Brood staat iedere dag zomaar weer voor je op tafel klaar. Je hoeft er zelf nog niet voor te werken. Je ouders wel. Daar mag je dankbaar voor zijn. Het is eigenlijk steeds weer een cadeautje!
Wie pakt er niet graag een cadeau uit? Je zegt dan altijd dankjewel tegen de gever.
“Dank U wel voor ons dagelijks brood” Veel kinderen op deze wereld moeten eerst hard werken voordat ze brood of rijst kunnen eten. Ze hebben dan bijna geen tijd om te spelen of naar school te gaan. Wat vind je daarvan als je dat vergelijkt met jezelf? Vind je dat mensen hun brood ook met anderen zouden moeten delen? Als Jezus brood nam, zei Hij eerst ‘dank U wel’. Vlak voor zijn dood vertelde hij zijn vrienden dat Hij zichzelf in dat brood herkende. Toen brak Hij het brood en deelde het rond. Hij wilde dat zij dat ook zouden doen: jezelf uitdelen, net als het brood. Dat zou de mooiste herinnering aan hem zijn. 25