Inleiding

Inleiding Naar aanleiding van de expressielessen van de heer Jos Evens kwamen we op het idee om, in samenwerking met een secundaire school, een eindwerk te maken rond theater. We stelden ons namelijk de vraag of theater nog leeft bij jongeren. In onze hedendaagse maatschappij van multimedia is het nu eenmaal niet vanzelfsprekend dat jongeren zich naar culturele centra begeven. Ons hoofddoel is dan ook om jongeren een andere kijk te geven op het theater. Hoe kunnen we dat beter doen dan ze zelf te integreren in de theaterwereld? In de hoop hun enthousiasme nog meer te kunnen aanwakkeren, besloten we te vertrekken vanuit een jeugdboek. Is het mogelijk om een jeugdboek om te zetten naar een toneelproductie en is het haalbaar deze productie op poten te zetten met jongeren? Dat is wat we in dit eindwerk zullen onderzoeken. Om een duidelijk overzicht te behouden in ons eindwerk, hebben we ervoor geopteerd om onze bundel op te delen in twee grote delen: het theoretische deel enerzijds, en het praktisch deel anderzijds. In hoofdstuk 1 zouden wij u eerst en vooral willen meenemen op een reis door de tijd, zodat u de kans krijgt om de geschiedenis van het theater1 beter te leren kennen. Deze geschiedenis vormt namelijk de basis van het hedendaagse theater zoals iedereen het kent. Daarna willen wij u graag uitleggen hoe het theater is opgebouwd2. Na deze geschiedenis en de opbouw weet u echter nog lang niet alles over het theater. Daarom geven wij u nog een lijstje van allerlei termen en begrippen3 uit de mooie theaterwereld. In hoofdstuk 2 zullen we u leiden doorheen onze zoektocht naar het gepaste boek dat tegelijkertijd ontspannend en leerrijk moet zijn. Het is echter aangeraden om het gekozen boek aan een kritisch oog te onderwerpen. Zo is het immers belangrijk om tijd, ruimte, personages,… op voorhand vast te leggen. Bovendien laten we onze creatieve geest werken. Op die manier krijgt het theaterstuk toch een persoonlijke toets. De omzet van een jeugdboek naar een theaterstuk zal dan ook uitvoerig besproken worden in dit deel. Door te werken rond een educatief onderwerp willen we leerlingen bewust maken van de problemen die zich voordoen in het dagelijkse leven. Theater is immers een goede manier om tot een positieve gedragsverandering te komen. Om dit theater tot stand te brengen, moeten we op zoek gaan naar een secundaire school die bereid is om met ons in zee te gaan. Eens we een school gevonden hebben, zullen we aan de hand van een kleine act trachten om zo veel mogelijk leerlingen te stimuleren om deel te nemen aan ons theaterproject. Meer informatie over de audities, de uiteindelijke rolverdelingen en andere praktische regelingen wat betreft decor, belichting en kostumering vindt u in hoofdstuk 3. Als we eenmaal de juiste rol bij de juiste leerling hebben geplaatst, is het tijd om de leerlingen klaar te stomen voor hun expressief avontuur. Gedurende 5 maanden trachten we één maal per week samen te komen om de leerlingen voor te bereiden op hun rol. Naarmate de première zal naderen, zullen we het aantal repetities opvoeren tot twee à drie maal per week. Om u een beter beeld te geven over onze samenkomsten, vindt u in hoofdstuk 4 ook ons logboek terug. 1

DEVENS, T., DE VRIJ, M., VAN HOEIJ, J., Gedifferentieerd Nederlands drama, Plantyn, Deurne, 1987. Structuur van het Drama, internet, 14 mei 2009, (www.lambda.radiotequila.be/structuur_van_het_drama.htm) 3 HET SPECTRUM, ‘Toneel’, Grote Spectrum encyclopedie, Het Spectrum bv, Utrecht/Antwerpen, 1981. 2

In hoofdstuk 5 zullen we het verloop van onze promotiecampagne weergeven. Samen met jongeren een theaterproductie uitwerken vraagt veel energie en tijd. Daarom zou het niet alleen de leerlingen, maar ook ons heel wat voldoening geven wanneer ze de kans krijgen te spelen voor een uitverkochte zaal. Vandaar dat we in samenwerking met de leerlingen voor heel wat reclame zullen zorgen in de vorm van flyers, posters, e-mails,… In hoofdstuk 6 ten slotte, maken we een conclusie. Hebben we onze doelen bereikt? Is het proces verlopen zoals we gepland hadden? Wat zouden we in de toekomst anders aanpakken? Verder formuleren we ook nog een antwoord op onze onderzoeksvraag. Wij hopen dat deze rondrit doorheen de theaterwereld een leerrijke en boeiende tocht wordt voor u.

Natascha Claes, Nele Huybrechts, Tine Vandevijvere.

Bibliografie Publicaties • DEVENS, T., DE VRIJ, M., VAN HOEIJ, J., Gedifferentieerd Nederlands drama, Plantyn, Deurne, 1987. •

HET SPECTRUM, ‘Toneel’, Grote Spectrum encyclopedie, Het Spectrum bv, Utrecht/Antwerpen, 1981.

•

RÖST, L.C.M. (red.), ‘Toneel’, Grote Winkler Prins Encyclopedie, Brepols N.V., Turnhout, 1870.

Internet • Structuur van het Drama, internet, 14 april 2009, (www.lambda.radiotequila.be/structuur_van_het_drama.htm ) •

GOVAERTS, R., basisstructuur van een dramatisch werk, internet, 14 april 2009,(http://www.amateurtoneel.be/amateurtoneel/productie/basisstructuur_dramatisch _werk.htm)

•

Episch theater, internet, 15 april 2009, (http://www.digischool.nl/ckv1/toneel/epischtheater1.htm)

Artikels • DE SMET, T., ‘De versoaping van de scène’, Knack, maart 2007 •

VR., P., ‘We willen dat ze goesting krijgen om te acteren’, Het Nieuwsblad, december 2008

•

W., H., ‘Decorte loves Shakespeare, in zeven bedrijven.’, De Morgen, december 2008