Hoofdstuk 2 Hoofdkenmerken van het actuele bankwezen in Belgie 2.1 het belang van de Belgische kredietinstellingen op internationaal vlak.(9) BKI op europees vlak kleine broertjes, enige verbetering door overnames en fusies in het banklandschap 2.2 de structuur van het Belgische bankwezen groep fortis, groep dexia, (groep AXA), ING groep, KBC groep => hebben meer dan ¾ in handen van de markt Netto bankproduct= optelling van de bruutrentemarge, inkomens uit niet- vastrentende effecten, financiële commissies en het resultaat uit de financiële verrichtingen 2.3 van bank tot financiële diensten groep Uitbreiding samen werken met verzekeringsmaatschappij of fusie = bankverzekeraar Aanbieden van betaalinstrumenten, beleggingsproducten en verzekeringsproducten Dochterondernemingen: leasing, factoring, vermogensbeheer enz 2.4 het toenemend belang van de buitenbalasnactiviteiten Finaciele tussenpersoon: het aantrekken van geld en het verlenen van kredieten, tal van andere activiteiten die hoewel ze niet in de balans voorkomen , toch provisies en inkomsten opleveren. 4 categorieën: 1. waarborgen en andere borgtochten: garanties, kredietbrieven ,.. 2. onherroepelijke verbintenissen : termijnaankoopverbintenissen 3. de verrichtingen op wisselkoersen en rentetarieven: deviezentermijnverrichtingen,… 4. de diensten inzake adviesverstrekkingen , beheer en inschrijvingen: portefeuillebeheer,… 2.5 het stijgend belang van de informatisering Home , PC en phone banking , bancontact en mistercash
Hoofdstuk 4 : De wettelijke regeling van en het toezicht op het Belgische bankwezen 4.1 overzicht van de voornaamste wettelijke bepalingen ( 29) 4.2 de commissie voor het bank financiën en assurantiewezen (CBFA) Europese richtlijnen met het oog op eenmaking Europese markt : − toezicht op het toepassen van het statuut van : kredietinstellingen, collectieve beleggingen, wisselkantoren, beleggingsadviseurs en ondernemingen − beschermen van de beleggers − voorkomen van het witwassen van het geld − beschermingen ten de onwettelijk aanbod of de illegale levering van financiële producten of diensten − lijst produceren van de aanvaarde kredietinstellingen − toestemming verlenen voor fusies en overnames wet van 2 augustus 2002 toezicht op de financiële sector en diensten 4.3 controle op de bankactiviteiten Kredietinstellingen moeten een vergunning rijgen van de CBFA Voorwaarde CBFA: − rechtsvorm : iedere kredietinstelling naar Belgisch recht moet worden opgericht in de rechtvorm van een handelsvennootschap naar keuze, met uitzondering van de BVBA opgericht door één enkele persoon. − Aanvangskapitaal; volstort kapitaal min 6.200.000 eur − Aandeelhouders; stemrechtverlenende deelneming van ten minste 5% bezitten in het kapitaal van de kredietinstelling − De leiding: minstens 2 natuurlijke personen die professioneel en betrouwbaar zijn en de passende ervaring hebben. − Organisatie: beleidstructuur, administratie en boekhoudkundig en interne controle beschikken − Hoofdkantoor: België bevestigd zijn − Depositobescherming: aansluiten bij een collectieve depositobeschermingsregeling Toezicht bij de bedrijfsoefening; in belgie op 4 niveaus : Interne controle interne auditrevisoraal toezicht CBFA 1. interne controle: geheel van maatregelen voor een geordende en voorzichtige bedrijfsvoering . economisch en efficiënt gebruik ban de middelen , afdoende risico beheer , betrouwbare financiële informatie en bedrijfsinformatie en naleving van het wettelijk kader en de beleidslijnen. eindverantwoordelijkheid : raad van bestuur en directie comité
2. interne audit; onafhankelijke functie binnen de organisatie die toekijkt op het goed functioneren van de interne controle 3. revisoraal toezicht: commissaris uit een lijst v,an personen of vennootschappen die erkend zijn door de CBFA = gespecialiseerde bedrijfsrevisoren CFBA Controle op 2 niveaus : 1. de operationele controle diensten: individuele dossiergebonden toezicht , r nadrukt ligt op de follow- up van de financiële positie financiële risico’s en de organisatie van elke kredietinstelling 2. inspectiedienst: toezicht ter plaatsen − individueel geprogrammeerde inspecties: geselecteerd afgebakend aandachtsgebied − punctuele inspecties: specifieke omstandigheden ( onregelmatigheden) − thematische inspecties: onderzoek naar eenzelfde activiteit bij verschillende instellingen 4.3.2.5 EN 4.3.3 nog eens lezen Vaststelling van coëfficiënten Gekeken op basis naar de rendabiliteit , liquiditeit en solvabiliteit Rendabiliteit: resultaat van de onderneming tegenover het geïnvesteerd vermogen, geeft een beeld van de winstgevendheid van de onderneming Liquiditeit: geeft weer in hoeverre een onderneming in staat is haar schulden op korte termijn te voldoen Let op : MOET ALTIJD instaat zijn om de spaarders te kunnen uit betalen Solvabiliteit: hoeverre men al de schulden kan betalen Dit doet men door: A. bepalen van een risk-assets-ratio of Cooke- ratio EV tegenover de gewogen risicovolume van de uitstaande kredieten Deze ratio moet minsten 8% bedragen ( Bepalen EV zie pg 41 )
800%
B. geheel van risicos MAX 25 % van het EV van de KI C. totale bedragen voor grote risicos(= of groter dan 10% van EV) max van EV D. EV moet steeds groter of gelijk zijn aan het totaal van de vaste activa