Geschiedenis Van Het Internet - 5mmt

  • October 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Geschiedenis Van Het Internet - 5mmt as PDF for free.

More details

  • Words: 1,046
  • Pages: 3
webpagina's

Korte geschiedenis van het internet Aanleiding De geschiedenis van het internet begint op 4 oktober 1957 met de lancering van Spoetnik I door de USSR. Daarmee werd het voor de Verenigde Staten van Amerika plots duidelijk dat zij niet zo almachtig en onkwetsbaar waren als ze in de periode volgend op de Tweede Wereldoorlog wel dachten. Als onmiddellijke reactie op de lancering werd binnen het Amerikaanse ministerie van defensie het Advanced Research Projects Agency (ARPA) opgericht. Een van de projecten waaraan de ARPA-denktank werkte was het ontwikkelen van een veilige manier om te communiceren met de vele universitaire instellingen die voor ARPA aan het werk waren. Het zou moeten bestaan uit een systeem dat zowel onafluisterbaar als onafhankelijk van onderbrekingen in het netwerk zou zijn. Om aan deze beide eisen te voldoen werd ervoor gekozen de gegevens op te splitsen in kleine pakketjes en deze pakketten via verschillende routes naar de eindbestemming te sturen. Op de eindbestemming kunnen de verschillende pakketten dan weer worden samengesteld tot het oorspronkelijke bericht.

1962: Galactic Network Concept In augustus van dat jaar schreef J.C.R. Licklider (MIT - Massachusetts Institute of Technology, USA (www.mit.edu) een aantal ideeën voor een computernetwerk dat bedoeld was om aangesloten computers van verschillend fabrikaat met elkaar te laten communiceren ("Galactic Network Concept"). Veel van de ideeën van Licklider zijn terug te vinden in het huidige internet.

1969: ARPANET Het netwerk bestond uit twee hostcomputers en verbond Universiteit van Californië te Los Angeles (UCLA) met de Stanford-universiteit in Palo Alto, Californië. Vanaf december van hetzelfde jaar waren er, met de toevoeging van Santa Barbara (Californië) en Utah, vier hostcomputers op het ARPANET aangesloten.

de jaren '70 eerste e-mail Ray Tomlinson ontwikkelde software die ARPANET-gebruikers in staat stelde onderling berichten uit te wisselen. Daarbij zond hij de eerste e-mail over een computernetwerk. Hij koos het @-teken om individuele gebruikers te adresseren die aangesloten waren op een bepaalde ARPANET-host. 1972: De Internetworking Working Group (IWG) werd opgericht en het ARPANET werd opengesteld voor nietuniversiteiten en overheidsinstellingen.

1974: TCP/IP Door ARPA (Robert Kahn) en Stanford (Vinton Cerf)werd een standaard protocol uitgewerkt om verschillende netwerken via het ARPANET te laten communiceren, het Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP). TCP/IP werd vanaf de start opgevat als een open standaard die alle vormen van communicatie tussen alle soorten netwerken moest mogelijk maken. TCP/IP kan worden gezien als DE grote stap voorwaarts naar het internet zoals het nu bestaat.

de jaren '80

file:///C|/.../Bureaublad/opdracht%205MM/oefeningen%20XHTML/cursusdeel/cursusdeel/internet/geschiedenis/onstaan/geschiedenis.html[17/09/2008 20:38:48]

webpagina's

1984: DNS Het internet bestaat reeds uit 1000 verschillende hosts. Ook begonnen de eerste problemen het hoofd op te steken. Het internet werd immers groter en drukker, omwille van het populaire e-mail, dan ooit was voorzien bij het ontwerpen van de onderliggende protocollen.. Tot 1984 kreeg elke host op het internet een unieke naam toegewezen en bestond er een lijst met daarop de namen van alle hosts op het internet. Om het hoofd te kunnen bieden aan de steeds groeiende hoeveelheid hosts werd van dit systeem afgestapt en ging men over op het gebruik van het Domain Name System (DNS).

1986 In de Verenigde Staten werd NSFNet (National Science Foundation Network) in gebruik genomen. NSFNet functioneerde als hogesnelheidsbackbone voor het internet in Amerika. Via NSFNet verdween zo een extra barrière in de verdere groei van het internet, namelijk de beperkte bandbreedte. Het aantal hosts was in 1986 opgelopen tot 5000.

1987 Het internet bestond in 1987 uit 28.000 hosts. Aangezien NSFNet niet toegankelijk was voor commerciële doeleinden werd UUNet opgericht, de eerste commerciële internetfirma.

Al bestond het vanaf 1983 dus al, Internet werd door het grote publiek echter pas ontdekt in de jaren negentig.

1990 Het internet omvat meer dan 300.000 hosts en de originele backbone van het internet, ARPANET, houdt op te bestaan.

1991: WWW NSFNet werd beschikbaar gemaakt voor commerciële doeleinden. In augustus 1991 publiceerden Tim Berners-Lee en Robert Cailliau het World Wide Web-project, nadat zij enige jaren hadden gewerkt aan HTTP en HTML. De eerste webpagina's verschenen bij CERN in Zwitserland, waar zij beiden werkten. Door de uitvinding en introductie van klikbare aan elkaar gelinkte pagina's (HTML/WWW) heeft Tim Berners-Lee het internet in feite klaar gemaakt voor het grote publiek. Hij wordt daarom ook wel gezien als uitvinder / grondlegger van het huidige internet. In 1993 werd de Mosaic-webbrowser gepubliceerd, en aan het einde van 1994 werd een groeiende belangstelling voor internet merkbaar. In 1996 was het internet algemeen bekend bij het grote publiek, maar werd over het algemeen gebruikt als synoniem voor het World Wide Web.

Het huidige internet Afgezien van de complexe fysieke verbindingen die de infrastructuur van internet vormen, wordt het internet bij elkaar gehouden door bi- en multilaterale commerciële contracten zoals peeringovereenkomsten en de technische

file:///C|/.../Bureaublad/opdracht%205MM/oefeningen%20XHTML/cursusdeel/cursusdeel/internet/geschiedenis/onstaan/geschiedenis.html[17/09/2008 20:38:48]

webpagina's

standaarden die de te gebruiken protocollen beschrijven. In tegenstelling tot oudere communicatieprotocollen is de set van protocollen die het internet gebruikt zoveel mogelijk onafhankelijk van het gebruikte fysieke medium. Hierdoor kan bijvoorbeeld TCP/IP-communicatie plaatsvinden over glasvezel-, koper- en radioverbindingen. De protocollen worden vastgesteld door de Internet Engineering Taskforce (IETF). De protocollen komen tot stand via een publieke discussie. De IETF legt standaarden vast in documenten die RFC's worden genoemd. Sommige van deze worden door de Internet Architecture Board (IAB) verheven tot internetstandaard. De meest gebruikte protocollen binnen internet zijn op dit moment IP, TCP, UDP, DNS, PPP, SLIP, ICMP, POP3, IMAP, SMTP, HTTP, HTTPS, SSH, Telnet, FTP, LDAP, SSL en TLS.

internetdiensten Populaire diensten die gebruikmaken van de hiervoor genoemde protocollen zijn bijvoorbeeld e-mail, Usenet, het World Wide Web, Gopher, IRC en MUD. Van deze diensten worden e-mail en het World Wide Web het meest gebruikt. Andere diensten bouwen hierop voort, zoals mailinglijsten en weblogs. E-mail en Usenet zijn echter niet toegangsafhankelijk van de bovenstaande protocollen, je kan deze ook via andere netwerkprotocollen bereiken. Andere populaire diensten zijn van oorsprong bedrijfseigen ontwikkelingen. Voorbeelden hiervan zijn Windows Live Messenger (MSN), ICQ en Gnutella.

Toegang tot het internet Gebruikelijke methoden om thuis toegang te krijgen tot het internet bevatten de inbelverbinding, breedband (over een coaxiale kabel, glasvezel kabel of koperen kabel), Wi-Fi, satelliet en 3G technologische mobiele telefoons. Openbare gelegenheden om het internet te gebruiken zijn onder andere bibliotheken en internetcafés. Op deze plaatsen zijn computers beschikbaar met internet verbindingen. Er zijn ook internet toegangspunten in veel openbare plaatsen zoals op vliegvelden en coffeeshops.

file:///C|/.../Bureaublad/opdracht%205MM/oefeningen%20XHTML/cursusdeel/cursusdeel/internet/geschiedenis/onstaan/geschiedenis.html[17/09/2008 20:38:48]

Related Documents