Leeswijzer Literatuur Titel boek of verhaal: Schrijver: Naam:
Klas:
Datum:
1 Wat lees je: tot welk genre kun je het boek rekenen?
Liefdesgeschiedenis Detectiveverhaal
Historische roman Avonturenroman
Sciencefiction Ideeënroman
2 Wat lees je: in welke stijl is het verhaal geschreven?
Humoristisch Sarcastisch
Ernstig Verheven - plechtig
Alledaags - platvloers Met veel symboliek
Alwetende verteller
3 Wat lees je: welk vertelperspectief overheerst?
Ik-verteller
Personale vertellen (hij-zij)
4 Inhoud: uitgaand van het moment van verschijnen: wanneer speelt het verhaal?
Verleden
Heden
Toekomst
5 Inhoud: hoe is de verhouding tussen verteltijd en vertelde tijd?
Chronologisch verteld
'In medias' flash back/forward
Tijdrekking-tijdsprongen
6 Inhoud: in welke omgeving bevindt de hoofdpersoon zich?
Een voor hen/haar onbekende omgeving
Soms onbekend, soms bekend
Een voor hem/haar vertrouwde omgeving
7 Inhoud: welke aandacht krijgen de karakters in het verhaal?
Flat characters
Wisselt: soms 'flat' soms 'round' characters
Round characters
8 Betekenis: levert de titel een aanwijzing voor de interpretatie?
Titel geeft letterlijke betekenis
Titel geeft figuurlijke betekenis
Titel verwijst naar een hoofdpersoon
Nadruk op ontwikkeling karakters (Auto)biografisch
9 Betekenis: wat is de betekenis van het verhaal?
Nadruk op plot, op wat er gebeurt Maatschappelijk of poltiek onderwerp
Nadruk op boodschap of thema Onderwerp filosofisch, roept vragen op