De Opdracht

De opdracht: Op de powerpoint staan steeds plaatjes, tekst en muziek. Soms zit er een opdracht die je moet maken. Het nummer van de opdracht staan vermeld. Het antwoord vul je in op je werkblad. Succes!

Zet je koptelefoon op Klik op de link en luister naar het lied en beantwoord vraag 1 op je werkblad http://www.youtube.com/watch?v=bHvF1WjH2M

Koning Lodewijk de XVI In het land Frankrijk heerste er een koning. Koning Lodewijk XVI. Hij had alle macht en bepaalde alles zelf. Hij was rijk en gaf helemaal niet op de arme mensen in zijn land. De arme mensen hadden weinig geld en hadden erge honger, maar de koning deed niks. Beantwoord nu vraag 2

Opstand: 14 juli 1789 De koning bepaalde alles en de arme mensen mochten niks bepalen. Ze moesten hard werken en betalen. De arme mensen werden boos en kwamen in opstand. Opstand betekend dat je met een groep gaat protesteren tegen de koning. Op 14 juli 1789 begon de opstand. Ze riepen daar: Het is natuurlijk Frans, maar de betekenis staat erachter. Liberté, (vrijheid) égalité, (gelijkheid) fraternité! (broederschap) Beantwoord vraag 3

Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen Verklaring van de rechten van de mens en de burger. De koning was helemaal niet blij met de opstand en wilde de mensen in zijn land een beetje tevreden maken. Hij dacht als ik ze nou een wet ( verklaring) maak waarin elke burger gelijk is. Hij hoopte dat de opstand nu voorbij zou zijn. Hiernaast zie je de verklaring Beantwoord vraag 4

Napoleon 1799 De opstand hield niet op. De koning werd zelf vermoord. Nu de koning weg was, moest natuurlijk wel iemand het land regeren. Er kwamen ruzies in het land tussen de mensen. Toen stond er één man op, Napoleon. Hij zorgde ervoor dat de ruzies ophielden. Al snel vonden mensen hem een geweldige man. Ga meteen door naar het volgende plaatje

Keizer Napoleon 1804 Napoleon werd koning en daarna zelfs keizer. Hij werd machtig. Alle mannen vonden hem geweldig en stonden achter napoleon. Napoleon had heel Frankrijk al, maar Napoleon wilde machtiger worden. Hij dacht als ik nou andere landen verover dan wordt ik nog machtiger. Napoleon wilde heel Europa.

Beantwoord vraag 5

Nederland 1810 Napoleon veroverde, Spanje, Italië, Portugal, België en Nederland. In 1810 kwam Napoleon zelf naar Nederland om als koning te regeren. Napoleon heeft gezorgd voor veranderingen die wij nog steeds hebben. Hij bedacht bijvoorbeeld de burgerlijke stand. Als je wordt geboren kom je nu in een bestand te staan in de gemeente. Nederland weet dan dat jij er bent. Je schrijft je dan in voor de burgerlijke stand. Daar staat bijvoorbeeld in wie jouw ouders zijn. Mensen moesten ook zelf een achternaam verzinnen. Beantwoord vraag 6

Rusland 1812 Napoleon had heel Europa nog niet en ging door met vechten. Hij wilde graag Ruslang hebben. Hij trok met zijn leger naar Rusland. Het ging tot totdat het winter werd in Rusland. Het is daar veel kouder dan in Frankrijk. De fransen kregen het koud en ze verloren. Napoleon was voor het eerst verslagen. Beantwoord vraag 7:

Waterloo 1815 Napoleon was verslagen in Rusland. De andere landen kregen dit nieuws en stonden Napoleon al op te wachten.De landen waren: Nederland, Engels en Duitsland. Dit gevecht vond plaats in het plaatje Waterloo. Het wordt ook de slag bij Waterloo genoemd. Napoleon en zijn leger waren erg zwak en ze verloren de slag. Napoleon was verslagen. Hij werd opgesloten op een eiland in de zee. Hij stier daar. Beantwoord vraag 8