Blz 50 - De Schat Aan Egyptische Tempels - Kom Ombo

  • November 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Blz 50 - De Schat Aan Egyptische Tempels - Kom Ombo as PDF for free.

More details

  • Words: 879
  • Pages: 10
De schat aan Egyptische tempels : Kom Ombo Deze tempel is uniek omdat het in feite een dubbele tempel is, hij ligt ongeveer 48 km ten noorden van Aswan, en is aan 2 hoofdgoden, Sobek de krokodilgod en Horus de valk god gewijd. De tempel is gebouwd op een zandduin die de Nijl overziet, ondanks de hoogte van de ligging is het voorhof beschadigd door de jaarlijkse overstromingen van de Nijl. Hij is gebouwd tijdens de periode van de Ptolemeeërs, en de tempel is over de lente in tweeën gedeeld. De rechtse kant Huis van de Krokodil wordt gewijd aan Sobek, god van vruchtbaarheid en schepper van de wereld, de linkerzijde aan Haroëris Kasteel van de valk, dit is een van de incarnaties van de valk god Horus, ook wel Horus de Oudere genoemd, waarvan gevleugelde schijf die tegen alle kwaden beschermt over alle ingangsportalen wordt afgeschilderd. Elk van deze twee tempels had hun eigen speciale ceremonies en festivals. Sobek wordt geassocieerd met de slechte god Seth, de vijand van Horus. In de mythe Horus maakten de bondgenoten van Seth hun vlucht door in krokodillen te veranderen. In en rondom het heiligdom van Sobek leefde ook reusachtige krokodillen in grote getallen. Die ook tot voor kort de Nijl teisterde, waar ze op de rivierbanken lagen, waar ze zowel mensen als dieren verslonden. De bevolking was er bang voor, en zij geloofde dat als zij het dier zouden vereren het hen niet zou aanvallen. Er werden krokodillen gevangen en binnen de tempel opgesloten, in de Hathor-kapel , rechts van de tempel, liggen enkele mummies van krokodillen. Al vanaf de 18de dynastie lag er een stenen heiligdom. Met de eigenlijke tempel werd door Ptolemaeus VI Philometor (180-145 v. Chr.) begonnen. Farao Ptolemaeus IX Alexander (107 – 88 v. Chr. voegde nog enkel bas-reliëfs aan de tempel toe. Er werd ook nog gebouwd door Ptolemaeus XII Neos Dionysos (80-51 v. CHR) de vader van Cleopatra, de laatste farao van de dynastie der Ptolemeeën. Na haar zelfmoord eindigde het faraonische rijk en begon de Romeinse heerschappij. Ten slotte voegde de Romeinse Keizer Augustus rond 30 v. Chr. de toegangspyloon toe. Er zijn ook graven van het Oude Koninkrijk in de omgeving van KomOmbo dorp gevonden. De eerste pyloon wordt bereikt via een kleine trap. Veel is er niet van overgebleven, zeker in vergelijking met de tweede pyloon. Dat de tempel in de lengte is opgesplitst is bij de ingang al te zien aan de twee toegangsopeningen, van elkaar gescheiden door een pijler waarvan alleen de onderste helft over is. In alle andere vertrekken van de tempel zijn twee deuropeningen aangebracht. Via de twee toegangspoorten kom je in het voorhof, dat 16 beschadigde zuilen telt, hiervan staan alleen nog de onderste delen.De reliëfs op de zuilen stellen de Romeinse keizer Tiberius voor, die vlak voor onze jaartelling aan de macht was. Hij brengt offers aan de goden. Op de muren die voorhof en zuilenhal scheiden staan aan de rechterkant reliëfs van de Ptolemeënkoning XIII (Neos Dionysus) in gezeldschap van Horus, Toth met de ibiskop en Sobek. De tien zuilen van de grote zuilenhal hebben kapitelen met verschillende bloem- en palmbladmotieven. Ook hier staat de koning op de zuilen afgebeeld, hij brengt offers aan de goden. Aan de rechterkant op de wand staat een beeldverhaal van het in gebruik nemen van de tempel. Zo strooit Neos Dionysus wierook in de tempel en biedt hij Geb, god van de aarde, en diens vrouw Nuth, godin van de hemel, bloemen aan. Op de linkerwand is ondermeer te zien dat Haroëris wijn aangeboden krijgt van de koning. Het plafond van de zuilenhal is bedekt met reliëfs van gieren, die plaatselijke godinnen voorstellen, en met sterren en astronomische figuren die ook op de architraaf (dat deel van de zuilen waar het plafond op rust) staan afgebeeld. De kleine zuilenhal is op de afmetingen na in grote trekken gelijk aan de vorige. Er staan ook tien zuilen en de reliëfs behandelen dezelfde onderwerpen.

Voor de twee heiligdommen liggen drie tussenkamers. Hier is te zien hoe er aan de goden geofferd werd. Jammer genoeg zijn de twee kamers van het Allerheiligste zwaar beschadigd. Links is de kamer voor Haroëris, recht voor Sobek. Links hiervan staat de ruïne van het mammisi of geboortehuis ter ere van de geboortes van Sobek en Haroëris. Het deel van de tempel dat overdekt was (vanaf de grote zuilenhal) is omgeven door twee muren, waartussen twee gangen om de tempel heen lopen. De binnenste omgang bestaat aan de kant van het allerheiligste uit zeven onduidelijke kleine kamertjes. De onvoltooide reliëfs laten tal van offertaferelen zien. Vanaf de voorhof kan men in de buitenste omgang komen, die tijdens het bewind van verschillende Romeinse keizers is gedecoreerd. Daar waar de linkergang van de buitenste omgang naar rechts buigt is op de rechtermuur een bijzonder reliëf te zien; naast mystieke symbolen is een tafel afgebeeld met, naar men aanneemt, het instrumentarium van een chirurg. Een ander opvallen reliëf in de buitenste gang is dat van zestien gevangenen, die de namen dragen van vijandige gebieden. Een onvriendelijke leeuw probeert in de vastgebonden handen van een van hen te bijten.

De tempel is uitgekiend gebouwd, bekijk de nachtfoto ‘s, het lijkt alsof de tempel “leeft” en uit verschillende segmenten bestaat, architecturaal meesterwerk.

Related Documents