Nieuwsmagazine Nr 49 Oktober 2007

  • June 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Nieuwsmagazine Nr 49 Oktober 2007 as PDF for free.

More details

  • Words: 20,854
  • Pages: 36
NIEUWSMAGAZINE Nr. 49 oktober 2007

Inhoud Pag. 2

Naar het Culemborg Symposium; kom met het OV!!!

Pag. 3

Ten Geleide

Pag. 4

Programma van het 49ste beleggerssymposium; Thema ‘Beleggen met voorbedachten rade’

Pag. 6

Los van index

Pag. 9

Asset allocatie, ETFís en Technische analyse

Pag. 13 Methodisch beleggen Pag. 14 VectorVest, een compleet systeem voor aandelen analyse Pag. 17 De beurs en de rente Pag. 18 De Vortex Methode Pag. 21 Weekendbeleggers beleggen in het weekend Pag. 23 Beleg in ‘Stijl’ en versla de EuroStoxx50 Pag. 26 Wat is beursstemming? Pag. 28 DfbOnline.nl - Risicobeheersing door Kennis Pag. 29 ‘Middelen’ is soms zo gek nog niet Pag. 30 Wanneer de beste beleggers verkopen Pag. 31 Het gebruik van meerdere aandelenstrategieën vergroot uw winstkansen en reduceert het risico Pag. 32 Beleggingsstrategie Pag. 34 Uw pensioen en verschil in perceptie Pag. 35 Hcc!Beleggen Deze Nieuwsbrief is een publicatie van de HCC Gebruikersgroep Beleggen. Raadpleeg de internetsite, www.beleGgersonline.nl voor adressen en informatie over het lidmaatschap.

Beleggen met voorbedachten rade

2

Naar het Culemborg Symposium; kom met het OV!!! Naar de scholengemeenschap Lek en Linge (Multatulilaan 6, 4103 NR Culemborg) Op een CulemborgSymposium ontmoet u exposanten, sprekers en medebeleggers. Voor trouwe bezoekers is het een bekende weg hoe er te komen. Gaat u voor het eerst of komt u sporadisch dan is de kans groot dat u de weg er naar toe zult moeten zoeken.

Gezien de grote groep mensen die er elke keer komen is het niet moeilijk voor te stellen dat als iedereen met eigen auto komt, een en ander een lichte parkeerdrukte oplevert.... Het alternatief is natuurlijk om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Tja zult u zeggen, van waar ik niet ben: het station in uw eigen woonplaats, naar de plek waar ik niet naar toe moet het station Culem-

Komt u toch met eigen auto dan volgt u via de A2 de afslag (13) Culemborg. Ga na 300 meter linksaf richting Culemborg op de Rietveldweg (N320). Dan 5,8 kilometer rechtdoor, onder de spoorbaan door. Bij de eerstvolgende rotonde linksaf de Multatulilaan in en op nummer 6 vindt u de scholengemeenschap Lek & Linge, nabij het zwembad.

borg. En hoe kom ik dan op de plaats van bestemming? Daar is aan gedacht. Want hieronder vind u ook plattegrond met daarop het Stationsplein en de Multatulilaan.... U ziet: met een korte wandeling van ca. 5 minuten kunt u er al zijn.... Vanaf station Utrecht Centraal en Den Bosch vertrekt zaterdags om het half uur een stoptrein naar Culemborg. Plan uw eigen reis gemakkelijk via www.ns.nl.

Scholengemeenschap Lek & Linge beschikt over een grote aula met autovisuele hulpmiddelen, een ruimte voor grote parallelsessies en diverse lokalen die als ontvangstruimte door bedrijven worden gebruikt. Er zijn kantinefaciliteiten, waar ook broodjes voor de lunch verkrijgbaar zijn.

CULEMBORG

3

Ten Geleide Door: Patrick Witteveen, Voorzitter

Beleggen in roerige tijden, dus beleggen met voorbedachten rade... Het zal u als belegger niet ontgaan zijn dat we leven in roerige tijden. De ene overname volgt de andere op, consolidatie van bedrijven door geheel Europa zijn aan de orde van de dag. Oude industrieën zoals olies, industrials en food bestaan naast die van de snelle high tech bedrijven, bedrijven die veel potentie hebben maar waarvan niemand weet of de technologie de opgang van de autonavigatiesystemen volgt... Daartegenover staat dat meer en meer bladen, sites en televisie(-reclame) om uw aandacht schreeuwen. Ook zijn er talloze goeroes. Die weten allemaal hoe u rijk kunt worden, maar zijn het zelf niet. Tegelijkertijd vragen zij voor het bijwonen van hun seminars kleine vermogens...

Ook nu werden professionals en beleggers zoals u en ik gevonden die u graag kennis laten maken met hun dagelijkse praktijk en hen opvattingen. Het belooft een interessante en gezellige dag te worden. Daarom hoop ik u op het symposium te ontmoeten. Alvast een leerzame dag toegewenst!

Uw eigen situatie... Als belegger heeft u de moeilijkheid van de keuze tussen alle media, alle “weten”-schappers en meer dan genoeg theorieën. Daarbij komt dat we niet allemaal dezelfde uitgangssituatie hebben: de een heeft meer (voor-)kennis dan de ander, en voelt zich goed bij zeer volatiele beleggingen die dagelijkse aandacht behoeven. De ander krijgt er letterlijk een hartkwaal van. Kortom uw eigen situatie geeft de doorslag voor de keuze van beleggingen en bijpassende instrumenten. Waan van de dag Gelooft u in morgen? Dat moet haast wel: immers anders had u niet gespaard en uw geld geïnvesteerd in iets wat pas over een bepaalde termijn geld oplevert. Maar de actualiteit van vandaag is direct van invloed op de waarde van uw beleggingen van nu. Het gevaar bestaat dus dat u op korter termijnsignalen totaal anders reageert en verkoopt, op iets wat op termijn juist een koopmoment zal blijken te zijn geweest (of vice versa). En achteraf had ook u ook de juiste momenten in de diverse grafieken kunnen aanwijzen.... “Beleggen met voorbedachten rade” ofwel Strategie. Gegeven deze overwegingen is besloten om in deze aflevering van ons Symposium in te gaan op het beleggen met voorbedacht rade: het zich vooraf beseffen hoe te handelen in een nog onbekende situatie. Al snel associeert menigeen dit met denken over “stra­ tegie”: vandaar de titel: “Beleggen met voorbedachten rade” ofwel Strategie.

Patrick Witteveen, Voorzitter Hcc!Beleggen

4

Programma van het 49ste beleggerssymposium; Thema ‘Beleggen met voorbedachten rade’ ••••••• De lezingen in de aula worden verzorgd door de volgende sprekers: Jeroen Vetter, directeur van SNS Fundcoach Titel presentatie: Los van index De praktijk toont aan dat het nog niet zo simpel is voor beleggingsfondsen om het beter te doen dan hun benchmark. Onderzoeken tonen aan dat het overgrote deel van de beleggingsfondsen op lange termijn hun relevante benchmark niet weet te verslaan. Dat komt met name doordat de meeste beleggingsfondsen zichzelf strakke beperkingen hebben opgelegd. Ze moeten bijvoorbeeld een lage tracking error hebben. Die factor geeft de afwijking tussen het rendement van het fonds en de benchmark weer. Hoe lager de tracking error, hoe dichter het fonds aan de index vastzit. Actief beheerde beleggingsfondsen met managers die de index slechts ter kennisgeving aannemen en vol gaan voor een sterk rendement. Wellicht betekent dat dat zoín fonds het in bepaalde marktomstandigheden minder goed doet dan een index, maar daar tegenover staan talloze jaren waarin de rendementen veel harder stijgen dan de index. Jeroen Vetter vertelt ons meer over actief beheerde fondsen tijdens zijn presentatie. Meer informatie over deze presentatie is elders opgenomen in dit nieuwsmagazine. ••••••• Juus de Kempenaer, technisch analist bij Tailergroup in Amsterdam Titel presentatie: Asset allocatie, ETF’s en Technische analyse Een van de belangrijkste vraagstukken, zoniet hèt belangrijkste, waar een belegger zich over moet buigen is de asset allocatie binnen een portefeuille. De verdeling van het beschikbare kapitaal (assets) over verschillende soorten beleggingscategorieën en regio’s. De laatste jaren is asset allocatie een ‘hot item’ geworden, zeker nu partijen ontdekt hebben dat dit ook aangeboden kan worden in de vorm van ‘overlay’ of additionele producten los van traditioneel fund management, en de ene na de andere ‘asset class’ wordt geboren. Juus de Kempenaer gaat ons inzicht geven ten aanzien van het asset allocatie vraagstuk en de wijze waarop Juus vanuit het oogpunt van de technische analyse invulling geeft aan deze problematiek. Komen tot een goede asset allocatie is derhalve het uiteindelijke doel,

ETF ‘s zijn een prima middel c.q. instrument om hieraan invulling te geven en de technische analyse kan een prima hulpmiddel zijn bij het maken van de diverse keuzes die binnen dit proces noodzakelijk zijn. Meer informatie over deze presentatie is elders opgenomen in dit nieuwsmagazine. ••••••• Mark Leenards, fondsmanager SBS Global Equity Fund Titel presentatie: Een logische combinatie van bewezen strategieën Iedereen wil graag inspelen op de laatste trends. Door zich te focussen op een bepaalde groep aandelen, een regio of sector is dat voor veel beleggers en professionals eigenlijk onmogelijk. Mark Leenards vertelt hoe hij op simpele wijze continu de wereld afspeurt naar de meest koopwaardige aandelen en hiermee een bruto rendement behaalde van circa 500% sinds begin 2003. Een logische combinatie van bewezen strategieën, maar toch uniek. Inclusief stock picks. ••••••• Pierre Dolmans van Vestico Titel presentatie: Methodisch beleggen Als beginnend belegger doe je meestal maar wat. Je krijgt links en rechts wat vage adviezen, doet af en toe een gokje, en de hele beurs lijkt wel één groot casino. Met een beetje geluk leer je ook nog van je fouten, en zijn er dingen waarvan je denkt: “Dat kan ik beter niet meer doen want dat is te riskant”. Langzaam maar zeker ontwikkel je op die manier een eigen beleggingsstijl. De een gaat daarin wat verder dan de ander, maar iedereen ontwikkelt op den duur wel een of meerdere methodes om de kans op succes te vergroten. Beleggen volgens een vaste methode geeft een belegger een stuk houvast en de mogelijkheid om door vallen en opstaan de methode steeds verder te verbeteren. Via een backtest kan het leerproces van een dergelijke beleggingsmethode enorm versneld worden, en kan zonder veel leergeld te betalen een beleggingsmethode veel sneller geperfectioneerd worden. De computer kan daarbij allerlei statistieken leveren die ons helpen de methode optimaal toe te passen, bijvoorbeeld in combinatie met andere methodes. Pierre Dolmans gaat tijdens zijn presentatie in op het

5

ontwikkelen van beleggingsmethoden. Meer informatie over deze presentatie is elders opgenomen in dit nieuwsmagazine. •••••••

Daarnaast worden er zeer attractieve nevensessies gehouden door de volgende sprekers: VectorEU, VectorVestvertegenwoordiger in Europa

Conrad Winkelman van Vortex Titel presentatie: De Markt Verslaan met de Vortex methode De Vortex Methode is een krachtige dynamische beleggingstactiek met een eenvoudige doelstelling: het behalen van winst met stapsgewijze aandelentransacties op cyclische koers variaties, zelfs als de koers gemiddeld gestaag daalt. Een recentelijk voorbeeld van de kracht van de Vortex Methode is een rendement van +94% op jaarbasis voor een belegging waarvoor het KopenHouden rendement ñ14% was!

Titel presentatie: Introductie VectorVest VectorVest is een compleet systeem voor aandelen analyse dat speciaal ontworpen is om grote winsten te behalen. Dit systeem is geschikt voor zowel lange termijn belegger als korte termijn trader.

Conrad Winkelmann gaat tijdens zijn presentatie in op de Vortex methode. Meer informatie over deze presentatie is elders opgenomen in dit nieuwsmagazine.

VectorVest is ontworpen door Dr. DiLiddo, oprichter en voorzitter van het Amerikaanse bedrijf VectorVest Inc. Naar aanleiding van zijn onderzoek kwam hij tot de ontdekking wat de oorzaken zijn van de stijging en daling van de aandelen koersen: waarde (fundamenteel), relatieve veiligheid en timing (technisch).

Michael Groenewoud, directeur weekendbeleggers

•••••••

Titel presentatie: Weekendbeleggers beleggen alleen in het weekend

•••••••

Weekendbeleggers is een systeem dat wat meer afstand van de koersgrafiek door gebruik te maken van de weekgrafiek. Door niet dagelijks te handelen maar wekelijks bespaart dit de belegger transactiekosten. Hierbij is gesimuleerd een hitrate gerealiseerd vanaf 01 januari 1996 tot 31 december 2006 van 79%! En dat is een ongekend percentage!

Titel presentatie: De beurs en de rente Een van de voornaamste financiële factoren is de rente. Rente is met de risicopremie dat wat u moet betalen, wanneer u een lening aangaat. De rentestand is ook van invloed op de beurzen. Regelmatig verschijnen de volgende koppen in de kranten: “Plussen op Europese beurzen na rente-ingreep Fed” of “Beurzen Azië mikken op lagere rente VS”.

De grootste effectiviteit van dit systeem wordt echter behaald in een bearmarket zoals in de periode 2001/2002. Door tijdig de sluit long signalen uit te voeren en tevens (eventueel) in te spelen op de dalingen bij die fondsen waarbij dat mogelijk is, slaat dit systeem pas echt toe. Kijk en daar wordt elke type belegger vrolijk van. Michael Groenewoud gaat ons in zijn presentatie vertellen hoe wij vrolijk kunnen worden. Meer informatie over deze presentatie is elders opgenomen in dit nieuwsmagazine.

VectorEU geeft de bezoekers van zijn presentatie informatie over VectorVest en brengt VectorVest in de Europese markt. Meer informatie over deze presentatie is elders opgenomen in dit nieuwsmagazine.

Max Vreedenburg

De HCC Gebruikersgroep Beleggen wil de kennis van de leden vergroten. Het onderwerp rente hoort daar bij. Max Vreedenburg geeft tijdens zijn presentatie geen tips om iets in ‘rente’ te beleggen. Of toch een tip: Bestudeer de werking van de verschillend vormen van beleggingen en bestudeer zeker de werking van de rente. Meer informatie over deze presentatie is elders opgenomen in dit nieuwsmagazine. •••••••

••••••• Willem van Heemskerck Düker Titel presentatie: Computernarigheden Zowel in de professionele omgeving als bij particulieren komen veel storingen voor in de nieuwe technieken. Het onderscheid tussen storingen in de elektronica, programmering of het gebruik is niet meer te onderscheiden. Ook dit geldt voor een PC die we gebruiken voor onze beleggingen. Juist omdat we dit onderscheid niet kunnen maken is een goede proce-

6

dure van Backup en beveiliging nodig. In de sessie op 13 oktober a.s. gaat Willem van Heemskerck D¸ker in hoe je een PC voor beleggingen inricht qua beveiliging en het maken van een backup. Hierbij ligt de nadruk op procedures van de Backup. Beveiliging van een PC verandert bijna maandelijks maar de filosofie van een Backup nauwelijks.

Definitieve programma Het definitieve programma en de begin- en eindtijden van de presentaties volgen spoedig op onze website www.beleggersonline.nl.

Contactmogelijkheden (netwerken) Uiteraard ontbreekt de mogelijkheid niet om contacten te leggen met medebeleggers en is er gelegenheid om met de standhouders te praten over hun producten.

Los van index

Weg met de tracking error Door: Jeroen Vetter

Indexbeleggen de ultieme manier van beleggen? Absoluut niet, want beleggingsfondsen die een index volgen, voeren een passief beleggingsbeleid. Geef mij maar actief beheerde beleggingsfondsen die een absoluut rendement nastreven. Deze vertegenwoordigen het échte, succesvolle beleggen. De meeste beleggingsfondsen hebben een benchmark (ook wel index) als ijkpunt en mogen daar maar beperkt van afwijken. Ze meten niet alleen hun prestaties relatief af aan de hand van een index, maar onder- of overwegen hun posities in de beleggingsportefeuille ook aan de hand van de posities in de index. Ze hopen het zo beter te doen (outperformance) dan de index. Als de aandelenmarkt wereldwijd daalt en de MSCI World Index 15 procent in de min gaat, laten dergelijke fondsen eenzelfde daling zien. De fondsbeheerder die dan min 14 procent laat zien, doet het intern in de organisatie dan goed. Bijna elk fonds koopt aandelen die deel uitmaken van een brede index zoals de MSCI World Index. Daarmee zijn het aandelen die iedereen kent of heeft. Zo vertonen fondsen zoals het ABN AMRO Global Fund, het Postbank Aandelenfonds, Robeco en het ING Global Fund grote overeenkomsten. Al deze fondsen beleggen voor vijftig procent in de Verenigde Staten en voor vijftig procent in Europa en Azië.

Niet zo simpel De praktijk toont aan dat het nog niet zo simpel is voor beleggingsfondsen om het beter te doen dan hun benchmark. Onderzoeken tonen aan dat het overgrote deel van de beleggingsfondsen op lange termijn hun relevante benchmark niet weet te verslaan. Dat komt met name doordat de meeste beleggingsfondsen zichzelf strakke beperkingen hebben opgelegd. Ze moe-

7

ten bijvoorbeeld een lage tracking error hebben. Die factor geeft de afwijking tussen het rendement van het fonds en de benchmark weer. Hoe lager de tracking error, hoe dichter het fonds aan de index vastzit. En daar zit precies het probleem. Klanten (vooral institutionele partijen zoals pensioenfondsen en banken) ervaren een hoge tracking error als een hoog risico, een reden om geld uit het fonds te halen. Het beleid is gericht op een lage tracking error en dat kan alleen worden bereikt door zo dicht mogelijk tegen de index aan te schurken, het zogeheten index hugging. Een groot nadeel daarvan is dat het universum van aandelen waaruit een fondsmanager kan kiezen flink wordt beperkt. De regio’s en de aandelen staan vanaf het begin af aan al bekend. Terwijl er buiten het cirkeltje van aandelen in de index natuurlijk prima bedrijven met dito aandelenrendementen te vinden zijn. Fondsen die zich naar de buitenwereld presenteren als actief beheerde fondsen, zijn dus in wezen niets meer dan passieve indexvolgers met een beperkte bewegingsvrijheid. De enige vrijheid die ze wel hebben, is dat ze een groter belang in een onderneming kunnen nemen dan de weging in de index. Overigens zijn hier vaak weer restricties aan verbonden. Conclusie? De belegger die in het fonds stapt, koopt eigenlijk een duur indexfonds, waarvan op voorhand vaststaat dat het fonds de index niet kan verslaan of waarvan vaststaat dat de kans op het verslaan van de index erg klein is.

Totaal andere benadering Absolute beleggers staan in schril contrast met indexbeleggers. De eerste groep volgt niet klakkeloos de index, maar streeft naar een absoluut rendement. Ze maken hun prestaties niet afhankelijk van de index. De fondsmanager van een dergelijk fonds kent weinig restricties, hij heeft veel vrijheid van handelen. De beheerder hoeft niet perse voor de helft in de Verenigde Staten te beleggen omdat de index dat voorschrijft. Hij koopt alleen Amerikaanse aandelen als hij van mening is dat hij daar een goed aandeel kan vinden. Dat is een totaal andere benadering die ook tot andere resultaten leidt. Doen wat iedereen doet, betekent krijgen wat iedereen krijgt. Absolute beleggers houden zich daar verre van. Zij houden van aandelen die ondergewaardeerd, onpopulair of onontdekt zijn. Als er solide ondernemingen achter deze aandelen schuilen, hebben deze aandelen de meeste potentie om de koers omhoog te vinden. Het is voor fondsmanagers van dergelijke fondsen de kunst de krenten uit de pap te halen. Zij wachten op een gebeurtenis die de daadwerkelijke waarde van de aandelen van de onderneming ontluikt en weten daarmee goede rendementen te boeken, ongeacht de richting van de markt. De belegger die alleen op basis van de tracking error zijn beleggingsfondsen uitkiest, komt bedrogen uit. Want fondsen van aanbieders als Skagen, East Capital, ODIN en Sparinvest komen niet op zijn radarscherm voor. Dat is doodzonde. Absolute beleggers hebben de vrijheid om binnen een bepaald thema – zoals de opkomst van Oost-Europa of de schaarste aan energiebronnen – hun selectie uit te voeren. Bij Skagen, marktleider op de Noorse markt van beleggingsfondsen, wordt van de fondsbeheerder een gemiddeld jaarlijks rendement van 20 procent verwacht, los van wat de wereldindex doet. Bij ODIN viel in februari 2007 op dat Statoil (de grootste Noorse oliemaatschappij) niet voorkwam. De fondsbeheerder had een logische verklaring: dat aandeel was toen relatief gezien veel te duur. Hij kocht naar eigen zeggen liever voor de helft van de prijs het Braziliaanse Petroplus. Dat had hij natuurlijk niet kunnen doen als hij de Noorse index als maatstaf had moeten aanhouden

Groter rendement Uit de praktijk een vergelijking van vier beleggingsfondsen: Skagen Global, Carmignac Investissement, Vanguard Global Stock Index Fund en Robeco. De eerste twee fondsen worden door absoluut rendement gedreven. Vanguard is een indexfonds en het Robecofonds is een zogeheten actief beheerd fonds dat als doel heeft de MSCI World Index te verslaan. Skagen Global heeft weliswaar een risiconiveau dat de helft groter is dan Robeco, maar daarvoor krijg je als belegger vele malen meer rendement. Met andere woorden: voor iets meer beweeglijkheid, schaf je een aanzienlijk

8

groter rendement aan. Skagen belegt juist in die ondernemingen die niet of weinig worden geanalyseerd. Age Westbo, adjunct-directeur bij Skagen zei het onlangs zo: ‘Wie de meeste stenen optilt, vindt de meeste mogelijkheden – ook al is maar 1 op de 100 aandelen die je onderzoekt koopwaardig.’ Rendement*

1 jaar 3 jaar 7 jaar

SKAGEN Global Carmignac Investissement Robeco Vanguard Global Stock Index Fund MSCI The World

27,3% 26,6% 10,5% 9,3% 9,2%

114,1% 99,3% 45,0% 39,2% 39,4%

147,2% 67,1% 26,3% 15,7% 16,0%

* Peildatum: 20 september 2007 Bron: SNS Fundcoach

De Financial Times berichtte eind vorig jaar over de opkomst van fondsen die zich richten op relatieve rendementen (de indexvolgers). De zakenkrant gaf een koppeling aan met het feit dat elke zichzelf respecterende bank wel een paar fondsen aanbood. Doel was volgens het medium om zo snel mogelijk geld in die fondsen te krijgen, want dan verdient de financiële instelling geld. In de jaren negentig verkochten banken vooral hun eigen beleggingsfondsen. Nu zijn er andere aanbieders ontstaan en verkopen banken ook beleggingsfondsen van andere aanbieders. Die open architecture zorgt ervoor dat er een verschuiving plaatsvindt. Individuele beleggers kunnen nu zelf hun keuzes maken en mijn verwachting is dat in de komende jaren de focus vooral komt te liggen op een absoluut rendement. Door het openbreken van de traditioneel gezien sterk gesloten markt zien Nederlandse partijen (over het algemeen indexvolgers) hun marktaandeel langza-

merhand teruglopen. Het geld vloeit naar fondsen die het échte beleggen voor ogen hebben en een absoluut rendementen vinden.

Eigenwijs Conclusie van mijn betoog: geef mij maar een actief beheerd beleggingsfonds met een manager die de index slechts ter kennisgeving aanneemt en vol gaat voor een sterk rendement. Wellicht betekent dat dat zo’n fonds het in bepaalde marktomstandigheden minder goed doet dan een index, maar daar tegenover staan talloze jaren waarin de rendementen veel harder stijgen dan de index. Doordat absolute beleggers zoeken naar ondernemingen die het gewoon goed doen, weten zij zich zowel in neer- als opgaande markten staande te houden. Een mooi voorbeeld daarvan is SKAGEN Globa. Ook beleggingsfondsen van ODIN, East Capital, Carmignac en het Nederlandse Fortis OBAM zijn echt actief beheerde fondsen die betere cijfers laten zien dan de index, zonder zich van die index wat aan te trekken. We mogen met een knipoog zeggen dat de bijbehorende fondsmanager wat eigenwijs zijn, op plaatsen zoeken waar anderen nooit komen. Zij vinden ondergewaardeerde aandelen, van prachtige ondernemingen mét potentie. Dat spreekt altijd nog meer aan dat het klakkeloos volgen van welke index dan ook. Jeroen Vetter, directeur van SNS Fundcoach, een supermarkt van beleggingsfondsen zoals AXA Rosenberg, BlackRock Merrill Lynch, DWS, East Capital, Fidelity, HQ Fonder, JPMorgan, ODIN, Robeco en Skagen.

9

Asset allocatie, ETF’s en Technische analyse Door: Juus de Kempenaer Een van de belangrijkste vraagstukken, zoniet hét belangrijkste, waar een belegger zich over moet buigen is de asset allocatie binnen een portefeuille. De verdeling van het beschikbare kapitaal (assets) over verschillende soorten beleggingscategorieën en regio’s. De laatste jaren is asset allocatie een “hot item” geworden, zeker nu partijen ontdekt hebben dat dit ook aangeboden kan worden in de vorm van “overlay” of additionele producten los van traditioneel fund management, en de ene na de andere “asset class” wordt geboren. “Vroeger”, in mijn beleving zo’n 15 jaar geleden toen ik als portefeuillemanager werkte voor Equity & Law Life Insurance, werden beleggingsportefeuilles vooral aangestuurd per land en een fonds waarin zowel aandelen als obligaties voorkwamen noemden we een “gemengd fonds”. Beleggingen van het eigen vermogen van de verzekeringsmaatschappij werden vooral gedreven door de “matching” van “assets & liabilities”. Mooie staafdiagrammetjes met de verwachtte toekomstige verplichtingen uit hoofde van levensverzekeringen en de verwachtte rendementen van de bestaande portefeuille. Wanneer de staafjes op enig punt in de toekomst ongelijk waren dan werden vooral de looptijden van de obligaties in de portefeuille aangepast om alles weer enigszins in lijn te krijgen. Dat er in de afgelopen 15 jaar veel veranderd is op dat gebied is duidelijk. De wereld is, veel meer dan vroeger, ons speelveld geworden. We maken onderscheid tussen developed markets en emerging markets. Aandelenbeleggers sturen tegenwoordig vooral op sectoren, regionaal of mondiaal, en nauwelijks nog op landen. Obligatiebeleggers kunnen kiezen uit “govvies” of “credits” allebei in verschillende gradaties en leningvormen en uiteraard in verschillende regios. Naast de traditionele aandelen en obligaties als beleggingsklassen kunnen beleggers tegenwoordig ook uitwijken naar commodities, vastgoed (direct of indirect), private equity, niet te vergeten hedge funds en als we er nog geen naam voor verzonnen hebben dan zijn het alternative investments. Overigens liggen die definities verre van vast want voor de ene belegger zijn hedge funds een onderdeel van alternative investments terwijl het voor een andere belegger twee geheel verschillende beleggingscategorieën zijn. Ook voor het verdelen van de gelden over de verschillende categorieën, de asset allocatie, is inmiddels een veelvoud aan benamingen beschikbaar. GTAA, TAA, DSA(A), SA(A) ofwel Global Tactical Asset allocation, Tactical Asset Allocation, Dynamic Strategic Asset Allocation, Strategical Asset Allocation …. En waarschijnlijk heb ik er nog wel een paar gemist. Gelukkig is het uiteindelijke doel van al deze exercities wel hetzelfde namelijk “keuzes maken binnen verschillende beleggingscategorieën” en daar kapitaal aan toedelen. In dit artikel wil ik wat verder

ingaan op met name het maken van keuzes en naar aanleiding van die keuzes met behulp van ETF’s het creëren van exposure naar de uitverkoren beleggingscategorieën. Vanuit mijn achtergrond zal het geen verbazing wekken dat ik de technische analyse gebruik als hulpmiddel bij het maken van die keuzes. Binnen die technische analyse is er één techniek die eruit springt wanneer het gaat om het maken van keuzes en dat is de relatieve sterkte analyse. Ook wel RS genoemd en overigens niet te verwarren met de in de technische analyse veel gebruikte RSI (relative strength index) die echt iets heel anders weergeeft. In tegenstelling tot de klassieke technische analyse waarbij het koersverloop van een enkel aandeel of een index etc. wordt bestudeerd, wordt bij een relatieve sterkte analyse altijd gekeken naar het verloop van twee prijsseries ten opzichte van elkaar. Dit kan een aandeel ten opzichte van een index zijn, een sectorindex ten opzichte van een bredere landen- of regionale index etc. etc. zolang u er maar op let om appels met appels en peren met peren te vergelijken kunt u het zo gek maken als u zelf wilt. Zoals gezegd gaat het bij een RS analyse om het vergelijken van twee koersreeksen. De basis-formule is dan ook eenvoudig: RS = koers item A / koers item B Het resultaat van deze formule wordt vervolgens weergegeven in een grafiek. Deze RS lijn laat zich vervolgens analyseren als ware het een “gewone” koersgrafiek. Alle gereedschappen en technieken die de technische analyse in huis heeft mogen en kunnen op deze RS lijn worden losgelaten. De interpretatie van deze RS grafiek is in de basis ook erg eenvoudig. Zolang de RS lijn een stijgend verloop laat zien doet item A het beter dan item B en moeten we in onze portefeuille dus een voorkeur hebben voor item A (overwegen of een long positie) en niet voor item B (onderwegen of een short positie). Wanneer de RS lijn een dalend verloop laat zien geldt uiteraard het omgekeerde en wanneer de RS

10

lijn een vlak verloop laat zien dan presteren item A en item B gelijk. In figuur 1 1. is het verloop weergegeven van de RS lijn die het koersverloop van de S&P500 in de VS vergelijkt met het koersverloop van de Dow Jones STOXX 600 index in Europa.

Heel goed is de sterke daling van deze RS lijn te zien in de periode van eind 2004 tot het eerste kwartaal van 2006. Die de sterke underperformance van de Amerikaanse markt ten opzichte van de Europese goed in beeld brengt. Inmiddels lijkt daar op dit moment overigens weer verandering in te komen maar dat even terzijde. Dergelijke RS analyses kunnen prima gebruikt worden in het asset allocatie proces wat volledig gekenmerkt wordt door het maken van keuzes, “waar ga ik in beleggen ?”. Ik heb geprobeerd e.e.a. via een topdown benadering aan te pakken met als uitgangpunt een belegger met een wereldwijde portefeuille die een bepaalde benchmark moet verslaan. Ondanks het feit dat er weer meer en meer naar absolute resultaten gekeken wordt, worden nog steeds 7-8 van de 10 beleggers afgerekend op relatieve resultaten. Uiteraard kan het startpunt in deze topdown benadering aangepast worden voor bijvoorbeeld een belegger met alleen een Europese portefeuille. Een belangrijk punt in deze exercitie is ook de keuze van de diverse benchmarks die binnen het geheel gebruikt gaan worden en dus met elkaar vergeleken moeten gaan worden. Ik heb een aantal veel gebruikte benchmarks gekozen maar deze kunnen natuurlijk door iedereen naar believen worden aangepast, bijvoorbeeld naar aanleiding specifieke inzichten of onder invloed van bepaalde restricties die binnen een portefeuille gelden. Als startpunt voor het asset allocatie proces heb ik gekozen voor de MSCI capital markets index. Dit is een serie die is opgebouwd uit 50% MSCI All country world index (equities) en MSCI World Sovereign

10+ year bond index. Niet ideaal aangezien deze reeks slechts twee beleggingscategorieën vertegenwoordigt, maar op dit moment goed genoeg om de aanpak te verduidelijken. Vervolgens moeten onder deze MSCI global capital markets een aantal beleggingscategorieën (asset classes) gedefinieerd worden waar in belegd kan worden. Uiteraard kan dit ook weer door verschillende beleggers op verschillende manieren worden ingevuld. Een mogelijke aanzet is gegeven in figuur 2.

De eenvoudigste benchmarks zijn voor de beleggingscategorie vastrentende waarden de MSCI World Sovereign 10+ Year TR index en voor het aandelengedeelte de MSCI World Index. Onder het kopje Commodities & Alternatives kunnen verschillende categorieën worden geplaatst. Sommige beleggers plaatsen bijvoorbeeld vastgoed (direct en indirect) hieronder terwijl anderen vastgoed(-aandelen) als een sector binnen de categorie aandelen beschouwen. Ook Hedge-funds en commodities zouden ieder als een aparte categorie kunnen worden beschouwd. Voor deze beschouwing maakt de daadwerkelijke indeling niet zoveel uit zolang er maar een goede reeks beschikbaar is die gebruikt kan worden in de analyse en bij voorkeur een handelbaar instrument om de visie om te zetten in exposure. In het schema in figuur 2 heb ik deze groep gecombineerd onder Commodities & Alternatives met als benchmark, ten behoeve van de analyses, de Goldman Sachs Commodity Index. Wanneer bij de verdeling over de diverse categorieën niet de volle 100% van het beschikbare vermogen wordt gebruikt dan blijft er een gedeelte cash over. Dit gedeelte kan natuurlijk in kortlopende deposito’s of kasgeld worden aangehouden in Euro’s (voor een Eurobelegger). Meer en meer komen beleggers echter tot de slotsom dat de cash-component van een portefeuille als een beleggingscategorie op zich kan worden beschouwd, een bron voor Alpha. Aangezien de correlatie van valuta’s met andere beleggingscategorieën zeer laag is heeft dit een positief (drukkend) effect op het risico van de totale portefeuille. De invulling van valuta’s als een aparte beleggingscategorie kan variëren van het simpelweg aanhouden van de kas-component in een andere dan de benchmark-valuta tot het uitbesteden bij een gespecialiseerde currency-manager.

11

De keuzes ten aanzien van de verschillende categorieën kunnen nu gemaakt gaan worden door de gekozen benchmarks te gaan vergelijken met de MSCI Capital Markets Index. In figuur 3 is de grafiek van de MSCI World Sovereign 10+ weergegeven met de RS ten opzichte van de MSCI Capital Markets

Om de richting, de trend, van de RS lijn te bepalen gebruik ik een combinatie van een 10- en 30-weeks voortschrijdend gemiddelde van de RS-lijn. Het gebruiken van voortschrijdende gemiddelden is een veel voorkomende techniek in de technische analyse. De kruisingen van het 10- en 30-weeks gemiddelde worden gebruikt om een trendomslag te signaleren. Zoals te zien is in de grafiek laat de RS-lijn zelf een nogal grillig verloop zijn net zoals het koersverloop van een aandeel of een index. De gemiddelden worden gebruikt om dit verloop een beetje af te vlakken en de onderliggende trend aan te geven. Wanneer het 10-weeks gemiddelde boven het 30-weeks gemiddelde komt wordt ervan uitgegaan dat de trend opwaarts is en in het geval van de RS-lijn dus dat de belegger een voorkeur moet hebben voor item A ten opzichte van item B. In de grafiek hierboven van de Bond index ten opzichte van de MSCI capital markets index is duidelijk het dalende verloop van de RS-lijn waar te nemen. De conclusie moet dus zijn dat vastrentende waarden binnen de asset allocatie ONDERwogen zouden moeten worden ten opzichte van de benchmark. Dezelfde exercitie wordt vervolgens herhaald voor alle gedefinieerde asset classes met de MSCI capital markets index als benchmark. Wanneer deze keuzes gemaakt zijn kan invulling gegeven worden aan de volgende stap in het model.

Nu de keuzes gemaakt zijn ten aanzien van de hoofdcategorieën kan en verdere onderverdeling gemaakt worden naar regio’s. In de categorie aandelen zou bijvoorbeeld een onderverdeling gemaakt kunnen worden in de regio’s Verenigde Staten, Europa, Japan en Emerging Markets. Om vervolgens weer de noodzakelijke keuzes te maken binnen deze regio’s worden weer vier Relatieve Sterkte analyses gemaakt van de diverse regio benchmarks ten opzichte van de MSCI world index. Evenzo worden de verschillende regio indices in de vastrentende categorie afgezet tegen de MSCI world sovereign 10+. In het schema heb ik daarvoor opgenomen de MSCI US Treasury 10+ TR voor de Verenigde Staten en de MSCI Germany 10+ TR voor Europa. Wanneer men valuta’s als een aparte categorie beschouwt kunnen daar uiteraard ook weer keuzes gemaakt worden ten aanzien van valuta anders dan de Euro. In de categorie Commodities en alternatives staat op dit moment de Goldman Sachs Commodity Index Total Return (GSCITR) als benchmark maar het zou bijvoorbeeld ook mogelijk zijn om de rendementen van individuele hedgefunds af te zetten tegen een hedgefund index en zo een keuze maken. Individuele commodities zouden dan afgezet kunnen worden tegen de GSCITR. Er blijft dus genoeg flexibiliteit over voor een belegger ten aanzien van de keuzes van de verschillende beleggingscategorieën. Nu we een schematische voorstelling van de asset allocatie en de verschillende mogelijkheden hebben en een methode om tot de keuzes te komen ten aanzien van de verdeling van het beschikbare vermogen komt natuurlijk al snel de vraag om de hoek kijken hoe de invulling van daadwerkelijke posities in de markt kan gaan plaatsvinden. ETF’s, Exchange Traded Funds, zijn daarvoor een prima instrument omdat zij beleggers een uitstekende mogelijkheid bieden om op een snelle en efficiënte wijze een positie in te nemen in een bepaalde index, een bepaalde regio en tegenwoordig zelfs ook al in vastrentende waarden en commodities. Doordat ETF’s exact een bepaalde onderliggende index repliceren weet de belegger precies wat hij daadwerkelijk in positie heeft zonder dat hij daar naar hoeft om te kijken. Een belegger die binnen zijn asset allocatie een positie van 50 miljoen Euro in Europese aandelen wil aanhouden kan ervoor kiezen om die 50 miljoen in te vullen met bijvoorbeeld alle aandelen uit de Stoxx 50 index in de juiste verhoudingen en vervolgens de benodigde aanpassingen maken die nodig zijn bij alle “corporate actions” en bij het veranderen van de samenstelling van de index. hij kan er ook voor kiezen om ter waarde van

12

50 miljoen Stoxx 50 ETF’s te kopen. In geval van passief beheer van dit gedeelte van de portefeuille zijn de voordelen evident. Voor de invulling van het asset allocatie schema zoals weergegeven in figuur 4 zouden de volgende ETF’s kunnen worden gebruikt.

Op deze manier kan al een hele aardige asset allocatie op een effectieve manier worden bewerkstelligd. Beleggers die nog een stapje verder zouden willen gaan om op die manier nog wat flexibeler te worden in hun asset allocatie kunnen overwegen om nog een laag toe te voegen aan het model in figuur 4. Met name onder de verschillende aandelenregio’s, zeker in de VS en Europa, zou nog een verdere verdeling gemaakt kunnen worden naar sectoren en kan op die manier een invulling gegeven worden aan aandelenposities in die regio’s. Barclays Global Investors, State Street, AXA fund management en Indexchange geven bijvoorbeeld meerdere sector ETF’s uit die gebruikt kunnen wor-

den om een visie te vertalen naar een positie in een bepaalde sector. Evenzo kan ook onder de vastrentende posities nog onderscheid gemaakt worden tussen verschillende looptijden. Barclays Global Investors en Indexchange geven bijvoorbeeld ETF’s uit die obligatieportefeuilles repliceren op verschillende punten van de yield curve. Beleggers kunnen hiermee invulling geven aan de gewenste looptijden binnen hun obligatiegedeelte. Uiteraard kan ook weer voor de allocatie van vermogen aan sectoren of looptijden prima gebruik gemaakt worden van relatieve sterkte analyses om tot die keuze te komen. Ik hoop met dit artikel enig inzicht te hebben gegeven in mijn inzichten ten aanzien van het asset allocatie vraagstuk en de wijze waarop ik vanuit het oogpunt van de technische analyse invulling probeer te geven aan deze problematiek. Komen tot een goede asset allocatie is derhalve het uiteindelijke doel, ETF’s zijn een prima middel c.q. instrument om hieraan invulling te geven en de technische analyse kan een prima hulpmiddel zijn bij het maken van de diverse keuzes die binnen dit proces noodzakelijk zijn. Met name over het toepassen van technische analyse technieken en methodes bij het onderscheiden c.q. ordenen van de elementen binnen een universum, ook bijvoorbeeld ten behoeve van beleggers met een absolute in plaats van een relatieve rendementseis, is nog veel te zeggen/schrijven. Wellicht in een volgend artikel. Juus de Kempenaer is werkzaam als technisch analist bij Kempen & Co in Amsterdam en schrijft dit artikel op persoonlijke titel. Lezers worden van harte uitgenodigd vragen, opmerkingen, suggesties etc te sturen aan [email protected].

13

Methodisch beleggen Door: Pierre Dolmans van Vestico Als beginnend belegger doe je meestal maar wat. Je krijgt links en rechts wat vage adviezen, doet af en toe een gokje, en de hele beurs lijkt wel één groot casino. Met een beetje geluk leer je ook nog van je fouten, en zijn er dingen waarvan je denkt: “Dat kan ik beter niet meer doen want dat is te riskant”. Langzaam maar zeker ontwikkel je op die manier een eigen beleggingsstijl. De een gaat daarin wat verder dan de ander, maar iedereen ontwikkelt op den duur wel een of meerdere methodes om de kans op succes te vergroten.

Het belang van statistiek Je kunt alleen maar methodes ontwikkelen door ervaring op te bouwen. Hoe vaak gaat het fout? Hoe vaak gaat het goed? Waar liggen de kansen? Waar liggen de risico’s? Dat kan dus een langdurig proces zijn, vooral op het punt van de risico’s... immers, het kan zijn dat je een systematiek volgt van een groot aantal kleine winsten, met een kleine kans op een groot verlies. Je zou dan wel willen weten hoe ‘klein’ die kans is, en hoe ‘groot’ dat verlies is. Daarbij komt nog dat je de methode steeds ‘bijschaaft’, waardoor de ervaringen van eerdere transacties niet zomaar te vertalen zijn naar de inmiddels aangepaste methode. Kortom... wat zou het toch mooi zijn als je niet 10 jaar hoefde te wachten op voldoende ‘ervaring’, maar op een regenachtige zondagmiddag dezelfde ervaring in een paar uurtjes zou kunnen opdoen.

De rol van de computer Tegenwoordig heeft iedere belegger wel toegang tot historische koersinformatie. Deze is vaak gratis te downloaden van Internet, of wordt meegeleverd met allerlei beleggingssoftware. Dus wat let je om met behulp van de computer je methode eens toe te passen op deze historische koersen? Mits je maar vaste regels hebt (wanneer kopen, wanneer verkopen) en een beetje handigheid in Excel, moet het lukken om uit te rekenen wat er gebeurd zou zijn als je 10 jaar geleden met bijv. 2000 euro was begonnen en consequent je methode had toegepast. Een dergelijke aanpak noemen we een ‘backtest’ omdat we achteraf testen wat we verdiend zouden hebben. Naast Excel zijn er een groot aantal gespecialiseerde beleggingspakketten waarin zo’n backtest faciliteit aanwezig is.

Voordeel van een backtest Het belangrijkste voordeel van een backtest is de tijdwinst. In een paar uurtjes (of een paar weken desnoods) verzamel je de ervaring die je anders pas na 10 jaar of langer kunt opbouwen. Daarbij komt het niet geringe voordeel dat een eventuele slechte beleggingsmethode op die manier niet tot grote verliezen leidt; het is immers allemaal voor ‘spek en bonen’. Je moet er niet aan denken dat je met zo’n slechte methode echt

op de beurs belegt en dan na wat pijnlijke missers nog maar de helft van je startkapitaal over hebt. Een ander groot voordeel is dat je heel eenvoudig kunt zien wat het effect van een wijziging in je methode is... je past je formules aan, drukt op de knop en meteen zie je of het resultaat verbetert of verslechtert.

Is elke methode geschikt voor een backtest? Sommige methodes zijn zo complex dat je een heel uitgebreid programma en enorm veel data nodig hebt om tot een realistische backtest te komen. Andere methodes zijn te vaag om er harde (objectieve) regels voor op te stellen, bijv. omdat ze gebaseerd zijn op bepaalde nieuwsfeiten, en laten zich daardoor moeilijk backtesten. Voor mij zou dat reden genoeg zijn om zo’n methode niet toe te passen: als ik het niet kan backtesten dan wil ik het ook niet traden. Nadeel van een backtest Het zou leuk zijn als er geen nadelen aan een backtest zitten, maar zo simpel is het leven niet. Het grootste voordeel van een backtest is namelijk ook meteen het grootste nadeel: je hebt het traden van 10 jaar gereduceerd tot een druk op de knop. De vele pijnlijke verliezen die je anders als een nooit te vergeten leermoment zou hebben ervaren worden gereduceerd tot de tekst “73 winstgevende trades, 18 verliesgevende trades”. Die drie maanden slecht slapen omdat je kapitaal in een paar slechte trades met 30% is gereduceerd wordt door de computer gerapporteerd als “maximale drawdown 30%”. En het feit dat je je in zo’n drawdown periode realiseert dat door die paar slechte trades de winst van anderhalf jaar traden helemaal verdampt is komt niet eens naar voren uit de statistieken, want de computer beperkt zich tot de mededeling dat deze methode in de afgelopen 10 jaar gemiddeld 15% rendement per jaar heeft gemaakt. Het vertalen van statistieken naar emoties is nu eenmaal niet onze sterkste kant. Wie nog nooit een drawdown van 50% heeft meegemaakt kan gemakkelijk de fout maken om te denken dat 50% drawdown nu eenmaal iets is waar even doorheen moet bijten in de wetenschap dat je methode op lange termijn 20% rendement per jaar oplevert. Helaas... als puntje bij paaltje komt zijn het

14

toch de emoties die er voor zorgen dat we op de bodem van zo’n drawdown ‘de stekker er uit trekken’ en dus met verlies de arena verlaten.

Statistieken U zult het al begrijpen... het gemiddelde rendement per jaar is zo’n beetje de minst belangrijkste maatstaf als het gaat om de beoordeling van een backtest. En niet op de laatste plaats omdat het een kengetal is wat heel eenvoudig te beïnvloeden is door met een hefboom te beleggen. De echte belangrijke statistieken zitten aan de risico kant, zoals de maximale drawdown, het percentage verliesgevende trades, de grootste verliesgevende trade, het grootste aantal verliesgevende trades op een rij, etc. Kortom alles wat ons emotioneel raakt en het straks moeilijk maakt om de methode te blijven volgen als er een slechte periode aanbreekt. Want alleen op die manier kunnen we uiteindelijk het ‘beloofde’ rendement per jaar realiseren.

Spreiding van risico Wat is beter dan een goed werkende beleggingsmethode? Twee, drie of beter nog: vier goed werkende beleggingsmethodes. Door namelijk een aantal methodes naast elkaar toe te passen realiseren we een spreiding van het risico. Als dan een van de methodes in zo’n slechte periode zit, dan worden de verliezen grotendeels opgevangen door de andere methodes die op dat moment wel goed functioneren. Even een rekenvoorbeeld: Stel dat ik twee methodes

heb die elk een rendement maken van gemiddeld 20% per jaar, en beide een maximale drawdown hebben gekend van 35%. Door mijn beschikbare kapitaal over de beide methodes te verdelen, zal ik nog steeds een gemiddeld rendement van 20% per jaar maken. De theoretische maximale drawdown is nog steeds 35%, maar dat kan alleen zijn als de twee methodes 100% aan elkaar gecorreleerd zijn, en op exact dezelfde dag een drawdown van 35% realiseren. In de praktijk zal dat nooit voorkomen, en mag je eerder verwachten dat de beide methodes een gezamenlijke maximale drawdown van 25% of minder realiseren. Hoe meer methodes naast elkaar toegepast worden, en hoe lager de onderlinge correlatie, des te beter de demping van de maximale drawdown. Op die manier krijgt u dus hetzelfde rendement voor een aanzienlijk lager risico. Ook hier levert de backtest waardevolle informatie, met name op het vlak van onderlinge correlaties.

Conclusie Beleggen volgens een vaste methode geeft een belegger een stuk houvast en de mogelijkheid om door vallen en opstaan de methode steeds verder te verbeteren. Via een backtest kan het leerproces van een dergelijke beleggingsmethode enorm versneld worden, en kan zonder veel leergeld te betalen een beleggingsmethode veel sneller geperfectioneerd worden. De computer kan daarbij allerlei statistieken leveren die ons helpen de methode optimaal toe te passen, bijvoorbeeld in combinatie met andere methodes.

VectorVest, een compleet systeem voor aandelen analyse In dit artikel zal informatie gegeven worden over VectorVest. Tijdens het culemborgssymposium op zaterdag 13 oktober 2007 a.s. kunt u nader kennis maken met VectorVest. Tijdens deze dag zal de europese vertegenwoordiger van VectorVest aanwezig zijn om u hierover te informeren.

1. Wat is VectorVest VectorVest is een compleet systeem voor aandelen analyse dat speciaal ontworpen is om grote winsten te behalen. Dit systeem is geschikt voor zowel lange termijn belegger als korte termijn trader. VectorVest is ontworpen door Dr. DiLiddo, oprichter en voorzitter van het Amerikaanse bedrijf VectorVest Inc. Naar aanleiding van zijn onderzoek kwam hij tot de ontdekking wat de oorzaken zijn van de stijging en daling van de aandelen koersen: waarde (fundamenteel), relatieve veiligheid en timing (technisch). Sinds kort is er een VectorVest vertegenwoordiger in Europa. De vertegenwoordiger, VectorEU, geeft informatie over VectorVest en brengt VectorVest in de

Europese markt. Bezoek onze website, www.vectoreu.nl.

2. Hoe werkt VectorVest Er zijn verschillende VectorVest versies: - Online versie - Express versie - Prographics versie Bij de online en express versies werkt u via internet met de centrale database waardoor u geen koersen (dagelijks) hoeft te downloaden. De express versie levert beperktere informatie t.o.v. de online versie echter voor de express versie is slechts een internet browser nodig. Er hoeft geen vectorvest

15

software op de PC geïnstalleerd te worden (ideaal bij gebruik van publieke internet PC’s)

omslag mee te nemen)

3. Voordelen VectorVest heeft de volgende voordelen: • • • • • • • • • •

eenvoudig en gebruikersvriendelijk in gebruik levert uitgebreide analyse gebruikt zowel fundamentele als technische analyse Bij de prijs van het abonnement zijn de koersengegevens inbegrepen Keuze uit veel strategieën (zowel voor long als short posities) Backtesten van strategieën mogelijk Geeft dagelijks adviezen over meer dan 8200 Amerikaanse aandelen en meer dan 1800 Europese aandelen Geeft de stop waarde voor ieder aandeel Geeft ook analyse over (industrie)sectoren Geeft ook de markt trend aan

4. Aandelen adviezen De aandelen in Vectorvest overzicht zijn gesorteerd over hun VST waarde. De aandelen met de grootste VST waarde worden bovenaan getoond. VST is een VectorVest indicator (eigendom VectorVest), de waarde kan tussen 0 en 2 liggen (grotere VST waarde is beter). VST waarde is berekend op basis van 3 andere VectorVest indicatoren (eigendom VectorVest): • RV (Relative Value, fundamentele indicatie) • RS (Relative Safety) • RT (Relative Timing, momentum tech. indicator) VectorVest Inc. heeft aangetoond dat het kopen van aandelen met hoge VST waarde meer winst oplevert dan het kopen van aandelen met lagere VST waarde.

5. Algemene markt trend (“Market call viewer”)

6. Strategieën Er zijn verschillende “kant en klare” strategieën aanwezig in VectorVest. U kunt echter zelf nieuwe strategieën bouwen met verschillende formules en indicatoren. Hieronder zullen wij de resultaten van de volgende strategieen weergeven gedurende de periode 7 september 2004 tot 6 maart 2007: • Best performing ETF’s • High VST newcomers • Explosive EPS stocks II

(long strategie) (long strategie) (long strategie)

Bovenstaande long strategieën zullen slechts toegepast worden als de algemene trend ‘up’ is, er worden geen posities ingenomen als de trend ‘down’ is (evt. rente verkrijgen door het geld tijdelijk op een spaarrekening onder te brengen). Hieronder vindt u de resultaten van deze strategieën (met behulp van backtest).

VectorVest geeft ook de algemene markt trend aan. Deze indicator (“confirmed markt up” en “confirmed markt down”) dient ook als basis gebruikt te worden voor het kopen van aandelen, d.w.z. het is meestal beter om aandelen te kopen als de algemene markt trend “up” is en het is beter om short te gaan als de algemene markt trend “down” is. Per jaar kan de trend enkele keren wijzigen (gemiddeld 2 tot 6 keer). Als voorbeeld keken wij terug naar de jaren 2005 en 2006. Voor 2005-2006 heeft VectorVest de volgende data gegeven in de ‘market call viewer’: (enkele maanden voor 2005 en enkele maanden na 2006 worden meegenomen om de vorige/volgende

Additionele informatie, voor backtest worden de volgende waarden gebruikt

16

• Start kapitaal is 35000 USD te verdelen in 7 fondsen • Tijdens de backtest kan het aantal fondsen groeien tot maximaal 10 fondsen • Commissie is 0,5% voor cash geld wordt geen rente ontvangen • De positie wordt gesloten als het aandeel te veel daalt dat Vectorvest recommendation op SELL staat (stop waarde). In zulk geval wordt een nieuwe positie ingenomen voor een aandeel dat op dat moment wel aan de search voldoet. Hieronder en hiernaast ziet u enkele screenshots van de backtests, uitgevoerd met het programma ‘Simulator’ van VectorVest. Het Simulator programma is een uitbreiding op VectorVest. Het basis VectorVest beschikt ook over backtest faciliteiten maar minder uitgebreid.

Mocht u hierover nog vragen hebben dan kunt u deze richten aan [email protected].

7. Disclaimer De schrijver van dit artikel is niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade als gevolg van het gebruik van de informatie in dit artikel of de site www. vectoreu.nl. Het handelen met deze informatie is voor eigen risico.

17

De beurs en de rente Door: Max Vreedenburg Een van de voornaamste financiële factoren is de rente. Rente is met de risicopremie dat wat u moet betalen, wanneer u een lening aangaat. De rentestand is ook van invloed op de beurzen. Regelmatig verschijnen de volgende koppen in de kranten: “Plussen op Europese beurzen na rente-ingreep Fed” of “Beurzen Azië mikken op lagere rente VS”.

De rente stijgt

Hypotheekcrisis VS Momenteel is er veel aandacht voor de hypotheekcrisis in de VS, die medio 2007 voor iedereen onmiskenbaar zichtbaar werd. Vele banken kwamen in de problemen waardoor banen verdwenen. Dat is ernstig, maar wat misschien nog wel ernstiger is, is dat banken elkaar niet meer vertrouwen. De perikelen op de Amerikaanse subprime hypotheekmarkt laten de Europese financiële sector niet ongemoeid. Dit heeft te maken met het verkopen van de directe en indirecte (via beleggingen in hypotheken) beleggingen op deze markt. Vanwege de geleden verliezen is er onder beleggers nu minder bereidheid om risico’s te dragen. Dit uit zich in hogere risicopremies en een afnemende vraag naar gesecuritiseerde producten. Het gaat hierbij niet alleen om subprime gerelateerde producten, maar ook om andere complexe of risicovolle transacties. Dat is een probleem voor banken die gewend zijn om risico’s door te verkopen, en waar nodig bij elkaar geld te lenen. Het risico is dat er bij banken nu meer uitstaande kredieten op de balans blijven staan dan is gewenst omdat ze minder op de ‘tweedehands markt’ in gesecuritiseerde vorm kunnen doorverkopen. Ook willen banken nu minder geld aan elkaar uitlenen.

Kredietrisico en de liquiditeit op de kapitaalmarkt Het gevolg van het minder kunnen verkopen van risico’s en moeilijker geld bij ander banken kunnen lenen is dat banken afhankelijker worden van de markten voor kredietrisico en de liquiditeit op die markt. Voor banken is niet zozeer de rentestand op zich van belang, maar wel het verschil tussen de korte- en de lange termijnrente. Banken gebruiken immers korte termijn geld, bijvoorbeeld uw spaargeld, om het uit te lenen op de lange termijn, bijvoorbeeld aan gezinnen die een hypoheek aangaan. Hoe hoger die ‘spread’ tussen de korte en langetermijnrente, hoe groter de winst van de banken.

Momenteel daalt de lange rente, maar de korte rente stijgt. Die stijging wordt onder andere veroorzaakt door de risico-opslag die banken elkaar berekenen. De spread neemt dus af.

Inleiding voor mijn presentatie Het voorgaande is ter introductie voor mijn presentatie. Naast de actuele ontwikkelingen op de rentemarkt zal ik de volgende onderwerpen bespreken: • • • •

wie of wat bepaalt de rente; wat doen de centrale banken; hoe is de rente opgebouwd; de relatie tussen aandelen en de rente.

De HCC Gebruikersgroep Beleggen wil de kennis van de leden vergroten. Het onderwerp rente hoort daar bij. Ik zal u geen tips geven om iets in ‘rente’ te be­ leggen. Of toch een tip: Bestudeer de werking van de verschillend vormen van beleggingen en bestudeer zeker de werking van de rente.

18

De Vortex Methode

De Markt Verslaan De Vortex Methode is een krachtige dynamische beleggingstactiek met een eenvoudige doelstelling: het behalen van winst met stapsgewijze aandelentransacties op cyclische koers variaties, zelfs als de koers gemiddeld gestaag daalt. Een recentelijk voorbeeld van de kracht van de Vortex Methode is een rendement van +94% op jaarbasis voor een belegging waarvoor het Kopen-Houden rendement –14% was! Dit uitgebreide voorbeeld 1 kan desgewenst als een Vortex Excel Datablad besteld worden. Het is uiteraard kinderspel om een veel hoger rendement te kunnen behalen voor een gestaag stijgende cyclische koers. De Vortex Methode is een krachtige dynamische beleggingstactiek met een eenvoudige doelstelling: het behalen van winst met stapsgewijze aandelentransacties op cyclische koers variaties, zelfs als de koers gemiddeld gestaag daalt. Een recentelijk voorbeeld van de kracht van de Vortex Methode is een rendement van +94% op jaarbasis voor een belegging waarvoor het KopenHouden rendement –14% was! Dit uitgebreide voorbeeld kan desgewenst als een Vortex Excel Datablad besteld worden. Het is uiteraard kinderspel om een veel hoger rendement te kunnen behalen voor een gestaag stijgende cyclische koers. De Markt Verslaan is een korte promotie versie van mijn boek De Vortex Methode. Dit boek is beschikbaar als e-boek en is en losbladige uitgave waarin mijn beleggingsmethode in detail wordt behandeld en is geschikt voor beginnende zowel als redelijk gevorderde beleggers. In de huidige vorm bevat het boek alle onderdelen van de Vortex Theorie/Methode welke noodzakelijk zijn om de techniek toe te passen op beleggingsportefeuillebeheer. Voor noodzakelijke informatie hoeft de lezer dus niet te wachten op de uitgaven van de toekomstige aanvullingen. Het is belangrijk te weten dat de toekomstige aanvullingen niet verplicht zijn en niet aangeschaft hoeven te worden. Voor e-book bestellingen zie http://www. vortexcw.nl/vortex/index.html. De Vortex Methode is in wezen een eenvoudige methode. In tegenstelling tot andere methoden vereist het beleggen met de Vortex Methode geen veelvoud van indicatoren of complexe analyses. Alleen koersinformatie en lagere school rekenen is nodig om aan de slag te kunnen gaan. Als representatief voorbeeld van de alternatieven noem in de Stadium Methode van Marcel Rila. Of

de Stadium Methode al dan niet goed aan jou besteedt is oordeel ik niet over. Wel weet ik uit eigen ervaring dan na het openslaan van Rila’s handboek het mij snel duidelijk werd dat je in en zee van regeltjes en richtlijnen verdrinkt als je niet reeds een bekwaam zwemmer bent op dit gebied. Als een universitair opgeleide ingenieur ben ik toch wel iets gewend maar Rila’s boek schrikte mij af: “Als ik dat allemaal moet gaan leren kan ik beleggen voorlopig wel vergeten” dacht ik. Als ik Rila’s boek complex en moeilijk te bevatten vind zullen beginnende beleggers de Stadium Methode 2 volgens mij niet direct kunnen behappen. De Vortex Methode is daarentegen de eenvoud zelve, als je Hoofdstuk 6 maar niet leest! Met de Vortex Methode is het mogelijk om het plezier van het beleggen te ervaren door de markt te verslaan. Ik ben zelf begonnen met beleggen in vreemde valuta zoals o.a. girale Amerikaanse dollars. Dat was een fluitje van een cent! Na uitgestapt te zijn op en behoorlijke netto koersdaling voor de betreffende periode behaalde ik nog steeds een netto rendement van 6%. De tweede belegging enige tijd later resulteerde in een rendement van maar liefst 25%. Hier was een gemiddelde stijgende koers gedeeltelijk debet aan de winst. Het punt is echter dat met de Vortex Methode het maken van winst op een gemiddeld dalende koers goed mogelijk is zonder complexe analyse van koersen en zonder inzicht in de complexe zaken waardoor koersen tot stand komen. Dat wordt nader verklaard in Hoofdstuk 12.2. Als je deze manier van beleggen eenmaal ervaren hebt wordt het een leuke hobby en wil je er alsmaar mee doorgaan. Het verslaan van de markt geeft je een enorme kick! Na het aanleren van de eenvoudige Vortex Methode is er genoeg tijd om je met animo te storten op aanvullende studies om je beleggingsbeslissingen meer diepgang te geven. Je kunt de Vortex Methode aanpassen om de nieuwe leerstof binnen de richtlijnen van de Vortex

19

Methode gestalte te geven. Ben je klaar om met een leuk avontuur te beginnen?

is vaak een illusie omdat als de koersen zeer hoog zijn er in principe een forse koersdaling op de loer ligt.

2 Uitgangspunten

Als je kwaliteitsaandelen beschouwd is het niet nodig om je af te vragen of de koers laag is. Er komen nog genoeg koersdalen als de normale gang van zaken zich ontplooit en als je toevallig een koersdalletje gemist hebt is dat beslist geen ramp: er komen ongetwijfeld nog meer koersdalen om de hoek kijken. Met de Vortex Methode koop je effecten indien je geld hebt, indien je beleggen wilt en indien de gekozen effecten koopwaardig zijn. Dit is de sleutel van effectief beleggen. Koopwaardige effecten zijn koopwaardig als de koers toevallig hoog of laag staat. Als de koers vaak heen en weer schommelt is het feest voor Vortex Beleggers en zijn de noodzakelijke voorwaarden voor de Vortex Methode aanwezig.

De Vortex Theorie gaat uit van het eenvoudige principe dat beleggers geen kennis hebben van waarom koersen zich gedragen zoals ze doen, maar dat ze zeker weten dat koersen een van deze drie dingen gaat doen: • stijgen • gelijk blijven • dalen Het staat centraal in de Vortex Theorie dat koersvorming in het verleden geen enkele informatie verschaft voor het koersgedrag in de toekomst. Dit heeft zijn grondslag in de eenvoudige aanname dat er in de praktijk geen eenvoudig causaal verband te vinden is tussen gebeurtenissen in het verleden en in de toekomst. Deze stellingen vormen de basis een marktgedrag theorie welke het mogelijk maakt daarmee de markt te verslaan. De volgende waarheid eis belangrijke geloofsbrief van elke belegger: • koop op lage koers • verkoop op hoge koers Doe dit vaak. Doe dit telkens als de koers wijzigt! Het dalen van een koers is normaal. Indien dit gebeurd is de koers laag. Kopen dus! Het stijgen van een koers is normaal. Indien dit gebeurd is de koers hoog. Verkopen dus! Dit is een interessant standpunt maar als beginnende belegger heb je er niet veel aan. Massa’s mensen weten uiteraard dat de winst alleen gemaakt kan worden door het verschil tussen hoge en lage koers. Het probleem is dat er geen handvat aan zit: Hoe weet je wanneer de koers laag genoeg is om te kopen? Hoe weet je wanneer de koers hoog genoeg is om te verkopen? Deze vragen zijn niet belangrijk. Het is soms juist goed om effecten te kopen waarvan de koers al een tijd hoog is: dat is als je kwaliteit koopt, maar dat is niet altijd een juiste aanpak. Het gros van de amateur-beleggers koopt pas aandelen als de koersen al maanden of zelfs jaren lang opgejaagd zijn. De hoge instapkoers ziet men instinctief als laag omdat beleggers geloven dat de koers binnenkort nog verder zal stijgen. Deze gedachte

Zo eenvoudig is het.

Details van de Vortex Methode 1 Het laag kopen en hoog verkopen wordt iteratief toegepast op relatief kleine koers schommelingen waardoor er telkens een gedeelte van de totale belegging verhandeld word. In wezen wordt je belegging in stukken verdeeld die als een aparte beleggingen beschouwd worden en waarvoor laag kopen en hoog verkopen geldt; 2 De belegging wordt gestart door een Fractie X van het beschikbaar gestelde Kapitaal K als Reserve op te zetten: R = X*K. De reserve is een appeltje voor de dorst! X is een vrij te kiezen fractie en mag 100% zijn of 0%. Dit is aan de belegger om naar zijn keuze te kiezen. Als X=100 gekozen wordt neemt de belegger een afwachtende houding aan/ Met X= 0 springt de beleggen met zijn volle vermogen de markt in. De Reserve wordt opgezet voor twee reden: 1 Indien de koers daalt is er geld beschikbaar om effecten te kopen op een relatief lage koers. De koers is dan laag ten opzichte van een eerder tijdstip. 2 Indien de koers daalt en er is reden om bezorgd te zijn kan men uitstappen en dit waarborgt dat verlies zeer beperkt blijft. Dit is echter een beveiliging tegen onverwachte ontwikkelingen. Normaliter wordt een deel van de reserve gebruikt om extra effecten te kopen als de koers daalt je begint dan in feite een nieuwe belegging: de koers is immers laag vergeleken met het verleden. 3 Als de koers stijgt is het hoog ten opzichte van het verleden en is er een kans om een deel van de winst

20

te verzilveren en wel voor twee reden: 1 De koers kan elk moment weer dalen en dan is de winstverzilvering niet meer mogelijk: een verloren kans om winst te boeken; 2 Een koersdaling wordt gemiddeld steeds waarschijnlijker naarmate een koersstijging doorzet. De behaalde winst staat dan onder een sterke dreiging niet verzilverd te kunnen worden. Het risico voor een plotselinge daling stijgt naarmate de koersstijging doorzet: Door stapsgewijs effecten te verzilveren wordt de winst vastgelegd. 4 Om de risico’s tegen plotselinge daling af te dekken en om op lage koersen te kunnen kopen is de grondslag van de Vortex Methode via gedeeltelijke verkopen op hoge koers op een structurele manier kapitaalwinst op te bouwen en deze op lage koersen weer te herbeleggen. Deze techniek werkt zeer effectief indien een aantal logische randvoorwaarden in stelling gebracht worden (boerenverstand gebruiken). 5 De stappen welke de Vortex Methode ten uitvoer brengen zijn vrij te programmeren en zijn slechts afhankelijk van de koers en niets anders. De koop- en verkoopberekeningen kunnen naar keuze beïnvloed worden door de belegger. Hierdoor ontstaat een koop/verkoop tactiek waardoor er een Quantum ontstaat welke de grootte van het te verhandelen effectenpakket bepaald. In principe is een Quantum de op zichzelf staande kleine belegging welke op lage koers gekocht wordt en op hoge koers verkocht wordt. De investering bestaat dus uit een opsomming van een variabel aantal Quanta. Zie hieronder de koop/verkoop situaties voor de Quanta (de grafiek geldt voor elke willekeurige belegging);

6 In principe is een quantum een fractie van een portefeuille. Als er dus een koop of een verkoop ontstaat is het volgende principe van toepassing: Een Quantum = y*(waarde van de belegging) met y eenvoudigweg een fractie die wordt bepaald door de belegger. Daarover meer later. Waar het nu om gaat is wat er fundamenteel ontstaat als gevolg van deze tactiek waardoor de Vortex Methode een krachtige tactiek is en waardoor het de markt kan verslaan. Neem even aan dat het stapsgewijs kopen/ verkopen uitgevoerd wordt vanuit een algoritme. . .een set instructies dat op basis van koersen de koop- en verkoop adviezen genereert zoals ik later zal uitleggen. Het algoritme zorgt voor een scheve verhouding tussen koop-quanta en verkoop-quanta zodat er structureel een portefeuillegroei (aanwas) ontstaat door het herhaaldelijk kopen/verkopen op cyclische koersen; 7 Zie hieronder een sterk overdreven voorbeeld van de scheve aanwas van gekochte effecten op gedaalde koers met de winst van verkochte effecten op hoge koers:

Als de koers bijv. naar € 50 stijgt en je verkoopt 2 effecten dan maak je daarbij € 100 vrij op 20 effecten op een koers van € 5 terug te kopen! Deze behandelde uitgangspunten zijn de essentiële grondbeginselen waarop de Vortex Theorie is gevestigd 3 . Ik herhaal deze grondbeginselen in een vereenvoudigde samenvatting: • verkopen van een fractie van je aandelen op hoge koers, relatief naar het waardeverschil na een koers­ daling verzilvert de winst waarmee op lagere koers een groter aantal effecten gekocht kan worden; • het opzetten van een vrij te kiezen reserve X voor het profiteren van lage koersen en het beschermen van het beschikbare vermogen K • koopadvies is F* (Portefeuille waardedaling) waarin F een vermenigvuldiging factor is (wordt later gedefinieerd); Wat deze gegeneraliseerde grondbeginselen bereiken

21

is het opzetten van de grondbeginselen van de Vortex Methode waarin de belegger een ruime mate van invloed heeft op zijn uit te voeren beleggingsbeleid. In dit beleid is het formuleren van de factor F volledig afhankelijk van de belegger zelf: er kan gekozen worden voor een zeer voorzichtige aanpak (lage waarde voor F) en een agressieve aanpak (hoge waarde voor F). Specifiek resulteert deze methode in een Koop Advies op dalende koers en een Verkoop Advies op stijgende koers door een deel van een portefeuille. Na een koop of een verkoop ontstaat er geen advies tot op een moment dat de koers voldoende is gedaald of voldoende gestegen om tot actie over te gaan. De

beslissing t.a.z.v. wat voldoende koerswijziging is en hoe groot de koop of verkoop moet zijn wordt door de beleger zelf bepaald maar wordt via een algoritme gestandaardiseerd op basis van koersvorming. Dit houdt in dat de belegger via het kiezen van een aantal factoren zijn portefeuille agressief dan wel conservatief kan beheren door middel van dynamisch beleggen zodat hij de markt kan verslaan.

Voetnoot 1: Vortex Optimalisatie 2002 van het Amerikaanse aandeel SYMC voor de koersen van 2/01/02 t/m 12/07/02/. Bestellen via e-mail als Excel SYMC Datablad 12.2.1: Euro 3,50. Bestelling zonder boekbestelling: Euro 5,00. Prijzen Incl. BTW en op basis van e-mail verzending. Voor normale postverzending Euro 2,50 extra. Bestellingen sturen naar de uitgever. Voetnoot 2: Groot Beleggers Handboek, Marcel Rila, ISBN 90 38 90 49 83, Elmar 1996 4de druk 1997 Voetnoot 3: Dit principe is uiteraard een rekenkundig feit dat voor alle beleggingen geldt als je met winst op hoge koers effecten gaat bijkopen op lage koers.

Weekendbeleggers beleggen in het weekend Door: Michael Groenewoud, www.weekendbeleggers.nl Uit recent wetenschappelijk onderzoek onder 100.000 ALEX beleggers blijkt o.a. dat deze beleggers over de periode januari 2000 t/m maart 2006 een gemiddeld verlies hebben geleden van bijna 2% per maand. Oorzaak, het o.a. onvoldoende geïnformeerd zijn (opties) en te vaak handelen (bron: Universiteit van Maastricht 2007, ALEX leerstoel). Het zou kunnen dat deze beleggers geen gebruik maken van enig beleggingssysteem. Startende technisch analisten zijn bij de keuze van een beleggingstrategie of systeem vaak aangewezen op algemeen bekende indicatoren zoals MA, MACD, RSI en DMI. Met gebruik van deze hulpmiddelen wordt vervolgens belegd. Tevens dienen deze nieuwkomers afwegingen te maken over zijn/haar: • planningshorizon (maakt men gebruik van uur-, dag-, week- of maandgrafiek?); • risicospreiding (voor welk percentage van het belegd vermogen wordt gebruik gemaakt van beleggingsfondsen, aandelen en/of hefboomproducten?); • beleggerbeslissing (behoort men tot de adviesgevoeligen, de gemakzuchtigen, de risicovermijders of de ambitieuzen? (bron: AFM segmentatietabel 2007). De wat meer gevorderde analist beschouwt de literatuur of volgt een training. Zij kennen de theorieën over kop-schouder-formaties, dubbele bodems en andere technische hulpmiddelen. En zij proberen daar dan naar te handelen. Van gevorderde beleggers wordt verwacht dat zij goed de risico’s van het handelen in hefboomproducten beheersen. De hoogste graad van technische analyse hebben zij bereikt die een eigen systeem hebben ontwikkeld of zelfs gebouwd en daarmee tevens geautomatiseerd handelen. De spoeling wordt bij deze groep echter al een stuk dunner en is alleen weggelegd voor de happy few. Deze groep van beleggers kent de risico’s van het handelen in derivaten bij wijze van spreken uit het

hoofd. Waar echter vrijwel niemand aan ontkomt, zijn de menselijke emoties. Zie ik nu wel of niet een dubbele bodem? Zal ik nu wel of niet handelen, had ik maar niet gehandeld.., de twijfel slaat toe. Steun- en weerstandslijnen worden vaak gebruikt om het beste in- en uitstapmoment te bepalen. Echter, het trekken van lijntjes langs een koersgrafiek is toch echt een subjectieve handeling. Want hoe vaak zijn deze lijntjes door menig analist niet aangepast zodat de koers zich weer keurig in de eerder getekende range zou bevinden? Herkenbaar? Veel beginnende en zelfs ervaren beleggers hoppen door de jaren heen vaak van het ene naar het andere systeem, omdat de resultaten van hun huidig systeem toch niet zo goed uitpakte als in eerste instantie werd gedacht. En vol enthousiasme stort men zich vervolgens weer in een ander systeem op zoek naar de heilige graal. Deze bestaat echter niet. Toch ontstaan er soms spontaan systemen die best ‘s even tegen het licht gehouden mogen worden. De beleggingstrategie van weekendbeleggers is zo’n systeem waarbij met voorbedachten rade wordt gehandeld. Weekendbeleggers beleggen alleen in het weekend Bij dit systeem wordt gebruikt gemaakt van een indicator die minder algemeen bekend is bij het grote publiek. Deze indicator werkt op basis van 3 exponentiele

22

moving averages maar presenteert zich door gekleurde pijltjes. De vertraging die hierdoor optreedt wordt deels tenietgedaan door het inbrengen van een (ROC) rate of change. De toegevoegde waarde van dit systeem ligt echter in het feit dat deze indicator niet wordt gebruikt in combinatie met de gebruikelijke daggrafiek, maar met de weekgrafiek. Dit maakt het mogelijk om alleen in het weekend te beleggen. Tegelijkertijd zijn alle Amsterdamse fondsen (en beschikbaar gesteld door Tijd Beurs Media in Wallstreet Pro) gesimuleerd getest (backward and forward) m.b.v. 20 jaar koershistorie en door criteria gehaald die de toets der kritiek voor een geautomatiseerd handelsysteem in belangrijke mate weerstaan. Een van de criteria betreft de hitrate (het percentage aantal goed afgegeven adviezen op basis van de indicatorsignalen uit het verleden). Deze moet in beginsel per fonds altijd groter zijn dan 50%. Het resultaat is een systeem dat uitsluitend werkt met een mandje van geselecteerde beleggingsfondsen, aandelen en indexen, ongeveer 60 fondsen in totaal. Afhankelijk van het beleggingskarakter en -beslissingen bepaalt men uiteraard zelf in welke fondsen wel of niet wordt gehandeld. Om nog beter de effectiviteit van het systeem aan te geven wordt steeds de grafiek gepresenteerd incl. indicator en TSV (Trend Simulatie Vermogen). Hierdoor ziet men in een oogopslag hoe deze indicator rendeert op het belegd vermogen. Eenvoudig, emotievrij en effectief.

Eenvoud(ig) Weekendbeleggers volgen kinderlijk eenvoudig de adviezen (lees de gekleurde signalen van de indicator). Deze rekent met de vrijdagslotkoers. Daarmee behoren deze beleggers deels tot de adviesgevoeligen uit de AFM-segmentatie tabel. Zij weten zich tevens gesteund door een indicator die zich gemakkelijk laat controleren, over transparantie gesproken. Weekendbeleggers twijfelen (= emotie) voortaan nooit meer over dubbele bodems, KS formaties of het trekken van steun

en weerstandslijnen, want hier wordt gewoon niet mee gewerkt. Er wordt gewerkt met 1 systeem en niet met meerdere tegelijkertijd wat bevorderlijk is voor de beheersbaarheid. Beleggen is daarom niet moeilijk meer. Orders worden ingelegd in het weekend die vervolgens worden uitgevoerd bij de opening van de Amsterdamse beurs op maandagochtend. Door alleen te beleggen in het weekend heeft men de rest van de week meer tijd voor andere dingen in het leven.

Emotievrij Koersgrafieken komen tot stand o.a. op basis van menselijke emoties. Weekendbeleggers handelen echter emotievrij en met discipline volgens de gekleurde pijlen. Zij voorspellen niet, maar nemen slechts waar. Na enige tijd ontstaat als vanzelf vertrouwen in het systeem. Daarna volgen zij bij wijze van spreken ‘blind’ de pijltjes.

Effectief Weekendbeleggers nemen wat meer afstand van de koersgrafiek door gebruik te maken van de weekgrafiek. Door niet dagelijks te handelen maar wekelijks bespaart dit de belegger transactiekosten. Hierbij is gesimuleerd een hitrate gerealiseerd vanaf 01 januari 1996 tot 31 december 2006 van 79%! En dat is een ongekend percentage! De grootste effectiviteit van dit systeem wordt echter behaald in een bearmarket zoals in de periode 2001/2002. Door tijdig de sluit long signalen uit te voeren en tevens (eventueel) in te spelen op de dalingen bij die fondsen waarbij dat mogelijk is, slaat dit systeem pas echt toe. Kijk en daar wordt elke type belegger vrolijk van.. Lezers die meer willen weten over dit systeem kunnen mijn presentatie op 13 oktober a.s. bezoeken of eens een kijkje nemen op www.weekendbeleggers.nl.

23

Beleg in “Stijl” en versla de EuroStoxx50 Door: H.P. Kupers, e-mail: [email protected] In een eerder artikel (“Meer Rendement uit uw Belegging met Opties”, werd beschreven hoe een belegger in Europese aandelen, rendement kan toevoegen door het schrijven van call en/of put opties op de EuroStoxx50. Door “selectief” te schrijven, niet elke periode maar slechts dan als aan bepaalde criteria is voldaan (bijv. koers > ma of toenemende volatiliteit), bleek het mogelijk een aantrekkelijke vergroting van het rendement te behalen tegen aanvaardbare risico’s. Aangetoond werd zelfs dat het (ongedekt) schrijven van opties een aantrekkelijker rendement kan opleveren (hogere opbrengst, kleinere standaard deviatie en hogere hitratio) dan een belegging in de index zelf. De EuroStoxx50 vertoont wat waardeverloop betreft grote overeenkomst met de Dow Jones Stoxx SX600 (statistisch gezegd: een hoge positieve correlatie). Hoewel de SX 600 een bredere en daarom meer gespreide index is, werd toch gekozen voor de EuroStoxx50 omdat in de producten van die index (opties en futures) nu eenmaal een groter volumen omgaat en daarmee de bied-laat spread en de liquiditeit aantrekkelijker is. Zijn er nu meer mogelijkheden om een beter rendement te maken dan een belegging in de EuroStoxx50 naast het toepassen van opties? We kijken dan eerst naar de “componenten” van de SX600.

Het Europese Universum

html, zoek naar : “Exchange Traded Products based on indices of STOXX Ltd. and Dow Jones Indexes”. Daarin wordt per index aangegeven: - Index naam - Product (ETF, optie, future) - Beurs waar het product verhandeld wordt - Uitgevende financiële instelling - ISIN of symbool Nu kunnen er wel allerlei nieuwe beleggingsmogelijkheden ontstaan maar hoe maak je daar als belegger verantwoord gebruik van? De manier om dat te doen is een model maken en onderzoeken of elders met succes toegepaste methodieken ook toepasbaar zijn op de verschillende indices of combinaties daarvan. Zo zouden we wel eens willen weten of beleggen in de “Style and Size” indices middels een momentum benadering betere resultaten oplevert dan beleggen in de EuroStoxx50 of de SX600 zelf.

Het Europese universum van Dow Jones Stoxx bestaat uit de 600 grootste bedrijven. Dit universum wordt naar verschillende gezichtspunten onderverdeeld. In feite zijn het verschillende dwarsdoorsneden van het universum of selecties daaruit. Daarbij worden de volgende categorieën onderscheiden: • Dow Jones Stoxx Blue Chip Indices • Dow Jones Stoxx Super Sector Indices • Dow Jones Stoxx Broad, Size and Style Indices • Dow Jones Stoxx Specialty Indices Op www.stoxx.com/indices/types/benchmark.html vindt u een volledig overzicht van de indices en de samenstellende delen. Wat de Dow Jones Stoxx indices zo interessant maakt voor de belegger zijn de relatief lange tijdreeksen die beschikbaar zijn en die heb je nu eenmaal nodig om met statistisch zinvolle resultaten te kunnen komen. Bovendien wordt het aanbod van ETF’s (Exchange Traded Funds: een soort beleggingsfonds met lage beheerskosten dat de betreffende index min of meer nauwgezet volgt) gebaseerd op die indices steeds uitgebreider. In principe bieden de ETF’s daarnaast ook nog eens de gelegenheid om er long of short in te gaan. Een fraai overzicht van de beschikbare producten gebaseerd op de Dow Jones Stoxx indices kan men als pdf downloaden van www.stoxx.com/indices/products.

Beleggen op basis van momentum of relatieve sterkte. Als uit een groep aandelen, het aandeel gekozen wordt dat over een bepaalde periode het sterkst gestegen is, dan blijkt dit aandeel ook in de nabije toekomst veelal beter te presteren dan het gemiddelde van die groep. De periode waarover de stijging wordt berekend noemt men wel “formation” of momentum periode. Naast deze “formation” of momentum periode is vanzelfsprekend ook nog van belang de tijdsduur die men het aandeel vervolgens in bezit houdt. Deze tijdsduur wordt aangeduid als de “hold” periode. We zouden nu vast willen stellen of een dergelijke benadering toegepast op “Style and Size” indices een beter resultaat op levert dan een belegging in het universum zelf (de SX600) of in de EuroStoxx50. We kopen dan elke week de over de afgelopen “formation” periode sterkst gestegen index van de “Style and Size” categorie, houden die “hold” weken in portefeuille en vergelijken dan het rendement met dat van de SX600 en de EuroStoxx50 (onze “benchmarks”) over de overeenkomstige periode. Is de opbrengst van de geselecteerde index groter dan die van de benchmark dan is er sprake van outperformance. Is de opbrengst lager dan spreken we van underperformance. Voor dat doel maken we een model in Excel waarin we als data opnemen de diverse “Style and Size” indices

24

die we willen onderzoeken en bovendien ter vergelijking ook de SX600 en de EuroStoxx50. In het model willen we de “formation” of momentum periode kunnen varieren en onafhankelijk daarvan ook de ”hold” periode. Vanzelfsprekend willen we ook nog weten wat het resultaat is als we niet de index met de hoogste waarde selecteren over de momentum periode nemen maar de op één na hoogste enz. Tenslotte willen we een statistische indicatie van de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Immers is de uitkomst niet statistisch “significant” dan hebben we er niets aan ook al lijkt het “economisch” wel interessant.

Style indices Onder een bepaalde “Style” wordt over het algemeen verstaan een indeling naar “groei” of naar “waarde” aandelen. Dow Jones Stoxx hanteert daar vanzelfsprekend objectieve criteria voor die op hun website geraadpleegd kunnen worden. Aan het onderscheid naar “Style” kunnen we nog een element toevoegen: een differentiatie naar “grootte”. Zo zouden we uit kunnen gaan van de Total Return- Eurozone indices: TMI Growth (Total Market Index) Large Cap Growth Mid Cap Growth Small Cap Growth TMI Value (Total Market Index) Large Cap Value Mid Cap Value Small Cap Value Historische data van de indices kunnen opgehaald worden van deze website. De bestandsnamen zijn resp. “hstygtee.txt” en “hstyvtee.txt”. Ook de benchmarks moeten geïmporteerd worden (hbrbcte.txt) en wellicht ook nog de index voor volatility (h_vstoxx.txt). Nadat de genoemde “txt” bestanden van de Stoxx website zijn opgehaald, kunnen deze geïmporteerd worden in Excel. In het Excel spreadsheet “ggBeleggenStyleSizeData. xls” werden de gegevens geïmporteerd (zie tabs: GRO, VAL, IND en VOL). Vervolgens werden de data van de te gebruiken indices samengevoegd in de tab DATA. Omdat we liever werken met week data, moeten we de dag data nog reduceren tot weekdata. Deze bewerking vindt plaats in de tab WEEK. In cellen a5 en a6 worden de eerste twee vrijdagen opgenomen van de reeks. Vervolgens worden deze geselecteerd en wordt de vulgreep rechts onder de selectie geplaatst. Er verschijnt een plus teken en men kan nu de reeks naar beneden doortrekken en data van opvolgende vrijdagen verschijnen. De zoekopdracht in cel b5 (om de bij de datum behorende waarde van de index te zoeken) kan naar rechts worden doorgetrokken en vervolgens, na selectie van de hele regel, door naar beneden. De

inhoud van tab WEEK vormt de basis voor verdere bewerking in het model.

Werking van het model Het model wordt weergegeven in Excel spreadsheet “ggBeleggenStyleSizeVarMomHld.xls” VarMomHld staat voor variabel momentum en hold (men kan met weinig moeite het spreadsheet geschikt maken voor soortgelijke analyses van andere “universa”). Het spreadsheet bestaat uit verschillende tabs. Onder de tab Legend wordt een uitvoerige toelichting gegeven op de inhoud van de overige tabs. De tab Sys bevat de variabelen, de overige tabs bevatten de bewerkingen. De parameter waarden voor “formation” of momentum en “hold” dienen ingetoetst te worden in de tab Sys in cellen b1 en b2. In cel b3 wordt het rangnummer ingetoetst van de momentum waarde (1 = hoogste momentum, 2 = op één na hoogste momentum etc.) waar men de uitkomst van wil weten. De resultaten die het gevolg zijn van de ingestelde parameter waarden worden ook in deze tab samengevat: de jaarlijkse outperformance (als het een positieve waarde betreft, is de uitkomst negatief dan betreft het underperformance) in cel c5 , de waarde van de statistische t-toets (resultaat significant indien groter dan 1.65) in cel c6 en tenslotte in cellen c9 en c10 de gemiddelde outperformance voor de hold periode en de standaard deviatie van die outperformance. Tevens is een tabel gemaakt van de jaarlijkse outperformance (in %) in d12 tot en met ad25 Voor verschillende combinaties van formation en hold perioden. De tab Data geeft de index waarden weer aan het slot van elke week over de periode van 4-7-97 tot 31-082007. De Style en Size indices treft men aan in de kolommen c tm j, de benchmarks in de kolommen k tm n en de volatiliteits index in kolom o. De tweede kolom (b) geeft een oplopende nummering weer vanaf de eerste datum. De waarde in die kolom wordt in volgende tabs als referentie waarde gebruikt. In tab Mom wordt voor de ingestelde “formation” periode het momentum berekend voor alle indices. De teller in kolom b begint bij de eerste datum met een waarde gelijk aan (1- formation periode). De eerste (1 –formation periode) waarden in kolom b zijn dan ook negatief of nul. Het momentum kan pas bepaald worden indien de waarde in kolom b, 1 of meer bedraagt. De index waarde van een bepaalde rij uit de tab Data wordt dan gedeeld door de waarde van die index (1formation periode) weken geleden. In tab Rank, wordt aan de Style and Size indices een rangnummer toegekend op basis van het berekende momentum in tab Mom. Excel kent hiervoor de instructie “=SOM(ALS(C5>=MOM!C5:MOM!J5;1))” die ingegeven dient te worden als een matrix commando met shift+ctrl+enter.

25

In tab Fret (forward return) wordt het (toekomstig) rendement over “hold” perioden berekend. Immers als een index geselecteerd wordt, willen we het rendement van die index weten over de komende “hold” perioden ter vergelijking met het rendement van een benchmark over dezelfde periode. Bij de bepaling van het rendement maken we weer gebruik van kolom b. Ditmaal is de eerste waarde gelijk aan (1 + hold periode). Vanaf de eerste datum hebben we een waarde die groter is dan één. We bepalen het (toekomstig) rendement op een bepaalde datum door de waarde van de index (1 +hold periode) weken vóóruit te delen door de waarde van de index op de betreffende datum. Voor de laatste (1 +hold periode) weken hebben we dan vanzelfsprekend geen resultaat. De tab RankRet geeft voor de gewenste rangorde en de ingestelde parameter waarden voor momentum en hold, de selecties per week weer met bij behorende rendementen. Kolom b dient weer als referentie waarde (er is pas dan een selectie als deze waarde groter is dan “momentum periode” weken). In kolom c wordt die Style and Size index gekozen die voor de betreffende week in tab Rank de rangorde heeft aangegeven in cel c2. In kolom d wordt daar het rendement over hold periode (uit tab Fret) bijgezocht en in kolom e het rendement over die periode van de benchmark (eveneens uit tab Fret). In kolom f tenslotte wordt de outof underperformance berekend als het verschil tussen kolom d en e.

Enkele resultaten Uit de tabel in tab Sys van spreadsheet “ggBeleggenStyleSizeVarMomHld.xls” is af te lezen dat voor praktisch alle parameter waarden een outperformance behaald wordt die tussen 4% en 9% bedraagt op jaarbasis. Opvallend daarbij is dat rond een momentum van 26 weken en van 52 weken een relatief hoge outperformance behaald wordt bij een hold die ongeveer de helft bedraagt van de formation periode. Zo is een momentum van 26 weken en een bijbehorende hold periode van 13 weken een geschikte combinatie. De waarde van de toets (t-stat) bedraagt dan 7.9 (afleesbaar in tab Sys in cel c6). Hoe zit het nu met de style-size indices die niet de hoogste rang hebben maar een lagere rang (2e plaats, 3eplaats etc.). Voor de combinatie van 26 weken momentum en 13 weken hold is de jaarlijkse outperformance als volgt voor style-size indices: (zie afbeelding onderaan deze pagina.)

Een lagere rang komt redelijk overeen met een lagere outperformance op jaarbasis. Het verschil tussen nummer 1 (de hoogste rang) en nummer 8 (de laagste rang) bedraagt zelfs 12.6% op jaarbasis. Werkt deze momentum benadering altijd? Om dit te onderzoeken verdelen wij de waarnemingsperiode in drie delen. Deze komen overeen met een algemene stijging van de beurs (tot 10-03-2000), een forse daling (van 10-03-2000 tot 14-03-2003) en opnieuw een stijging (van 14-03-2003 tot ultimo augustus 2007). In tab RankRet is af te lezen dat de momentum benadering niet in elke deelperiode positief was (zie cellen f550, f554 en f558). Bij een momentum van 26 weken en een hold van 13 weken was de jaarlijkse outperformance in de eerste deelperiode (een beurs stijging) – 2.8% (negatief), in de tweede deelperiode (beurs daling) +16.3% en in de derde deelperiode (wederom een stijgende beurs) + 7.9% Nader onderzoek zou nog gedaan kunnen worden naar de relatieve frequentie van growth versus value in de verschillende deelperioden en ook naar de relatieve aantrekkelijkheid van “size” als de beurs een dalende tendens vertoont ten opzichte van tijden waarin de beurs stijgt. Additionele selecties kunnen nog worden toegevoegd aan de hier gekozen indices. Zo kan men bijvoorbeeld ook de EuroStoxx Select Dividend index toevoegen.

Conclusie Een momentum benadering biedt kansen voor de belegger die in Europese waarden wil beleggen en daar niet alleen een ETF in de benchmark (SX 600 of EuroStoxx50) voor wil nemen maar ook een positie in een Style Size ETF. Verschillende strategieën zijn dan denkbaar: long de top style-size en short de bottom style-size. Ook is het mogelijk de ingenomen long positie in de top style size index te beschermen met een put op de EuroStoxx50. Mochten er leden zijn die belangstelling hebben om een dergelijke aanpak nader uit te werken dan wil ik daar graag mijn medewerking aan verlenen.

26

Wat is beursstemming? Door: Eelco Ubbels In 1983 werd in Nederland de EOE-index geïntroduceerd. Met deze index zou de beursstemming weergegeven worden. Nu 23 jaar later, een naamsverandering naar AEX en velen beursstemmingen verder lijkt het er op dat een index geen stemming weergeeft. Maar wat geeft een index wel aan? Een index bestaande uit een representatief aantal aandelen met elk een specifieke weging, mag een marktgemiddelde worden genoemd. Naast de AEX is er ook de MSCI Netherlands en CBS herbeleggingindex. De laatste twee zijn representatiever vanwege het hoger aantal aandelen en er wordt rekening gehouden met het dividend. Toch vraagt iedereen zich af wat de AEX doet, om een indruk te krijgen van de richting van de markt. Of het de beursstemming weergeeft en een voorspellende kracht heeft, is een andere vraag.

Voorspellende kracht Er zijn maar weinig indicatoren die een voorspellende kracht hebben. Met de enorme capaciteit die de computers tegenwoordig hebben, kan elke denkbare indicator getoetst worden op een voorspellende kracht. Naast koersen zijn er ook fundamentele krachten die een beursstemming bepalen. Als er een winstwaarschuwing gemeld wordt van een toonaangevend bedrijf, dan heeft dat invloed. Als er meerdere kleinere bedrijven uit een specifieke sector aangeven dat de winsten afnemen heeft dat ook invloed.

Strategie Het komt regelmatig voor dat een strategie die in het verleden goed leek te werken niet dezelfde resultaten zal tonen als er echt gehandeld gaat worden. De mogelijkheid van anticipatie op het verleden komt dan eerder om de hoek kijken dan we aanvankelijk hadden verwacht. Strategieën die alleen gebaseerd zijn op de prijs kunnen hier onverwacht last van krijgen. Een toevoeging aan de strategie die buiten de categorie prijs valt, heeft een sterke voorkeur. Twee verschillende beleggingscategorieën met elkaar in verband brengen kan de valkuil van anticiperen op het verleden helpen te omzeilen. Voorbeelden van data die toegevoegd kan worden uit het arsenaal van de Technische Analyse zijn volume, put/call ratio en advance/declines. Natuurlijk kan er ook data toegevoegd worden uit het Fundamentele kamp. Hierbij kan gedacht worden aan koers-/winstverhoudingen, winst per aandeel en een keuze uit jaarverslagen. Een andere categorie die een toegevoegde waarde kan hebben zijn intermarket relaties. Hiermee wordt bedoeld om bij een strategie op aandelenniveau ook bijvoorbeeld indicatoren van rente toe te voegen. En bij rentestrategieën is het interessant om ook naar goud te kijken. Er zijn naast de categorie prijs voldoende andere factoren bruikbaar wat anticipatie op het verleden doet afnemen.

Beschikbaarheid data De voorkeur voor indicatoren uit de Technische Ana-

lyse spreekt voor zich. Doordat aan het eind van de dag alle koersen beschikbaar zijn, kunnen deze indicatoren meteen geactualiseerd worden. Anders is dit voor de fundamentele waarden. De fundamentele indicatoren worden misschien ééns per halfjaar geactualiseerd en dan is de publicatie hiervan ook nog eens later. Interessanter zijn dan bijvoorbeeld de verwachtingen van de winst per aandeel van analisten. Van elk aandeel wordt van alle analisten die het specifieke aandeel volgen, de winstverwachting per aandeel bijgehouden. Als het gemiddelde van de winstverwachting van een groep analisten naar boven wordt bijgesteld, dan is dat een interessanter signaal dan dat de aanbeveling van analisten van hold naar buy gaat. De beschikbaarheid van deze data komt langzaam op gang en vergroot de mogelijkheid om naast een strategie wezenlijk andere input te gebruiken voor een definitief model.

Stemmingsdata De mening van één individueel persoon heeft weinig tot geen invloed op de beurs. Hierbij laat ik directeuren van centrale banken of multinationals even buiten beschouwing. De mening van een groepje mensen kan belangrijk zijn. De mening van een grote groep mensen heeft zeker invloed op de beurs. Niemand weet de koers van morgen, maar morgen aan het eind van de dag weten we de koers wel. Als we nu allemaal gaan aangeven hoe wij over de koers van morgen denken dan kunnen we vandaag al weten wat die koers morgen zal zijn! Beleggingsexperiment Met dit uitgangspunt ben ik in mei 2006 gestart om actieve beleggers te enquêteren door elke week tussen vrijdag en zondag via de website 4 vragen te laten beantwoorden. Op maandagochtend ontvangt iedere deelnemer de e-mail met het uitslag. De doelstelling is om met deze uitkomsten een actieve indicator ofwel een actieve handelsstrategie te ontwikkelen waarmee we kunnen gaan handelen. Momenteel zijn er al een paar metingen, maar die zijn meestal op maandbasis en een actieve handelsstrategie is hier nog

27

niet uit voortgevloeid. De doelstelling is om op weekbasis een actieve strategie te ontwerpen. Door dit experiment zal blijken of er een voorspellende kracht bestaat. Misschien komt er een geheel ander resultaat naar voren en blijkt dat er een negatieve correlatie bestaat tussen de verwachte koersontwikkeling en de werkelijke koersontwikkeling, maar dat maakt het niet minder interessant. Hier kan ook een handelsstrategie uit voortvloeien.

op [email protected]. U kunt elke vrijdagochtend vanaf 8:00 uur tot zondag 12:00 uur uw beursstemming geven op www.beurs-stemming.nl! Eelco Ubbels is werkzaam als senior vermogensbeheerder bij INMAXXA Vermogensbeheer (www.inmaxxa. nl). Hij schrijft dit artikel op persoonlijke titel en kan worden bereikt via [email protected].

Deze grafiek wordt verkregen door de optimisten af te zetten tegen de pessimisten. Als het verschil groter is dan 10-15% is het een significant signaal.

Doelstelling: het creëren van een actieve indicator op weekbasis Het doel is om met al deze gegevens een actieve handelsstrategie te ontwikkelen die gebaseerd is op een grote groep beleggers. Deze handelsstrategie is op weekbasis, wat interessant is voor een grote groep actieve beleggers. Momenteel zijn er al wel een aantal metingen, maar deze zijn op maandbasis. Dit is voor veel beleggers een lange termijnstrategie. Met www.beurs-stemming.nl wordt de weg geopend om op weekbasis een meting te doen onder een groep actieve beleggers. De doelstelling mag duidelijk zijn, geen semi-wetenschappelijk onderzoek om iets aan te tonen waar niemand iets aan heeft. Door deze meting en aanvullende indicatoren komt het uiteindelijk tot een weekstrategie die echte pecunia oplevert.

Ook uw AEX visie telt! Door op weekbasis te meten gaat alles vier keer zo snel als op maandbasis. Op het moment van schrijven zijn er 70 metingen geweest. Hieruit is geleidelijk aan al een conclusie te trekken. Dit rapport is binnenkort beschikbaar voor alle deelnemers. Graag nodig ik u uit om aankomend weekend ook uw beursstemming te geven. Mocht u vragen of opmerkingen hebben deze zijn natuurlijk van harte welkom

De Long/Short portefeuille, waarbij wekelijks de 4 populairste aandelen Long worden gegaan en de vier minst populaire worden Short gegaan.

28

DfbOnline.nl – Risicobeheersing door Kennis Dat de financiële wereld steeds complexer wordt is iets dat we allemaal vrijwel dagelijks kunnen ervaren. Als we naar een wat langere termijn kijken wordt dat helemaal duidelijk. Zo’n 30 jaar geleden waren er in Nederland bijvoorbeeld nog geen derivatenmarkten; alleen werden op de Amsterdamse Effectenbeurs in bescheiden mate premie-affaires afgesloten. Er werd nog nauwelijks gebruik gemaakt van de theoretische concepten die in de jaren 60 en 70 (voornamelijk in de VS) werden ontwikkeld. Hypotheekleningen waren er eigenlijk maar in twee smaken: lineaire- en annuïteitenleningen. Het leven was voor de belegger (voornamelijk professioneel, slechts een bescheiden aantal particulieren beschikte over voldoende overtollige middelen om een eigen effectenportefeuille te beheren) dan ook betrekkelijk eenvoudig en overzichtelijk. Het aantal beleggingsproducten was zeer beperkt, van volatiliteit had nog niemand gehoord en CAPM en speltheorie stonden nog in de kinderschoenen. Tegenwoordig telt Nederland naar schatting 3,8 miljoen beleggingsexperts die over hedge funds, trackers, subprime, rentestructuur, halal bankieren, CDO en private equity spreken alsof het over (bij mannen) de tactiek van Ajax gaat of (bij vrouwen) de beste manier voor het opzetten van een borduurwerk. Zomaar enkele begrippen die u kunt nazoeken op kennisbank www.dfbonline.nl. Om de volledige uitleg van dit zeer complete beleggers-ABC te kunnen bekijken dient u zich wel te registreren op deze website (dit is kosteloos): Amsterdamse Effectenbeurs | annuïteitenlening | CAPM | CDO | derivatenmarkt | Halal bankieren | hedge fund | lineaire hypotheek | premie-affaire| private equity | rainbow option| rentestructuur | reverse convertible| risicoprofiel | subprime | toezichthouder | tracker | volatiliteit

Dat is weliswaar mooi meegenomen in een tijd waarin toezichthouders en politiek zich zorgen maken over het kennisniveau van de Nederlandse consument waar het gaat om de aanschaf van financiële producten, maar het is de vraag of al die woordvoerders op verjaardagen en in bedrijfsrestaurants ook werkelijk weten waar ze het over hebben en of zij de onderlinge verbanden zien tussen de gebeurtenissen op de verschillende financiële markten. En vooral: of zij een redelijk goed inzicht hebben in het ­risicoprofiel van (bijvoorbeeld) al die complexe beleggingsmogelijkheden die tegenwoordig worden aangeboden. ­Praten over een reverse convertible of een rainbow option wil nog niet zeggen dat men het risicoprofiel van een dergelijke belegging ook begrijpt; het zonder die kennis beleggen in die producten leidt vroeg of laat tot onbegrepen en onbeheersbare risico’s.

Nu gaan de ontwikkelingen inderdaad zo snel dat het zelfs voor professionele adviseurs geen schande is om te moeten ervaren dat zij niet alles doorlopend kunnen bijhouden (hoewel het hun meestal moeite kost om dat toe te geven). Sinds kort is er een fraaie ondersteuning voor al diegenen die graag willen weten wat al die vaktermen betekenen: ‘De Financiële Begrippenlijst’ (‘DFB’). www.dfbonline.nl is een interactieve website met uitleg over ruim 5.600 financiële lemma’s. Na een eenvoudige registratie is de website volledig kosteloos toegankelijk voor iedereen met interesse voor financiële markten en beleggen, zowel professionals als particulieren en studenten. DFB is het meest uitgebreide, publiek toegankelijke Nederlandstalige lexicon op het gebied van financiële markten en beleggen. De nu reeds gepubliceerde begrippen zijn met ruim 17.000 hyperlinks met elkaar verbonden, waardoor op eenvoudige wijze een goed inzicht kan worden verkregen in gerelateerde begrippen en onderwerpen. ‘De Financiële Begrippenlijst’ is de meest uitgebreide in zijn soort in de Nederlandstalige markt, kan zich kwalitatief meten met internationale evenknieën en is niet gelieerd aan enige financiële instelling of financiële dienstverlener. Het taalgebruik is toegankelijk en het - vaak Engelstalige - jargon wordt in helder Nederlands uitgelegd. De DFB-redactie wordt gevormd door Herman Harbrink Numan en Eric Schreurs. Zij hebben indertijd een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de Nederlandse derivatenmarkten, waren medeoprichters van IFT (Institute for Financial Training) en vormden de hoofdredactie van ‘Opties & Futures’, een bijna 3.000 pagina’s tellend handboek voor professionele effectenspecialisten. Met hun gedegen kennis van de materie zullen zij het aantal definities in deze digitale kennisbank in het komende jaar opvoeren naar meer dan 7.500 en - met actieve hulp van gebruikers - zorgdragen voor doorlopende actualisering.

www.dfbonline.nl • • •

Meer dan 5.600 financiële begrippen (financiële markten, beurs, beleggen) Voortdurend geactualiseerd door een deskundige redactie, met hulp van gebruikers. Gratis toegankelijk na een eenvoudige registratie.

29

‘Middelen’ is soms zo gek nog niet Door: Tom Lassing www.globalenergynewsletter.nl In de beleggingsliteratuur zijn de deskundigen er nog niet uit of ‘middelen’ een goede methode is. Te vaak wordt het namelijk door particuliere beleggers gebruikt om mislukte beleggingen toch nog maar een tweede kans te geven. Dat echter, is de verkeerde manier van middelen. Door die tweede aankoop op veel lagere koersen wordt de gemiddelde aankoopkoers een stuk lager en zou er een herstel komen, dan is de winst er veel sneller.

Dat lijkt perfect, maar waarom werkt het dan toch niet? Het probleem is dat veel beleggers een gokje doen en dan zien dat hun gokje, in een vaak niet eens winstgevend bedrijf, slecht uitpakt. Het bedrijf komt met een enorme tegenvaller en de koers gaat 50% omlaag. Als de belegger op dat moment gaat middelen, dan koopt hij of zij in feite net zo duur in. Immers, omdat het bedrijf slechter is gaan presteren, is de waardering van die aandelen gelijk gebleven, ondanks de lagere koers. Extra aandelen erbij kopen houdt dus in, net zo (te) duur bijkopen. Er komt geen herstel van de aandelenkoers, want de verwachtingen zijn neerwaarts bijgesteld.

Er zijn daarom enkele heel belangrijke regels voor succesvol middelen op te stellen Daarvoor is het van belang dat de daling van de koers niet terug te voeren is op een bedrijfsspecifiek probleem en op een vermindering van de winst van het bedrijf. Stel even, u heeft een bewuste keuze gemaakt voor de aandelen van een prachtig winstgevend bedrijf, toonaangevend in haar sector. We stellen ook dat andere beleggers de koers ineens drukken door het onverwachts slechte marktsentiment. De koers daalt dus aantoonbaar puur alleen omdat het algemene beurssentiment even heel erg slecht is, maar 100% zeker niet omdat er iets met het bedrijf zou zijn. In dat geval is middelen naar mijn idee te overwegen als de waardering van de aandelen objectief gezien ‘laag’ te noemen is. Daarbij denk ik dan snel aan zaken als bijvoorbeeld een K/W van onder de 10 en de laatste kwartalen steeds een positieve winstgroei ten opzichte van het kwartaal er voor. Graag zie ik dan ook een onderwaardering ten opzichte van andere marktpartijen in die sector. Daarbij zou ik ook graag hebben dat het bedrijf in kwestie toonaangevend in haar sector is.

Oplettende lezers herkennen er al een bepaalde methode in Immers zou dit zo uit een handboek van Warren Buffett kunnen komen. Hij is immers de grootste voorvechter van kwaliteit en de grootste tegenstander van beurssentiment en handelen op real time koersen. Er valt namelijk wat voor te zeggen om niet iedere dag te kijken naar de beurskoersen. u weet ik wel dat we als Hcc!Beleggen leden toch wat nuttigs met die PC moeten doen, maar als dat inhoudt dat we nodeloos verliesgevend handelen, dan kies ik persoonlijk liever voor passief beleggen en middelen als de buitenkans zich door marktomstandigheden op de beurs voordoet.

Een voorbeeld Zo was er bijvoorbeeld in augustus 2007, een prachtig moment, toen de beurzen wereldwijd tussen de 10 en 15% verloren. Heel veel kwaliteitsfondsen werden ineens veel goedkoper omdat fondsen institutionele beleggers die liquide kwaliteitsfondsen dumpten om hun verliezen in de subprime sector snel goed te kunnen maken. Wat een fantastische tijd was dat! Op zo’n moment baal je uiteraard als belegger van de koersverliezen die je oploopt, maar in plaats van met de meute mee tegen veel te lage koersen te verkopen, ga je dan als kwaliteitsbelegger in de juiste fondsen tegen afbraakprijzen extra aandelen kopen, ga je dus middelen. Het herstel was er in augustus weer snel, met name in de kwaliteitsfondsen die mijn insider abonnees ook keurig getimed bij konden kopen. De snelle daling van de beurs was uiteraard heel vervelend, maar het snelle herstel van de waarde van de door het middelen uitgebreide portefeuille maakte het eerdere leed snel goed. Voor ons geen kater door verkeerd getimede paniekverkopen om maar niet meer verlies op te lopen. Als u op TV ziet dat beurzen onder recordomzetten daalden en u was die dag ook verkoper, dan heb ik maar één vraag aan u: Wanneer bent u er ooit serieus beter van geworden door precies dat te doen dat alle anderen ook al deden?’

Tot slot Ik hoop dat ik hiermee goed heb kunnen aangeven wanneer middelen een slimme strategie is, maar ook wanneer u het pertinent niet moet doen.

30

Wanneer de beste beleggers verkopen

Door: Hendrik Oude Nijhuis www.warrenbuffett.nl Over strategieën voor de aankoop van aandelen zijn talloze boeken beschikbaar. Over het moment van verkoop daarentegen, is nauwelijks informatie beschikbaar. Terwijl die informatie voor de belegger misschien wel net zo belangrijk is. Dit is dan ook de reden om eens stil te staan bij een aantal verkoopstrategieën. In dit artikel geven we een bondige weergave van de verkoopstrategieën van een drietal uiterst succesvolle beleggers: Warren Buffett, Joel Greenblatt en Mohnish Pabrai. De uiteenlopende verkoopstrategieën van deze beleggers leveren wellicht een bijdrage voor het aanscherpen van uw eigen verkoopstrategie.

Warren Buffett Bij het bespreken van verkoopstrategieën is Warren Buffett eigenlijk geen goede kandidaat om mee af te trappen. Buffettís investeringsmaatschappij Berkshire Hathaway beschikt namelijk over zoveel vermogen dat zij de grootste moeite hebben om nieuwe posities in te nemen. Vandaar dat Buffett enkel nieuwe posities aangaat met de intentie ze voor altijd aan te houden. Overigens geen verkeerde intentie, aangezien daarmee het aankoopbeleid verder aangescherpt wordt. Aangekochte aandelen worden, bij wijze van spreken, voor ‘altijd en eeuwig’ in portefeuille gehouden. Op overgewaardeerde aandelen in portefeuille zal daardoor jarenlang nauwelijks rendement gemaakt worden. Voor de belegger met een kleinere investeringsportefeuille lijken daarom betere verkoopstrategieën beschikbaar.

Joel Greenblatt De uiterst succesvolle value-belegger Joel Greenblatt werd slechts enige jaren geleden bekend bij een groter publiek met de publicatie van zijn werk ‘The Little Book That Beats The Market’. In dit boek bespreekt Greenblatt een uiterst simpele beleggingsstrategie die in een periode van 20 jaar jaarlijks gemiddeld meer dan 30% rendement heeft opgeleverd. De strategie bestaat eruit relatief goede aandelen (bedrijven) aan te schaffen, wanneer die relatief laag gewaardeerd zijn. De achterliggende gedachte daarbij is dat de relatieve onderwaardering op termijn zal ophouden te bestaan. Greenblatt adviseert daarbij een wat groter aantal aandelen in portefeuille te houden, om daarmee het effect van individuele aandelen op de totale portefeuille beperkt te houden. Omdat het vinden van goede verkoopmomenten voor menigeen erg lastig is, raadt Greenblatt aan aandelen simpelweg

na exact één jaar te verkopen, en te vervangen door andere, relatief ondergewaardeerde aandelen. Deze verkoopstrategie voorkomt extra werk en onzekerheid en biedt een eenduidig antwoord op het moment van verkoop. Of deze verkoopstrategie de meest gunstige verkooppunten biedt valt te bezien, vooral voor beleggers die bereid zijn de nodige inspanning te leveren.

Mohnish Pabrai Pabrai is een nog relatief onbekende value-belegger, hoewel zijn resultaten al jarenlang indrukwekkend zijn. Zijn recent verschenen werk ‘The Dhandho Investor’ is eigenlijk essentiële kost voor iedere beleggers die zijn visie op beleggen verder wil aanscherpen. Wat Pabrai doet is het volgende: hij tracht allereerst een bedrijf zo goed mogelijk te waarderen, om daarmee een zo correct mogelijk beeld van de intrinsieke waarde te krijgen. Vanaf 40% onderwaardering schaft Pabrai aandelen aan. Vanaf een niveau van 90% van de door hem berekende intrinsieke waarde, worden aandelen verkocht. Pabrai mist daarmee vanzelfsprekend vaak de absolute topkoersen, maar beschikt met deze strategie wel over een duidelijke verkoopstrategie. Het kan daarbij zijn dat hij aandelen jarenlang in portefeuille houdt, maar ook dat hij stukken al na enige maanden verkoopt, wanneer de beurskoers in korte tijd flink is opgelopen. In dit artikel zijn de verkoopstrategieën van een drietal uiterst succesvolle value-beleggers bondig besproken. Allen houden een eigen verkoopstrategie aan. Uiteenlopende strategieën die u wellicht kunnen helpen uw eigen verkoopstrategie aan te scherpen. Want, het hebben van een goede verkoopstrategie is wellicht net zo belangrijk als het hebben van een goede strategie bij de aankoop van aandelen!

31

Het gebruik van meerdere aandelenstrategieën vergroot uw winstkansen en reduceert het risico Door: Gerard Jager Er is een oud beursgezegde dat luidt: “Hou vast aan een eenmaal ingezette strategie”. Maar wat te doen wanneer deze aanpak reeds in de beginfase dreigt mis te gaan? Mijn opvatting: Verandering in de conjunctuurcyclus vraagt om regelmatige aanpassing van de gekozen strategie. Een van de meest populaire strategieën is technische analyse. Het lijkt zo simpel, je beoordeelt een koersgrafiek en het juiste aan- of verkoopmoment komt er zo uitrollen. Ja toch? Nee dus. Technische analyse is populair omdat het zo eenvoudig lijkt, maar alleen al het simpele feit dat er in de afgelopen jaren nagenoeg geen beleggingsfondsen zijn opgericht die op deze wijze beleggen, moet te denken geven. Teveel false moves dus en daarom niet betrouwbaar genoeg om een hoog rendement te behalen. Fundamentele analyse dan? Het is de meest bekende vorm bij beleggen in aandelen. Een strategie die bankanalisten al vele jaren toepassen. Maar wat blijkt? Koersen tuimelen naar beneden op een moment dat menig analist nog in de wolken zit met zijn winstprognoses over het betreffende beursfonds. Hij was even vergeten dat beurskoersen een jaar vooruit lopen op een mogelijke conjunctuuromslag. Hem rest niets anders dan regelmatig achter de feiten aan te lopen. Dan maar afgaan op de vele gelikte brochures over de enorme winstkansen in de sfeer van teakhout, scheeps- en vastgoed cv’s dan wel vastgoedobligaties? Enige jaren geleden schreef ik al dat beleggen in teakhout verkapte piramidespelletjes zijn, scheepvaart c.v.’s incourante beleggingen met een hoog risico op het moment dat de conjunctuur omslaat, vastgoed cv’s risicovolle vehikels die met veel te veel vreemd vermogen zijn gefinancierd en vastgoedobligaties een zeer speculatieve vorm van beleggen in plaats van veilige obligaties en tastbaar op het moment dat de commerciële vastgoedmarkt inzakt. Voor teakfondsen is eindelijk de dag van de waarheid aangebroken (rien ne va plus, het geld is niet meer van u), voor de overige beleggingsvormen is het een kwestie van tijd dat het vele kaf onder het koren komt bovendrijven in de vorm van krantenartikelen over verontruste beleggers. Succesvol beleggen is dus helemaal niet zo eenvoudig als het lijkt. Om mij te behoeden voor dit soort valkuilen hanteer ik een aantal stelregels: A: Hou het conjunctuurverloop scherp in de gaten. Vooral wanneer beurzen al 3 à 4 jaar in de lift zitten. Met name de economische vooruitzichten over een jaar zijn belangrijk. Professionele beleggers anticiperen immers op ontwikkelingen in de verdere toekomst. Niet voor niets luidt het beursgezegde “een aandelenbaisse (daling) komt als een dief in de nacht”. Dus nota bene op het moment dat de bedrijven nog steeds hogere winsten laten zien. B: Volg de beurstrend van Wallstreet nauwlettend.

Al jarenlang bepaalt Wallstreet de richting van de aandelenmarkten in West Europa. C: Beleg in beginsel permanent in opkomende aandelenmarkten. Met name op prille beurzen. Hier zijn de winstkansen het grootst. Spreiding over meer dan één land reduceert het risico. Met name prille markten trekken zich weinig aan van een conjunctuuromslag in het westen. Als voorbeeld noem ik het Middle Europe Investment Roemenië & Bulgarije fonds (notering beurs Amsterdam). Terwijl de westerse aandelenmarkten deze nazomer fors onderuit gingen heeft het waardeverloop van dit beleggingsfonds geen krimp gegeven. De koers is zelfs verder gestegen. Reden: er wordt veelal in smallcaps belegd, die overwegend door de plaatselijke bevolking worden gekocht. Omdat de economische activiteiten in dat land enorm zijn, trekken deze beleggers zich niets aan van factoren als bijvoorbeeld een hypotheekcrisis in het westen. D: Beleg permanent in grondstoffen. Met name basisen edelmetalen. China, India, Rusland en Turkije hebben samen als toekomstige economische grootmachten een kleine 3 miljard inwoners. Op langere termijn aanzienlijk meer vraag dan aanbod. U heeft de keuze uit turbo’s (long) en een veilige vorm d.m.v. de onlangs uitgegeven ABN-AMRO Hot Commodity Notes nr 3 (koers 107%) met 100% hoofdsomgarantie én een bonus van 75% bovenop een toekomstige koerswinst van een mandje grondstoffen. E: In jaren dat beurzen uitpieken en dus risicovoller worden, genieten kansrijke beleggingsproducten mijn voorkeur. Zeker indien dit vergezeld gaat met een hoofdsomgarantie. Bijvoorbeeld de ELSA Certificaten van de Zwitserse grootbank UBS, genoteerd aan Euronext Amsterdam met 90% hoofdsomgarantie. Hier gaat het om een long/shortstrategie volgens een specifieke formule, waarbij het niet uitmaakt of de beurzen stijgen of dalen. Sinds het jaar 2000 is de ELSA index met 400% gestegen. Als belegger van dit zojuist geïntroduceerde product ontvangt u een bonus van 100% bovenop een mogelijke toekomstige stijging van de ELSA index. Koers 101%. F: Hanteer meerdere aandelenstrategieën tegelijk en leg het accent op die strategieën die het beste aansluiten bij de actuele beurstrend en het verwachte conjunctuurverloop op dat moment. Voorbeelden: - In tijden dat beurskoersen laag staan (2003) en de economische recessie overgaat in voorzichtig herstel, verdient u extra veel geld met “fallen angels”. Met name bedrijven die

32

kopje onder dreigen te gaan maar worden gered door de banken. Namen: Versatel, Numico, Getronics, enz. Op dit moment (30/9) acht ik Hagemeyer en Van der Moolen als laatste nog aantrekkelijk voor aankoop in het kader van een fallen angels strategie. - “Buy the Winners” ook wel “Momentum beleggen” genoemd, presteert heel goed in tijden dat beurzen omhoog tenderen. Hierbij worden aandelen gekocht die de laatste 1 à 2 maanden het beste hebben gepresteerd. Extreme uitzonderingen daargelaten. De ABN-AMRO heeft eind vorig jaar een product op de markt gebracht onder naam Sector Momentum Europa Certificaat, die deze strategie uitvoert. Niet met specifieke aandelen maar met Europese sectoren. Dit product heeft in de periode oktober 2006 tot juli 2007 3 x zoveel gepresteerd als de AEX. Verbluffend dus. Na de zomerdip op de beurs heeft dit product meer moeite om mee te komen. Conclusie: in een dalende / stagnerende markt is het beter om een Buy the Winners strategie te mijden. - Deze bank tracht momentum beleggen te combineren met sector rotation. Sector rotation kan wel onder alle marktomstandigheden worden toegepast. Zodra de sectoren voeding en drank langere tijd in de belangstelling staan kan dit een signaal zijn, dat het einde van een algemene beurshausse op de beurs is gepasseerd en dat het tijd is om het aandelenbezit af te bouwen vooruitlopend op een mogelijke economische teruggang. Men zegt wel eens dat er in tijden van een recessie meer bier gedronken wordt dan normaal. Overdreven natuurlijk, maar het geeft wel aan dat ook in tijden van laagconjunctuur de vraag aanhoudt naar de basisbehoeften van de mens, dus voeding en drank.

- Waarde- of Hoog Dividend aandelen maken relatief goede tijden door in tijden dat beleggers aandelenmarkten gedurende langere tijd mijden. Men prefereert dan dividend boven de twijfelachtige kans op koerswinst. Dat is geen wet van Meden en Perzen. In het zeer goede beursjaar 2005 bijvoorbeeld waren het vooral hoog dividendaandelen die super presteerden. - Fundamenteel beleggen dient als een rode draad te lopen door elke beleggingsbeslissing heen en moet voorkomen dat u belegt in riskante bedrijven. Bedenk daarbij dat bankanalisten teveel accent leggen op fundamentals en te weinig oog hebben voor het algemene beursklimaat in de komende tijd. Immers in jaren dat beurzen dalen, daalt groen en rijp op de beurs en omgekeerd in tijden van een opgaande beurs. Bij fundamenteel beleggen is het de kunst om hier in mee te nemen het beleggersgedrag van vandaag in specifieke fondsen of sectoren én de mogelijke situatie van aandelenmarkten over een jaar. - Het nut van Technische analyse is algemeen bekend. T.A. is een van de weinig indicatoren die een mogelijke draai in de aandelenmarkt kan voorspellen. Dit is slechts een greep uit de vele strategievormen die toegepast kunnen worden. Zelf hanteer ik er tien, afhankelijk van de omstandigheden. Doel: het behalen van een “absolute return” (jaarlijks positief resultaat) en zomogelijk outperformen van de index. Gerard Jager is directeur/eigenaar van Advance (www. amail.nl) en vemogensbeheerder bij Onafhankelijk Vermogensbeheer ’s-Gravenhage (www.OVGbeheer.nl)

Beleggingsstrategie Door: Kees Rooke Bij het woord “strategie” denk ik allereerst aan Stratego, het spel dat bestaat uit twee legers van 33 manschappen, zes bommen en het vaandel. Het doel van het spel is met behulp van strategisch inzicht (en een beetje geluk) het vaandel van de tegenstander te veroveren. Tegelijkertijd dient het eigen vaandel te worden beschermd. Het is dus een combinatie van aanvallen en verdedigen. Zonder aanvallende acties kun je het vaandel van de tegenstander moeilijk veroveren; het veronachtzamen van de verdediging kan je evenzeer fataal worden. In mijn woordenboek staat “strategie” omschreven als “plan en beleid om enig doel te bereiken”. Bovengenoemde begrippen zijn mijns inziens direct in verband te brengen met beleggen! Bij het woord “strategie” denk ik allereerst aan Stratego, het spel dat bestaat uit twee legers van 33 manschappen, zes bommen en het vaandel. Het doel van het spel is met behulp van strategisch inzicht (en een beetje geluk) het vaandel van de tegenstander te veroveren. Tegelijkertijd dient het eigen vaandel te worden beschermd. Het is dus een combinatie van aanvallen en verdedigen. Zonder aanvallende acties kun je het vaandel van de tegenstander moeilijk veroveren; het veronachtzamen van de verdediging kan je evenzeer fataal worden. In mijn woordenboek staat “strategie” omschreven als “plan en beleid om enig doel te bereiken”. Bovengenoemde begrippen zijn mijns inziens direct in verband te

brengen met beleggen! Voor men met beleggen begint dient men een “strijdplan” te maken. Belangrijke vragen die men zich dient te stellen zijn: 1. Hoeveel liquiditeiten heb ik beschikbaar? 2. Welke beleggingshorizon heb ik? 3. Welke mate van risico wens ik te accepteren? (“beleggersprofiel”) 4. Heb ik een verwachting wat betreft de koersen? 5. Welke financiële instrumenten ga ik inzetten? 6. Welke verdedigingsstrategie ga ik toepassen?

33

Bovenstaande drie punten dienen vervolgens gekoppeld te worden aan een bepaalde investering. Tenslotte dient, op basis van de uitkomst, een strijdplan te worden gemaakt met daarin opgenomen noodscenario’s indien een onvoorziene gebeurtenis (meestal forse daling) plaatsvindt.

Plan van aanpak

Allereerst: hoeveel liquiditeiten zijn er beschikbaar om te beleggen? Zoals bekend dient bij voorkeur belegd te worden met gelden die gedurende langere tijd gemist kunnen worden. In dat geval ligt meestal de risico-acceptatie wat hoger. Indien het de bedioeling is met derivaten te werken dient te worden vastgesteld welke marginvereisten er gelden en dient er te worden gezorgd voor speelruimte indien er onverhoopt margin dient te worden bijgestort teneinde te voorkomen dat de positie dient te worden gesloten. Verder is het wenselijk een zekere spreiding aan te brengen in de portefeuille; het op één specifieke sector focussen kan als je geluk hebt een bovengemiddeld rendement opleveren maar indien het tegenzit leiden tot een enorme zeperd. Stap twee: Hoe gaan we te werk? In de eerst plaats dien je te beslissen of je zelf je beleggingen zelf wilt beheren of dit uitbesteedt. In het laatste geval is het natuurlijk essentieel dat er een vermogensbeheerder wordt aangezocht welke een goede naam heeft en waarin je vertrouwen hebt. Verder dient te worden gelet op het kostenaspect. Sommige vermogensbeheerders vragen “loon naar prestatie”: voor een slechte performance wordt minder gerekend dan door een goede. Vanzelfsprekend is dit artikel bedoeld voor diegenen die zelf hun beleggingen willen beheren maar voor de volledigheid zij het gezegd dat dit de tweede stap is in ons Plan van Aanpak. Stap drie: We hebben besloten zelf onze beleggingen te gaan beheren en weten hoeveel er geïnvesteerd kan worden. Nu één van de moeilijkste gedeelten van lijst: we gaan over tot het inrichten van de portefeuille. Er kan in een groot aantal financiële instrumenten worden belegd. Hieronder de meest populaire: - aandelen - obligaties - beleggingsfondsen - opties Welke instrumenten worden ingezet en in welke verhouding is sterk afhankelijk van het gekozen beleggersprofiel en het streefpercentage winst. Wat dat laatste betreft is het uitgangsprincipe vrij simpel: meer rendement nastreven betekent dat het noodzakelijk is meer risico te lopen. Een offensieve portefeuille bestaat zoals bekend voor een aanzienlijk deel uit aandelen, een defensieve portefeuille zal grotendeels uit obligaties bestaan. Als de portefeuille is samengesteld dient te worden bezien hoe om te gaan met het risico. Er zijn oneindig veel mogelijkheden om risico af te bakenen, te beperken of zelfs helemaal uit te sluiten. Ik zal hierna een aantal aandachtspunten geven waarop u moet letten bij het managen van uw portefeuille. Dit geldt natuurlijk met name voor beleggers met een hoog risicoprofiel; een defensieve

portefeuille is van zijn aard al risico-avers. 1. Stel vast welk verlies voor u acceptabel is. Indien een aandeel beneden een bepaald vooraf vastgesteld niveau daalt: verkopen of put kopen (eventueel te financieren met geschreven call). Hopen dat het weer goed komt is meestal een foute keuze. Gebruik eventueel een stop-loss; 2. Verhoog uw rendement door aandelen te kopen welke een hoog dividend uitkeren; 3. Verhoog uw rendement door gebruik te maken van derivaten. Derivaten bieden een ongekend scala van mogelijkheden. Ik noem er een aantal: (a) Een aandeel dat u wenst te kopen kunt u mogelijk met een aanzienlijke korting kopen door er een put-optie op te schrijven. Indien u niet wordt aangezegd verdient u de premie; (b) U kunt call-opties schrijven op een aandelenportefeuille. Dit kunnen aandelenopties zijn maar ook index-opties. Bij zeer sterke koersstijgingen of –dalingen dient u de opties door te rollen teneinde het verlies te beperken; (c) Er zijn enorm veel strategieën mogelijk waarin een combinatie van aandelen en opties tot een zogenaamd hefboomeffect leiden zonder dat daarbij het risico meer toeneemt dan ingeval er alléén in aandelen zou zijn belegd; (d) U kunt met optiestrategieën welke uitgaan van het zowel kopen als schrijven van opties op de AEX-index zonder ook maar één aandeel te bezitten een meer dan gemiddeld rendement bereiken. Onder meer Jan Breestraat en Peter Brands hebben hier een model voor opgesteld dat, kort gezegd, uitgaat van een zoveel mogelijk delta-neutrale positie in (meest geschreven) index-opties. 4. Probeer te handelen op eigen inzicht. Vermijd handelen op basis van emotie/angst om te verliezen. Kijk met een zekere scepsis naar de meningen van analisten. Zij zitten er vaak naast. Bij dalingen worden exorbitante koersdoelen genoemd, welke in veel gevallen niet gehaald worden. Probeer naar eigen inzicht te handelen. U zult begrijpen dat het in het bestek van dit artikel niet mogelijk is in detail te beschrijven hoe in specifieke omstandigheden dient te worden gehandeld. Hoofdzaak is DAT u, indien nodig, actief reageert indien uw “krijgsplan” onverhoopt met tegenslag te kampen krijgt. En, helaas, met die tegenslag krijgt iedere belegger van tijd tot tijd te maken. Veel succes!

34

Uw pensioen en verschil in perceptie Door: Philip Zeist [email protected] Een ding waarover deskundologen het eens zijn als uw en mijn pensioenplannen opduiken: De puinhoop die de mensen jonger dan 55 jaar van hun pensioenoverzicht maken, is fameus. Er is dus duidelijk een verschil in benadering door de mate van urgentie. Geen interesse totdat ik er achter kom dat pensioen in zicht komt.

Risicoperceptie verandert

Uw risicoperceptie past u vanzelf wel aan naarmate uw leeftijd vordert en vergeet vooral niet om de situatie door te praten met uw partner. Mijn betere helft heeft geen interesse in ons geld, maar had wel een paar heel goede ideeën toen wij de zaken op een rijtje zetten. Want tegengestelde karakters trekken elkaar aan en uw partner heeft een andere hoek van zien waar u beiden voordeel uit kunt halen.

Welgemeend advies

Mijn advies: Als u geen interesse in pensioenzaken kunt opbrengen, doe dan waar u sterk in bent. Laat de lopende pensioenzaken lekker lopen en bedenk dat het beleg op uw latere boterhammetjes uit uw eigen inspanningen moet komen. Zelfs als u weet dat beleggen niet uw echte interesse heeft maar dat u het ziet als een noodzaak, kunt u het beleggen beter in eigen hand houden. Zolang de pijltjes gooiende aap het beter doet dan de beheerder met zijn ì goede spreiding van risicoís ì kan ik mijzelf het meest plezieren met zelf beleggen.

‘Onafhankelijke’ adviseur

De adviseur van de bank die hun huisfondsen aanbeveelt, is niet bereid te garanderen dat de kosten van die fondsen zijn berekening volgen. Want, en niemand kan dat ontkennen, de eerste 8 % winst van die fondsen is voor de bank, daarna bent u aan de beurt. Niet waar?

Het verlies is voor u

Het is nog erger. Het hele verlies van die fondsen is allereerst voor u en niet voor de bank, dan betaalt u nog 8% beheerskosten en daarna ziet u op het eind van het jaar waarop het is uitgedraaid. Een keiharde conclusie, maar na 7 jaar Robeco loop ik nog steeds 10% achter op mijn oorspronkelijke inleg. Commentaar Robeco: ì Mijnheer, u heeft toch belastingaftrek gehad? ì Het pyramidefonds van Wijs en Oostveen vermeldde zwart op wit gekochte putopties. Toch ging onze investering jaar na jaar achteruit. Smadelijk? Jazeker, ik daag de fondsen uit mij voor de rechter te brengen.

Conclusie van dit alles: Doe waar je goed in bent. Stenen kunt u niet eten

Laat lopende pensioenen lopen en probeer hooguit bij een overstap van baan naar een pensioenfonds als ABP of PGGM te muteren, dit in verband met de goede indexatie die zij hanteren. Bedenk dus dat het betere beleg op uw

boterham uit uw eigen handelen moet komen. Steeds een duurder huis kunnen kopen is prima, alleen als u bereid bent te verkopen als de behoefte van consumptie ontstaat. Met een klein pensioen in een duur huis wonen geeft honger, want uw stenen kunt u niet eten.

Dus beleg zelf.

Houd aanvankelijk een verdeling van uw kapitaal aan van 40% vastrentende waarden, 10% contanten en 50% aandelen. Koop die aandelen niet, maar verwerf ze door puts te schrijven. Schrijf bij de huidige lage volatiliteit puts en calls voor minstens drie maanden. Schrijf alleen puts op geld dat u bezit en calls op de aandelen in uw bezit.

Neem tijdig winst

Neem r¸cksichtslos winst als u aan 15% zit, aarzel daar niet mee maar doe het. Echt waar, na de internethype van 7 jaar geleden heb ik een zwager zien huilen omdat hij 50% winst niet pakte want het kon nog meer worden. Hij bleef zitten, want het kon nog wel even lijden en leverde uiteindelijk veel in. Iedere Nederlander weet van die ene vogel in de hand en die tien in de lucht. Bedenk dat door het schrijven van calls u extra winst kunt mislopen, maar dat is iets anders dan verlies lijden en u hebt de premie al wel in de zak en kunt daar al mee handelen.

Begin tevreden aan uw pensioen

Als laatste punt, laat de verdeling tussen vastrentende waarden en aandelen glijden naarmate uw leeftijd stijgt. Met 55 jaar kunt u rustig 50% hoog renderende obligaties hebben, met 60 jaar zelfs 60% en gedurende de laatste twee jaren nam ik zelf nauwelijks nog risico. Mijn oprechte wens is, dat u net als ik, in financieel opzicht met een tevreden gevoel aan uw pensioen begint.

35

HCC Gebruikersgroep Beleggen Het bestuur ziet als belangrijke hoofddoelstellingen van de GG Beleggen : • het vergroten van de kennis en vaardigheid van onze leden op beleggingsgebied • het scheppen van contactmogelijkheden voor leden onderling • het werven van nieuwe, actief bijdragende leden Daartoe worden lezingen, cursussen en workshops georganiseerd: veelal door en voor leden. Ook “beroepsmatig” bij beleggen betrokken sprekers worden dikwijls uitgenodigd. Heeft u een idee voor een “bijdrage” aan onze doelstellingen? Het bestuur hoort dit graag van U! Bestuur GG Beleggen Patrick Witteveen (voorzitter) [email protected] 0541-535393 Hendrik Oude Nijhuis (secretaris) [email protected] 053-5384475 Frank Huijsser (penningmeester) [email protected] 023-5650747 Rob van der Maale [email protected] 0511-473544 Henk Zwanziger [email protected] 0418-671944 Willem v Heemskerck Düker [email protected] 0115-442376 Voor berichtgeving en verstrekking van allerlei informatie op beleggingsgebied wordt een website in stand gehouden. Op onze website wordt ook het programma van de komende Beleggersdag toegelicht. Leden die een bijdrage aan onze website willen leveren zijn meer dan welkom. Webmaster www.beleggersonline.nl: Leo Rash [email protected] 030-2625739 na 20.00 uur Regelmatig wordt een Symposium georganiseerd op een centrale plaats in Nederland. Voorafgaand aan deze Beleggersdag wordt alle leden een digitale Nieuwsmagazine toegezonden. Daarin staan originele artikelen op beleggingsgebied veelal van de sprekers van die dag. Kijk op de website voor de actuele agenda.. Bijdragen van leden worden zeer op prijs gesteld. Neem daartoe contact op met de redactie: Redactie Website en het Nieuwsmagazine Michel Hupkens [email protected] 0320-252681 Ondersteuning activiteiten en redactie: Arnout Thomson [email protected] 0251-214500

Interessegroepen (IG) Sommige leden hebben een uitgesproken belangstelling voor een specifiek onderwerp. Dat kan een pakket zijn of een toepassingsgebied. Men wenst dan veelal als kleinere groep bijeenkomsten te organiseren over dat specifieke onderwerp. De mogelijkheid bestaat om dat binnen de GG Beleggen te realiseren en daarvoor financiële steun te verkrijgen. Belangstelling om een dergelijke groep te organiseren? Neem contact op met een bestuurslid. Op dit moment zijn de volgende interessegroepen actief. Als u gebruik maakt van genoemde pakketten dan kan deelname aan een IG een waardevolle bijdrage tot effectief gebruik van het pakket betekenen. Neem dan contact op met een IG coördinator: IG Coördinatoren IG Excel: Patrick Witteveen [email protected] 0541-535393 IG Hermes: Leo Rasch [email protected] 030-2625739 na 20.00 uur IG Vestics: Kees Jan Lindeman [email protected] 010-5216290 IG Sinus: Pieter Asselbergs [email protected] IG Stockbrowser: vacature

Activiteiten, bijeenkomsten, lezingen, cursussen Kijk voor het overzicht in de hcc! Beleggen Agenda op de voorpagina van onze website of in de kalender op het forum op de site. Door op een van de gebeurtenissen te klikken krijgt meer informatie over de gekozen activiteit. Reacties, ervaringen en commentaar zijn uiteraard zeer welkom. Suggesties voor nieuwe activiteiten kunt vanzelfsprekend op de site kwijt of mail ze naar de Website redactie; redactie@ beleggersonline.nl.

Alex is onderdeel van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A., geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.

Beleggen is risico’s nemen. En beleggen op gevoel maakt het risico niet kleiner. Daarom heeft Alex de Alex Academy opgericht, een trainingsprogramma over de theorie en praktijk van beleggen. Zo leert u de juiste beslissingen nemen. Want zomaar wat gokken, daar geloven wij niet in.

Er is altijd wel een Alex Academy bij u in de buurt en een trainingsniveau dat bij u past. Profiteer nu van ons kennismakingsaanbod: twee personen voor de prijs van een. Een mooi moment om in te stappen! Kijk voor meer informatie op alex.nl of bel 0800 235 25 39.

Beter beleggen.

Related Documents