20090902 Zienswijze Bentheim

  • June 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View 20090902 Zienswijze Bentheim as PDF for free.

More details

  • Words: 5,453
  • Pages: 13
DER LANDRAT

Landkreis Grafschaft Bentheim · 48522 Nordhorn

Stabsstelle

Wirtschaftsförd. u. Kreisentwickl.

Dienstgebäude

Vliegwiel Twente Maatschappij (VTM)

Zimmer

van-Delden-Str. 1 - 7

Regentesselaan 2

116

Ansprechpartner

Bernd Oncken

3818 HJ Amersfoort Niederlande

Datum und Zeichen Ihres Schreibens

Aktenzeichen

17 juli 2009

Telefon

(0 59 21)

96 1316

Telefax

(0 59 21)

9 65 1316

eMail

[email protected]

Mein Zeichen

Datum

0.3 / ON

03 september 2009

- Vertaling uit het Duits / Alleen de oorspronkelijke Duitse tekst is de wettelijk bindende versie -

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

Geachte dames en heren, door middel van uw brief van 17 juli 2009 heeft u ons op de hoogte gesteld van de actuele stand van zaken ten aanzien van de planning en de voorgenomen procedurele stappen om te komen tot een regionale luchthaven in Twente voor de burgerluchtvaart. U deelde ons mee dat het college van Burgemeester en Wethouders van Enschede, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel en het Ministerieel Opdrachtgeversberaad op 23 juni 2009 al een voorlopig besluit hebben genomen om de ontwikkelingsvariant B, die voorziet in de realisatie van een regionale luchthaven, tot uitvoering te brengen. Zoals uit de plandocumenten blijkt, is het voorlopige besluit gestoeld op een afweging tussen twee ontwikkelingsvarianten door de VTM, die op basis van een milieueffectrapportage, een kostenbatenanalyse en een totaalanalyse de ontwikkelingsvariant met een regionale luchthaven als het meest gewenst voor de regio Twente beoordeelt. Wij danken u voor uw brief en maken hierbij graag gebruik van de door u geboden mogelijkheid u op de hoogte brengen van onze opmerkingen en bezwaren. Deze hebben enerzijds betrekking op procedurele, anderzijds op inhoudelijke aspecten van het plan. Wij zullen hieronder onze kritiekpunten op deze aspecten weergeven.

KREISVERWALTUNG

SPRECHZEITEN

BANKEN

KONTO-NUMMERN

BLZ

van-Delden-Straße 1-7 48529 Nordhorn Telefon (0 59 21) 96-01 www.grafschaft-bentheim.de

Mo.-Do. 8.30-12.30 Uhr und 14.30-16 Uhr Fr. 8-12 Uhr oder nach Vereinbarung

Kreissparkasse Grafschaft Bentheim IBAN DE86 2675 0001 0000 0008 36 BIC NOLADE21NOH Grafschafter Volksbank Postgiroamt Hannover

836

267 500 01

1004 440 000 143 05-307

280 699 56 250 100 30

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

Aan onze opmerkingen en bezwaren wil ik graag enkele principiële overwegingen vooraf laten gaan: Als directe buur aan Duitse zijde van de grens van zowel de regio Twente als de stedendriehoek Enschede-Hengelo-Oldenzaal, in het midden waarvan de regionale luchthaven op het terrein van de voormalige luchtmachtbasis gerealiseerd zou moeten worden, achten wij het in het licht van de goede onderlinge betrekkingen een vanzelfsprekendheid dat de Landkreis Grafschaft Bentheim vroegtijdig en in toereikende mate bij het planningproces wordt betrokken. Dit vraagt naar ons oordeel enerzijds grensoverschrijdende samenwerking, gebaseerd op onderlinge consideratie en wederzijds vertrouwen, anderzijds het besef dat een dergelijk grootschalig infrastructureel project in het directe grensgebied doorgaans ook bovenregionale grensoverschrijdende effecten zal hebben. Daarnaast dienen volgens Europese en internationale rechtsbepalingen voldoende mogelijkheden voor grensoverschrijdende inspraak te worden geboden aan zowel organisaties, die publieke belangen vertegenwoordigen (d.w.z. onder meer nationale, regionale en locale overheden), als de betrokken samenleving. Dit wordt wettelijk voorgeschreven door het Europese Verdrag van Espoo1 en de richtlijn van de Raad van Europa betreffende milieueffectrapportages2. Voorts hebben de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederland in 2005 gezamenlijke afspraken gemaakt over een wederzijdse afstemmingsprocedure, die zijn vastgelegd in een gezamenlijke verklaring3.

Procedurele bezwaren De bovengenoemde overwegingen leiden naar onze bezwaren tegen de gevolgde procedure. Het feit dat het voorlopige besluit tot realisering van een regionale luchthaven door de raad van de gemeente Enschede, Provinciale Staten van Overijssel en het Ministerieel Opdrachtgeversberaad als vertegenwoordiger van de Nederlandse staat is genomen voordat de Duitse samenleving en de Duitse overheden officieel de gelegenheid tot inspraak is geboden en daarmee voordat rekening is gehouden met de belangen van de direct aangrenzende Duitse grensregio Grafschaft Bentheim beschouwen wij tegen de achtergrond van de hierboven genoemde binationale afspraken en wettelijke verplichtingen als een uiterst ongelukkige en ongepaste handelwijze van de zijde van de VTM en de genoemde Nederlandse overheden. Deze gang van zaken staat daarnaast op gespannen voet met de goede samenwerking tussen buren, die de afgelopen jaren bij andere planologische processen haar waarde steeds weer heeft bewezen. Wel is de Landkreis Grafschaft Bentheim in zijn hoedanigheid als verantwoordelijke overheid op planologisch gebied (“Untere Landesplanungsbehörde”) in 2006 door de provincie Overijssel vroegtijdig en op correcte wijze betrokken bij de startnotitie voor de m.e.r. (scoping) inzake de toekomstige ontwikkeling van de voormalige luchtmachtbasis en in 2008 geïnformeerd over de verdere procedurele voortgang door de in de tussentijd als verantwoordelijke ontwikkelingsmaatschappij opgerichte VTM. Als positief punt noem ik hier

1

VN/ECE-overeenkomst inzake milieueffectrapportages in grensoverschrijdend kader (Verdrag van Espoo) EU-Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 inzake milieueffectrapportage bij bepaalde publieke en private projecten in de versie van de Richtlijn 97/11/EG (mer-richtlijn) 3 „Gezamenlijke verklaring inzake de samenwerking bij de de uitvoering van grensoverschrijdende milieueffectrapportages in het Duits-Nederlandse grensgebied“ 2

2

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

met name de vertaling in het Duits van grote delen van de plandocumentatie, een feit waarvan wij met waardering kennis hebben genomen. Daarentegen moet worden vastgesteld dat in de in 2007 en 2008 opgestelde milieueffectstudie kennelijk op geen enkele manier rekening is gehouden met de opmerkingen over de omvang van het onderzoek, die de Landkreis Grafschaft Bentheim met betrekking tot de scoping voor de m.e.r. aan de provincie Overijssel kenbaar heeft gemaakt. Voor wat betreft de actuele milieueffectrapportage, die de VTM onlangs heeft voorgelegd (Plan-MER met bijlagen), moet worden geconstateerd dat in de milieueffectstudie op geen enkele manier onderzoeksgegevens en de vakinhoudelijke rapportages met betrekking tot de mogelijke effecten op het grondgebied van de Grafschaft Bentheim, waartoe de Landkreis Grafschaft Bentheim destijds dringend heeft opgeroepen, zijn opgenomen. Zo ontbreekt onder meer een berekening van de veronderstelde piekbelasting door vliegbewegingen over het gebied van de Grafschaft, maar zijn slechts schattingen van de jaargemiddelden gemaakt. Verder zijn de mogelijke vliegcorridors over Duits grondgebied niet bindend vastgelegd. Geluidsberekeningen zijn volgens de plandocumenten en volgens uitspraken van de onderzoeker uitsluitend voor Nederlands grondgebied gemaakt aangezien verondersteld wordt dat wezenlijke geluidsbelasting zich slechts voordoet binnen een straal van 6,7 km rond de luchthaven. Dit betekent dat de uitspraken in het milieurapport over de grensoverschrijdende effecten op de Grafschaft Bentheim tal van hiaten vertonen, te algemeen zijn geformuleerd en niet door degelijk onderzoek zijn onderbouwd. Daardoor zijn wij niet in staat op basis van het opgestelde milieueffectrapport een adequaat oordeel te vormen over de mate waarin de Grafschaft Bentheim met de effecten wordt geconfronteerd. Voorts hebben wij als kritiekpunt vastgesteld dat de uitspraken in de toegezonden en ter inzage gelegde plandocumenten in strijd zijn met de mondelinge uitingen door de Nederlandse onderzoeker in het kader van informele afstemmingsgesprekken. Dit betreft voor de oordeelsvorming over de effecten op de Grafschaft Bentheim essentiële aspecten inzake de beoogde vluchten (vlieghoogtes, vliegroutes, praktische en ideale aanvliegscenario’s) en daarmee indirect de problematiek van vliegtuiglawaai. Beide genoemde punten, een onvoldoende inhoudelijke kwaliteit van het milieueffectrapport en een niet eenduidige en onderling met elkaar in tegenspraak zijnde weergave van feiten in gesprekken en de plandocumenten, leidt naar ons oordeel tot de conclusie dat de plandocumenten in onaanvaardbare mate als ontoereikend en onvolledig moeten worden gekenschetst. Wij menen dat dit een aanzienlijke tekortkoming van de milieueffectrapportage is, hetgeen wij nadrukkelijk afkeuren. Om deze tekortkomingen weg te nemen is in het kader van de milieueffectrapportage onderzoek nodig en dienen bindende uitspraken te worden gedaan, zodat volstrekte duidelijkheid ontstaat over de effecten voor Duits grondgebied. Tevens dienen daarbij de aan Duitse zijde wettelijk geldende geluidsnormen in acht te worden genomen. Voorts stellen wij op basis van de bij ons door navraag bij Duitse overheidsinstanties beschikbare informatie vast dat bevoegde Duitse overheden en instanties, zoals het Bundesluftfahrtamt, de Deutsche Flugsicherung GmbH en het Bundesverteidigungsministerium/Wehrbereichsverwaltung Nord, bij het opstellen van het milieueffectrapport slechts in het kader van de startnotitie van de provincie Overijssel in het proces zijn betrokken (bekendmaking van de eerste plannen zonder concretisering). De concrete plandocumenten met de ontwikkelingsvarianten (structuurvisies) samen met de Plan-MER en de verdere onderzoeksrapporten, op basis waarvan de overheden en instanties de reikwijdte van de effecten hadden kunnen bepalen, zijn echter pas, nadat deze waren opgesteld, in een laat stadium toegezonden. Dit vond pas plaats na publicatie van de plandocumenten in juli van dit

3

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

jaar en nadat het voorlopige besluit van 23 juni 2009 over de keuze voor ontwikkelingsvariant B (regionale luchthaven) was genomen. De MER-wetgeving schrijft echter dwingend voor dat bij de uitvoering van milieueffectstudies in een vroeg stadium een aanvraagconferentie conform § 5 UVPG plaatsvindt, wat in dit geval wil zeggen dat de bevoegde Duitse instanties in een zeer vroeg stadium, nog voor de publicatie van het voornemen en voor de voorlopige besluitvorming over de realisatie van het voornemen, in het proces betrokken hadden moeten worden. Een dergelijke aanvraagconferentie c.q. participatie heeft niet plaatsgevonden. Omdat dit is nagelaten kon in de milieueffectstudie en bij de afweging tussen de beide ontwikkelingsvarianten geen rekening worden gehouden met een groot aantal aspecten, die moeten worden meegewogen bij de planning van het vliegverkeer c.q. bij de beoordeling van de mogelijkheden van vliegverkeer vanaf de luchthaven Twente, zoals de invloed van het lucht- en grondschietterrein Nordhorn-Range of het gecombineerde gebruik van het luchtruim door het vliegveld Nordhorn-Klausheide (FNL) en helikoptereenheden van de Duitse luchtmacht (afkomstig van Rheine-Bentlage). In het bijzonder is onbegrijpelijk dat het Bundesverteidigungsministerium, dat al sinds meer dan zes decennia op minstens 100 dagen per jaar gebruik maakt van het luchtruim boven de Nordhorn-Range, niet vroegtijdig door de VTM in de concrete planvorming is betrokken, maar dat dit ministerie volgens onze informatie pas op de hoogte is gesteld nadat de Nederlandse overheden een voorlopig besluit over de realisatie van een luchthaven in Twente hadden genomen. Daardoor zijn in de plandocumenten de gevolgen, die de vliegbeperkingszone van de Nordhorn-Range heeft voor de vluchten vanaf de luchthaven Twente, en de daarmee eventueel samenhangende uitwijkcorridors over de stedelijke gebieden van Nordhorn en Bad Bentheim met de daarmee gepaard gaande geluidsoverlast niet gethematiseerd. Al met al achten wij het zeer waarschijnlijk dat de ontoereikendheid en onvolledigheid van de in het kader van de procedure uitgewerkte plandocumenten en de gebrekkige inspraakprocedure (procedurefouten) een negatieve uitwerking zullen hebben op de in de volgende procedurestap door VTM uit te voeren materieelrechtelijke afweging, en wel in zoverre dat niet alle essentiële aspecten (die o.a. betrekking hebben op de gevolgen voor de Grafschaft Bentheim en de daarin gelegen gemeenten) in de afweging meegenomen kunnen worden doordat deze door het achterwege blijven van inspraak of onderzoek niet bekend zijn. Daarmee moet gevreesd worden dat de hieruit resulterende tekortkomingen in de afweging leiden tot een planningsprocedure die in strijd is met de wet. Daarnaast moet worden gevreesd dat, ondanks de aan de samenleving geboden mogelijkheden tot inspraak, haar belangen niet in voldoende mate in de afweging betrokken kunnen worden aangezien de ter inzage gelegde plandocumenten, zoals beschreven, niet toereikend en onvolledig zijn (o.a. voor wat betreft vliegroutes, vlieghoogtes en vliegtuiglawaai aan Duitse zijde). In zoverre is voor de burgers niet duidelijk wat voor hen de effecten van de geplande luchthaven zullen zijn. Als gevolg hiervan is het niet mogelijk bezwaar aan te tekenen en wordt het algemene belang niet in voldoende mate in de afweging betrokken. Samenvattend, en teruggrijpend op de overwegingen aan het begin van dit schrijven, wijzen wij er met nadruk op dat naar ons oordeel de beschreven tekortkomingen voor een eerste besluit over de toekomst van de voormalige luchtmachtbasis in Twente en voor de eerste besluitvorming en afweging ten gunste van een regionale luchthaven, die inmiddels heeft plaatsgevonden, in bilateraal overleg tussen de VTM en de Landkreis Grafschaft Bentheim aan de orde gesteld hadden moeten worden en dat ontbrekend onderzoek alsnog moet plaatsvinden. Alleen op deze wijze is het naar onze mening mogelijk in het kader van de

4

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

afweging in voldoende mate recht te doen aan de belangen van de Duitse zijde alvorens een besluit ten gunste van de ontwikkelingsvariant luchthaven (structuurvisie B) valt. De Landkreis Grafschaft Bentheim bekritiseert aldus de in onze ogen voorbarige keuze voor de ontwikkelingsvariant luchthaven.

Bezwaren tegen de inhoudelijke aspecten van het plan In het tweede deel van onze standpuntverklaring geven wij hieronder onze bezwaren tegen inhoudelijke aspecten weer. De regio Grafschaft Bentheim vormt met jaarlijks meer dan 400.000 overnachtingen (daarvan 16 % Nederlanders, in het kampeersegment 46 %) en ca. 1,5 miljoen dagtoeristen per jaar een opbloeiende toeristische regio in het noordwesten van Duitsland, die binnen de toeristische bestemmingen in de Bondsrepubliek Duitsland steeds meer aan betekenis wint. De toeristische aantrekkingskracht van de Grafschaft Bentheim is vooral gelegen in de mogelijkheden om te recreëren in een rustgevend landschap en om natuurgerichte actieve recreatievormen (fietsen, wandelen, kanoën) te beoefenen, en is daarmee direct afhankelijk van een onbedorven natuurlijke omgeving. Ook hieruit resulteren de aanzienlijke bezwaren van de Landkreis Grafschaft Bentheim tegen de in ontwikkeling zijnde plannen, die de realisatie van een luchthaven in het onmiddellijke grensgebied tot doel hebben en die daarmee zullen leiden tot extra en grootschalige geluidshinder. Door de hierboven beschreven ontoereikendheid en onvolledigheid van de plandocumenten van de in de procedure leidende VTM kon tot nu toe niet definitief worden vastgesteld met welke geluidsbelasting op het grondgebied van de Grafschaft Bentheim rekening gehouden moet worden. Er is slechts in algemene zin de uitspraak gedaan dat op Duits grondgebied geen wezenlijke geluidshinder zou optreden, een aanname die naar ons oordeel niet begrijpelijk is daar deze niet is onderbouwd. Zoals hierboven al uiteen is gezet, is deze globale uitspraak, die niet met relevante onderzoeksgegevens c.q. berekeningen is onderbouwd, voor een milieueffectstudie volstrekt onvoldoende en te onnauwkeurig. Op grond van de beschikbare plandocumenten en naar aanleiding van overleg met de door VTM ingeschakelde onderzoekers moet worden aangenomen dat vliegtuigen op betrekkelijk geringe c.q. zeer geringe hoogte over een niet onaanzienlijk deel van de stedelijke gebieden van de gemeenten Nordhorn, Bad Bentheim, een deel van de gemeente Schüttorf en mogelijk een deel van de gemeente Uelsen zullen vliegen, waarmee deze gebieden potentieel met overlast door vliegtuiglawaai geconfronteerd zullen worden. Behalve dat de daar levende bevolking met de gevolgen wordt geconfronteerd kan ook een conflicterende situatie ontstaan door het feit dat Bad Bentheim een door de staat erkend kuuroord en Gildehaus en Uelsen door de staat erkende recreatieoorden zijn, die in de Grafschaft Bentheim een bijzondere toeristische betekenis hebben. Daarnaast zou in de Niedergrafschaft het beschermde landschap Uelsener Berge, een volgens de regionale planologische bestemming prioritair gebied voor groen toerisme in natuur en landschap met een bijzondere recreatieve betekenis, onder de gevolgen kunnen gaan lijden. De bescherming van dit gebied is in de regionale bestemmingsplannen vastgelegd om enerzijds de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten te behouden en anderzijds om aan te sluiten op de stiltegebieden op Nederlands grondgebied.

5

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

Verwijzend naar de hierboven al weergegeven tekortkomingen in het onderzoek naar de effecten op Duits grondgebied is vereist dat ook voor de Duitse zijde op adequate wijze wordt vastgesteld wat de gevolgen van de beoogde vluchten (voor wat betreft vlieghoogtes, vliegroutes, feitelijke en ideale aanvliegscenario’s, vliegtuiglawaaiproblematiek) zijn, dit volgens de in Duitsland geldende wettelijke maatstaven, en dat eenduidig wordt aangegeven of wordt voldaan aan de in Duitsland geldende drempelwaarden voor luchtvervuiling en geluidsbelasting. Principieel kunnen de Landkreis Grafschaft Bentheim en de daarin liggende gemeenten, rekening houdende met de belangen van de inwoners van de Grafschaft Bentheim en de verdere toeristische ontwikkeling, een door vliegverkeer veroorzaakte geluidsbelasting, die de wettelijk geldende normen volgens het Bundesimmissionschutzgesetz in verbinding met de zgn. Technische Anleitung (TA Geluid, uitvoeringsbepalingen bij de wet) overschrijdt, niet tolereren. Daarom dient in het kader van de milieueffectstudie een studie naar de geluidsbelasting te worden uitgevoerd, waarin wordt aangetoond dat onacceptabele belasting door vliegtuiggeluid gedurende zowel de dag als de nacht niet zal voorkomen. In deze geluidsstudie dient ook de al aanwezige belasting door de Nordhorn-Range en de in de toekomstige aanvliegroute van de luchthaven al aanwezige geluidsbelasting door het wegverkeer, treinverkeer en industriële activiteiten op bedrijventerreinen in aanmerking te worden genomen. Omdat volgens de plandocumenten tot 23:00 uur (wat volgens de Duitse normen in de nachttijd ligt) gevlogen zal gaan worden, dienen bovendien uitspraken te worden gedaan over de mogelijke geluidsbelasting gedurende de nacht (22:00 – 6:00 uur). Voorts dient in de geluidsstudie aandacht te worden besteed aan: -

de geluidsbelasting door uitwijkvliegroutes van landend vliegverkeer over het grondgebied van de Grafschaft in periodes dat niet door de vliegbeperkingszone van de Nordhorn-Range gevlogen mag worden,

-

de geluidsbelasting door vliegtuigen, die in noordoostelijke richting starten, in periodes dat de vliegbeperkingszone is vrijgegeven voor de algemene luchtvaart, waardoor ook over het stedelijke gebied van Nordhorn kan worden gevolgen,

-

de geluidsbelasting door uit noordelijke richting komend landend vliegverkeer, geleid via een vliegcorridor, die delen van de Niedergrafschaft (gemeente Emlichheim en gemeente Uelsen) betreft, en

-

de geluidsbelasting van uit oostelijke richting komend landend vliegverkeer, geleid via een vliegcorridor, dat delen van de Obergrafschaft (stedelijke gebieden van Bad Bentheim en Nordhorn en eventueel het gebied van de gemeente Schüttorf) betreft (zowel bij afgesloten als bij vrijgegeven vliegbeperkingszone van de Nordhorn-Range).

Daarbij dienen de door vliegtuiggeluid belaste gebieden, alle mogelijke vliegcorridors, de te verwachten vlieghoogtes alsmede het aantal overkomende vluchten (gemiddeld en bij topdrukte) volledig te worden beschreven en in kaarten te worden weergegeven. Rekening houdende met het feit dat de luchthaven Schiphol, de enige mainport voor het internationale luchtverkeer in Nederland, geen uitbreidingsmogelijkheden meer heeft en de overcapaciteit van deze luchthaven in de toekomst overgenomen zou moeten worden door andere, regionale luchthavens in Nederland, alsmede met de uitspraken van het Rijk in de Luchtvaartnota, waarin het Nederlandse beleid voor de Nederlandse luchtvaart is beschreven en waarin aan de luchthaven Twente een nationale betekenis wordt toegekend, is het naar

6

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

ons oordeel te verwachten dat een toekomstige luchthaven Twente een niet onaanzienlijke ontlastende taak voor de luchthaven Schiphol kan gaan vervullen (regionale luchthaven Twente als uitwijkplaats voor het “niet hub-gebonden” vliegverkeer van Schiphol, o.a. voor chartervluchten, vluchten door low-cost-carriers en vrachtvluchten). Het feit dat de in de plandocumenten aanbevolen geluidsruimte van de luchthaven met een oppervlakte van 10,6 km2 een dusdanig grote omvang heeft dat deze, in vergelijking met andere Nederlandse regionale luchthavens als Maastricht, Eindhoven en Rotterdam, voor een compacte regionale luchthaven met 28.000 vliegbewegingen en 1,2 miljoen passagiers per jaar veel te groot is (de regionale luchthaven Eindhoven wikkelt bijvoorbeeld jaarlijks 1,6 miljoen reizigers af, terwijl de geluidsruimte een omvang van slechts 4,1 km2 heeft) en daarmee in de plannen nu al wordt geanticipeerd op een toekomstige uitbreiding van de luchthaven, is voor ons een extra aanwijzing dat de luchthaven Twente op middellange en lange termijn grotere dimensies zou kunnen aannemen. Wanneer de speelruimte, die de aanbevolen geluidsruimte biedt, volledig zou worden benut, dan zou hiermee naar onze inschatting in Twente de grootste regionale luchthaven van Nederland ontstaan. Hierbij past ook de vaststelling dat in de plandocumenten intercontinentale vluchten voor de toekomst nadrukkelijk niet worden uitgesloten. Voor een compacte luchthaven zou een aanzienlijk kleinere geluidsruimte, zoals ook in de toegezonden Plan-MER wordt aangegeven, voldoende zijn. Om bovengenoemde redenen achten wij het juist dat de geluidsstudie niet alleen rekening houdt met het momenteel volgens de plandocumenten beoogde minimumscenario van ca. 28.000 vliegbewegingen en 1,2 miljoen passagiers per jaar, maar ook met het in de plandocumenten weergegeven maximumscenario van ca. 38.000 vliegbewegingen en 2,4 miljoen passagiers per jaar, aangezien dit moeten beschouwd als het waarschijnlijke eindstadium van de ontwikkeling van de luchthaven. In het standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim over de m.e.r.-startnotitie betreffende toekomstige ontwikkeling van de voormalige luchtmachtbasis is de instantie, die de procedure leidt, al begin 2007 meegedeeld dat zich in de onmiddellijke omgeving van de grens op Duits grondgebied een aantal reservaten, beschermenswaardige gebieden, weidevogelgebieden en landschappen met een hoge belevingswaarde bevinden, die door groei van het luchtverkeer mogelijk negatieve gevolgen zullen ondervinden. Destijds is er al op aangedrongen om in het kader van de milieueffectstudie te onderzoeken in hoeverre het vliegverkeer gevolgen heeft voor de avifauna en de recreatieve geschiktheid van het gebied. Dit aspect is in de nu voorgelegde plandocumenten echter niet aan de orde gesteld. Ook wanneer geen negatieve gevolgen voor het milieu te verwachten zouden zijn, dient dit met een onderbouwing te worden aangetoond. De eis tot uitvoering van een dergelijk onderzoek wordt daarom hier herhaald. Daarin dienen in het bijzonder de volgende aspecten te worden beschouwd: -

mogelijke effecten op de avifauna door de verwachte toename van de geluidsbelasting en een verhoogd risico op vogelaanvaringen in de omgeving van natuurreservaat Laarsches Bruch (rustgebied voor doortrekkers), op de vogeltrek in oost-westelijke richting in de regio Niedergrafschaft (gemeenten Uelsen en Emlichheim) en op weidevogelgebieden,

-

mogelijke effecten door toename van immissies (in het bijzonder NOx) op voedselarme biotopen, in het bijzonder heide- en veengebieden,

-

mogelijke effecten door toename van de geluidsbelasting op de geschiktheid van het beschermde landschap Uelsener Berge voor recreatieve doeleinden en het onder de

7

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

Habitatrichtlijn vallende gebied Bentheimer Wald (prioritair gebied met een beschermde status voor extensieve recreatie in natuur en landschap).

Als grondslag hiervoor dienen kaarten te worden samengesteld met een weergave van de verwachte toename van de geluidsbelasting en de te verwachten immissies met milieubelastende stoffen, waarbij wordt vergeleken met de bestaande situatie. Cumulatieve effecten dienen daarbij in aanmerking te worden genomen. Met betrekking tot de onder de Habitatrichtlijn vallende gebieden dient in het kader van een vooronderzoek te worden onderzocht of toetsing aan de Habitatrichtlijn noodzakelijk is. In de bijlage zijn de gebieden in de Grafschaft Bentheim opgesomd, die gevoelig zijn voor immissies met voedingsstoffen, geluidsbelasting en/of het risico van vogelaanvaringen en die zich bevinden in de omgeving van de veronderstelde vliegcorridors. Mochten de vliegcorridors worden gewijzigd, dan kan dit mogelijk ook voor andere gebieden consequenties hebben. In het milieueffectrapport wordt bij de evaluatie van de ecologische effecten van de ontwikkelingsvariant luchthaven (structuurprogramma B) de geprognosticeerde situatie in 2020 vergeleken met het basisjaar 2003, dus met het tijdstip dat nog militaire vluchten plaatsvonden. Naar onze mening verbloemt deze vergelijking de feitelijk effecten op de ecologie van het plangebied op ontoelaatbare wijze. Correct zou zijn uit te gaan van 2008 als referentiejaar aangezien dat jaar de werkelijke situatie van dit moment weerspiegelt: de toestand waarbij de luchtmachtbasis is gesloten met slechts sporadisch gebruik door chartervliegtuigen. Wij zijn van oordeel dat de ecologische balans van ontwikkelingsvariant luchthaven in de actuele plandocumenten te rooskleurig wordt voorgesteld. Voor wat betreft de vluchtplanning c.q. de beoordeling van de mogelijkheden voor vluchten van en naar Twente wijzen wij erop dat rekening gehouden moet worden met de beperkingen, die daarvoor uitgaan van het lucht- en grondschietterrein Nordhorn-Range en het vliegveld Nordhorn-Klausheide (FNL). Het vliegveld Nordhorn-Klausheide zal ook op lange termijn in gebruik blijven en door verlenging van de start- en landingsbaan verder worden uitgebreid ten behoeve van het zakelijke luchtverkeer. Doordat in de gepubliceerde plandocumenten de beoogde vliegcorridors niet bindend zijn vastgelegd kan op dit moment slechts een inschatting gemaakt worden welke andere objecten, die voor bescherming in aanmerking komen, relevant zijn. In dit verband wijzen wij erop dat de kennelijk beoogde vliegcorridor boven het grondgebied van de Grafschaft Bentheim en het Emsland nabij de kerncentrale Lingen loopt, waarmee het vliegverkeer een extra ongevalsrisico met zich meebrengt. De Landkreis Grafschaft Bentheim is van mening dat de economische draagkracht op lange termijn van een regionale luchthaven in Twente een wezenlijk onderdeel van de afweging zou moeten zijn. Dit betekent naar ons oordeel dat aan de betrekkelijke nabijheid van de op (hemelsbreed) ca. 55 km afstand gelegen regionale luchthaven Münster-Osnabrück (FMO) een grote relevantie toegekend dient te worden. Het is aannemelijk dat de verzorgingsgebieden van de bestaande luchthaven FMO en de geplande regionale luchthaven in Twente door de geringe onderlinge afstand elkaar in aanzienlijke mate zullen overlappen. Gezien de inhoud van de plandocumenten is dit aspect kennelijk niet nader onderzocht. De jarenlange ervaring van de exploitanten van de luchthaven FMO leidt tot de conclusie dat in het gebied van de EUREGIO een marktpotentieel voor slechts één regionale luchthaven voorhanden is. Zou een tweede luchthaven in gebruik worden genomen, dan moet worden gevreesd dat beide locaties naast elkaar slechts oneconomisch en sterk verliesgevend zullen kunnen opereren. Een tweede luchthaven in de EUREGIO is naar onze mening ook daarom

8

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

niet nodig aangezien FMO ook vanuit Twente en Oost-Nederland via goede verkeersverbindingen, zowel over de weg over de autosnelwegen A1 en de A30 als per openbaar vervoer (Euregionale treinverbinding Enschede-Münster) bereikbaar is. Het aandeel Nederlanders onder de via FMO reizende vliegtuigpassagiers is op dit moment meer dan 10 procent (met een stijgende tendens). Uit de plandocumenten blijkt dat low-cost-luchtverkeer (bijv. Ryanair, Easyjet of andere lowcost-carriers) in het exploitatiemodel van de luchthaven Twente een speerpunt vormen. Daarbij willen wij opmerken dat uit algemene ervaringscijfers van Duitse regionale luchthavens blijkt dat low-cost-luchtverkeer via kleine regionale luchthavens niet op economisch verantwoorde wijze afgewikkeld kan worden, maar dat de daarbij ieder jaar optredende tekorten ter hoogte van meerdere miljoenen euro’s door middel van bijdragen van derden, in de regel uit publieke middelen, gecompenseerd moeten worden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden verwezen naar de luchthaven Dortmund, die, net als de luchthaven Twente, in de buurt van al sinds jaar en dag bestaande luchthavens ligt en door de afwikkeling van vluchten van Easyjet een jaarlijks verlies van 20 tot 30 miljoen euro lijdt. Ook voor de luchthaven Twente dreigt dit gevaar. Volgens een schatting van de exploitant van FMO heeft een luchthaven in het low-cost-segment jaarlijks 7 tot 10 miljoen vliegtuigpassagiers nodig om in dit segment niet in de rode cijfers te belanden. Van deze passagiersaantallen blijft de luchthaven Twente, waarin volgens de planning van ca. 1,2 miljoen vliegtuigpassagiers per jaar (in het minimumscenario zonder ontlastingsfunctie voor Schiphol) c.q. 2,4 miljoen vliegtuigpassagiers per jaar (in het maximumscenario met ontlastingsfunctie voor Schiphol) wordt uitgegaan, ver verwijderd. Op grond van de beide genoemde punten zou het naar onze mening het doel van de gezamenlijke EUREGIO-regio, waarvan Twente deel uitmaakt, moeten zijn één gezamenlijke concurrentiekrachtige luchthaven te onderhouden, waarin zowel Nederlandse als Duitse overheden tot gezamenlijk voordeel participeren, dit in plaats van het laten ontstaan van een nieuwe concurrentiesituatie binnen de EUREGIO-regio, die beide luchthavenlocaties en de betrokken regio’s aanzienlijke schade zou berokkenen. Laatstgenoemde situatie zou bovendien fundamenteel in strijd zijn met de EUREGIO-gedachte om grensoverschrijdend te denken en gezamenlijk te plannen. Ter afsluiting willen wij aan u onze verwachting uitspreken dat u in het kader van het vervolgonderzoek en de definitieve afweging, die volgens aankondiging in de herfst van 2009 zal plaatsvinden, in voldoende mate met onze opmerkingen en bezwaren, die wij binnen de daarvoor geldende termijn naar voren hebben gebracht, rekening zult houden. Wij verzoeken u ons aansluitend daarop te informeren over uw standpunt over onze opmerkingen en bezwaren en van de wijze waarop deze in het afwegingsproces zijn meegenomen. Wij zijn van mening dat de ter aanvulling opgestelde documenten aanleiding dienen te zijn voor een nieuwe inspraakprocedure, zodat de belangen van de betrokkenen (gemeenten, burgers, vakinstanties) op basis van deze geconcretiseerde informatie worden vastgesteld en aldus de voorwaarden voor een correcte afweging worden geschapen. Mochten onze onderbouwde bezwaren en tot nu toe niet beantwoorde vragen, zoals in deze brief weergegeven, in het verdere planningsproces c.q. in het verdere verloop van de procedure niet door bindend en adequaat onderzoek naar tevredenheid in acht worden genomen en beantwoord, dan behoudt de Landkreis Grafschaft Bentheim zich het recht voor

9

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

juridische stappen tegen het planologische besluit tot aanleg en exploitatie van de regionale luchthaven te ondernemen. Dit standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim heeft de instemming van de zeven tot de Kreis behorende gemeenten, namelijk Emlichheim, Neuenhaus, Schüttorf, Uelsen, Nordhorn, Bad Bentheim en Wietmarschen. Aangezien het op grond van de tot dusverre beschikbare plandocumenten niet uitgesloten kan worden dat andere delen van het westelijke en zuidelijke deel van het gebied van de Kreis met de effecten geconfronteerd kunnen worden, staan ook de tot de Kreis behorende gemeenten achter de hier genoemde opmerkingen en bezwaren en ondersteunen zij deze. In zoverre dient dit standpunt te worden beschouwd als de zienswijze van de gehele regio Grafschaft Bentheim. Met vriendelijke groeten, Ondertekening Landrat Friedrich Kethorn

Een kopie van deze brief zal worden gezonden aan: -

de Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel, de heer Jansen, en

-

de burgemeester van de gemeente Enschede, de heer Den Oudsten.

10

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

Bijlage Opsomming van de gebieden in de Grafschaft Bentheim, die gevoelig zijn voor immissies met voedingsstoffen, geluidsbelasting en/of het risico van vogelaanvaringen en die zich bevinden in de omgeving van de veronderstelde vliegcorridors. Deze gebieden dienen in adequaat onderzoek in het bijzonder in aanmerking te worden genomen. Mochten de vliegcorridors worden gewijzigd, dan kunnen mogelijk ook andere gebieden met de gevolgen te maken krijgen.

1. Gebieden die onder de Habitatrichtlijn (FFH) vallen (gedeeltelijk identiek als / overlappen met natuurreservaten) FFH 56 Itterbecker Heide: stuwwallengebied met open zandige heideterreinen en zandverstuivingen met een complex van berken-, eiken- en dennenbossen alsmede heidevelden met jeneverbessen en kraaiheide; op twee na grootste zandige heide in het laagland van Niedersachsen ten westen van de Weser. FFH 172 Grafheuvelheide Halle-Hesingen: heideterrein in licht geaccidenteerd stuwwallengebied, directe verbinding met het aan Nederlandse zijde gelegen heidegebied Paardenslenkte. FFH 316 Tillenberge: zandverstuivingsterrein met struikheide, buntgrasvegetaties, in laagtes veen- en moersvegetaties, eikenhakhout, hardhoutooibos op de oeverlanden van de Vecht. FFH 58 Syen Venn: hoogveen met meerdere aftakelings- en regeneratiestadia; grootste hoogveen van de natuurregio Nordhorn-Bentheimer Sandgebiet. FFH 332 Ven bij het Syen Venn: voedselarm ven, omgeven door extensief beheerde graslanden en moerasbos, kenmerkende soort is drijvende waterweegbree (Luronium natans). FFH 57 Heseper Moor/Engdener Wüste: uitgebreid zandig heideterrein, mesotrofe kale zandgrond, droog grasland, kleine afgetakelde venen, voedselarme vennen; grootste zandige heidegebied in het westelijk deel van Niedersachsen ten westen van de Weser. Tevens EU-Vogelreservaat V 57 Engdener Wüste met de bijzondere vogelsoorten nachtzwaluw en boomleeuwerik. FFH 59 Bentheimer Wald: overwegend halfnatuurlijke eiken-haagbeukenbossen, een van de drie grootste halfnatuurlijke loofboomopstanden op oude bospercelen in het westelijke laagland van Niedersachsen; grote recreatieve betekenis. 2. Natuurreservaten (NSG), beschermde landschappen (LSG), beschermenswaardige gebieden (NSGwB) NSG WE 170 Laarsches Bruch: watervogelreservaat / gebied voor doortrekkende vogels NSG WE 034 Itterbecker Heide: stuifzanden met zandige heide en dennenbossen NSG WE 155 Hügelgräber Halle Hesingen: heidegebied, gedeeltelijk bebost NSG WE 009 Tillenberge: stuifzanden met heide en bosopstanden

11

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

NSG WE 008 Syen Venn: afgetakeld hoogveen, gedeeltelijk bebost, veenputten, vennen NSG WE 188 Engdener Wüste: zandige en venige heideterreinen met cultuurbos en landbouwgronden LSG 6 Wilsumer Moor: afgetakeld hoogveenrestant met vegetaties van pijpenstrootje, berkenopslag, veenputten LSG 8 Uelsener Berge: beboste heuvelrug met heidepercelen, beekdalen; bijzondere recreatieve betekenis NSGwB 25 Munitionsdepot Itterbecker Heide: zandige heide met lichte dennen-, eikenen berkenpercelen NSGwB 35 bosgebied ten noorden van Engden: zandige heide met jeneverbessen in lichte dennen-eikenbossen 3. Natuurmonumenten (ND), gebieden met natuurmonumentaal karakter (NDwB) ND NOH 9 Egger Riese: heideveld ND NOH 10 Söben Pölle Getelo: zand- en jeneverbesheide ND NOH 16 Rolink-Tannen: stuifzand met bos, heide en jeneverbessen ND NOH 3 Ostervenn: veenkom NDwB 15, nat gebied ten zuiden van de Vreebecke: vennen met laagveen en moeras, zandige heide NDwB 19, bos- en heidegebieden aan de Nederlandse grens: vochtige en droge heide, berken- en dennenopstanden NDwB 20, voormalige zandgroeve ten zuiden van het Syen Venn: ondiepe voedselarme vennen

4. Weidevogelgebieden Vogelbroedgebied 1 Laar Vogelbroedgebied 2 Eschebrügge Vogelbroedgebied 3 Emlichheimer Wösten Vogelbroedgebied 8 Echteler Vogelbroedgebied 9 Wilsumer Moor Vogelbroedgebied 10 Oeveringen Vogelbroedgebied 16 Balderhaar Süd Vogelbroedgebied 17 Itterbeck-Süd Vogelbroedgebied 22 Syen Venn Vogelbroedgebied 21Brandlecht Vogelbroedgebied 23 Hestrup

12

Standpunt van de Landkreis Grafschaft Bentheim betreffende de planontwikkeling voor de regionale luchthaven in Twente

Bijgaande kopieën van kaartmateriaal en tabellen uit het regionale landschapsplan laten zien waar de andere waardevolle terreinen langs de vliegcorridors zich bevinden. Bijgevoegd zijn overzichtskaarten van de beschermde gebieden en weidevogelgebieden alsmede delen van het regionale landschapsplan (kopie van de plankaart en tabellen). Ten behoeve van de bescherming van de vogels mogen de gegevens over de weidevogelgebieden uitsluitend worden gebruikt voor de milieueffectstudie en is het niet toegestaan deze gegevens aan derden beschikbaar te stellen. Desgewenst is de Landkreis Grafschaft Bentheim graag bereid u verdere gegevens te verstrekken.

13

Related Documents