Ministerie Van Verkeer En Waterstaat Nota 2009

  • Uploaded by: Ghost
  • 0
  • 0
  • May 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Ministerie Van Verkeer En Waterstaat Nota 2009 as PDF for free.

More details

  • Words: 5,161
  • Pages: 12
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

e

1 NOTA VAN INLICHTINGEN Utrecht, 27 februari 2009 e

1 Nota van Inlichtingen behorend bij de Prijsvraag met nummer BDX-9140, betreffende: “Minder verkeershinder bij renovatie van stalen bruggen” ten behoeve van Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur. A. In het wedstrijdreglement zijn de volgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht: 1. Op blz. 4 onder 2.2 is de tekst: “- Bijgeleverde CD-ROM” vervallen. 2. Op blz. 6 onder 4.1 is toegevoegd: “Als de combinatie (of één of meer van de combinanten) aan wie het contract BDX-9135 voor het project Renovatie Bruggen wordt gegund tot de tien finalisten behoort, moet deze partij zich direct na gunning terugtrekken als deelnemer aan de prijsvraag.” 3. Op blz. 10 onder 8.2 is toegevoegd: “Rijkswaterstaat heeft het recht uw inzending openbaar te maken en te verveelvoudigen.” B. De deelnemers hebben de volgende vragen gesteld: 1. Is het toegestaan om meerdere inzendingen mee te laten dingen? (bijvoorbeeld een technische oplossing en een verkeerskundige oplossing) Antwoord: Ja. U mag meerdere oplossingen inzenden. In dat geval moet u als inzender, met verwijzing naar het reglement onder paragraaf 4.3, naast “deel B” per idee een apart “deel A” toevoegen. 2. Mogen we als bedrijf met meerdere partijen in verschillende ideeën participeren? Antwoord: Ja. 3. Maken ideeën die gericht zijn op daadwerkelijke renovatie duidelijk meer kans dan ideeën die daar indirecter mee samenhangen, maar die wel tot beleid kunnen leiden dat veiligheid garandeert, en tegelijkertijd overlast minimaliseert? Antwoord: Het doel van de prijsvraag is het beperken van verkeershinder. Alle ideeën - hetzij technisch en logistiek van aard, hetzij gericht op de uitvoeringsmethode - zullen op dezelfde wijze worden beoordeeld en maken dezelfde kans. De beoordelingscriteria vindt u in paragraaf 2.3 uit het reglement. 4. Zijn de Wiki vragen/info vertrouwelijk? Antwoord: Nee, de WIKI is openbaar, maar kan anoniem worden geraadpleegd. 5. Er wordt gevraagd te verbeteren ten opzichte van de huidige werkwijze. Waar kunnen we informatie hieromtrent vinden? CD ROM? Antwoord: Alle informatie kunt u vinden op www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag. Een CD ROM wordt niet geleverd. Zie ook A.1 van deze Nota van Inlichtingen.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 1 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

6. Jurylid Brinkman is voorzitter Bouwend Nederland, een branche vereniging waar de bouwondernemingen bij zijn aangesloten. Is dit gezien het gestelde in paragraaf 4.1 een belemmering? Antwoord: Ondernemers die zijn aangesloten bij Bouwend Nederland mogen deelnemen aan de prijsvraag. Werknemers van Bouwend Nederland zijn uitgesloten van deelname. 7. Aan welke criteria moet ik voldoen om de maximale ontwerpvergoeding te kunnen ontvangen? Antwoord: Als u bent geselecteerd voor fase 2, wordt u bij aanvang van deze fase geïnformeerd over de betalingsvoorwaarden voor de ontwerpvergoeding. 8. Kosten worden in de tweede fase vergoed. Welke kosten worden vergoed en welke voorwaarden worden daar aan gesteld? Antwoord: Eventuele kosten die u in fase 2 maakt om het idee uit te werken, worden vergoed tot een maximum van 100.000 euro. De betalingsvoorwaarden worden voorafgaand aan deze fase opgesteld. 9. Welke kosten zitten in de ontwerpvergoeding van de 2de fase? (e.g. Interne kosten als uren, fte…)? En wordt een plan voor de uitgave in fase vooraf goedgekeurd, om te voorkomen dat uitgaven worden gemaakt die niet worden vergoed? Antwoord: Zie antwoord vraag B.8. 10. In hoeverre worden ontwerpkosten boven de 100.000 euro vergoed? Antwoord: Kosten boven 100.000 euro worden niet vergoed. 11. De kop van paragraaf 8.1 spreekt over geheimhouding. De tekst in deze paragraaf spreekt van vertrouwelijkheid. Welke van de twee wordt bedoeld en welke betekenis wordt daaraan gehangen? Antwoord: Alle inzendingen worden anoniem aan het deskundigenpanel en de jury voorgelegd. Zij zullen vertrouwelijk met deze informatie omgaan wat betekent dat zij op geen enkele wijze hierover naar buiten zullen treden. Het ingezonden idee blijft om die reden geheim tot de prijsuitreiking. 12. Is het noodzakelijk om over KvK te beschikken? Hoe oud moet het kvk uitreksel zijn bij de eerste inzending? Antwoord: Ja, inschrijving bij de Kamer van Koophandel is noodzakelijk. Het staat u vrij om samenwerkingsverbanden met andere partijen aan te gaan. Voor fase 1 hoeft u alleen het KvKnummer te vermelden in deel B. In fase 2 wordt ook het uittreksel KvK bijgevoegd. Dit uittreksel mag niet ouder zijn dan drie maanden. 13. Zijn medewerkers van Universiteiten uitgesloten omdat leden van de jury van universiteiten zijn? Antwoord: Nee, met uitzondering van medewerkers en afstudeerders van de universitaire vakgroep waar de leden van de jury uit afkomstig zijn. Deze zijn wèl uitgesloten van deelname. 14. Mag je zowel aan deze prijsvraag als aan de tender voor de HSB meedoen? Antwoord: Ja. Met één kanttekening: als de combinatie (of één of meer van de combinanten) aan wie het Contract BDX-9135 voor het project Renovatie Bruggen wordt gegund tot de tien finalisten behoort, dient deze partij zich direct na gunning terug te trekken als deelnemer aan de prijsvraag. Zie ook wijziging A.2 van deze Nota van Inlichtingen.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 2 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

15. Hoe worden de ideeën beoordeeld? Hoe is de weging tussen de verschillende afwegingscriteria? En is er een verschil in fase 1 of fase 2? Hoe worden de punten aan de criteria toegekend? Antwoord: U kunt uw idee in fase 1 met maximaal 2500 woorden toelichten. Dit bepaalt paragraaf 4.3 van het reglement. Rijkswaterstaat realiseert zich dat het niet realistisch is om in uw toelichting ook een uitgebreide (maatschappelijke) kosten-batenanalyse te maken. Om dit te ondervangen heeft Rijkswaterstaat een onafhankelijke jury uitgenodigd om op basis van hun expertoordeel de tien beste ideeën te selecteren. Deze onafhankelijke jury beoordeelt - in volgorde van belangrijkheid - de onderdelen Life Cycle Verkeershinder, Life Cycle Kosten, generieke toepasbaarheid, imago Rijkswaterstaat en licentiekosten. 16. Krijgen de marktpartijen inzicht in de inschrijvers in verband met expertise bundeling etc.? Indien iemand een slim idee heeft maar dit niet zelf kan uitwerken, treedt RWS hierbij op als matchmaker met bedrijven of anderen? Antwoord: Tijdens de inlichtingenbijeenkomsten op 11 en 12 februari jl. heeft Rijkswaterstaat de mogelijkheid geboden voor matching. In verband met privacy-regelgeving kan Rijkswaterstaat niet de namen van de bezoekers van de bijeenkomsten vrijgeven. Marktpartijen kunnen uiteraard wel gebruik maken van de WIKI om elkaar te vinden en zo hun expertisen te bundelen. 17. Hoe zit het met inhuurkrachten die bij RWS zitten? Mogen die meedoen? Antwoord: Inhuurkrachten kunnen alleen buiten mededinging deelnemen aan de prijsvraag. Net als de overige medewerkers van Rijkswaterstaat. 18. Gaat RWS voor 3 deeloplossing, of 1 totaal pakket? En hoe kun je de synergie tussen verschillende ideeën indienen? Antwoord: Rijkswaterstaat selecteert het beste idee, onafhankelijk van de oplossingsrichting(en). 19. Mag de inzending meer dan 1 A4 zijn wanneer er afbeeldingen worden toegevoegd? Antwoord: Ja. Afbeeldingen en schetsontwerpen staan los van de samenvatting van 1 A4. Zie ook het reglement onder paragraaf 4.3 fase 1. 20. Is RWS bereid om een geheimhoudingsverklaring af te geven op de ingezonden voorstellen? Antwoord: Alle ingezonden ideeën worden anoniem en vertrouwelijk behandeld. Op de dag van prijsuitreiking, 13 oktober 2009, worden de inzendingen bekend gemaakt. Rijkswaterstaat geeft in principe geen geheimhoudingsverklaring af. 21. In welke mate is er na de 2de fase nog mogelijkheid om onderzoek te doen? (vanwege tijd) Hoe uitgewerkt moet het idee zijn voor indiening in de 1ste en 2de fase? Antwoord: Het antwoord op deze vragen vindt u in het reglement, onder paragraaf 4.3 fase 1 en 2. De planning staat beschreven in paragraaf 7.2. 22. Als er in eerder contact met RWS al een idee ingediend is dat nog niet uitgevoerd is maar wel bij RWS bekend, mag die bedenker dat idee nu inbrengen als inzender? Antwoord: Ja, u mag ieder idee indienen dat voldoet aan de voorwaarden en eisen van de prijsvraag. 23. Over welke periode dient de inzending anoniem te blijven? Tot welke fase of welk moment? Blijven de inzenders die niet doorgaan anoniem? Antwoord: Gedurende de looptijd van de prijsvraag blijven de indieners anoniem. De namen van inzenders die niet worden geselecteerd voor fase 2 zullen niet bekend worden gemaakt. 1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 3 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

24. De bedrijven die afvallen, mogen die hun idee gedurende de procedure zelf openbaar maken? Antwoord: Als u deelneemt aan de prijsvraag, mag u tijdens de looptijd hiervan niet de openbaarheid zoeken. Dit geldt ook voor inzenders die niet worden geselecteerd voor fase 2. 25. Stel ik hoor niet bij de top 10, mijn idee wordt wel uitgevoerd, krijg ik ook de beloning (half miljoen euro)? Antwoord: Nee. Het idee is in fase 1 alleen globaal beschreven en komt daarom niet in aanmerking voor de beloning. De indiener wiens idee wordt uitgevoerd krijgt royalties als deze voor het idee octrooi heeft aangevraagd. 26. Als er een goede alternatieve oplossing voor HSB uit de prijsvraag komt, gaat deze dan het HSB vervangen bij de bruggen die door een ingenieursbureau in de rol van managing contractor worden begeleid? Antwoord: Een onafhankelijke jury beoordeelt de inzendingen en kiest de tien uit te werken ideeën en de uiteindelijke winnaar. Bij ieder idee - en dus ook bij een alternatief voor Hogesterkte Beton - zullen Rijkswaterstaat en haar opdrachtnemers eigenstandig de toepasbaarheid van het idee in de specifieke situatie van de te renoveren brug beoordelen. Op basis hiervan wordt bekeken of het idee toegepast gaat worden. 27. Wat is de uitvoeringstijd van het toepassen van HSB? Zijn hier vuistregels voor? Waar is de tijdsduur van het toepassen van de 'HSB methode' vooral van afhankelijk; strekkende meter, of oppervlakte van de brug. Is er een gedetailleerd rapport van de uitvoeringsstappen (en hun doorlooptijd) van de reeds voltooide toepassingen van de HSB methode? Antwoord: De referentiemethodiek HSB bestaat bij grote bruggen uit een veldsgewijze aanpak. De afmetingen van een veld worden bepaald door fysieke en logistieke factoren, zoals verkeershinder. Dit kan resulteren in werkvakken in de orde van bijvoorbeeld 80x8 m. Een doorlooptijd per stap is afhankelijk van specifieke omstandigheden en daarom moeilijk aan te geven. Ter illustratie: bij de 2 Hagesteinsebrug is één rijrichting (4200 m ) in ongeveer vier weken aangepakt. De belangrijkste werkzaamheden bij de nieuw ontwikkelde HSB-techniek zijn: • verkeersmaatregelen • mobilisatie tent en materieel • verwijderen asfalt • scheurdetectie en –reparatie • aanbrengen hechtingslaag • aanbrengen wapening • aanbrengen en afwerken beton • aanpassen voegovergangen • aanbrengen slijtlaag • demobilisatie Voor meer informatie verwijzen we u naar HSB-BETONOVERLAGINGEN OP STALEN BRUGGEN, Rapport 6742-1-1. Zie ook www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag. 28. Is er een vuistregel voor de maximale toelaatbare trillingen bij de toepassing van HSB? Bij welke aslasten treden deze op? In hoeverre moet er bij het HSB trillingsvrij gewerkt worden, zoals in de film wordt verwoord? Antwoord: Het is uiteraard zaak om trillingen zoveel mogelijk te beperken. Het is evenwel niet zo dat Hogesterkte Beton in trillingsvrije omstandigheden moet worden aangebracht. Bij de Hagesteinsebrug was dit wel het geval, maar bij de Moerdijkbrug reed zwaar verkeer langs het werkvak. 1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 4 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

29. Maken ideeën die op korte termijn (<5 jaar) ingezet kunnen worden voor de daadwerkelijke renovatie van bruggen een duidelijk grotere kans? Antwoord: Als u een idee uitwerkt dat snel als maatregel ingezet kan worden, kan dit in uw voordeel zijn bij het oordeel van de jury op de punten Life Cycle Verkeershinder en Life Cycle Kosten. 30. Wat is precies het probleem? Wordt er een alternatief voor Hogesterkte Beton gezocht of wordt er gezocht naar een methode voor het verminderen van de verkeersoverlast, of beide? Antwoord: Het doel van de prijsvraag is ‘het verkrijgen van ideeën die als alternatief kunnen dienen voor de huidige werkwijze, met als doel het verminderen van hinder voor de weggebruiker’. Zie ook reglement paragraaf 2.1. 31. Kan alle informatie dit bij RWS beschikbaar is over dit probleem aan de inschrijvers beschikbaar gesteld worden? Hiermee bedoel ik onderzoeksrapporten, bevindingen, etc. Antwoord: Alle informatie die Rijkswaterstaat beschikbaar stelt, kunt u vinden via www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag. Ook staan hier links naar andere openbare bronnen. 32. In geval van een technisch alternatief voor de huidige overlaging met Hogesterkte Beton: Hoe ziet Rijkswaterstaat de bewijsvoering voor zich? Theoretische onderbouwing in de onderzoeksfase of ook praktische onderbouwing met ware grootte proeven en/of een praktijksimulatie? Antwoord: In deze fase is het vereiste uitwerkingsniveau nog niet scherp gedefinieerd. In algemene zin kan een gedegen onderbouwing de presentatie van uw oplossing ten goede komen. In fase 2 zal Rijkswaterstaat de finalisten duidelijk aangeven welk resultaat en welke uitwerking van hen verwacht wordt. 33. Wat zijn de technische eisen c.q. randvoorwaarden die worden gesteld aan de oplossing? Antwoord: Er zijn op dit moment geen aanvullende eisen of randvoorwaarden. De criteria in het wedstrijdreglement zijn leidend. 34. Hoe wordt de generieke toepasbaarheid getoetst op het totale bruggenbestand van RWS t.o.v. de 14 voor de komende 5 jaar? Hoe worden de ideeën beoordeeld? Antwoord: Zie antwoord op vraag B.15. 35. Wat is de duurzaamheid van HSB? Hoe lang gaat het mee, geprognotiseerd en gegarandeerd? Antwoord: Een gerenoveerde stalen brug met een toplaag van Hogesterkte Beton heeft een levensduur van 70 jaar volgens het metaalmoeheidmodel 4 van ‘Eurocode 1991-Part 2’. Dit blijkt uit laboratoriumtesten. Bij ‘hele hoge belasting’ heeft een dergelijke brug een levensduur van 52 jaar. Bij dit laatste is uitgegaan van de belasting van de Moerdijkbrug. 36. Wat is de grootste brug die moet worden opgeknapt? Antwoord: De brug Galecopper is een van de grotere bruggen met vermoeiingsproblemen. 37. Hoe smal mag een rijstrook zijn (richtlijnen met getallen)? Antwoord: Hiervoor is de CROW richtlijn 96a leidend. Als u deze richtlijn wilt inzien, kunt u mailen voor een afspraak: [email protected]. N.B.: hoe smaller de rijstrook, des te meer hinder.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 5 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

38. Wat is de gewenste restlevensduur van de bruggen? Antwoord: De restlevensduur verschilt sterk per brug. Ter indicatie kunt u uitgaan van een restlevensduur van 30 jaar. 39. Hoe ziet de referentie HSB er precies uit; welke stappen zitten daarin en wat zijn de doorlooptijden per stap? Antwoord: Zie antwoord op vraag B.27. 40. Wat zijn de eisen aan de oplossing: spanningsreductie e.d. Antwoord: Er worden op dit moment geen harde eisen gesteld, ook niet voor bijvoorbeeld noodzakelijke spanningsreductie. Rijkswaterstaat wil de ruimte voor creatieve ideeën zo groot mogelijk houden. Uit eerdere brugstudies blijkt dat voor 30 jaar levensduurverlenging een spanningsreductie van tenminste factor 3 tot 5 van de direct bereden onderdelen door verkeer nodig is. 41. Wat is het vereiste uitwerkingsniveau na fase 2 Antwoord: Zie antwoord op vraag B.32. 42. Is een brug helemaal vlak? Antwoord: Nee, het brugdek van een stalen brug is globaal en lokaal gezien niet vlak. Om toch een comfortabel oppervlak voor de weggebruiker te hebben, zijn maatregelen noodzakelijk. 43. Bij hoeveel bruggen speelt deze problematiek en zijn dat zowel vaste als beweegbare bruggen? Antwoord: Het vermoeiingsprobleem speelt bij zowel vaste als beweegbare bruggen. De prijsvraag spitst zich toe op vaste stalen bruggen, omdat hier de verkeershinder bij renovatie het grootst is. De komende tien jaar moeten acht vaste stalen bruggen worden versterkt. 44. Wat zijn de kosten bij een renovatie met HSB? Antwoord: Renovatie met HSB is tot nu toe alleen toegepast bij de Hagesteinsebrug en de Moerdijkbrug. De 2 kosten bedroegen hier ongeveer 1000 euro per m . Het gaat hierbij om alle werkzaamheden zoals vermeld in het antwoord op vraag B.26. Bij de twee bruggen is HSB voor het eerst toegepast, met alle leereffecten van dien. In het vervolg zullen de kosten naar verwachting sterk dalen. 45. Zijn er grenzen aan het toelaatbare gewicht van de oplossing? Antwoord: Ja. Het toevoegen van extra gewicht zorgt voor een grotere belasting op de hoofddraagconstructie. Dit gaat in principe ten koste van toelaatbare verkeersbelasting. Met name bij grotere bruggen is de statische capaciteit van de hoofddraagconstructie sterk maatgevend en is de marge voor extra gewicht minimaal. 46. Is het een optie om alleen de rechterrijstrook aan te pakken? Antwoord: Het grootste vermoeiingsprobleem bevindt zich in de rijsporen van de rechter rijstroken. Bij de Moerdijkbrug is echter ook in de naastgelegen rijstrook vermoeiingsschade geconstateerd. HSB levert een bijdrage aan het statisch draagvermogen van de constructie. Rijkswaterstaat kiest er -bij de huidige werkwijze- mede met het oog op de toekomst voor om HSB over de gehele breedte van een brug aan te brengen.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 6 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

47. Waarom is repareren van de scheuren alleen geen oplossingsrichting en is het bij het aanbrengen van een overlaging echt nodig om de scheuren te repareren? Antwoord: Als alleen de scheuren worden gerepareerd, zal op korte termijn opnieuw scheurvorming optreden. Daarom is er tot nu toe voor gekozen de spanningen in de staalconstructie aanzienlijk te verlagen. 48. Welk aandeel heeft scheurreparatie bij de huidige referentiemethode (doorlooptijd / kosten) en waar zitten deze scheuren in het dek. Antwoord: De scheuren zijn geconcentreerd rond de wielsporen. Aangezien detectie en reparatie van scheuren per project verschilt en deels synchroon loopt met andere werkzaamheden is geen zuivere afsplitsing van doorlooptijd en kosten mogelijk. Voor meer informatie verwijzen we u naar HSB-BETONOVERLAGINGEN OP STALEN BRUGGEN, Rapport 6742-1-1. Zie ook www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag. 49. Zijn bij de referentiemethode HSB alle vermoeiingsproblemen verholpen met de aangebrachte laag HSB? Ook de onderconstructie? Voor de volledige 30 jaar? Antwoord: Het HSB is primair bedoeld voor scheuren in dekplaat en langslassen. Vanwege de betere spreiding heeft het ook positieve invloed op scheurvorming in passtukken en trog-dwarsdrager verbindingen. De ervaring tot nu toe is dat het vermoeiingsprobleem in het stalen rijdek is opgelost. De werkelijke spanningsreductie blijkt goed overeen te komen met de ontwerpwaarden. 50. Hoe werkt HSB (volledig composiet?) Antwoord: HSB werkt volledig samen met de onderliggende stalen dekplaat (volledige composietwerking). De lastinleiding wordt meer gespreid ingeleid en het HSB fungeert tevens als dekplaatversterking. Hiermee levert het HSB ook een bijdrage aan de sterkte en stijfheid van orthotrope brugdekliggers. Voor meer informatie verwijzen we u naar HSB-BETONOVERLAGINGEN OP STALEN BRUGGEN, Rapport 6742-1-1. Zie ook www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag. 51. Is van alle bruggen de restlevensduur bekend wat bepaald is met de modellen die RWS nu heeft? Antwoord: Ter indicatie kunt u uitgaan van een restlevensduur van 30 jaar. Zie ook vraag B.38. 52. Hoe lang van te voren kan je voorzien dat de werkzaamheden gestart moeten worden? Wat is de doorlooptijd voor dat je “te laat” bent voor de renovatie Antwoord: Om acute onveilige situaties te voorkomen worden de bruggen momenteel nauwlettend gemonitord. Hierdoor is het mogelijk om de werkzaamheden degelijk en ruim van tevoren (maanden) voor te bereiden. 53. Wat zijn de maatgevende afmetingen van elk van de overspannen vaarwegen? - de maatgevende schepen - de minimale doorvoerhoogte - minimale breedte van het kanaal die daarbij hoort? Antwoord: Deze verschillen per vaarweg. Gegevens voor de scheepvaart zijn te vinden op http://www.rws.nl/dvs/themas/scheepvaart/binnenvaart/publicaties/index.jsp. 54. Wat is het gemiddelde en de maximale stroming van de te overspannen waterwegen in elk van de kwartalen van het jaar? Antwoord: Binnen deze prijsvraag zijn deze gegevens niet beschikbaar.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 7 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

55. Hoe wordt verkeershinder beoordeeld, cijfermatig of gevoelsmatig? Antwoord: Zie antwoord op vraag B.15. 56. Zijn er gegevens bekend over de verkeersstromen, aantallen en soorten? (met name gewicht) Antwoord: De verkeersintensiteiten per brug verschillen per situatie: • Voor sterkteberekeningen is de NEN 6706 (www.nni.nl) leidend. Als u de NEN 6706 bij Rijkswaterstaat wilt inzien, kunt u mailen voor een afspraak: [email protected]. • Voor de verkeersintensiteiten wordt onderscheid gemaakt tussen vaarweg en weg voor de scheepvaart. Zie: http://www.rws.nl/dvs/themas/scheepvaart/binnenvaart/publicaties/index.jsp in het artikel Nederland en de scheepvaart op de binnenvaartwegen; en: http://www.rws.nl/dvs/publicaties/2007/index.jsp in het artikel Kerncijfers scheepvaart 2007 voor de verkeersintensiteiten van de verschillende vaarwegen. • Voor de weg wordt verwezen naar http://www.rws.nl/dvs/themas/verkeersgegevens/files/publicaties/index.jsp. 57. Is het mogelijk om onderscheid te maken in verkeerssoorten (vrachtverkeer vs. auto)? Antwoord: Zie rapport over verkeersintensiteiten in het antwoord op vraag B.56. 58. Is er voor afsluiting of gedeeltelijke afsluitingen van bruggen een bedrag per tijd voor deze afsluiting? Bijvoorbeeld een baan afsluiten kost 10.000 euro per uur of brug afsluiten kost x bedrag per dag Antwoord: Nee, er bestaan geen standaard bedragen voor afsluiting van bruggen en of rijstroken. De kosten van afsluiting hangen altijd samen met de hinder die dit in deze specifieke situatie oplevert. Op de website van het Steunpunt Economische Evaluatie (SEE) van de Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat vindt u kengetallen over de waarde en betrouwbaarheid van de reistijd, alsmede de bezettingsgraad. Hierdoor kan bepaald worden wat de waarde is van een voertuigverliesuur. Zie ook http://www.rws.nl/dvs/themas/leefbaarheid/economie/see/Kengetallen/Kengetallen.jsp. 59. Wat was de hinder bij de renovatie van de Moerdijkbrug en wat heeft het gekost? Antwoord: In de laatste fase van de werkzaamheden (rijrichting Rotterdam-Breda) was er negen maanden lang sprake van verlegde en versmalde rijstroken. Het aantal rijstroken tijdens uitvoering was hetzelfde als bij normaal gebruik. Bij het vaststellen van verkeershinder moet onderscheid gemaakt worden tussen de maatschappelijke kosten en de renovatiekosten (projectkosten). Voor projectkosten, zie antwoord op vraag B.44. 60. Wat zijn de tot nu toe gebruikte verkeerssystemen bij de renovatie van stalen bruggen? Antwoord: Bij de Hagesteinse brug - die feitelijk uit twee naast elkaar gelegen bruggen bestaat - is een van de bruggen gedurende ruim twee weken verkeersvrij gemaakt. Het verkeer is gedeeltelijk omgeleid over andere routes. Op de brug die nog in gebruik was bij het verkeer, zijn in zuidelijke richting twee rijstroken voor het verkeer en in noordelijke richting één rijstrook beschikbaar gesteld. Op de Moerdijkbrug kon de brug niet verkeersvrij gemaakt worden. Vanwege de benodigde werkruimte is hier gekozen voor smallere rijstroken voor het verkeer.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 8 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

61. Zijn er gegevens beschikbaar van de verkeers- en mobiliteitsmaatregelen voor de Hollandse brug? Antwoord: Om het verkeer zo goed mogelijk te laten doorstromen tijdens de werkzaamheden op de Hollandse Brug heeft Rijkswaterstaat in de periode van medio september 2007 tot oktober 2008 een breed scala aan mobiliteitsmaatregelen ingezet. Naast een wisselstrook in de filerichting konden weggebruikers gebruik maken van een pont en bussen die over de vluchtstrook reden. Ook waren er filealternatieven zoals kosteloos OV, Vanpoolen en Filemijden A6. - Pont Langzaam verkeer en vrachtwagens met een lengte tot 12 m konden gebruik maken van een pont die volgens een vaste dienstregeling voer. Tijdens de spitsuren voer er zelfs een spitspont, zodat de vertraging beperkt bleef. Dagelijks maakten ongeveer 130 vrachtwagens per richting gebruik van de pont, 230 fietsers/bromfietsers in iedere richting en 5 landbouwvoertuigen per richting. Fietsers en bromfietsers konden tijdens de nachtelijke uren gebruik maken van een taxi om de brug te passeren. - A6 Bereikbaar pas 760 weggebruikers hebben gebruik gemaakt van de A6 Bereikbaar pas. Pasgebruikers verplichtten zichzelf om hun auto op doordeweekse dagen tijdens de spits niet te gebruiken op de A6 Hollandse Brug. In ruil hiervoor konden forenzen kosteloos reizen met het OV, zoals de streekbussen vanuit Flevoland richting Amsterdam en ’t Gooi en bus, tram en metro van Connexxion en GVB binnen de provincies Flevoland en Noord-Holland. Daarnaast konden pasgebruikers kiezen voor rechtstreekse snelwegbussen naar belangrijke werkbestemmingen. Ook was er de mogelijkheid van de Vanpool, een MPV waarmee pasgebruikers gezamenlijk dagelijks naar hun werk en weer naar huis konden reizen. Zowel (snelweg)bussen als de Vanpool konden bij file gebruik maken van de vluchtstrook op de A6 en A1. Bij Almere buiten was een P+R terrein aangelegd. Weggebruikers konden hier hun auto parkeren en op de snelwegbus overstappen. - FileMijdenA6 Bij dit alternatief kende Rijkswaterstaat een financiële beloning toe aan automobilisten die de brug tijdens de ochtendspits meden. Automobilisten kregen hiervoor een vergoeding van 4 euro voor het mijden van de brug tijdens de spits tot 6 euro voor wie de brug de gehele dag meed. In totaal 2700 weggebruikers hebben deelgenomen aan ‘FilemijdenA6’. 62. Hoe zit het met toegestane of geaccepteerde verkeershinder voor de scheepvaart? Antwoord: De prijsvraag daagt u uit om oplossingen aan te reiken die minimale verkeershinder opleveren, ook voor scheepvaart. Afhankelijk van de vaarweg zijn er wel of geen mogelijkheden om de vaarweg (gedeeltelijk) te stremmen. In het algemeen is het beperkt mogelijk een drukke vaarweg te stremmen. 63. Moet het idee de verwachte verkeershinder onderbouwen en in welke eenheden moet dat worden aangegeven? Antwoord: Uw idee moet in ieder geval een inschatting geven van de te verwachten verkeershinder. Bij het weergeven van verkeershinder zijn deze eenheden gebruikelijk: • Voertuigverliesuren: de vertraging in uren die alle voertuigen gezamenlijk oplopen; 60 voertuigen met ieder een vertraging van 1 minuut leveren in totaal 1 voertuigverliesuur op; • Filezwaarte: deze wordt uitgedrukt in kilometerminuten; 1 kilometer file gedurende een uur levert 60 kilometerminuten op. De beoordeling van de hinder zal gebaseerd worden op het expertoordeel van de jury. Overigens wordt de beleving van de hinder niet alleen door de feitelijke cijfers bepaald. In de praktijk blijkt dat een goed geïnformeerd (vaar)weggebruiker de hinder die ontstaat als minder hinderlijk ervaart dan de minder goed geïnformeerde (vaar)weggebruiker. De beleving van de hinder is dus niet alleen afhankelijk van de cijfers, maar hangt ook sterk samen met de informatie die de (vaar)weggebruiker heeft.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 9 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

64. Zijn er nulmetingen van de verkeersintensiteit en filezwaarte op de bruggen zowel voor verkeer op de brug als de scheepvaart. Antwoord: Zie het antwoord op vraag B.56. 65. Hoe zit de hinderklasse indeling van RWS in elkaar. Is er een vuistregel voor het inschatten van de verkeershinder die veroorzaakt gaat worden? Antwoord: De indeling naar hinderklasse is beschreven in het document “Werken met hinderbeleving”. U vindt dit op www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag. Er is geen vuistregel voor toekomstige verkeershinder bij renovatie van bruggen. 66. Is er een belevingsonderzoek gedaan op de Moerdijkbrug en is deze beschikbaar? Antwoord: Er is geen belevingsonderzoek beschikbaar over de renovatie van de Moerdijkbrug. Op www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag heeft Rijkswaterstaat wel enkele belevingsonderzoeken bij andere projecten geplaatst. 67. Als door werkzaamheden aan de brug een file stroomafwaarts van de brug vermindert, wordt dat dan verrekend met de hinder die door het werk wordt veroorzaakt? Antwoord: Ja. 68. Moet bij de oplossing ook rekening worden gehouden met hinder op het water? Antwoord: Ja, hinder op het water geldt ook als verkeershinder. 69. RWS schrijft de prijsvraag uit. In hoeverre zijn andere vervoersorganisaties aangesloten. Zijn er vaststaande protocollen met afspraken bij werkzaamheden? Antwoord: Rijkswaterstaat heeft met transportorganisaties afgesproken dat zij meedenken over vermindering van verkeershinder. Ook zijn er goede contacten met collega-wegbeheerders om de werken op elkaar af te stemmen. 70. Wat zijn de richtlijnen voor de breedte van de verschillende vaarwegen onder de bruggen. Antwoord: Op de website van Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart vindt u informatie over scheepvaart. Zie: http://www.rws.nl/dvs/themas/scheepvaart/binnenvaart/publicaties/index.jsp en http://www.rws.nl/dvs/publicaties/2007/index.jsp (artikel Kerncijfers scheepvaart 2007). 71. Hoe wordt de hinder op de vaarweg gewaardeerd ten opzichte van de hinder op de weg? Antwoord: Zie hiervoor de waarde van de reistijd van de verschillende modaliteiten zoals beschreven in vraag 58. http://www.rws.nl/dvs/themas/leefbaarheid/economie/see/Kengetallen/Kengetallen.jsp 72. Welke referentie wordt gebruikt om de reductie op de verkeershinder te meten? Antwoord: Uitgangspunt is de hinder die optreedt in de situatie zoals deze nu is (zonder wegwerkzaamheden). Het idee dat het minste extra hinder veroorzaakt gedurende de life cycle (30 jaar) van de brug scoort het beste op het aspect verkeershinder. 73. In hoeverre verstrekt RWS gegevens over hinderbeleving bij werkzaamheden? Antwoord: Er zijn een aantal belevingsonderzoeken beschikbaar. U vindt deze op www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 10 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

76. Wat wordt bedoeld met integraal toepassen van het idee? Want in praktijk zal het idee nooit exact zo worden uitgevoerd als voorgesteld? Antwoord: Integraal toepassen betekent dat het winnende aspect van het idee, zoals benoemd in het juryrapport, integraal wordt toegepast bij de toekomstige renovatie van een stalen brug. 77. Wordt bekend gemaakt wie in het expert panel zitten? Antwoord: Nee, afhankelijk van de ingezonden ideeën zal gekeken worden welke expertise nodig is. 78. Hoe wordt er omgegaan met vergelijkbare/ dezelfde oplossingen, (1 prijs of 3 x prijs)? Antwoord: De jury kijkt bij ingezonden ideeën ook naar de onderbouwing. Een vergelijkbaar idee met een betere uitwerking en onderbouwing zal in dat geval de voorkeur krijgen. 79. Is er een lijst van octrooihouders bij de renovatie van stalen bruggen, en wordt deze ter beschikking gesteld? Antwoord: Nee, deze lijst is er niet. 80. Zijn de licentiekosten onderdeel van de life-cycle kosten? Antwoord: De licentiekosten zijn onderdeel van de life-cycle kosten. Met het benadrukken van de licentiekosten als beoordelingscriterium willen we recht doen aan de nieuwe werkwijze voor octrooien en gebruikersvergoeding. 81. De ideeën die in fase 1 of fase 2 binnen komen, worden die ideeën gecontroleerd of ze octrooivrij zijn? De indiener dient in fase 2 de hoogte van de royalties, inclusief de royalties aan derden, op te geven. Bij twijfel zal Rijkswaterstaat de ideeën in fase 2 controleren op royalties. 82. In de bijgeleverde documentatie werden maar 10 kunstwerken nader toegelicht? Is er ook documentatie van de overige kunstwerken? Antwoord: Alle beschikbare informatie vindt u op de website www.wegennaardetoekomst.nl/prijsvraag. 83. Hoe gedetailleerd moeten de concepten uitgewerkt worden, bijv. in life-cycle berekeningen? Antwoord: Zie paragraaf 4.3. Hier vindt u uitleg over de eisen die Rijkswaterstaat stelt bij deze prijsvraag en de beoogde inhoud van het idee. 84. In hoeverre geldt deze prijsvraag ook voor bij de overheid in beheer zijnde bruggen, bijvoorbeeld de provincie en de gemeente? Antwoord: Een onafhankelijke jury beoordeelt de inzendingen en kiest de tien uit te werken ideeën en de uiteindelijke winnaar. De inzendingen zullen na afloop voor iedereen beschikbaar zijn. Bij ieder idee zullen Rijkswaterstaat en haar opdrachtnemers eigenstandig de toepasbaarheid van het idee in de specifieke situatie van de te renoveren brug evalueren. Op basis hiervan wordt bekeken of het idee toegepast gaat worden. Ook andere overheden kunnen dit doen. 85. Licentiekosten; of en hoe moeten die worden meegenomen in de eerste fase? Antwoord: De beoordeling van de licentiekosten zal in fase 2 plaatsvinden.

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 11 van 12

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur

86. Wat hebben de renovatie van Hagesteinse en Moerdijkse bruggen gekost ivm inschatting licentie kosten? Antwoord: Zie het antwoord op vraag B.44. 87. Zijn octrooien te achterhalen in de eerste anderhalf jaar voordat ze daadwerkelijk zijn geoctrooieerd? Antwoord: Nee. In de periode van aanvraag tot de eerste publicatie anderhalf jaar later is het idee geheim. Na deze periode kunt u in het octrooiregister alle correspondentie, het verloop en eventuele toekenning van de octrooiaanvraag terugvinden. 88. Ik heb een idee dat op alle wegen en bij files en ongelukken toegepast kan worden. Kan dat meedingen aan de prijsvraag? Antwoord: Ja, dat kan. Uw idee zal net als de andere inzendingen worden getoetst op de beoordelingscriteria in het reglement. De ondergetekende verklaart dat geen andere inlichtingen zijn verstrekt dan die, welke in deze en eventueel voorgaande nota's van inlichtingen zijn vermeld. Opgemaakt te Utrecht, W.R. Jansen Projectmanager

1e Nota van inlichtingen BDX-9140

Pagina 12 van 12

Related Documents

Verkeer
April 2020 8
Verkeer
April 2020 11
Verkeer
May 2020 9
Lesvoorbereiding Verkeer
November 2019 7
Verkeer Goede!
April 2020 7

More Documents from ""