Biobrief November 2008
Rododendron (Rhododendron, uit het Oud-Grieks: rhodos, roos; dendron, boom). In ons park staan een aantal prachtige Rododendronstruiken. Vanwege haar ornamentale voorkomen, omdat de struiken prachtige bloemen dragen en omdat de meeste soorten groenblijvend zijn. Ook laten zij zich gemakkelijk snoeien tot heggen en hagen. Insekten doen zich tegoed aan de nectar. Met dit laatste is enige voorzichtigheid geboden. Delen van Rododendrons kunnen het giftige grayanotoxine bevatten. Dit gif kan ook in de nectar en meeldraden en hierdoor in de honing van bijen voorkomen, die zich met de nectar van Rododendrons hebben gevoed. Deze honing kan hallucinerend en/of laxerend werken. In de oudheid vertelde Xenophon reeds over het gedrag van soldaten, die zich met zulke honing hadden gevoed. Als een paard van een giftige soort eet, is de kans groot dat hij sterft. Er zijn zo'n 25.000 verschillende Rododendrons, waaronder vele hybriden. Hun grootte varieert van een kleine tien centimeter tot wel 30 meter. In Nepal en China voelt de plant zich goed thuis. Ook in Nederland groeit de plant in de vrije natuur. Dit zijn dan verwilderde exemplaren.
In Nederland komen Rododendrons als nationale plantencollectie voor bij vier tuinen: Arboretum Trompenburg, Botanische Tuinen Wageningen, Botanische Tuinen Utrecht en Pinetum Blijdenstein. Ook het Von Gimborn Arboretum in Doorn heeft een grote collectie. In de tuin geven Rododendrons in het algemeen de voorkeur aan iets zure, luchtige grond. --De cynische uitdrukking "iets achter de Rododendrons gooien" komt oorspronkelijk van de Koninginnedagviering onder Juliana, die dan vele goedbedoelde prullaria van het volk kreeg aangeboden op Soestdijk. Deze volksnijverheid zou, na hartelijke ontvangst door de hofhouding, achter de Rododendrons zijn gedumpt. De Bond tegen het vloeken stelde het woord Rododendron voor als alternatieve vloek, omdat het woord niet aanstootgevend is. Het voorstel werd niet serieus ontvangen. (Rhododendron en Rododendron zijn juist, Rhodondendron en Rodondendron zijn foutief geschreven). Giftige honing Er komen in de natuur honingsoorten voor, die voor de mens giftige bestanddelen bevatten. Een bekend voorbeeld is Xenophon, die de vergiftiging beschrijft van Griekse huursoldaten (400 v.Chr.). Algemeen wordt aangenomen dat deze honing afkomstig was van de Rhododendron Ponticum. Opmerkelijk is nog dat in het Alpengebied Rododendronhoning wordt gewonnen van de Rhododendron Ferrugineum (Roestbladig Alpenroosje) en Rhododendron Hisutum (Harig Alpenroosje). Honing van de Kalmia (Lepelboom) in de VS en de Andromeda (Rotsbes) in Japan zijn eveneens giftig. Beide soorten behoren, evenals de Rododendron, tot de familie van de Ericacea (Heidekruid familie) en het is dan ook niet verwonderlijk dat de stoffen, die de vergiftigingsverschijnselen veroorzaken, tot de groep chemische verbindingen behoren van de Grayanotoxinen (Andromedotoxinen). De vergiftigingsverschijnselen die optreden na het gebruik van Rododendron- Kalia- en Andromeda-honing zijn o.m. tintelingen in de vingers en tenen, hoofdpijn, misselijkheid, het afnemen van de hartslag tot 50 of zelfs 30 en bewusteloosheid, een paar minuten tot twee uur na het gebruik van de honing. Niet alleen in de plantenfamilie van de Ericaceae komen giftige honingsoorten voor. Bekend is dat een Euphorbia soort in Zuid Afrika een honing oplevert die een zeer pijnlijk gevoel in de keel veroorzaakt. Een ander voorbeeld is de zeer giftige honing van de Coriara Arborea (Tutuboom) in Nieuw Zeeland, waarvan een theelepeltje zelfs al bewusteloosheid kan veroorzaken. Bepaalde gebieden in Nieuw Zeeland zijn dan ook gesloten voor de imkerij.
Erica Tetralix (Gewone Dopheide) Er zijn verschillende struik- en dopheides die Grayanotoxinen bevatten: Calluna Vulgaris (Struikheide), Erica Herbacea (Vleeskleurige Dopheide), Erica Vagans (...), Erica Tetralix (Gewone Dopheide) Erica Cinerea (Rode Dopheide) en Erica Scoparia (Bezemdopheide). Nu is het wel zo dat alleen hommels met een lange tong bij de nectar van de dopheide kunnen komen. Hommels met een korte tong, bijten eerst een gaatje onderin de bloemkroon. Bijen hebben een korte tong. Dus in principe is de heidehoning veilig voor consumptie. Tenzij de bijen het gaatje vinden dat de hommels met korte tong hebben gemaakt .......
Wat is nectar? Nectar is een door planten afgescheiden waterige oplossing die verschillende suikers kan bevatten. Daarnaast bevat nectar ook nog andere stoffen. Dit zijn vooral aromatische verbindingen, organische zuren, mineralen, eiwitten, aminozuren en diverse vitamines. Van de vitamines komt alleen vitamine C soms in redelijke hoeveelheden voor. Nectariën. Nectar wordt geproduceerd door nectarklieren of nectariën. Nectariën kunnen zich op alle bovengrondse delen van de plant bevinden, zowel bij varens als bij bloeiende planten. De werking van de nectariën zorgt er voor dat bepaalde stoffen wel en andere niet worden uitgescheiden. Waarom scheiden planten nectar uit? De oudste theorieën hierover gaan er van uit dat het uitscheiden van nectar een manier is om de druk binnen de plant te reguleren. De nectariën zouden dan dienen als een soort uitlaatklep voor plantensap. Toen duidelijk werd dat er geen zuiver plantensap werd uitgescheiden, maar vooral een aantal suikers, werd verondersteld dat het met name ging om het reduceren van de osmotische druk binnen de plant. Het aantrekken van bestuivende insecten door het uitscheiden van nectar in de bloemen zou een secundair effect zijn. Tegenwoordig zijn er hele nieuwe ideeën over de vraag waarom planten nectar uitscheiden. Zodra een plant wordt aangevallen door plantenetende insecten reageert de plant met het uitscheiden van nectar via de extraflorale nectariën. Met de nectar worden biologische bestrijders aangelokt, die de plant van de plaaggeesten bevrijden. De uitscheiding van nectar behoort dus tot de strategieën die de plant ter beschikking staan om zich te weren tegen plaaginsecten. Inmiddels zijn veel onderzoekers er van overtuigd dat planten niet de weerloze organismen zijn waarvoor we ze tot nu toe hielden, maar dat ze actief reageren op aanvallen door plantenetende insecten. Giftige nectar. Op warme dagen trad bijensterfte op bij bijenvolken in een grote cirkel rond een bedrijf
waar vaste planten werden geteeld. Door middel van stuifmeelvallen is geprobeerd na te gaan op welke planten de bijen vlogen op het moment dat vergiftiging optrad. Omdat de sterfte steeds samenviel met de bloei van het gebroken hartje (Dicentra) hebben we ons vervolgens op deze plant geconcentreerd. Bijen verzamelen geen stuifmeel op deze bloemen, dus dat zou verklaren waarom onze observaties door middel van stuifmeelvallen niets opleverden. Ook verzamelen honingbijen niet altijd nectar bij deze planten. In het begin van de bloei is er weinig nectar beschikbaar onder in de bloem, waar de bijen er net niet bij kunnen. Alleen als hommels gaatjes in de bloemen gebeten hebben, kunnen de bijen nectar verzamelen. Later in het seizoen produceren de bloemen op warme dagen zoveel nectar, dat deze uit de bloemen tevoorschijn komt, ook zonder dat de hommels gaatjes bijten. Uit de literatuur is bekend dat deze plant giftige en hallucinogene stoffen bevat. (http://www.xs4all.nl/~jtemp/NectarHoning.html) A. de Ruijter, Hilvarenbeek. Verkort overgenomen.
Deze gevelsteen is te vinden aan de voorzijde (Oostkant) van het huis de "Overplaats" op Park Rodichem. Een aantal maanden geleden maakte ik een fietstochtje met "Het Gilde" van Zeist. De Gildes zijn terug te vinden in veel steden. Vrijwilligers, meest gepensioneerden, begeleiden wandelingen en fietstochtjes, waarbij de nadruk ligt op het bezoeken van histories interessante plaatsen. Het fietstochtje voerde ons o.a. langs landgoed Dijnselburg en Park Rodichem. De gids maakte ons attent op de gevelsteen. De betekenis van de woorden wist hij echter niet. Dus ben ik maar eens gaan speuren op het Internet. De woorden Sjanti en Koenja hebben in verschillende talen een betekenis, maar de combinatie van deze woorden leverde niets op. Deze maand heb ik de bewoners van de Overplaats een briefje gestuurd of zij meer wisten.
Een der bewoners had zichzelf al eerder afgevraagd wat de vertaling van de woorden was. Hij vermoedde dat de woorden Hindi waren en sprak hierop een uit India afkomstige man aan. Sjanti is in het Hindi vredig, vreedzaam. Koenja is plaats, huis of sfeer. Sjanti Koenja zou dus Vredig Huis of Vredige Plaats kunnen betekenen. Aan de overkant van de Amersfoortse weg, staat het bejaardenhuis Vredenoord. Toeval? De dag voor het telefoontje van de vriendelijke Overplaats-bewoner, had ik een helder idee. Ik gaf "Google" de zoekopdracht naar Shanti Kunja. En dat leverde wél resultaat op. Shanti Kunja werd vanuit het Hindi in het Engels vertaald als Grove of peace. Grove wordt meestal gebruikt in de combinatie Grove of trees. Maar Grove wordt ook zelfstandig gebruikt. Dat is een groepje bomen, een bosje of bomenrij, zonder ondergroei. Op het Internet kwam ik nog het een en ander tegen. Annie Besant (1847-1933) geboren in Ierland, verbleef een groot deel van haar leven in India. Op het terrein van een door haar opgerichte Universiteit in Benares (Central Hindu College), bewoonde zij een huisje. Met de naam "Shanti Kunja". Een van de grote inspirators van Besant was Helena Petrovna Blavatsky, beter bekend als Madame Blavatsky (1831-1893), een van de grondleggers van de moderne theosofie. Annie Besant heeft een groot deel van de opvoeding verzorgd van Jiddu Krishnamurti (1895-1986). Het is niet duidelijk of de gevelsteen is aangebracht door de eerste bewoner, de Hr. J.C. Soeters. Mogelijk kwam dit initiatief van de tweede bewoner, de Hr. Pelletier. Ook is niet duidelijk waarom gekozen is voor een tekst in het Hindi. Maar duidelijk is wel, dat Park Rodichem een Vredig Oord is. Toch? --Krak Plok
Op Zaterdagavond 15 November klonken er geluiden bij mijn voordeur. Welliswaar worden er meestal 's avonds geen post, kranten of reclames bezorgd op zaterdag, maar ijverige vrijwilligers van Park Rodichem willen nog wel eens een officiëel schrijven bezorgen. Er lag niets op de mat, maar een gekrabbel aan de deur was duidelijk hoorbaar. Nieuwsgierig en enigszins gespannen (inbraak, vandalisme) opende ik de deur. Krak Plok liep onmiddelijk langs mij heen, met een mandje in haar handen geklemd. Een zware geur van nat gras en rottend hout achterlatend. Ik begon te vermoeden dat deze geur iets met Krak Plok zelf te maken had. "Ik heb inktzwammen meegebracht, ze zijn al lekker rijp". Dat had ik ook in de gaten. Zwart vocht lekte uit het mandje op mijn tot nu toe vlekkeloos tapijt. "Nou, dat is aardig van U, zet U het mandje maar op tafel", zo sprak ik terwijl ik zorgelijk toekeek. "Ik wil U bedanken voor het werk aan de waterlift". Daar kon ik mij niets van herinneren. "Kijk maar naar Uw handen". Ik keek naar mijn handen. Het was mij al een paar dagen opgevallen, dat mijn handen eeltig waren geworden, met zwarte kloven die zich niet meer schoon lieten wassen. Ook voelde ik mij de laatste tijd erg vermoeid, hoewel ik door de dagdiensten van de
afgelopen weken toch voldoende slaap kreeg. "Nou, ik moet weer gaan. Er is familie op bezoek uit Groenland. Uw tuintje komt in orde hoor. Ik heb de mollen al gevraagd ergens anders te graven. Dat doen ze niet graag, want er zitten veel vette engerlingen onder het gras. Dag Dr. Oetker". En ze verdween weer net zo snel als ze gekomen was. De volgende ochtend vond ik een bezem naast mijn voordeur. Waarschijnlijk van de buurvrouw. Of had Krak Plok die vergeten? Waarom zou zij mijn stoepje willen vegen? Of had Krak Plok een andere bestemming voor de bezem? Nee, aan zulke hersenspinsels moest ik mij niet wagen. De inktzwammen heb ik niet opgegeten. Krak Plok zal dat wel begrijpen. Zou ze ooit nog langskomen? Ik moet haar eens vragen hoe ik de vlekken uit mijn vloerbedekking krijg.