels
Lln luisteren
De materiaalmeester: gaat om het materiaal, helpt bij het vasthouden van het materiaal, brengt het materiaal terug De schatter: schat als eerste, daarna schatten de Laatst gewijzigd: 25-11-yyyy
p. 6/11
TIJD
DL. NR.
DIDACTISCHE WERKVORMEN INTERACTIE-IMPULSEN
LESFASE - LEERINHOUD
• •
schat als eerste, daarna schatten de anderen De meter: voert de opdracht uit De verslaggever:
Noteert zijn schatting en het resultaat van het meten
• •
LEERACTIVITEITEN
LEERMIDDELEN
anderen De meter: voert de opdracht uit De verslaggever:
Noteert zijn schatting en het resultaat van het meten Telkens je aan een andere oefening begint, wissel je van taak. • • • •
De materiaalmeester wordt schatter De schatter wordt de meter De meter wordt de verslaggever De verslaggever wordt materiaalmeester
Dit staat ook op jullie blaadjes, als je het vergeten bent. Lkr overloopt de eerste oefening en vraagt hoe de kinderen dit zouden oplossen.
Lln geven suggesties
4
Afspraken: - Iedereen houdt zich aan zijn eigen opdracht maar let wel goed op hoe de anderen iets doen. - Je werkt in stilte. - Je hebt respect voor het materiaal -Je morst niet met het water. -Wanneer je iets niet begrijpt, steek je je vinger omhoog. 10602824.doc
OG: Er zijn nog enkele afspraken: - Iedereen houdt zich aan zijn eigen opdracht maar let wel goed op hoe de anderen iets doen. - Je werkt in stilte. - Je hebt respect voor het materiaal -Je morst niet met het water. -Wanneer je iets niet begrijpt, steek je je vinger omhoog. - Wanneer het stopsignaal gegeven wordt, stop je onmiddellijk, leg je al het materiaal op de dweil op de tafel en doe je het water weer in de emmer.
Laatst gewijzigd: 25-11-yyyy
Lln luisteren
p. 7/11
TIJD
DL. NR.
LESFASE - LEERINHOUD
DIDACTISCHE WERKVORMEN INTERACTIE-IMPULSEN
LEERACTIVITEITEN
LEERMIDDELEN
- Wanneer het stopsignaal gegeven wordt, stop je onmiddellijk, leg je al het materiaal op de dweil op de tafel en doe je het water weer in de emmer. 8.57
5
9.15
OG: Jullie mogen beginnen.
Lln voeren opdracht uit
OG: We gaan stoppen. Doe het water weer in je emmer, leg al het materiaal achteraan in de klas, en ga op je plaats zitten.
Lln leggen het materiaal neer en gaan op hun plaats zitten.
2. klassikale bespreking meetresultaten + meetresultaten rubriceren Lkr geeft iedereen een (nieuwe) bundel. Oplossingen oefeningen: zie correctiesleutel
6
10602824.doc
Bv. oefening 1: Ik heb minder dan 1 deciliter nodig om het likeurglas te vullen. Likeurglas = in de kolom van < 1 dl
Bespreking van de opdrachten. Lkr overloopt de oefeningen (zie correctiesleutel). Van elke oefening wordt eerst het meetresultaat overlopen, en daarna wordt het voorwerp gerubriceerd in een kolom op p. 4 van de bundel. Bv. oefening 1: Vs: Hoeveel deciliter had je nodig om het likeurglas te vullen tot aan het streepje? OG: Kijk nu eens op pagina 4. In welke kolom moeten we het likeurglas dan schrijven? Lkr schrijft oplossingen van oefening p. 4 Laatst gewijzigd: 25-11-yyyy
2 Likeurglazen, 2 apothekersflesjes , 2 pollepels, 2 wijnflessen, 2 dozen, 2 grote frisdrankflessen
17 werkbundels
Lln vullen de resultaten in in hun werkbundel.
Lln antwoorden en vullen de resultaten in in hun werkbundel. Lln antwoorden en vullen de resultaten in in hun werkbundel. Bord, wit krijt
p. 8/11
TIJD
DL. NR.
LESFASE - LEERINHOUD
DIDACTISCHE WERKVORMEN INTERACTIE-IMPULSEN
LEERACTIVITEITEN
LEERMIDDELEN
mee aan bord.
Fase 3: Slot: 9.25
7
4. Referentiematen noteren 1 l = een fles limonade Een brik melk Een brik fruitsap
VS: Welk voorwerp heeft een inhoud van juist één liter? OG: Schrijf dat op. eventueel: VS: Kennen jullie nog een voorwerp met een inhoud van juist 1 liter?
Lln antwoorden Lln vullen antwoord in hun werkbundel in. Bord, wit krijt
Lkr shrijft mee op bord Bord, wit krijt 1 dl = een apothekersflesje De helft van een flesje chocomelk een wijnglaasje
Lln antwoorden VS: Welk voorwerp heeft een inhoud van juist één deciliter? OG: Schrijf dat op. Lkr schrijft mee op bord. eventueel: VS: Kennen jullie nog een voorwerp met een inhoud van juist 1 deciliter? VS: Weten jullie hoeveel deciliter er in een flesje chocomelk kunnen? Lkr toont flesje Lkr: Dus 1 deciliter is de helft van een flesje chocomelk. OG: Schrijf dat ook op. Lkr schrijft mee op bord.
Lln vullen antwoord in hun werkbundel in.
Lln antwoorden
Lln luisteren Lln vullen hun werkbundel in
9.30 10602824.doc
Laatst gewijzigd: 25-11-yyyy
p. 9/11
TIJD
DL. NR.
10602824.doc
LESFASE - LEERINHOUD
DIDACTISCHE WERKVORMEN INTERACTIE-IMPULSEN
Laatst gewijzigd: 25-11-yyyy
LEERACTIVITEITEN
LEERMIDDELEN
p. 10/11
Naam: …………………………
BORDSCHEMA (manueel in te vullen in bordschrift) Linker zijbord
Middenbord
Rechter zijbord
11