Deel 2 les 3 oefening 12 (audio) Familie Holland VERTELLER 1
Een rustige straat in een middelgrote stad, ergens in het midden van Nederland. Hier woont Familie Holland.
VERTELLER 2
Een heel gewone Familie.
VERTELLER 1
Meneer Holland, mevrouw Holland, dochter Meis
VERTELLER 2
Zestien jaar
VERTELLER 1
En zoon Jojo.
VERTELLER 2
Acht jaar.
VERTELLER 1
En een hond. Maar dat komt later.
VERTELLER 2
Het begint gewoon.
VERTELLER 1
Meneer Holland komt thuis van zijn werk. Het is vrijdagmiddag, vijf uur. Januari 2003.
MENEER HOLLAND
joe-hoe! I
VERTELLER 2
Er is niemand thuis.
VERTELLER 1
hee ... da’s gek
VERTELLER 2
Of toch?
VERTELLER 1
Het weekend is begonnen.
VERTELLER 1
Familie Holland zou nooit van zichzelf zeggen dat zij gewoon zijn.
VERTELLER 2
Als je het zou vragen.
VERTELLER 1
Zij zouden heel veel anderen kennen, als zij er goed over na zouden denken. Maar zij denken er niet over na.
VERTELLER 2
Waarom zouden ze? En al zouden ze gewoon zijn, wie zou het ze verbieden? Wie zou het hen verwijten?
VERTELLER 1
Laten we zeggen dat hun geluk gewoon is.
VERTELLER 2
Ja.
VERTELLER 1
Zij zijn gezond, hebben werk ... hobby’s ... en hun behoeftes zijn niet anders dan gemiddeld.
MENEER HOLLAND
Hal-lo?
VERTELLER 2
Zij houden van gewone dingen.
VERTELLER 1
En toch
VERTELLER 2
Wat?
VERTELLER 1
... toch staat hen iets te wachten waar ze zelf nooit aan hadden gedacht
VERTELLER 1
Iers groots en verschrikkelijks misschien.
VERTELLER 1
Onvoorzien en onomkeerbaar.
VERTELLER 2
Maar wat?
VERTELLER 1
Dat weet nog niemand. En misschien is dat toch wel het meest beangstigende. Dat iets er plotseling is. En dat het even zo plotseling weer weg kan zijn
VERTELLER 2
Of blijft en nooit meer verdwijnt ... Wat een onbestemd, onzichtbaar gevoel
MENEER HOLLAND
Wat eten we?
MEVROUW HOLLAND
Appelmoes!
VERTELLER 1
Meneer Holland loopt door een lange donkere tunnel maar hij kan het einde nier goed zien.
MENEER HOLLAND
Ik ga helemaal op de tast.
VERTELLER 2
En waar gaat deze tunnel naartoe?
MEVROUW HOLLAND
Appelmoes!
MENEER HOLLAND
Gewoon doorlopen. Volgens mij zie ik iets. Is dat een trap?
VERTELLER 1
Klopt, aan het einde van de tunnel is een trap.
MENEER HOLLAND
Nou, dat is wel een hele smalle trap.
VERTELLER 2
Ga maar naar boven.
VERTELLER 1
Hij hoort ons niet.
VERTELLER 2
Echt niet?
MEVROUW HOLLAND
Appelmoes!
MENEER HOLLAND
Oké, ik ga nu naar boven. En dan is daar aan het einde
VERTELLER 2
Hij droomt
MENEER HOLLAND
... waarschijnlijk een deur die ik moet openmaken ... ja.
MEVROUW HOLLAND
Dag schat, ben je er eindelijk?
MENEER HOLLAND
Zie je wel, ik dacht al.
JOJO
Mama mama!
MEVROUW HOLLAND
Ja, jongen.
JOJO
Mag ik tv kijken?
MEVROUW HOLLAND
Wat wil je nou dat ik daar op zeg?
JOJO
Mag het?
MEVROUW HOLLAND
Wordt jullie ooit wel eens iets verboden?
MENEER HOLLAND
Hoe komt hij hier ineens?
MEVROUW HOLLAND
We zijn in het huis van de overburen.
MENEER HOLLAND
0 ja, natuurlijk. Waar is Meis?
MEVROLTW HOLLAND De buurvrouw leeft niet meer en buurman is verdwenen. MENEER HOLLAND
Vanzelfsprekend.
JOJO
Papa!
MENEER HOLLAND
Heeft hij het tegen mij? Kom eens kijken.
MENEER HOLLAND
Ik dacht dat hij televisie aan het kijken was.
JOJO
Kom eens.
MEVROUW HOLLAND
Naar buiten kijken is toch veel leuker?
JOJO
Snel!
MENEER HOLLAND
Jaja.
JOJO
Kom dan.
MENEER HOLLAND
Ik kom al.
JOJO
Kijk pap, daar, zie je?
MENEER HOLLAND
Hee, verdomd, da’s ons huis.
MEVROUW HOLLAND
Dat zei ik toch.
MENEER HOLLAND
0 ja?
MEVROUW HOLLAND
En daar ben jij.
JOJO
Nee, daar, pap, daar.
MENEER HOLLAND
Verrek, da’s onze auto.
MEVROUW HOLLAND
En nu stap je uit.
MENEER HOLLAND
Ja, dat ben ik.
MEVROUW HOLLAND
En nu loop je naar de voordeur.
MENEER HOLLAND
Ja.
MEVROUW HOLLAND
Zo kom je iedere vrijdagmiddag thuis.
MENEER HOLLAND
En nu ga ik de voordeur opendoen.