VREDESEILANDEN vzw
JAARVERSLAG 2008
Boeren verdienen meer
VREDESEILANDEN VZW JAARVERSLAG 2008
Boeren verdienen meer
1
Inhoud 2
Inleiding ....................................................................................................................
3
1 Strategische keuzes ..................................................................................................
7
2 De Zuidprogramma’s ..................................................................................................
11
3 Vredeseilanden in Vlaanderen ....................................................................................
41
4 De sociale balans van Vredeseilanden ..........................................................................
47
5 Milieubeleid van Vredeseilanden ..................................................................................
51
6 Vredeseilanden vzw – Financieel jaarverslag 2008 ..........................................................
55
Inleiding
STAPPEN VOORUIT IN DE STRIJD TEGEN DE HONGER EN VOOR GOED VOEDSEL VOOR IEDEREEN Overal mensen, brommers, auto’s, lawaai, stof en bedrijvigheid. In een zijstraat moet je door een antieke deur van een enigszins vervallen gebouw en drie steile trappen op om in de drie kantoortjes van Vinastas te geraken. Vinastas is de nationale consumentenorganisatie in Vietnam, zo’n twintig jaar geleden opgestart door een paar ambtenaren en inmiddels uitgegroeid tot een federatie met afdelingen in bijna alle steden van het land. We zijn in Hanoi, de broeierige hoofdstad van Vietnam. Giftige groenten Een paar jaar geleden werd de bevolking van miljoenenstad Hanoi opgeschrikt door berichten over honderden mensen die met verontrustende vergiftigingsverschijnselen in ziekenhuizen terecht kwamen. Pas na enkele weken, terwijl nog veel meer mensen ziek werden en sommigen het leven lieten, ontdekte men de bron van de vergiftigingen: verse groenten die besproeid waren met te veel pesticiden. Voor Vinastas was de paniek bij de overheid en de inwoners van Hanoi over de vergiftigde groente een gouden kans om de bescherming van de consumentenbelangen onder de aandacht te brengen. Zij slaagden erin om de overheid ertoe te bewegen standaarden voor “veilige groente” te ontwikkelen en een begin te maken met een controlesysteem. Maar ze stootten hierbij al snel op problemen: hoe breng je veilige groenten direct van boer tot consument? Hoe kan de consument die “veilige groenten” van andere groenten onderscheiden? Voor de hand liggende samenwerking Terwijl Vinastas en de Vietnamese overheid hun hoofd braken over deze vragen, zocht het team van Vredeseilanden in Vietnam contact met de consumentenorganisatie. Vredeseilanden steunde al kleinschalige boeren in dorpen in de omgeving van de steden die de facto biologische en dus “veilige” groenten produceerden. Al snel leidden de gesprekken tot een pilootproject waarbij Vredeseilanden en Vinastas consumenten informeren waar ze in de stad “veilige groenten” kunnen kopen. Daarnaast adviseren we met Vinastas, de Vietnamese overheid omtrent de uitbouw van een wettelijk kader (bijvoorbeeld via certifiëring) voor “veilige groente” uit familiale landbouw. Door de samenwerking met de overheid is er een zeer grote kans dat het kleine pilootproject er uiteindelijk toe zal leiden dat nog veel meer, zoniet álle Vietnamezen gegarandeerd “veilige groenten” van boerenfamilies kunnen kopen. Doen waar we sterk in zijn: samenwerken als basiskeuze Dit pilootproject is een goed voorbeeld van de nieuwe strategie die sinds begin vorig jaar de leidraad van onze werking is. Daarbij streven we niet alleen een duurzame en hoge productie na, maar beogen we vooral dat boerenfamilies loon krijgen naar werken en meer vat krijgen op de verwerking en vermarkting van hun producten. Ons uitgangspunt en onze boodschap is dat boeren en hun gezinnen geen “arme mensen” zijn, maar ondernemers die door het strategisch gebruik van hun mogelijkheden een beter leven voor zichzelf en hun omgeving kunnen bereiken. Centraal in onze nieuwe strategie is de zogenaamde “ketenbenadering”, het bekijken van het volledige traject dat landbouwproducten afleggen van het veld tot bij de consument. Samen met de boeren zoeken we uit waar zich problemen voordoen en hoe ze meer aan hun producten kunnen verdienen. Dat kan bijvoorbeeld door de ‘keten’ – van handelaren, verwerkers en distributie – ‘korter’ te maken, of door boeren zelf een stuk handelaar, verwerker of distributeur te maken. Al na het eerste jaar blijkt deze benadering voor boeren uiterst vruchtbaar. In dit jaarverslag leest u daar meerdere illustraties van. We zijn ervan overtuigd dat we juist zitten in onze keuze om andere spelers in de keten niet in de eerste plaats als concurrenten of opponenten te beschouwen, maar als partners die er ook belang bij hebben dat boeren een fatsoenlijk inkomen hebben. Deze keuze voor dialoog in plaats van confrontatie is ook een uiting van de waarden van pluralisme, respect en inclusiviteit die al tientallen jaren tot de fundamenten van Vredeseilanden horen.
3
Zoeken naar hefbomen: van klein naar groot De resultaten van onze inspanningen op het terrein om de positie van boeren in de keten te versterken, brengt Vredeseilanden samen met haar partners naar het politieke niveau, opdat onze innovaties en experimenten “in het klein” navolging vinden “in het groot”. Hoe? Bijvoorbeeld door grote organisaties onze aanpak te laten overnemen. Of door overheden te overtuigen de economische en politieke voorwaarden te verbeteren zodat álle boeren in een regio, land of continent beter van hun werk kunnen leven. Voedselcrisis: wat gebeurt er als familiale landbouw wordt verwaarloosd In België was de brede belangstelling voor de voedselcrisis een opportuniteit om de aandacht te vestigen op de centrale rol van familiale landbouw in het garanderen van voldoende voedsel voor iedereen. Daar bestaat een wetenschappelijke consensus over, alleen volgt het beleid nog niet helemaal. Elders in dit verslag leest u hoe wij erin slaagden via de media een groot publiek te informeren over het enorme potentieel van familiale landbouw, hoe wij de voorstellen van de Belgische regering om de voedselcrisis te bestrijden mee bepaalden. Vredeseilanden maakte ook deel uit van de officiële Belgische delegatie naar de “Voedseltop” in Rome van de FAO in juni 2008. Door die andere – financieel-economische – crisis, daalden de voedselprijzen weer, en met de prijzen ook de aandacht voor de globale voedselzekerheid. Maar de structurele oorzaken van de honger en de armoede van boerengezinnen zijn niet aangepakt. Bovendien is er sprake van nieuwe, zorgwekkende ontwikkelingen die de kansen van kleinschalige boeren ondermijnen. Zo kochten verscheidene regeringen en grote investeerders al reusachtige landbouwarealen op in Afrika om de eigen voedselvoorziening veilig te stellen of voor de productie van biobrandstoffen. De voorwaarden waaronder lokale overheden de grond verkopen, blijken erg dubieus. Dit agrarisch imperialisme knaagt aan het land van kleine Afrikaanse boeren, die daarmee hun droom op een grotere lap vruchtbare grond en een betere toekomst uit handen zien glippen. Met onze partners zullen wij blijven pleiten voor een beleid dat iedereen ter wereld van voldoende en goed voedsel verzekert door lange termijn investeringen in familiale landbouw. Help ons onze stem te laten horen en om zelf concrete steun aan boerenfamilies te geven. Klaar voor de toekomst Om onze eigen werking nog doeltreffender en efficiënter te maken, vond in 2008 een ingrijpende interne reorganisatie plaats. Dit waren daarin de belangrijkste elementen: • de organisatiestructuur werd gestroomlijnd, personeel gedecentraliseerd waardoor steeds meer medewerkers wonen en werken in de rurale gebieden van onze belangrijkste partners; • wij ontwikkelden een nieuw, wereldwijd systeem om onze werking beter te plannen, meer zicht te krijgen op de resultaten ervan en om sneller te leren van onze ervaringen; • er kwam een globaal personeelsbeleid en een verbeterd systeem om onze medewerkers te evalueren; • voor onze fondsenwerving werd een aparte afdeling opgestart, met diversifiëring van onze inkomstenbronnen als centraal aandachtspunt. Tenslotte het belangrijkste: de steun en de waardering die we krijgen van vrijwilligers overal in Vlaanderen, de medewerkers in Leuven en in Afrika, Azië en Latijns-Amerika, de meer dan honderdduizend mensen en de vele organisaties. Alleen door hen kan Vredeseilanden zich blijven inzetten voor haar missie van armoedebestrijding en een menswaardig leven voor familiale boeren in Zuid en Noord. Dank voor jullie engagement, vertrouwen en steun.
Fons Vaes Voorzitter van de Raad van Bestuur
4
Luuk Zonneveld Algemeen Directeur
REKENSCHAP EN DUURZAAMHEID De problemen van armoede, honger en klimaat zijn met elkaar verbonden. Daarom volstaat het niet dat we verontwaardigd zijn over de armoede in de wereld. Het volstaat zelfs niet dat we solidair zijn door mensen elders in de wereld te helpen hun levensstandaard te verbeteren. Want als die mensen zich opwerken tot onze levensstandaard en daarbij evenveel CO2 uitstoten en evenveel water en grondstoffen consumeren als wij, bedreigen we het voortbestaan van onze eigen soort. Oprechte solidariteit vraagt een wereldwijde transitie naar een duurzame economie. Een economie die de beperkte draagkracht van de planeet als eerste axioma onderschrijft en tegelijk kansen biedt voor iedereen op een menswaardig bestaan. Het verhaal van Vredeseilanden – dat van miljoenen boerenfamilies die zich uit de armoede kunnen werken door het bedrijven van duurzame landbouw – is slechts een hoofdstuk in dat grote verhaal. Maar wel een cruciaal. Vredeseilanden wil dit duurzaamheidsparadigma naar de voorgrond schuiven als globaal kader. Vandaar ook de keuze voor rapportering volgens het formaat Global Reporing Initiative (GRI) en voor het International Accountability Charter (IANGO) door de Raad van Bestuur op 15/5/2008. GRI Dit jaarverslag is voor het eerst volgens de GRI criteria opgesteld. Het Global Reporting Initiative – afgekort GRI – is intussen uitgegroeid tot een algemeen aanvaard systeem. Een groeiend aantal grote bedrijven en organisaties van over de hele wereld engageerden zich reeds om volgens dit kader te rapporteren. Wat biedt GRI? • heeft duurzaamheid als specifieke invalshoek; • omvat zowel economische, sociale als ecologische indicatoren; • voorziet een concreet raamwerk dat vergelijking met andere organisaties mogelijk maakt; • omvat richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving: principes voor het bepalen van de inhoud van het verslag en uitleg over hoe het samen te stellen; • in de toekomst worden specifieke richtlijnen voor de non-profit uitgewerkt; • is internationaal erkend en wordt gebruikt door (grote) bedrijven en NGO’s; • verschillende niveaus van rapportering zijn mogelijk (C, B, B+, A, A+): er is een minimum set van indicatoren, maar een organisatie kan stapsgewijs over meer criteria rapporteren. Volgens deze criteria beantwoordt Vredeseilanden op dit moment reeds aan het ‘C’ niveau van de GRI standaard. Het volledig overzicht van de indicatoren waarover we rapporteren is achteraan dit verslag volgens de GRI logica overzichtelijk opgenomen op blz. 76 en 77.
5
6
Strategische keuzes
BOEREN VERDIENEN MEER Vredeseilanden is een onafhankelijke en pluralistische Belgische niet gouvernementele organisatie voor ontwikkelingssamenwerking. Vredeseilanden werkt aan een leefbaar inkomen voor boerenfamilies en het versterken van hun organisaties, zowel in het Zuiden als in het Noorden. Dat doet Vredeseilanden door de plaats van boeren in de volledige landbouwketen te versterken, van productie tot consumptie. Door via lobbywerk en campagnes te ijveren voor een beter beleid en door consumenten aan te moedigen om meer duurzame producten te kopen.
WAAROM VREDESEILANDEN? Een planeet onder druk Stijgende voedselprijzen knagen aan ons inkomen. Brood, aardappelen, vlees,... het kost ons allemaal meer. Vloeken op het kasticket, meer zit er niet op. Maar ook de gevolgen van een opwarmende aarde, dure energie en schaars wordende grondstoffen bereiken ons dagelijks leven. 963 miljoen mensen leven in extreme armoede Een halve tomaat of een kwart ui in plaats van een hele, dat betekent duurder voedsel voor hen. Mannen, vrouwen en hun kinderen. Elke dag hongerig naar voedsel, proper water, een dak, onderwijs, waardigheid. Een niet te overzien probleem. Meer dan twee derde van hen zijn bovendien boeren en boerinnen Mensen die verondersteld worden voedsel te produceren lijden honger. Hoe onzinnig is dat? Geen probleem maar een oplossing: boeren redden de wereld Vredeseilanden kijkt voorbij het armoede- en hongerprobleem en zoekt mee naar oplossingen. Die arme boeren in het Zuiden zijn immers niet zomaar een probleem of een trieste statistiek. Als we hun talenten mobiliseren, helpen ze niet alleen zichzelf, maar redden ze ook (een beetje) de wereld. Want als deze boeren en boerinnen er wél in slagen een fatsoenlijk inkomen te verdienen uit duurzame landbouw, dan • werken ze zich uit de armoede, • voeden ze de wereld, • en verlichten ze de druk op de aarde.
VANDAAR ONZE KERNTAAK: EEN LEEFBAAR INKOMEN VOOR BOERENFAMILIES Daarom zet Vredeseilanden in op boerenfamilies die hun kost verdienen met duurzame landbouw en die een plaats zoeken op de markt. • Daarom versterkt Vredeseilanden hun positie in de landbouwketen, zodat ze zelf hun toekomst in handen nemen en de prijs krijgen die hun product waard is. • Daarom stapt Vredeseilanden naar overheden en bedrijven, om samen te zoeken hoe ze met hun beleid win-win-situaties kunnen creëren voor boerenfamilies. • Daarom moedigt Vredeseilanden consumenten aan om voor duurzame producten te kiezen, omdat iedereen deel van de oplossing is.
1 7
Nieuwe allianties Alleen kunnen we als ontwikkelingsorganisatie ons doel onmogelijk bereiken. De overheid lukt het ook niet alleen, de bedrijven evenmin en burgers lijken al even machteloos. Dus smeedt Vredeseilanden nieuwe allianties met koplopers uit de verschillende sectoren, uit Noord en Zuid. Om experimenten op te zetten en van elkaar te leren. Om antwoorden te ontdekken die nodig zijn voor de wereld van morgen. Een wereld die duurzaam, maar daarom niet minder kwaliteitsvol zal zijn. Een wereld die de verwoesting van honger en armoede voorgoed achter zich moet laten. Dat verhaal begint bij een inkomen uit duurzame landbouw. Bij de 152 partnerorganisaties van Vredeseilanden en de vele duizenden boeren en boerinnen die ze vertegenwoordigen.
VAN BOER TOT CONSUMENT... Ervoor zorgen dat boerenfamilies in het Zuiden een goed inkomen hebben. Daar werken de partnerorganisaties van Vredeseilanden aan op tal van manieren. Via 8 regionale kantoren ondersteunt Vredeseilanden ontwikkelingsprogramma’s in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. We werken nauw samen met 152 organisaties, voornamelijk organisaties van boeren en boerinnen.
BELGIË
LAOS HONDURAS NICARAGUA COSTA-RICA
ECUADOR PERU BOLIVIA
SENEGAL GAMBIA
VIETNAM
INDONESIË BURKINAFASO TOGO BENIN NIGER
CONGO UGANDA TANZANIA
Landbouw is de basis In de meeste landen waarin Vredeseilanden in het Zuiden actief is, is landbouw goed voor 40 tot 70% van de tewerkstelling van de families op het platteland. Het is de belangrijkste economische activiteit van het armste deel van de bevolking en de meeste nationale regeringen in het Zuiden zien landbouw als een belangrijke factor voor het terugdringen van de armoede. Landbouw staat op een belangrijke plaats als motor voor economische groei en is cruciaal voor het realiseren van de Millennium Development Goals (MDG’s). Jarenlange ervaring Vredeseilanden biedt al vele jaren op allerlei manieren steun aan boerenfamilies in het Zuiden. In de jaren 1970 spitsten de activiteiten van de organisatie zich toe op het zelf uitvoeren van landbouwontwikkelingsprojecten, om nadien te evolueren tot samenwerkingsverbanden met partner-ngo’s waarbij Vredeseilanden de rol van coördinator en moderator kreeg. Ervoor zorgen dat boeren en boerinnen het hele jaar door voldoende en gezond voedsel ter beschikking hebben voor hun familie, dat was/is ons doel. Ook in België gingen we samenwerkingsverbanden aan met boerengroepen.
8
Eigentijds De laatste decennia is de landbouwsector sterk geëvolueerd. Over de hele wereld worden markten geliberaliseerd, regeringen – vooral in de landen in het Zuiden waar wij actief zijn – kregen minder invloed en de meeste diensten die voordien door de overheid werden aangeboden aan de boeren werden afgeschaft. Boerenfamilies staan onder druk om hun producten te verkopen om nieuwe investeringen te kunnen aangaan. De dringende nood aan geld begon ook aan de voedselvoorraden van de gezinnen te knabbelen. Daardoor kwam er een steeds grotere vraag van de boerenfamilies aan Vredeseilanden om iets te doen aan hun positie op de markt.
Luuk Zonneveld Directeur Vredeseilanden
Gewapend voor de toekomst In 2007 werden de krachtlijnen uitgetekend voor de vernieuwde visie, missie en strategie voor Vredeseilanden, daar kon u uitgebreid over lezen in ons jaarverslag van vorig jaar. Nieuwe strategieën betekenen ook nood aan nieuwe capaciteiten, kennis en middelen. Daarom werden in 2008 zowel de landkantoren als het hoofdkantoor in Leuven volledig doorgelicht. Een intensief proces (“Organisational Capacity Assesment” of OCA) waarin precies werd bekeken waar we goed zitten en waar we sterker, beter in moeten worden om de ambities van onze organisatie ook effectief waar te maken. Zowel voor de landkantoren voor het hoofdkantoor werd een aangepaste structuur met bijhorende functies uitgetekend. In Leuven leidde dat tot een betere integratie van de inhoudelijke en de programma-afdelingen. In het Zuiden werd het regionaliseringproces dat al in 2007 werd ingezet, verder uitgebouwd. Het meest opvallend daarbij is de inrichting van zgn. “veldantennes” van telkens 2-3 medewerkers van Vredeseilanden in de rurale gebieden waar onze belangrijkste partnerorganisaties gevestigd zijn. Op die manier kunnen we hen nog directer ondersteunen. Tegelijkertijd worden geleidelijk de landkantoren opgeheven en vervangen door regiokantoren, die meerdere veldantennes in meedere landen aansturen. In Oost-Afrika bijvoorbeeld evolueren wij van drie landkantoren naar één regiokantoor dat 7 veldantennes in Congo, Oeganda en Tanzania aanstuurt.
* Organisational Capacity Assesment
9
10
De Zuid-programma’s
MAAKT VREDESEILANDEN ECHT HET VERSCHIL? U in detail vertellen over al onze activiteiten is quasi onmogelijk. Daarom kiezen we ervoor om in elk van de regio’s waar we werken één voorbeeld te belichten. Op de pagina’s die volgen, kan u voor het eerst kennismaken met de organisaties waarop we in de komende jaren zullen inzoomen. U vindt onderaan elk verhaal ook een website link. Daar kan u volgen wat er beweegt in die streek. We voegen regelmatig nieuwe verhalen toe aan deze webpagina’s. We vertellen u over families op het platteland, over hun kinderen, over de organisaties waar ze lid van zijn, maar ook over onze Vredeseilandencollega’s, over commerçanten en lobbyisten, over bewuste of ongeruste consumenten, over plannen maken, tegenslagen verwerken en successen vieren. Op die manier hopen we u mee te kunnen nemen in wat “ontwikkelingssamenwerking” voor Vredeseilanden betekent. En dan de cijfers: In totaal werkten we in 2008 vanuit acht regionale kantoren (VECO’s) samen met 152 partnerorganisaties. Ongeveer een derde daarvan zijn boerengroeperingen, opgericht door boerenfamilies. Soms hebben ze zich verenigd omdat ze in dezelfde streek wonen; soms omdat ze eenzelfde (export-)gewas verbouwen, zoals koffie of rijst. Daarnaast werken we ook nauw samen met andere organisaties uit de civiele maatschappij, netwerken die lobbyen bij overheden. En meer en meer werken we ook met privébedrijven uit de landbouwketen. Die laatste krijgen weliswaar geen financiële steun van Vredeseilanden, maar we hebben hen wel nodig als we de positie van boeren en boerinnen in de landbouwketen willen verbeteren. Al deze organisaties werken samen in ruimere verbanden, soms grensoverschrijdend. Vredeseilanden is dankzij haar activiteiten in al deze landen een onmisbare schakel in de ketting. Om u een indicatie te geven van de draagwijdte van ons programma geven, vindt u op de pagina’s die volgen een lijst van onze partnerorganisaties per land, en het aantal mensen dat we per programma(onderdeel) direct bereiken. Voor ons totale programma gaat dit over bijna 60.000 mannen en 58.000 vrouwen. Maar de impact van een ontwikkelingsprogramma lees je niet alleen af van het aantal mensen dat je direct bereikt. In de regio’s waar onze programma’s lopen heeft ook een omvangrijke groep onrechtstreeks baat bij onze activiteiten. Deelnemers aan opleidingen verspreiden hun nieuwe inzichten verder. Door politiek werk veranderen wetten ten gunste van een hele groep mensen. Mentaliteitsveranderingen zijn ook niet in cijfers te vatten. Bovendien kiest Vredeseilanden ervoor om regelmatig een pilootproject op te zetten met een kleine groep mensen en met de resultaten hiervan grotere ngo’s, bedrijven of overheden te overtuigen om de positieve aspecten over te nemen.
2 11
VECO SENEGAMBIA In 2008 staken we voor het eerst de grens over naar Gambia om er samen te werken met een nieuwe partner. Vandaar dat we dan ook vanaf nu spreken over VECO Senegambia.
SENEGAL GAMBIA
Onze werking in Senegal en Gambia is opgebouwd rond drie producten: sesam, bananen en fonio (een lokale soort graan die een beetje op couscous lijkt).
Dit zijn onze partners: • Association des Producteurs de la Vallée du Fleuve Gambie (APROVAG) • Fédération des Groupements de producteurs et productrices du Sofaniama Jimara de Kolda (PELLITAL) • Fédération des Unions des Groupements Associés du Niombato (UGAN) • Réseaux de producteurs et productrices de fonio dans la communauté rurale de Djendé • National Farmers’ Platform, The Gambia (NFPG) • Conseil National de Concertation et de Coopération des Ruraux (CNCR) • Groupement de Promotion Féminine de Bignona (GPF Bignona). Dit is een nieuwe partner. Na één jaar samenwerken bleek dat de visies van GPF Bigona en Vredeseilanden te ver uit elkaar lagen, en is de samenwerking stopgezet. In 2009 worden drie nieuwe partnerorganisaties aan dit lijstje toegevoegd.
Aantal rechtstreeks bereikte mensen
12
1205 mannen, 2445 vrouwen
Senegalese bananenproducenten zetten handelaars op de zwarte lijst Het Senegalese dagblad Le Soleil kopte op 24 augustus 2008: “De producenten van bananen in Tambacounda hebben dit jaar enorme moeilijkheden gehad om hun bananen verkocht te krijgen. 30 ton bananen is verloren gegaan. Rot geworden omdat de bananen in slechte omstandigheden waren gestockeerd en niet verwerkt konden worden. Nochtans was de productie dit jaar uitzonderlijk hoog. Een ander probleem is dat de producenten nog altijd op 60 miljoen CFA (ongeveer 91.500 euro!) wachten die de opkopers tot nu toe niet betaald hebben.” “Die opkopers noem ik geen tussenhandelaars, maar sjoemelaars! Dikwijls zitten ze in de schulden, en hebben ze een strafblad,” zegt Ousseynou Konaté. Hij is de directeur van Aprovag, een organisatie van bananenproducenten in Tambacounda. Zoveel verliezen kan de organisatie zich geen tweede keer permitteren. Daarom riep Aprovag enkele maanden geleden alle leden bijeen om een oplossing te zoeken. En die hebben ze gevonden: de ‘goede’, betrouwbare handelaars in bananen krijgen vanaf nu een korting van 10 CFA per kg, op voorwaarde dat ze minstens 150 ton bananen per maand kopen. Daarnaast stelden ze een zwarte lijst van handelaars op, waarmee Aprovag weigert te onderhandelen. De namen van de 4 wanbetalers zijn ondertussen verspreid in het hele zone waar Aprovag actief is. Zo zijn alle boeren op de hoogte. Het aantal rotte bananen was eind 2008 opgelopen tot 1000 ton. De bouw van een nieuwe opslagruimte voor de bananen in Nguène kwam dan ook niets te vroeg. Vorig jaar werd er een eerste 126 ton biologische bananen opgeslagen en verpakt. VECO financierde een eerste lading kartonnen dozen. Dat laatste bedrag zal Aprovag terugbetalen door het te herinvesteren in haar activiteiten. Volgend jaar willen ze minstens een dubbele hoeveelheid kunnen opslaan en verpakken. Want in karton zijn de bananen beter bestand tegen het transport, en de prijs die de boeren voor verpakte bananen krijgen ligt ook hoger: 245 CFA ipv 150 à 160 CFA per kilo (250 CFA = 0,38 euro). Daarnaast zijn er in de verschillende dorpen kwaliteitscontroleurs opgeleid. Zo wil Aprovag verder uitgroeien tot een professionele, betrouwbare en kwaliteitsvolle partner in de Senegalese bananenhandel. www.vredeseilanden.be/senegal/bananen
Vorig jaar werd een eerste lading biologische bananen opgeslagen en verpakt in een nieuwe opslagplaats.
13
VECO WEST AFRICA Benin, Togo, Burkina Faso en Niger delen een belangrijke grensmarkt waar veel (landbouw)producten worden verhandeld. Vredeseilanden wil haar partners sterker maken zodat boeren en boerinnen de vruchten plukken van deze regionale WestAfrikaanse markt. We werken al lang in Togo en Benin en sinds 2008 ook met één nieuwe partnerorganisatie in Burkina Faso. Later zullen daar nog nieuwe partners in Burkina en Niger bij komen. Dit weerspiegelt zich ook in de structuur. Het regionaal kantoor is gevestigd in Cotonou. De projectverantwoordelijken werken vanuit twee antennes in Togo en Benin. Later komt er nog een antenne in Burkina Faso bij.
BURKINAFASO TOGO BENIN NIGER
In Benin specialiseren onze partners zich vooral in rijst en maniok. Dit zijn ze: • • • • •
Union Communale des Riziculteurs (in Glazoue, Dassa, Save, Savalou, Banet en Ouesse) Union des Riziculteurs du Centre (UNIRIZ-C) Conseil de Concertation des Riziculteurs du Bénin (CCR-B) Fédération des Unions de Producteurs du Bénin (FUPRO-Benin) Centre d’information, de recherche et d’action pour la promotion des initiatives paysannes (CIRAPIP) • Centre d’initiation et de recherche-action pour un développement durable (CEIRAD) • Ligue de Défense des Consommateurs du Bénin (LDCB) In Togo werken onze partnerorganisaties vooral in de groenteteelt. • • • • •
Réseau des Centrales d’Auto promotion paysanne (RECAP) Fédération des Organisations Paysannes de la Région des Savanes (FOPAS) PROCOPAS Coordination Togolaise des Organisations Paysannes et des Producteurs Agricoles (CTOP) Organisation d’Appui à la Démocratie et au Développement Local (OADEL)
Onze eerste partner in Burkina Faso is Association Sons-Kouadba (ASK), een boerenorganisatie die zich specialiseert in de populaire bonensoort niébé.
Aantal rechtstreeks bereikte mensen
14
10205 mannen, 7937 vrouwen
Rijst uit Benin, gewikt en gewogen “Ik herinner me nog hoe blij ik als kind was als er een feest of ceremonie was. Dan kwam er altijd rijst op tafel. Tijdens de week stond dat nooit op het menu. Te duur. Nu zit ik zelf in de rijsthandel: ik pel de rijst met een machine – étuvage heet dat – en verkoop ze door. In ons dorp eten we ondertussen ook rijst op doordeweekse dagen. Het is nu echt een populair en betaalbaar product. In de steden eten mensen heel veel rijst, omdat het snel en gemakkelijk klaar te maken is. Maar de meeste rijst komt nog steeds uit Azië en niet van ons eigen platteland.” Aan het woord is Elisabeth Monfon, één van de verwerkers uit het rijstprogramma van Vredeseilanden in de centrale provincie van Benin. Het voorbije jaar leerden vrouwen als Elisabeth veel bij over kwaliteitsnormen, de smaakvoorkeuren van hun klanten, étuvage en over de criteria van de Fair Trade Labelling Organisation. Het bezoek van de boerenorganisaties uit Tchètti en Kpataba aan de enige FairTrade organisatie in Benin (een ananascoöperatieve) schudde hen wakker. “We waren in slaap gevallen,” zegt Martine Adjo van Tchètti. “Deze uitwisseling heeft ons veel bijgebracht en nodigt ons uit om onze manier van werken te veranderen. Er is veel werk aan de winkel! Maar als we ons goed kunnen organiseren en hun goeie raad opvolgen dan komen we er wel. We zullen er geen spijt van hebben.” Het is nog steeds de ambitie om in 2010 een klein deel van hun totale rijstopbrengst met het Fair Trade label in de Colruyt te krijgen. Daarom moet aan de kwaliteitsnormen van Colruyt voldaan worden. De rijstkwekers uit Benin stuurden vier verschillende soorten rijst naar België. Een ‘smaakpanel’ heeft die soorten gewikt en gewogen. Het antwoord van de proevers: goedgekeurd! Twee van de vier rijstvariëteiten sprongen eruit: hun vochtgehalte was lager en er waren minder korrels gebroken. Eén van die variëteiten gaan de Beninse boeren in de zomer van 2009 inzaaien. Een klein deel van hun rijst exporteren onder FairTrade voorwaarden blijft het doel, maar zelfs als de rijstboerinnen het niet halen, staan ze met hun kwaliteitsproduct veel sterker op hun eigen markt en de markt van buurland Nigeria. De voedselcrisis van vorig jaar dwong de Beninse regering om meer energie en middelen te steken in rijstproductie. Het ministerie van landbouw investeert al een tiental jaar in onderzoek, het verdeelt zaaigoed en zorgt voor overleg tussen de verschillende spelers in de rijsthandel. In 2009 zal de overheid zelfs machines ter beschikking stellen aan boerengroepen. Vredeseilanden werkt in haar rijstprogramma met 5000 boeren in totaal. Via onze partnerorganisaties zorgen we ervoor dat alle ervaringen tot op het nationale niveau doorstromen zodat de overheid deze punten kan integreren in haar programma. Toch blijft er nog één groot probleem. Al jaren geeft Japan miljoenen tonnen rijst aan Benin, onder de vlag van ontwikkelingshulp. De rijst wordt aan een spotgoedkope prijs op de markt gedumpt. Importrijst was dus altijd goedkoper en van betere kwaliteit – zeg maar: witter – dan de inlandse rijst. Vredeseilanden en Conseil de Concertation des riziculteurs du Bénin protesteren al jaren tegen deze invoer. De voedselcrisis in 2008 kwam daarom als een geluk bij een ongeluk. Plots viel de invoer uit Japan sterk terug, waardoor de lokale Beninse rijst plots een waardig alternatief bleek. Toch is de regering nog altijd niet geneigd om de invoer uit Japan structureel te verminderen of te stoppen. De Conseil de Concertation des riziculteurs du Bénin organiseerde een aantal persconferenties om het probleem onder de publieke aandacht te brengen. De laatste was in mei 2008. Een aantal heel concrete voorstellen kwamen op tafel, maar een reactie van de regering laat op zich wachten. U kan meer lezen over het rijstprogramma van Vredeseilanden in de Benin Reporter, geschreven door VRT-journaliste Greet Pluymers. Te bestellen via
[email protected] of tel 016/31 65 80. www.vredeseilanden.be/benin/rijst
15
VECO UGANDA
CONGO UGANDA TANZANIA
Onze partnerorganisaties in Oeganda zijn het afgelopen jaar sterk gewijzigd. Waar we tot vorig jaar vooral samenwerkten met een 20-tal kleine ngo’s, boerenorganisaties en netwerken, kozen we ervoor om onze werking volledig te heroriënteren. Het inkomen van boerenfamilies verhogen staat nog steeds centraal. Maar om sterke commerciële activiteiten rond bepaalde landbouwproducten op te zetten bleek het interessanter om samen te werken met de District Farmer Associations. Zij zijn nu onze belangrijkste partners. Veel van de organisaties waarmee we vroeger samenwerkten, zijn ook lid van de District Farmer Associations. In die zin blijven we werken voor dezelfde doelgroep, in dezelfde districten. Maar we werken wel op een andere manier en bereiken meer families. • • • • • • • •
Lira District Farmers Association Kumi District Farmers Association Iganga District Farmers Association Tororo District Farmers Association Bugiri District Farmers Association, Pallisa District Farmers Association Sironko District Farmers Association Sihubira Farmers Organisation, voor het district Busia
In 2008 is er vooral ingezet op marktstudies, analyses en activiteiten in de pindaketen. Volgend jaar zullen we samen met onze partners bekijken welk tweede product interessante commerciële mogelijkheden biedt. Voor het politiek werk op nationaal niveau wordt daarnaast samengewerkt met: • Uganda National Farmer’s Federation (UNFFE) www.unffe.org • In 2008 gaven we voor de laatste maal ondersteuning aan de Food Rights Alliance. Zij kwamen de afspraken die we samen gemaakt hebben niet na.
Aantal rechtstreeks bereikte mensen
4790 mannen, 4963 vrouwen
Waar is er een goeie markt voor onze producten? “Die opkopers zijn echte bedriegers: ze komen met verkeerd geijkte weegschalen en geven ons nog eens een lage prijs ook!” De Oegandese boeren staken hun frustratie niet onder stoelen of banken tijdens een gesprek met Peter van VECO Uganda. Ook Nicholas Oluka en Richard Ariong van de Boerenvereniging in Kumi district zaten met dezelfde problemen en vragen. “Waar kunnen we onze pindanoten aan een eerlijke prijs verkopen?”, vroegen ze aan Peter. “Als we dat weten, kunnen we met onze boeren een bedrijf oprichten om gezamenlijk onze pindanoten te verkopen. Als we erin slagen om een stabiele en goeie prijs te bekomen, kunnen we onze leden ook meer inkomenszekerheid bieden.” VECO organiseerde en modereerde daarop een reeks van ontmoetingen tussen de pindatelers (de boeren en boerinnen zelf dus), verwerkers, opkopers, handelaars, lokale overheden en landbouwvoorlichters. Aangezien Kumi op de grens met Kenia ligt, waren ook de douane-instanties aanwezig.
16
Tijdens een van die bijeenkomsten zei Mr Henry Bwire, een douane-beambte, dat de handelaars tijdens het piekseizoen gemiddeld 100 ton pindanoten per week exporteren naar Kenia: twee ladingen tijdens de week (op dinsdag en donderdag) en één tijdens het weekend (op zondag). Een handelaar, Joseph, vertelde dat er soms vrachtwagens uit Kenia komen om in Oeganda pindanoten op te kopen, maar dat ze met lege handen terugkeren omdat er geen of nauwelijks pindanoten beschikbaar zijn. Dat wisten de boeren niet. En Joseph legde hen ook uit hoe de marktprijs schommelt en afhankelijk is van verschillende factoren, zoals de wisselkoers tussen Keniaanse en Oegandese Shilling en het beschikbare aanbod. Met deze nieuwe inzichten gingen Oluka en Richard terug naar de boeren van Mukongoro, Atutur en Ngora. Ze legden uit aan de boeren dat het loont om zich organiseren als groep, zich beter te informeren en als groep te onderhandelen met de opkopers. Want de vraag naar pindanoten op de Keniaanse markt is groot, zo bleek uit de ontmoetingen. Zo is de Kumi Farmers’ Agricultural Commodity Marketing Cooperative Society (KUFACCOS) ontstaan, de commerciële vleugel van de Boerenvereniging in Kumi. De boeren zelf zijn aandeelhouders van dit bedrijf. In 2008 heeft KUFACCOS meer dan 30 ton pindanoten van het type Serenut 2 verzameld bij de boeren in twee subcounties. Die verkochten ze op hun beurt door aan de grote handelaars. KUFACCOS heeft begrepen dat het belangrijk is om rechtstreekse contacten te leggen met die groothandelaars in Busia om informatie uit eerste hand te krijgen over prijzen en kwaliteitsvoorwaarden. Zo kunnen de handelaars hen adviseren om op bepaalde momenten van het jaar nog even te wachten met te verkopen, omdat er een prijsverhoging zit aan te komen. Dit hielp de boeren al een heel eind om keuzes te maken over de plaats en het tijdstip om te verkopen. Tezelfdertijd vonden ze ook nieuwe afzetmarkten. De Pinksterkerken bijvoorbeeld, een sociale ngo. Zij beslisten om pindanoten aan te kopen aan een goeie prijs. KUFACCOS prospecteert ook andere markten. Maar zullen ze erin slagen om gebruik te maken van al de businessmogelijkheden? En lukt het hen om op lange termijn relaties aan te gaan met nieuwe handelaars aan goeie voorwaarden? Dat zullen hun activiteiten en resultaten het volgend jaar uitwijzen. www.vredeseilanden.be/uganda/pindanoten
Boeren leggen voor het eerst zelf contact met groothandelaars om te onderhandelen over prijs en kwaliteitsvoorwaarden van hun pindanoten.
17
VECO TANZANIA Vredeseilanden heeft partners in drie zones in Tanzania:
CONGO UGANDA TANZANIA
1. Same en Simanjiro district We werken al meer dan 5 jaar in het Same district in het noordoosten van Tanzania. Met de ervaring die we daar opgebouwd hebben rond economische activiteiten, is ons team aan een nieuw vijfjarenprogramma begonnen op de grens tussen Same en het naburige Simanjiro district. Dit zijn onze partners in Same en Simanjiro: • • • • • • • • • •
Simanjiro District Council Same District Council Mviwata Kilimanjaro Regional Network Inyuat E Moipo Evangelical Lutheran Church of Tanzania (ELCT) The Roman Catholic Diocese of Same Same KAYA SACCOS Same Agricultural Improvement Programme (Saipro) Pamoja Vet Aid Aantal rechtstreeks bereikte mensen
568 mannen, 613 vrouwen
2. Mkuranga district In het district Mkuranga, op een 100tal kilometer ten zuiden van de havenstad Dar es Salaam werken we met groepen (vooral vrouwengroepen) die zich gespecialiseerd hebben in maniok. Onze voornaamste partners zijn er Tanzania Association of women leaders in agriculture and environment (TAWLAE) en Mkuranga District Council (MDC). Aantal rechtstreeks bereikte mensen
18
482 mannen, 347 vrouwen
3. Chunya district We sluiten een vijfjarenprogramma af in Chunya district in het zuidwesten van het land. Het persen van olie uit zonnebloemen bleek een schot in de roos. Als een nieuw dossier bij het Belgisch Overlevingsfonds goedgekeurd wordt, breien we daar voor nog eens vijf jaar een vervolg aan. Dat programma zal zich dan vooral toespitsen om het commercialiseren van de zonnebloemolie. Dit zijn onze partners in Chunya: • • • • • • •
Chunya District Council Farmers’ and environmentalists’ Association (FEA) SACCOS Caritas Small Industries Development Organization (SIDO) Mviwata Mbeya Regional Network Mbozi, Ileje and Isangati Consortium (MIICO) Aantal rechtstreeks bereikte mensen
32.593 mensen
Op nationaal en internationaal niveau werken we voor het politiek werk vooral samen met: • Participatory ecological land use management network (PELUM), een ngo die nationale campagnes rond verschillende thema’s opzet (bv. ggo’s, verhoging van nationaal budget voor landbouw) en informatie over die thema’s verspreid via boerengroepen • Eastern and Southern Africa Farmers Forum (ESAFF) en Eastern Africa Farmers Federation (EAFF). Zij verdedigen de belangen van de boerenfamilies in de Oost Afrikaanse regio. • The Network of Farmers’ Groups in Tanzania (Mviwata), de nationale boerenbeweging in Tanzania. Ze richten zich vooral op het opstarten van netwerken van boerengroepen en geven ook vorming rond verschillende thema’s. Mviwata heeft op dit moment 60.000 geregistreerde leden over heel Tanzania.
Vorig jaar begon Vredeseilanden samen te werken met een aantal nieuwe partners in het Simanjiro district, waaronder Inyuat e Moipo.
19
De brief van Nairukoko Onze collega Dré Smessaert ging in juni 2008 op bezoek in Tanzania. Hij verliet de asfaltweg van Dar Es Salaam naar Arusha en kwam in een dorre vlakte terecht die vol staat met grote doornige kale struiken. Daar bezocht hij de mensen van onze nieuwe partnerorganisatie Inyuat e Moipo. Nairukoko las met zelfvertrouwen haar brief voor. Idadi – hoeveel we hebben: ‘Vier mannetjes geiten, elf vrouwtjes geiten, lammetjes en twee koeien.’ Zij las het voornaamste bezit van een groep vrouwen voor en sprak in naam van hen. In het dorpje waar zij woont, Lerumo in het Simanjiro district, kunnen slechts 10% van de mensen lezen en schrijven. En dat is zo in de meeste Maasaïdorpen. De gemiddelde alfabetiseringsgraad in Tanzania is ongeveer 70%. De Maasaï horen bij de armste bevolkingsgroepen van Tanzania. Nairukoko las voort: jambo yetu – ons probleem. Er was elk jaar minder water en minder grasland, dus kunnen de koeien niet overleven. Maasaï zijn reeds duizend jaar herders, maar nu verandert hun wereld. Al tien jaar regent het elk jaar minder. Van het broeikaseffect hebben ze nog nooit gehoord, maar zij voelen de gevolgen het meest. Ze hadden er jaren over nagedacht en drie dagen over gediscussieerd. Onder hun grote boom waren ze tot het besluit gekomen dat ze naast de koeien ook geiten moesten houden. Een landbouwdeskundige van Vredeseilanden had hen begeleid in hun discussie. Het probleem was van hen, de oplossing moest ook van hen komen. Een verantwoordelijke van de ‘district council’ legt ons hun besluit uit. Geiten hebben voordelen in vergelijking met koeien. Voor de prijs van een koe kan je meer dan twee geiten kopen, dus is er minder risico als er één doodgaat. Geiten kunnen de vrouwen dicht bij hun lemen huizen hoeden, terwijl ze tegelijk met de kinderen en het eten bezig zijn. Vrouwen mogen zelf geiten verkopen, terwijl de koeien in de Maasaïcultuur alleen door de mannen mogen verkocht worden. Geiten zijn reeds na vijf maanden volwassen, vermenigvuldigen sneller dan koeien en kunnen na een jaar verkocht worden en geld opbrengen. En in een dorre omgeving overleven ze beter omdat ze minder grasland nodig hebben. Vijf sterke argumenten. Ze worden niet rijk van hun koeien en geiten. De meesten eten nu slechts één keer per dag en vaak hebben ze honger. Cassave –of maniok– is een Afrikaanse wortel die ze kweken om te drogen en te vermalen tot bloem. Daar maken ze een dikke warme deeg van die hun voornaamste voedsel vormt. Soms eten ze rijst en groenten, maar die moeten ze op de markt kopen. Elk gezin verkoopt twee tot vier geiten per maand om voldoende geld te hebben voor voedsel en kleren. Om het jaar rond te komen moeten ze dus alleen voor geld tenminste een veertigtal geiten kweken. Verder hebben ze geiten nodig voor vlees en voor melk. Door het geitenproject hebben ze het vooruitzicht om verschillende groenten en dus vitaminen te kunnen kopen waardoor ze gezond blijven en minder vatbaar zijn voor ziekten. Maar zelfs met geiten blijft het waterprobleem groot. ‘Changamoto’, leest Nairukoko verder: de uitdaging. Ze willen en dam bouwen om de droogte tegen te gaan en het graasland te bewaren. Enkele boeren en de verantwoordelijke van de ‘disctrict council’ nemen ons mee naar de plaats waar ze de dam willen bouwen. De nieuwe dam wordt een aarden wal van vijf meter hoog en honderdvijftig meter lang die tot 9 km2 water in een boog zal opvangen en vasthouden om zo een grote poel te vormen. De poel is drinkwater voor de kudden, voldoende om een jaar mee te overleven maar zorgt ook voor bevloeiing van de omliggende graslanden.
20
De dam is bovendien een oplossing voor een ander groot probleem: de jarenoude conflicten tussen de landbouwers en de nomaden. In de Maasaïsteppe, een hoogvlakte van tweehonderd bij driehonderd kilometer ten zuiden van de Kilimanjaro, leven zowel de Maasaïnomaden die sinds eeuwen met hun kudden rondtrekken, als andere bevolkingsgroepen die vooral in de randen en watergebieden van deze hoogvlakte aan landbouw doen. De kudden moeten regelmatig naar drinkplaatsen gebracht worden en daarbij berokkenen de koeien vaak schade aan de landbouwgewassen. Soms vergoeden de Maasaï de landbouwers, maar vaak is het probleem niet te vermijden of hebben ze geen geld. Door de dam kunnen de kudden grazen in een groot gebied waar geen landbouw is en worden de conflicten tussen de twee landbouwvormen vermeden. Nairukoko eindigt het voorlezen van haar Swahili brief met een duidelijk ‘thank you’ en wordt gesteund door een luid applaus van alle dorpsbewoners. Ze vouwt de brief met Idadi, Jambo yetu, Changamoto en de hele uitleg samen met hun hoop en verwachting netjes in een goedkope bruine envelop en overhandigt die aan ons. ‘Mgeni rasmi’ staat op de envelop: ‘officiële mensen’.
En nu? In nauw overleg met de districtsoverheden zal Vredeseilanden werken in 4 van de 15 wards (groep van dorpen) van het Simanjiro district: Loiborsoit, Ngorika, Msitu wa Tembo en Ruvu Remit. We zullen er werken met de Maasaïherders, maar ook met de – voornamelijk ingeweken – landbouwers. Eerst en vooral moet de voedselproductie stijgen door het introduceren van nieuwe productieve en droogteresistente variëteiten, en door het opknappen van de irrigatiekanalen door de velden aan de Ruvurivier. Daarnaast moet het inkomen van de boeren stijgen. Een marktstudie toonde aan dat de teelt van uien de grootste marktmogelijkheden biedt. Ook geiten bleken interessant (zie hierboven), vooral voor eigen consumptie maar ook voor de verkoop. Er zullen ‘business’ groepen gevormd worden rond deze economische activiteiten. Uiteraard krijgen de medewerkers van onze partnerorganisaties de nodige vorming om al die taken te kunnen uitvoeren. www.vredeseilanden.be/tanzania
Nairukoko leest: “Elk jaar is er minder water en minder grasland, dan kunnen de koeien niet overleven.”
21
VECO CONGO
CONGO UGANDA TANZANIA
Ondanks de oorlog zijn alle geplande activiteiten voor het grootste deel kunnen doorgaan als gepland. De ergste conflicthaarden lagen immers net buiten ons werkgebied. Al vijf jaar lang werken we in de streek rond Butembo (Noord-Kivu) met onderstaande partnerorganisaties aan het verbeteren van het inkomen van de boeren en boerinnen in de streek door het verstevigen van landbouwactiviteiten.
• • • • • • •
Coopérative Centrale du Kivu (COOCENKI) Syndicat pour la Défense des Intérêts Paysans (Sydip) Association des Producteurs de Vuhimba (APAV) Ligue des Organisations des femmes Paysannes au Congo (LOFEPACO) Watu Imara kwa Maendeleo na Amani (WIMA) Fonds à l’Entrepreneuriat Féminin (FAEF) Association des Paysans pour le Développement Rural (APADER) Aantal rechtstreeks bereikte mensen
2420 mannen, 7678 vrouwen
Daarnaast coördineren we ook een wederopbouwprogramma in Zuid en Noord-Kivu en Ituri. Er worden nieuwe wegen gebouwd, moerasgronden drooggelegd en maalderijen gebouwd. Er is ook geld voorzien voor het aankopen van zaden en meststoffen. Bij deze activiteiten zijn volgende organisaties betrokken: • Comité Anti–Bwaki • CIMBUSHI (Comité Inter Marais du Bushi) • Umoja wa Wamama Wakulima wa Sud Kivu, ou l’Union des mamans paysannes du Sud Kivu (UWAKI) • Union Paysanne pour le Développement Intégré • ACIAR • Ook de al vermeldde organisaties COOCENKI en LOFEPACO, zijn daarbij betrokken.
Kiezen tussen een kalasjnikov of een ploeg? “Stel iedereen bij Vredeseilanden gerust dat we nog leven”, kregen we eind oktober te horen van onze medewerker Théo Mbaghi. “De Congolezen hebben genoeg van deze onzinnige oorlog. De vluchtelingen krijgen geen hulp en wachten gelaten hun trieste lot af.” De oorlog in Oost-Congo haalde ook bij ons de tv-journaals. Een zwakke overheid, welig tierende corruptie, gegeerde grondstoffen, bemoeienissen van buurlanden die elk hun belangen met kogels verdedigen... Het zijn maar enkele van de oorzaken van de ellende in het gebied. Echte vrede kent de regio al lange tijd niet meer. Ook vandaag niet. Want al is de media-aandacht grotendeels verdwenen, er is nog geen einde geschreven aan het gruwelverhaal van moorden en verkrachten.
22
Het kantoor van Vredeseilanden ligt in Butembo, op ongeveer 240 km van de brandhaard Goma. Ook al was het af en toe onrustig in de stad Butembo, toch is de regio waar onze partners werken is gespaard gebleven van hevige gevechten en grote vluchtelingenstromen. Dat betekent dat onze activiteiten min of meer zijn kunnen doorgaan zoals gepland. “Er is een herwaardering van de landbouw nodig. Landbouw is een buffer voor conflicten. Wie een zak rijst voor 100 dollar verkoopt, heeft geen zin meer om naar een kalasjnikov te grijpen”, zegt Léopold Mumbere, die ons programma in Congo coördineert. “De grond is hier heel vruchtbaar, dus de mogelijkheden voor duurzame landbouw liggen hier voor het rapen. En ik ontmoet ze elke dag, de boeren en boerinnen die ambitie ademen. Elke jongere die de kans krijgt om geld te verdienen door handel te drijven of door land te bewerken, is een jongere minder die zich aansluit bij een rebellengroep om te overleven.” “Eén van die lichtpunten is de prille samenwerking van onze partners met het Wereldvoedselprogramma (WFP). Dat agentschap levert o.a. aan vluchtelingen in de oorlogszones van Centraal Afrika. Meestal delen zij Amerikaans of Europees voedsel uit. Het kostte Vredeseilanden, onze Congolese partners en de cel voedselhulp van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in 2007 heel veel overtuigingskracht om hen te overtuigen dat het lokaal aankopen van voedsel loont. Het is goed voor de lokale economie en de boerenbeweging van Noord-Kivu die zo een markt vindt voor hun producten. En het is goed voor het WFP dat de vluchtelingen hun lokale voeding kan aanbieden en heel wat transportkosten uitspaart.” Sydip en Coocenki, een boerenvakbond en een coöperatieve met samen 24199 leden, sluiten tot op de dag van vandaag nog altijd contracten met het Wereldvoedselprogramma. 790 ton bonen en 351 ton maïsmeel zijn sinds 2007 verdeeld onder de vluchtelingen (cijfers van februari 2009). De Belgische Ontwikkelingssamenwerking ging akkoord om twee nieuwe maalderijen te financieren. Dat is een antwoord op de enorme uitdaging om de tonnen maïs voor het Wereldvoedselprogramma te malen, een werk dat tot voor kort met kleine machines of met de hand gebeurde. Bovendien daalt zo ook de prijs voor het malen van maïs in de hele provincie, wat maïsmeel ook op de lokale markt goedkoper maakt. En er is meer. USAID – het Amerikaans agentschap voor ontwikkelingssamenwerking – toonde in 2008 veel interesse in de Belgische inspanningen voor lokale aankopen door het Wereldvoedselprogramma. Het vroeg hierover meer informatie aan de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en Vredeseilanden. Op vraag van het Amerikaans Congres maakte USAID een rapport om te bekijken of het positief is dat de VS zich hierin lanceert. Eind januari 2009 werd dit rapport uiteindelijk overgemaakt aan het Congres. Hopelijk trekt dit de VS snel over de streep om zich, net als België, ook volop te engageren voor deze structurele vorm van voedselhulp. www.vredeseilanden.be/congo/wfp
“Er is een herwaardering van de landbouw nodig. Landbouw is een buffer voor conflicten. Wie een zak rijst voor 100 dollar verkoopt, heeft geen zin meer om naar een kalasjnikov te grijpen”
23
VECO MESOAMÉRICA Vredeseilanden werkt in Centraal-Amerika in drie landen: Costa Rica, Nicaragua en Honduras. Vier producten staan centraal: bonen, suiker, groenten, en cashewnoten.
HONDURAS NICARAGUA COSTA-RICA
Zoals we vorig jaar meldden, bouwen we onze werking in Costa Rica geleidelijk aan af. Dit jaar kregen de volgende organisaties voor de laatste keer financiering: • Costaricaanse boerinnenbond (CMC), • het Costaricaans Netwerk van Rurale Organisaties, Boeren, Inheemse en Niet-gouvernementele Organisaties voor Alternatieve Ontwikkeling (COPROALDE), • de Nationale Unie van Landbouwproducenten (UNAG Costa Rica), • Oro Verde S.A., • de Educatieve Corporatie voor de Ontwikkeling van Costa Rica (CEDECO). Volgend jaar zullen we enkel nog directe steun geven aan de Costaricaanse beweging voor biolandbouw (MAOCO), en Consorcio Cooperativo de Mercados Locales Campesinos e Indígenas R.L. Met de andere organisaties houden we wel contact en we zullen hen blijven inschakelen bij uitwisselingen en opleidingen over bepaalde thema’s. Dit zijn onze partners in Nicaragua: • NICARAOCOOP • UNAG nationaal en regionaal, de nationale unie van landbouwers en veetelers. Specifiek zal VECO met de afdeling van UNAG in Nueva Segovia een project opzetten rond suiker, en met UNAG in Carazo rond bonen. Ook wordt er samengewerkt met UNAG Ceges, de commerciële poot van UNAG. • FENACOOP • FEMUPROCAN – www.femuprocan.org • De vereniging van coöperatieven voor diensten rond duurzame landbouw op het eiland Ometepe (UCOOPSO). • La Alianza • De Groep voor de Promotie van de Biolandbouw (GPAE)
24
Dit zijn onze partners in Honduras: • La Surenita Limitada, ook wel genoemd Conglomerado de marañon. Dit is een coöperatieve die cashewnoten verwerkt en exporteert, ook naar Europa. • Coördinatieraad van Boerenorganisaties van Honduras (COCOCH) • Regionale Vereniging Landbouwdiensten in het Oosten (ARSAGRO) • Netwerk voor Alternatieve Gemeenschappelijke Vermarkting (RED COMAL) • Het Comité voor de Verdediging van de rechten van de Hondurese Consument (CODECOH) • La coalición Hondurena de accion ciudadana (CHAAC) • La Fundación Simiente • Nationale Vereniging voor de Promotie van de Biolandbouw (ANAFAE) • Unie van Hondurese Boerinnen (UMCAH) Over de landsgrenzen heen, ondersteunen we ook SIMAS, de informatiedienst over duurzame landbouw in Centraal-Amerika, en net zoals in de Andes regio ook MAELA, de Latijns-Amerikaanse beweging voor biolandbouw. Daarnaast zijn Vredeseilanden en de Nederlandse ngo Hivos initiatiefnemer van twee Centraalamerikaanse structuren die de samenwerking tussen verschillende coöperatieven, boerenorganisaties en verwerkingsbedrijven moet bevorderen. • PECOSOL heeft 36 leden in vijf landen. Nicaraocoop, Red Comal, UNAG en andere van onze partnerorganisaties zijn lid. • PROAMO is een samenwerking tussen zeven organisaties, waaronder Nicaraocoop en Oro Verde. Aantal rechtstreeks bereikte mensen
7175 mannen, 6112 vrouwen
Alejandra, het gezicht van de Vredeseilandencampagne in België: “Geen bonen, geen eten.”
25
Wij houden van zoet Nicaraguanen zijn zoetekauwen. Eén van hun favoriete tussendoortjes zijn rosquillas, koekjes die gemaakt zijn van maïs, kaas en suiker. Ook de vele Nicaraguanen die in het buitenland wonen – en dat zijn er ongeveer één miljoen – proberen hun rosquillas te vinden in de winkelrekken. De Nicaraguaanse koekjesbaksters, de rosquilleras, zijn altijd op zoek naar suiker van goede kwaliteit. In Ocotal, in het noorden van Nicaragua, organiseerde Vredeseilanden een overleg tussen deze vrouwen en de suikerboeren van de streek. “Kwaliteit en prijs. Dat zijn de dingen waar we op letten als we suiker kopen,” vertelden de rosquilleras. “Maar af en toe vinden we dode bijen in de suikerklompen. En als jullie ons hier in vuile, bezwete kleren suiker komen aanbieden... Tja, dan stellen wij ons toch vragen bij de hygiëne op jullie bedrijven!” De suikerboeren maakten lachend de belofte om vanaf nu een proper hemd aan te trekken. Ook lokale politici en klanten uit buurland Honduras waren aanwezig op het overleg. Het was een startvergadering om de suikermarkt beter te organiseren en de boeren een sterkere onderhandelingspositie te geven. Hiervoor werken we samen met UNAG, de grootste boerenvereniging van Nicaragua. 36.000 kleine en middelgrote boeren zijn bij hen aangesloten. Vredeseilanden zal in een pilootproject samenwerken met een coöperatieve van 127 suikerrietboeren. Suiker persen uit suikerriet is zware arbeid. In de werkplaats malen de mannen de rietstengels en vangen ze het sap op. Dan warmen ze het sap op in een grote bak en gieten het vervolgens in grote suikerblokken. Die panelas zien eruit als bakstenen. Momenteel sneuvelen bij dit proces nog veel bomen die als brandhout gebruikt worden, wat niet milieuvriendelijk is. Terwijl ze perfect de afvalresten van de rietsuikerplanten zouden kunnen gebruiken. Voorwaarde is dan wel dat er een nieuwe oven komt. De suikerboeren hebben ook het plan om drie nieuwe suikerrietmolens te bouwen en ze spaarden daarvoor al wat geld bijeen. Nu vragen ze aan de overheid om mee te investeren. Als ze zich registreren als coöperatieve kunnen ze subsidies aanvragen (tot 60%). Vredeseilanden zal hen helpen bij dit papierwerk. Een doorsnee suikerboer kan uit één oogst ongeveer 5.000 suikerblokken maken. Ze verkopen de blokken langs de grote wegen, in de winkels van het dorp of bij de gezinnen thuis. Omdat de suiker een hoge caloriewaarde heeft, is een belangrijk onderdeel van het dagelijks menu, zeker bij arme families op het platteland. Ook voor de boeren is het een interessant product. Zij die het verbouwen, halen gemiddeld 80% van hun inkomen uit de verkoop van panelas. Maar ondanks de populariteit van de suiker en de winst die het voor de boeren kan opleveren, komen er weinig suikerrietboeren bij. Het werk is zwaar en de boeren kunnen op hun ambachtelijke manier maar kleine volumes verwerken. Zo kunnen ze niet of nauwelijks concurreren met de grote suikerrietplantages.
26
Daarom maakte UNAG een plan om zich te richten op specifieke nichemarkten. Samenwerking met de rosquilleras is één mogelijkheid. Maar ook naar bruine korrelsuiker is er veel vraag, vooral op de biologische markt. Frisdrank producenten hebben altijd goeie suiker nodig en ook de koffiebranders in Nicaragua voegen suiker toe aan bepaalde mengelingen. Maar de suikerproducenten zijn nog niet voorbereid om die veeleisende markten te bedienen. Ook daar vragen ze ondersteuning van Vredeseilanden. Om vooruitgang te boeken op kwaliteitsvlak moeten een aantal knelpunten van technische aard opgelost worden. Bijvoorbeeld het suikersap zuiver maken, de hygiëne in het algemeen verbeteren en de suiker aantrekkelijk verpakken. Suikerriet is een plant die weinig last heeft van ziektes en plagen. De overschakeling naar een biologische productie is dan ook niet zo heel erg moeilijk. Omdat er een grote vraag is naar suiker op de biomarkt, willen een aantal suikerboeren het biocertificaat behalen voor hun panela. Een controleur uit Costa Rica zal de nodige vormingen geven. Die kosten zal Vredeseilanden voor een deel dragen. De eigenlijke kostprijs voor de controles op het bedrijf, zullen de boeren zelf dragen. De bedoeling is om binnen twee jaar het biolabel te hebben. Ze gaan ervoor. www.vredeseilanden.be/nicaragua/suiker
Introductie van nieuwe ovens zal het gebruik van brandhout bij de suikerproductie overbodig maken.
27
VECO ANDINO Sinds 2008 werken we niet meer uitsluitend in Ecuador, maar sloten we nieuwe samenwerkingsverbanden af met partnerorganisaties in Peru en Bolivia. In de Andes regio zal de focus liggen op koffie- en groenteteelt.
ECUADOR PERU BOLIVIA
Dit zijn onze partners in Ecuador: • FAPECAFES (Federación Regional de Asociaciones de Pequeños Cafetaleros del Sur) verkoopt koffie voor de internationale en nationale markt. Ze startten ook met de export van bananenchips voor de Franse markt. Fapecafes voldoet aan de internationale FairTrade criteria. www.fapecafes.org.ec • FECAFEM (Federación de Asociaciones artesanales de Producción Cafetalera Ecológica de Manabí). Ook een organisatie die zich toelegt op de verkoop van koffie op de internationale markt. Om niet afhankelijk te zijn van de verkoop van koffie, zoekt de organisatie ook naar ander producten met een goed marktpotentieel. Er wordt gedacht aan aardnoten/pindanoten. • SENDAS (Servicio para un desarrollo alternativo del Sur) en Chuya Mikuna werken samen aan de productie en commercialisatie van groenten in de provincie Cañar. Directe verkoop aan consumentenorganisatie in Machala en Cuenca. De organisatie is ook zeer actief op het gebied van milieubeheer. • Corporación de desarrollo “GRUPPO SALINAS” - www.salinerito.com • La Movemiento de Economía Solidaria del Ecuador (MESE) • El Colectivo Agroecológico en haar leden Probio en CEA (Coordinadora Ecuatoriana de Agroecología). Zij werken rond de promotie van agroecologische producten. De samenwerking met CEFODI (Corporación Esmeraldeña para la Formación y Desarrollo Integral), MESA DE CACAO en APROCANE (Asociacion de productores de la zona norte de la provincia de Esmeraldas) werd eind 2008 afgerond omdat we onze activiteiten in de cacao-keten de voorbije jaren afbouwden. Dit jaar werkten we ook voor de laatste keer samen met Petrino.
28
In Peru werken we voorlopig met één organisatie samen: • ANPE (Asociación Nacional de Productores Ecológicos) In Bolivia ondersteunen we twee organisaties: • AOPEB (Asociación de Organizaciones de Productores Ecológicos de Bolivia) • Centro de Información e Intercambio para la Agricultura Ecológica (AGRECOL) En over de landsgrenzen heen ondersteunen we, net als in Centraal Amerika ook MAELA, de LatijnsAmerikaanse agroecologische beweging. Aantal rechtstreeks bereikte mensen
3013 mannen, 1867 vrouwen
Onze partnerorganisatie Chuya Mikuna (‘Schoon voedsel’) legt zich toe op de productie en verkoop van groenten.
29
Schitterende bondgenoten: de alliantie van Chuya Mikuna met andere milieubewuste producentenorganisaties Wie in 2006 bij de boerenorganisatie Chuya Mikuna op bezoek kwam, zou er de dynamische leiders ontmoet hebben. Ze roeiden tegen de stroom in om een plaats te proberen veroveren op de schappen van de reuzen op de voedselmarkt in Ecuador: Supermaxi en Mi Comisariato. De leiders van Chuya trokken het zich niet aan hoe hard de voorwaarden waren die de supermarkten hen oplegden om hun groenten te verkopen in de rekken. Ze trokken het zich niet aan dat één van de directeurs botweg vertelde dat “15% van de geleverde groenten niet betaald zou worden omdat die ongetwijfeld slecht zouden zijn”. Ze deden alsof het hen niet kon schelen dat de directeur de groenten in ontvangst nam zonder ze zelfs maar een blik te gunnen... Terwijl het groenten waren die met zoveel zorg gekozen waren en met zoveel liefde biologisch gekweekt. Alle leiders en leden van Chuya Mikuna geloofden nochtans rotsvast in de kwaliteit van hun producten. “Laat de consumenten ervan proeven, en ze willen geen ander merk meer”, was hun overtuiging. Maar hoe moesten ze het aan boord leggen om mensen hun producten te leren kennen? De grote warenhuizen Supermaxi en Mi Comisariato hielden nog eens 5% extra van de winst van hun groenten af voor publiciteit, maar in hun folders hadden ze haast nooit over de voordelen van milieuvriendelijke producten. Hoe moesten ze het dan doen? Hun mooie verse groenten lagen immers gewoon tussen al dat fast food dat in het warenhuis verkocht werd? Ze besloten dan maar om een eigen campagne op te zetten. Ze maakten brochures, spandoeken en lieten de mensen proeven. En ze waren er zeker van dat het zou lukken om de klanten te overtuigen om hun producten te kopen, want de groenten waren vers en ze zagen er mooi uit. En ze wilden doorzetten maar de voorwaarden van de supermarkten vonden ze toch heel erg hard: zomaar 20% van de prijs afstaan, vonden ze een te zware last om te dragen… Het probleem kwam op tafel tijdens een van de vergaderingen van de Chuya. Hoe kon dit opgelost worden? Hoe konden ze uit die oneerlijke cirkel komen die de kracht en de middelen van de boerinnen van Chuya afroomde? Marcelo, een medewerker van de lokale ngo SENDAS, die de boeren mee begeleidde in het hele proces, zat er peinzend bij. Terwijl de boerenleiders opgewonden zaten te praten over het probleem van hun commerciële relatie met Mi Comisariato, zat hij te denken aan de vrouwen uit de arme buitenwijken van de stad die elke dag opnieuw moesten knokken om het leven van hun familie te verbeteren. Niet dat hij geen interesse had voor het thema van de Chuya, maar hij bedacht dar er misschien wel ergens een band te leggen was. Tenslotte besloot hij de mensen van Chuya te vertellen dat hij een tijdje voordien op een bijeenkomst een vrouwenorganisatie had leren kennen uit Machala, in de kuststreek van Ecuador. Een heel dynamische organisatie die groenten kochten op de grootmarkt en ze in manden verder verkochten, aan een eerlijke prijs, aan vrouwen met weinig middelen. Veel meer moest hij niet vertellen, iedereen die in de vergadering zat, had meteen weer nieuwe glans in zijn ogen. De verantwoordelijken van Chuya legden de eerst contacten met de verantwoordelijken van de vrouwenbeweging. Iedereen was gemotiveerd. De vrouwenorganisatie praatte al een tijdje over “solidaire economie” en over de noodzaak om de banden van solidariteit tussen de stad en het platteland uit te breiden. Ze spraken over hun voedselmanden en over de nood aan gezonde voeding: sla, snijbiet, aardappelen, tomaten, fruit, enz. hadden ze nodig. Ze hadden al enkele pogingen gedaan met andere boerenorganisaties, maar dat was niet echt goed gedaan omdat er te weinig continuïteit was in de aanvoer of te weinig volume gedurende het ganse jaar. Toen het eerste gesprek was afgelopen, was iedereen overtuigd. De producenten van de Chuya zouden zoiets aankunnen, ze hadden een goed opkoopsysteem, hadden zich in de loop der jaren goed kunnen organiseren, en ze konden hun productie goed plannen.
30
De samenwerking tussen de vrouwenorganisatie en Chuya was een start, maar alleen zouden ze het niet klaarspelen. De boerinnen van Chuya Mikuna teelden immers maar 10 van de 17 groenten die de vrouwen wensten. Bovendien moesten ze rekening houden met de strenge winters. Af en toe gebeurde het dat een deel van de groenten verloren ging door de kou. Dus gingen ze op zoek naar partners. In de vergaderingen van het netwerk Tierra y Canastas (‘grond en manden’), maakten ze kennis met de ACT, een producentenorganisatie van bioaardappelen in Chimborazo. Meteen werden de eerste vertrouwensbanden gesmeed. De ACT bracht een bezoek aan Chuya en het ging ook andersom. Ze werkten samen criteria uit voor hun handelsrelatie. Franklin, een van de verkoopsverantwoordelijken van Chuya Mikuna vertelde het volgende aan zijn nieuwe vrienden: “onze organisatie maakt geen winst met de verkoop van jullie aardappelen. Wij bepalen samen de prijzen die we betalen aan jullie boeren en boerinnen aan de hand van de productiekost, en daar tellen we 30% bij voor de logistiek. We willen een goede prijs voor de producent. En bij de prijs voor de consument wordt nog een percentage gerekend voor de transportkosten.” Na de ACT worden nog andere akkoorden gesloten met verschillende organisaties, opnieuw met dezelfde dynamiek van vertrouwen en openheid, en zo begon de verkoop van de manden met groenten aan de vrouwenorganisatie. Momenteel verkoopt Chuya Mikuna bijna 95% van de producten van de aangesloten organisaties en betaalt ze eerlijke prijzen aan honderden producenten uit verschillende provincies van Ecuador. Maar het is niet altijd eenvoudig geweest. Op momenten dat de prijs van de aardappelen plots steeg bijvoorbeeld, verkozen de producenten vaak om zelf hun producten rechtstreeks op de markt te verkopen in plaats van via Chuya. Dan moesten er nieuwe akkoorden gemaakt worden. Maar hoe dan ook, op het eind van het jaar 2008, zijn de leiders van de Chuya fier dat ze er in geslaagd zijn die allianties te vinden. Schitterende bondgenoten die het nu mogelijk maken dat elke twee weken 100 manden met groenten aan de vrouwenbeweging geleverd worden en dat de inkomens van de milieubewuste producenten van Ecuador daarmee verbeteren. www.vredeseilanden.be/ecuador/chuyamikuna
“Laat de consumenten van onze groenten proeven, en ze willen niets anders meer.” Nu levert Chuya Mikuna groentemanden aan vrouwengroepen in verschillende steden.
31
VECO LAO In Laos laat de overheid het niet toe dat lokale boerenorganisaties zich ontwikkelen buiten de officiële instanties. Zich als bedrijf registreren is wel mogelijk. Vandaar dat Vredeseilanden in het noorden van Laos 18 farmer group enterprises (bedrijfjes van boerengroepen) ondersteunt in de districten Meung, Tonpheung, Houaysay en voor het laatste jaar ook in Paktha. Zij verwerken en verhandelen maïs, pindanoten en thee. We werken er ook nauw samen met de districtsoverheden in die vier districten.
Aantal rechtstreeks bereikte mensen
LAOS
VIETNAM INDONESIË
2844 mannen, 2844 vrouwen
Vroeger verslaafd, vandaag bedrijfsleider Noord-Laos is pijlsnel aan het veranderen. Mensen woonden in geïsoleerde dorpen tegen de ruwe bergen. Nu worden er wegen aangelegd, waterkrachtcentrales gebouwd en rubberplantages aangelegd. Buitenlandse firma’s komen binnenmarcheren vanuit China, Vietnam en Thailand. Ze willen investeren in grootschalige plantages. Rubber, maniok en maïs. De Laotiaanse regering geeft hen het land in concessie en de taksen zorgen ervoor dat het nationale BNP opgekrikt wordt. Tegen deze pletwalsen kunnen de ongeletterde en straatarme boeren vanzelfsprekend geen tegengewicht bieden. In de jaren ’80 werden heel wat van de etnische minderheden gedwongen verhuisd uit de bergdorpen naar nieuwe gronden in de lager gelegen delen. De Laotiaanse overheid wilde hiermee de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs voor de achtergestelde bevolkingsgroepen verbeteren. En het was mooi meegenomen dat ze de bevolking zo beter kon controleren. Maar de verhuis haalde ook de hele levenswijze van de mensen overhoop. In eerste instantie leidde dit tot honger. Om aan de ellende te ontsnappen, grepen veel mensen naar opium en amfetamines die vanuit Thailand het land worden binnengesmokkeld. In 2004 begon Vredeseilanden haar Voedsel voor Werk programma. In een derde van de dorpen waar Vredeseilanden werkte, waren mensen verslaafd aan opium. Vredeseilanden stelde aan de boeren die bereid waren om af te kicken een keihard ontwenningsprogramma voor. Als ze dit konden doorlopen, hadden ze recht op opleiding. Ook de dorpen die begeleiding en ondersteuning van Vredeseilanden vroegen, konden dit krijgen op voorwaarde dat er komaf gemaakt werd met de opiumteelt. Vorig jaar schreven we al in ons jaarverslag dat dit programma een succes was. Alle dorpen hebben nu voedseloverschotten. Maar kunnen mensen ook echt leven van hun landbouw en er een goed inkomen uit halen? Ze hebben weinig opties. Ofwel kunnen ze een contract afsluiten met een firma die hun onverwerkte producten aan een lage prijs afneemt. Ofwel kunnen ze stoppen met hun eigen activiteiten op het veld en als landarbeider op een grote rubberplantage gaan werken. De Chinezen geven hen hiervoor... 10 euro startpremie. Is er een andere weg? Twee jaar geleden begon Vredeseilanden boeren te stimuleren om in groep kleine bedrijfjes op te starten. Dit werk begint nu zijn vruchten af te werpen. Eind 2008 waren 18 ondernemingen actief. Ze verwerken pindanoten, maïs of thee.
32
Zo is er een maïsgroep in Ban Si Done Nyaeng. 11 leden hebben hun spaargeld bij elkaar gelegd als startkapitaal. Zij zijn de aandeelhouders. Mr. Noi Lat, de voorzitter, legt uit: “We hebben het aangedurfd om ons samen als bedrijf te laten registreren. Daarvoor vereist de overheid een minimumbedrag van 100.000 dollar. Geen klein bedrag. Maar het is ons zelfs gelukt om met een startkapitaal van 120.000 dollar te beginnen, door alles samen te leggen: de waarde van ons land, onze huizen, een grote tractor, twee vrachtwagens en zes motorbootjes. Nu hebben we het recht om maïs vanuit onze dorpen rechtstreeks naar Thailand te exporteren.” “Hun business draait goed,” vertelt Stuart Ling, die het programma van Vredeseilanden in Laos coördineert. “De groep startte in 4 dorpen. Nu zijn er mensen uit 12 dorpen bij betrokken. In het kleine fabriekje halen ze de korrels uit de maïskolf, ze onderhandelen met de Thaise handelaars, maar ze leveren ook zaden aan de boeren en zorgen voor opleiding.” “Maar toch zijn dit nog heel zwakke bedrijfjes,” gaat hij verder. “Je moet weten dat het analfabetisme hier heel hoog is. In één dorp waar we begonnen te werken, vond ik amper twee geletterde mensen... Voor hen betekent de start van een bedrijf een enorme uitdaging. Ze moeten de wetgeving leren kennen, ze moeten iemand vinden om de boekhouding te doen, ze moeten een businessplan opstellen. Dat vraagt een enorme bijscholing: van quasi-landarbeiders moeten ze zich omvormen tot echte ondernemers. De uitdaging is groot. Het zou kunnen dat enkele bedrijfjes er binnen een paar jaar niet meer zijn. Maar hoe dan ook heb ik het gevoel dat we op deze manier bijdragen aan het verhogen van de weerbaarheid van de mensen. Andere ngo’s die in Laos werken volgen onze activiteiten trouwens op de voet. En we delen onze ervaringen maar wat graag.” www.vredeseilanden.be/laos
Een bedrijf opstarten betekent voor deze ongeletterde boeren een enorme vooruitgang.
33
VECO VIETNAM In Vietnam zijn de landbouwdiensten van de districtsoverheden onze voornaamste partners. We werken samen in de noordelijke districten Lang Son, Son Duong, Van Quan, Yen Lap, Binh Gia en Viet Tri.
LAOS
VIETNAM INDONESIË
Volgens de activiteiten spreekt ons team dan één of meerdere diensten van het district aan: Agricultural Extension Stations (landbouwvoorlichtingsdiensten), Plant Protection Station, Veterinary Stations, Agricultural and Rural Development Departments. Ook werken we er samen met de officiële boerenverenging van het district. Nieuw is onze samenwerking met de Vietnam Standard and Consumers Association (VINASTAS). Deze consumentenorganisatie geeft informatie aan consumenten, behandelt klachten en probeert de wetgeving bij de regering te beïnvloeden ten gunste van consumenten. Aantal rechtstreeks bereikte mensen
3086 mannen, 1652 vrouwen
Weet wat je eet?! In China zijn de voorbije maanden honderden baby’s gestorven nadat ze melk met giftige melamine dronken. Maar ook in Vietnam halen voedselschandalen de krantenkoppen en tv-journaals. De voorbije jaren zijn duizenden mensen ziek geworden door het eten van vergiftigde groenten. Ook Hien van het Vredeseilanden kantoor twijfelt als ze naar de markt gaat om haar groenten te kopen. “Hoe kan ik er nu zeker van zijn dat deze tomaten gezond zijn?” De consumenten in Vietnam mochten lang trots zijn op hun gezonde keuken, die vooral bestaat uit groenten en andere verse ingrediënten. Elke morgen rijden duizenden boeren in hun camionette, met de fiets of scooter naar grote steden als Hanoi om er de straatverkopers te bevoorraden. Het aantal stedelingen groeit spectaculair in Vietnam. Sinds de jaren ’90 kent het land een enorme economische ‘boom’ die ervoor zorgde dat meer en meer mensen van het platteland wegtrekken. Al die monden in de steden moeten gevoed worden en dus is een hoge opbrengst op de velden noodzakelijk. Daarom spuiten de boeren kwistig rond met allerlei chemicaliën. Velen zijn zich wel degelijk bewust van de gezondheidsrisico’s. “Mijn familie eet niet van de groenten die ik elke dag naar de markt breng,” geeft mevrouw Dung toe. Zij is één van de boerinnen die meewerkte aan een recente enquête van Vredeseilanden. “We hebben een kleine groentetuin waar we zonder pesticiden kweken. Die groenten gebruiken we in onze eigen keuken.” De gevolgen van het overmatig gebruik van pesticiden zijn dramatisch: in de periode 2001 tot 2005 zijn ongeveer 23.000 ernstige ziektegevallen genoteerd. De publieke ongerustheid is enorm en de overheid nam vorig jaar maatregelen. Zo bakende ze “zones voor veilige groenten” af. Dat zijn zones waar de boeren verplicht worden om met een minimum aan pesticiden hun gewassen te telen. Maar
34
wie garandeert dat deze groenten in de vrachtwagen niet gemengd worden met groenten uit de nietveilige zones? Wie controleert de boeren? Hoe herken je gezonde veilige groenten op de markt? Vredeseilanden werkt sinds vorig jaar samen met de consumentenorganisatie VINASTAS, zeg maar de lokale Test Aankoop. Samen deden ze een onderzoek naar het consumentenvertrouwen in groenten. Scepticisme haalt de bovenhand. “We vertrouwen de labels van de overheid niet”, zeggen consumenten in koor. In de kranten verschenen berichten van boeren die het label van ‘veilige groente’ gewoon van ambtenaren konden kopen. “We moeten dus zelf onze families beschermen. Daarom vertrouwen we enkel de groenten die je rechtstreeks kan kopen van de boerinnen en niet de groenten van de vele straatverkopers,” was een ander veelgehoord geluid. Onze medewerkers gingen ook op bezoek bij de vier supermarkten van Hanoi. Die hebben een rek met biologische groenten. Maar niemand kon hen precies vertellen waar die groenten vandaan kwamen... Vredeseilanden heeft al jaren een stevige werking op het Vietnamese platteland ten noorden van Hanoi. Ook VINASTAS heeft lokale afdelingen in deze gebieden. Ze besloten om samen te werken aan transparante en betrouwbare verkoopskanalen voor groenten. Twee kleine boerengroepen maakten al beloftes om zich aan regels rond voedselveiligheid te houden. Nu zal Vredeseilanden proberen om die boerengroepen in contact te brengen met consumenten in de steden en bedrijven in de buurt. In Lang Son zetten ze alvast een eerste stap. VINASTAS organiseerde er een bijeenkomst voor ambtenaren, boerengroepen, hoteleigenaars, bedrijfsleiders en vrouwengroepen. Tijdens de theepauze spraken twee hoteleigenaars een boerengroep aan. Die wisten niet dat er in hun buurt veilige groenten te vinden waren en waren erg geïnteresseerd. Meteen sloten ze een contract voor 200 kg groenten. Dit jaar zullen VINASTAS en Vredeseilanden samen zoeken naar een betrouwbaar systeem om consumenten en boeren samen afspraken te laten maken over veilige manieren om groeten te kweken. Zo krijgen de consumenten meer garantie dat de groenten die ze eten wel degelijk veilig en gezond zijn. www.vredeseilanden.be/vietnam/veiligegroenten
Voedselschandalen halen de krantenkoppen in Vietnam: “We willen veilige groenten kunnen kopen, maar vertrouwen de labels van de overheid niet.”
35
VECO INDONESIA
INDONESIË Ons programma in Indonesië is al jaren het grootste, zowel op het gebied van aantal partners als qua geografische spreiding. We kozen ervoor om ons programma in Indonesië wat in te krimpen zodat we beter en intensiever kunnen samenwerken met onze partnerorganisaties. Daarom werd de samenwerking met deze 11 partners geleidelijk aan afgebouwd en eind 2008 stopgezet: • • • • • • • • • • •
Yayasan Pembina Masyarakat Pedesaan (YPMP) Yayasan Lembaga Pengembangan Wilayah Tana Ai (YLPM-Bangwita) Yayasan Sambirio Yayasan Bina Cempe (YBC) Lembaga Studi Pengkajian Lingkungan (Lespel) Yayasan Sosial Nusantara (Yanusra) Yayasan Bina Sejahtera (YBS) Yayasan Pengkajian dan Pemberdayaan Rakat (YP2R) Lembaga Pengamabangan dan Pemberdayaan Masyarakat AL-Azhar Kediri (LPPMA Kediri) Lembaga Penelitian dan Pengembangan Sumberdaya Lingkungan Hidup (LPPSLH) Lembaga Pengembangan Potensi dan Keswadayaan (BABAD)
De producten waarop we vandaag en in de toekomst inzetten zijn rijst, pindanoten, koffie, cacao en cashewnoten. We werken hiervoor nog voornamelijk met lokale ngo’s en niet met boerenorganisaties zoals in de andere landen het geval is. Boerenorganisaties zijn in Indonesië een recent fenomeen. Onder het bewind van Soeharto waren boerenorganisaties niet toegelaten. Het was pas na zijn val eind jaren ’90 dat mensen zich vrij mochten organiseren. Eind 2008 sloten we onze eerste partnerovereenkomsten met twee boerenorganisaties die vanaf volgend jaar onze steun zullen krijgen.
36
De partners waarmee we de komende jaren zullen samenwerken zijn: Op het eiland Java: • • • •
Lembaga Studi Kemasyarakatan dan Bina Bakat (LSK-BB), in het district Boyolali Yayasan Pengembang Kreatifitas Generasi Muda (YPKGM), in Lumajang Lembaga Pengkajian Kemasyarakatan dan Pembangunan (LPKP) Lembaga Pengembangan Partisipasi Demokrasi dan Ekonomi Rakyat (LP2DER)
Op het eiland Sulawesi: • Yayasan Duta Pelayan Masyarakat (YDPM), in het district Mamasa • Yayasan Jaya Lestari Desa (JALESA), in het district Toraja • Yayasan Komunitas Indonesia (YAKOMI), in het district Mamasa Op het eiland Flores: • • • • • • •
Yayasan Komodo Indonesia Lestari (Yakines), in Manggarai Yayasan Tana Nua (YTN), in Ende Delegasi Sosial (Delsos), in Manggarai Yayasan Mitra Tani Mandiri Ngada (YMTM-Ngada) Lembaga Advokasi Masyarakat (LAPMAS), in Ngada Yayasan Ayo Indonesia (YAI), in Ruteng Yayasan Ayu Tani (YAT), Flores Timur
Op West-Timor: • Yayasan An Feot Ana (YAFA), in het district TTU • Yayasan Mitra Tani Mandiri (YMTM), in het district TTU Op het eiland Bali werken we met Yayasan Bali Organic Association (BOA), een consumentenvereniging. Daarnaast werken we voor het politiek werk op nationaal niveau vooral samen met: • People’s Coalition for Food Sovereignty - Koalisi Rakyat untuk Kedaulatan Pangan (KRKP) • Aliansi Petani Indonesia (API), bekend van hun strijd rond landrechten • The Indonesian Organic Farming Network – Jaringan Kerja Pertanian Organik (JAKER-PO), de beweging van biologische landbouw
Aantal rechtstreeks bereikte mensen
7700 mannen, 5142 vrouwen
37
Biorijst, gewoon de beste oplossing Journalist Jan Bosteels ging de voorbije zomer op reis naar Indonesië. Niet naar de surfstranden in Bali, maar om er met boeren, handelaars en consumenten te praten die actief zijn in het programma van Vredeseilanden. Dit is zijn rijstverhaal uit Boyolali op het eiland Java. Jarenlang vergiftigden de boeren van Dinglo zichzelf, hun omgeving en de consument met chloorgebleekte pesticiderijst. Nu ze biorijst kweken, zijn ze zelf gezonder en welvarender en hun klanten tevredener. Rijst is het belangrijkste voedingsgewas van Indonesië. ’s Morgens, ’s middags en ’s avonds staat er rijst op het menu. Doorgaans witte, industriële rijst, die is opgepept met chemische meststoffen en na het oogsten in sommige gevallen met behulp van chloor wordt gebleekt om witter dan wit te zijn. Maar niet in het Javaanse district Boyolali, waar boeren met de hulp van de boerenvereniging LSKBB overschakelden op duurzame landbouw. Van de 860.000 inwoners van Boyolali leeft 31% onder de armoedegrens, wat betekent dat ze een inkomen hebben van minder dan 1 dollar per dag. Reden genoeg voor VECO-partner LSKBB om de boeren te helpen bij de kweek, verwerking en verkoop van hun rijst. De door de zon getaande Cipto Mulyatno is de leider van de boerenvereniging van Dinglo, een idyllisch dorp niet ver van Solo. We staan in een rijstveld en hij strijkt met zijn rechterhand door de groene rijstplanten. ‘Wij hebben altijd rijst gekweekt hier. Vanaf de jaren zeventig weliswaar met behulp van kunstmest en pesticiden.’ Cipto heeft geen goed woord over voor pesticiden. ‘Ze zorgden voor hogere productiekosten en het land werd droger. Bovendien ontwikkelde ik astma na het sproeien. In heb zelfs eens een soort epileptische aanval gehad, waarschijnlijk door dat gif in te ademen. Neen, ik gebruikte geen masker of andere bescherming.’ Over de biorijst niets dan goeds. ‘We fabriceren ons eigen bestrijdingsmiddel volgens een traditioneel recept. Er worden onder andere tabaksbladeren in verwerkt. We vervaardigen ook onze eigen meststof met koeienmest en compost. De productiviteit van het land is verhoogd, we krijgen een betere prijs voor onze rijst en de smaak is ook beter. Ik zou het aan elke boer aanraden.’ In zijn woonkamer toont Cipto me het analyseverslag van een universitair labo, waaruit blijkt dat de grond 0,0 % pesticiden bevat. Directe verkoop In de rijstbusiness blijft van oudsher veel geld kleven aan de handen van tussenpersonen en groothandelaars. Om een betere onderhandelingspositie te verkrijgen, verenigden de boeren zich in een organisatie die de rijst in het groot verkoopt of rechtstreeks, zonder tussenpersonen. Zo wordt de biorijst van Dinglo buiten de rijstmarkt van Solo om verkocht aan de kleinhandel, aan de fastfoodketen KFC (Kentucky Fried Chicken) en aan consumentengroepen. Met name die laatste blijken een slimme zet in de marketing van de rijst. Aris van de LSKBB heeft een ontmoeting belegd met de vrouwen van blok 3, een buurt die hij omschrijft als een lower middle class-wijk van Solo. Al twee jaar komen deze vrouwen geregeld samen om rijst in te slaan die hier rechtstreeks door de boeren wordt geleverd. Onder leiding van Yayuk praten ze over de kwaliteit van het aangeboden product. Deze vrouwen zijn uitgegroeid tot bewustere consumenten, die zich vragen stellen over de gezondheidsimpact van niet-biologisch geteelde producten. En wat nog belangrijker is, ze steken met hun enthousiasme hun buren aan die op hun beurt de rijst van de boeren van Dlingo leren appreciëren. ‘Deze dames zijn onze beste klanten’, zegt Aris. ‘De upper middle class-vrouwen kopen hun biorijst liever in de supermarkt, waar hij dubbel zoveel kost maar in een mooiere verpakking zit. Ook al weten ze maar al te best dat het om exact dezelfde rijst gaat.’
38
Ondertussen op het eiland Flores Ook Yayasan Komodo Indah Lestari (Yakines) – een andere partner van Vredeseilanden – is zich sinds kort bewust van de meerwaarde van biologische rijst. De productie loopt goed, maar er zijn nog veel uitdagingen op vlak van marketing. In 2005 begon Yakines met een winkel waar biologische producten aan een lagere prijs dan gemiddeld verkocht worden. Maar dat was niet zo’n succes. Toch bleven de mensen van Yakines ervan overtuigd dat gezond voedsel ook beschikbaar zou moeten zijn voor mensen met minder geld. Daarom besloten ze een onderscheid te maken in rijstvariëteiten. Wojalaka en Rindeng classificeerden ze als “A-kwaliteit”. Sipagang en IR64 daarentegen waren “B-kwaliteit” en worden voor een lagere prijs verkocht. Door dit onderscheid te maken konden ze zich op verschillende markten gaan richten. En om uit te vissen welke variëteiten hun klanten het lekkerst vonden, organiseerden ze smaaktesten in maart 2008. Deze ontmoeting met consumenten betekende een omslagpunt voor Yakines. Ze ontdekten dat de klanten een hogere prijs accepteren als ze ervan overtuigd zijn dat het product van goeie kwaliteit en echt ‘speciaal’ is. Yakines leerde ook dat de beschikbaarheid van biorijst in de winkels een grote rol speelt in de prijsbepaling. De boeren van hun kant willen er zeker van zijn dat ze een goeie prijs voor hun rijst krijgen. Na de ontmoeting werd dan ook de Vereniging van Rijstboeren van Lembor gevormd. Zij hebben de taak opgenomen om een constante aanvoer van biorijst aan de winkels te verzekeren en om te onderhandelen over de prijs. U kan de volledige Indonesië Reporter, met alle verhalen van Jan Bosteels, bestellen via
[email protected] of tel 016/31 65 80. www.vredeseilanden.be/indonesie/rijst
Cipto Mulyatno: “Ik werd ziek van het spuiten met pesticiden. Nu fabriceren we ons eigen bestrijdingsmiddel volgens traditioneel recept. De verkoop van onze biorijst loopt goed.”
39
IEDEREEN ZIJN DAGELIJKS BROOD? Een Indonesische vriend van me vroeg aan zijn Europese collega of hij het niet saai vond om iedere dag brood te eten. Zijn Europese collega antwoordde: “Wel, het is net zoals jullie Indonesiërs, die alle dagen rijst eten: ’s morgens, ’s middags en ’s avonds.” De gustibus non est disputandum, zegt het Latijns gezegde. Over smaken valt niet te discussiëren. Maar ze kunnen wel sterk bepaald worden door cultuur en gewoontes. En die worden mee bepaald door de natuur. Vroeger had je in Indonesië verschillende consumptiepatronen, die overeen kwamen met wat groeide op de verschillende eilanden. Die patronen werden midden de jaren ’80 plotseling doorbroken. Toen lanceerde de overheid haar groene revolutie met een stevige campagne om rijst te kweken en te eten. Oude teelten verdwenen. Sindsdien staat Indonesië bijna synoniem aan rijst. Van Sabang in het extreme westen tot Merauke in het verre oosten van ons immense land, overal vind je rijst. Maar op bepaalde plaatsen is er niet genoeg rijst voor iedereen. En dat werd vorig jaar nog erger. De voedselcrisis trof niet alleen Indonesië. De hele wereld heeft het gevoeld en iedereen is het erover eens dat er een oplossing moet komen. Meer investeringen, nieuwe landbouwtechnologieën, meer opleidingen voor boeren. Deze en andere beloftes werden gemaakt. Maar er is nog iets anders dat belangrijk is: het terug promoten van traditionele gewassen als basisvoedsel. Het herintroduceren van oude gewassen en oude variëteiten van rijst kan één van de methodes zijn om te zorgen voor onze voedselzekerheid. Zo ben je niet meer afhankelijk van één product of één zaadleverancier. Indonesiërs moeten af van hun afhankelijkheid van rijst. En de Europeanen ook van brood. Het motto van de FAO (Wereld Voedsel Organisatie) is “Fiat panis”, laat er brood zijn. Maar nog belangrijker is “fiat nutrimens”, laat er voedsel zijn. Anna Hasbie, VECO Indonesia.
40
Vredeseilanden in Vlaanderen
Maatschappelijk draagvlak In Vlaanderen is Vredeseilanden een sterk en bekend merk. De organisatie kan rekenen op een trouw maatschappelijk draagvlak. Elk jaar komen in januari duizenden vrijwilligers in actie voor Vredeseilanden. Jong en oud verkopen ieder jaar in januari gadgets zoals onze sleutelhangers aan duizenden sympathisanten. Zij vormen de onmisbare steunberen voor het werk van Vredeseilanden en onze partnerorganisaties en ze geven ons recht van spreken. Het draagvlak van Vredeseilanden in cijfers Mensen hebben zich op diverse manieren actief ingezet voor Vredeseilanden in 2008: • Ongeveer 12.000 mensen werkten mee aan de campagne. • 1.000 lopers namen deel aan de Loop naar Afrika. • 460 mensen keken naar de film ‘Geen eten zonder bonen’ op mijnvredeseilanden.be. • 8.890 leerlingen van secundaire scholen keken naar de film ‘Geen eten zonder bonen’ in de school. • Minstens 3.000 jeugdverenigingsleden deden mee aan Foodhunt. • 50 vrijwilligers van Vredeseilanden zijn actief in een trekkersgroep van FairTradeGemeenten. • 35 vrijwilligers van Vredeseilanden zijn actief in de Raad van ontwikkelingssamenwerking in hun gemeente. • 390 kernvrijwilligers zijn lokale ambassadeurs van Vredeseilanden. • 71 leerlingen van vijf pilootscholen werken als trekkersgroep mee aan Change the Food. Zij activeerden op hun beurt méér dan 2.500 medeleerlingen. Vredeseilanden bereikte met een inhoudelijke boodschap: • 310.000 luisteraars via de radio; • 760.000 kijkers via televisie; • 600.000 lezers via kranten en tijdschriften; • 40.000 mensen kregen persoonlijk een folder overhandigd tijdens de campagne; • 20.000 mensen op festivals; • 8.000 mensen ontvingen reporter-Magazine en activiteitenverslag; • 5.090 abonnees op de elektronische nieuwsbrief; • 340 unieke externe bezoekers per dag op de diverse Vredeseilanden sites (totaal: 120.000 bezoekers).
3 41
Vredeseilanden kon in 2008 rekenen op de financiële steun van • 8.292 donateurs die één of meerdere giften overmaakten; • Zo’n 106.000 mensen die een sleutelhanger of een ander gadget kochten tijdens het campagneweekend. Pers en Media In 2008 werden verschillende gerichte persacties gedaan of persberichten verstuurd. Daarnaast werden media en journalisten ook geïnformeerd rond de thema’s waarover Vredeseilanden interessante inhoud kan leveren. In de loop van het jaar werden daar de eerste vruchten van geplukt. Getuige daarvan de hierboven vermelde bijdragen, en daarnaast ook verschillende (kleinere) berichten verspreidt via verschillende media (Belga, MO*, kranten- en weekbladen). De thema’s en programma’s van Vredeseilanden kwamen aan bod in verschillende inhoudelijke artikels en reportages in zowel geschreven als gesproken media. Le nouveau Vredeseilanden est arrivé Op 4 oktober werd in Leuven een evenement georganiseerd waarbij de vernieuwde positionering van Vredeseilanden op een duidelijke en appellerende manier werd voorgesteld aan de verschillende stakeholders. Het evenement telde méér dan 350 enthousiaste deelnemers. Website De Vredeseilanden-website is verder uitgebouwd tot een centrale draaischijf met vertakkingen naar verschillende on-line-activiteiten. Sinds september 2008 is er een aparte vrijwilligerssite mijnvredeseilanden.be. Voordien was dit een onderdeel van de algemene Vredeseilanden-site. In 2008 bedroeg het totaal aantal unieke bezoekers per dag van beide sites 340. Dat is opnieuw een aanzienlijke stijging t.o.v. 2007, 269 unieke bezoekers per dag voor de geïntegreerde site (met vrijwilligerspagina’s). Deze cijfers betreffen externe bezoekers, personeelsleden van Vredeseilanden komen niet in deze statistieken voor.
42
De meertalige, algemene website van Vredeseilanden werd ook inhoudelijk aangepast: • Algemene info over de organisatie (Vertaling basisteksten, zie ook hoger); • Korte land- of regio-info, verwijzing naar sites VECO-kantoren; • Focus op enkele cases; • Beschikbaar in Engels, Spaans, Frans. Voor de Zuid-informatie wordt voortaan ook geput uit de inhoud die wordt aangeleverd door de communicatie-medewerkers van de Vredeseilanden-kantoren Een duurzame keten, van boer tot supermarkt Vanzelfsprekend dragen ook de bedrijven een cruciale verantwoordelijkheid, zowel de handelaars als de verwerkingsindustrie en de grootdistributeurs. Als ze werkelijk maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, zullen ze natuurlijk financieel winstgevend moeten zijn. Maar evengoed zullen ze mee moeten waken over een sociaal en ecologisch duurzame landbouw. Essentieel is dat de boeren, die helemaal vooraan in de keten het voedsel voortbrengen, hun rechtmatige plaats krijgen. Ze moeten erover waken dat landbouwers loon naar werken krijgen en in goede omstandigheden kunnen boeren. In Vlaanderen werkt Vredeseilanden daarom aan de analyse en ontwikkeling van duurzame landbouwketens i.s.m. de distributie. Vredeseilanden zet ook projecten op voor het stimuleren van een favorabele politieke en economische omgeving vanuit de eigen praktijk rond duurzame landbouwketens. Dit gebeurt o.a. via multistakeholderplatforms (cfr Kauri), uitwisselingen, colloquia, campagnes,... Daarnaast gaat ook veel aandacht naar projecten die het aankoopgedrag van consumenten ten voordele van producten uit duurzame landbouw stimuleren. Fairtradegemeenten Fairtradegemeenten (FTG) speelt in op beschikbaarheid en aankoop van duurzame producten uit zowel de eerlijke handel als uit duurzame landbouw. In 2008 schreven 37 nieuwe gemeenten zich in voor de campagne. Dat brengt het totaal aantal gemeenten die meewerken aan FTG op 173 (eind 2008). In 2008 behaalden 21 gemeenten de titel FTG, wat het totaal aantal gemeenten met titel eind 2008 op 62 brengt.
43
Een vergelijking tussen gemeenten zonder titel en gemeenten met titel, illustreert de impact van de campagne. Titelgemeenten hebben drie keer meer plaatselijke actoren overtuigd dan gemeenten die de titel nog niet hebben. Met uitschieters zoals 10 keer meer horecazaken, 7 keer meer scholen en 6 keer meer bedrijven. In titelgemeenten kunnen inwoners terecht in gemiddeld meer dan 11 winkels en 7 horecazaken. De campagne bereikt drie soorten winkels: Wereldwinkels (15 %), supermarkten (39 %). De overige 46 % bestaat uit buurtwinkels, bakkers, slagers, drankenhandels, bioshops,... Cijfers over de verkoop van producten zijn er op dit moment nog niet. Vredeseilanden is vertegenwoordigd in de nationale stuurgroep van Vredeseilanden en krijgt van de stuurgroep het mandaat om initiatieven, tools,... uit te werken die criterium zes ondersteunen. • 18 nieuwe gemeenten besteedden aandacht aan criterium 6: Aalst, Alken, Balen, Brecht, Izegem, Middelkerke, Nijlen, Overpelt, Rotselaar, Sint-Truiden, Vorselaar, Edegem, Haacht, Mol, Grobbendonk, Riemst, As, Diksmuide. • Sint-Truiden bracht 3000 flesjes lokaal fruitsap in 14 scholen. Met belgerinkel naar de winkel met stempel op spaarkaart bij aankoop duurzame producten. • Gezonde, lokale tussendoortjes tijdens de gemeentelijke sportweken in Brecht. • Brochures over lokale producenten in Aalst, Bierbeek, Haacht en Holsbeek. • In Koksijde krijgen alle personeelsleden van de gemeente een biopakket voor secretaressedag. • In Rotselaar maken inwoners tijdens talrijke evenementen kennis met ‘sap van hier en sap van daar’. • In Kasterlee krijgen alle jonggehuwden een mand met biogroenten en biofruit. • In Nijlen kregen alle leden van jeugdverenigingen, op de dag van de jeugdbeweging, een eerlijk en lokaal ontbijt aangeboden. • Voedselteams in minstens 7 gemeenten: As, Eeklo, Ieper, Sint-Truiden, Riemst, Grobbendonk en Maldegem. In Bornem en Wijnegem startte verkoop van biogroenten en biofruit via abonnementen in lokale winkels. Kennisoverdracht en beleidsbeïnvloeding Vredeseilanden is een organisatie die haar programma’s in het Zuiden implementeert door middel van de actieve aanwezigheid van programmateams. De rol van deze teams is boerenorganisaties en hun leden in staat stellen om hun eigen toekomst in handen te nemen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met andere (strategische) actoren: lokale dienstverlenende ngo’s, de openbare sector, de privésector en andere internationale samenwerkingsorganisaties en instellingen.
44
Zo heeft Vredeseilanden grondige kennis vergaard van de processen die aan de basis, bij de bevolking zelf, plaatsvinden. Deze kennis wordt constant vertaald in advocacywerk op basis van de vergaarde kennis, om zo invloed uit te oefenen op de beleidsmakers en het grote publiek. Dit vormt de basis voor de unieke aanpak van Vredeseilanden voor positieve advocacy voor beleidsveranderingen ten voordele van een innovatieve en gunstige/bevorderlijke beleidscontext, in plaats van negatieve advocacy om de huidige (of zelfs verloren) beleidscontext te behouden. Dit heeft geleid tot een grote en zeer positieve aanhang in Vlaanderen, waarop Vredeseilanden jaar na jaar kan rekenen. De specialisatie van Vredeseilanden op het vlak van duurzame landbouw en ontwikkeling van ketens is bovendien een garantie voor het genereren van uitgebreide kennis. Daarnaast is die specialisatie ook een reden waarom de verschillende programma’s resultaten van dergelijke hoge kwaliteit genereren; omdat we ons enkel concentreren op onze belangrijkste thema’s. Een succesvolle campagne n.a.v. de voedselcrisis Al sinds enkele jaren spant Vredeseilanden zich in om de aandacht voor voedselzekerheid en duurzame landbouw hoger op de Belgische politieke agenda te krijgen. In 2007-2008 werd sterk geïnvesteerd in het opzetten van een multistakeholderdialoog hierrond met de diverse spelers binnen de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Toen in het voorjaar van 2008 de voedselcrisis uitbrak, besloot Vredeseilanden een minicampagne op te zetten rond de Wereldvoedseltop van de FAO in Rome, om beleidsmakers te vragen de beleidsaanbevelingen besproken tijdens de multistakeholderdialoog in daden om te zetten, en ook de publieke opinie te sensibiliseren rond de voedselcrisis, de oorzaken en de mogelijke oplossingen. Vredeseilanden schreef een MO* paper (‘Wie zorgt er voor een echte groene revolutie?’) om bewijsvoering aan te brengen dat er meer investeringen in duurzame landbouw nodig zijn om het hoofd te bieden aan de voedselcrisis, gepubliceerd in juni 2008. Er werd ook bewijsvoering verzameld vanuit onze verschillende landenkantoren. Vredeseilanden nam het initiatief om samen met andere Belgische ngo’s, milieu- en boerenorganisaties een gezamenlijke standpunt over de oplossingen van de voedselcrisis op te stellen. Dit gezamenlijk standpunt werd breed gecommuniceerd en besproken met de DGOS-administratie, het kabinet ontwikkelingssamenwerking en parlementsleden. Via het platform landbouw vond een voorbereidend overleg plaats over het Belgisch standpunt op de FAO wereldvoedseltop, en Vredeseilanden was lid van de Belgische delegatie die naar Rome reisde. Op die manier hadden we inspraak in de Belgische posities die er werden ingenomen. Zo beloofde minister Charles Michel er om het budget voor landbouw in de Belgische ontwikkelingssamenwerking op te trekken tot 10% tegen 2010 en tot 15% tegen 2015, zette ook andere landen aan hetzelfde te doen, en legde nadruk op de aandacht die er naar familiale landbouw moet uitgaan.
45
Ook aan het kabinet Buitenlandse Zaken werd via een brief gevraagd de nodige aandacht aan de voedselcrisis te besteden (in het kader van de Doha ontwikkelingsronde en de onderhandelingen van bilaterale vrijhandelsakkoorden). Vlaamse en federale parlementsleden hebben we eveneens rond de thematiek gesensibiliseerd, via brieven, informatiedoorstroom, informele contacten,... We hebben via de Vlaamse Parlementsleden en fractiemedewerkers in Kamer en Senaat gepleit voor een resolutie over de aanpak van de voedselcrisis en hier succesvol input voor geleverd. Om ook de bredere publieke opinie te bereiken, werd een advertentie n.a.v. de wereldvoedseltop opgesteld en gepubliceerd in drie Vlaamse dagbladen (De Standaard, De Morgen en De Tijd), schreven we opinieartikels die meermaals gepubliceerd werden via dagbladen en websites, en werd een ludiek filmpje aangemaakt dat verspreid werd via diverse digitale media en kanalen. Via deze acties heeft Vredeseilanden ertoe bijgedragen om de voedselcrisis op de politieke agenda te plaatsen, en het thema in de media te brengen. Onze publicaties en politieke acties geeft Vredeseilanden verdere autoriteit rond het thema. (vb. Vragen om in debatten te zetelen)
46
De sociale balans van Vredeseilanden
DE MENSEN ACHTER VREDESEILANDEN Algemene Vergadering: de algemene vergadering bestaat uit een 70-tal stakeholders. Dit zijn vrijwilligers, deskundigen, leden van de Raad van Bestuur en ex-personeelsleden. De lijst van de leden van de Algemene Vergadering is opvraagbaar bij Vredeseilanden of kan je bekijken op onze website www.vredeseilanden.be/mensen/algemenevergadering. De algemene vergadering is het hoogste orgaan. Zij stelt de Raad van Bestuur aan en keurt de jaarrekeningen en bijhorend verslag goed. Raad van bestuur: Leen Bas, André De Smedt, Patricia Grobben, Marleen Iterbeke, Roosmarijn Smits, Alfons Vaes, Jan Van Eechoute, André Van Melkebeek, Annelies Van Raemdonck. Voorzitter Raad van Bestuur: Alfons Vaes Meer over de leden van de Raad van Bestuur op www.vredeseilanden.be/mensen/raadvanbestuur. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het algemeen beheer. De operationele verantwoordelijkheden delegeert de Raad aan de directie van de organisatie. De voorzitter en alle andere bestuursleden zijn vrijwilligers. Ze ontvangen voor hun mandaat geen vergoeding en hebben evenmin een uitvoerende functie binnen de organisatie. Personeel Hoofdkantoor: de lijst van de medewerkers van Vredeseilanden staat gepubliceerd op de website van Vredeseilanden. (www.vredeseilanden.be/mensen) Personeel Regionale kantoren: regionaal verantwoordelijken per regio/land: Amidou Diallo – Togo/Benin; Jan Dewaal – Oost Afrika; Rogier Eijkens – Indonesië; Sandra Galbusera – Midden Amerika; Stuart Ling – Laos; Hanneke Renckens – Andes; Liesbeth Van Brink – Vietnam; Roos Willems – Senegal. Vredeseilanden is vertegenwoordigd in de volgende organisaties: Coprogram: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur 11.11.11: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur Kauri: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur Alterfin: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur Mo* magazine: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur
DE ORGANISATIESTRUCTUUR VAN VREDESEILANDEN vzw
Internationaal Forum Algemene Vergadering
Vrijwilligers
Raad van Bestuur
(elke zes jaar)
Raad van Wijzen
Directie Regionaal Kantoor Nationale Raad
Regionaal Kantoor
Nationale Raad
Hoofdkantoor
Regionaal Kantoor
Nationale Raad
Regionaal Kantoor
Nationale Raad
Regionaal Kantoor
Nationale Raad
4
General Council
Regionaal Kantoor
Nationale Raad
Regionaal Kantoor
Nationale Raad
Regionaal Kantoor
Nationale Raad adviserende relatie
47
SOCIALE BALANS (PER 31/12/2008) In deze rubriek geven we een aantal cijfers en toelichting met betrekking tot het personeelsbestand van Vredeseilanden (situatie op 31/12/2008).
Hoofdkantoor 2005 2006 2007 2008
41 44 45 51 Hoofdkantoor
2005 2006 2007 2008
34,24 34,50 36,96 42,59
aantal personeelsleden Zuiden Coöperanten Lokale medewerkers 16 107 16 1241 17 1302 15 103 aantal voltijdse equivalenten Zuiden Coöperanten Lokale medewerkers 16 16 17 1302 15 103
Totaal 164 184 192 169 Totaal
183,96 160,59
Hoofdkantoor Het aantal personeelsleden en het aantal voltijdse equivalenten is licht gestegen. De stijging werd veroorzaakt door • aanwervingen in het kader van tijdelijke projecten in verschillende diensten • vervangingen tijdens zwangerschapsverlof, tijdskrediet en ziekteverlof • aanwervingen in het kader van enkele nieuwe functies Coöperanten (in het Zuiden) Coöperanten worden voornamelijk ingezet in de volgende functies: • vertegenwoordiger van Vredeseilanden in het land of de regio • specifieke expertise: marketing, toegang tot markten en ontwikkeling van duurzame ketens, inhoudelijke programmacoördinatie, kennismanagement, duurzame landbouw, organisatieversterking • communicatie en netwerking Lokale medewerkers (in het Zuiden) Bij een vacature wordt in de eerste plaats gezocht naar lokale medewerkers. Het is slechts wanneer een bepaalde ervaring in het land niet aanwezig is, dat wij overwegen om voor deze functies (opnieuw) een coöperant aan te werven. Meer en meer is de expertise in de landen waarin we werken beschikbaar en bovendien wordt de kennis van deze lokale mensen steeds belangrijker. Geleidelijk aan zullen we in de komende jaren buitenlandse werknemers in de ruime regio in het Zuiden zoeken en ons niet voornamelijk toespitsen op het rekruteren van Europese coöperanten. In 2008 bestond 61% van het personeelsbestand van Vredeseilanden uit lokale medewerkers.
1 Exclusief Congo en Tanzania: geen gegevens beschikbaar vanuit extern auditverslag. 2 Gegevens vanuit extern auditverslag, Congo is inschatting bij gebrek aan auditverslag.
48
Gender evenwicht Voor het hoofdkantoor blijft de dalende tendens in het aantal mannen zich doorzetten: 33 %. Er zijn namelijk 17 mannen en 34 vrouwen tewerkgesteld. Bij de mannen zijn er hiervan 15 voltijds en 2 deeltijds werkenden. Bij de vrouwen zijn er 21 deeltijds tegenover 13 voltijds werkenden. Voor het Zuiden zien we dat er eerder meer mannen dan vrouwen zijn tewerkgesteld: 68%. Hieronder vallen 80 mannen en 38 vrouwen. Hoofdkantoor
Zuid-kantoren
33%
32%
67%
68%
Mannen
Vrouwen
De salarisgelijkheid tussen mannen en vrouwen bedraagt 100%. Mannen en vrouwen ontvangen hetzelfde loon als ze dezelfde functie uitoefenen. Dit geldt voor het hoofdkantoor, de coöperanten en de lokale medewerkers. Personeelsverloop Hoofdkantoor IN UIT
11 6
Coöperanten 3 2
Zuiden Lokale medewerkers 29 46
De in- en uitdiensttredingen in België waren in 2008 grotendeels toe te schrijven aan tijdelijke opdrachten en vervangingsopdrachten: 6 vervangingen wegens zwangerschapsverlof en ziekteverlof, 2 tijdelijke assistenten. Er gebeurden enkele nieuwe aanwervingen, o.a. in het kader van de nieuwe doelstellingen van Vredeseilanden: • PLA coördinator • SACD specialist • medewerkster communicatiedienst • medewerkster campagnewerk • algemeen directeur Voor de coöperanten: • om tegemoet te komen aan de nieuwe doelstellingen van Vredeseilanden werden 2 SACD medewerkers aangeworven en 1 OSID medewerker • 2 coöperanten waren einde contract Voor lokale medewerkers: • De in- en uitdiensttredingen kaderden vooral in de lopende regionaliseringsprocessen, de overgang van landkantoren naar regionale kantoren.
49
Lerende organisatie Vredeseilanden blijft ernaar streven om haar medewerkers op alle niveaus in Noord en Zuid, zowel individueel als collectief, permanent de kans te geven zichzelf te ontwikkelen. Vredeseilanden wil een flexibele organisatie zijn, waar mensen zich aanpassen aan nieuwe ideeën en aan doelen van de organisatie en waar leren van elkaar gestimuleerd wordt. Daarom wordt “leren” expliciet als doelstelling opgenomen in het strategisch plan. Vredeseilanden spendeerde in 2008 92.910 euro aan vorming en opleiding voor medewerkers van het hoofdkantoor en de coöperanten. De leidinggevenden nemen 26.745 euro voor hun rekening. 66.165 euro werd gespendeerd aan opleiding voor niet-leidinggevende medewerkers. Gemiddeld wordt er 1.400 euro per werknemer (hoofdkantoor en coöperanten) besteedt aan opleiding. Het merendeel van de opleidingen zijn onder te brengen onder volgende thema’s: • workshops georganiseerd door Vredeseilanden: PLA, SACD • ketenontwikkeling • duurzame voeding • taalopleidingen • vorming rond fondsenwerving • organisatieversterking • andere Er wordt jaarlijks een evaluatiegesprek georganiseerd met elk personeelslid. In dit gesprek wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan algemene en functiegerelateerde competenties en aan jaardoelen voor het volgende jaar. Telkens wordt bekeken of er eventueel opleidingen nodig zijn om competenties te verwerven / versterken of om de jaardoelen te kunnen halen. Sociaal overleg Vredeseilanden heeft minder dan 50 werknemers in dienst in het hoofdkantoor en is bijgevolg niet verplicht een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging te installeren. Er zijn 2 officiële personeelsvertegenwoordigers aangesteld vanuit de personeelsvergadering, waarvan 1 vakbondsafgevaardigde. De personeelsvertegenwoordigers organiseren de personeelsvergaderingen. Personeelsvergaderingen worden 3 tot 4 keer per jaar bijeen geroepen. In 2008 werden 4 personeelsvergaderingen georganiseerd. Er werd in 2008 één keer specifiek overleg met de vakbond georganiseerd bij het voorbereiden van een nieuwe systeem voor evaluatiegesprekken. Daarnaast zijn er op initiatief van de personeelsafgevaardigden regelmatig briefings georganiseerd over de verschillende stappen van de Organizational Capacity Assessment (zie ook blz. 9).
50
Milieubeleid van Vredeseilanden
Het milieubeleid van Vredeseilanden past in het kader van een globaal duurzaamheids- en verantwoordingsbeleid (accountability). Dat betekent dat we naast de financieel-econonomische aspecten van de organisatie, ook rekenschap afleggen over de sociale dimensie en de milieu-impact van onze organisatie. Vredeseilanden verbindt er zich toe om de directe en indirecte gevolgen van haar activiteiten op het milieu zo miniem mogelijk te houden. Om dit beleid te verwezenlijken zal Vredeseilanden op een aantal domeinen een actieplan ontwikkelen: • De directe milieueffecten van het hoofdkantoor in Leuven • De directe milieueffecten van de landen- en regionale kantoren • De indirecte milieueffecten van het Noordprogramma en het Zuidprogramma Dit actieplan omvat een analyse van de beginsituatie, de doelstellingen, de jaarlijkse acties om die doelstellingen te bereiken en een jaarlijkse interne audit om de realisatie daarvan na te gaan. Het actieplan en de realisaties zullen jaarlijks gepubliceerd worden. De directe milieueffecten hebben betrekking op het vervoer, de afvalproductie en het verbruik van water, energie, papier door de organisatie zelf. Om de directe milieueffecten te beperken: • zal het personeel van Vredeseilanden aangespoord worden om zoveel mogelijk openbaar vervoer of een milieuvriendelijk vervoermiddel te gebruiken. • Zal de afvalproductie zo klein mogelijk gehouden worden door preventie en door sorteren • Wordt naar een minimaal verbruik van water, energie, papier en kantoormaterialen gestreefd • Wordt ecoconsumptie gestimuleerd door zoveel mogelijk bio, fairtrade en ecologische producten te gebruiken De indirecte milieueffecten van Vredeseilanden hebben voornamelijk betrekking op de effecten die voortkomen uit de activiteiten van het Zuidprogramma. De directe milieueffecten die ontstaan door de uitvoering van onze ontwikkelingsprogramma’s worden daarom zoveel mogelijk beperkt. Denk daarbij aan het minimaliseren van het waterverbruik voor irrigatie, het zo min mogelijk gebruiken van schadelijke meststoffen en bestrijdingsmiddelen, het tegengaan van bodemverontreiniging of -verarming, het terugdringen van energieverbruik voor productie en transport van landbouwproducten, enz. De implementatie van het actieplan is gepland als volgt: • In 2007 werd gestart met het meten van de directe milieueffecten van het hoofdkantoor. Tegelijkertijd werd een actieplan betreffende de directe milieueffecten van het hoofdkantoor gemaakt voor 2008. • In dit jaarverslag worden de resultaten van 2007 en 2008 naast elkaar vermeld. Er zijn reeds enkele positieve evoluties merkbaar. Er wordt een actieplan opgesteld voor 2009. • Voor de meting van de indirecte milieueffecten wordt een meetinstrument (screening tool) ontwikkeld in samenwerking met externe deskundigen en andere ontwikkelingsorganisaties. • De landkantoren en regiokantoren worden aangespoord om in 2009 een actieplan te ontwikkelen voor zowel de directe als de indirecte milieuaspecten en vanaf juli 2009 te starten met metingen om een beginsituatie te verkrijgen.
5 51
Milieurealisaties hoofdkantoor Vredeseilanden is lid van de klimaatcoalitie. De klimaatcoalitie is een vereniging van verschillende organsiaties die inspanningen doen om de CO2 uitstoot beperkt te houden. Vredeseilanden engageert zich om de CO2 uitstoot op te meten en maatregelen te nemen om de uitstoot in de toekomst te beperken. Onderstaande gegevens hebben betrekking op activiteiten van het hoofdkantoor van Vredeseilanden. In de loop van 2009 zal er een registratiesysteem beschikbaar gesteld worden aan de regionale kantoren. realisatie 2007 realisatie 2008 PAPIER totale aankoop A4-papier per jaar (aantal vellen) totale aankoop A4-papier per persoon per jaar (aantal vellen) aandeel gekocht gerecycleerd A4-papier ten opzichte van wit papier totale aankoop A4-papier per jaar voor mailings (aantal vellen)
262.500 6.500 100% 1.588.000
175.000 3.431 100% 1.448.300
43%
41%
38% 23% 17%
40% 21% 26%
Het grootste deel van de aankoop van papier wordt gebruikt voor mailings met informatie aan de symphatisanten. We proberen dit te beperken. Het papierverbruik in aantal vellen is gedaald o.a. doordat alle oude printers vervangen werden door nieuwe recto-verso printers. KANTOORBENODIGDHEDEN bedrag ecologisch kantoormateriaal tov het totaal Geplande acties in 2009: - samenwerken met leveranciers die een groter aanbod aan ecologisch en duurzaam kantoormateriaal hebben. - bij de aankoop van kantoormateriaal voor workshops zal erop gelet worden om zoveel mogelijk ecologisch materiaal aan te kopen. VOEDINGSPRODUCTEN bedrag voedingsproducten met label Biogarantie tov de totale aankopen bedrag van aankopen Fair Trade tov de totale aankopen bedrag aankopen met label Biogarantie + Fair Trade label Als een voedingsproduct wordt aangeboden in een variant met het label bio of Fair Trade, dan wordt ervoor gekozen om de variant met het label aan te kopen. 87% van de voedingsproducten die aangekocht worden hebben een bio of Fair Trade label. Geplande acties in 2009: - overschakelen naar voedingsproducten met een label, indien dit nog niet gebeurd is. - bij de aankoop van voedingsproducten voor evenementen zal erop gelet worden om zoveel mogelijk producten met een label te kopen.
52
realisatie 2007 realisatie 2008 ONDERHOUDSPRODUCTEN bedrag aankopen ecologische onderhoudsproducten tov de totale aankopen
80%
83%
274 6,09
252 4,94
608
528
1.621
1.564
18 0,8 0,9
4 0,7 0,8 9,9
95%
95%
Alle aangekochte onderhoudsproducten zijn van Ecover, behalve luchtverfrissers, wc-blokjes,... waarvoor moeilijk een ecologisch alternatief voor gevonden kan worden. Er wordt continu bekeken of we bepaalde producten kunnen vervangen door een ecologische variant. WATER jaarlijks verbruik in m3 m3/persoon/jaar ENERGIE Elektriciteit kwh/persoon/jaar Verwarming gj gaz/persoon/jaar Sinds 2005 gebruikt Vredeseilanden groene stroom. In 2007 werd er dubbele beglazing geplaatst waar dat nog niet het geval was, waardoor het verbruik verminderd is. Geplande acties in 2009: - er wordt deelgenomen aan de campagne “dikke truiendag”. - er zullen in de loop van het jaar enkele sensibiliseringsberichten verschijnen om zorgzaam om te springen met verwarming. AFVAL hoeveelheid restafval per persoon per jaar (in kg) hoeveelheid PMD-afval per persoon per jaar (in kg) hoeveelheid papierafval per persoon per jaar (in m3) hoeveeheid GFT-afval per persoon per jaar (in kg) hoeveelheid drankverpakking met statiegeld tov de totale aankopen van flessen Er werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd waarin bekeken werd of er gecomposteerd kan worden en op welke manier dat best gebeurt. Er werd geconcludeerd dat composteren niet haalbaar is. Als alternatief hebben we ervoor gekozen om GFT afval apart te sorteren. Door het apart sorteren van GFT sinds september 2008 is de hoeveelheid restafval per persoon drastisch verminderd.
53
MOBILITEIT professionele werkverplaatsingen: aandeel openbaar vervoer woonwerkverplaatsingen: aandeel km afgelegd met trein, bus, fiets of te voet vliegtuigreizen: km per jaar omzetting van vliegtuigreizen in CO2 uitstoot: kg CO2 uitstoot per jaar Er is een dienstfiets ter beschikking van de medewerkers. Geplande acties 2009: - vanaf 1 januari 2009 betaalt Vredeseilanden het woonwerkverkeer met openbaar vervoer aan 100%. We hopen op die manier meer mensen aan te zetten om het openbaar vervoer te gebruiken. - er wordt jaarlijks deelgenomen aan de campagne “ik kyoto”.
54
9%
18%
70,22% 669.905
89,55% 413.530
227.600
140.850
Vredeseilanden vzw – Financieel jaarverslag 2008
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
INLEIDING Als we spreken over het financieel verslag van Vredeseilanden, spreken we over het hoofdkantoor en de verschillende kantoren overzee in de landen waar we actief zijn. Om een zo correct mogelijk beeld te geven van Vredeseilanden, trachten we sinds enkele jaren globale cijfers te geven voor de ganse groep. Dit is de geïntegreerde resultatenrekening en balans. De integratie van de cijfers is een complex proces. Alle landen moeten immers op een eenvormige manier rapporteren naar het hoofdkantoor. Deze rapportering wordt dan geverifieerd door de financiële dienst op het hoofdkantoor. Daarna worden alle kantoren bezocht door de plaatselijke revisoren van het internationale auditkantoor Ernst & Young die van hun bevindingen een verslag maken. Uiteindelijk maakt dan de commissaris – revisor van Vredeseilanden vzw, mevrouw Vandeurzen haar definitief verslag op, na lezing van de verschillende verslagen van de kantoren en na haar controle van de boekhouding van het hoofdkantoor. Vorig jaar slaagden we er in om een betrouwbaar geïntegreerd verslag voor te leggen voor alle landen behalve Congo. Dit jaar zijn we er ook in geslaagd een audit van Ernst & Young te organiseren in Congo. Voor de eerste keer presenteren we dus nu een volledig overzicht van de hele Vredeseilanden-groep, de bekroning van een proces van verschillende jaren. De financiële rapportering bestaat uit 3 delen: de resultatenrekening, de balans en het verslag van de commissaris-revisor. De balans is een overzicht van alle bezittingen en schulden van Vredeseilanden op de laatste dag van het jaar waarover gerapporteerd wordt. De resultatenrekening geeft een overzicht van alle kosten en opbrengsten die de organisatie had gedurende 1 jaar. Het verslag van de commissaris-revisor is een onafhankelijke opinie over hoe correct de weergegeven cijfers zijn. Naast de geïntegreerde balans en resultatenrekeningvan de hele organisatie Vredeseilanden, geven we ook een gedetailleerd beeld van de resultatenrekening van het hoofdkantoor.
6 55
1. RESULTATENREKENING 2008 1.1.
Geïntegreerde Resultatenrekening (zie bijlage 1)
1.1.1. Kosten DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN (61-REKENINGEN) Dit zijn de kosten voor de werking van zowel het hoofdkantoor als van de landenkantoren. BEZOLDIGINGEN, SOCIALE LASTEN EN PENSIOENEN (62-REKENINGEN) Dit is de totale loonkost van alle personeelsleden, zowel van het personeel op het hoofdkantoor in Leuven, als van de coöperanten, als van het lokaal personeel. AFSCHRIJVINGEN EN VOORZIENINGEN (63-REKENINGEN) Onder de afschrijvingen vinden we de waardevermindering van investeringen in het lopende boekjaar. Alle investeringen in de landenkantoren worden in het jaar van aankoop volledig afgeschreven. In het hoofdkantoor worden investeringen over verschillende jaren afgeschreven volgens de door de raad van bestuur vastgelegde afschrijvingstermijnen. Tijdens het jaar 2008 zijn we er in geslaagd om verschillende belangrijke voorzieningen voor risico‘s en kosten terug te nemen. Er werden zeer beperkte nieuwe voorzieningen aangelegd. ANDERE BEDRIJFSKOSTEN (64-REKENINGEN) Het belangrijkste bestanddeel van deze rekening zijn voor de landenkantoren de stortingen aan de verschillende partners in het zuiden, voor het hoofdkantoor gaat het hier om een aantal directe stortingen aan internationale samenwerkingsverbanden.
1.1.2. Opbrengsten LIDGELDEN, SCHENKINGEN, LEGATEN EN SUBSIDIES (73-REKENINGEN) In de geïntegreerde resultatenrekening worden alle reguliere inkomsten van de organisatie samen vermeld onder deze rubriek. De meeste inkomsten bestemd voor de landen lopen via het hoofdkantoor. Een aantal kleinere stortingen van stichtingen of subsidieverleners komen echter rechtstreeks bij het land binnen zonder via het hoofdkantoor te passeren. Meer uitleg over de opbrengsten vindt u onder 2.4.2. Overzicht van de opbrengsten van het hoofdkantoor
56
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
1.2.
Analytische resultatenrekening Hoofdkantoor
In tegenstelling tot de cijfers van de geïntegreerde resultatenrekening stellen we de kosten van het hoofdkantoor opgesplitst per dienst voor. Dit heeft als voordeel dat we zeer duidelijk kunnen aantonen hoeveel we effectief besteden aan het functioneren van elke dienst en – specifieker – aan algemeen beheer, aan fondsenwerving en aan de realisatie van onze doelstellingen. Volgens het budget was er een resultaat van –790.000 EUR voorzien. Dit verlies diende verrekend te worden op het investeringsfonds, waarna het resultaat volgens het budget op ongeveer 0 EUR zou uitkomen. Het resultaat van het hoofdkantoor, vóór verrekening van het investeringsfonds, bedraagt –237.073 EUR. Van de geplande 790.000 EUR werd 402.112 EUR effectief aan het investeringsfonds onttrokken, zodat het definitieve resultaat voor het hoofdkantoor 165.040 EUR bedraagt. • Aan de kostenzijde merken we dat heel wat diensten het gebudgetteerde bedrag niet volledig uitgegeven hebben. De meest opvallende zijn: • Fondsenwerving • Noordprogramma • Coördinatie van de programma-expertise De voornaamste reden hiervoor is zeker de herstructurering (OCA) die doorgevoerd werd in de loop van 2008. Hierdoor heeft de uitvoering van verschillende acties aanzienlijke vertraging opgelopen. Ook de uitgaven ten laste van het investeringsfonds werden maar voor iets meer dan de helft gerealiseerd • De opbrengsten zijn globaal gezien lager dan gebudgetteerd, voornamelijk dan de particuliere opbrengsten en de opbrengsten van NGO’s, stichtingen en bedrijven. De subsidies zijn ook iets lager dan verwacht, wat kan toegeschreven worden aan het feit dat we, door de lager dan verwachte uitgaven voor het noordprogramma, een deel van de DGOS-subsidies die hiervoor bestemd waren, hebben moeten overdragen naar volgend jaar.
57
RESULTAAT 2008 ten opzichte van Budget 2008 en Resultaat 2007 KOSTEN ALGEMEEN BEHEER
RESULTAAT 2007 Directie en Beleidsorganen Personeelszaken Financiën Interne Communicatie Secretariaat
TOTAAL ALGEMEEN BEHEER
BUDGET 2008
RESULTAAT 2008
RES/BUDGET 08
314.197 147.751 403.066 280.256 139.505
320.493 118.480 427.633 200.342 153.737
335.082 177.194 343.315 249.050 144.580
4,55% 49,56% -19,72% 24,31% -5,96%
1.284.775
1.220.686
1.249.221
2,34%
330.864 194.813
251.833 338.268
210.592 354.043
-16,38% 4,66%
525.676
590.101
564.635
-4,32%
638.837
400.923 187.678
336.767 169.341
-16,00% -9,77%
638.837
588.601
506.107
-14,02%
FONDSENWERVING Fondsenwerving Januari-Campagne TOTAAL FONDSENWERING PROGRAMMA’S NOORD-PROGRAMMA Programma Noord Draagvlak TOTAAL NOORD-PROGRAMMA COORDINATIE VAN DE PROGRAMMA EXPERTISE Advocacy SACD Credit – Learning – PLA Strategic Alliances Externe Communicatie voor programma’s TOTAAL COORDINATIE VAN DE PROGRAMA EXPERTISE ZUID-PROGRAMMA PM Afrika PM Amerasia Coöperanten Landen/regio’s West-Afrika 1 (Benin, Togo) West-Afrika 2 (Senegal, Gambia) Oost-Afrika (Uganda, Tanzania, Congo) Vietnam Laos Indonesië Midden Amerika (Nicaragua, Costa Rica) Andes (Ecuador, Peru, Bolivia) Andere
TOTAAL ZUID-PROGRAMMA TOTAAL KOSTEN Overlopende rekeningen ALGEMEEN TOTAAL COURANTE KOSTEN KOSTEN TEN LASTE VAN INVESTERINGSFONDS OCA Directie / RVB / AV / Beleidsorganen Competentie-ontwikkeling Personeelsdienst Merkopbouw Communicatie Extra acties voor fondsenwerving Fondsenwerving Grootwarenhuisactie Campagne Cultuur Youkali Strategic Alliances Innovatieproject Programma Noord Structuuraanpassingen Zuiden Landenprogramma’s Zuid TOTAAL KOSTEN TEN LASTE VAN INVESTERINGSFONDS ALGEMEEN TOTAAL KOSTEN
58
581.847
479.897
408.458
-14,89%
317.219
372.895
245.933
-34,05%
75.748
82.910 164.145
76.497 49.104
-7,73% -70,08%
974.814
1.099.847
779.993
-29,08%
325.000
373.364
362.811
-2,83%
799.068 857.154 493.181 2.267.558 268.198 268.027 1.061.532 1.026.661 651.683 10.593 6.904.587
1.210.783 845.509 285.626 2.869.446 274.114 229.726 1.041.198 994.949 655.450
-30,26% -1,99% 16,89% -9,85% 12,75% 0,48% 16,25% -1,28% 11,39%
7.146.018
844.441 828.679 333.870 2.586.743 309.077 230.835 1.210.430 932.823 730.134 18.901 7.181.491
8.028.655
8.730.165
8.388.742
-3,91%
11.452.757
12.229.400
11.488.698
-6,06%
487.881
1.000.000
287.365
-71,26%
11.940.638
13.229.400
11.776.063
-10,99%
RESULTAAT 2007 14.392 2.047 66.774 67.174 18.856
BUDGET 2008 66.420 75.000 52.500 265.700 27.000 50.000 35.088 221.000
RESULTAAT 2008 46.081 34.584 147.430 12.339 25.000 1.798 134.881
RES/BUDGET 08 -30,62% -100,00% -34,13% -44,51% -54,30% -50,00% -94,88% -38,97%
19.287 111.305
0,50%
299.835
792.708
402.112
-49,27%
12.240.473
14.022.108
12.178.176
-13%
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
OPBRENGSTEN OVERHEIDSSUBSIDIES EU Projectfinanciering
RESULTAAT 2007
BUDGET 2008
RESULTAAT 2008
RES/BUDGET 08
220.384
67.583
105.872
56,65%
Noord-Luik Zuid-Luik Structuurkosten
617.832 4.629.719 635.680
921.768 4.563.480 301.140
800.057 4.563.480 301.140
-13,20% 0,00% 0,00%
BOF programma’s in het Noorden BOF programma’s in het Zuiden
173.914 1.299.522
100.000 1.551.234
120.764 1.281.186
20,76% -17,41%
600.000
500.000
-16,67%
30.000 6.380 57.682
0 32.800
7.460 65.880 4.435
100,85%
5.315 7.350 10.000 176.062 57.859
42.100 0 13.000 140.000 76.000
35.701 7.350 13.457 206.543 88.566
-15,20%
70.324
50.000
83.312
66,62%
125.454
114.440
140.514
22,78%
8.123.477
8.573.546
8.325.715
-2,89%
304.308 761.791 25.000
280.213 1.350.226 11.100
282.892 1.124.509 30.000
0,96% -16,72% 170,27%
1.091.099
1.641.539
1.437.401
-12,44%
100.507 853.315 53.099 795.466
100.000 957.000 127.500 756.000
111.063 853.765 232.161 636.808
11,06% -10,79% 82,09% -15,77%
1.802.387
1.940.500
1.833.797
-5,50%
180.300 74.077
75.000
198.592 601
164,79%
254.377
75.000
199.193
165,59%
1.010.299
1.000.000
144.996
-85,50%
12.281.639
13.230.585
11.941.103
-9,75%
41.166
-791.523
-237.073
341.001
1.185
DGOS
Voedselhulp Andere federale overheden Vlaamse Gemeenschap ALDO/ALT (Administratie Land- en Tuinbouw) Nationale Loterij PROVINCIES West-Vlaanderen Limburg Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant GEMEENTEN EN STEDEN LOONSUBSIDIES (Maribel, Gesco, DAC) TOTAAL OVERHEIDSSUBSIDIES OPBRENGSTEN VAN NGO’s, STICHTINGEN EN BEDRIJVEN 11.11.11 STICHTINGEN, VZW’s EN NGO’s BEDRIJVEN TOTAAL OPBRENGSTEN VAN NGO’s, STICHTINGEN EN BEDRIJVEN PARTICULIERE OPBRENGSTEN LOOP NAAR AFRIKA GIFTEN LEGATEN CAMPAGNE TOTAAL PARTICULIERE OPBRENGSTEN FINANCIELE + DIVERSE OPBRENGSTEN INTRESTEN DIVERSE OPBRENGSTEN TOTAAL FINANCIELE + DIVERSE OPBRENGSTEN Overlopende rekeningen ALGEMEEN TOTAAL COURANTE OPBRENGSTEN RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR Resultaat na terugname uit investeringsfonds
3,51% 47,53% 16,53%
165.040 *
* Het resultaat van 165.040 EUR zal in de balans opgenomen worden.
59
1.2.1. Analyse van de kosten en opbrengsten Overzicht van de kosten
11% 6%
83%
Algemeen beheer Fondsenwerving Realisatie van de doelstellingen
Algemeen beheer uit de reguliere begroting uit het investeringsfonds Fondsenwerving uit de reguliere begroting uit het investeringsfonds Realisatie van de doelstellingen uit de reguliere begroting uit het investeringsfonds Totaal
2008 1.295.303 1.249.221 46.081 724.403 564.635 159.768 10.158.470 9.962.207 196.263 12.178.176
11%
6%
83%
2007 1.150.640 1.134.201 16.439 611.706 525.676 86.030 9.839.669 9.642.303 197.096 11.602.015
10%
5%
85%
Algemeen Beheer Kosten van algemeen beheer zijn de werkings- en personeelskosten van de ondersteunende diensten op het hoofdkantoor (secretariaat, personeel, financiën, interne communicatie), van de directie en van de bestuursorganen. We streven er naar dit percentage op of onder de 10 % te houden. Fondsenwerving De kosten voor fondsenwerving zijn enerzijds de personeels- en werkingskosten van de januaricampagne en anderzijds de kosten voor de fondsenwerving doorheen het jaar. Een belangrijk deel van de kosten voor fondsenwerving (vooral dan voor vernieuwende initiatieven) wordt gefinancierd vanuit het investeringsfonds. Voor de berekening van het percentage van de kosten voor fondsenwerving worden deze kosten meegerekend. Kosten voor de realisatie van de doelstellingen Dit is het totaal van de uitgaven na aftrek van de kosten voor algemeen beheer en voor fondsenwerving. Deze uitgaven zijn zowel voor onze noord- als onze zuidwerking. Onder noordwerking verstaan we de uitgaven van het eigenlijke noordprogramma en de uitgaven voor de coördinatie van de programma–expertise (zie hoofdstuk 3: Vredeseilanden in Vlaanderen). Zuidwerking zijn uiteraard de bestedingen in de verschillende landen maar ook de kosten verbonden aan de ondersteuning van de zuidwerking in België en kosten voor de coöperanten in het Zuiden. Voor een uitgebreid overzicht van de activiteiten in de verschillende landen, zie hoofdstuk 2: De Zuidprogramma’s.
60
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
Vanaf dit jaar tellen we in dit overzicht voor de berekening van kosten van algemeen beheer, fondsenwerving en realisatie van de doelstellingen, ook de cijfers van het investeringsfonds mee. Dat betekent dat de cijfers over 2007 voor kosten van algemeen beheer en fondsenwerving in dit onderdeel niet helemaal gelijklopen met de cijfers 2007 zoals ze weergegeven werden in het vorige jaarverslag. Overzicht van de opbrengsten 2% 16%
Overheidssubsidies
12%
NGO’s, stichtingen en bedrijven
70%
Particuliere opbrengsten Financiële opbrengsten Financieringsbronnen Overheidssubsidies NGO’s, stichtingen en bedrijven Particuliere opbrengsten Financiële opbrengsten Totaal
2008 8.325.715 1.437.401 1.833.797 199.193 11.796.107
70% 12% 16% 2%
2007 8.123.477 1.091.099 1.802.387 180.300 11.197.263
73% 10% 16% 2%
De opbrengsten van Vredeseilanden kunnen we onderverdelen in 4 grote rubrieken die we hier kort even bespreken. Overheidssubsidies Dit blijft veruit de belangrijkste inkomstenbron voor Vredeseilanden. In absolute cijfers zijn deze inkomsten ook sterk gestegen, alhoewel ze relatief achteruit gaan, wat een positieve evolutie is. We halen wel niet het in budget vooropgestelde bedrag. In ons verslag van vorig jaar schreven we al dat we het aandeel van de overheidssubsidies onder de 70 % willen terugdringen tegen 2010. We zetten in 2008 alvast belangrijke stappen om dit doel te bereiken. Binnen deze rubriek blijft het federale Directoraat Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) veruit de belangrijkste inkomstenbron. Daarnaast ontvangen we eerder bescheiden subsidies van een aantal lagere overheden in België en een zeer bescheiden bedrag van de Europese Unie. NGO’s, stichtingen en bedrijven Deze inkomstenbron is alleszins de cijfers. In deze rubriek vinden we de van 11.11.11 zeker de belangrijkste Europese landen en een bijdrage van
meest opvallende stijger, zowel in absolute als in relatieve toelagen van een aantal Belgische NGO’s en stichtingen waaris, toelagen van een aantal NGO’s en stichtingen uit andere 1 Belgisch bedrijf.
61
Particuliere opbrengsten
Loop naar Afrika Giften Campagne Totaal
2004 57.969 809.282 534.862 1.402.113
2005 53.723 1.078.667 694.854 1.827.241
2006 108.650 795.529 636.336 1.540.515
2007 100.507 853.315 795.466 1.749.288
2008 111.063 853.765 636.907 1.601.735
0
2.657.355
402.178
53.099
232.161
Legaten
Na de overheidssubsidies, is deze rubriek de 2de belangrijkste inkomstenbron voor Vredeseilanden. We vinden hieronder vooral de giften die ons gedurende het jaar bereiken (bestendige opdrachten, giften op mailings,...) en daarnaast de opbrengst van de jaarlijkse campagne en de Loop naar Afrika. Als we naar de evolutie van die particuliere opbrengsten kijken, zien we dat er een soort afwisseling is tussen “betere” en “slechtere” jaren. Het goede resultaat van 2007 heeft zeker te maken met de effecten van de tsunami-campagne. 2008 was dan weer slechter omwille van de negatieve mediaaandacht. De campagne 2009 is dan weer heel wat beter verlopen dan 2008. Vanwege hun uitzonderlijk en onvoorspelbaar karakter vermelden we de legaten apart. 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000
Campagne
400.000
Giften
200.000
Loop naar Afrika
0 2004
2005
2006
2007
2008
Financiële opbrengsten Uiteraard wordt niet elke euro die binnenkomt de volgende dag uitgegeven. Daarom beleggen we regelmatig kasoverschotten op korte termijn in volstrekt risicoloze instrumenten met gegarandeerde rentevoet. Daarenboven waken we er over dat deze beleggingen zo ethisch mogelijk zijn. Dank zij de zeer hoge korte termijnintresten in 2008 slaagden we er in om het gebudgetteerde bedrag ruimschoots te overtreffen.
62
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
2. BALANS De balans van Vredeseilanden bestaat uit 4 grote rubrieken die we hierna één voor één kort overlopen. 2.1.
Vaste Activa
Materiële vaste activa In het hoofdkantoor vinden we onder deze rubriek voornamelijk het gebouw in de Blijde Inkomststraat waar de kantoren van Vredeseilanden gevestigd zijn, terug. Daarnaast bevat het vast actief ook nog enkele kleinere posten, voornamelijk informatica-materiaal en meubilair. In de regiokantoren is deze rubriek leeg. Zij huren immers hun kantoorruimte. Omwille van de geldende subsidieregels worden de lokaal gedane investeringen in het jaar van aankoop volledig afgeschreven. Om die reden vinden we ze ook niet terug in de balans. Financiële vaste activa Het voornaamste onderdeel van deze rubriek zijn onze aandelen in Alterfin cvba, een coöperatieve vennootschap voor kredietverlening aan microfinancieringsintellingen en fair-trade organisaties. Daarnaast vinden we hier nog een paar borgen voor huurcontracten terug, voornamelijk in de landen. 2.2. Vlottende activa Voorraden Onder deze rubriek vinden we de voorraden campagnemateriaal in het hoofdkantoor. De waarde van deze voorraden is sterk gestegen ten opzichte van vorig jaar. Geldbeleggingen en liquide middelen Op 31 december bevond er zich op zicht- en termijnrekeningen van het hoofdkantoor een bedrag van 5.217.000 EUR. Dat is heel wat minder dan op 31/12/2007. De belangrijkste reden voor dit verschil is het feit dat DGOS ons op 31/12 nog een belangrijk deel van het programma 2008 schuldig was terwijl in het verleden de DGOS-financiering steeds in de loop van het jaar zelf gestort werd. Het saldo van het programma 2008 werd in de loop van de maand februari 2009 gestort. Het grootste deel van de beleggingen en liquide middelen bevinden zich op rekeningen bij Triodos Bank. Dit is conform met de beslissing van de raad van bestuur om zo veel mogelijk van onze gelden op een zo ethisch mogelijke manier te beleggen. Voor onze dagelijkse verrichtingen blijven we wel met Belgische grootbanken werken omdat er hiervoor geen valabel ethisch alternatief bestaat. Ook in de landen zijn er soms heel wat liquide middelen aanwezig. Het gaat hier vooral om reeds van het hoofdkantoor ontvangen middelen voor besteding in de eerste maanden van 2009. Overlopende rekeningen Deze rubriek bevat voornamelijk subsidies voor het boekjaar 2008 die op 31 december 2008 nog niet toegekomen waren. De belangrijkste zijn: het saldo van de DGOS programmafinanciering 2008, een voorfinanciering aan Indonesië van de DGOS-programmafinanciering 2009 en enkele nog te ontvangen schijven van goedgekeurde BOF (Belgisch Overlevingsfonds)-projecten.
63
2,3.
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen van Vredeseilanden vzw bestaat uit verschillende onderdelen: Eigen Vermogen hoofdkantoor Fondsen van de vereniging Investeringsfonds Opportuniteitenfonds Sociaal Fonds Overgedragen resultaat TOTAAL
Bedragen in euro 1.472.888 1.539.078 200.000 1.174.999 933.350 5.320.314 *
* Situatie voor de verdeling van het resultaat 2008.
Fondsen van de vereniging Dit zijn de oorspronkelijke fondsen van de vereniging. Ze bleven onveranderd. Sociaal fonds Dit fonds werd aangelegd in het hoofdkantoor voor uitbetaling van het personeel bij eventuele (gedeeltelijke) stopzetting van de activiteiten. Het werd enkele jaren geleden berekend op basis van de reële te betalen opzegpremies. Investeringsfonds Het investeringsfonds is een deel van het eigen vermogen dat enkele jaren geleden gereserveerd werd door de Algemene Vergadering voor specifieke projecten, acties en activiteiten waarvoor we niet direct financiering ter beschikking hebben en die ons moeten toelaten kwalitatief een stevige sprong te maken, zowel in onze noord- als in onze zuidwerking. Jaarlijks wordt een budget voorgelegd aan de algemene vergadering en eveneens jaarlijks wordt een afrekening van het voorbije jaar voorgesteld. STAND VAN ZAKEN INVESTERINGSFONDS Budget totaal
OCA Competentie-ontwikkeling Merkopbouw Extra acties voor fondsenwerving
Uitgaven 2006
Uitgaven 2007
Budget 2008
65.000
14.392
66.420
180.000
2.047
75.000
747.500
Uitgaven 2008
46.081
66.774
52.500
34.584
10.000
67.174
265.700
147.430
18.856
27.000
12.339
Beschikbaar Gevraagde Beschikbaar saldo en oversaldo na 2008 gedragen na 2009 bedragen voor 2009 4.527
0
4.527
177.953
145.000
32.953
421.538
Major donor fundraiser
97.384
37.155
Grootwarenhuisactie
100.146
31.146
Cultuur Youkali
100.000
25.000
0
50.000
25.000
50.000
25.000
25.000
Innovatieproject
100.000
19.287
35.088
1.798
78.915
28.260
50.655
Zuid-Studies
127.500
94.785
—
0
32.715
0
32.715
Structuuraanpassingen
217.500
16.520
221.000
134.881
66.099
108.000
-41.901
37.805
0
37.805
Environmental actions
—
10.000
-10.000
Ontwikkeling en supervisie HR manuals RO
—
38.257
-38.257
262.354
0
262.354
1.131.907
678.672
453.235
Nog niet toegewezen TOTALEN
64
50.500 236.500
262.354 1.900.000
66.146
299.835
792.708
402.112
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
Het in 2008 bestede bedrag van 402.112 euro zal na goedkeuring door de algemene vergadering worden onttrokken aan het eigen vermogen. Sommige kantoren overzee beschikken verder nog over een kleine hoeveelheid eigen vermogen. Dit eigen vermogen is afkomstig uit diverse lokale opbrengsten (geen subsidies) gecumuleerd in het verleden. 2.4.
Voorzieningen
Onder deze rubriek vinden we enerzijds een aantal voorzieningen voor een aantal sociale en fiscale geschillen in enkele landen en anderzijds een belangrijke voorziening voor terug te betalen subsidies aan de Europese Unie en de Belgische federale overheid (DGOS). Tenslotte bestaat er nog steeds een kleine voorziening voor grote herstellingswerken aan het gebouw in Leuven. De rubriek voorzieningen is sterk gedaald ten opzichte van vorige jaren, voornamelijk omdat in het verleden enkele risico’s te hoog ingeschat waren of zich uiteindelijk niet voorgedaan hebben. 2.5.
Schulden
Als we de schulden vergelijken met het balanstotaal, zien we dat die zeer beperkt zijn. In het hoofdkantoor zijn er enkele schulden aan leveranciers en een aantal sociale schulden. Ook in de landen vinden we in de meeste gevallen schulden aan leveranciers of sociale schulden terug. Vredeseilanden heeft geen lopende bankkredieten. 2.6.
Overlopende rekeningen
Hier vinden we de subsidies die op 31 december nog niet uitgegeven werden en dus doorgeschoven worden naar 2009. Het gaat hier zowel om DGOS-programmafinanciering als om BOF-financiering.
65
Bijlage a: RESULTATENREKENING 2008
I
II
GEINTEGREERD TOTAAL
HOOFDKANTOOR
2008
2008
Codes
Euro
Euro
70/74
11.620.762
11.742.510
D. Lidgelden, schenkingen, legaten en subsidies
73
11.527.472
11.661.068
E. Andere bedrijfsopbrengsten
74
93.290
81.442
Bedrijfsopbrengsten
60/64
11.924.490
12.169.076
B. Diensten en diverse goederen
Bedrijfskosten
61
3.546.875
1.661.423
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
62
4.202.241
3.004.645
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, en immateriële en materiële vaste activa
630
230.267
42.758
635/8
-178.329
-174.784
G. Andere bedrijfskosten
640/8
4.123.436
7.635.035
Bedrijfswinst (+)
70/64
0
Bedrijfsverlies (–)
64/70
-303.728
Financiële opbrengsten
75
282.438
198.592
B. Opbrengsten uit vlottende activa
751
226.712
198.573
752/9
55.726
19
65
9.188
9.099
F. Toevoegingen (+); Terugnemingen (–) in voorzieningen voor risico’s en kosten III IV
C. Andere financiële opbrengsten V VI VII
Financiële kosten C. Andere financiële kosten
652/9
9.188
9.099
Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening (+)
70/65
-30.477
-237.073
Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening (–)
65/70
Uitzonderlijke opbrengsten
76
14.151
D. Winst uit verkoop van vaste activa
763
14.151
66
0
VIII Uitzonderlijke kosten IX
-426.566
Winst van het boekjaar (+)
70/66
Verlies van het boekjaar (–)
66/70
-16.327
Wisselkoersverschillen toe te voegen aan financieel resultaat
-148.219
Wisselkoersverschillen toe te voegen aan financieel resultaat
-2.789
Wisselkoersverschillen toe te voegen aan financieel resultaat
-116
Winst (+) / verlies (–) van het boekjaar*
-167.451
-237.073
-237.073
* De resultaten van de regiokantoren worden grotendeels veroorzaakt door koersschommelingen van de lokale munt.
66
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
BENIN/TOGO
SENEGAL
TANZANIA
UGANDA
DR CONGO
ANDES
MESOAMERICA
LAOS
VIETNAM
INDONESIE
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
696.872
321.002
755.654
761.884
754.663
626.337
965.883
232.903
316.185
1.050.389
696.872
321.002
753.165
761.884
754.663
626.235
957.777
231.752
316.185
1.050.389
0
0
2.489
0
0
102
8.106
1.151
0
0
696.872
321.000
701.384
755.184
764.967
628.900
923.461
241.548
322.903
1.003.272
176.300
109.425
484.532
245.039
71.032
90.274
143.217
188.074
126.614
250.945
161.173
103.786
121.831
232.330
33.672
120.846
103.438
50.914
121.154
148.454
30.608
5.045
95.021
35.575
2.960
1.196
2.377
1.215
1.987
11.525
0
0
0
0
0
0
0
0
9.718
-13.263
328.791
102.745
0
242.240
657.304
416.584
674.429
1.345
63.431
605.611
0
2
54.270
6.699
0
0
42.422
0
0
47.117
0
0
0
0
-10.304
-2.564
0
-8.644
-6.718
0
0
0
38.178
14.693
0
0
3.182
0
3.926
23.867
0
0
0
0
0
0
3.182
0
1.090
23.867
0
0
38.178
14.693
0
0
0
0
2.836
0
0
2
0
0
0
0
0
87
0
0
0
2
0
0
0
0
0
87
0
0
0
0
92.448
21.393
0
0
45.604
0
0
70.984
0
0
0
0
-10.304
-2.564
0
-8.731
-2.792
0
0
229
9.554
4.274
0
0
0
0
94
0
0
229
9.554
4.274
0
0
0
0
94
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
229
102.001
25.667
0
0
45.604
0
0
70.984
0
0
0
0
-10.304
-2,564
0
-8.731
-2.698
0
0
0
-52.727
-25.667
10.304
2.564
-43.697
8.731
0
-47.728
0
0
-1.893
0
107
369
1.925
0
0
-3.298
0 0
0 229
47.381
0
108
369
3.833
0
-2.698
19.958
67
Bijlage b: DE BALANS PER 31/12/2008 ACTIVA
Codes
HOOFDKANTOOR
2008
2008
Euro
Euro
VASTE ACTIVA
20/28
I
Oprichtingskosten
20
0,00
II
Immateriële vaste activa
21
0,00
III
Materiële vaste activa
419.554,27
419.554,27
22
384.799,10
384,799,10
1. In volle eigendom
22/91
384.799,10
384.799,10
23
33.735,60
33.735,60
231
33.735,60
33.735,60
24
1.019,58
1.019,57
1. In volle eigendom 1. In volle eigendom
241
1.019,57
1.019,57
Financiële vaste activa
28
64.656,28
49.504,74
284/8
64.656,28
49.504,74
284
44.027,08
44.027,08
285/8
20.629,20
5.477,66
C. Andere financiële vaste activa 1. Aandelen 2. Vorderingen en borgtochten in contanten VLOTTENDE ACTIVA V VI
29/58
8.756.514,05 6.684.632,72
Vorderingen op meer dan één jaar
29
81.71
B. Overige vorderingen
291
81,71
30
173.162,00
173,162,00
30/36
173.162,00
173.162,00 173.162,00
Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden 4. Handelsgoederen
VII
469.059,01
22/27
C. Meubilair en rollend materieel IV
484.210,55
A. Terreinen en gebouwen B. Installaties, machines en uitrusting
Vorderingen op ten hoogste dan één jaar B. Overige vorderingen
34
173.162,00
40/41
225.254,21
41
225.254,21
VIII Geldbeleggingen
50/53
IX
Liquide Middelen
54/58
6.801.945,39 5.130.178,96
X
Overlopende rekeningen
490/1
1.394.760,37 1.293.986,73
20/58
9.240.724,60 7.153.691,73
TOTAAL DER ACTIVA
68
GEINTEGREERD TOTAAL
161.310,36
87.305,03
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
BENIN/TOGO
SENEGAL
TANZANIA
UGANDA
DR CONGO
ANDES
MESOAMERICA
LAOS
VIETNAM
INDONESIE
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
13.607,23
1.544,31
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
13.607,23
1.544,31
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
13.607,23
1.544,31
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
13.607,23
1.544,31
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
402.074,61
45.059,25
507.052,04
299.966,91
156.839,13
113.687,65
164.541,86
39.224,80
51.979,41
338.169,92
0,00
0,00
81,71
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
81,71
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
8.463,27
25.914,37
65.223,84
19.947,29
50.837,10
32.004,71
46.256,33
1.146,87
10.342,55
11.832,13
8.463,27
25.914,37
65.223,84
19.947,29
50.837,10
32.004,71
46.256,33
1.146,87
10.342,55
11.832,13
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
72.425,28
1.580,05
0,00
0,00
0,00
393.611,34
19.144,88
435.569,85
268.506,88
106.002,03
9.257,66
68.653,32
37.613,73
38.000,67
295.406,08
0,00
0,00
6.176,63
11.512,74
0,00
0,00
48.052,16
464,21
3.636,19
30.931,70
415.681,83
46.603,56
507.052,05
299.966,91
156.839,13
113.687,65
164.541,86
39.224,80
51.979,41
338.169,91
69
PASSIVA
Codes EIGEN VERMOGEN I
HOOFDKANTOOR
2008
2008
Euro
Euro
5.219.788,74 5.083.241,02
Fondsen van de vereniging
10
1.472.888,17 1.472.888,17
A. Beginvermogen
100
1.472.888,17 1.472.888,17
IV
Bestemde fondsen
13
2.972.765,09 2.914.076,62
V
Overgedragen winst (+)
140
1.200.678,03
933.349,50
Overgedragen verlies (–)
141
-426.542,55
-237.073,27
VOORZIENINGEN
16
739.515,47
666.986,10
VII
160/5
443.117,23
370.587,86
A. Voorzieningen voor risico’s en kosten 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen
160
70.935,07
3. Grote herstellings- en onderhoudswerken
162
29.622,85
29.622,85
163/5
342.559,31
340.965,01
168
296.398,24
296.398,24
4. Overige risico’s en kosten B. Voorzieningen voor schenkingen en legaten met terugnemingsrecht SCHULDEN
17/49
VIII Schulden op meer dan één jaar B. Handelsschulden IX
Schulden op ten hoogste één jaar
X
17 175
3.281.420,39 1.403.464,61 4.698,70 4.698,70
42/48
698.840,45
246.870,81
C. Handelsschulden
44
349.421,46
246.870,81
E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
45
343.194,65
1. Belastingen
450/3
63.175,63
2. Bezoldigingen en sociale lasten
454/9
280.019,02
F. Overige schulden Overlopende rekeningen
TOTAAL DER PASSIVA
70
10/15
GEINTEGREERD TOTAAL
48
250.020,06
6.224,34
492/3
2.577.881,24
906.573,74
10/49
9.240.724,60 7.153.691,73
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
BENIN/TOGO
SENEGAL
TANZANIA
UGANDA
DR CONGO
ANDES
MESOAMERICA
LAOS
VIETNAM
INDONESIE
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
2008
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
Euro
1.406,54
–43.463,83
72.001,03
0,00
1.974,04
8.744,19
47.535,36
0,00
944,14
47.521,83
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
8.328,91
0,00
24.619,78
0,00
2,34
12.069,78
13.667,66
0,00
0,00
0,00
0,00
17.462,88
47.381,25
0,00
8.077,88
7.061,45
33.867,70
0,00
4.318,79
149.274,17
-6.922,37
-60.926,70
0,00
0,00
-6.106,18
-10.387,04
0,00
0,00
-3.374,65
-101.752,34
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
8.028,45
0,00
0,00
31.208,14
33.292,78
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
8.028,45
0,00
0,00
31.208,14
33.292,78
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
8.028,45
0,00
0,00
31.208,14
31.698,48
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
1,594,30
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
414.275,30
90.067,38
435.051,00
299.966,91
154.865,09
96.915,01
117.006,36
39.224,82
19.827,13
257.355,31
0,00
0,00
0,00
4.698,70
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
4.698,70
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
18.354,34
56.802,12
8.720,17
97.121,64
1.882,12
14.088,90
28.988,52
20.962,60
1.627,69
0,00
6.611,62
0,00
1.504,62
90.897,29
1,882,12
11.924,93
20.526,94
15.499,89
301,75
0,00
11.742,73
56.802,12
7.215,55
0,00
0,00
2.163,97
8.461,57
5.462,71
1.325,94
0,00
3.184,62
56.802,12
295,47
0,00
0,00
1.567,48
0,00
0,00
1.325,94
0,00
8.558,11
0,00
6.920,08
0,00
0,00
596,49
8.461,57
5.462,71
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
6.224,34
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
395.920,95
33.265,26
426.330,84
198.146,58
152.982,96
82.826,10
88.017,84
18.262,22
18.199,44
257.355,31
415.681,84
46.603,55
507.052,04
299.966,90
156.839,13
113.687,65
164.541,72
39.224,82
51.979,41
338.169,91
71
Bijlage c: VERSLAG VAN DE COMMISSARIS
72
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2008
73
Bijlage d: LIJST DONOREN Donor
Bedrag
11.11.11
282.892,03
ALT/ADLO
65.880,00
Argus
10.000,00
Colruyt
30.000,00
Cordaid
380.325,00
DGOS BOF DGOS Programma Noord DGOS Programma Zuid DGOS Voedselhulp DKA
800.056,86 5.013.906,26 509.169,56 25.000,00
EU Projectfinanciering
105.880,97
Gemeenten en steden
83.311,78
Gilles Stichting
53.148,00
ICCO
166.000,00
Ileia
50.000,00
Loonsubsidies
140.513,97
Misereor
237.314,00
Nationale Loterij Novib
4.434,92 100.000,00
Brot fuer die Welt
12.722,34
Provincie Antwerpen
13.456,50
Provincie Limburg
7.350,00
Provincie Oost-Vlaanderen
206.543,00
Provincie Vlaams-Brabant
88.565,50
Provincie West-Vlaanderen
35.700,59
Talita Koum
90.000,00
Vlaamse Gemeenschap
74
1.402.194,91
7.459,93
Bijlage e: LIJST GEMEENTEN Gemeente
Bedrag
Aalst
6.046,15
Aartselaar
6.000,00
Antwerpen
8.045,60
Bierbeek
1.300,00
Diest
3.000,00
Genk
1.096,85
Genk
819,57
Grimbergen
5.098,00
Halle
2.500,00
Hasselt
2.500,00
Hasselt
2.700,00
Hasselt
3.000,00
Herent
2.675,31
Herenthout
800,00
Heusden-Zolder
3.000,00
Holsbeek
1.200,00
Ieper
250,00
Lanaken
585,00
Lommel
1.144,12
Londerzeel
2.800,00
Maaseik
1.500,00
Maasmechelen
1.639,00
Malle
2.125,19
Malle
2.000,00
Mechelen
2,558,00
Mol
1.607,14
Oostende
3.540,60
Oud-Heverlee
1.700,00
Riemst
1.500,00
Schilde
2.500,00
Tessenderlo
2.000,00
Tienen
450,00
Waasmunster
125,00
Wichelen
431,25
Wommelgem
900,00
Zuienkerke
50,00
75
Overzicht van GRI-indicatoren waarover in dit jaarverslag wordt gerapporteerd GRI-indicator
Omschrijving
Pagina
PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
76
1.
Strategie en analyse
1.1
Visie en strategie op KT, MT en LT
2.
Organisatieprofiel
2.1
Naam van de organisatie
2.2
Voornaamste producten, merken en/of diensten
7
2.3
Operationele structuur van de organisatie incl. filialen, afdelingen...
47
2.4
Lokatie van het hoofdkantoor
2.5
Aantal en naam van de landen waar de organisatie werkt
2.6
Eigendomsstructuur en rechtsvorm
2.7
Afzetmarkten (geografisch, sectoren,…)
2.8
Omvang van de organisatie (werknemers, omzet, eigen vermogen, hoeveelheid produkten en diensten
3-4, 7-8
Colofon
Colofon 11-46 Colofon, 47 11 47-50
2.9
Significante veranderingen aan de structuur gedurende de verslagperiode
9
2.10
Onderscheidingen ontvangen tijdens de periode;;;
3.
Verslagparameters
3.1
Verslagperiode
Colofon
3.2
Datum van het vorige verslag
Colofon
3.3
Verslaggevingscyclus
Colofon
3.4
Contact voor vragen ivm het rapport
Colofon
3.5
Proces gevolgd voor het bepalen van de inhoud van het rapport
Colofon
3.6
Aflijning van het verslag
Colofon
3.7
Specifieke beperkingen voor de reikwijdte van het verslag
3.8
Verslaggeving over samenwerkingsverbanden en filialen
3.10
Uitleg over gevolgen van wijzigingen aangebracht aan informatie verstrekt in vorige rapporten
52-53 47 55, 60
3.12
GRI-Inhoudstabel
4.
Goed Bestuur
4.1
Bestuursstructuur van de organisatie
47
4.2
Heeft de voorzitter ook een uitvoerende functie binnen de organisatie?
47
4.3
Aantal onafhankelijke bestuurders
47
4.4
Inspraakmogelijkheden voor werknemers, vrijwilligers en stakeholders
50
4.14
Overzicht van relevante stakeholders
41
4.15
Inventarisatie en selectie van relevante belanghebbenden
41
GRI-indicator
Omschrijving
Pagina
PRESTATIE-INDICATOREN Milieu-indicatoren EN1
Gebruikte materialen/gewicht of volume
52-53
EN3
Direct energieverbruik per energiebron
53
EN8
Totaal waterverbruik/bron
53
EN22
Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode
53
EN29
Significante milieugevolgen van produkten en het vervoer van personeelsleden
54
Economische Indicatoren EC1
Directe economische waarde gegenereerd door de organisatie
EC4
Belangrijke financiële steun van overheden
;
Sociale indicatoren
LA1
Totaal aantal werknemers opgesplitst volgens type werk, arbeidsovereenkomst en regio
48
LA2
Personeelsverloop per leeftijdsgroep, geslacht en regio
49
LA10
Aantal uren vorming dat medewerkers volgen/jaar en per werknemerscategorie
50
verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkerscategorie
49
LA14
55-73 61
Publiek Beleid SO5
Standpunten tov de overheid en deelname aan standpuntbepaling van de overheid en lobbying
41-44
77
COLOFON Voor algemene vragen over dit jaarverslag kan je terecht bij: Jo Vermeersch Diensthoofd Communicatie 016/31 65 80
[email protected] Voor vragen in verband met het financieel verslag kan je terecht bij Kris Goossenaerts Diensthoofd Financiën 016/31 65 80
[email protected] Vredeseilanden vzw Blijde Inkomststraat 50 3000 Leuven www.vredeseilanden.be
[email protected] Vredeseilanden is lid van 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging. Dit verslag behandelt het kalenderjaar 2008. Het vorige verslag handelde over het kalenderjaar 2007. Verslagen worden jaarlijks gemaakt en gaan over het geheel van de activiteiten van Vredeseilanden in België en de landen overzee zoals ze vermeld worden op de blz. 11-40 tenzij anders vermeld. Dit verslag werd samengesteld door een werkgroep met vertegenwoordigers van de betrokken afdelingen in opdracht van de directie.
78
Vredeseilanden vzw | Blijde Inkomststraat 50 | 3000 Leuven Tel. 016-31 65 80 | info@vredeseilanden | www.vredeseilanden.be