goede UIL a ik kan me goed bezighouden op mijn eentje b ik kan geheimen bewaren c ik laat de anderen aan het woord d ik roddel niet. e ik probeer onpartijdig te zijn en te helpen.
niet zo goede UIL a ik kan geen geheimen bewaren. b ik kan niet delen. c ik geef alles weg, ik hou niets voor mezelf. d ik ga veel overdragen aan de juf of meester. e ik zoek heel vaak anderen op omdat ik niet alleen kan zijn. f ik hou me op een afstand van de anderen, ik zoek weinig contact. g ik doe niet mee aan het spel als andere me uitnodigen.
10