De vier seizoenen.
Lente:
Bloemen, jonge dieren.
Zomer:
Zon!
Herfst:
Paddestoelen, bladeren.
Winter:
Kale bomen, sneeuw, koud!
Nog alles op een rijtje zetten…
Verwerking: • Kijk naar buiten, probeer na te denken over wat het nu is. • Hoe zien de bomen eruit? • Is het koud? Normaal? Warm? • Regent het? Sneeuwt het? • Zijn er jonge dieren (vogels bijv.). • Teken op papier wat je ziet, het hoeft niet precies! Je moet tekenen watvoor seizoen het nu is.