TR 04-02-09 katern 1 pagina 02
Goede doelen • Donor Academy leert cursisten zinvol strooien met geld
Hoe word ik succesvol filantroop?
Een weeshuis in Cambodja. Veel Nederlanders steunen dergelijke instellingen, maar hoe weten ze of hun geld op de goede plek komt? Een donorcursus biedt daarvoor inzichten.
Voor welgestelden die goed willen doen met hun fortuin is het vaak lastig de juiste bestemming te vinden. Voor hen is er nu een cursus.
interview Seada Nourhussen Geld weggeven kun je leren, vindt Marjan Sax, filantropisch adviseur. Ze spreekt uit ervaring. Sax stond ruim 25 jaar geleden zelf voor een dilemma toen zij een grote erfenis ontving. Wat te doen met zoveel geld? Zij gebruikte het bedrag (2,5 miljoen gulden) om in 1983 Mama Cash op te richten. Dat vrouwenfonds, waar Sax niet meer aan verbonden is, ondersteunt vernieuwende vrouwenprojecten over de hele wereld. Daarom organiseert Sax voor het tweede jaar op rij samen met collega Diana van Maasdijk de Donor Academy: een vijfdaagse cursus over strategische filantropie. Vandaag is de introductie, de cursus start in maart. Bedoeld voor vermogende particulieren die willen weten hoe ze hun vermogen zinvol kunnen gebruiken voor goede doelen. Maar ook professionals in de financiële sector en fondsbestuurders kunnen bij de Donor Academy leren hoe ze hun organisatie effectiever kunnen inzetten voor een goed doel. „Mijn beroep, filantropisch adviseur, bestaat eigenlijk nauwelijks in
Nederland”, zegt Sax. „Op het terrein van het ondersteunen van gevers is er in Nederland nog weinig professionaliteit. Terwijl Nederlanders graag en veel geven.” De goede-doelensector is de afgelopen tien jaar door de toegenomen welvaart enorm gegroeid, zegt Sax. „Mensen met een goede baan en een erfenis of een verkocht huis van hun overleden ouders beschikken al gauw over tienduizenden euro’s of een ton extra. Veel mensen willen een deel daarvan aan een goed doel besteden. Maar dat gulle gedrag wordt de laatste jaren overschaduwd door, vaak terechte, kritiek op goede doelen.” Vooral de verhalen over geld dat aan de strijkstok blijft hangen, maakt mensen onzeker. „Daarom vonden wij het tijd voor degelijke informatie.” De cursisten, die óf 550 euro per dagdeel betalen óf 2500 voor het hele programma, leren eerst te ontdekken welke organisatie of welke vorm van hulp bij ze past. Sax: „Waar wind je je over op als je de krant leest? Affiniteit met een goed doel is een eerste stap, maar je moet er ook tijd aan besteden om informatie in te winnen en te bedenken welke verandering je wilt bewerkstelligen.” En hoe doorgrond je de goede-doelenwereld? Wat is de nieuwe ANBIwet en het CBF-keur? Hoe kun je weten of een organisatie betrouwbaar is? „Een van de tips die we geven is: lees het jaarverslag. Maar dan moet je wel weten hoe dat moet en wat
daar allemaal in zou moeten staan. Als het jaarverslag niet transparant is, weet je eigenlijk al genoeg.” Sax runt zelf inmiddels haar eigen adviesbureau. Het geld van de cursisten gaat naar haar eigen onderneming. „Ik bied een dienst aan en dat kost geld. Maar daar wordt in de goede-doelensector vaak raar over gedaan: het moet allemaal niks kosten. Maar deze cursus is er juist op gericht om verkwisting bij goede doelen tegen te gaan.”
Wees effectief en lees het jaarverslag Marjan Sax
’Te veel geld moet je als goed doel niet willen’ Henk van Stokkom is één van de gastdocenten van de Donor Academy. Hij zal vertellen over de betrouwbaarheid, kosten en resultaten in de goededoelensector. Van Stokkom zegt dat bij organisa-
ties die te ruim in hun jasje zitten al gauw problemen ontstaan. „Dan komen de snoepreisjes, de mooie kantoren en alle andere extra’s al gauw om de hoek kijken. Dan begint de verrijking.” Een
donateur die de stichting Oud in Afrika, waar Van Stokkom de voorzitter van is, onlangs 5000 euro wilde schenken heeft Van Stokkom dan ook vriendelijk bedankt. „Voor zowel het jaar 2008 als 2009
waren wij al rond, dus zijn geld kon pas in 2010 besteed worden. Ik heb hem dat uitgelegd en hem op een aantal alternatieve organisaties gewezen. Je moet als goed doel niet inhalig zijn.”
FOTO EPA