Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Lucas van Zuijlen
Boshuisje De Uil van Zonnestraal
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Lucas van Zuijlen
Restauratie 2006 Publicatie november 2007
3
Inhoud
Voorwoord Inleiding
i 5 7
1) De geschiedenis van Zonnestraal 1.1 Het Zonnestraalcomplex 1.2 Geschiedenis en gebruik van de boshuisjes
9 15
2) Huidige situatie van de boshuisjes 2.1 Diversiteit van de aangetroffen boshuisjes 2.2 Architectonische uitwerking en techniek 2.3 Tekeningen 2.4 Opname kwaliteit en originaliteit
25 27 31 39
3) Visie hergebruik van de boshuisjes
43
4) Restauratie van De Uil 4.1 Demontage 4.2 Restauratie (verf, hout, staal) 4.3 Montage (glas, hang- en sluitwerk, dakbedekking)
45 47 51
5) Toekomst van de boshuisjes
53
6) Restauratiegegevens De Uil
55
Noten Literatuur en beeldmateriaal Colofon
56 57 58
Voorwoord
In het najaar van 2005 heeft een groep van acht
relaties met bijvoorbeeld het andere schaalniveau van
bachelor studenten van de Faculteit Bouwkunde van de
het landschap. Maar ook de voor iedere opgave
Technische Universiteit Delft het initiatief genomen om
onontbeerlijke communicatie met stakeholders zoals
buiten de kaders van het reguliere onderwijs van ®MIT
opdrachtgever, adviseurs en vergunningverlenende
te treden. In de vorm van een zelf opgezet keuzevak
instanties als monumentenzorg maken deel uit van de
en onder de naam ‘verdiepingsmodule’, hebben de
complexiteit van de echte restauratieopgave.
studenten een kleinschalig object met monumentale
Eigen initiatieven van studenten, op deze manier ter
waarde gekozen: een boshuisje van architect Duiker,
hand genomen, acht ik zeer waardevol. Juist het kleine
een onderdeel van de landschappelijke aanleg rondom
en waardevolle architectonische object, tot op het
het sanatorium Zonnestraal bij Hilversum.
detail ontleed en weer samengesteld, gecombineerd
Van een van de boshuisjes is de restauratie zelf ter
met de nieuwsgierige en geïnspireerde houding van de
hand genomen. Daarbij ging het natuurlijk om het
architect-ingenieur die de breedte van de opgave
toetsen van gekozen restauratieuitgangspunten aan de
onderkent, is een uitstekend voertuig om te leren.
weerbarstige materie van de uitvoeringspraktijk. De confrontatie tussen ideevorming en de zelf verrichte
Job Roos
handarbeid, levert een niet te onderschatten ervaring op voor de te ontwikkelen houding van de architect die zich iets wil aantrekken van ‘het bestaande’. Uiteraard werden uit het project ook lessen getrokken voor zowel de theorie als de praktijk. De waarde van een oefening als deze, alhoewel in fysieke omvang beperkt, ligt bovendien in de te leggen
5
Door Jan Duiker ontworpen affiche voor de Zonnestraaldag. Dit was een dag waarbij op allerlei manieren geld werd ingezameld voor de exploitatie van het complex, bijvoorbeeld door middel van loterijen of verkoop van Zonnestraalzeep.
6
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Inleiding
Het idee om een van de kleinste rijksmonumenten van
gebouwen van de architecten J. Duiker en B. Bijvoet,
Nederland te restaureren, kreeg vorm in 2005 tijdens
kregen de studenten de opgave om in twee weken een
de voorbereidingen voor de viering van het honderd-
boshuisje op te meten en uit te tekenen. Op dat
jarig bestaan van de Faculteit Bouwkunde van de
moment stonden er drie boshuisjes op het terrein. De
Technische Universiteit Delft. Studievereniging Stylos
studenten hebben deze in kaart gebracht en, net als in
stelde voor om boshuisje De Uil van voormalig TBC-
de jaren dertig, vogelnamen toegekend, te weten Het
sanatorium Zonnestraal, dat vanaf het eerste jaar van
Roodborstje, De Gier en De Uil.
het bestaan van de nieuwe faculteit tot eind jaren
Gecharmeerd van de functie en de schaal van de
negentig als boekwinkel in de entreehal had gestaan,
boshuisjes en aangemoedigd door de gastdocente nam
1
2
op te knappen en weer tijdelijk terug te plaatsen op
een achttal studenten het initiatief om boshuisje De
de faculteit.
Uil eigenhandig te restaureren. De studenten maakten
Het kleine houten gebouwtje dat oorspronkelijke werd
een projectvoorstel dat werd goedgekeurd door de
gebruikt als dag- en nacht verblijf voor een beterende
hoofddocent Job Roos. Het achttal zou vanaf maart
TBC-patiënt, bleek te klein om er binnen het onderwijs
2006 in vrije avonden en weekenden aan het project
een (restauratie-)project van te maken. Het zwaar
werken. In mei 2006 werd TU-docent Lucas van Zuijlen
vervallen Dresselhuyspaviljoen van Zonnestraal werd
aangetrokken om de groep tijdens de uitvoering te
gekozen als onderwerp voor een restauratieplan voor
begeleiden en op 11 januari 2007 vond de oplevering
derdejaars bouwkundestudenten. Gastdocente Aimée
van de gerestaureerde Uil op het Zonnestraalterrein
de Back nam de groep van vijftien studenten enkele
plaats.
malen mee naar het Zonnestraal-complex in het
Door deze restauratie en bijbehorende voorstudies
Loosdrechtse Bos. Hiermee kwam ook De Uil weer in
werd duidelijk dat de boshuisjes behoorden tot zowel
het vizier, want als voorstudie op het ontwerpwerk
de sociale opzet alsook tot de geraffineerde
voor het paviljoen en om gevoel te krijgen voor de
architectuur van de door Duiker en Bijvoet ontworpen
bijzondere en experimentele detaillering van de
nazorgkolonie Zonnestraal.
7
Vogelvluchtfoto Zonnestraal (1931), hoofdgebouw met op de voorgrond in het midden het Ter Meulen Paviljoen en in spiegelbeeld daarachter het nog niet afgebouwde Dresselhuys Paviljoen. Linksboven twee werkplaatsen.
8
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
De geschiedenis van Zonnestraal
1
1.1 Het Zonnestraalcomplex De voorgeschiedenis
geschoven om Jan van Zutphen te helpen bij
Het ontstaan van een volwaardig TBC-sanatorium
het realiseren van een TBC-sanatorium. Door de
op het landschappelijk terrein nabij Hilversum
verslechterende financiële situatie van het KSF
begon in 1919 met de aankoop van het terrein door
was er echter zelfs geen geld voor het bouwen
het bestuur van het Koper Stelen Fonds (KSF). Het
van een noodsanatorium waar Duiker en Bijvoet
bestuur wilde hier een nazorgkolonie oprichten
reeds plannen voor hadden getekend. Wel had de
voor herstel van zieke personeelsleden in de
geneesheer-directeur van het ‘nieuwe sanatorium’
diamantindustrie. In de loop van de negentiende
samen met Duiker omstreeks 1919 een studiereis
eeuw stak de ziekte tuberculose (TBC) de kop
naar Engeland en Schotland ondernomen, waar de
op, waardoor veel werknemers arbeidsongeschikt
ontwikkelingen op het gebied van TBC-bestrijding
raakten. Effectieve geneesmiddelen tegen TBC
verder waren dan in Nederland. Beiden realiseerden
waren er nog niet. Ervaringen in diverse kuuroorden
zich dat het bouwen van een sanatorium veel
wezen uit dat rust, frisse lucht en veel zonneschijn
discipline van zowel de organisatie als van de
tot dan toe de beste geneesmiddelen waren.
patiënt vereiste. Begin jaren twintig werden
Het KSF was opgezet door Jan van Zutphen,
er, naar ontwerp van Duiker en Bijvoet, enkele
de secretaris van de Algemene Nederlandse
kleine bijgebouwtjes gebouwd, bedoeld voor de
Diamantbewerkers Bond (ANDB) te Amsterdam.
landbouwactiviteiten die op het terrein zouden gaan
Door het KSF werd vanaf 1905 geld gespaard voor de
plaatsvinden, zoals een kwekerij met kassen en
verpleging van de zieke werknemers aangesloten bij
enkele kippen- en varkenshokken (afb. p. 10).
de Bond.
In 1925 kregen Duiker en Bijvoet eindelijk de
In 1919 werden de jonge architecten Jan Duiker
opdracht een hoofdgebouw met twee paviljoens
en Bernard Bijvoet door H.P. Berlage naar voren
voor elk vijftig patiënten te ontwerpen.
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Zonnestraal
9
Kassen en broeibakken van de kwekerij. Ontwerp Duiker/Bijvoet.
Tekening van Duiker/Bijvoet voor verplaatsbare bloemenkiosk op het Zonnestraal terrein en een affiche over nazorg.
In de jaren na de Eerste Wereldoorlog veranderde
De werkzaamheden aan dit paviljoen werden in 1931
de architectuur in hoog tempo en daarmee ook de
hervat en in 1932 werd het paviljoen opgeleverd.
ideeën van Duiker en Bijvoet over de architectuur
Tijdens deze drie jaar veranderde er wederom veel
van Zonnestraal. Door hun fascinatie voor nieuwe
in de organisatie van het sanatorium alsook aan de
materialen en technieken ontwikkelden zij in deze
methodes voor de afbouw. Bijzonder aan de situatie
jaren een eigen vormentaal. Duiker zag onder
voor Zonnestraal was, dat door de ervaringen met
meer de door constructeur Wiebenga ontworpen
het hoofdgebouw, de afbouwtechnieken voor het
Nijverheidsschool in Groningen waar Wiebenga
tweede paviljoen veranderden en verbeterden.
een betonskelet met grote glazen gevels toepaste. Duiker zag daarin de oplossing voor de behandeling
De gebouwen
van TBC-patiënten: gebouwen met licht, lucht en
Het hoofdgebouw en de twee paviljoens zijn
ruimte. Mede vanwege zijn kennis op het gebied
gebouwen in betonskelet met buitenwanden die zijn
van beton werd Wiebenga betrokken bij het
opgetrokken in staal en pleisterwerk met veel glas.
berekenen en ontwikkelen van de vormen van de
Het hoofdgebouw ligt centraal tussen de paviljoens
betonconstructies voor Zonnestraal.
(afb. p. 8). De begane grond van het hoofdgebouw
Vanaf 1925 lagen er diverse plannen van Duiker en
bestaat uit vier afzonderlijke rechthoekige blokken,
Bijvoet voor de sanatoriumgebouwen op tafel. In
parallel naast elkaar gesitueerd. Het eerste, meest
1927 startte de bouw en in juni 1928 werden het
zuidelijke blok was het bad- en ketelhuis met de
hoofdgebouw en het Ter Meulen Paviljoen in gebruik
entree naar de douches en de hoofdzaal voor
genomen. Het Dresselhuys Paviljoen werd vanwege
patiënten. Het tweede blok was de keuken die was
geldgebrek niet afgebouwd. Er stond voorlopig
gescheiden in een gewone en een kosjere keuken.
alleen nog een onafgedekt betonskelet (afb. p. 8).
Deze laatste was er voor de vele joden die werkzaam
10
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Nazorgpatiënten aan het werk in de boomgaard.
Patiënten in arbeidstherapie in een van de werkplaatsen.
waren in de Amsterdamse diamantindustrie. Met twee
loopafstand twee werkplaatsen gerealiseerd, een voor
liftjes werden de maaltijden naar de bovengelegen
hout- en een voor staalbewerking. In 1931 werden er
grote zaal getransporteerd. Het derde blok herbergde
nog twee werkplaatsen bijgebouwd, een ervan was
aan de ene zijde de administratie en directie en aan
een boekbinderij.
de andere zijde de doktoren. In het vierde blok
Met het gereedkomen van het Dresselhuys Paviljoen in
werden, vooral ten behoeve van medisch onderzoek,
1932 was er meer behoefte aan dienstboden en
ernstig zieke patiënten behandeld. Op deze eerste drie
verplegend personeel. De dienstboden sliepen tot dan
blokken lag de kruisvormige grote zaal met drie grote
toe samen met het verplegend personeel in de houten
balkons. In deze zaal werd ’s ochtends, ’s middags en
villa Pampahoeve. Zij kregen een door Duiker en
’s avonds gegeten door niet-bedlegerige patiënten.
Bijvoet ontworpen gebouw dat vanwege het glazen dak
Tussendoor werd de zaal gebruikt voor koffie- of
boven de centrale ruimte de naam ‘De Koepel’ kreeg.
theepauzes en ’s avonds werden er voorstellingen
De zestien dienstbodes hadden hierin elk een eigen
opgevoerd of films vertoond.
kamer met een kast, een wastafel en centrale
De lange vleugels van de paviljoens waren een aaneen-
verwarming.
schakeling van individuele patiëntenkamertjes met aan de noordzijde een gang. Iedere kamer had een eigen
Het gebruik van het sanatorium
wastafel en een op het zuiden georiënteerd balkon van
Tijdens de studiereis die Duiker en de geneesheer-
anderhalve meter diep waar de patiënt buiten in de
directeur naar Engeland maakten, deden zij ervaring
zon kon liggen. Midden tussen de twee vleugels was
op met arbeidstherapie. Onder meer naar aanleiding
een conversatiezaal gesitueerd waar de patiënten
hiervan besloot het bestuur van Zonnestraal een
familie konden ontvangen.
nazorgkolonie te stichten waarbij de patiënten
Tijdens de bouw van het hoofdgebouw werden er op
therapeutisch werk zouden verrichten. Het zou daarbij
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Zonnestraal
11
Zuidgevel hoofdgebouw met de entree naar de grote zaal.
Grote zaal van het hoofdgebouw tijdens een voorstelling.
gaan om het uitvoeren van landbouwactiviteiten, het
mochten komen, en aan de ander kant die van het
maken van te verkopen producten, zoals meubels, en
personeel, dat opgesplitst naar functie zijn eigen
het onderhoud van de gebouwen, zoals schilderwerk.
personeels- en werkruimten in de gebouwen had.
In deze opzet zouden de patiënten dus fysiek bijdragen
Bij aankomst werden de patiënten afgezet bij de
aan de exploitatie van het Zonnestraalcomplex.
entrée van het hoofdgebouw waar de receptie was
In het Leerboek der Tuberculose-bestrijding van R. de
gehuisvest; hier kregen ze de nodige instructies
Josseling de Jong wordt de geschiedenis van de
omtrent het verblijf op het terrein.
arbeidstherapie in TBC-sanatoria uitvoerig beschreven.
Patiënten hadden hun eigen kamer in een van de
Vanaf de winter van 1892 deden artsen in Saksen
paviljoens. Mobiele patiënten maakten voor
ervaringen op met patiënten in arbeidstherapie. Het
ontspanning gebruik van de conversatiezaal tussen de
was de artsen erom te doen door het verrichten van
twee vleugels. Ze aten in de grote zaal van het
arbeid reacties op te wekken, die weer een verhoging van de immuniteit zouden moeten bewerkstelligen. In Nederland was het Bernhard Herman Vos, geneesheerdirecteur van het Volkssanatorium te Hellendoorn, die in 1905 voor het eerst de arbeidstherapie in Nederland invoerde. Letterlijk wordt beschreven dat het voor patiënten beter is in aansluiting op de kuur enige tijd 3
werk te verrichten.
Zoals bij alle sanatoria waren er op Zonnestraal twee gescheiden verkeersstromen: aan de ene kant die van de patiënten die zo min mogelijk met elkaar in contact
Keuken op de begane grond van het hoofdgebouw.
12
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Patiëntenvleugel met de patiënten in bed op het balkon.
Patiëntenkamer in één van de paviljoens.
hoofdgebouw samen met de patiënten die in de
eeuw al was voorspeld, kwam er gelukkig spoedig een
boshuisjes verbleven. Regelmatig werden de patiënten
einde aan de TBC-problematiek.
bezocht door interne artsen die bepaalden of
In de jaren vijftig vonden de eerste uitbreidingen van
patiënten vaker buiten mochten wandelen of geschikt
het complex plaats en in de jaren zestig werd in de
waren voor (meer) arbeidstherapie.
gebouwen op het terrein het algemene ziekenhuis van
Uit notulen van bestuursvergaderingen van 1930 blijkt
Hilversum gevestigd. De klinieken werden in de
dat het bestuur naast de geneesheer-directeur een
bestaande gebouwen ondergebracht en nieuwe
nieuwe bedrijfsdirecteur wilde aanstellen, die een
barakken en gebouwen werden toegevoegd.
4
‘schaap met 5 pooten’ zou moeten zijn. Naast zijn
In de jaren tachtig werd het gehele Zonnestraal-
taak om sturing te geven aan de arbeid in de werk-
complex gebruikt als verpleeghuis Zonnehoeve. Vanaf
plaatsen moest hij ook trachten de therapeutische
1993 stond een groot deel van de oorspronkelijke
landbouw van de grond te krijgen. Structurele
Zonnestraalgebouwen leeg. Bepaalde delen waren
agrarische activiteiten hebben op Zonnestraal
aangepast ten behoeve van de (medische) functie
nauwelijks plaatsgevonden.
en/of uitgebreid met eigentijdse ingrepen.
Vanaf 1929 tot de Tweede Wereldoorlog, met een
Door een enkeling werd er vanaf de jaren zeventig,
uitzondering van de crisisjaren 1932-1935, was het
door middel van tentoonstellingen en publicaties, actie
sanatorium maximaal door patiënten bezet. Tijdens
gevoerd om het oorspronkelijke ontwerp van Duiker en
de Tweede Wereldoorlog wilden de Duitsers
Bijvoet onder de aandacht te brengen.
Zonnestraal bezetten; dit werd voorkomen door ze te
In de jaren tachtig werd de architectonische waarde
wijzen op het besmettingsgevaar van TBC. Na 1945
van het complex door de Rijksdienst voor de
werd de sanatoriumfunctie weer volledig in gebruik
Monumentenzorg vastgesteld en in de architecten-
genomen, maar zoals aan het begin van de twintigste
wereld werd Zonnestraal als uniek erfgoed erkend.
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Zonnestraal
13
Dresselhuys Paviljoen in 2006, start restauratie najaar 2007.
Hoofdgebouw na restauratie in 2003.
Begin jaren negentig maakte de architectencombinatie Wessel de Jonge en Hubert-Jan Henket ontwerpen voor onder meer hergebruik van het hoofdgebouw. De uitvoering hiervan is in 2001 gestart en in 2003 voltooid en het gebouw huisvest op dit moment diverse medische bedrijven. Het Dresselhuys Paviljoen werd vanaf de jaren tachtig niet meer gebruikt en is sindsdien verwaarloosd. In het najaar van 2007 is er een start gemaakt met de casco-
Restauratie van drie werkplaatsen opgeleverd in 2003.
restauratie waarbij de constructie wordt hersteld en het gebouw wind- en waterdicht wordt gemaakt. Omdat dit paviljoen het meeste authentieke materiaal bevat, wordt de restauratie zorgvuldig uitgevoerd. Aan het Ter Meulen Paviljoen is de afgelopen decennia veel verbouwd en dit paviljoen zal op termijn ook zijn oorspronkelijke vorm terugkrijgen. De vier werkplaatsen zijn gerestaureerd en in gebruik door verschillende medische bedrijven. Dienstbodenhuis De Koepel is in 1995 (tevens) door bouwkundestudenten van de TU Delft gerenoveerd volgens een zelf ontwikkeld plan. Onder leiding van hoogleraar Joop van Stigt is het twaalfhoekige gebouw veranderd in een klein architectuurmuseum (afb. deze pagina). Studenten in overleg tijdens restauratie van De Koepel in 1995.
14
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
1.2 Geschiedenis en gebruik van de boshuisjes Van ‘ligtent’ tot boshuisje
en bovendien moest de ruimte stofvrij zijn.
Over het oorspronkelijke, dagelijkse gebruik van de
Als een patiënt ondanks deze nadelen toch thuis wilde
boshuisjes van Zonnestraal bestaan voornamelijk
kuren en een afzonderlijke kamer in het geheel niet
mondelinge verhalen die rijmen met de sociale en
beschikbaar was, dan was het een ‘zeer practische
medische geschiedenis van het sanatorium en met de
methode, in het bijzonder in Nederland toegepast, om
ideeën van de geneesheren en de architecten. Zoals
aan het huis een extra kamer aan te brengen, een
meerdere auteurs van boeken over Zonnestraal hebben
zogenaamd verplaatsbaar aanbouwtje. […] De
beschreven, was het verblijf van een patiënt in een
Algemene Nederlandse Vereniging “Het Groene Kruis”
boshuisje het laatste stadium van het genezingsproces,
beschikt over een standaard model. Het is een kamer
waarna ze naar huis terugkeerden.
van 2 bij 3 meter met dubbele houten wanden. Een
De ontwikkeling van deze losstaande huisjes, die in
voorportaal kan naar behoefte aan de linker- of
sanatoriatermen ook wel ‘ligtenten’ werden genoemd,
rechterzijde worden aangesloten (afb. p. 17), dat voor
wordt in het Leerboek der Tuberculose-bestrijding
de huisdeur wordt geplaatst en de verbinding met de
beschreven. Deze ontwikkeling begon bij het kuren in
woning vormt. De kamer heeft een eigen buitendeur.’
of nabij het eigen woonhuis: ‘Het is evenwel mogelijk
Ook kuren op hoger niveau aan huis was mogelijk met
voor patiënten, die wegens heimwee of om andere
een aanbouwtje op poten (afb. p. 16). ‘Indien er een
redenen niet naar een sanatorium kunnen gaan, een
tuin of land bij het huis is, kan daar een ligtent worden
ligkuur in eigen omgeving, thuis of in een ligtent bij
geplaatst, waar de patiënt een ligkuur kan doormaken
het huis te doen.’ Zo’n thuiskuur was ‘voor een
overdag en dikwijls ook ’s nachts, al naar de dokter dit
stadsmens niet makkelijk […] vanwege inloop en
voorschrijft. Er bestaan van deze ligtenten
5
verontreinigde lucht’. Andere complicerende factoren
verschillende modellen, die zijn op te delen in twee
waren de oriëntatie (zon, wind, warmte), de ventilatie
typen, draaibare en vaste. De laatste zijn belangrijk
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Zonnestraal
6
15
Amerikaans aanbouwtje.
‘Wooden Huts’ in Papsworth, 1919.
goedkoper, maar hebben het nadeel, dat men hen niet
voor deze openingen vliegengaas en plaatst horren in
naar de wind kan plaatsen. Vooral in Nederland is dit
de geopende ramen, om de muskieten te weren, die
nadeel groot, omdat men hier met de wind rekening
voor de rustbehoevende patiënt bijzonder hinderlijk
moet houden. Er bestaan echter ook vaste modellen,
zijn. Spuiten met D.D.T.-oplossingen zal hierbij ook van
welke aan den eis voldoen en naar verkiezing aan elk
veel nut zijn.’
der kanten geventileerd en geopend kunnen worden.
Duiker heeft in Engeland tijdens zijn studiereis
Bij een prijsvraag uitgeschreven door de Nederlandse
sanatoria met ‘ligtenten’ gezien (afb. hierboven) en
Centrale Vereniging tot bestrijding der Tuberculose,
zal, vanwege zijn vroegtijdige betrokkenheid bij
bleek de inzending van “Zonnestraal” te Hilversum het
Zonnestraal en de bijbehorende medische
beste model voor een goede, niet-draaibare ligtent te
ontwikkelingen op het gebied van TBC-bestrijding in
zijn (afb. p. 19). Sindsdien is dit model alweer
het algemeen, de ontwikkelingen van sanatoria vanuit
verbeterd en ook draaibaar te verkrijgen.
zowel organisatorisch alsook vanuit architectonisch
Men heeft er verder op te letten, dat de ligtent
oogpunt hebben gevolgd.
7
voldoende diepte bezit om een ligstoel of een bed erin te kunnen plaatsen zonder dat dit bij regen of wind nat wordt. Een aan alle zijden overstekend dak kan tegen het inregenen helpen, terwijl het aanbrengen van een dubbel dak, waartussen de lucht vrij kan circuleren, voorkómt, dat de ligtent door zonbestraling te warm wordt. Dit kan men ook tegengaan door boven in de zijwanden kleine openingen te laten aanbrengen, welke niet afgesloten kunnen worden. Men spijkert
Rij boshuisjes Zonnestraal met verpleegters
16
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Verplaatsbaar ziekenkamertje (met voorportaal) van de Algemene Vereniging ‘Het Groene Kruis’.
Verplaatsbaar ziekenkamertje.
Het gebruik van de boshuisjes
niet verstoord. – Nu en dan wipt er een pimpel- of
Een patiënt die in een boshuisje op Zonnestraal
koolmees bij me naar binnen, kijkt nieuwsgierig rond -
woonde, was in de laatste fase van zijn genezings-
fladdert op de grond of op m’n bed, om dan rrrt in
proces van de tuberculose. Gedurende deze periode
eens weer weg te vliegen. […] Ik zie een witte jas door
was de patiënt fysiek sterk genoeg om de koude van de
de bomen schemeren – de dokter maakt zijn
wintermaanden te trotseren en in staat meer arbeid te
gebruikelijke visite. ‘Zo, hoe gaat het?’ ‘goed dokter’
verrichten dan de ziekere, minder mobiele patiënten.
‘nog geen griep?’ ‘Neen dokter’ ‘Mooi zo, dag hoor’...
Dat het verblijf in een boshuisje betekende dat het
Weer alleen. Ik kruip dieper onder de dekens ... hè
einde van de behandeling naderde, valt op te maken
lekker zo – de kruik is zalig. Buiten vriest het – dus
uit een tekst die begin januari 1937 door een patiënt
binnen vriest het ook. Laat maar vriezen denk ik, goed
werd geschreven in het weekblaadje Zonnestraal Post
voor de griep. – De radio snerpt: […] Ik lig stil te
waarvoor patiënten zelf de inhoud aanleverden:
soezen en dan ... zie ik in gedachten een gezellige
‘Kuurkroniek […] Komt men als nazorger in een boshut
huiskamer – een vrouw – een snorrende haard en
(sic) terecht dan zijn vaak de grootste hindernissen
daarvoor een poes... […] Avond daalt over de
beslecht’.
Zonnestraalgebouwen en over het bos. Het is ineens
Dat de medische omstandigheden en dus ook het
helemaal donker. Ik steek mijn licht op .. kijk mijn
humeur van een patiënt door het verblijf in een
hut (sic) rond – pak een boek en probeer te lezen. […]
boshuisje erop vooruit waren gegaan, blijkt uit een
Ik slik iets weg ... en dan ... sluit ik de gordijntjes van
tekst van een patiënt, die zijn ervaringen in een
mijn hut ...... getekend Jaba.’
boshuisje beschrijft in hetzelfde blad Zonnestraal Post,
Deze impressie geeft een levendig beeld van het
in januari 1937 (afb. p. 18): ‘Mijmeringen: ’t Is stil om
verblijf in een boshuisje en het vooruitzicht van de
mij heen. Heel stil zelfs. […] Verder wordt deze stilte
terugkeer naar huis. In 1937, zeven jaar na het
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Zonnestraal
17
Gesloten boshuisjes in het dennenbos. Datum onbekend.
8
eerste plaatsing van de boshuisjes in het bos. ‘Thans volgen wij den dokter naar de z.g. boschhuisjes, waarin patiënten van meer gevorderd herstel huisvesting vinden; het zijn aardige 1-persoons huisjes, gebouwd in het dennenbosch nabij het hoofdgebouw. Deze boschhuisjes (sic) zijn gelijkvormig geïnstalleerd als de patientenkamertjes in de paviljoenen; alleen de verwarmings-radiator en de waschbak ontbreekt, aangezien geen leidingen door den boschgrond, zoo Voorpagina Zonnestraal Post van 30 januari 1937.
rijk aan wortels, kunnen worden gelegd: de in deze hutjes gehuisveste patienten hebben vlakbij een
bouwen van de eerste boshuisjes, waren alle
speciaal gebouwtje met voor ieder een waschbak,
kinderziektes verholpen en was er inmiddels elektra
spiegel enz., welk gebouwtje bovendien eenige closet
aangelegd. Zo blijkt uit een verslag van de technische
bevat.’
dienst die de werkzaamheden publiceerde in hetzelfde
Over een closetgebouwtje spreekt ook de heer Van der
weekblad Zonnestraal Post op 17 oktober 1936:
Krans die in 2007 zijn ervaringen heeft verwoord in
‘Betreffende de reparatie van elektrische leidingen en
een interview over zijn verblijf van ruim een jaar in
het aanleggen van nieuwe: de laatste tijd hebben we
een boshuisje in 1949. Hij heeft alle seizoenen mee-
veel aanleg in boshutten (sic) te verzorgen gehad’.
gemaakt in het dorp van circa veertig boshuisjes van
In een publicatie over de beginjaren van Zonnestraal
verschillende modellen. Hij beschrijft dat de
wordt beschreven hoe de situatie was ten tijde van de
boshuisjes sober waren ingericht met alleen aan de
18
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Twee typen boshuisjes in het bos, op de achtergrond een nieuwer, meer open model. Datum onbekend.
linkerkant een bed, in het midden een tafel met stoel en rechts een kast. Vanaf het moment van zijn bewoning mocht hij drie keer per dag een half uur wandelen en in de loop der tijd steeds meer. Drie maal per dag, om tien uur, twaalf uur en zes uur ’s avonds, tot de bel ging, konden de boshuisbewoners koffie drinken in de grote zaal van het hoofdgebouw en om acht uur ’s avonds werd er diner geserveerd. Midden in het boshuisjesdorp stond een sanitairblok
Boshuisje De Haan: bekroonde, niet-draaibare ligtent.
van circa vier maal de oppervlakte van een boshuisje. Iedere bewoner had daar zijn eigen wastafel. Volgens
hoofdstuk vijf: ‘Bouwplannen en financiële hulp
een tijdrooster kon er gebruik worden gemaakt van de
daarvoor’. De tekst geeft een goed beeld van de
douchevoorzieningen in het hoofdgebouw. Of Van der
urgentie van extra ziekenbedden: ‘Reeds geruimte tyd
Krans spreekt over hetzelfde closetgebouwtje als dat
is er plaatsgebrek en kan bij lange niet aan de
wat in de beginjaren wordt omschreven, is niet
aanvragen om plaatsing worden voldaan. Bij wyze van
bekend. Ook is niet bekend of het closetgebouwtje
noodvoorziening is er een ziekenpaviljoentje met 10
een ontwerp van Duiker was, omdat er geen
bedden in gebruik genomen voor de gewone patiënten,
(beeld)materiaal van is teruggevonden.
terwyl verder in het plaatstekort is tegemoet gekomen door den bouw van een 16-tal boschhuisjes (sic). Het
Eerste boshuisjes
plaatsgebrek is daarmee echter niet opgeheven en
De eerste vermelding van de boshuisjes in de notulen
afbouw van het 2e paviljoen blijft dringend
van het bestuur van Zonnestraal is op 8 juli 1930 in
noodzakelijk.’
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Zonnestraal
19
Gesloten type boshuisjes in het bos. Datum onbekend.
Rij open model boshuisjes. Datum onbekend.
Uit deze tekst blijkt dat de zestien boshuisjes in 1930
boshuisjes als onderkomen voor de beterende patiënt
reeds klaar waren, maar niet dat de boshuisjes gepland
gehandhaafd en worden nieuwere modellen gebouwd.
waren voor de nazorg. Opvallend is ook het feit dat de
In de archiefstukken komen we twee namen voor de
term nazorgkolonie al in 1929 niet meer van toepassing
boshuisjes tegen. De door het bestuur gebruikte term
was voor het inmiddels als ‘sanatorium’
‘boshuisje’ klinkt eerbiediger dan ‘boshut’, de naam
gekwalificeerde complex. De patiëntenstroom liep het
die waarschijnlijk door de bewoners en het personeel
eerste jaar gestaag op, zodat het bestuur de status van
is ingevoerd. De oorspronkelijke naam ‘boshuisje’ geeft
nationaal aangeschreven TBC-instelling aanvroeg.
min of meer aan dat het niet om een noodoplossing
Datzelfde jaar werd Zonnestraal erkend als
ging en dat Duiker en Bijvoet deze onderkomens, in
TBC-inrichting en vanaf dat moment stuurden
samenwerking met de doktoren, hadden gepland voor
consultatiebureaus en Raden van Arbeid patiënten naar
de nazorgtherapie.
Zonnestraal. De bedden werden dat jaar nog in gebruik
Het concept van ligtenten bij een TBC-nazorgkolonie
genomen door patiënten die er slechter aan toe waren
was bij Duiker en geneesheer-directeur bekend, onder-
dan de leiding in het concept van de nazorgkolonie had
meer door het bezoek aan de Papworth After-care
gedacht. Zij konden dus geen of minder arbeid
Colony bij Cambridge (afb. p. 16) in 1919. Opvallend is
verrichten dan was gepland.
dat ook de vorm van het dak van de boshuisjes van
De conclusie omtrent deze ontwikkelingen is deels
Zonnestraal lijken op die in Cambridge.
tegenstrijdig met de geschiedenis zoals we die kennen:
Over de kosten van een boshuisje wordt niet gesproken
op het moment dat de eerste zestien boshuisjes
tijdens de bestuursvergaderingen rond 1930. We
gereed waren, was Zonnestraal niet meer de
krijgen een indicatie van de kosten in de verslagen van
nazorgkolonie met bijbehorende arbeidstherapie zoals
het dagelijks bestuur. Op 6 januari 1930 wordt
in de bedoeling had gelegen. Toch blijven de
genotuleerd dat door een dame uit Den Haag, die
20
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Geëmailleerde gedenkplaatjes.
Draaibaar boshuisje vóór de werkplaatsen. Datum onbekend.
Rij waarschijnlijk draaibare boshuisjes van het open model. Datum onbekend.
kosteloos door dokter Van Lier op Zonnestraal is
Ontwikkeling boshuisjes
behandeld, door middel van een sponsoractie duizend
De exacte productiedata van de verschillende typen
gulden wordt geschonken voor drie boshuisjes (sic).
boshuisjes is niet bekend. Ton Idsinga schrijft dat
Op 12 maart 1932 wordt besloten de door ‘schenking
Duiker betrokken is geweest bij het ontwerp van de
verkregen boshuisjes van emaille bordjes,
eerste zestien boshuisjes. Recentelijk heeft hij
vermeldende de naam van den schenker’ te voorzien.
aangegeven dat het aannemelijk is dat Duiker bij zijn
Het maximale aantal boshuisjes dat op het terrein
bezoeken aan Zonnestraal de uitvoering en
heeft gestaan is niet bekend, maar op foto’s en volgens
ontwikkeling van de boshuisjes heeft begeleid. Ronald
overleveringen hebben er nooit meer dan veertig op
Zoetbrood meldt dat ‘eind 1929 patiënten, naar
het terrein gestaan.
ontwerp van Duiker, 16 boshuisjes hadden gebouwd’.
De boshuisjes werden gemaakt op Zonnestraal in de
Dit betekent dat Duiker minimaal één tekening van een
twee werkplaatsen voor staal- en houtbewerken. Hier
boshuisje moet hebben gemaakt. Deze is niet
werden meubels, marktkramen en andere verkoopbare
teruggevonden in het Duikerarchief in het NAi.
houten en stalen artikelen geproduceerd om geld op te
In het Leerboek der Tuberculose-bestijding staat bij
halen voor het onderhoud van de gebouwen. Het is
het bekroonde model voor niet-draaibare boshuisjes
aannemelijk dat de boshuisjes door de patiënten zelf
dat er op Zonnestraal reeds nieuwe en ook draaibare
werden gemaakt, maar dat is nauwelijks meer te
modellen te verkrijgen zijn. Het is aannemelijk dat
achterhalen. Wegens het voor het werk vereiste
Duiker bij deze laatste ontwikkeling betrokken is
vakmanschap, zal er bij de bouw zeker een
geweest. Vanwege zijn slechter wordende gezondheid
geroutineerde patiënt of vakman betrokken zijn
was Duiker vanaf de zomer 1934 nauwelijks meer
geweest.
actief als architect. Begin 1935 overleed hij.
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Zonnestraal
9
10
11
21
Constructie en borstwering van De Uil met omcirkeld de extra verstevigingen boven de open hoek.
Extra houten constructie boven de open hoek.
De exacte datering van boshuisje De Uil is onbekend,
geweest. Hij zal zijn kennis van de houtconstructies
de datering van ontwerp en bouw is discutabel.
hebben gebruikt en ontwikkeld om de open hoeken
Enerzijds is de detaillering uitgesproken intelligent en
van de boshuisje te kunnen realiseren.
duidelijk het ontwerp van een gecombineerde
In de jaren tachtig en negentig heeft er nog maar een
vakman/architect. Anderzijds is de detaillering ook
enkel boshuisje op het terrein gestaan. Deze is bij de
weer zo geraffineerd dat het zeker niet een van de
aanwijzing van Zonnestraal als rijksmonument
eerste modellen boshuisjes kan zijn. Boshuisje De Uil
opgenomen in de redengevende omschrijving van het
lijkt sprekend op het nieuwe model boshuisje, type
complex. Dit boshuisje, genaamd Het Roodborstje,
‘licht en lucht’ zoals het onderschrift vermeldt bij de
heeft een andere dakvorm, maatvoering en
foto (afb. p. 19) in het boek van Idsinga.
afwerkingen dan De Uil en het dak is niet in vier delen
De boshuisjes hebben zich verder ontwikkeld van
te demonteren, maar is één geheel. Dit boshuisje is in
gesloten modellen naar constructies met grotere
2007 gerestaureerd door VMBO-scholieren. Tijdens de
openingen. De schuine constructiebalken aan de
uitvoering bleek het huisje, gezien de houtsoorten,
binnenzijde boven de hoekramen zijn alleen bij het
afwerkingen en maatvoering, na 1945 te zijn gebouwd.
open model geplaatst om het gewicht van de open, niet-constructieve buitenhoek op te vangen (foto boven). Vanwege de overeenkomsten tussen de detaillering van de open hoeken van de boshuisjes en van het
de verschillende modellen boshuisjes betrokken is
Horizontaal detail van de open hoek constructie; stalen T- en L-profiel op elkaar geschroefd. Zie ook p. 37.
22
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
hoofdgebouw, is het aannemelijk dat Duiker bij de ontwerpen voor, maar vooral bij de ontwikkeling van,
3D-model van de diverse afwerkingen gemaakt door bouwkundestudenten van de TU Delft.
Locatie
lijk dat de huisjes als gevolg van deze ontwikkeling
Tijdens demontage van De Uil is gebleken dat dit type
niet meer in het bos zullen hebben gestaan.
boshuisje simpel en met minimaal vier personen in
Op foto’s uit omstreeks 1955 (afb. p. 24) staan circa
korte tijd uit elkaar te halen en dus te verplaatsen was
dertig boshuisjes tegenover de villa langs de weg naar
(afb. p. 46). Vanwege de eenvoudige demontage en
de werkplaatsen aan weerszijden van een pad be-
het ontbreken van gegevens over de oorspronkelijke
staande uit grote tegels. Op bijna alle bekende foto’s
locatie van de boshuisjes, is het moeilijk vast te stellen
met daarop het open model boshuisje, staan er meer-
welke locatie men beoogde voor de boshuisjes op het
dere op een rij langs een pad terwijl op oudere foto’s
Zonnestraalterrein. Mogelijk hadden de boshuisjes een
de meer gesloten modellen, minder georganiseerd, in
zomer- en een winteropstelling, of wellicht mochten
een bos staan.
patiënten in overeenstemming met de dokter hun eigen plek in het bos bepalen.
Aan de hand van de gegevens waarover we beschikken
De naam boshuisje geeft aan dat de locatie een plek in
kan geen definitieve conclusie worden getrokken, maar
het bos was, maar met de ontwikkeling naar een meer
het lijkt erop dat de eerste gesloten typen boshuisjes
open model is het niet logisch dat zo’n boshuisje in
nabij het hoofdgebouw, met enige afstand van elkaar
een donker bos geplaatst zou worden. Zoals blijkt uit
in een dennenbos hebben gestaan en dat de half-open
de eerder aangehaalde tekst (zie p. 16) uit het
en open modellen geleidelijk aan op een vaste rij aan
Leerboek der Tuberculose-bestrijding, werden er vanaf
een pad in de zon zijn gezet (kaart p. 24).
circa 1933 draaibare boshuisjes op het Zonnestraal-
Vanaf de aanleg van elektriciteit in de boshuisjes in
terrein gebouwd (wellicht is De Uil ook draaibaar
1936, zullen ze een vaste locatie hebben gehad. De
geweest). Dit betekent dat de boshuisjes op wind en
elektriciteitsleidingen zullen de draaibaarheid van de
zon georiënteerd konden worden. Het is dus aanneme-
boshuisjes weer gecompliceerder hebben gemaakt.
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Zonnestraal
23
Luchtfoto Zonnestraal (1955) met in kleur de boshuisjes.
Voorjaar 2006, zeven boshuisjes weer op een rij.
Kaart van landgoed Zonnestraal met aangegeven de locaties waar de boshuisjes oorspronkelijk kunnen hebben gestaan; in groen de mogelijke locaties van de jaren dertig en in roze de locatie van na 1945.
24
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Huidige situatie van de boshuisjes
2
2.1 Diversiteit van de aangetroffen boshuisjes Naar aanleiding van een artikel in het voorjaar van
(De Specht), een half open model (De Gier) en een
2006 over de restauratie van De Uil in een lokaal
open model (De Uil en de vier overige).
Hilversums nieuwsblad, droegen enkele oud-
Bij sommige boshuisjes is het hang- en sluitwerk nog
medewerkers van het verpleeghuis Zonnehoeve, die
origineel en bij enkele ook het oorspronkelijke,
een boshuisje in hun privétuin hadden staan, dit over
getrokken glas. Bij De Mus was zelfs een deel van de
aan de stichting die het landgoed beheert. In totaal
oorspronkelijke vaste kast nog aanwezig. Bij enkele
stonden er in het voorjaar van 2006 weer zeven
huisjes zijn de driehoekige ventilatieopeningen in het
boshuisjes op een rij.
dak dichtgezet of voorzien van kippengaas. Het is niet
Zoals op de afbeelding (p. 24) is te zien, hadden alle
bekend of dit al tijdens het gebruik door patiënten is
boshuisjes andere afwerkingen. Dit is gezien het
gebeurd. Om de isolatiewaarde van het boshuisje te
gebruik en de geschiedenis van de boshuisjes goed te
vergroten werd tegen de stijlen aan de binnenkant
begrijpen. De diverse afwerkingen zijn aangebracht bij
zachtboard gespijkerd (afb. p. 19), dat nog bij één
het latere gebruik, bijvoorbeeld wanneer men er een
boshuisje terug te vinden was. Bij De Uil is een gat in
tuinhuisje van maakte. Toch zijn er ook al verschillen
de buitenwand aangetroffen en een porceleinen
geweest tijdens het gebruik door de patiënten. De
elektriciteits-bevestiging hoog op de buitenwand.
studenten hebben voorafgaand aan de restauratie de
Een leuk detail van dit onderzoek is, dat de studenten
verschillen tussen de boshuisjes geïnventariseerd. Aan
de aanwezige zeven boshuisjes zelf een vogelnaam
sporen was af te lezen dat de gebruikers hun boshuisje
hebben gegeven, gebaseerd op de aangetroffen
op eigen wijze hadden ingedeeld en afgewerkt.
toestand, omdat de oorspronkelijke naam niet meer te
Bij een korte opname in 2005 werd vastgesteld dat de
achterhalen was. Op sommige boshuisjes was de
zeven boshuisjes uit drie verschillende modellen
afmeting van het oorspronkelijke bordje terug te
bestonden: een gesloten model met maar één zijraam
vinden en deze is overgenomen bij het nieuwe bordje.
Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
25
De andere zes boshuisjes
DE MUS
DE GIER
Vaste, oorspronkelijke kast nog aanwezig in De Mus.
DE SPECHT DE RAAF
DE GIER
DE SPREEUW 26
HET ROODBORSTJE Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
2.2 Architectonische uitwerking en techniek Negen geprefabriceerde panelen
elkaar geschoven, zijn aan de onderdorpel en de
Boshuisje De Uil is opgebouwd uit negen prefab
bovenconstructiebalk gespijkerd. In de twee
panelen die zijn samengesteld uit grenen delen
buitenhoeken van de achtergevel wordt na het
(afb. p. 38). Het liggende paneel, het vloerdeel,
bevestigen van de vier geveldelen een verticale
bestaat uit vier langsbalken (120x68mm) en twee
hoeklat gespijkerd (30x30mm). De beide zijwanden
randbalken van dezelfde afmeting. Daarop zijn houten
hebben in het midden een uitzetraam dat door
delen met mes en groef gespijkerd. Aan de randen van
verticale roeden in drieën is verdeeld en met een
het vloervlak is in deze delen de ruimte uitgespaard
uitzetijzer aan de onderzijde kan worden vastgezet op
voor het plaatsen van de stijlen van de zijwanden. Het
een pin in de vensterbank. Uitzetijzer en pin waren
vloerdeel van het niet-draaibare model boshuisje werd
van een destijds gangbaar fabrikaat (afb. p. 50).
in de hoeken op een stapel van drie à vijf betontegels
Aan de voorzijde van de zijgevel is een vast raam
gelegd en daarmee horizontaal gesteld. Met deze
geplaatst met aan drie zijden een houten kozijn en aan
ophoging werd ook ventilatieruimte onder de vloer
de zijde waar de gevel verbonden wordt met een haaks
gecreëerd.
erop staande voorgevel is het kozijn een stalen
Alle vier de geveldelen hebben een horizontaal
L-profiel. Dit zijn de enige stalen kozijndelen die
gelede borstwering met houten rabatdelen (170x21mm)
voorkomen in de boshuisjes van het open model. Bij
die tegen houten stijlen (48x72mm) zijn gespijkerd.
het gesloten type ontbreken deze vaste ramen en zijn
De achterwand van De Uil heeft geen kozijnen. De
de horizontale houten geveldelen tot aan het dak
borstwering en de verticale geveldelen worden
doorgetrokken (afb. p. 18). Bij de half-open modellen
gescheiden door dezelfde horizontale lekdorpel die in
zijn dit verticale houten delen aan de voorzijde van de
de andere gevels onder de kozijnen doorloopt.
zijwanden.
De verticale geveldelen(18x93mm), met een V-groef in Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
27
Niet-draaiende boshuisjes in de hoeken op betontegels gezet.
Lekdorpel onder de kozijnen en deur met scharnier.
De vaste ruiten van De Uil ‘hangen’ aan de boven- en
De maatvoering van alle houten delen is afgeleid van
zijkant met stopverf in het kozijn. Tussen het glas en
de ‘duim’ en de ‘voet’, respectievelijk circa 2,5 cm en
het kozijn, zowel aan de onderzijde als aan de
30 cm. Deze maatvoering is nog steeds gebruikelijk op
binnenzijde, is een kier van circa één centimeter.
houtwerkplaatsen.
Op het kozijn aan de onderkant zijn daartoe per raam twee kleine hoekstaaltjes vastgeschroefd om de ruit
Verbindingen
aan de onderzijde vast te klemmen.
De stijlen van de wanden worden zonder bevestiging in
De voorgevel heeft in het midden twee openslaande
sparingen in de vloerdelen gezet. Door de geveldelen
klapdeuren tot aan de hoogte van de borstwering.
met grote bouten door hoekstijlen van beide panelen
De constructie van de deuren is een schorende klamp
aan elkaar te verbinden, blijven de gevels in de juiste
waartegen de houten vellingdelen (18x93mm) met mes
positie. In de vier buitenhoeken van de wanden wordt
en groef zijn genageld. Hoe de deuren in dichte
een hoeklat (30x30mm) gespijkerd om functionele en
toestand werden vastgezet is onbekend, waarschijnlijk
esthetische redenen.
met een schuif in de vloer. Alvorens men de
De dunne stalen T- en L-profielen van de open hoek-
klapdeuren kan openen, moet eerst een houten
verbinding zijn met enkele schroeven aan elkaar
klapraam boven deze deuren naar buiten toe worden
vastgezet. Gezien de omvang van een paneel is het bij
opengezet. Hiertoe kan dit raam door middel van
montage van de twee panelen aan de voorzijde lastig
schuiven worden vastgezet aan de bovenliggende
om de gaten in de stalen profielen precies vóór elkaar
luifel. Hoe het klapraam in dichte toestand werd
te plaatsen en het schroefje precies dóór de gaten van
vastgezet is onbekend. In het klapraam was
beide profielen te draaien.
oorspronkelijk geen glas maar vliegengaas geplaatst,
De vier dakdelen zijn slim gedetailleerd en worden
waardoor weer en wind het boshuisje binnendrongen.
noch aan de gevelpanelen, noch aan elkaar verankerd.
28
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Dakconstructie met ventilatiegaten.
Onderzijde stalen kozijnprofielen met ‘zwevend’ glas.
De kepers van de dakdelen vallen in een sparing van de
de kozijnen en de binnenzijde van de klapdeuren
wandconstructie en door het gewicht en de schuine
hadden een gele afwerklaag. Op de buitenzijde van de
oplegging is losraken door opwaaien vrijwel
verticale geveldelen was de afwerklaag groen. Omdat
uitgesloten. Op oude foto’s is te zien dat op de hoeken
de patiënten zelf het schilderwerk deden, is dit altijd
een hoekprofiel is bevestigd, zodat bij demontage geen
goed verzorgd. Met uitzondering van het raamhout en
bitumen verwijderd hoefde te worden.
de raamkozijnen was de binnenkant van de wanden en het dak niet afgewerkt. Vanwege de goede ventilatie
Afwerkingen
door de vele kieren en openingen van het boshuisje, is
Het gevelhout van de borstwering en de klapdeuren in
al het houtwerk in zeer goede staat gebleven.
de voorgevel werden tot aan de hoogte van de
Na het monteren van de vier dakdelen werden er
lekdorpel van de kozijnen van oudsher met een laag
bitumen stroken op het dak gebrand. Op de dakdelen
zwart carboleum bewerkt. Dit teerhoudend materiaal
werd speciaal papier gelegd zodat het teer niet tussen
werd in voorgaande eeuwen veel gebruikt voor het
de kieren van de houten delen zou geraken. Het
waterbestendig maken van houtoppervlakken. Het was
oorspronkelijke bitumen had geen toeslag van grijs
een impregnerende vloeistof die dun werd aangebracht
leisteen zoals tegenwoordig gebruikelijk is en was
en die bij langdurige zonbelasting enigszins gaat
daarom zwarter van kleur dan huidige bitumensoorten.
kleven. Vanaf het einde van de twintigste eeuw werd
Over de ribben van het dak was een strook of profiel
carboleum als afwerkmateriaal verboden en in de
gezet. Tijdens een vergadering van het dagelijks
praktijk niet meer toegepast.
bestuur in 1931 worden de geëmailleerde bordjes met
Alle houten kozijnen, vensterbanken en staalprofielen
de namen van de sponsors vermeld. Deze werden links
waren wit geschilderd. De zijkanten van de stijlen ter
van de buitendeur op de borstwering geplaatst en de
hoogte van de kozijnen, de horizontale dagkanten van
bordjes met de vogelnamen rechts.
Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
29
Dakdelen liggen zonder bevestiging op de wandbalken.
Dakbalken grijpen over de wandbalk.
Dagkanten boven het kozijn van een open hoek.
Knooppunt hoekstijlen en dakpanelen.
Overstek hoekkeper.
Binnenzijde vensterbank - open hoek.
30
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
2.3 Tekeningen (niet op schaal)
Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
31
32
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
33
Details
34
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Doornede met detailnummers en details Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
35
Doorsnede met detailnummers en details
36
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Plattegrond met detailnummers en details Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
37
Uitgevouwen plattegrond met binnenaanzichten
38
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
2.4 Opname kwaliteit en originaliteit
Aanzichten en foto’s met in roze de niet originele delen Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
39
Opname van de kwaliteit van de materialen (voorgevel)
40
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Opname van de kwaliteit van de materialen (zijgevel) Hoofdstuk 2: Huidige situatie van de boshuisjes
41
42 Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Presentatie studenten: visie en exploitatie hergebruik boshuisjes
Visie hergebruik van de boshuisjes
Uitgangspunten voor hergebruik van alle boshuisjes: - het gedachtegoed bewaren, eerder dan letterlijk het materiaal conserveren; - aandacht hebben voor het verleden, zowel voor wat betreft het oorspronkelijke dagelijks gebruik als ook voor wat betreft het architectonische concept; - meerdere gerestaureerde boshuisjes clusteren; - nieuwe integrale functie bedenken voor alle boshuisjes.
3
veel toegepaste technieken aan nieuwe onderdelen bevestigen; - indien nodig het materiaal bewerken of vernieuwen volgens ingewonnen adviezen en onder begeleiding van een specialist; - niet-oorspronkelijke afwerklagen verwijderen; - overwegen welke materialen te gebruiken alvorens deze toe te passen (authenticiteit, kleur, duurzaamheid, etc.); - een passende, duurzame functie vinden voor het
Naar aanleiding van de opname en de uitgangspunten
gebruik van De Uil na de restauratie. Dezelfde
voor hergebruik hebben de studenten de aanpak en
functie voor alle te restaureren boshuisjes is
toekomst van De Uil met elkaar besproken en het
gewenst;
volgende besloten: - restaureren met respect voor het ontwerp van Duiker en Bijvoet; - alvorens aan de slag te gaan met de restauratie, eerst adviezen inwinnen bij gespecialiseerde partijen (inzake hout, kleur, verf, e.d.); - zoveel mogelijk van het oorspronkelijke materiaal
- nadenken over inrichting en gebruik (afsluitbaarheid, gordijnen, elektriciteit, water, etc.). Wellicht ook ontwerpen maken voor een tafel, een of twee stoelen, een kast en dergelijke; - nadenken en overleggen met ontwerpers van het Zonnestraalterrein over definitieve locatie en gebruik van alle boshuisjes.
behouden, eventueel houten delen voor de helft hergebruiken en volgens in eerste instantie oude en Hoofdstuk 3: Visie hergebruik van de boshuisjes
43
Demontage van het eerste dakdeel.
De nok is als eerste gedemonteerd.
Onderdelen overgebracht naar de Faculteit Bouwkunde in Delft.
44
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Restauratie van De Uil
4
4.1 Demontage De Uil is door de studenten in juni 2006 gedemonteerd.
gelicht, blijven de vier wanden op het vloerdeel
Als eerste is de nok tussen de twee middenkepers
rechtop staan doordat ze, met de 2x3 bouten aan de
weggenomen. Daarna werd de dakbedekking van het
achterzijde en 2x4 bouten aan de voorzijde, door de
dak losgetrokken. Onder de dakbedekking was een
dubbele stijlen in de hoeken van de gevels zijn
dunne laag papier op de houten dakdelen aangebracht.
bevestigd. De stalen kozijnen in de voorgevel zijn ook
Het dakleer zelf was niet oorspronkelijk, maar in
door middel van boutjes aan elkaar vastgemaakt.
sommige hoekjes waren nog wel enkele stukjes
Demontage van de kozijnen is een kwetsbaar punt.
origineel dakleer aanwezig. Geconstateerd is dat dit
Eerst moet de stopverf en het glas verwijderd worden
dezelfde dakbedekking is geweest als de
om de boutjes met volle kracht uit de profielen te
oorspronkelijke van het hoofdgebouw van Zonnestraal.
kunnen draaien. De vier geveldelen kunnen dan van
Het dak bestaat uit vier houten driehoekige panelen
het vloerdeel worden getild. Het vloerdeel zelf is het
waarvan elk overliggende paar gelijk is. Voor de
zwaarste en grootste deel van het boshuisje.
demontage bleken minimaal vier personen nodig,
Naast de geprefabiceerde panelen zijn ook enkele
waarvan twee het gewicht van de overige laatste twee
losse onderdelen van De Uil gehaald, zoals de nok, de
panelen omhoog houden zodra de eerste twee delen
luifel en de twee stalen dragers met glas van de luifel
worden weggenomen. Omdat de panelen zich op
en de koplatten van de ventilatie-driehoeken van het
hoogte bevinden, zullen twee personen op een trap
dak. Het gehele pakket is in een vrachtwagen vervoerd
moeten staan om het eerste deel van zijn plek te halen
naar Delft. Een open wagen (bijvoorbeeld een
en op de grond te zetten. De andere twee personen
glaswagen van een schilder) is een meer praktische
kunnen met een steel (of iets soortgelijks) vanaf de
oplossing voor het transport van de onderdelen,
grond de overige panelen omhoog houden (afb. p. 50).
vanwege het formaat van de vloer en de wanden.
Nadat de overige twee dakdelen van de wanden zijn Hoofdstuk 4: Restauratie van De Uil
45
Demontage van De Uil in circa dertig minuten.
46
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
4.2 Restauratie (verf, hout, staal) Om beter inzicht te krijgen in het vervaardigen en
de jaren heen meerdere lagen verf van verschillende
verwerken van de bouwmaterialen van De Uil, zoals
kleur over elkaar heen geschilderd. Kleurspecialiste
hout en staal, hebben de studenten onder leiding van
Mariël Polman heeft sinds 1995 het kleuronderzoek van
timmerman Piet van de Plas een excursie
alle gerestaureerde gebouwen van Zonnestraal gedaan
georganiseerd. In juli 2006 kreeg de hele groep een
en geadviseerd bij het kleuronderzoek van alle
rondleiding over een Brabantse houtzagerij, waar de
boshuisjes en de definitieve kleurkeuze van De Uil.
enorme boomstammen jaren op eigen terrein in de
Omdat schilderwerk en de kwaliteit van de verf
openlucht liggen om vervolgens tot houten balken en
samenhangt met het conserveren van de te vervangen
planken te worden verzaagd (afb. p. 59). Voor het
houten delen is onderzoek van en advies over de
verwerken van ruw hout tot geprofileerd hout voor de
oorspronkelijke afwerkingen van groot belang. Schilder
kozijnen bezochten de studenten een hout-
Pieter de Ruyter heeft, na het vaststellen van de
verwerkingsbedrijf, waar door middel van een
kleuren, geadviseerd over de toe te passen verven.
houtfrees profielen worden gemaakt en kozijnen
Op de binnenzijde van de buitenwanden werd onder
worden samengesteld. Als laatste werd een smidse
een witte verflaag een niet oorspronkelijke roze
bezocht, waar onder andere de beschadigde stalen
verflaag aangetroffen. Een discussiepunt ontstond of
driehoekige profielen van de luifel van De Uil door
de studenten beide verflagen zouden verwijderen
studente Carlijn, onder begeleiding van de smid, recht
binnen het restauratieproject. Na een proef waarbij
zijn geslagen.
met een verfbrander een travee van de achtergevel tussen twee stijlen werd schoongekrabd (afb. p. 48),
Voordat de studenten begonnen met herstelwerkzaam-
bleek dat het een intensieve klus zou worden.
heden van het hout is op de verschillende afwerklagen
Overwogen werd om de witte en dus ook de roze kleur
kleuronderzoek gedaan. In veel gevallen zijn er door
te behouden en in een later stadium te verwijderen.
Hoofdstuk 4: Restauratie van De Uil
47
Kleuronderzoek op hout.
Kleurwaaiers naast de afgekrabte verflagen.
Roze verflaag aan de binnenzijde.
In het onderzoeksvoorstel dat de studenten vooraf aan
was alleen de onderste in slechte staat en deze is aan
de restauratie hebben gemaakt, stelden ze voor om
alle vier de zijden vernieuwd. Van de verticale houten
voor alle zeven boshuisjes een plan te maken.
delen is circa vijf procent vervangen. Omdat delen in
Tijdens het proces ervaarden de studenten dat de
het midden van de wand moesten worden vervangen,
uitvoering meer tijd eiste dan verwacht en besloten ze
zijn de naastgelegen delen stuk voor stuk eruit gehaald
om alle energie in de restauratie van De Uil te stoppen
om het nieuwe hout op de juiste positie te plaatsen.
en deze onder meer zeer precies uit te tekenen.
De buitenzijde van het hout was oorspronkelijk groen
Voor het verwijderen van de verflagen onderzochten
geschilderd en deze kleur is weer over zowel de oude
de studenten enkele alternatieven. Het schuren met
als de nieuwe onderdelen aangebracht.
pannensponsjes over de met afbijtmiddel ingesmeerde
Voor de houten delen die voor de helft vervangen zijn,
verflaag bleek de beste methode. Vooral ruim gebruik
is gebruik gemaakt van een schuine las tussen het oude
van water om te spoelen bleek essentieel voor de
en het nieuwe hout. De gehele binnenzijde werd met
grondige schoonmaak.
olie ingesmeerd en het nieuwe hout is niet bijgewerkt
De schade aan de houten delen werd onder leiding van
om de kleur van het oude hout te benaderen. De
de timmerman in kaart gebracht. Alle houten delen
verwachting van de timmerman is dat het met een jaar
werden met plakkers genummerd, corresponderend
of tien zal zijn bijgekleurd en bijna nagenoeg niet
met nummers op een tekening. Van ieder type
meer te onderscheiden zal zijn van het oude hout.
profiel is een doorsnede op ware grootte met de
Voor het bevestigen van de houten delen zijn nagels
precieze maatvoering getekend. Per profiel is de
van een oud type gebruikt. De kwetsbare houten
lengte in benodigde meters uitgemeten en de profielen
verbindingen van De Uil zijn de dagkanten aan de
zijn op een freesmachine gezaagd.
binnenzijde van de voor- en zijgevels.
Van de horizontale houten delen van de borstwering
De vensterbanken hebben weinig verbindingsoppervlak
48
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Houten delen vervangen.
Het hout van een dakpaneel tot in de kieren schuren.
Binnenzijde klapdeur weer geel.
met de borstwering. Datzelfde geldt ook voor de
andere kozijn. Deze stalen profielen werden aan
dagkanten aan de bovenzijde.
onder- en bovenzijde met stalen lippen aan het hout
Op één bovendorpel na zijn alle hoeken van
bevestigd. De luifel boven de voordeur wordt gedragen
uitstekende vensterbanken aan de buitenzijde
door twee stalen driehoeken, gemaakt van een stalen
vervangen. Deze hoeken zijn een kwetsbare plekken,
L-profiel, met de lange zijde op de voorgevel
want als het boshuisje in elkaar zit kunnen de kopse
geschroefd. Omdat de hoek met de bovenflens niet
kanten van het hout niet geschilderd worden. Boven-
helemaal haaks is, is de luifel iets hellend. Alle stalen
dien loopt het hout spits toe, waardoor de punt erg
onderdelen zijn gegrond met een vervangingsproduct
zwak is (afb. p. 29). De beide klapdeurtjes van
voor rode loodmenie, op basis van visolie met een
opgeklampte verticale houten delen waren nog
kleurstof en, behalve de deurscharnieren en nagels,
aanwezig met de niet-originele scharnieren. Het
zoals oorspronkelijk, wit geschilderd.
klapraam boven de klapdeurtjes was niet meer in goede staat en is in zijn geheel vernieuwd, met glas in het raam in plaats van het oorspronkelijke vliegengaas. Hoe de originele deursluiting is geweest, is niet bekend. Waarschijnlijk werd gewerkt met schuiven in de vloer. Alle oorspronkelijke stalen onderdelen van De Uil zijn: spijkers, scharnieren, hang- en sluitwerk, raamkrukken en uitzetijzers met bijbehorende pin en de stalen kozijnen van de open buitenhoeken. Deze bestonden uit een L-profiel geschroefd aan een T-profiel van het Hoofdstuk 4: Restauratie van De Uil
Zwart ‘carboleum’ buitenlaag wordt warm aangebracht.
49
Vloerdeel met daarop drie zijwanden en de timmerman.
Dak nog zonder dakbedekking op de wanden geplaatst.
Origineel uitzetijzer met stalen pin van een draairaam.
Plaatsen vierde zijwand.
De dakdelen omhoog houden tijdens de montage.
Oplevering van De Uil op 11 januari 2007.
50
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
4.3 Montage (glas, hang- en sluitwerk, dakbedekking) In de tweede week van januari 2007 werd De Uil in
vastgezet met nagels. Glas werd geplaatst en de vaste
onderdelen naar het Zonnestraalterrein vervoerd. De
kozijnen zijn, zoals oorspronkelijk, alleen aan de
voorlopige locatie was in overeenstemming met de
boven- en zijkanten met stopverf afgewerkt. Aan de
betrokken partijen bepaald. Vanuit beheerders
onderzijde staat het vaste glas op houten blokjes die
oogpunt werd De Uil tijdelijk achter het Ter Meulen
na het harden van de stopverf verwijderd kunnen
Paviljoen geplaatst. Tijdens het opbouwen werd
worden. Aan de buitenzijde zijn bij het vaste glas twee
besloten af te wijken van de geplande oriëntatie van
hoekstaaltjes op de vensterbank geschroefd om de ruit
De Uil. Aan de voorkeur van de eigenaar om de
vast te zetten. Onder het glas zit een ventilatiespleet
voorkant richting het Ter Meulen Paviljoen te plaatsen
waardoor vanwege de opstand geen regenwater kan
is tegemoet gekomen. Komend jaar zullen alle
binnendringen.
gerestaureerde boshuisjes naast De Uil worden gezet
De draaiende kozijnen zijn verticaal in drieën gedeeld
(afb. p. 60) en zal opnieuw een tegelpad, zoals te zien
en vastgezet met stopverf. De ramen hebben een
op oude foto’s, vóór de boshuisjes worden gelegd.
verstelbaar uitzetijzer in het midden van de onderzijde
Bij het opbouwen van De Uil werd allereerst het
van het raamhout. Deze is vast te zetten op een stalen
vloerdeel gelegd en waterpas gesteld op vier stapels
pin in de vensterbank. Het raam aan de voorzijde
stoeptegels onder de hoeken van het vloerdeel. Al snel
boven de klapdeurtjes kan met schuiven worden
stonden ook de vier buitenwanden en niet veel later
vastgezet aan de luifel. De luifel is aan de bovenzijde
zat het dak erop. Vanaf dat moment werd begonnen
voorzien van bitumen en aan de onderzijde groen
met de definitieve afwerking. De luifel, het glas en het
geschilderd net als de andere overstekken. De luifel is
bitumen werden aangebracht en de laatste laag
bevestigd op twee driehoekige stalen kozijnen waar
geschilderd. Het bitumen is, zoals oorspronkelijk,
een driehoekige ruit in zit. Dit glas is vooral bedoeld
omgezet om de kopse kant van de houten delen en
om slagregen tegen te houden.
Hoofdstuk 4: Restauratie van De Uil
51
Details oud en nieuw: onderzijde draairaam, afwerklatten ventilatieopening, aansluiting hoek vensterbanken-kozijn buitenzijde.
Details oud en nieuw: bovendorpel open hoek, bovenzijde klapraam en twee maal stalen consoles (met glas) van de luifel.
52
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
5
Toekomst van de boshuisjes
Om een passende gebruiksfunctie te geven aan de
een slaapplaats voor twee personen, is door de
zeven gerestaureerde boshuisjes, is er door de
studenten een dag- en nachtopstelling bedacht met
studenten nagedacht over de toekomstige functie. Het
een opklapbaar tweepersoons bed (afb. p. 54). Voor de
meest geschikte idee leek de boshuisjes op het terrein
inrichting en afsluitbaarheid van de boshuisjes zullen
als trekkershuisjes in te richten en te verhuren aan
de studenten het komende jaar een voorstel doen.
rondtrekkers of wellicht geïnteresseerden in de architectuur van Zonnestraal. De voor de hand
Enkele aandachtspunten voor de toekomst van de
liggende locatie is bij de ten noorden van het terrein
boshuisjes:
gelegen camping. De bewoners van de boshuisjes
-
Warmte-isolatie aanbrengen door middel van
zouden dan van de daargelegen faciliteiten gebruik
zachtboard platen (of iets dergelijks) aan de
kunnen maken. Een andere optie is om de boshuisjes
binnenzijde;
dichter bij het hoofdgebouw te plaatsen, zodat er niet
-
de buitenkant jaarlijks onderhouden;
alleen meer controle en service door de eigenaar kan
-
enkele details beter uitwerken, zoals:
zijn, maar zodat ook duidelijk de relatie van de
- authentieke detaillering voor het klapraam;
boshuisjes met het sanatorium kan worden gelegd.
- afsluitbaarheid van alle boshuisjes;
In het kader van het landschapsplan dat de komende
- permanente elektriciteit;
jaren vorm zal krijgen, zal de beste en definitieve
- permanente horren in de nok.
locatie worden gekozen. Een en ander zal ook afhangen van bijvoorbeeld de wens om elektriciteit in
De verwachting is dat de zeven boshuisjes in de zomer
de huisjes aan te leggen.
van 2008 gereed zullen zijn en een of twee jaar
Omdat de ruimte klein is en de voorkeur uitgaat naar
later hun definitieve plek op het terrein zullen krijgen.
Hoofdstuk 5: Toekomst van de boshuisjes
53
Voorstel dag- en nachtindeling van De Uil, te realiseren door middel van een opklapbaar tweepersoonsbed.
Tijdelijke locatie van de zeven boshuisjes achter het Ter Meulen Paviljoen (grijs).
54
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Restauratiegegevens De Uil
Technische specificaties:
6
Adviseurs:
-
Vloeroppervlakte
circa 6 m
-
vrije hoogte:
2,2 m
-
openingen gevel:
circa 6 m
-
houtsoort:
-
type glas:
-
type stopverf:
-
2
-
Piet van de Plas
timmerman/restaurator
-
Mariël Polman
kleurspecialiste
-
Van Dalfsen VOF
adviseur dakbedekking
grenen
-
Pieter de Ruyter
restauratieschilder
dubbeldik getrokken
-
Peter de Ruyter
landschapsarchitect van
Toupret stopverf
-
Wessel de Jonge
adviserend architect
type bitumen:
Profaflex Mec (Durby)
-
Hubert-Jan Henket
superviserend architect
verf geel:
Evert Koning grondlak,
-
Lucas van Zuijlen
uitvoeringsbegeleider
2
vensterglas
bureau Alle Hosper
Wédé grond, -
-
verf groen:
verf wit:
kleur Sikkens E8.35.55
Dank aan:
firma Verbeek in Delft:
Stichting Loosdrechtse Bos, Dura Vermeer, Houtwerk
Wédé grond, recept
Meubelmakerij te Delft, College De Brink te Laren
gemaakt op 0,5 ltr: alk
(restauratie Het Roodborstje), Ton Molleman en Henk
20-21,5 / alk 21-189,7 /
van Dijk (restauratie De Raaf en De Specht), Scholen-
alk 25-40 / alk 30-56,4.
gemeenschap Hilfertsheem-Beatrix te Hilversum
Evert Koning grondlak,
(restauratie De Spreeuw), Christelijke Scholengemeen-
Wédé grond,
schap te Veenendaal (restauratie De Mus).
kleur: wit zijdeglans -
grondverf staal:
Owatrol, vervangings-
Speciale dank aan de studenten Wibe Bulten, Maudy
product voor rode
Dekkers, Carlijn Gunst, Mike Jansen, Karin Kunst,
loodmenie,
Mathijs van Loon, Karin Meijer en Marleen de Ruyter
-
verf zwart:
Stockholmer teer,
voor hun inzet en gastdocente Aimée de Back voor het
-
materiaalkosten
circa 4000 euro.
initiëren van dit bijzondere restauratieproject.
Hoofdstuk 6: Restauratiegegevens De Uil
55
Noten 1
Aimée de Back was in 1993 één van de zeven
11
De Josselin de Jong, Leerboek, p. 215-221. Over de
studenten die het inititatief hebben genomen om in
bekroning van het boshuisje van Zonnestraal verwijst
het kader van het honderdjarig Stylos jubileum op de
De Josselin de Jong naar een artikel in het tijdschrift
Faculteit Bouwkunde van de TU Delft een Nederlands
Tegen de Tuberculose. Op de pagina waar naar verwe-
monument te restaureren. Het gebouw dat de
zen wordt, is het artikel niet aangetroffen. Het jaartal
studenten onder leiding van professor Joop van Stigt
van de bekroning is dus niet bekend.
met behulp van circa twintig medestudenten opknapten, was de Koepel van Zonnestraal. Dit mondde uit in de publicatie: De Back, Een zeer aangenaam verblijf. Lucas van Zuijlen was een van de circa twintig studenten die aan de uitvoering in 1995 heeft meegewerkt. 2
De acht studenten die de organisatie en restauratie
van het boshuisje hebben georganiseerd en uitgevoerd zijn: Wibe Bulten, Maudy Dekkers, Carlijn Gunst, Mike Jansen, Karin Kunst, Mathijs van Loon, Karin Meijer en Marleen de Ruyter. 3
De Josselin de Jong, Leerboek der Tuberculose-be-
strijding, p. 215-221. 4
De notulen van bestuur en het dagelijks bestuur van
Zonnestraal bevinden zich in het archief van het International Institute for Social History (IISG) in Amsterdam. 5
De Josselin de Jong, Leerboek, p. 215-221.
6
Ibidem. Datum van het bericht waarnaar verwezen
wordt is onbekend. 7
De Josselin de Jong, Leerboek, p. 215-221.
8
Publicatie uit het Zonnestraalarchief in het IISG
over de beginjaren van Zonnestraal. Datum verdere gegevens niet bekend. 9
Idsinga, Zonnestraal, p. 99.
10
Zoetbrood, Jan Duiker, p. 54.
56
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
Literatuur
Beeldmateriaal
Prof. dr. R. de Josselin de Jong, Leerboek der Tubercu-
Het beeldmateriaal dat is gebruikt in deze publicatie is
lose-bestrijding. Een uitgave van de Nederlandse
afkomstig uit diverse boeken en archieven. Bijna alle
Centrale Vereniging tot Bestrijding der Tuberculose,
archieffoto’s en -tekeningen zijn overgenomen uit
achtste druk, ’s-Gravenhage 1951.
eerdere publicaties over Zonnestraal die zijn genoemd in de literatuurlijst. Veel foto’s en afbeeldingen zijn
Ton Idsinga, Zonnestraal, een nieuwe tijd lag in het
afkomstig uit het IISG in Amsterdam of uit het
verschiet. Uitgeverij De arbeiderspers/Stichting Wo-
Duikerarchief en de fotocollectie van E.J. Jelles.
nen, Amsterdam 1986. Foto’s van de restauratie in 2006 en de oplevering in Jan Molema, Ir. J. Duiker. [Serie architectuur 4]
2007 zijn van de acht studenten.
Uitgeverij 010, Rotterdam 1989. Auteur en uitgever hebben de grootste zorgvuldigheid Ronald Zoetbrood, Jan Duiker en het sanatorium Zon-
betracht bij het regelen van de rechten van het
nestraal. Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam 1985.
beeldmateriaal. Diegenen die menen toch nog rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich tot de uitgever
Aimée de Back, Sabine Berndsen & Camiel Berns, Een
wenden.
zeer aangenaam verblijf. Het dienstbodenhuis van J. Duiker op sanatorium Zonnestraal. Uitgeverij 010, Rotterdam 1996. Peter Bak, Adrie Barnhard, Carl van Bruggen, Wessel de Jonge, Jan Molema, Marlies Rohmer & Anke Zeinstra (red.), J. Duiker bouwkundig ingenieur, Stichting Bouw, Rotterdam 1982. Bureau Alle Hosper, Landschapsplan Zonnestraal. Uitgave in eigen beheer, augustus 2005. Geraadpleegd: www.zonnestraal.nl www.tgooi.info/zonnestraal www.jurriens.nl/zonnestraal
57
Colofon Auteur en samensteller Lucas van Zuijlen (
[email protected]) Met medewerking van Mérit Heinen, John Veerman, Mariël Polman, Pieter de Ruyter, Piet van de Plas, Jan Schriefer, Ton Idsinga, Wessel de Jonge, Mike Jansen, Wibe Bulten, Florian van Kuijk en Candice Welter. Eindredacteur Marjan Vrolijk Grafische vormgeving Lucas van Zuijlen © 2007 ®MIT (www.rmit.nl) eerste editie Gepubliceerd door: Publikatieburo Bouwkunde TU Delft, Faculteit Bouwkunde tel. 015-2784737 mail:
[email protected] www.pb.bk.tudelft.nl
ISBN: 978-90-5269-358-3 All rights reserved. No parts of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. Printed in the Netherlands. For inquiries regarding photographs in this publication please contact the publisher.
58
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
excursie smidse
ontspanning op de werkplaats
excursie houtzagerij
59
Gerestaureerde boshuisjes De Uil, Het Roodborstje en De Raaf in november 2007 achter het Ter Meulen paviljoen.
60
Boshuisje De Uil van Zonnestraal Verslag van de restauratie
61
Boshuisje De Uil van Zonnestraal
Boshuisje De Uil is in 2006 gerestaureerd door studenten van de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. De Uil was een van de houten huisjes die behoorden tot het door Duiker en Bijvoet ontworpen voormalige TBCsanatorium Zonnestraal bij Hilversum (1928-1932). Van deze boshuisjes zijn, tot in de jaren vijftig, diverse modellen gebouwd, ondermeer door de TBC-patiënten zelf. De Uil is het meest geavanceerde type boshuisje met het grootste aantal gevelopeningen. Het is opgebouwd uit negen prefab panelen die slim en demontabel zijn gedetailleerd. Vanaf 1930 woonden TBC-patiënten voor circa een jaar in een van de huisjes, totdat ze gezond genoeg waren om naar huis terug te keren. Op het terrein hebben maximaal veertig boshuisjes gestaan. De opzet van Zonnestraal was dat patiënten – als arbeids-
Verslag van de restauratie
therapie – zelf meewerkten aan de bouw en het onderhoud van het complex, dus ook aan de boshuisjes. De acht studenten wilden dit zelf ervaren en namen het initiatief om De Uil te restaureren. In januari 2007 is dit boshuisje teruggeplaatst op het Zonnestraalterrein. In 2008 zullen nog
zes
boshuisjes
door
andere
partijen
worden
gerestaureerd en ingericht als trekkershuisjes.
Lucas van Zuijlen
2
Boshuisje ‘De Uil’ van Zonnestraal Verslag van de restauratie