Dagkrant Amsterdam 22 Oktober 2007

  • October 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Dagkrant Amsterdam 22 Oktober 2007 as PDF for free.

More details

  • Words: 2,845
  • Pages: 2
4

< maandag 22 oktober 2007 > 6-Daagse van Amsterdam

Stand 14e Zesdaagse van Amsterdam

powered by

t r e b o s R n e p p i Sl Vragen

SCHEP

STAM

Vandaag is voor ons als pIstiers de officiele seizoenstart met de Zesdaagse van

Plaats

Ploeg

Renners

Ronden

Punten

1

2

Stam - schep

0

332

spannend seizoen met de grote vraag voor

2

4

Llaneras - Galvez

0

178

mij, of alles weer wordt zoals het was. Aan

3

1

risi - marvulli

1

380

maar aan de andere kant ben ik toch wel

4

3

keisse - beikirch

1

283

erg zenuwachtig.

5

10

Mørkøv - Rasmussen

6

240

overwinning voor Danny en mijzelf in een

6

12

vierhouten - aeschbach

9

144

7

7

pronk - pronk

11

110

8

9

stroetinga - terpstra

18

134

9

11

defauw - van mechelen

19

277

10

8

mouris - hester

22

135

11

8

traksel - dörich

32

78

12

5

Amsterdam. Het begin van wederom een

de ene kant kijk ik er heel erg naar uit, De voorbereidingsfase

verliep in ieder geval goed, met zelfs een wegkoers. Ook de trainingen op de baan gingen lekker, maar toch blijft er die twijfel. Is de oude fysieke kracht weer terug, blijft het bovenlijf na een aantal dagen ook nog fit, hoe speelt het allemaal in mijn hoofd? Allemaal vragen die me de laatste weken ook erg bezig hebben gehouden. Toch heb ik er vertrouwen in dat het, zeker hier in het Velodrome, goed zal gaan. Het zal zeker niet makkelijk zijn, maar met de wetenschap

Win nu een kunstwerk over de 6 Daagse !!

dat het publiek weer achter het duo StamSlippens zal staan, hebben we in ieder geval een straatlengte voor op de concurrentie.

Deponeer uw visitekaartje met persoonlijk email adres bij de info balie

Zelf ben ik blij dat ik er, na mijn blessure,

Tijdens de 6-daagse van Amsterdam van 22-27 oktober 2007 is er een bijzondere expositie van kunst over de wielrensport in de VIP omloop van het Velodrome.

Nederlandse publiek kan rijden. We gaan

SPARTS exposeert het werk van Horst Brozy, Jan van Diemen, MIP en Wil Willemsen. U kunt de kollektie van Sparts ook bekijken op Internet WWW. SPARTS. NL

Robert

weer bij ben en samen met Danny voor het ons van onze beste kant laten zien hier in Amsterdam!

www.slippensstam.nl

nummer 1 - Maandag 22 oktober 2007

Maandag 22 oktober

Première Avond

Vooruitzicht op 15e Zesdaagse van Amsterdam

VOORPROGRAMMA 18.00 Mini 3 Daagse GP Adrie Hoogland HOOFDPROGRAMMA 19.00 Voorstellen deelnemers Sprint Zesdaagse 19.10 Keirin Cup GP Schijf 19.15 Openings- ceremonie & Voorstellen koppels 6 Daagse 19.35 Puntenkoers GP Wieler Magazine 19.55 Koppel Afvalkoers GP Bioracer 20.15 Sprint Cup GP Koga Miyata: Tijdrit 20.25 Auto Supersprint GP Stern Partners 20.40 Koppeltijdrit GP Schijf 21.00 Sprint Cup GP Koga Miyata: 1/2 Finales Uitreiking Moeders Mooiste aangeboden door Schijf Groep 21.10 Koppelkoers GP Drukkerij Koopmans 22.00 Sprint Cup GP Koga Miyata: Finale 22.10 Show: DJ Norman Soares 22.30 Team-Sprint Cup GP Plusine 22.40 Derny GP Telegraaf: 1° reeks 22.55 Afvalkoers GP Sportweek 23.10 Derny GP Telegraaf: 2° reeks Huldiging 23.30 Einde

Vorig jaar kopte de dagkrant van de Amsterdamse Zesdaagse dat Danny Stam en Peter Schep voor een zware taak stonden. Stam’s maatjes Roert Slippens was immer ernstig gevallen in Belgie en voor maanden uitgeschakeld. Van een gehoopte terugkeer halverwege het zesdaagsenseizoen was zelfs geen sprake. Vandaag is dat wel het geval en kopt de dagkrant weer. Nu met; Danny Stam en Robert Slippens staan voor zware taak. Beiden hebben de afgelopen maanden met overwinningen op de weg laten zien dat de vorm en conditie goed. Deze week zullen zij die naar een hoog niveau moeten brengen, want de concurrentie is groot. De zege in de Zesdaagse van Amsterdam geeft immers prestige. Vorig jaar wist het gelegenheidskoppel Stam-Schep op indrukwekkende wijze

Six Day Founders Sponsors & Partners Mediapartners

de 14e Zesdaagse van Amsterdam te winnen. Ook in Maastricht streed het duo tot het laatst om de zege. Door de terugkeer van Slippens moest Schep op zoek naar een andere koppelgenoot. Voor Amsterdam werd die gevonden in de persoon van de Duitser Erik Zabel. Hij won vijfmaal de groene trui in de Tour en was de afgelopen winter met Bruno Risi winnaar van de Zesdaagsen Dortmund, München en Bremen, het. Gesteund door oud-wereldkampioen puntenkoers Schep zal Zabel de komende week in het Amsterdamse Velodrome het beste van zichzelf geven. Voor het eerst in zijn imposante loopbaan als zesdaagsenrenner buiten Duitsland, maar zeker met de intentie dat feit te versterken met de eindzege. Zij zijn niet de enigen.

deelnemersveld dat deze de strijd met elkaar aanbindt. “Het beste veld tot nu toe en zeker vijf koppels hebben kans op de eindoverwinning. Naast ons thuiskoppel dus Schep-Zabel, maar zijn ook RisiMarvulli, Keisse-Bartko en Llaneras-Torrent kanshebbers. Daarnaast zullen youngsters als Terpstra, Stroetinga, Hester en de rest voor vuurwerk zorgen”.

Directeur Frank Boelé is trots op het

Bertus Raats

Robert Slippens en Danny Stam zijn er sowieso klaar voor. Na een spijkerharde training achter de derny van gangmaker Jan Jonker afgelopen week merkte Slippens op; “Het fietsplezier is er weer en de vorm om te kunnen knallen komt er aan”. Danny Stam knikte alleen maar grijnzend. De concurrentie is gewaarschuwd; de Vliegende Hollanders komen er aan.

Met nieuwe positie op de fiets terug in Amsterdam Sprintlegende Jan Derksen blij met nieuwe topgeneratie “Matthé Pronk en ik zijn een ‘old school’ zesdaagsekoppel” Vanaf vandaag komt de wereldtop op de sprint dagelijks in actie in de Zesdaagse van Amserdam. Tot groot genoegen van tweevoudig oud-wereldkampioen Jan Derksen. De Amsterdammer is inmiddels 88 jaar en nog steeds zeer geïnteresseerd in het doen en laten van de sprinters. Vanavond lost hij het startschot voor de sprintzesdaagse die begint met het onderdeel keirin.

Afgelopen baanseizoen ging het niet zo lekker met Marc Hester. Zijn sportieve prestaties waren niet echt slecht, maar

Met genoegen vertelt Derksen hoe hij als sprinter de hele wereld afgereisde. „In Australië, Japan en Denemarken waren handicapraces voor de totalisator. Ik moest altijd van 0 af en dan was het 3 of 4 km rammen. Soms startte ik met een ronde achterstand, maar wist dan toch nog te winnen.” Derksen was niet alleen een man van de korte afstanden, maar kwam ook tweeëntwintig maal in actie in een zesdaagse. Daarvan stond hij drie keer op het podium; in 1955 in Parijs tweede met Gerrit Schulte en Gerrit Peters - een jaar later in dezelfde samenstelling derde in Antwerpen en in de Sinjorenstad eindigde hij in 1958 eveneens derde met Wim van Est en Wout Wagtmans. „Nee, winnen zat er niet in”, klinkt het zonder spijt. Jan Derksen kende het zesdaagsenwereldje als geen ander. Nog actief als renner contracteerde hij al renners voor de zesdaagsen. „Ik kende alle baandirecteuren en reed en sprak iedere baanrenner. Het was dus niet zo gek dat de contacten op een gegeven moment allemaal via mij liepen. Honderden zesdaagsen heb ik op die manier meegemaakt. In 1997 nam Patrick Sercu het van me over. Tsjonge, alweer tien jaar geleden. De tijd gaat hard. Maar ik ben blij dat de sprint nu weer zo in de belangstelling staat door de verrichtingen van onze jongens”, springt hij trots over naar zijn stokpaardje de sprint. Waar de huidige wielerjeugd zich kan verheugen in fraaie wieleraccommodaties en snelle pistes, daar was de start van de jonge Jan Derksen als wielrenner totaal anders. „Ieder dorp had wel een baantje. Daar reden dan bekende renners als Pijnenburg enzo mee. Daar hoorde je van als klein jochie. In De Lutte hadden mijn ouders een mooi groot huis en achter in de tuin had ik met vriendjes een grote kuil gegraven. Afgekeken van de kermis waar je altijd een ‘steile wand’ had. Dat deden ze met motoren. Nou, wij deden het met de fiets. Een steil kommetje van zand en hooguit 15 meter lang. Wat een capriolen haalden we daar uit. Maar ik heb er wel door leren sturen. Later had ik daar op het eerste baantje van 166 meter in Alkmaar heel veel aan”, lacht hij ruim driekwart eeuw later.

UIT DE OUDE DOOS

Bertus Raats

6

De geschiedenis van Piet Dickentman, geboren in 1879, is eigenlijk de geschiedenis van de motorgangmaking; ’Vanaf de menselijke voortbeweging via de electrische drie-zitter en de benzinetandems tot aan de moderne gangmaakmachine zoals wij die

nu kennen’, was te lezen in een sportblad dat ruime aandacht schenkt aan het overlijden van de 71-jarige Dickentman in 1950. Hij begon in 1896 op een quintet. Dat wil zeggen vijf renners op een fiets, het befaamde Mulderquintet. De 17-jarige Dickentman als laatste man. Zijn taak was niet alleen trappen, maar ook opletten als de tegenstander ’kwam’. Later bleek hij in trainingen als stayer spelenderwijs te

kunnen volgen. Zijn talent kwam bovendrijven. In Wenen (1899) begon zijn echte stayerscarrière. Het ging Dickentman zelfs zo goed dat hij in zijn grote tijd - ruim gesponsord door onder meer fietsfabrieken - vier gangmakers in dienst had voor zijn twee motortandems. In Duitsland was hij de meest gevraagde buitenlander. Vele Grote Prijzen, Gouden Wielen en ’Meisterschaften’ won hij. In 1903 werd hij in Kopenhagen onbetwist wereldkampioen, nadat hij al eerder Europees kampioen was geworden. Later schat- en schatrijk strooide hij, rondgereden in een rijtuig, met geldmunten om zijn talloze bewonderaars te plezieren en naar de wedstrijden te lokken. In 1928 neemt hij na dertig jaar stayeren afscheid van de wielrennerij.

Veel favorieten Tijdens de Zesdaagse van Amsterdam is de nummer zeventien in de UIV-stand gekop-

Vraag 1; Wat is uw betrokkenheid bij de Zesdaagse van Amsterdam? Vanaf de eerste versie in het Velodrome is Topsport Amsterdam partner van Frank Boelé en ondersteunen wij dit evenement van harte.

Topsport Amsterdam De onmisbare schakel op weg naar goud. Zo profileert Topsport Amsterdam zich. Vandaag heeft de organiseert haar periodieke bijeenkomst tijdens de 15e Zesdaagse van Amsterdam. Een perfect podium als het over topsport gaat. Bureaudirecteur Tom Krijns beantwoordt de zes vragen over de zes dagen baanwielrennen, maar wat doet Topsport Amsterdam? Manager communicatie Yuri van Eiden doet het graag voor u uit de doeken.

meer naar achteren zit en sindsdien ben ik gelukkig klachtenvrij”, aldus de jonge Deen. Afgelopen seizoen verbleef Marc voor het grootste gedeelte in ons land, om voor de Nederlandse Lowik-formatie een volwaardig wegprogramma te kunnen rijden. „In Denemarken had ik het na dertien jaar wel gezien, bovendien wilde ik me centraal in Europa vestigen. Ook nu met de zesdaagsen is dat een enorm voordeel. Minder reistijd en vooral meer rust in je hoofd, daar ging het mij vooral om. Helaas grossierde ik dit jaar vooral in tweede plaatsten, maar ik ben ervan overtuigd dat alle inspanningen deze zomer mij een stuk sterker hebben gemaakt. Ik duik dan ook vol vertrouwen het baanseizoen in.”

nu directeur Krijns aan het woord.

over

Piet Dickentman begon op vijfmans-racefiets ‘Uit de oude doos’ besteedt deze zesdaagse aandacht aan de Amsterdamse wereld- en olympisch kampioenen. Vandaag de schijnwerper op Piet Dickentman. Deze Amsterdammer werd in 1903 als stayer in Kopenhagen wereldkampioen lange afstand. Dickentman, die vooral in Duitsland populariteit genoot, geldt als de eerste Nederlandse renner die goed van zijn sport kon leven.

hij kreeg steeds meer problemen met zijn zitvlak. Uiteindelijk brachten twee operaties en een nieuwe fiets, met verbeterde zitpositie, de oplossing. Aan de vooravond van de winterperiode is de jonge Deen weer helemaal klachtenvrij en klaar voor het nieuwe zesdaagseseizoen. Rond deze periode lag de 22-jarige Hester vorig jaar nog twee dagen in het ziekenhuis, waar hij onder volledige narcose werd geopereerd aan zijn ‘achterste’. Niet bepaald een florissante start van zijn zesdaagseseizoen. „De problemen bleken uiteindelijk te worden veroorzaakt door mijn positie op de fiets. Ik heb nu nieuwe fietsen laten maken, waarop ik

“Wij bevorderen het klimaat waarin (jonge) Amsterdammers hun sportieve talenten kunnen ontwikkelen en etaleren. Topsport Amsterdam ondersteunt ook jeugdige talenten, topsporters, topverenigingen, nationale sportbonden en organisatoren van (inter)nationale evenementen. Wij doen dat niet alleen, maar met de afdeling Sport van de gemeente Amsterdam, onderwijsinstellingen in Amsterdam (van basisschool tot universiteit), met sportmedische instellingen, woningbouwcorporaties, accommodatiebeheerders en met het sponsorend bedrijfsleven. Topsport Amsterdam heeft de expertise in huis om maatwerk te leveren voor individu, team en organisator, die ambities hebben voor goud”, waarmee hij duidelijk maakt dat Topsport Amsterdam het kennis- en informatiecentrum voor de topsport in de regio Amsterdam is. En dan

Vraag 2; Heeft u zelf een fiets? Als geboren Noord-Hollander heb ik natuurlijk een fiets en ik doe alles in de regio ook nog steeds op de fiets (van Fietsspecialist Piet de Wit). Vraag 3; Wat is uw favoriete koppel? Robert Slippens en Danny Stam. De thuisfavorieten. Vraag 4; Zaken doen en wielrennen .... Juist bij een zesdaagse is dat onlosmakelijk aan elkaar verbonden; of zoals de Belg dat zegt: dat regelen we tussen de pot en de pint. Vraag 5; De Zesdaagse is ... Een unieke combinatie van topsport en entertainment en hopelijk nog vele jaren in Amsterdam. Vraag 6; Motoren in de baan! Dat is voor mij dorpsgenoot Piet de Wit achter Noppie Koch: wereldkampioen in 1966 en 1967 en in 1966 liep het hele dorp Wormer uit.

peld aan routinier Matthé Pronk. Volgens Hester een perfecte maat: „Pronk en ik zijn een ‘old school’ zesdaagsekoppel. Vroeger bestonden zesdaagseploegen meestal uit een sprinter en een sterke doordouwer. Hopelijk kunnen we in de ‘kleinere’ onderdelen, als derny’s en scratch een paar keer winnen, maar voor de eindzege komen we waarschijnlijk niet in aanmerking. Zo realistisch ben ik wel.” De Deense sprinter durft geen voorspelling te doen wie uiteindelijk wel op zaterdag met de bloemen zal zwaaien. „Er zijn zoveel favorieten voor deze zesdaagse. Ik denk dat zeker vijf koppels kunnen winnen. Maar houd voor de rest van het seizoen ook Terpstra en Mouris in de gaten, die rijden beter dan menigeen verwacht. Ik denk dat zij weleens de verrassing van deze winter kunnen worden.” John den Braber

Loopneus Dichter slikt Propranolol Het feestbeest snuift Wat coke De hippie rookt Een joint De zakenman soms ook Ter wille van De spraakzaamheid Drinkt half Nederland Een neut Maar neusspray Voor een loopneus Van de wielrenner Oh jé Huisdichter Cornelis Februari 2007

Dik Bruynesteyn: Renners tekenen is het moeilijkst De bal is rond weet striptekenaar Dik Bruynesteyn. Maar voor hem moet een fietswiel ook rond zijn. „Ik teken graag mensen in beweging. Altijd voetballers, maar ik vind nog steeds wielrenners het moeilijkste te tekenen. Mooi en in stijl op de fiets. Maar altijd moet het wiel rond zijn. Ook ovaal getekend. Het moet de goede verhoudingen weergeven. Zo’n fiets tegenwoordig met zo’n schuine buis…. Ach”, aldus Bruynesteyn, onlangs de acht kruisjes gepasseerd, die decennia lang de aandacht trekt met zijn karikaturen. Ook van wielrenners en kunnen we deze week weer dagelijks genieten van zijn bijdrage aan De Dagkrant van de Zesdaagse van Amsterdam 2008; ‘Moeders Mooiste’. Geboren in Rotterdam kwam peuter Dik al heel snel in de wandelwagen naar Amsterdam. „Nou ja, in Badhoevedorp. Was ik een jaar of twee, denk ik. Nou is het leuke dat daar de houten wielerbaan van Olympia stond”, herinnert Bryunesteyn zich de tijd dat de wielersport in zijn leven kwam.. „Als jongetje van een jaar of 12 ging ik voor de oorlog naar de baan om de wedstrijden te zien. En iedere keer als ik Henk Faanhof zie komt me een wedstrijd van hem voor de geest. Hij zal een jaar of zeventien geweest zijn en reed een achtervolging tegen een renner van wie ik de naam niet meer weet. Die renner ging in ieder geval als een raket van start en kwam al heel snel op een meter of drie, vier van Faanhofs wiel. En wie dacht dat Faanhof voor de bijl ging had het mis. Geleidelijker ging hij harder, werd het gat weer groter en uiteindelijk won Faanhof die achtervolging. Dat staat nog steeds in mijn geheugen gegrift”. In de afbraak van de Olympia-baan tijdens de Tweede Wereldoorlog had de kleine Bruynesteyn ook een hand. Ik hielp als knulletje van vijftien mee om de baan af te breken . Die verdween dus in de kachels en fornuisjes. Om te koken en voor de warmte”, weet hij nog. Herinneringen aan die tijd heeft hij nog steeds als het parkeerterrein van het Velodrome aan de Sloterweg oprijdt. „Dan kijk ik altijd even naar dat vierkante witte huis met dat platte dak er tegenover. Jaaaa, dáááár woonde in die tijd het mooiste meisje van de school, Cootje Kuipers. Mijn eerste meisje. Nou ja, in die tijd deed je helemaal niks, maar zeiden ze wel van; kijk, hij ‘loopt’ met Nellie of zo. Ik dus met Cootje. Mijn nieuwsgierigheid won het een paar jaar geleden en ik belde aan bij dat huis. Cootje Kuipers? Nooit van gehoord”, schatert hij nu. Dik Bruynesteyn geniet deze week van de baansport. „Op de weg is het altijd harken of bergop soms lopen, bij wijze van spreken. Maar de baansport is een sierlijke sport, balletachtig. Fantastisch om te zien. En als ik dat op papier kan zetten ben ik trots en vol voldoening”. Bertus Raats

Related Documents