Vastgoedsector Beroepenstructuur Serv 2006 [docent: Greg Jacobs / Vastgoedbedienden]

  • Uploaded by: Greg Jacobs
  • 0
  • 0
  • June 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Vastgoedsector Beroepenstructuur Serv 2006 [docent: Greg Jacobs / Vastgoedbedienden] as PDF for free.

More details

  • Words: 5,036
  • Pages: 24
Brussel, augustus 2006

Beroepenstructuur Sector Vastgoed Subsector Vastgoedbemiddeling en -beheer

In samenwerking met de sociale partners die de vastgoedbemiddeling en – beheer vertegenwoordigen

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

Beroepenstructuur Sector Vastgoed Subsector Vastgoedbemiddeling en -beheer

De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website: www.serv.be, via de link beroepsprofielen. © Het copyright over de SERV-beroepsprofielen hoort toe aan de SERV. Gebruik van gegevens en tekst is toegestaan mits een correcte bronvermelding. WD/2006/4665/35 SERV l Wetstraat 34-36 l 1040 Brussel l Tel: 02.20.90.111 l Fax: 02.21.77.008 l [email protected] l www.serv.be

2

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

Inhoud Inhoud .................................................................................................................................... 3 1.

Bedoeling van het opstellen van een beroepenstructuur ......................................... 4

2. 2.1. 2.2.

Methodiek .................................................................................................................... 4 Begrippenkader............................................................................................................. 5 Ordeningsprincipes ....................................................................................................... 6

3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.

Afbakening van de sector........................................................................................... 7 De vastgoedsector ........................................................................................................ 7 De subsector vastgoedbemiddeling en – beheer ........................................................... 8 BIV en de beroepsorganisaties ................................................................................... 10 BIV erkenning ............................................................................................................. 10

4. 4.1. 4.2.

De methodiek toegepast op de vastgoedbemiddeling en -beheer ......................... 12 Ordeningsprincipes ..................................................................................................... 12 Kernberoepen en transversale beroepen binnen de sector.......................................... 13

5.

De beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer ....................................... 15

6.

Beschrijving van de beroepen en beroepenclusters............................................... 16

Lijst van organisaties en bedrijven die werden uitgenodigd op de conferenties (2003) ‘vastgoedbemiddeling en-beheer’ ............................................................................ 18 Bijlage .................................................................................................................................. 19 Bronnen – Literatuurlijst ..................................................................................................... 23

3

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

1. Bedoeling van het opstellen van een beroepenstructuur De voornaamste reden om te starten met het opstellen van beroepenstructuren was een algemeen gebrek aan transparantie van het beroepenveld, zowel binnen de sectoren, als over de verschillende sectoren heen. Deze lacune kwam vooral tot uiting tijdens het opstellen van de beroepsprofielen voor de verschillende sectoren. Ieder bedrijf of instelling kent aan de verschillende beroepen of functies onder zijn dak eigen benamingen toe. Hierdoor trekken heel wat bedrijfs- en organisatiespecifieke benamingen de wereld in, waardoor er een enorme verkaveling ontstaat van het beroepenveld. Ten tweede was ook niet altijd even duidelijk welke functies of beroepen konden worden geclusterd, tot respectievelijk een beroep of een beroepencluster. Dit gaf aanleiding tot problemen rond de afbakening en inhoud van beroepen. Door het opstellen van een beroepenstructuur kan aan deze problemen pro-actief en preventief worden verholpen. De redenering die hier achter zit is dat wanneer men duidelijkheid krijgt over welke beroepen binnen een bepaalde sector bestaan, men ook meer duidelijkheid krijgt over de afbakening en de inhoud van die beroepen en bijgevolg het proces van het maken van beroepsprofielen vergemakkelijkt wordt. Een beroepenstructuur vormt daarbij ook een leidraad voor een sector bij het bepalen van de prioriteiten voor het opstellen van beroepsprofielen. De beroepenstructuren worden gemaakt in functie van het uiteindelijke doel van beroepsprofielen, namelijk de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te optimaliseren. Het maken van de beroepenstructuren zien we bijgevolg als een eerste stap op weg naar het realiseren van een aangepaste opleiding.

Samengevat De bedoeling van het opstellen van beroepenstructuren is het bevorderen van de transparantie niet alleen binnen een sector, maar ook over de sectoren heen. Voor de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld.

2. Methodiek Voor een volledige weergave van de methodiek voor het opstellen van beroepenstructuren zoals dit door de SERV gebeurt, verwijzen we naar de handleiding die in dit kader werd opge-

4

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

steld. Hieronder lichten we enkele belangrijke begrippen en principes kort toe om toch reeds een zicht te krijgen op de manier van werken.

2.1. Begrippenkader Wat is precies een beroepenstructuur? Een beroepenstructuur is een geordend geheel van beroepen in een bepaalde sector. Een beroepenstructuur kan ofwel enkel de kernberoepen van een sector bevatten, ofwel enkel de transversale beroepen bevatten, ofwel kan hij naast de kernberoepen ook de transversale beroepen bevatten. De SERV opteert er voor om in een sectorale beroepenstructuur enkel de kernberoepen voor een betreffende sector op te nemen. De transversale beroepen zullen gegroepeerd worden in een afzonderlijke BS.

Wat zijn kernberoepen voor een sector? Kernberoepen van een bepaalde sector zijn die beroepen die behoren tot de kernactiviteit van de betreffende sector. Ze zijn duidelijk verweven met het specifieke karakter en de doelstelling of bestaansreden van de sector. Ze komen in die hoedanigheid enkel in de desbetreffende sector voor. Bijvoorbeeld: archivaris is een kernberoep voor de sector informatievoorzieningen.

Wat zijn transversale beroepen? Beroepen die niet specifiek zijn voor de betreffende sector en die deze sector overstijgen zijn transversale beroepen. Ze sluiten niet aan op de kernactiviteit van de sector en komen in dezelfde vorm ook in andere sectoren voor. Bijvoorbeeld: boekhouder. We stellen vast dat er nog een aantal twijfelgevallen zijn die niet zomaar tot één van deze twee soorten beroepen kunnen worden gecategoriseerd. Het gaat dan om beroepen die ook in andere sectoren kunnen voorkomen en dus de betreffende sector overstijgen, maar die binnen deze sector toch een of andere specifieke invulling krijgen. Bijvoorbeeld: het takenpakket van een kamermeisje in de toeristische sector is vergelijkbaar met dat van een schoonmaakster. Hier zal geval per geval moet bekeken worden door de sector of dergelijke beroepen als kernberoepen voor de sector kunnen gecategoriseerd worden. In de praktijk worden de begrippen beroep en functie dikwijls door elkaar gebruikt. Nochtans gaat het om twee verschillende begrippen.

5

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

Een beroep is een samenhangend geheel van taken met bijhorende competenties dat min of meer gestandaardiseerd is en waarover een maatschappelijke consensus bestaat. Het belangrijkste element hierbij is dat abstractie wordt gemaakt van organisatie- of bedrijfsspecifieke kenmerken1. Een functie is een geheel van bij elkaar horende taken. Hier zijn twee interpretaties mogelijk: Een functie is bedrijfs- of organisatiespecifiek, d.w.z. dat haar inhoud afhankelijk is van de organisatie waarbinnen de arbeid wordt verricht en van de beslissingen die in een bedrijf of een dienst worden genomen op het vlak van organisatie van het productieproces, arbeidsorganisatie en productietechnieken2. Een functie kan ook een onderdeel zijn van een sectorale functieclassificatie die het organisatie- of bedrijfsspecfieke element reeds overstijgt.

Indien mogelijk kunnen minstens twee apart te onderscheiden beroepen samengenomen worden in een beroepencluster. Een beroepencluster is een groepering van beroepen die samen onder één noemer thuishoren.

2.2. Ordeningsprincipes Eigen aan een beroepenstructuur is dat beroepen op een gestructureerde manier worden ingedeeld en weergegeven. Daartoe maken we gebruik van 1 of meerdere ordeningsprincipes. Afhankelijk van de sector is één of een combinatie van de volgende ordeningsprincipes mogelijk:

ƒ

Bij een complexe of ruime sector kan het voor de hand liggen een eerste indeling te maken in subsectoren ter vereenvoudiging van het veld.

ƒ

Beroepen kunnen ingedeeld worden volgens het productieproces of de flow van goederen en diensten.

ƒ

Ook de afdelingen waarin de bedrijven of organisaties opgedeeld zijn, kunnen een ordeningsprincipe zijn. We spreken dan van een indeling in functionele eenheden.

1 2

Gebaseerd op: Sels L., Een koninklijke weg…ook voor Vlaanderen? , p. 59. Gebaseerd op: Malfait, D., Sels, L., Het opstellen van een beroepsprofiel, HIVA, Leuven, p. 6.

6

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

3. Afbakening van de sector 3.1. De vastgoedsector Tot de vastgoedsector behoren alle ‘vrije’ of dienstverlenende intellectuele’ beroepen die enerzijds vastgoedbemiddeling en -beheer mogelijk maken en anderzijds een aantal technische beroepen die het beheren van vastgoed ondersteunen. Deze beroepen zijn gericht op volgende activiteiten (Vlaams Instituut voor Vastgoedopleiding, 1999, p 3-4):

ƒ ƒ ƒ ƒ

Het verhandelen

ƒ ƒ

Het beschrijven, evalueren, remediëren, schatten, meten en/of verdelen

Het bemiddelen bij verkoop of verhuring De overdracht van handelsfondsen Het waarnemen van het beheer, hetzij privaat als rentmeester, hetzij als syndicus van een vereniging van mede-eigenaars.

Het financieren en promoten van vastgoed, hetzij als projectbegeleider, hetzij als projectontwikkelaar.

De confederatie van immobiliënberoepen (CIB) heeft in een schema de verschillende beroepen binnen de vastgoedsector ten opzichte van elkaar gesitueerd. Dit schema vindt u op de volgende pagina.

7

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

V A S T G O E D S E C T O R

A a n v e rw a n te b e ro e p e n N o ta r is ( I)

A a n v e rw a n te b e ro e p e n H y p o th e e k v e rs tre k k e r ( II)

A a n v e rw a n te b e ro e p e n L a n d m e te r ( III)

T o p o g ra a f

A a n v e rw a n te b e ro e p e n V a s tg o e d e x p e rt ( IV )

V a s tg o e d m a k e la a r ( e r k e n d e tite l) ( V )

A a n v e rw a n te b e ro e rp e n V a s tg o e d p ro m o to r ( V I)

P l a a t s b e s c h r i jv e r

V a s tg o e d h a n d e la a r

S c h a d e r e g e la a r

V e r k a v e la a r

S c h a tte r / T a x a te u r

S le u t e l o p d e d e u r

P r o je c t o n t w i k k e l a a r

B e m id d e la a r ( V I I )

V e rk o o p

V e rh u u r

B e h e e rd e r (V III)

O v e rd ra c h t h a n d e ls f o n d s e n

S y n d ic u s

. R e n tm e e s te r

3.2. De subsector vastgoedbemiddeling en – beheer Het voorgaand schema geeft visueel weer wat de vijf hoofdactiviteiten van de vastgoedmakelaar zijn, met name: verkoop, verhuur, overdracht handelsfondsen, syndic en rentmeesterschap (Vlaams Instituut voor Vastgoedopleiding vzw, 1999). Deze vijf hoofdactiviteiten vormen de basis bij de uitwerking van de beroepenstructuur en beroepsprofielen.

8

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

De activiteiten van de subsector vastgoedbemiddeling en –beheer zijn verder omschreven in het KB van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar: “1° activiteiten van bemiddelaar met het oog op de verkoop, de aankoop, ruil, verhuring of afstand van onroerende goederen, onroerende rechten of handelsfondsen; 2° activiteiten van beheerder van goederen die instaat voor: ofwel het beheer van onroerende goederen of van onroerende rechten; ofwel het syndicschap van onroerende goederen in mede-eigendom.”3 Volgens de activiteitennomenclatuur NACE-BEL zijn deze activiteiten binnen de subsector vastgoedbemiddeling en -beheer in te delen in: 70

Verhuur en handel onroerende goederen

70.201 70.202 70.203 70.204

Verhuur van woningen, exclusief sociale woningen Verhuur van sociale woningen Verhuur niet-residentiële gebouwen Verhuur van terreinen

70.3 70.31 70.311 70.312

Bemiddeling, beheer onroerend goed voor rekening van derden Bemiddeling in onroerend goed Bemiddeling aankoop, verkoop, verhuur onroerend goed Schatten en evalueren van onroerend goed

70.32 Beheer van onroerend goed 70.321 Beheer van residentiële gebouwen 70.322 Beheer van overig onroerend goed Bron: www.statbel.fgov.be

De subsector vastgoedbemiddeling en –beheer onderscheidt zich duidelijk van de bouwsector. Ten eerste, omvat de bouwsector alle beroepen die instaan voor, of deelnemen aan, de daadwerkelijke (handmatige) realisatie van bouw- of kunstwerken. Ten tweede, behoren tot de bouwsector alle beroepen die instaan voor de theoretische of intellectuele realisatie via ontwerp, berekeningen, leiding en coördinatie van hoger opgesomde werken.

3

Uit artikel 3 van het Koninklijk besluit van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar (B.S., 13 oktober 1993), gewijzigd bij het Koninklijk Besluit van 2 mei 1996 (B.S., 8 juni 1996)

9

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

3.3. BIV en de beroepsorganisaties Het Beroepinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV) is belast met de organisatie van het gereglementeerd beroep. Dit houdt ondermeer in: het verifiëren of aan alle bepalingen werd voldaan om toegang te krijgen tot het beroep, de toelating geven om de titel van vastgoedmakelaar te mogen voeren, het opsporen van onwettige uitoefening, het opmaken en controleren of de vastgoedmakelaar de regels van de plichtenleer naleeft en zoniet sancties op te leggen, het opmaken van een stagereglement,… Het Instituut staat onder overheidstoezicht op financieel, administratief en budgettair vlak, maar werkt verder autonoom en staat los van de beroepsorganisaties. Deze organisatie is opgericht door het eerder vermelde KB en is officieel geïnstalleerd sedert 1 maart 1995. Het is een publiekrechtelijke beroepscorporatie met rechtspersoonlijkheid (onder de voogdij van de federale Minister van Middenstand en Landbouw) en telt volgende organen: een Nationale Raad, het Bureau, de Uitvoerende Kamers en Kamers van Beroep. De leden van de organen zijn niet aangesteld door de overheid maar worden gekozen door alle erkende vastgoedmakelaars, met uitzondering van de voorzitters van de Kamers die benoemd worden door de Koning. De overheid, door tussenkomst van een regeringscommissaris, oefent controle uit op administratief, financieel en budgettair vlak. De subsector van vastgoedbemiddeling en -beheer kent naast het BIV, drie beroepsorganisaties:

ƒ ƒ ƒ

de Confederatie van Immobiliënberoepen van België (CIB) de Unie van Immobiliënberoepen van België (UIB) Vlaamse Vastgoedfederatie (VVF)

Deze beroepsorganisaties hebben tot doel om de onderlinge contacten te bevorderen, accurate informatie te verschaffen, gespecialiseerde documenten te ontwerpen en de vastgoedbemiddeling en beheer in het algemeen te verdedigen. De vastgoedmakelaars zijn vrij om zich bij deze beroepsverenigingen aan te sluiten. Het zijn privaatrechtelijke instellingen.

3.4. BIV erkenning Het Koninklijk Besluit beschermt de beroepstitel “erkend vastgoedmakelaar BIV” en “stagiair vastgoedmakelaar” en reglementeert de uitoefening van de vijf gereglementeerde vastgoedactiviteiten: de bemiddeling bij verkoop, de bemiddeling bij verhuur, de bemiddeling bij overdracht handelsfondsen, syndic en rentmeesterschap.

10

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

De vooropgesomde activiteiten kunnen worden uitgeoefend door de personen ingeschreven op het tableau of op de lijst van stagiairs maar ook door iedereen die door een arbeidsovereenkomst is verbonden met een werkgever die gemachtigd is om de activiteiten uit te oefenen. Om door het BIV erkend te worden en dus de titel van vastgoedmakelaar te voeren, moet voldaan zijn de volgende voorwaarden:

ƒ ƒ

zich als zelfstandige willen vestigen beschikken over de vereiste beroepservaring (art. 7 KB 6 september 1993 of art. 17 §7 en §8 van de kaderwet van 1 maart 1976) ofwel houder zijn van een van de volgende diploma’s (art. 5§1.1 KB 6 september 1993) • Licentiaat of doctor in de rechten • Licentiaat in het notariaat • Handelsingenieur • Licentiaat in de handelswetenschappen, economische wetenschappen of in de toegepaste economische wetenschappen • Burgerlijk ingenieur • Landbouwkundig ingenieur • Ingenieur voor de scheikunde en landbouwindustrieën • Licentiaat in bedrijfsbeheer • Licentiaat in stedenbouwkunde en ruimtelijke ordening • Licentiaat in de wetenschappen, groep aardrijkskunde, optie landmeetkunde of licentiaat in de geometrologie • Architect • Technisch of industrieel ingenieur • Gegradueerde in de handelswetenschappen • Gegradueerde in de rechten • Gegradueerde in de boekhouding • Gegradueerde in de topografie • Gegradueerde in de architectuur • Meetkundig schatter van onroerende goederen, uitgereikt door de Centrale Examencommissie van de Staat • Binnenhuisarchitect • Diploma dat toegang verleent tot het beroep van accountant • Gegradueerde in de vastgoed • Ondernemersopleiding tot vastgoedmakelaar (drie jaar durende opleiding in avondonderwijs in één van de 10 syntra –centra die deze opleiding organiseren). Deze laatste studie kan pas aanvangen na het behalen van het diploma hoger secundair onderwijs (HSO, TSO en BSO + 7e jaar specialisatie). Met één van deze diploma’s kan erkenning bij het BIV aangevraagd worden.

ƒ

Zich inschrijven op de lijst van stagiairs en een jaar verplicht stage volgen Na een jaar stage kan de stagiair zijn aanvraag indienen om te worden ingeschreven op het tableau van de beroepsbeoefenaars. Naast personen die zijn ingeschreven op het tableau van de beoefenaars of op de lijst van de stagiairs kunnen ook nog de personen die geves-

11

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

tigd zijn in het buitenland het beroep van vastgoedmakelaar occasioneel uitoefenen op het Belgisch grondgebied wanneer zij machtiging krijgen van het BIV.

ƒ

Alle vastgoedmakelaars moeten de deontologische code volgen

4. De methodiek toegepast op de vastgoedbemiddeling en -beheer Beroepen binnen de SERV worden via een welomlijnde methodiek omschreven, ten opzichte van elkaar ingedeeld en daarna visueel weergegeven in een beroepenstructuur.

4.1. Ordeningsprincipes Voor deze sector vormt de wettelijke omschrijving van vastgoedmakelaar het belangrijkste uitgangspunt om de beroepen binnen de beroepenstructuur te ordenen. Concreet gaat het om de overkoepelende kaderwet van 1 maart 1976 tot de reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de “dienstverlenende intellectuele beroepen” (BS dd 27.03.1976) en het koninklijk besluit van 6 september 1993 tot de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar. (BS dd 13.10.1993). Daarnaast is het aangepast reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars een belangrijke aanzet voor het overzichtelijk ordenen van beroepen binnen deze sector. De wettelijke regelgeving wordt gebruikt om in deze beroepenstructuur:

ƒ

Verschillende beroepen te onderscheiden op basis van gereglementeerde activiteiten Ook al wordt in het KB gesproken van het ‘beroep’ van vastgoedmakelaar, in de praktijk merken we dat het ‘beroep’ uiteenvalt in meerdere, afzonderlijke beroepen die samenvallen met de verschillende activiteiten die in het KB opgesomd staan.Wat in de wetgeving wordt omschreven als het ‘beroep vastgoedmakelaar’ wordt in de praktijk opgesplitst naar verschillende beroepen omdat het tegelijk uitoefenen van deze vijf activiteiten door één persoon niet veel voorkomt (mede door de complexiteit van de materie van deze activiteiten). In het begin van de loopbaan kan het voorkomen dat alle activiteiten worden uitgeoefend door één persoon. Na verloop van tijd zal de vastgoedmakelaar zich meestal toeleggen op één of een paar activiteiten of kan de vastgoedmakelaar personen in dienst hebben die zich toespitsen op één of enkele van deze activiteiten.

12

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

ƒ

Beroepen verder te ordenen op basis van twee functionele afdelingen Een functionele afdeling is een ordeningsprincipe om de beroepenstructuur op een gestructureerde manier verder in te delen en weer te geven. De wettelijke regelgeving laat ook toe om de beroepen die we op basis van de gereglementeerde activiteiten onderscheiden, binnen twee functionele afdelingen te ordenen. Met name vastgoedbemiddeling en vastgoedbeheer.

4.2. Kernberoepen en transversale beroepen binnen de sector Men heeft in deze beroepenstructuur ervoor geopteerd om alleen de kernberoepen in de vastgoedbemiddeling en –beheer op te nemen. Hieronder vindt u telkens een korte verantwoording om volgende beroepen niet op te nemen:

ƒ

Beroepen zoals notaris, hypotheekverstrekker, landmeter expert zijn nauw verweven met deze sector. Aangezien de notaris, hypotheekverstrekker en landmeter expert ook in andere sectoren of contexten werkzaam zijn en een specifieke regelgeving hebben, worden zij niet in de beroepenstructuur opgenomen.

ƒ

Ook andere, transversale beroepen (zoals secretaresse, boekhouder) die in deze sector voorkomen, worden niet opgenomen in deze beroepenstructuur (U vindt een opsomming van deze beroepen in bijlage 2).

ƒ

De beroepen met betrekking tot vastgoedpromotie en expertise worden niet in deze beroepenstructuur opgenomen. • Bij vastgoedexpertise gaat het om de beroepen schatter/taxateur, schaderegelaar en plaatsbeschrijver. Het werk van een schatter, plaatsbeschrijver en schaderegelaar is veel ruimer dan wat in de vastgoedsector aan schattingen, enzovoort gebeurt. Zo verrichten deze beroepen ook werk voor andere sectoren (bijvoorbeeld: verzekeringssector) en voor andere domeinen (successierechten,…). In de sector vastgoedbemiddeling en –beheer zijn de schattingen beperkt en afgeleid uit de vijf gereglementeerde hoofdactiviteiten. 4 • Bij vastgoedpromotie gaat het om het beroep van projectontwikkelaar (vastgoedpromotor). Dit beroep wordt niet als kernberoep opgenomen met als hoofdreden dat het om een beroep gaat dat niet beschermd of gereglementeerd is door de Kaderwet. Het behoort door de specifieke aard van zijn activiteiten niet tot de sector vastgoedbemiddeling en –beheer. (zie bijlage 3). Hoewel het beroep niet beschermd of gereglementeerd is, zijn activiteiten die bij projectontwikkeling worden uitgeoefend onder

4

Voor een gedetailleerde omschrijving van de expertiseberoepen: zie bijlage 1

13

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

meer streng gereglementeerd door de wet Breyne5 (waaronder de solvabiliteitswaarborgen vallen). Samenvattend: De kernberoepen binnen de vastgoedbemiddeling en -beheer zijn dienstverlenende intellectuele beroepen die vastgoedbeheer, -bemiddeling mogelijk maken. Daarnaast is er voor het beheer van vastgoed nog één specifiek ‘technisch’ kernberoep opgenomen: conciërge. De beroepen die binnen de functionele afdelingen beheer en bemiddeling worden door de overkoepelende Kaderwet en het koninklijk besluit van 6 september 1993 gereglementeerd.

5

De wet Breyne van 9 juli 1971, gewijzigd door de wet van 3 mei 1993. De solvabiliteitswaarborgen verschillen naargelang de aannemers al dan niet over een erkenning beschikt: een erkende aannemer moet een borgtocht stellen ten bedrage van 5% van de prijs van de bouw. Is de aannemer daarentegen niet erkend of niet voldoende erkend, dan moet hij een persoonlijke borg stellen.

14

Verkoop – verhuur: Bemiddelaar bij verkoop, aankoop en ruil van vastgoed Bemiddelaar bij verhuur en huur van vastgoed

Overdrachtsbemiddelaar

VASTGOEDBEMIDDELING

Leeswijzer:

Beroepencluster

Opmerking: Wij geven de beroepsnamen in hun meest gangbare vorm weer. Dit doet niets af aan het feit dat zowel mannen als vrouwen het beroep uitoefenen.

Conciërge

Rentmeester

Syndicus

VASTGOEDBEHEER

5. De beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

15

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

6. Beschrijving van de beroepen en beroepenclusters VASTGOEDBEHEER Binnen de functionele afdeling ‘vastgoedbeheer’ worden drie beroepen onderscheiden, namelijk: conciërge, syndicus en rentmeester.

Beroep: syndicus: De syndicus is het wettelijk uitvoerend orgaan van mede-eigendom en de mandataris van de vereniging van mede-eigenaars die hij vertegenwoordigt in alle handelingen met betrekking tot het dagelijks beheer van de gemeenschappelijke delen van het gebouw. In de praktijk komt dit in hoofdzaak neer op het administratief, financieel en technisch beheer.

Beroep: rentmeester De rentmeester is de persoon die in de plaats van de opdrachtgever en voor rekening van deze laatste, instaat voor het volledig privatief beheersaspect van de hem toevertrouwde eigendommen en de belangen van opdrachtgever en huurders verzoent. Afhankelijk van de opdracht die de rentmeester van de eigenaar krijgt, zal dit in hoofdzaak het administratief, financieel en technisch beheer omvatten.

Beroep: conciërge De conciërge is een werknemer van de vereniging van mede-eigenaars. Zijn opdrachten zijn aangegeven in de arbeidsovereenkomst en deze wordt afgesloten met de syndicus, die de enige vertegenwoordiger is van de vereniging van mede-eigenaars. In eerste instantie staat de conciërge in voor het onderhoud. In het algemeen komen volgende taken vaak terug: het bewaken van het gebouw, schoonmaken van de gemene delen, ontvangen van bijvoorbeeld schoonsteenveger, opnemers water, gas, elektriciteit,…, aftekenen van bestelbonnen waarvoor hij toestemming heeft gekregen van de syndicus, buitenzetten van vuilniszakken, oproepen van de liftfirma wanneer iemand in een lift zit opgesloten, waarschuwen van de politie ingeval van inbraak, bijhouden van het logboek van zijn interventies,… Afhankelijk van zijn individuele capaciteiten kan hij ook nog taken moeten uitvoeren zoals het onderhouden van gemeenschappelijke grasperken, kleine elektriciteits- loodgieterijwerken, opnemen van tussenmeters, …

16

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

VASTGOEDBEMIDDELING Onder de functionele afdeling ‘vastgoedbemiddeling’ vallen het beroep overdrachtbemiddelaar en de cluster verkoop- verhuur. Onder de clusterbenaming verkoop-verhuur ressorteren twee beroepen, met name: de bemiddelaar bij verkoop, aankoop en ruil van vastgoed en de bemiddelaar bij verhuur en huur van vastgoed. Deze twee laatste beroepen worden geclusterd omdat zij een gemeenschappelijke sokkel aan taken en competenties delen.

Beroep: overdrachtbemiddelaar De overdrachtbemiddelaar zal ondernemers begeleiden en adviseren bij de overdracht of de verkoop van hun handelsfonds of vennootschap. Hij brengt vraag en aanbod terzake samen. Hij staat de klant bij met deskundig advies vanaf de beslissing tot overdracht, tot de realisatie ervan.

Beroep: bemiddelaar bij verkoop, aankoop en ruil van vastgoed De bemiddelaar bij verkoop, aankoop en ruil van vastgoed bemiddelt bij transacties met betrekking tot de aankoop, de verkoop en ruil van het onroerend goed of het onroerend recht. Hij kan in opdracht van de verkoper belast worden met het zoeken naar een koper voor het onroerend goed of onroerend recht of hij kan door een koper belast worden met het zoeken ernaar. Hiervoor brengt hij vraag en aanbod samen en begeleidt de transactie.

Beroep: bemiddelaar bij verhuur en huur van vastgoed De bemiddelaar bij verhuur en huur van vastgoed bemiddelt bij verhuurtransacties met betrekking tot het onroerend goed of recht. Hij kan in opdracht van de verhuurder belast worden met het zoeken naar een huurder voor het onroerend goed of recht of hij kan door de huurder belast worden met het zoeken ernaar. Hiervoor brengt hij vraag en aanbod samen en begeleidt de transactie.

17

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

Lijst van organisaties en bedrijven die werden uitgenodigd op de conferenties (2003) ‘vastgoedbemiddeling en-beheer’ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ

ACV ABVV ACLVB ACV ADVIESBUREAU DEWAELE AGEM Middelkerke BIV BIV BIV CIB ERA VASTGOED SERVICE ERA VASTGOED SERVICE ERA IMMO TOYE ERA LAPLAGE ERA LAPLAGE ERA LIMBURGSE WOONCENTRALE Geel – Blauw IMMO VERIMASS VIVO W. VAN COILLIE & CO vastgoedbeheerders

De heer Bart Vannetelbosch De heer Werner Van Heetvelde De heer Erik Decoo De heer Dirix Frans De heer Pol Dewaele De heer Jan Jassogne De heer Jurgen Van Steene De heer Walter DeVlies Mevrouw Evelyne Van Marcke De heer Jan Jassogne De heer Luc Vandorpe Mevr. Kristien Berkein De heer Toye Gert De heer M. Depoorter De heer F. Rousere De heer Johan Tackoen Mevrouw Maes I De heer Walter Devlies De heer Gert Toye De heer W. Van Coillie

18

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

Bijlage BIJLAGE 1: AANVERWANTE BEROEPEN - VASTGOEDEXPERTISE

Beroep: vastgoedexpert onroerende goederen (niet gereglementeerd beroep) De vastgoedexpert wordt regelmatig belast met het uitvoeren van deskundige onderzoeken in de vastgoedsector. Dat beslaat een vrij groot terrein gaande van waardebepaling, over plaatsbeschrijvingen, het opmaken van bevindingstaten, huurschadebepalingen, tot brandschadebepalingen. Het uitvoeren van dat beroep vergt heel wat ervaring, een specifieke beroepskennis wat betreft commerciële marktkennis (voor waardebepalingen), technische bagage (voor beschrijvingen en schadegevallen) en juridische kennis ( voor gerechtelijke expertises, huurgeschillen, enzovoort). De deskundige staat regelmatig in verbinding met bouwdeskundigen, deels als opdrachtgever, deels als adviseur in technische kwesties. Noch de titel, noch de uitoefening zijn gereglementeerd. Deze ervaren persoon wordt door rechters, administraties of particuliere personen verzocht om de schatting van de waarde te doen met het oog op transacties zoals de overdracht van, de verdeling van, de onteigening van en de schade aan onroerende goederen. Men onderscheidt twee soorten van expertisen: enerzijds heeft men – in geval van een geschil- de gerechtelijke expertise die wordt uitgevoerd door een expert aangeduid door de rechtbank. Anderzijds heeft men de niet-gerechtelijke expertise die door partijen in de minne werd aangevraagd of die voortvloeit uit een overeenkomst. Men onderscheidt ook:

ƒ

Beroep: plaatsbeschrijver Hij maakt een omstandige en tegensprekelijke beschrijving op van een onroerend goed, zodanig dat bij een eventuele schade, men zich een totaal en exact beeld kan vormen van de oorspronkelijke toestand.

ƒ

Beroep: schatter Hij bepaalt de vermoedelijke waarde vertrekkend vanuit een bepaalde kennis, gebaseerd op enerzijds gebruikelijke schattingstechnieken, anderzijds op ondervinding en het op de hoogte zijn van de vastgoedmarkt. Hij beoogt de waardebepaling van een onroerend goed, rekening houden met zowel de omstandigheden als het beoogde doel.

19

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

ƒ

Beroep: schaderegelaar Hij bepaalt de vervangingswaarde, rekening houdend met de ontwaarding ten gevolge van schade aan de bouwonderdelen of bouwcomponenten door externe factoren. Hierbij zal de schaderegelaar het oorzakelijk verband moeten opsporen en een remediëring aanraden.

20

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

BIJLAGE 2: ENKELE TRANSVERSALE BEROEPEN DIE IN DE VASTGOEDSECTOR VOORKOMEN

ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ

Directeur Secretaresse Receptioniste Jurist Boekhouder Bouwkundige/technisch beheerder Onderhoudsmedewerker technisch Onderhoudsmedewerker schoonmaak

21

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

BIJLAGE 3: AANVERWANTE BEROEPEN - VASTGOEDPROMOTIE

Beroep: projectontwikkelaar (niet gereglementeerd beroep) Dit is de fysieke of rechtspersoon die constructies bouwt, renoveert, restaureert, vernieuwt en verbetert voor eigen rekening. Hij treedt enkel in eigen naam of dienstverlenend op naar de vastgoedconsument voor het ontwikkelen van projecten, het verkavelen van gronden, het bouwen van sleutel-op-deur. Hij begeleidt het proces vanaf de voorstudies tot aan de terbeschikkingstelling ervan aan de gebruikers. Meer concreet beslist hij welke vastgoedprojecten er gerealiseerd zullen worden om te beantwoorden aan de behoeften van mogelijke klanten. Hij werkt het vastgoedprogramma uit door haalbaarheidsstudies uit te voeren en financieringsplannen op te stellen. Hij stelt een actieprogramma op voor de bouw of de renovatie van vastgoed en coördineert alle uitvoeringsfasen. Hij vraagt offertes aan, kiest de leveranciers, houdt toezicht op de werken en zorgt ervoor dat de termijnen worden gerespecteerd. Hij stelt financieringsplannen op voor het project en zoekt soms externe investeerders. Naast de ontwikkeling van het vastgoed is hij verantwoordelijk voor de promotie van het vastgoed waarvoor hij de nodige commerciële vaardigheden en competenties dient te bezitten. Hij heeft de volledige juridische en technische verantwoordelijkheid over het programma dat hij vastlegt, van bouw tot oplevering De projectontwikkelaar heeft een grondige kennis van de marktsituatie, een inzicht in de vraag naar vastgoed, een grondige technische kennis en een goede kijk op de gewoontes in de bouwwereld.

22

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

Bronnen – Literatuurlijst Interviews De heer J. Tackoen, zaakvoerder ERA Limburgse wooncentrale De heer W. Van Coillie, zaakvoerder VASTGOEDBEHEERDERS W. VAN COILLIE & Co bvba Mevrouw I. Maes, zaakvoerder NV GEEL –BLAUW

Documenten Malfait, D. & Sels, L. (1996). Het opstellen van een beroepsprofiel: Het proces van a tot z. (Een onderzoek in opdracht van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen). Leuven: HIVA. CEVORA (2003). Onroerende goederen. Brussel: CEVORA Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2000). Handleiding voor het opstellen van beroepenstructuren, beroepsprofielen en beroepenfiches. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2003). Polyvalent bediende. Brussel: SERV TOYE, G. (1998). Basiswerk. Vastgoedberoepen : vastgoedmakelaar, - beheerder, -expert en -promotor. Brussel: Kluwer Editoria VAN COILLIE, W. (2002). Leven in mede-eigendom. Beheer appartementsmede-eigendom. Deel 1,2,3. Gent. VAN COILLIE, W. (1999). Inleiding tot het beroep van vastgoedmakelaar. (Bemiddelaar – Syndicus – Rentmeester). Gent. Vlaams Instituut voor Vastgoedopleiding vzw VLOR (2000). Studie 171. Beroepsprofiel vastgoedmakelaar. Brussel: VLOR. Waarborg- en Sociaal Fonds voor het Beheer van Gebouwen (2003). Brochure – concierge het beroep. Gent: Waarborg- en Sociaal Fonds voor Beheer van Gebouwen.

23

Beroepenstructuur vastgoedbemiddeling en -beheer

Internetsites: http://cobra.vdab.be (projectontwikkelaar onroerend goed en makelaar onroerend goed) https://werktraject.werk.nl/werk.nlnew/beroepen/ (rentmeester financieel-economisch beheer onroerende goederen, vastgoedadviseur, makelaar onroerend goed ) www.biv.be (Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars) www.cepi.be (Conseil Européen des Professions Immobiliers) www.cib.be (Confederatie van Immobiliënberoepen van België) www.cybelweb.be (vastgoedmakelaars) www.fiabci.com www.kcle-crge.org/kcle/ (landmeter) www.vrijeberoepen.net/vastgoed.html

24

Related Documents


More Documents from "Greg Jacobs"