Toespraak tot de Hoofden van Lebak: structuur (bundel) • Inleiding of exordium: 1 t/m 10 •
•
- begroeting van de aanwezigen, dalende lijn - captatio benevolentiae
• Midden: 11 t/m 131 A uiteenzetting of narratio: 11 t/m 34 - vreugde om het goede: 11 t/m 16 herhaling - vreugde om de armoede: 17 t/m 26 paradox chiasme - vreugde om de arbeid die kan verricht worden: 27 t/m 34 aanpassing aan het publiek: Allah
B stelling of propositio: er is veel te arbeiden in uw landstreek 35 C opsomming of partitio: 36 t/m 81 ( = voorzichtige kritiek) - wantoestanden: 36 t/m 53 retorische vragen, personificatie - mogelijkheden: 54 t/m 63 tegenstelling - onmacht tegenover natuurrampen: 64 t/m 70 anafoor, opsomming - oorzaak en gevolgen van de armoede: 71 t/m 81 anafoor, personificatie PAUZE
D bewijsvoering of argumentatio: 83 t/m 131 ( = richt zich tot het geweten van zijn publiek) - alle bestuurders moeten rechtvaardig zijn: 83 t/m 96 - wat als de bestuurders niet rechtvaardig zijn? 97 t/m 101 - hoe zal men oordelen over een goede en rechtvaardige bestuurder oordelen? 102 t/m 113 - hoe zal men oordelen over een onrechtvaardig bestuurder? 114 t/m 124 - hoe zal men oordelen over ons? 125 t/m 131 KORTE PAUZE (om de woorden te laten doordringen)
• Besluit of peroratio: 133 t/m 145 - deelt zijn houding mee: 133 t/m 137 praeteritio, dwingt zo een belofte af - samenvatting + positief toekomstbeeld: 138 t/m 143 - zakelijke administratieve mededeling: 144 - slotgroet: 145