Illustration 2006-12 Nl Frijnederland

  • November 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Illustration 2006-12 Nl Frijnederland as PDF for free.

More details

  • Words: 3,043
  • Pages: 6
105 VRIj NEDERIAND

nO£CtMBK200S

Kortverhaal

Een verhaal, gegrepen uit een van die dagen naVooraltijd' DimitriVerhulst 44

M

LSJEWILMAGJEVOLGEND

^nm weekend de kleine hebben,' M «ft zei /c. 'Kunnen ¡ullie samen m «ft Kerstmis vieren.' Jftvisflk Zczeihetopdetoondieze M "A zieh in de loop der jaren heM yJft lemaal eigen had gemaakl aJft* aJ^Li.'ii die er mede toe geleid heeft dat ik haar ben gaan haten tot in het donkerst derdiepten. DeioomO-Stroni-wie-heeft-er-u-ciestijds-gescheten?

Detoonook:vVees-nu-maar-dankbaar-dat-je-het-kindvan-mij-mág-zien. Had ¡kdievrouwdestijds vermoord.hetspeeldezo dikwijls door mijn hoold, dan zou ik omstreeks deze tijdmijn straf alhelemanluitgezeten hebben. Mijngevangenlsplunje had reeds in de verkleedkoffer gemogen, zij zou dood blijven, en er zou geen kind geweest zijn om het over te hebben. Want zo vakkundig steckt denatuurwelineemelkaarhartgrondighatenisgeen belemmeringom een kind te maken.deoverbevolking moet ergens haar harde garanties vandaan hebben.

eBoy

f^^iV^^iy #^sV^

« *

106 KERS12006 EEN VERKAM, GEGREPEN Uli EEN VAN DIE DAGEN NA 'V00R Alll|D'

Uiteraard was ik niet dankbaar dat ik de kleine mocht zien. Wat dacht de bitch wel? Je hoeft toch niet dankbaar te zijn omdat je je eigen kind mag zien, begin daar'ns mee? Bovendien stond er in het vonnis dat ik twee weekends per maand het lioederechl bad. Dus? Zij zou hem 's zaterdagochtends brengen, ikzou hem 's zondagavonds terugbrengen. Zo had de rechter het beslist. Maar zo'n vonnis kon de teef nietsschelen, zij was verheven boven alles, ook boven de wet. Ze wist goed genocg dat ik het geld niet had om aan advocaten te hangen. Om aan de advocaren te willen hangen, zohadikhetookkunnenformuleren. Telkens wanneer ik mij had neergelegd bij de situatie en ik klaar was om dat kind zowel als mijn vaderschapgemakshalve mijngeheugen uit te irappen.die twee metvervetevcrgeienalsofgeen van beide erooit was geweest, wurmde Hare Pestilentie zieh weer mijn leven in.Alsofze mijn gedachten, of mijn gebrek aan gedachten, rook.

I

KKÉNDIEVROUW.EK.ZATGEENFLU1MSNOTIN haar kop die mij ook maar één schamel uurtje met mijn zoon zou gunnen. 'Ik ga je op een dag diep in de drek trekken,' zei ze toen ik haar verliet. lemand die niet tegen haar verlies kon. lemand die vond dat ik moest boeten omdat ik gelukkig wou zijn, hetgeen niet Ulkte met haar erbij.Ze liet mij dan maar penitemle belijden door me het contact met mijn kind te ontzeggen. Goedkoop, maar ja. Vier jaar had ikdatjongetje niet meergezien toen de sletmeophelde en zci dat ik hem mocht, mócht, komen halen. Zomaaropeens.VoorKerstmis.ammehoela. Fucking ontroerend, zeg. Om de dr.iad met het verleden weer op te pikken.te redden wat er nog te redden was. Hallo. Kon ik misschien de filmrechten van dezedagverkopenaaneenAmerikaanscineast?

Er zat geen fluim snot in haar kop die mij ook maar één schamel uurtje met mijn zoon zou gunnen lkwas niet vangisteren, toen niet en nu niet. Natuurlijk kon zij ergens metKerst haarbenen ondereen feestelijk gedekte tafel steken. Steken ol'spreiden. Was er somewhere van over de rainbow een kerel opgedoken die haar na het alkluiven van een kalkoenenpoot wou volpompen? Had ze vrienden die wensten uit te pakken met een voorgerechtje van gefrituurde kanarievogel? Of was er ergens nog een pannetje aan een fonduestel vrij? Wist ik veel en kon het mij ten langen leste een rotte fluitschelen. Teit was dat ze ergens verwacht werd waar het aangenamer vertoeven was zúnderkind. Je hoort dat vaker van gescheiden annex gestoorde vrouwen; dat ze him kind beschuuwen als een overwinningsbeker.behalve wanneer ze geen babysit vinden.

Ik heb geen karakter. Niet eens een siecht. Anders had ik wel gezegd dat ze het kind in het gat kon steken waar het ooit uitgeperst was. Ze kon in excelsis Deo mijn kloten küssen. Dát had ikmoeten zeggen. lkwas de vader godverdomme, niet de kindercreche. Maar ik zel: 'Hoe laat kom ik hem halen?' Met mannen kan je dweilen, daarom hebben vrouwen al hun talenten in het kuisen gestopt. Zei onze buurvrouw vroeger. Je kon er van de vloer eten.

M

IJN MOEDER WAS GELUKKIG TOEN IK haar over het telefoontje met het verrassende nieuws vertelde. Niet zozeer omdat ik mijn kind nog eens te zien kreeg. Zij was gelukkig omdat zij eindelijk haar kleinkindnogeenstezien kreeg. Werden mijn rechten als oudervoor geen sikkepitgerespecteerd, dan vond zij dat haar rechten als grootouder nog veel erger werdengeschonden. Een kameraad van mij kon ervan meespreken. Net als ik bij zijn pietje gepakt en daar een kind aan overgehouden. Maar in zijn geval werden de afspraken tenminste nageleefd; hij kon dus twcewekelijks iets uitvreten met zijn nageslacht. Een plonsje doen in het stedelijk teenschimmelbad, gevogelte bedorven brood voederen in het park, luvekkwckkwek naar de eendt tes doen, lied jes van K3 of Herman van Veen mcekwijlen, ah ik kon vogelen, kon vogelen, kon vágelen, kon vo-ge-len, naar de binnenspceltuin als het builen regende en naar de buitenspeeltuin als de binnenspceltuin gesloten was. Wat zijn de dingen die mensen hun grut zoalaandoen? Want een belemiddagdvd'skijken is natuurlijk pedagogisch onverantwoord, durf ik te wedden, daar heeft vast een professor opvoedkunde eens zijn grout licht opgericht. Het probleem met die kameraad van mij was dat zijn moedcr nog onder de levenden was en bijlange niet dement. En dat hei mensvoortdurendaandetelefoonhing:']egaat toch komen eten zondag met Brammetje, ik heb 'm al twee weken nietgezien.' Kreeg mijn kameraad zijn Brammetje ook eens onder de vleugels, dan mocht hij Brammetje meteen weer afstaan aan oma. Nou ja,als jegraag je moederaan de teleloon hebt dan moet je maar kinderen maken. Met cei\ beetje geluk kan je 't haar nog net afpraten om zonder jouwgoedkeuringjouw vaatvan deafgelopen week te doen, je bed op te maken, met de schrobber door je liuis te gaan, gezond en lekkeren ouderwets flatulogeen voor je te gaan koken. Dit alles om je te ontlasten, zogenaamd. Maar je krijgt het grootmoeders nooit, nooit, afgeleerd om je kind op te eisen. En waarom eigenlijk? Zo'n kind zal zieh later van z'n oma niet veel meer herinneren dan haar muffe mummiegeuren de bruinevlekkenop haar huid van zemenlap. Hettuiltjehaarsprietenuitdesteenpuist ofdevetknobbel.Deuitdijendegebnurtespatten.de dikke long,de uitzakkende oorlellen.de okselkwabben. Maar dat kun je haar niet zeggen. Je houdt je in. Het iserdecultuurnietnaar.

107 VRIJ NEOERIAND 2) DECEMBER 2006

Meine Mutter: 'Wei, je gaat dan toch met die jongen hier kerstavond doorbrengen, neem ik aan? Of had je gedacht met dat kerellje in dat sombere kot van jou te kruipen? Je hebt niet eens een kersiboom in huis. Nog geen kaarsje. En tenzij je 't In je hoofd had om hoofdzakelijk een blikopener te gebruiken zie ik niet goed in wat je gaat klaarmaken.' Ze had gelijk, Ik moest toekomstgericht denken. Verteldedie jongen bij zijn thuiskomst dat hij bij papa na een bord oplossoep cassoulet uit blik had gegeten met aardappelpuree uit knijptubes, en een pak chips als dessert, dan kon ik wel vergeten dat ik hem binnenkort nog eens tezien zou krijgen. Dan zat erweer vierjaartussen. ('Wat denk je knul, zal de nationale ploeg zieh geplaatst hebben voor de wereldbeker als we elkaar de volgende keerzien...?' Ha, die papa loch.) Nee-nee, mijnheks moest achterover vallen van zijn vertellingen over het vaderlijke front. Indruk maken moest ik. Het kreng inwendig laten koken omdat haar eiiidelijk duidelijk was gemaakt dat ik een betere vader was dan wie ook. Samengeva t: alles aan deze avond moest picobellozijn voor het ventje, het moest de kerstavond worden die hij zieh over zeventig jaar nog zou herinneren als de kerstavond der kerstavonden. 'Het Is goed,'zei ¡ktegenmijn moeder.'lkkom kerstavond met de kleine bij jou doorbrengen. Op één voorwaarde. Dat de Kerstman ook mag blijven eten.' 'DeKerstman?' 'Niet de paashaas, nee.' 'En wie, mag ik vragen, is die Kerstman precies?' 'Rudy. Hij zit anders toch ook maar alleen thuis. Aan het verleden te denken, zieh le vervelen, zieh een sukkelaar te voelen, een glas te veel te drinken en wie weet zichzelf le vergiftigen of een bal door de kop te knallen, want dat is waar kerstavonden voor dienen. Vraag maar aan de vrijwilligers in het callcenter van de Dienst Zelfmoordpreventie.' 'Is dat die Rudy die...'

'Ja, moe, die Rudy is het. Maar maak je geen zorgen, hij is in orde. Moest ¡ezijn vrouwgekend hebben, je zou er ook op geklopt hebben. Misschien zells harder.'

R

UDY WAS EEN VAN DIE MENSEN DIE Kerstmis schijterij vonden. Een dag als alle andere, maar met meergelul eromheen. Hem kon het niks bommen om die avond moederziel alleen in huis te zijn, hij maakte zijn zelfrespect niet alliankelijk van een quotum wenskaarten op de schouw. Precies omdat hij dit zo luid en blakend van vertrouwen stond te roepen, vertrouwde ik het niet helemaal. Hij was net ontslagen uit een psychiatrische kliniek, zo iemand liel je niet vrijuit zeggen dat Kerstmis schijterij is. Gezelschap moest die man hebben. Er kan niet gezegd worden da t hij laaiend enthousi-

Het moest de kerstavond worden die hij zieh over zeventig jaar nog zouherinneren astreageerdeopmijn uitnodiging. 'Je bedoelt dat ik gans de avond met een walten baard en een prikkende wollen muts op mijn ketel bijjullieaan raid magzitten mee smikkelen?Hoelíéf van je.' 'Niet gins de avond, Rudy. Die jongen is daar och arme zes jaar. Dat betekent dat we om acht mir alteilen van tien naar mil, elkaar een zalig kerstfeest wensen, en hij daarna staute pede linea recta naar bed vliegt.' 'Stantepede linea recta?' 'Je hebt hoop en al twee uur dat pak aan, Rudy, en je maakt creen kind heel erggelukkig mee.' 'Ik had eigenlijk in gedachten om een hoer aan huis te laten komen. Dat is nu toch wel helemaal iets anders

108 KERSI20Q& EEN VERHAAl, GEGREPEN Uli EEN VAN DIE DAGEN NA 'VOOR AITIJD'

dan ergens een hele avond in kerstpakaan tafel te zitten. Is eigenli jk alles in orde met jou?' 'Doehetvoormij,Rudy.Toe.Ziejemijalzitten?Mijn moeder, de kleine, en ik. Dennenbomen te bezingen. Geestig.' Dat is de spirit van Kerstmis: als alle eenzamen elkaar uitnodigen hoeft niemand van zichzelf te denken dat hij eenzaam is. Maarhet belangrijkste was dat ikeen Kerstman had voormijn kind. Een boom was zogezet. Paar ballen erin en klaar. Een veel lawaai veroorzakend speelgoedje op de kop tikken en laten inpakken en ik kon hem met een gerust gemoed oppikken.

Z

OU IK MIJN ZOON EEN HAND GEVEN OF EEN kus, als de deur openging? Ik wist het niet. Misschien moest ik niet te veel controle willen uitoefenen op deze dag. Vielalles wel vanzelf in z'n plooi. Hij was zes. Ik bedoel maar hij was twee toen wij elkaar voor het laatst gezien hadden. Zou hij me nog herkennen? Blijft er uit je eerste drie levensjaren überhaupt ook iets in het spookhuis der memorie hangen? Als hij maar geen bleitmuil opzette omdat hij met die vreemde meneer mee moest, dan mocht ik al tevreden zijn. Gelukkig had ikerdieochtend aan gedacht mijn snor van onder mijn neus te maaien. Het is toch minder akelig voor een kind, een bloot gezicht. En stel, stél I dat hij me van een foto herkende, of toch een vage herinnering aan me had, dan was die snor er zeer zeker te veel aan. Die streep haar paste niet in het plaat je. Er stond geen andere naam dan die van mijn heks op de deurbel, en het stoorde me dat zulks mij opviel. Alsof ik daar blij om was. Ga dat maar niet denken. Ik beide aan.

Zou ik mijn zoon een hand of een kus geven, als de deur openging? Hetisbizaromtemoetenaanbellenaaneenhuiswaarvanjejarenlangdesleutelsinjebroekzakhoorderammelen. Waarin je de vloer nog hebt gelegd, een houten draaitrap geinstalleerd. Dedakgoot hing los, zag ik.Zolets zou het huis nooit overkomen zijn als ik het nog had bewoond. Stevig en waterpas zou diedakgootdaargehangen hebben, een voorbeeld voor alle dakgotenterwereld. Ging men die deur nog voor mij opendoen of hoc zathet? Buren begluren. En ex-buren nóg meer. Ik voelde her. 'Godverdomme Lucie, weetje wie er nu hier rechtover aan de deurbel hangt?' Ik kon het me zó voorstellen. Zou ik me even omdraaien en wuiven met het handje?Toedeliedoe. Enthousiast en gelukkig ais een

versimpelde? Of eerder een droog knikje met de kin? Het waren tenslotte mijn burén geweest, eikels aan wie je 's avonds een beetje bakboter kon vragen ais je zonderzat. Of toch maardemiddenvinger? De deur had last van de kou, ik hoorde het toen ze openging. Piepen. Die was sedert mijn vertrek waarschijnlijk ook niet meer behandeld geweest 'Dag, meneer,' zei mijnzoon.Op een vriendelijke manier.dat wel.Nietcynischof zo. Hetleekmij evenmin hetgeval tezijn dat z'n moeder hem hadgezegddat hij mij diendeaan tespreken met'meneer'. Helemaal uit zichzelf kwamdit, zeker weten. 'Dag, mevrouw,' antwoordde ik. Baas van de situarle. King of Pain. Eventjes nonchalant die slons in het gezichtsmijten dat ¡kniet tekraken was door een weinig diplomatische aanspreektitel. En de zoon meteen voor dezelfde prijs tonen dat ik een geestige en terzelfder tijd solide kerel was.

J

E HEBT HELEMAAL GEEN SNOEP VANDOEN OM een kind te lokken. Het moet zelfs simpel zijn om een baas je van zes zover te krijgen dat het wordt teruggevonden in het struikgewas, te rot om er nog een hond van te laten eten. Die jongen gaf mij een hand.spontaan.en volgde mij naar de wagen. In een vertrouwen dat ik uitsluitend en alleen ontleende aan het feit dat zijn moeder hem aan mij had uitbesteed. Wist dat kereltje veel dat er ook moeders hun kinderen uitlenen aan geperverteerden, om de telefoonrekening te kunnen betalen, of zelfs zomaar, als een vriendendienst. Zoals daar in Dingen onlangs, hoe heette het hol alweer? Iedereen wisselde daar maar kinderen uit met elkaar. En dat was nietom er samen pannenkoeken mee te bakken. |e hoort wat. Haast niets anders meer eigenlijk dan zulke viezigheden. Dat je in feite al blij bent wanneer er nog eens kinderen gewoon van de honger mögen omkomen. Bij manier van spreken natuurlijk. Ik keek in de achteruitkijkspiegel en monsterde de jongen. Mijn jongen. Ongelofelijk hoe hij in vier jaar tijd was veranderd. Was ik hem op straat tegengekcnicn.ik zou hem waarschijnlijk niet herkend hebben. Dus die verhalen van pleegkinderen die na twintig jaarineenszomaaruit zichzelf in de stationschef hun vader herkennen, of van kasslersters die in een lastige klant plots de smoel van de baby herkennen die ze een eeu wigheid geleden in een mandje te water iieten, die verhalen zijn bij het haar gegrepen, daar moet je bij mij niet mee afkomen. Ga daarmee maar bij de televisieaankloppen.zezitten jou daaral op te wachten meteen poederdoos.

A

LLES Bij ELKAAR HAD DE BITCH MIJ NOG zonder veel trammelant die jongen meegegeven, vond ik. Ze had lullig kunnen doen. Orders geven over zijn voeding. Ermee dreigen dat hij geen seconde te laat terug mocht zijn, om kwart voor dittum in bad en om kwart na dattum in bed moest. Een pyjama had ze hem niet meegegeven.

109 VRI) NEOERIANO 23 DECEMBER 2006

Een knuffelbeest evenmin. Niks de borten. Als een siuk vuil had ze hem weggedaan. Als ik er te diep op inging raakte ik in paniek. Straks hing die geil zichzelf kerstmisgewijs aan een balkjc op en wou ze gewoon dat kind haar slachtafval besparen. Of staple ze vandaag nog een vliegtuig op om nooit meer terug te keren en ergens met Don di Lullo een leven zonder geschiedenissen te leiden. En zat ik met dat kind opgescheept. Niet zomaar een dagje In de week, of een dagje om de vier jaar. Maar voor allijd. Te zeggen: tot dedagdat het kind een vervelende zak was geworden en eindelijk het ouderlijkc dak verliet met een griet die hem op zijn vader zou gaan doen lijken. Ik had terug moeten rijden en de icef om verantwoordingvragen.

D

ENKEN ENRIJUEN GAAN NIETSAMEN, DAT zie je zeer duidelijk aan de kop van rallykampioenen. Maar mijn gedachten waren wel heel ver van het verkeerverwijderd.en het scheelde geen haar, neem twee baren maximum, of ikhad een fietserzijn eigen droevige kerstverhaal ingereden. Een meisje, hoopen al twintig jaar.Al haar mislukkingen lagen nog voor haar uit. 'Waargaan we naartoe, meneer?' A-ha, leven op de achterbank. 'Naar jegrootmoeder, jongen.' 'Maar die woont toch ergens anders?' 'Niet die grootmoeder. Je hebt twee grootmoeders. Een domme en een dlkfce. Nu rijden we naar de dikke.' Ikhad de indrukdat dli gesprek geen gezellige kam opging. 'De Kerstman blijft vanavond bij uns eten, hij heeft mij dat deze week nog per brief laten weten. Wat vind jedáárvan?' Hij zei niets. |e hebt zo van die kinderen die nooit wat zeggen.Tot ze moeten zwijgen, clan houden ze het niet meer vol. Trouwens, mijnnaam is helemaal niet"meneer".Je weet toch wie ik ben, neem ik aan?'

Op dit antwoord moesi ik niet wachten: 'Erwin! Jij

bent Erwin!' Ongelijk kon ik hem niet geven, maar ik vond het wel straf. Ik moet pas een jaar of acht zijn geweest, denk ik, toen ik de naam van mijn vader wist. Vroegen grote mensen mij 'Hoe heel je papa?', dan antwoordde ik: 'Papa'. Uiteraard, ze hadden het zelf verklapt, de ¡dioten.F.n wist ik dan uiteindelijk hoe mijn vader daadwerkelijk heette, dan zou ik bei nooit gedurfd hebben om die naam uit le spreken. De naam van je ouders uitspreken, dat was toch zoiets als vloeken. Maar dit ventje, een scheel groot, zei schroomloos mijn naam. De naam van je vader kennen is op te jonge leeftljd een teken van vervreemding, laat dit daar het beste bewijs van zijn. "Juist, mijn naam ¡s Erwin. Tienop den. Maar weet je ook wie ik ben voor jóú. Want Erwin ben ik voor zes mil jard mensen, maar voor jou ben ik icts wat ik voor

'Mijn naam is helemaal niet "meneer". Je weet toch wie ik ben, neem ik aan?' niemand anders ben.' Spelletjes in de wagen, daar had hij wel de leeftijd voor. 'Weet je het niet. Ik ben je... Neen?Schiet het jou niet te binnen? Hei begint met een p, zoals in papaver. Of de p van pa paja. Van paparazzi eveneens.' Hij had toch niet voorde volle laag het verstand van zijn moedergeérfd? 'Ik ben je papa. Je pa-pa. En wist je dat de Kerstman een goede vriend van mij is?' Neen, dat wist hij niet. 'Nu moet jij raden,'zei hij.'Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, en het is wit.'

A

*

JO.

J ir i/A-V1 J

I

.V

*

164 PAGINA'S DOORBRAAK EN OMMEKEER 23 DECEMBE. NUMMER 5 1 / JAARGANG67

\ ERLAND £ 4

Interviews Trude Maas Henk ten Cate Mariko Peters

Reconstructies Mysterieuze helikoptercrash Corruptiebij depolitie

*i&

t i^B

• •

Reportages Coach Simek Siciliéanti-maffia Redeenschool

,r"

».•J



1&

Kerstverhaalva DimitriVerhuls

Nuzonder Verdón k...

8710857 020619

Related Documents

Illustration
May 2020 9
200612 Newsletter
April 2020 12
Nl
November 2019 57
Nl
June 2020 38