3 Griekse kunst 3.1Griekse beeldhouwkunst de Griekse beeldhouwkunst bestaat uit drie perioden: de archaïsche periode de klassieke periode de hellenistische periode De archaïsche periode (650-490) In deze periode worden vooral kouroi uitgebeeld, er is hierbij veel invloed van de Egyptenaren. Het zijn beelden van naakte mannen, hun ene been voor het andere, verder wordt het beeld gekenmerkt door symmetrie. Door de jaren heen werd de kouroi steeds realistischer. De klassieke periode (490-323) Er komt een einde aan de symmetrie, de beelden worden natuurlijker. De kunstenaren begonnen nu ook met brons te werken omdat dat makkelijker was om mee te experimenteren. Met brons werd bijvoorbeeld geprobeerd of bewegende mensen uitgebeeld konden worden, dit lukt aardig, zo werd het dus nog realistischer. Een andere manier om de beelden echter te maken was het contraposto. De gizichten van de beelden krijgen een eigen identiteit, maar het is nog steeds niet realistisch. Kenmerkend voor deze periode is ook dat vrouwen gekleed werden afgebeeld, in tegenstelling tot naakte mannen. Naakte vrouwen kwamen er pas vanaf de vierde eeuw vChr.. De hellenistische periode (323-27) Realisme staat centraal in deze periode, er kon natuurlijk uitgebeeld worden. Nu gingen de kunstenaars emoties uitbeelden, de werkelijkheid werd voor het eerst vastgelegd. Hierbij kwam ook dat de onderwerpen veranderden (bijv. kinderen en bejaarden). De beelden werden niet beter meer voorgesteld dan de werkelijkheid. 3.2 Griekse bouwkunst De gebouwen die door de Grieken zijn gebouwd en nu nog staan zijn veelal tempels, andere gebouwen werden van slechter materiaal gebouwd waardoor ze nu niet meer staan. Tempels hadden vooral als doel de goden beelden te herbergen. Voor tempels werden drie soorten zuilen gebruikt; de Dorische stijl (vanaf 600 vChr.), de Ionische stijl (vanaf 570 vChr.) en de Corinthische stijl (vanaf 430 vChr.). De Acropolis het werd gebouwd en gelegenheid van overwinning op de Perzen. Athene werd het nieuw cultureel centrum van Griekenland. De Acropolis bestaat uit vier afzonderlijke gebouwen: De Nike tempel, gebouwd voor Nike-Athene als godin v/d overwinning, op de tempel is de strijd met de Perzen afgebeeld. De Propylaeën, de poort van de Acropolis. Het Parthenon, ter ere van 'de maagdelijke Athene',de grootste tempel van het complex, met Dorische zuilen aan de buitenkant (met doorlopend fries), er zijn veel decoraties op aan gebracht.
Het Erechtheion, het bestaat uit verschillende ruimtes voor voor Poseidon en voor Athene, dit gebouw heeft aparte zuilen: kariatiden. 3.3 Griekse schilderkunst De Grieken beschilderden veel voorwerpen, het enigste dat daar van is overgebleven zijn de vazen. Er waren verschillende soorten vazen: grote, onbeschilderde opslag vazen. En dan waren er nog kleine, decoratieve bruikbare vazen, veel gebruikt voor drank en olie. De afbeeldingen op de vazen verschilde veel, er bestonden ingewikkelde afbeeldingen van goden en er waren ook simpele alledaagse afbeeldingen. Voor 530 vChr. waren de afbeeldingen zeer schematisch weergegeven. Toen kwam er iemand op het idee de kleuren en de techniek om te draaien: rode figuren en een zwarte achtergrond. Deze techniek werd verder ontwikkeld totdat de figuren zeer gedetailleerd konden worden geschilderd. Na 530 was deze techniek helemaal in, de specifieke rode kleur ontstond tijdens het bakken. Zo kon men op den duur emoties en verkorting in het perspectief te brengen. 4 Romeinse kunst 4.1 Romeinse bouwkunst De Romeinen hebben wat architectuur veel overgenomen van de Grieken, toch is er een fundamenteel verschil. De Grieken waren kunstenaars en filosofen, de Romeinen echter, waren heersers en overwinnaars. Dit is duidelijk terug te vinden in de architectuur. Zo is de Romeinse stijl meer op de praktijk gericht, de Romeinen hadden veel wegen, bruggen e.d. nodig, de Romeinse steden waren dan ook gebaseerd op de plattegrond van een legerkamp (Castra). Wat de bouw van theaters gaan de Romeinen weer terug naar de Grieken. Vooral bij het bouwen van tempels is de Griekse invloed duidelijk te zien, op een paar kleine details na zijn de tempels hetzelfde. De Romeinen gebruikten ook andere materialen, ze gebruikte natuursteen, baksteen en zelfs beton. Ze waren ook de eersten die de bekisting methode gebruikten. De Romeinen introduceerde ook nieuwe vormen, technieken die tot op de dag van vandaag veel gebruikt worden. Bekendste van deze vormen is toch wel de boog, met de boog konden hele nieuwe bouwwerken worden gemaakt. Belangrijkste vinding in deze constructie is de sluitsteen. Meerdere van deze bogen achter elkaar noemt men een tongewelf. Het Colosseum De blikvanger van Rome, een amphitheater bedoelt voor spelen. Aan de buitenkant zijn drie soorten half zuilen gebruikt: 1ste laag dorische, 2de laag ionische en 3de laag korintische. Basilica Een multifunctionele ruimte, voorbeeld voor hedendaagse Christelijke kerken. Het Pantheon Oorspronkelijk gebouwd als tempel voor alle goden, later gebruikt als kerk, vandaar de goede staat. Het Pantheon bestaat uit een tempel portaal met een gigantische koepel erachter. Het plafond bestaat uit cassetes, de koepel zelf was vroeger van brons. Triumfboog-zuil
Als het leger een oorlog gewonnen had werd dat gevierd, dat gebeurde met een triomftocht waar (als het kon) de overwonnen vorst werd meegevoerd. Met deze gelegenheden werd er altijd een houten boog opgericht. Later werd er dan wel eens een stenen exemplaar neergezet. 4.2 De Romeinse beeldhouwkunst Zoals veel andere aspecten is de beeldhouwkunst van de Romeinen ook gebaseerd op de Grieken. Toch heeft de Romeinse beeldhouwkunst een eigen karakter. Kenmerkend van de Romeinse beeldhouwkunst is het realisme. Het feit dat deze kunst zo realistisch was komt door de dodencultus van de Romeinen, overledenen werden realistisch afgebeeld zodat ze voort leefden. Daarnaast werd er ook veel aan geïdealiseerd realisme gedaan. Deze afbeeldingen waren herkenbaar, maar wel wat mooier voorgesteld dan het eigenlijk was. Leiders werden vaak zo afgebeeld. De Reliëfs van de Romeinen waren ook gebaseerd op de Griekse kunst. Het verschil was echter dat de Romeinse versie realistischer was en er werden leiders en andere belangrijke mensen op afgebeeld, op de Griekse meestal mythen. 4.3 De Romeinse schilderkunst Vanwege de uitbarsting van de Vesuvius in 79 nChr. Is er veel bekend over de Romeinse schilderkunst. In de achttiende eeuw werd Pompeii ontdekt, een plaatsje dat onder de lava bedolven werd. Kenmerkend voor de Romeinse schilderkunst waren de fresco's, muurschilderingen die direct op het natte kalk werden aangebracht. Er werd veel kleur voor gebruikt. Een fresco diende als iets om een ruimtelijk effect te creëren, een soort doorkijk. Er werden veel typisch Romeinse aspecten op geschilderd (zuilen e.d.), dit worden grotteksten genoemd.