Het ICT-gebruik in het onderwijs van de toekomst. door: Rianne van Dam-Stoof, student 2 jarige deeltijd pabo in Leiden
Onderzoeksvraag: “Ik onderzoek : het ICT-gebruik in het onderwijs van de toekomst, omdat ik wil weten welke mogelijkheden er op ICT gebied zijn die geschikt zijn voor het onderwijs van de toekomst teneinde mijn eigen kennis op dit gebied bij te schaven zodat ik klaar ben voor de toekomst.” ICT in het basisonderwijs ICT biedt mogelijkheden voor het onderwijs, daar is iedereen het wel over eens. De vraag of ICT in de toekomst het onderwijs totaal zal veranderen, wordt echter niet eenduidig beantwoord. De hardnekkige tegenstanders blijven volhouden dat het om een voorbijgaande trend gaat waarvan slechts enkele toepassingen in de marge zullen overleven. De felste voorstanders dromen van een onderwijs dat zich hoofdzakelijk afspeelt in een ICT-leeromgeving. Waarschijnlijk schuilt de toekomst ergens tussen beide uitersten in. Op de weg naar die toekomst, neemt het basisonderwijs een speciale plaats in. Kinderen blijken er zeer gemotiveerd om met ICT te werken. Ze verwerven gemakkelijk de nodige vaardigheden, zonder dat ze een ‘leergang’ moeten volgen. We merken het onder meer aan het gemak waarmee ze leren omgaan met elektronisch speelgoed. Velen verwachten dat, in gunstige omstandigheden, ICT-integratie in het (basis)onderwijs het leerklimaat en de leerling-prestaties positief kan beïnvloeden. Zo stelt Alfons ten Brummelhuis (hoofd onderzoek Q5 – Smaak van kwaliteit 11 december 2008) in zijn presentatie ‘Welke rol ziet u voor ICT in de school van de toekomst?’ het volgende: De leerlingen leren meer, sneller en met meer plezier. Er is een positief effect qua prestaties te zien bij zowel bij zwakke als goed presterende leerlingen. Verder is een toename in motivatie en zelfvertrouwen. ICT kan ondersteunend zijn voor diverse didactische werkvormen. En als laatste is er een grotere arbeidsproductiviteit van de docent waarneembaar. Resumerend stelt hij dat ICT de kwaliteit èn de productiviteit van het onderwijs verbetert mits de docenten goed zijn uitgerust, de onderwijsorganisatie ondersteuning biedt, de technische voorzieningen op orde zijn en de gebruikte ict-toepassing aansluit bij visie op onderwijs. De zeven pijlers van digitale didactiek volgens Simons, P.R.J. (2003) 1. Relaties leggen. Instructiemiddel: een bekend voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde ‘drill-andpractice’ programma’s die bedoeld zijn voor het oefenen van basiskennis. 2. Creëren. Werktuig of instrument: voor bijvoorbeeld tekstverwerking, rekenen, presenteren en tekenen. Bij deze manier van ICT-gebruik wordt de computer beschouwd als een hulpmiddel. 3. Uitdragen. Informatiebron: met name internet maakt het mogelijk om teksten, plaatjes, filmpjes en geluidsfragmenten te zoeken en te verwerken. 4. Transparant maken. Simulatie: dit zijn interactieve programma’s waarmee leerlingen in een virtuele werkelijkheid kennis of vaardigheden kunnen leren. 5. Leren leren. Communicatiemedium: voorbeelden hiervan zijn e-mail, discussieforums, skype, chatten en videoconferentie. 6. Competenties centraal stellen. Elektronische leeromgeving: een elektronische leeromgeving (elo) is een digitaal, vaak web-based, programma om het onderwijs te organiseren en structureren. Een elo heeft een aantal basisfunctionaliteiten: een administratief, een informatief en een communicatief deel. 7. Flexibilisering. Prothese: bij de prothetische functie vervangt ICT een lichaamsfunctie van de leerling, waardoor de handicap van een leerling wordt gecompenseerd, bijvoorbeeld via een met het hoofd bedienbare muis of een spraaksyntheseprogramma.
ICT en Speciaal Onderwijs, een onderzoek naar rendement van ICT in het (v)so . ICT helpt scholen om beter in te springen op individuele behoeften van leerlingen. Juist daarom wordt veel verwacht van ICT voor het speciaal onderwijs. In het onderzoek (‘Speciaal onderwijs levert maatwerk met ICT’, een onderzoek naar rendement van ICT in het (v)so, KENNISNET Onderzoeksreeks ‘ICT in het onderwijs’) gaat het om ICT-gebruik in dagelijkse onderwijsleersituaties. Men maakt hierbij gebruik van de eerder beschreven ‘zeven pijlers’. Onderzocht zijn een aantal scholen uit het Speciaal Onderwijs. Gekeken is naar het rendement van ICT-gebruik: Kan ICT-gebruik een bijdrage leveren aan aantrekkelijk onderwijs voor leerlingen? En verder: voor welke doelen kan ICT nog meer een geschikt middel zijn? Conclusie van dit onderzoek: Het vergroten van de motivatie van leerlingen was niet op alle bezochte scholen een expliciet doel van ICT-gebruik. Niettemin zag men in de observaties dat de meeste leerlingen gemotiveerd aan het werk zijn met ICT. Ook uit de gesprekken met leerlingen, leerkrachten en ICT-coördinatoren blijkt dat het onderwijs voor leerlingen aantrekkelijker wordt door de inzet van ICT. De indruk van leraren is echter positief. Volgens hen ontwikkelen leerlingen zich met behulp van ICT vaak sneller of beter dan verwacht. Voor veel leerlingen in het Speciaal Onderwijs is ICT praktisch gezien een uitkomst. Het betreft hier met name de inzet van ICT als prothese. Voor een deel van de leerlingen lijkt ICT haast een noodzakelijke voorwaarde om echt deel te kunnen nemen aan het onderwijs. De J.C. Pleysierschool in Den Haag, een cluster 4 VSO-school waar veel kinderen met een diagnose uit het autistisch spectrum zitten, heeft voorop gelopen met een toepassing van de ICT bij de ontwikkeling van Passer, een speciale elektronische leeromgeving voor autistische leerlingen die niet naar school kunnen. Deze elektronische leeromgeving is strakker ingedeeld dan Leerlab. Elke leerling kan hiermee over zijn eigen lesrooster beschikken. Verder kunnen we denken aan bijvoorbeeld leerlingen met motorische beperkingen die zonder ICT niet in staat zouden zijn om te ‘schrijven’. Ook dyslectische leerlingen kunnen vaak makkelijker typen dan schrijven. Verder helpt ICT leerlingen met gehoorproblemen bij het communiceren. Leerlingen met een visuele beperking kunnen al niet zonder ICT waarbij gewone teksten m.b.v. een brailleregel softwarematig omgezet wordt in braille. Eind conclusie en reflectie: In dit korte onderzoekje heb ik mij gericht op de vraag welke mogelijkheden er op ICT gebied in de school van de toekomst zijn. Kort samengevat kan ik concluderen dat er in de school door gebruik van ICT te maken er een wereld open kan gaan voor alle kinderen in het onderwijs maar met name voor kinderen met een handicap. Dit geldt voor zowel het regulier als het Speciaal Onderwijs. Door meer gebruik te maken van ICT in het regulier onderwijs zal de noodzaak dat kinderen met een handicap afvloeien naar het Speciaal Onderwijs afnemen. Daarnaast voorzie ik dat ICT op een steeds grotere schaal ingezet zal gaan worden binnen het onderwijs. Dit alles betekent voor mij dat ik me de mogelijkheden die ICT kan bieden eigen ga maken. Concreet betekent dit op korte termijn dat ik voor de module digitale didactiek alle opdrachten, hoewel bijna alles nieuw voor mij is, zo goed mogelijk ga doen. Het begin is er dan. Aan de motivatie zal het niet liggen!
Bronnen: Brummelhuis, ten A. ppt: ‘Welke rol ziet u voor ict in de school van de toekomst?’ 11 december 2008, www.kennisnet.nl Simons, P.R.J. (2003). ‘Eindelijk aandacht voor didactiek van e-learning’. ‘Speciaal onderwijs levert maatwerk met ict’, een onderzoek naar rendement van ICT in het (V)SO, KENNISNET Onderzoeksreeks ‘ICT in het onderwijs’.