Project inhoudelijke verdieping masterplan Scharloo Abou Ontwikkeling van het Werelderfgoed Willemstad
eindverslag fase I 1 oktober 2007 - 31 maart 2008
Inhoudsopgave Inleiding: Werelderfgoed Willemstad in het Actieprogramma Ruimte en Cultuur
-5-
1.
Curaçao, Willemstad en Scharloo Abou: een historisch perspectief
-7-
2.
De actuele opgave
-9-
3.
De aanpak
- 11 -
4.
Resultaten workshops
- 13 -
workshop 1: Infrastructuur workshop 2: Sociale en integrale benadering met bijzondere aandacht voor Fleur de Marie workshop 3. Kernkwaliteiten en de ontwikkeling van werelderfgoed
5.
Conclusies en aanbevelingen fase I
- 19 -
6.
Locaties en ontwerpopgaven, aanzet voor uitvoering fase II
- 23 -
Project 1: Ontwerpcasus voor masterstudenten, Project 2: Fleur de Marie Project 3: Infra-ambiance
Literatuurlijst
- 28 -
Bijlagen
- 30 -
1. Workshopprogramma 2. Deelnemerslijst workshops 3. Openingstoespraak gedeputeerde de heer A.A. Godett 4. Tekst C. van de Sande (UNA), inleiding op workshop 2 5. Verantwoording bijdrage extern deskundige M. Verheijen 6. Verantwoording bijdrage extern deskundige M. Smit
Scharloo Abou
4
Inleiding: Werelderfgoed Willemstad in het Actieprogramma Ruimte en Cultuur Sinds de aanwijzing tot werelderfgoed in 1997 is de aandacht voor Willemstad zowel mondiaal als lokaal toegenomen en de universele betekenis van Willemstad wordt vooral toeristisch steeds vaker doelgericht ingezet. Welke verantwoordelijkheden en verplichtingen deze status met zich meebrengt, en wat de aanwijzing betekent voor de ontwikkeling van deze stad, is tot nu toe echter onderbelicht gebleven. De Curaçaose overheid, met de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting (DROV) als verantwoordelijke dienst, wil daarin verandering brengen. De urgentie voor het ontwikkelen van een masterplan voor de wijk Scharloo Abou door DROV gaf aanleiding om een voorbeeldproject te formuleren. Willemstad (Curaçao) is één van de zeven erfgoederen in het Koninkrijk der Nederlanden die op de UNESCO Werelderfgoedlijst staan. De universele waarde van Willemstad is als volgt omschreven: een Europees koloniaal ensemble in het Caribische gebied van opvallende waarde en integriteit, dat de organische groei van een multiculturele gemeenschap in drie eeuwen weerspiegelt. In het kader van het Actieprogramma Ruimte en Cultuur (ARC), een uitvoeringsprogramma van de Nota Ruimte, is dit werelderfgoed uitgelicht om de decentrale overheid, die primair verantwoordelijk is voor de instandhouding en ontwikkeling van Willemstad te ondersteunen en een voorbeeldproject te starten. Het kenniscentrum voor Modificatie, Interventie en Transformatie, ®MIT, van de Technische Universiteit Delft Bouwkunde (TU Delft) is als onderzoeksinstantie benaderd om kennis en waar wenselijk externe deskundigen in te brengen en de DROV te ondersteunen. ®MIT is gekoppeld aan de leerstoel Restauratie van de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft, van waaruit in het verleden regelmatig onderzoek in Willemstad is verricht.1 Sinds 2006 heeft ®MIT een samenwerkingsovereenkomst met het World Heritage Centre van Unesco in Parijs. Het doel is om via concrete projecten en doorlopend onderzoek bij te dragen aan het ontwikkelen van kaders en voorbeelden voor de transformatieopgaven van werelderfgoed, met een nadruk op mutual en modern heritage. Met deze samenwerking is de weg vrijgemaakt voor verbreding van de reikwijdte en voor een verdieping van de aandacht voor de waarden van ons werelderfgoed. Daartoe is samenwerking gezocht met de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA).
Het aanwijzen en monitoren van werelderfgoed is de verantwoordelijkheid van de UNESCO werelderfgoed organisatie. Zij kent daarvoor een eigen systematiek en dynamiek met als belangrijkste instrument de Lijst van Werelderfgoederen. De voordracht en het beheer van de site daarentegen is een lokale aangelegenheid uitgevoerd op basis van lokale beleidsinstrumenten en financiering. Het op elkaar betrekken van de internationale werelderfgoedsysteem en de lokale praktijk blijkt in de uitvoering vaak een lastige opgave. De ambities voor werelderfgoed kunnen daardoor gemakkelijk geïsoleerd raken van de dagelijkse praktijk en het voortdurend veranderende sociaalculturele en economische programma van de stad. Voortvloeiend uit deze problematiek hebben de DROV en ®MIT TU Delft in september 2007 gezamenlijk een projectplan ingediend bij het Ministerie van OCW, getiteld Willemstad werelderfgoed. Inhoudelijke verdieping Masterplan Scharloo Abou. Het doel is om in het masterplan de kwaliteiten van het werelderfgoed nadrukkelijk een plek te geven. De bevindingen tijdens het proces en de resultaten kunnen tegelijkertijd het Conservation Management Plan (CMP) voeden dat momenteel voor de historische binnenstad van Willemstad in voorbereiding is. Het project is zodanig vormgegeven dat de aanpak en resultaten niet alleen als voorbeeld kunnen dienen voor Willemstad, maar ook voor andere werelderfgoedsteden in het Caribische gebied en daarbuiten. Het projectplan is in oktober 2007 goedgekeurd. Voor fase I, met een looptijd van 1 oktober 2007 tot 31 maart 2008, is door het Ministerie van OCW, Directie Cultureel Erfgoed in het kader van het ‘Voorbeeldproject Werelderfgoed’ (ARC) subsidie verleend. Deze publicatie omvat de eindverantwoording van fase I. Het is de verkenningsfase van het project die is benut om tot een lokaal breed gedragen voorstel te komen voor een voorbeeldstellend project met daarin centraal de meest urgente ontwikkelingsvraagstukken in het beschermde gebied Scharloo Abou van werelderfgoed Willemstad.
1 prof. dr. ir. C.L. Temminck Groll, prof. dr. ir. F.W. Van Voorden en prof. ir. R.P.J van Hees waren vanuit TU Delft Bouwkunde al eerder betrokken bij projecten in Willemstad
5
6
1. Curaçao, Willemstad en Scharloo Abou: een historisch perspectief In 1634 werd Curaçao, na verovering op de Spanjaarden, door de West Indische Compagnie (WIC) opgenomen als onderdeel van haar handelsnetwerk. Twee jaar later volgde de inname van de eilanden Aruba en Bonaire. Tot 1951 werden de Nederlandse Antillen aangeduid als ‘Curaçao en de Onderhorigen’. Naast Nieuw Amsterdam en Mauritsstad gold Willemstad als een van de belangrijkste WIC centra. De stad is ontstaan op een strategische locatie in het zuiden van het eiland Curaçao. Vanaf de punt van de oostelijke oever, ontwikkelde de stad zich aan beide zijden van het smalle toegangswater de St. Annabaai. De oorsprong van Willemstad als Nederlandse kolonie is nog zichtbaar in de stedenbouwkundige structuur van de binnenstad: de oude zeventiende eeuwse kern Punda, met Fort Amsterdam als basis, gevolgd door achttiende eeuwse uitbreidingen die zich ook aan de andere kant van de St. Annabaai, in de wijk Otrabanda voltrokken. In de tweede helft van de negentiende eeuw ontwikkelden zich twee florerende stedelijke wijken, Pietermaai en Scharloo. Tijdens de ‘Orkani Grandi’ in 1877 werd aan de gebouwen langs de kust (Pietermaaiweg) veel schade aangericht. Deze gebeurtenis leidde tot een trek naar meer veilig gelegen delen van de stad. Velen vestigden zich aan de andere kant van het Waaigat, in Scharloo. Scharloo Abou is één van de vier wijken binnen het beschermde werelderfgoedgebied Willemstad en vanaf Punda bereikbaar via de Wilhelminabrug en sindskort ook via een nieuwe voetgangersbrug iets ten westen daarvan. De wijk ligt ten noorden van het Waaigat ingeklemd tussen de St. Annabaai in het westen en in het oosten begrensd door de oprit van de Julianabrug. Scharloo Abou is vernoemd naar de voormalige plantage Charloo, die in de achttiende eeuw in handen was van Pieter Claas Oostdorp. Vanaf 1729 verkocht hij zijn overwegend rotsachtige, onvruchtbare grond aan kooplieden, schippers en eigenaren van schepen. In de achttiende eeuw was er zelfs nog enige tijd sprake van een bouwverbod om de defensielinie van de vestingstad op Punda niet in gevaar te brengen. Op enkele achttiende-eeuwse woonhuizen na, gelegen langs het Waaigat en de werven - toen nog eilanden in de St. Annabaai -, is de wijk vooral in de tweede helft van de negentiende eeuw tot ontwikkeling gebracht door rijke zakenlieden, voornamelijk van Portugees Joodse herkomst. Er werden voornamelijk paleisachtige herenhuizen in neoclassicistische stijl gebouwd
2
op ruime kavels. De Scharlooweg vormde de belangrijkste verkeersader in dit gebied. Aanvankelijk was alleen de zuidzijde van de Scharlooweg bebouwd. Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw was Scharloo een klein, ruim opgezette stijlvolle woonwijk met een overwegend maritiem en landelijk karakter. Het noorden van de Scharlooweg en de Bargestraat werd pas laat in de negentiende eeuw verkaveld, in de twintigste eeuw gevolgd door de ontwikkeling van de arbeiderswijk Fleur de Marie op de rotsachtige helling van de berg ten noordwesten van Scharloo. Tot de aanleg van de eerste brug in 1883, de Van den Brandhofbrug, was Scharloo bereikbaar via zogenaamde ponchis, kleine platte bootjes. In 1928 werd de oude brug vervangen door de huidige Koningin Wilhelminabrug en iets meer naar het oosten geplaatst. Karakteristiek voor deze wijk, naast de maritieme geschiedenis ervan, is het contrast in schaal van de bebouwing, verschillen in bebouwingsstructuur en de sterk gedifferentieerde bebouwing: een hoge concentratie van zeer rijke, overwegend neoclassicistisch vormgegeven negentiende-eeuwse herenhuizen aan de Brandthofstraat, Scharlooweg en Bargestraat in combinatie met eenvoudige volkswoningen van de arbeiderswijk Fleur de Marie die na de komst van de Shell Olieraffinaderij in 1918 werd aangelegd. De infrastructuur van Fleur de Marie is afwijkend en achtergebleven in ontwikkeling, onder andere vanwege de steilheid van de helling en de hardheid van de klipgrond. Een andere belangrijke reden hiervoor was dat het hier privégronden betrof, waarbij de eigenaren zelf verantwoordelijk waren voor deugdelijke bovenen ondergrondse infrastructuur. Kenmerkend zijn de onverharde, overwegend smalle voetpaden en wegen en de ongeordende structuur van de bebouwing. De aanleg van de Julianabrug eind jaren zestig heeft ertoe geleid dat meer dan de helft van de oorspronkelijke bebouwing van Fleur de Marie is gesloopt om ruimte te maken voor de oostelijke oprit. Deze vérstrekkende stedenbouwkundige ingreep markeert het begin van het verval van Fleur de Marie. De gevolgen van deze sociale en fysieke verstoring zijn hier nog zichtbaar, onder andere in de grote concentratie illegalen, drugsverslaafden en in de deficiënte infrastructuur.
2 De informatie in deze tekst is mede ontleend aan de volgende publicaties: ICAW (1999), Pruneti Winkel (1987) Temminck Groll (2000) en Jonkhout-Gehlen (2003).
Afbeeldingen vlnr: de vier wijken van werelderfgoed Willemstad: Punda, Otrabanda, Pietermaai en Scharloo.
7
8
2. De actuele opgave De wijk Scharloo Abou is één van de drie deelgebieden die als ‘transmission area’ is aangewezen. De andere twee zijn Pietermaai en Kortijn. Samen met het oudste deel van de historische stad, de ‘core area’, vormen zij het werelderfgoed Willemstad. (Zie kaart op pagina 4). Daarnaast zijn er aangrenzend twee bufferzones aangewezen die een extra beschermende schil vormen rondom het werelderfgoedgebied. Scharloo Abou is door de Curaçaose overheid zowel in het Stedelijk Ontwikkelingsplan 2001-2005 (SOP) als in het Monumentenplan, Plan di Monumento 2000+ als actiegebied aangewezen. Dit gebied is volop in beweging en is zeer gunstig gelegen ten opzichte van de binnenstad Punda. Het is aan twee kanten ontsloten door water en gelegen tegen een berghelling. De wijk kampt echter ook met enkele hardnekkige problemen en een negatief imago door geconcentreerde aanwezigheid van drugsverslaafden, prostitutie, veel buitenlanders, verkrotting, relatief veel vervallen monumentale gebouwen en verwaarloosde terreinen. Vooruitstrevende particuliere initiatiefnemers die tien jaar geleden al hun nek hebben uitgestoken en de kansen voor Scharloo Abou helder voor ogen hadden (N.V. Stadsherstel Willemstad, Stichting Monumentenzorg Curaçao, Maritiem Museum, Conferentiecentrum Villa Maria, J.A.J. Sprock N.V.) lopen stuk op infrastructurele tekortkomingen, sociale mistanden en het ontbreken van een toekomstvisie voor dit gebied. De ligging, functies en karakteristieken van Scharloo Abou zijn gunstig en onderscheidend. Ook is de laat negentiende- en twintigste-eeuwse ontwikkelingsgeschiedenis in Scharloo Abou nog goed afleesbaar. Echter, zonder een duidelijke visie op de belangrijke materiële en immateriële opgaven voor duurzame ontwikkeling van dit werelderfgoed zal in deze wijk veel waardevolle historische bebouwing verdwijnen en zal de opvallende ruimte-
lijke kwaliteit van Scharloo Abou verloren gaan. Kortom, de ontwikkelingen in Scharloo Abou bevinden zich op een breekpunt, waarin actieve inbreng van de overheid nu cruciaal is. De uitwerking van een masterplan voor Scharloo Abou valt in tijd samen met de voorbereidingen van het Conservation Management Plan, een ideale omstandigheid om beide in een voorbeeldproject op elkaar af te stemmen. De volgende inhoudelijke vraagstukken zijn leidend geweest voor het inrichten van het project en voor het workshopprogramma in fase I: Wat zijn de kernkwaliteiten van de door UNESCO tot werelderfgoed aangewezen transmission zone Scharloo Abou en hoe kan in het masterplan voor dit gebied rekening worden gehouden met de status van werelderfgoed? Wat zijn de onderscheidende kwaliteiten van de wijk Scharloo Abou die kunnen bijdragen aan het verbeteren van het werelderfgoed Willemstad en hoe kunnen deze kwaliteiten richting geven aan de ontwikkelingen in dit gebied, waarin de herontwikkeling van volkswijk Fleur de Marie integraal wordt meegenomen? Hoe kan de infrastructurele situatie van Scharloo Abou, die nu als obstakel wordt ervaren voor verdere ontwikkeling van de wijk, verbeterd worden ten gunste van de private en publieke initiatieven in deze wijk? Concreet gaat het daarbij om het verbeteren van de bereikbaarheid, het creëren van parkeervoorzieningen en het maken van een goede aansluiting op de verkeersituatie in de binnenstad.
9
10
3. De aanpak Het was noodzakelijk om in samenspraak met de betrokkenen in Willemstad de bestaande kennis in beeld te krijgen (dubbel werk voorkomen), de vragen te specificeren (essenties benoemen) en de benodigde expertise in kaart te brengen (zowel op de Antillen als in Nederland). Om het project goed te positioneren ten opzichte van de bestaande planningspraktijk en expertise op de Antillen, is daarom een opdeling gemaakt in twee fases. In eerste instantie is geïnvesteerd in het exact bepalen van de onderzoeksvraag en de benodigde expertise. In de tweede fase volgt de eigenlijke uitvoering van het project. Alleen op deze manier kan nauwe samenwerking tussen de direct betrokken partijen ontstaan, die nodig is om het project lokaal draagvlak en realisatiekansen te geven. Om tot een breed gedragen startdocument te komen, is de eerste stap gezet met een workshopreeks van drie dagen. Deze werd gehouden van 23 tot en met 25 januari 2008. Het woord workshop is hier wellicht enigszins misleidend, want het betreft geen workshopprogramma voor ontwerpers, maar vooral voor direct betrokken bewoners, belangengroepen, investeerders, ambtenaren en bestuurders.3 Het voornaamste doel was om met de verschillende ambtelijke diensten (DROV, Dienst Openbare Werken, Secretariaat Stadsvernieuwing, Dienst Werk en Inkomen, Dienst Economische Zaken, Dienst Cultuur en Educatie) investeerders, belangenorganisaties en bewoners overeenstemming te bereiken over de belangrijkste sleutelvraagstukken voor het definiëren van de ontwerpopgaven en voor de gewenste inhoudelijke bijdrage aan het masterplan, gericht op ontwikkelingskansen en transformatiemogelijkheden van dit werelderfgoed. De deelnemers zijn gedeelde ‘probleemeigenaren’ (zie deelnemerslijst workshop in bijlage 2). De opkomst was hoog. Alle genodigden waren tijdens het workshopprogramma vertegenwoordigd. Tijdens de ‘factfinding mission’ kwamen de prangende infrastructurele vraagstukken naar voren. Omdat deze als rem op bestaande en nieuwe private en particuliere initiatieven worden ervaren, heeft de TU Delft mede op verzoek van de DROV een verkeersdeskundige ingeschakeld, Marc Verheijen (Gemeentewerken Rotterdam), voor externe inbreng op de verkeersvraagstukken die in de eerste workshop nader werden besproken. Ook de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA), in de persoon van Lyongo Juliana en Cees van de Sande, is nauw bij de voorbereiding en in-
houdelijke organisatie van de workshops betrokken. Cees van de Sande verzorgde een inleidende lezing op de tweede workshop over de noodzaak tot gemeenschappelijkheid en evenwichtinge ontwikkeling van Scharloo Abou met bijzondere aandacht voor Fleur de Marie. In deze workshop werd hij vooraf gegaan door Herman George, directeur van Reda Sosial (naar het Nederlands vertaald letterlijk ‘sociaal vangnet ‘), een Stichting voor Sociale Ontwikkeling en Economische Bedrijvigheid met de Nederlandse Antillen als werkgebied. Hij ging expliciet in op de revitalisering van de wijk St. Jago als voorbeeld voor de sociale aanpak en integratie van Fleur de Marie. Tot slot werd Maarten Smit (Nevada Advies), door de DROV ingehuurd als adviseur en auteur van het CMP van de werelderfgoedsite, als extern deskundige uitgenodigd om de resultaten van dit project, en in het bijzonder van de derde en laatste workshop, mee te kunnen nemen in de uitwerking van het CMP en om de relatie met het beheer van het werelderfgoed te versterken.
3 Zie workshop in het Maritiem Museum gehouden in 1997 op initiatief van IMD Design en IMD Consultancy & training, publicatie in 1999.
11
12
4. Resultaten workshops De officiële opening van het programma vond plaats op woensdag 23 januari 2008 door de gedeputeerde belast met de sector ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en openbare voorzieningen, de heer A. A. Godett. Het workshopprogramma startte met een reeks introducties en lezingen, gevolgd door drie workshops betreffende de meest urgente opgaven voor de wijk (zie het programma opgenomen in bijlage 1): bereikbaarheid, verkeer en mobiliteit met als doel versterken van het werelderfgoed (workshop 1); publiek-private samenwerking in sociale en integrale benadering leef omgeving, met bijzondere aandacht voor integratie en herontwikkeling van de volkswijk Fleur de Marie (workshop 2); onderscheidende cultuurhistorische kwaliteiten en potenties van Scharloo Abou binnen de context van het tot werelderfgoed aangewezen gebied van de historische binnenstad (workshop 3). Na de workshops volgde op vrijdagmiddag 25 januari 2008 een algemene, afsluitende sessie, waarin alle resultaten werden gepresenteerd en de uitgangspunten voor het vervolgtraject werden geformuleerd. De bijeenkomst eindigde in een commitment van de DROV uiterlijk binnen een half jaar, juli 2008, het masterplan voor Scharloo Abou gereed te hebben. Het belang van participatie en betrokkenheid van alle belanghebbenden is tijdens de workshops duidelijk gebleken, maar is niet vanzelfsprekend. Dit vraagt om extra aandacht en continuïteit in het vervolgtraject in een nog nader te bepalen overlegstructuur. Verder is het belang van een twee sporenbeleid helder naar voren gekomen. Op korte termijn is behoefte aan acties die directe resultaten opleveren met daarnaast langere termijn plannen en -planning die richting geven aan de ontwikkeling van Scharloo Abou tot een levendige, historisch waardevolle woon-werk-leisurewijk met een gezond leefklimaat.4 Vanuit de workshops konden de volgende inhoudelijke conclusies worden getrokken:
4 DROV (2008)
Workshop 1: Infrastructuur De inzet op infrastructuur was cruciaal om publiekprivate initiatieven binnen de context van het werelderfgoed te ontplooien en verder te ontwikkelen. Om de impasses rondom verkeer en bereikbaarheid te doorbreken, bleek het van belang om in de workshop niet de problemen centraal te stellen, maar de kansen te benoemen en daarmee gemeenschappelijkheid te ontdekken voor de verkeerssituatie in Scharloo Abou. Bereikbaarheid is niet alleen functioneel, maar ook beleving van de openbare ruimte, zichtbaarheid en het creëren van zichtlijnen. De introductie van een nieuw woord ‘infra-ambiance’ - een samenvoeging van de woorden infrastructuur en ambiance - pleit voor een veel ruimere, culturele benadering van verkeer. Verkeer brengt couleur locale en verkeer is een onderdeel van de door de tijd heen ontstane identiteit van een wijk. Verkeer is cultuur (zie bijlage 5). Om infrastructurele keuzes te kunnen maken is de vraag ‘Hoe ziet het wensbeeld van de wijk eruit over tien jaar?’ centraal gesteld en ‘een woon-werk-leisure wijk die voortbouwt op bestaande karakteristieken’ als wensbeeld gedefinieerd. De belangrijkste conclusies uit de workshop waren dat, hoewel de concrete oplossing nog niet op tafel ligt, het parkeren niet langer als probleem wordt beschouwd en door nieuwe, kleine schakels in de huidige structuur relatief eenvoudig en op korte termijn veel is op te lossen: aansluiting Scharlooweg/Bitterstraat, herstel relatie met het water, kades als uit- of ingang, goede aantrekkelijke en veilige looproutes. De bestaande structuur van de wijk, zowel gebouwd als ongebouwd, is goed en dient volledig gerespecteerd te worden. Deze vormt een perfecte ruimtelijke drager voor nieuwe ontwikkelingen in de wijk. Daarbij verdient de inrichting van de straten bijzondere aandacht om representatieve en vanuit functioneel oogpunt schaduwrijke lanen te kunnen laten ontstaan die de wijk ook voor voetgangers aantrekkelijk maakt. De wijze waarop het verkeer in Curaçao is geregeld - go with the flow - is als unieke kwaliteit te onderscheiden en waardevol om op voort te bouwen bij nieuwe ingrepen. Wijzigingen in Scharloo Abou hebben gevolgen voor Punda, Otranbanda, Pieter Maai Smal en omgekeerd. Verkeerssituaties kopiëren is niet wenselijk. Dit kan voorkomen worden door verkeer en cultuur op wijkniveau en in relatie tot het hogere schaalniveau van de historische binnenstad op elkaar te betrekken. Door deze sectoroverstijgende benadering kan infrastructuur het werelderfgoed dienen en door nieuwe ingrepen zelfs versterken. Dit onderdeel vergt nadere uitwerking en aandacht in de vervolgfase. 13
14
Workshop 2: Sociale en integrale benadering met bijzondere aandacht voor Fleur de Marie Scharloo Abou is een stedelijke woon-, werkwijk, waar Fleur de Marie integraal deel van uitmaakt. Het gebied heeft veel kwaliteiten en potenties, voornamelijk voor kleinschalige ontwikkeling. Voorop staat dat de wijk functioneel niet moet gaan concurreren met de kernzone van dit werelderfgoed, het woonwinkelgebied van Punda en Otrabanda. De betrokkenheid van de bewoners van Fleur de Marie is als voorwaarde gesteld voor herontwikkeling, evenals een helder profiel van de woonwensen van toekomstige bewoners. Er is een kern van oorspronkelijke bewoners die zich identificeert met de buurt. De aanwezige ontwikkelaars hebben aangegeven bij te willen dragen aan sociale verbeteringen. Als de overheid niet zorgt voor een goed investeringsklimaat is ontwikkeling niet mogelijk. Verder werd het belang van werelderfgoed onderschreven door de materiële en immateriële karakteristieken (woongebied, aanwezigheid karakteristieke volkswoningen, hoogteverschillen, levendig volkswijkkarakter), mee te nemen in herontwikkelingsopgave van Fleur de Marie. De wijk draagt in zichzelf al een bijzondere ervaring door de combinatie van werven, ambiance van wonen, hoge concentratie monumenten, stedelijk randmilieu en de contrastrijke variaties in de schaal van de bebouwing. De huidige leegstaande gebouwen of in onbruik geraakte terreinen lenen zich goed voor tijdelijke bedrijvigheid, zoals kleine bedrijfsruimten in de hoger gelegen, leegstaande loodsen. Dit kan op korte termijn werkgelegenheid in de buurt opleveren, bijdragen aan het verbeteren van het negatieve imago en een nieuwe doelgroep aantrekken voor Scharloo Abou. De fysieke relatie met het water en met andere delen van de historische binnenstad kan versterkt worden door zichtlijnen open te leggen, waardoor het achterliggende gebied ook vanaf Punda en Otrabanda zichtbaar wordt.
de natuurlijke hoogteverschillen in het gebied (uitzicht) met de heuvelrug en het water als voornaamste begrenzing, de stedelijke gelaagdheid (van stedelijk weefsel met een hoge dichtheid naar meer landelijk karakter), de losse bebouwingsstructuur, de kleinschaligheid van de bebouwing, de gemengde bevolkingssamenstelling, af te lezen aan de grote contrasten tussen rijk gedecoreerde monumentale herenhuizen in combinatie met eenvoudige volkswoningen, de maritieme geschiedenis (de werven en de nog afleesbare structuur van de loodsen) en wat Scharloo Abou vooral onderscheidt van de andere delen is prominente aanwezigheid van een woonwijk, Fleur de Marie. Grofweg is de wijk in vier delen op te splitsen: de werven (1),Scharlooweg en omgeving (2), Handelsgebied (3) en Fleur de Marie (4) (zie afbeeldingen p. 9). De grootste bedreigingen voor dit deel van werelderfgoed Willemstad zijn kleine criminaliteit, leegstand, verkrotting, negatieve beeldvorming, verscholen ligging van de wijk en daardoor niet of nauwelijks zichtbaar vanaf Punda en Otrabanda. De oorspronkelijke ambitie om ter afsluiting van de workshopreeks een convenant te sluiten, ondertekend door alle in Scharloo Abou actieve private en publieke partijen als basis voor het vervolgtraject, bleek binnen de gestelde termijn niet haalbaar. Wel is overeenstemming bereikt over het gezamenlijke doel om Scharloo Abou een wijk te maken: • waar het maritieme karakter voelbaar is; • waar de historische bebouwing beeldbepalend is; • waar een grote menging van bewoners is; • waar de bestaande stedelijke structuren de ruimtelijke dragers zijn en blijven; • waar de openbare ruimte aantrekkelijk, schaduwrijk, schoon, heel en veilig is; • waar ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen die deze kwaliteiten versterkt.
Workshop 3: Kernkwaliteiten en de ontwikkeling van werelderfgoed Scharloo Abou is een wijk met bijzondere cultuurhistorische waarden die versterkt en verder ontwikkeld kunnen worden zonder de sociaal-economische aspecten uit het oog te verliezen. Als belangrijke cultuurhistorische waarden zijn onderscheiden: de gunstige ligging aan de rand van het centrum en grenzend aan het water van zowel de St. Annabaai als het Waaigat, 15
Workshopprogramma 23 - 25 januari 2008
16
Workshopprogramma 23 - 25 januari 2008
17
18
5. Conclusies en aanbevelingen fase I Scharloo Abou is een wijk met een aantal welwillende particuliere eigenaren en ontwikkelaars, die jaren geleden het initiatief hebben genomen de restauratieopgave van historische bebouwing ter hand te nemen en zich in te zetten voor de herontwikkeling van Scharloo Abou. Hun plannen stagneren vanwege het uitblijven van publieke investeringen in sociale en infrastructurele voorzieningen en het ontbreken van heldere randvoorwaarden voor gebiedsontwikkeling. Het is voor het behoud van de historische bebouwing en structuren en voor de ontwikkeling van Scharloo Abou tot aantrekkelijke woon-werk-leisure wijk van cruciaal belang dat de overheid daarin verdere concrete stappen zet. De workshopreeks bood aan alle partijen de mogelijkheid hun frustraties, knelpunten en oplossingsmogelijkheden in te brengen. De overheid (ambtelijk vertegenwoordigd door de DROV) heeft daar op een constructieve manier op gereageerd. Door gemeenschappelijkheid te benoemen in de bestaande kwaliteiten, en de uitgangspunten te formuleren voor een toekomstvisie op de wijk die recht doet aan de werelderfgoedstatus, is een goede basis gevormd voor zowel de verdere uitwerking van het masterplan als voor het uitdiepen en selecteren van concrete casus. De DROV heeft zich gecommitteerd om binnen een half jaar een masterplan gereed te hebben. Echter, doordat er geen convenant met alle relevante partijen is afgesloten of een intentieverklaring is ondertekend, is het voor het bereiken van concrete resultaten belangrijk dat hier een vervolg op komt en dat de geformuleerde uitgangspunten vast komen te liggen. Een masterplan alleen is onvoldoende. Intensieve procesbegeleiding en een nader te bepalen overlegstructuur zijn een voorwaarde voor een succesvol eindresultaat. Een aantal onderdelen vraagt om een vervolgbijeenkomst: 1. programma (economisch, wonen, e.d.) 2. sociale aanpak, 3. verkeerscirculatie en openbare ruimte 4. imago, marketing en identiteit. Hiervoor zijn door de DROV werkgroepen in te stellen, waarin zowel publieke en private partijen zitting hebben. De cultuurhistorie zal als thema nader uitgewerkt worden in fase II van dit project aan de hand van concrete ontwerpopgaven. Door in een mind-set reading, direct gevolgd door een workshop, met een andere blik op de infrastructurele situatie van Scharloo Abou te kijken - ge-
richt op kansen en gemeenschappelijkheid - konden vastgelopen discussies opnieuw worden geopend en bleken verschillende oplossingsrichtingen voorhanden om de bereikbaarheid te verbeteren, het parkeren een vanzelfsprekende plek te geven in de ontwikkeling van de wijk en de verkeerssituatie door strategische toevoeging van enkele kleine schakels te optimaliseren. De volkswijk Fleur de Marie maakt integraal deel uit van Scharloo Abou en kampt met een negatief imago dat uitstraalt op de hele wijk. Voor velen is het gebied daarom nog steeds een no-go-area. Behalve deze sociaalculturele problematiek, is de ontoegankelijkheid van dit gebied ook verankerd in de fysieke structuur en is een betere sociale opbouw van de buurt en herinrichting binnen de bestaande bebouwingsstructuur wenselijk. Hier ligt een belangrijke opgave voor alle betrokkenen. Voor heel Scharloo Abou geldt dat het goed functioneren van het ene deel van groot belang is voor het goed functioneren van de andere delen. De onderscheiden cultuurhistorische kwaliteiten van de wijk Scharloo Abou blijken een goede voedingsbodem en een verbindende factor voor vernieuwingen in dit gebied. Daarbij moet de kanttekening worden geplaatst dat de koppeling met werelderfgoed in gebiedsontwikkeling nog steeds geen vanzelfsprekendheid is. Om de aandacht voor werelderfgoed in verdere gebiedsontwikkeling en in het masterplan te verankeren, is een vervolg op het workshopprogramma noodzakelijk. Het uitwerken van een aantal potentiële ontwerpopgaven en -verkenningen kan hier uitkomst bieden door daarin de waarden en ontwikkelingsmogelijkheden van werelderfgoed verder te expliciteren en in concrete ontwerpen zichtbaar te maken. Het is de ambitie om fase II parallel te laten lopen aan de uitvoering van het masterplan Scharloo Abou. Zo kunnen de bevindingen en resultaten van het project direct worden ingebracht ter aanvulling, verfijning en toetsing van het masterplan en van bestaande sturingsinstrumenten (artikel 4 Bestemming Binnenstad, Eilandelijk Ontwikkelingsplan Curaçao 1995). De DROV en de betrokken private en publieke partijen hebben de TU Delft verzocht bij de ontwikkelingen betrokken te blijven en in samenwerking met de UNA in de vervolgfase een bijdrage te leveren, onder andere in de vorm van ontwerpstudies door studenten. Dit vooral vanwege hun neutrale positie en het studie-en onderzoekskarakter van een dergelijke verdieping. Het gaat om concrete ontwerpopgaven die tot 19
20
doel hebben de cultuurhistorische kwaliteiten van Scharloo Abou, zoals die in fase I zijn onderscheiden, te versterken. Hieraan kunnen verschillende vormen van uitwisseling en kennisoverdracht worden gekoppeld, afhankelijk van de inhoudelijke en praktische behoefte per geselecteerde locatie, door lexpertise en werelderfgoedspecialisten uit de regio in te zetten. Het uitgangspunt is om te werken met een kernteam van specialisten (op het gebied van werelderfgoed), in Nederland, op Curaçao en in het Caribische gebied, die voor elke deelopgave desgewenst aanvullende expertise kan leveren. Deze samenwerking komt tevens tegemoet aan de ambitie die in het Plan di Monumento 2000+ is geformuleerd om de ‘Caribbean World Heritage monuments and sites’ te versterken.
21
22
6. Locaties en ontwerpopgaven: aanzet voor de uitvoering van fase II Onderzoeksdoel en probleemstelling vervolgtraject De historische binnenstad van Willemstad heeft internationaal betekenis als werelderfgoed. Deze status impliceert dat in de stad niet zomaar alle ontwikkelingen mogelijk zijn, maar ook dat cultuur en cultuurhistorie een motor voor nieuwe ontwikkelingen kunnen zijn. Fase II heeft tot doel om deze potentie van het werelderfgoed te onderzoeken en zichtbaar te maken. De uitkomsten van de workshops in fase I dienen daarbij als vertrekpunt. Hoe kan herontwikkeling van locaties bijdragen aan de economische en maatschappelijke ontwikkeling van de stad, en anderzijds het karakter van het werelderfgoed versterken? Hoe kan cultuurhistorie bijdragen tot verbeteringen van de wijk Scharloo Abou? In de uitwerking van een aantal casus staan deze vragen centraal. De resultaten kunnen direct door de DROV in de verdere gebiedsontwikkeling in het werelderfgoed worden meegenomen, onder meer in het masterplan voor Scharloo Abou. Het voorbeeldproject moet bijdragen aan het beheer van werelderfgoed dat in directe relatie is gebracht met het masterplan en vice versa. Hiermee kan Willemstad een voorbeeldfunctie krijgen voor historische steden in Nederland en in het Caribisch gebied. Aanpak In de uitwerking van locaties tot concrete ontwerpvoorstellen door studenten TU Delft Bouwkunde en UNA, met extra begeleiding door lokale deskundigen en werelderfgoedspecialisten uit de regio, zal het versterken van de universele waarde van dit werelderfgoed centraal staan. Ook aan bestaande initiatieven en lopende projecten kan in fase II een nieuwe impuls en verdiepingsslag worden gegeven. Voor de invulling en uitwerking van toekomstige projecten kunnen hieruit randvoorwaarden, sfeerbeschrijvingen en scenario’s worden herleid. Samenwerking van de eigenaars/ontwikkelaars in deze verdiepingsstudie is van essentieel belang. Sommigen hebben hun medewerking tijdens de workshops al toegezegd, zoals de Fundashon Kas Popular (FKP) de heer Henriëtta van J.A.J. Sprock N.V. en ook de Stichting Monumentenzorg. Om fase II te kunnen starten, wordt de betrokken partijen expliciet gevraagd hun medewerking te verlenen en deze te bekrachtigen met het ondertekenen van een intentieverklaring.
5 Gill (1997), p. 13 6 Pruneti Winkel (1987), p. 97-98
Project 1: Casus voor masterstudenten Er is op basis van de uitkomsten van de workshops door de DROV en op basis van de behoeften bij overige publieke en private partijen een longlist samengesteld die als uitgangspunt voor ontwerpstudies kan dienen. Welke projecten concreet zullen worden uitgewerkt zal in overleg met de direct betrokken private en publieke partijen, de UNA en de DROV worden besloten. In de uitwerking zullen de verschillende ontwerpopgaven ook op elkaar worden betrokken, afgestemd op de gemeenschappelijke ambities voor de wijk Scharloo Abou die in fase I zijn vastgesteld. Casus 1: Werfstraat 8, J.A.J. Sprockterrein Achtergrond Aanvankelijk was dit terrein in bezit van de firma Gebroeders Lauffer, dat uiteindelijk door Jaime Antonio Jose Sprock is opgekocht. Hij was een voormalig zeeman die voer op Shell tankers en in 1929 J.A.J. Sprock N.V. oprichtte voor de productie van sterke drank. (vanaf 1942 productie van Ponche Kuba). Werfstraat 8 en nrs 10-12 zijn aangewezen als monumenten: woonhuis en twee langgerekte bijgebouwen. Opgave Herbestemmingsmogelijkheden zichtbaar maken met behoud van proeverij. De ‘bedrijfsgebouwen met groot ruimtebeslag op de wijk belemmeren de ontwikkeling van Scharloo Abou’, zoals geconstateerd in de workshop Werken aan Willemstad. De Kop van Scharloo 5, of biedt deze bedrijvigheid juist een uitgelezen kans om Scharloo Abou te ontwikkelen tot een gemengde woon-werk-leisurewijk? Casus 2: De werven Achtergrond De werven zijn het vroegst ontwikkelde gedeelte van Scharloo Abou. Vanaf 1691 gaf de WIC toestemming om hier een werf te openen. De werven lagen aanvankelijk op eilanden en werden ‘kleine’ respectievelijk ‘grote klip’ genoemd. Vooral in de achttiende en negentiende eeuw vond hier veel scheepsbouw en -reparaties plaats. Begin twintigste eeuw zijn de eilanden bij het vasteland van Scharloo Abou getrokken. De Werfstraat markeert de grens tussen voormalige eilanden en het vasteland. Op de werven waren aanvankelijk alleen maar houten gebouwen toegestaan die eenvoudig te verwijderen waren in tijden van oorlog.6
23
24
Opgave Herbestemming en/of herontwikkeling van voormalige hoger gelegen loodsen (inclusief houtsloods) in de context van ontwikkeling kades en werven. eventueel in combinatie met nieuwbouw en gerelateerd aan het maritieme verleden. De loodsstructuur handhaven en versterken of als inspiratiebron inzetten voor nieuwe projecten die het loodsenterrein toegankelijk maken. Nu is dit gebied nagenoeg onbereikbaar en verwaarloosd, terwijl het door de directe ligging aan de St. Annabaai een aantrekkelijke ontwikkelingslocatie is, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling tot een levendig havenkwartier met uitgaansgelegenheden en kleinschalige (ambachtelijke?) bedrijvigheid. Casus 3: de kades Achtergrond Zie casus 2. Opgave Onderzoek de ontwikkeling op de kop van de kades door Curaçao Port Authority (CPA) en De Lindengroep vanuit historisch perspectief om de reikwijdte van de mogelijkheden van deze locatie aan te geven, die niet alleen bijdragen aan het versterken van de identiteit van Scharloo Abou, maar van de totale historische binnenstad. Punda haar Handelskade, Otrabanda heeft het Rif Fort: wat is wenselijk voor Scharloo Abou? Deze locatie heeft alle potenties en vraagt om verbijzondering van de randvoorwaarden die vanuit werelderfgoedperspectief belangrijk zijn.
Opgave Is dit terrein een schakel tussen Punda en Scharloo of tussen Scharloo en de rest van Scharloo? Wat is hier wenselijk voor het versterken van werelderfgoed Willemstad: reconstructie, eigentijdse nieuwbouw?
Casus 5: Fundashon Kas Popular (gebouw en directe omgeving) Achtergrond Op de locatie van het huidige FKP gebouw stonden wat kleinere monumenten, maar er was ook veel lege ruimte en zelfs een steeg (Weststeeg). Opgave Transformatie met behoud van de loketfunctie en verhuizing van overige functies. Hoe kan de relatie tussen het Waaigat (parkeren)/ historische binnenstad en Scharloo weer versterkt worden en kan deze plek een schakel vormen tussen grootschalige nieuwbouw en kleinschalige Scharloo bebouwing?
Casus 4: De Vijf Zinnen Achtergrond ‘De Vijf Zinnen’ is een beeldbepalende locatie aan het Waaigat en ‘toegangspoort’ tot Scharloo vanaf Punda over Wilhelminabrug. Hier stond één van de oudste achttiende-eeuwse panden van deze wijk. De naam is ontleend aan de vijf geveltoppen die het huis aan de zuidzijde kenmerkten. In 1999 is het monumentale pand door brand vernietigd. Sindsdien is het braakliggende terrein tijdelijk in gebruik genomen als informele parkeerplaats.
25
26
Project 2: Fleur de Marie Achtergrond Een karakteristiek hellinggebied met centraal gelegen de restanten van een vroeg twintigste-eeuwse arbeiderswijk (vanaf 1918 arbeiderswijk voor Shell Olieraffinaderij) die ernstig is verkrot, maar waar zich nog enkele karakteristieke volkswoningen bevinden. De infrastructuur hier bestaat uit onverharde paden en wegen. Door aanleg Julianabrug (oprit, fysieke barrière) is de oorspronkelijke wijk voor meer dan de helft gesloopt en in verval geraakt. Behoud is niet alleen van belang vanuit cultuurhistorisch oogpunt, maar ook van belang voor differentiatie in woonvormen die een krachtige stempel drukken op het bijzondere karakter van Scharloo Abou. Bovendien een kwetsbare en beeldbepalende plek. Vanwege de hoge ligging geweldig uitzicht over Willemstad (dus aantrekkelijke locatie voor nieuw-/hoogbouw?) Opgave Een bijdrage leveren aan de revitalisering binnen bestaande bebouwingsstructuur door eigentijdse nieuwbouw en herinrichting buitenruimten in combinatie met restauratie van de meest karakteristieke volkswoningen. Scharloo Abou herontwikkelen tot gemêleerde woonwijk die het tot in de eerste helft van de twintigste eeuw was? Deze opgave vraagt bijzondere aandacht voor immateriële, sociaalculturele vraagstukken: sociale programma’s en sociale huursector in combinatie met woningbouw voor midden- en hogere inkomensgroepen. Project 3: infra-ambiance Een vervolg op de resultaten uit de workshop infrastructuur, waarbij vooral de relatie tussen infrastructuur en cultuur wordt bewaakt. De resultaten dragen bij aan het waarborgen en versterken van werelderfgoed enerzijds en het verder uitwerken en toetsen van het masterplan Scharloo Abou anderzijds.
27
Literatuurlijst AGV, adviesgroep voor Verkeer en Vervoer, Bereikbaarheidsplan Binnenstad Willemstad, rapport nr 5-262/KZ/1312, Curaçao/Rotterdam maart 1995. Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting (DROV), Eilandelijk Ontwikkelingsplan Curacao 1 & 2, no 36, Curaçao september 1995. Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting (DROV) en de Stichting Monumentenfonds Curaçao (MFC), Plan di Monumento 2000+. Actualisering monumentenbeleid Curaçao, Curaçao oktober 2001. Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting, Verslag Workshopreeks 23 - 25 januari 2008, Curaçao 2008. Dr. Ronald Gill, Arch., in opdracht van IMD Design en IMD Consultancy & Training, Werken aan Willemstad, de kop van Scharloo, Curacao, Nederlandse Antillen. Werkboek en evaluatie van het programma voor het stadsontwerp voor de Kop van Scharloo Abou, workshop 22 februari 1997. Maritiem Museum Scharloo, Curaçao mei 1997. C. van Hulst / K. van Vliet, Scharloo West, een nieuw Elan. Oriënterend onderzoek. Gemeente Rotterdam in opdracht van dS+V, Curaçao/Rotterdam december 1992. C. van Hulst / K. van Vliet, Ontwikkelingsstrategie Scharloo-West, Gemeente Rotterdam in opdracht van de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting, Curacao/Rotterdam maart 1995. Cristina Iamandi, The historic area of Willemstad inner city and harbour. Willemstad World Heritage Site Management Plan Stakeholders’ Meeting, 2-4 april 2007, mei 2007. Interregionaal Comité Actie WillemstadInternationaal Design Seminar 12 – 16 mei 1997. Stedenbouwkundig ontwerpen op Curaçao, Conceptueel programma voor drie locaties in Willemstad, oktober 1999. Island Design Planning Architecture in opdracht van Stichting Monumentenzorg Curaçao en N.V. Stadsherstel, Fotoreportage Fleur de Marie 2001, Willemstad, Curaçao juli 2001. Gerda Jonkhout Gehlen, Monumenten habri ’03. Scharloo Abou 18 mei 2003, Curaçao mei 2003.
28
Ministerie van OCW e.a., Actieprogramma Ruimte en Cultuur. Architectuur- en Belvederebeleid 2005-2008, Den Haag mei 2005. M.A. Newton, Architectuur en bouwwijze van het Curaçaose landhuis, Delft 1990. N.V. Kop van Scharloo, Onderzoek en stedenbouwkundige visie: Scharloo Abou, Curaçao/Amsterdam, februari 2007. Ron van Oers, Dutch townplanning overseas during VOC en WIC rule (1600-1800), Zutphen/Delft 2000. Prof. dr. M.D. Ozinga, De Monumenten van Curaçao in woord en beeld, ’s Gravenhage 1959. P. Pruneti Winkel, A nineteenth century quarter of Willemstad, Curacao: historical architecture and its background, Scharloo, Delft/Florence 1987. Simone Rots en Annuska Pronkhorst in opdracht van de Stichting Nationaal Restauratiefonds, Monumenten op de Nederlandse Antillen, Brugge juni 2004. K. van Ruyven / A. Schram, Ontwikkelingsstrategie Scharloo Abou, Kop van Scharloo, van (master)plannen naar mensen, NV Kop van Scharloo, Curaçao/Amsterdam november 2007. Secretariaat Stadsvernieuwing, Stedelijk Ontwikkelingsplan Binnenstad Willemstad 2001-2005, MEP C-T-31, Curaçao, september 2003. Secretariaat Stadsvernieuwing, SOP - Ontwikkeling Scharloo Abou fase I. Financieringsverzoek Secretariaat Stadsvernieuwing, Curaçao maart 2007. Stuurgroep Stadsvernieuwing, met technische ondersteuning van de gemeente Rotterdam, dienst Stedebouw en volkshuisvesting, Stedelijk Ontwikke-
lingsplan binnenstad Willemstad 2001-2005, Curaçao 2002. Prof. dr. ir. C.L.Temminck Groll, e.a, Curaçao, Willemstad: monumentenstad, Amsterdam 1990. Prof. dr. ir. C.L. Temminck Groll en W. van Alphen, The Dutch overseas: architectural survey; mutual heritage of four centuries in three continents, Zwolle 2002.
29
Bijlage 1. Programma Workshops Scharloo Abou PROGRAMMA WORKSHOPS SCHARLOO ABOU
Woensdag 23 januari, middag, Stichting Monumentenzorg
23, 24 en 25 januari 2008 De overheid heeft het gebied Scharloo Abou als actiegebied aangewezen. DROV zal in dit kader een
13:30 – 16:00
Workshopsessie 1
16:00 – 18:00
Rondleiding Scharloo Abou
masterplan maken waarbij een uitspraak wordt gedaan over wat er met het actiegebied bereikt wil worden, waarbij steeds de economische en sociale ontwikkelingen in het kader van het werelderfgoed Wil-
Infrastructuur en bereikbaarheid Scharloo Abou Groepen A en B
lemstad en versterking van de kwaliteiten hiervan worden benaderd. DROV heeft hierbij contacten gelegd met de TU Delft Bouwkunde en zag hierin de kans om met een samenwerking de reikwijdte te verbreden en de waarden van ons werelderfgoed de nodige aandacht te ge-
Donderdag 24 januari, ochtend, Stichting Monumentenzorg
ven en hierin meer diepgang te brengen. De samenwerking met de TU Delft Bouwkunde en de UNA biedt ook de kans voor een ander aanpak.
9:00 – 9:15
Met de huidige interesse voor het gebied en genoemde samenwerking wordt de mogelijkheid gecreëerd voor een succesvol, gezamenlijk Masterplan, dat niet alleen breed gedragen wordt, maar ook uitvoerbaar
Succesaanpak Sint Jago 9:15 – 9:30
Lezing UNA
9:30 – 9:45
PAUZE
9:45 – 12:15
Workshopsessie 2
12:15
Afsluiting
wordt. De workshopserie aangevuld met een brede discussie vrijdagmiddag moeten de deelnemers de kans geven om hun input en visie te geven en om gezamenlijk tot uitgangspunten te komen.
Lezing Reda Sosial
Evenwichtige ontwikkeling en noodzaak tot gemeenschappelijkheid
Woensdag 23 januari, ochtend, Villa Maria
Integrale benadering leefomgeving / woonwijk Fleur de Marie
8:30 – 9:00
Inloop en registratie
9:00 – 9:05
Opening door mw. Z. Garmers-Rojer
9:05 – 9:20
Uitleg programma door dhr. Ch. Do Rego, moderator
9:20 – 9:30
Welkomstwoord door dhr. Gedeputeerde A.A.Godett
14:00 – 14:15
Samenvatting eerste twee workshops
9:30 – 9:50
Introductie door dhr. R.Karsdorp
14:15 – 16:45
Workshopsessie 3
Donderdag 24 januari, middag, Stichting Monumentenzorg
De Ontwikkeling van Scharloo Abou 9:50 – 10:10
Lezing door mw. A. Aarsen van de TU Delft Bouwkunde
Gewenste ontwikkelingen en versterking kwaliteiten werelderfgoed Willemstad 16:45
Afsluiting
Toelichting op voorbeeldproject Werelderfgoed Willemstad 10:10 – 10:25
PAUZE
10:25 – 10:50
Lezing door dhr. M. Smit Het “Conservation Managementplan” en de relatie met het project van de TU Delft
Vrijdag 25 januari, middag, Villa Maria 14:00 – 15:15
en DROV 10:50 – 11:15 11:15 – 11:50 12:00
Vastleggen van gezamenlijke uitgangspunten
Lezing door mw. N. Kremers
Mogelijkheid tot discussie
Ontwikkelen op een bijzondere locatie
15:15 – 15:30
Lezing dhr. M.Verheijen
15:30 – 16:00
Vervolgtraject
Verkeer en mobiliteit, benadering vanuit verschillende invalshoeken
16:00 – 17:00
Borrel
Afsluiting
30
Aanzet tot intentieverklaring
PAUZE
Bijlage 2. Deelnemerslijst workshops Naam organisatie
Naam vertegenwoordiger
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Bank van de Nederlandse Antillen Bureau Domeinbeheer CHATA Curacao Tourism Board DARE FRESA Dienst Cultuur en Educatie Dienst Economische Zaken Dienst Werk en Inkomen Dienst Openbare Werken Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting
E. Tromp P. van Leeuwen D. Werdekker F. Ayoubi R. Huggins F. Curiel M. Augusta R. Chong M.Overman-Thodé U. Batta R. Karsdorp, C. Manuel, Z. Garmers, J. Van Heydoorn, G. Gehlen, L.Janga
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
Downtown Management Organization Federashon Otrobanda Fundashon Kas di Kultura Fundashon Kas Popular Fundashon pa Maneho di Adikshon Gemeente Rotterdam Grupo Skarlista Hotel Mira Punda IMD Island Design J.A.J. Sprock Kop van Scharloo NV - Lindengroep -CPA -Adviseur Kop van Scharloo NV Maduro & Curiel's Bank N.V. Maritiem Museum Nevada Advies NV Stadsherstel Plan D2 Plataforma Punda Reda Sosial Sentro Pro Arte Secretariaat Stadsvernieuwing Stedenbouwkundig expert Stichting Monumentenfonds Curaçao Stichting Monumentenzorg Curaçao Technische Universiteit Delft, afd. Bouwkunde
L. de Geus A. Curiel, M. Manuel R. Rosalia A. Con L. Roosberg M. Verheijen F. Curiel M.A. Beemsterboer A. v.d. Woude M. Lanjouw D. Henrietta N. Kremers R. Lopez Ramirez F. Curiel L. Capriles D. Cloose M. Smit F. Brugmans D. Abbad O. Augusta H. George
Universiteit van de Nederlandse Antillen (begeleider) Unidat di Bario Villa Maria Uitgaanscentrum Familie Da Costa Gomez
L. Juliana, C. van de Sande J. Juliet-Pablo M. Suares F. Da Costa Gomez H. Tauber C. Dammers
24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
De Vijf Zinnen The Movies
E. Andrea S. Saveedra-Bruno H. George J. Schmidt A. Aarsen
31
Bijlage 3. Openingstoespraak gedeputeerde de heer A. A. Godett Intro Geachte aanwezigen, genodigden uit Nederland, mevrouw Aarsen, meneer Verheijen en meneer Smit,
De vraag is, hoe een goede ontwikkeling in Scharloo te realiseren, waar de auto kan komen, maar rekening
dank voor uw aanwezigheid en bijdrage in dit proces. Ook de facilitators, de heren Lyongo Juliana en
houdende met de voetganger die zich op zijn gemak kan voelen, al wandelende in de wijk.
Cees van de Zande van de UNA en Charles do Rego, danki voor jullie medewerking in deze. Ook een
Op dit moment zijn er plannen om het Waaigat te ontwikkelen. Samen met het masterplan dat gemaakt gaat
dankwoord aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de TU Delft Bouwkunde en Ge-
worden voor Scharloo zal er een integraal plan moeten komen voor het verkeer en vervoer. De overheid zal
meentewerken Rotterdam voor uw financiele bijdrage. De Curaçaose overheid is u hiervoor zeer erkenlijk.
dit plan ondersteunen, dat de voetganger op de eerste plaats zet zonder de auto uit het gebied te halen.
Als U mij toestaat, spreek ik verder in mijn landstaal. Investering en Economie De geschiedenis van Scharloo
Verschillende grote projecten vinden momenteel plaats op Curaçao. De binnenstad moet er ook van profite-
De geschiedenis van Scharloo is vrij recent, vergeleken met Punda, Otrobanda en Pietermaai. Gedurende
ren. De overheid erkent de waarde van investeringen en ontwikkeling. Niet alleen ontwikkeling van meer
de achttiende eeuw en met name aan het eind ervan, begon de ontwikkeling van grote huizen voor de
luxe, meer hotels, meer dure appartementen, maar ook ontwikkeling voor de minder draagkrachtigen. Indien
Joodse families. Deze families hebben een hechte gemeenschap gevormd en dat wordt ook in de archi-
de kleine man niet dezelfde trein instapt, zal de ontwikkeling vastlopen. Een duurzame ontwikkeling heeft als
tectuur van de huizen weergegeven die veel overeenkomsten vertonen. Naast deze panden kende Schar-
uitgangspunt om ook voor de kleine man de juiste condities te realiseren.
loo ook haar werven, de Kleine en de Grote Werf, die het leven en het inkomen vormden voor onze men-
Ook voor Scharloo zien wij een integrale ontwikkeling, waar uiteindelijk heel Scharloo en daarmee de hele
sen. Het derde gebied in Scharloo is Fleur de Marie. Fleur de Marie, dat zich ontwikkeld heeft als een
binnenstad en Curaçao van mee profiteren. Wij hebben begrepen dat de verschillende functiemogelijkheden
gebied van werknemers die van alle delen van het Caribisch gebied afkomstig zijn, heeft zich spontaan
in het gebied bestudeerd zullen worden en dat er gekeken zal worden naar de mogelijkheden om werkgele-
ontwikkeld als een mix van allerlei typen architectuur en zonder een vaste patroon. Dit geeft het gebied
genheid te creëren voor de kleine man. Wij ondersteunen dit helemaal.
een uniek karakter in onze binnenstad. Publiek Privaat Nu wij zien dat de geschiedenis van woningen in Scharloo in kantoren is veranderd en de werven van
Als laatste willen we even stilstaan bij de ontwikkeling die momenteel plaatsvindt in Scharloo. De overheid
functie veranderen, is het zeer interessant voor ons om een visie te vormen over de buurt Fleur de Marie.
ziet de grote belangstelling voor Scharloo en de inzet van de private sector, huizen die gerestaureerd wor-
Vaak is in het verleden gedacht: “Ruim op de boel” en ik ben zeer blij dat deze plannen zich niet hebben
den, plannen voor een hotel in het gebied, herstel van volkswoningen (ik heb begrepen dat Stadsherstel de
ontplooid. Nu kunnen we het hebben over een woongebied met een unieke cultuur en architectuur, waar
mogelijke eerste volkswoningbouw in dit gebied realiseert). Er zijn ontwikkelaars die hun nek uitsteken en
met wijkverbetering betere woningen kunnen worden gerealiseerd, met betere wooncondities, maar ook
het gebied intrekken zonder enig zekerheid van inkomsten.
een kans om de kale plekken in deze buurt te kunnen ontwikkelen.
De overheid zet haar belangrijke diensten in de wijk (onder andere Kas di Kultura), DARE doet haar entree in de wijk, FKP zit in de wijk. De samenwerking dient nog hechter te worden en er moet gewerkt worden aan
Fleur de Marie is een integraal gebied van Scharloo en verdient de nodige aandacht. We hebben begre-
een samenwerkingsovereenkomst tussen de publieke en de private sector om ons doel samen vast te leg-
pen dat Stichting Monumentenzorg en N.V. Stadsherstel de eigenaars zijn van de terreinen en dat er reke-
gen en er samen aan te werken: Namelijk een integrale ontwikkeling voor de wijk die een voorbeeld dient te
ning gehouden zal worden met de huizen in Fleur de Marie. De overheid op haar beurt zal haar bijdrage
zijn voor de binnenstad, maar ook voor Curaçao en andere werelderfgoedsteden; hoe gaan je om met ont-
leveren aan de basiscondities voor de infrastructuur.
wikkelingen in dit werelderfgoed?
Verkeer en Vervoer
Afsluiting
In het verleden waren er twee bruggen die Scharloo met Punda verbonden en een tram met paard die
Ik wens jullie allen een succesvolle workshop toe en verwacht binnenkort de eerste resultaten, zodat wij over
rondom het Waaigat ging tot aan de werven van Scharloo. Mensen staken ook in bootjes het Waaigat over
kunnen gaan tot de uitvoering ervan.
vanaf hun huizen. Dit alles bracht de activiteiten in Scharloo en Punda dichter naar elkaar toe. Op het moment dat de rol van de auto groter werd, werden de ideeën om Punda en Otrobanda beter bereikbaar te maken met de realisatie van de Julianabrug geconcretiseerd. Wij kunnen allen het effect van de Juliana brug voelen, met name voor het gebied Scharloo.
32
Bijlage 4. Tekst uitgesproken als inleiding op workshop 2 ir. Cees van de Sande (UNA)
het beste kunnen doen. Er is al de suggestie gedaan om dit via Plataforma Punda te doen, maar er zullen
donderdag 24 januari 2008
meer mogelijkheden zijn. Een ding is duidelijk: vooral de mensen die hier vanmiddag aanwezig zijn zullen het moeten doen, aangezien jullie in de positie verkeren er wat aan te doen. Als we nu kunnen vastleggen
Centraal in deze workshop staat de noodzaak tot gemeenschappelijkheid en evenwichtige ontwikkeling in
waar we het al over eens zijn, dan kunnen we daaraan alvast beginnen met uitvoeren.
het beschermd werelderfgoedgebied Scharloo Abou met bijzondere aandacht voor de sociale aanpak en
Er is ook een verschil met de wijk St. Jago. Daar nam het bevolkingsaantal door de renovaties beperkt toe,
integratie van de woonwijk Fleur de Marie.
maar hier zullen, als het goed is, straks weer veel meer mensen wonen en werken. Dat gaat dus een be-
Het begrip ‘evenwichtig’ werd tijdens de inleidingen op woensdag meermalen gebruikt, onder andere in
hoorlijke verandering teweegbrengen in de sociale structuur en ongetwijfeld ook in de ‘couleur locale’.
termen als ‘uitgebalanceerde samenwerking’ en ‘met oog voor sociale omstandigheden’. Kennelijk vinden we evenwichtigheid dus belangrijk. Je zou dat begrip kunnen definiëren als een situatie, waarin geen van
De fysieke structuur van Scharloo Abou in zijn geheel en die van Fleur de Marie in het bijzonder, is heel
de belangen van de actoren zonder goede reden ondergeschikt raakt aan de belangen van anderen.
waardevol en uniek. Daar moeten we toch ook iets heel waardevols mee kunnen bereiken en een unieke
Ieders belang moet dus in een bepaalde mate terug te vinden zijn in het eindresultaat.
leefomgeving kunnen bieden aan bestaande en nieuwe bewoners. Kenmerkend is onder andere het contrast
Gisteren kwam ook duidelijk naar voren dat de kwaliteit van Scharloo Abou wordt gekenmerkt door de
in schaal van de bebouwing en de verschillen in de bebouwingsstructuur.
veelheid aan sferen, die worden bepaald door de fysieke inrichting en door de mensen. Ook is zowel de ontwikkelingsgeschiedenis van dit gebied als die van Willemstad, heel zichtbaar aanwezig, reden waarom
Fleur de Marie maakt integraal deel uit van Scharloo Abou. De onderlinge relaties tussen de stadsdelen
deze stad is geplaatst op de Lijst van Werelderfgoederen.
moeten expliciet aandacht krijgen, niet alleen fysiek maar ook in de samenleving, waarbij al genoemd zijn: werkgelegenheid voor de bewoners binnen Scharloo Abou en kleinschalige voorzieningen in Fleur de Marie
In de eerste workshop is uit de discussies al naar voren gekomen dat men zich bewust is van de samen-
voor de bewoners en gebruikers van de andere delen.
hang tussen deze factoren. Heel duidelijk werd bijvoorbeeld gesteld, dat er niet naar gestreefd wordt om het hele gebied om te bouwen tot toeristische trekpleister. De randen van het gebied, met name de huidi-
Voor heel Scharloo geldt dus, dat het goed functioneren van het ene deel van groot belang is voor het goed
ge kades, kunnen daar wel voor dienen, maar moeten dan tevens een voorziening zijn waar ook de buurt-
kunnen functioneren van de andere delen. Een verbindende factor is natuurlijk ook de monumentale en ge-
bewoners gebruik van kunnen maken. Ik denk dat dit essentiële uitgangspunten zijn, als we vandaag in
schiedkundige waarde, zoals vastgelegd in de aanwijzing tot werelderfgoed.
deze workshop discussiëren over de gemeenschappelijkheid in de doelen die de verschillende deelnemers nastreven.
Voor deze workshop spelen de volgende vragen: •
Laten we even kijken naar de sociale structuur: is die in zichzelf evenwichtig? Is die door zijn geringe om-
Kunnen we een beeld schetsen, zowel voor wat betreft de sociale opbouw als de fysieke structuur, hoe wij de wijk in de toekomst graag zouden zien?
vang (nu ongeveer 250 inwoners) niet erg kwetsbaar voor verstoring? Het feit dat de buurt nu dikwijls ge-
•
Welke rol speelt de couleur locale daarin en hoe kunnen we die het beste omschrijven?
karakteriseerd wordt als ‘gevaarlijk’, ‘daar loop ik ’s avonds niet in mijn eentje doorheen’, geeft al de indi-
•
Hoe betrekken we de bewoners en gebruikers van het gebied bij de ontwikkeling?
catie dat het evenwicht nu verstoord is. De criminaliteit is kennelijk te sterk aanwezig. Het gevolg is dat
•
Is er voldoende bewustzijn van de waarde van het werelderfgoed om niet alleen de monumenten en
Fleur de Marie voor velen een no-go-area is en het gevaar bestaat dat nieuwe ontwikkelingen vanuit die
de ruimtelijke structuur, maar ook karakteristieke bebouwing en de inrichting van de openbare ruimte
angst ook no-go-area’s worden, maar dan in de vorm van gated communities. Het eerste betekent dat
te behouden, te herstellen en te versterken?
mensen er niet in willen, maar dat is aanpasbaar door diverse maatregelen. Het tweede heeft andere kenmerken: dat je er niet in kunt, is verankerd in de fysieke structuur. Er moet heel wat gebeuren voor een dergelijk gebied weer toegankelijk kan worden. Hier ligt dus een belangrijke opgave voor alle betrokkenen die beeldvorming te wijzigen en te zorgen voor een betere sociale opbouw van de buurt. Een actie als ‘schoon, heel en veilig’ is fantastisch voor de bestaande situatie. Waar nu aan gewerkt moet worden is, hoe de situatie er in de toekomst uit moet zien. Er zullen meer mensen (bewoners en werkers) in dit gebied gaan komen en nieuwe activiteiten. Hoe kunnen we dat zo doen dat er geen actie ‘schoon, heel en veilig’ meer nodig is, omdat de buurt daar zelf wel voor zorgt? Uiteraard zullen we de zittende bewoners bij dit proces moeten betrekken en we moeten kijken hoe we dat
33
Bijlage 5. Verantwoording bijdrage extern deskundige M. Verheijen Opdracht extern deskundige infrastructuur: - verzorgen van mindset-lezing en introductie op workshop 1 op woensdag 23 januari 2008; - deelname aan workshops met als doel deskundigheid in te brengen in de discussie en het onderzoeken van oplossingsrichtingen voor het verbeteren van de infrastructurele situatie; - verslaglegging vanuit eigen deskundigheid. Motivatie inschakelen extern deskundige Marc Verheijen Marc Verheijen is door de TU Delft Bouwkunde uitgenodigd vanwege zijn deskundigheid op het gebied van mobiliteit en stedelijke infrastructuur. Naast architect bij Gemeentewerken Rotterdam is hij als lector ‘stedelijke infrastructuur & mobiliteit’ verbonden aan de Hogeschool Rotterdam. Aan hem is gevraagd een mind-set reading te houden op basis van de bestaande infrastructurele knelpunten en infrastructurele afwegingen in de bredere context van het werelderfgoed te plaatsen.
Korte samenvatting van inhoudelijke bijdrage workshopreeks
•
Relatief omdat ik over een uitgebreide expertise beschik
De uitnodiging deel te nemen aan de workshopreeks masterplan Scharloo Abou bood me de mogelijkheid
•
Buitenstaander om op die manier de bal bij de deelnemers te leggen
mijn kennis en kunde op het gebied van mobiliteit en infrastructuur in te brengen in een werelderfgoedpro-
•
Buitenstaander om zelf een bescheiden positie in te nemen
ject voor een wijk die mij geheel onbekend is. Deze interessante uitgangssituatie werd extra interessant, omdat de invalshoek niet enkel uit het maken van een masterplan bestond, maar deze plaatsvindt in een
De mind-set reading heb ik vormgegeven aan de hand van een zestal one-liners die beeldend zijn gepre-
cultureel historisch perspectief. De opdrachtgever liet me vrij in de wijze waarop ik deze drie elementen
senteerd:
(Scharloo Abou-masterplan-werelderfgoed) in mijn bijdrage zou verwerken.
•
Learn to love traffic
•
Go with the flow
Gezien de onbekendheid met de locatie en ook de lokale mobiliteitscultuur bestond mijn voorbereiding in
•
The shortest way between two points is the one that satisfies you
Nederland naast uitgebreide en vakkundige briefing vanuit de TU Delft Bouwkunde (TUD) over werelderf-
•
Op de schaal van infra
goed in het algemeen en werelderfgoed in relatie tot masterplan Scharloo Abou in het bijzonder uit het
•
Congestie is succes
voeren van oriënterende gesprekken met professionals die over werkervaring in Curaçao beschikten. Ik
•
Tel je zegeningen
ben op reis gegaan zonder verhaal en zonder vooringenomen standpunten. Mijn enige strategie bestond uit een open mind in combinatie met mijn persoonlijke expertise.
De lezing bracht de abstracte materie mobiliteit, mobiliteitscultuur, stedelijke ontwikkelingen, masterplan, monumentenzorg en lokale historie op een concrete, tastbare manier bij de luisteraars. De reacties waren
In de twee dagen voorafgaand aan de workshops heb ik diverse gesprekken met mensen van lokale orga-
positief en gaven aan dat de boodschap begrepen was: verkeer ben je zelf, verkeersproblematiek is relatief,
nisaties gevoerd en heb op verschillende momenten het plangebied bekeken. Vanwege de werelderfgoed
verkeersproblematiek kun je niet ‘sectoraal’ oplossen, verkeer is cultuur, verkeer brengt couleur locale en
invalshoek van het project vormde een gesprek met de gemeentelijke afdeling monumenten, met de (com-
verkeer is een onderdeel van de door de tijd heen ontstane identiteit van een wijk. Ik heb daarbij door laten
merciële) organisatie monumentenzorg en een bezoek aan het gebied onder leiding van monument des-
schemeren dat in het geval van Scharloo Abou de problematiek naar mijn mening is terug te brengen tot
kundigen daarbij de hoofdmoot. De avond voorafgaand aan de workshop ‘mobiliteit’ heb ik mijn mind-set
slechts een beperkt aantal echte vraagstukken, die door slimme schakels toe te voegen, wellicht wat rijrich-
reading voorbereid. De positie die ik daarvoor ben gaan innemen is het beste samen te vatten onder de ti-
tingen aan te passen en vooral de infrastructuurambiance te verbeteren, op te lossen zijn. De bestaande op-
tel:
zet en structuur van de wijk, zowel gebouwd als ongebouwd, vormt daarvoor een perfecte ruimtelijke drager
‘observaties van een relatieve buitenstaander’. •
Observaties, omdat het mijn persoonlijke inzichten en gevoelens betrof
•
Observaties, omdat het geen goed doordachte, bewijsbare waarheden betrof
•
Relatief omdat ik me twee dagen intensief heb ingeleefd
34
en dient daarom volledig gerespecteerd en als uitgangspunt genomen te worden.
Resultaten workshopreeks
Inhoudelijke aanbevelingen
De mind-set reading voorafgaand aan de workshop heeft veel invloed gehad op de inhoud en het ver-
Algemeen:
loop van de workshop. De workshop werd geleid door professionals van de Universiteit van de Neder-
Door het inbrengen van externe expertise is elk onderwerp daadwerkelijk een boost te geven. Deze stra-
landse Antillen (UNA). Hierdoor kon ik zelf ook nu weer als ‘observant’ een bescheiden positie aan de
tegie is bekend en bewezen. Het is daarvoor niet alleen van belang een goede expert te vinden maar
zijlijn innemen. Tijdens de voorbereiding van de workshop heb ik als wenselijke strategie aangegeven
deze expert moet in staat gesteld worden maximaal te presteren. Een goede begeleiding en inbedding in
vooral op zoek te gaan naar gemeenschappelijkheden en niet naar de verschillen en/of conflicten. Deze
de lokale netwerken is daarvoor noodzakelijk; Ook een goede briefing op de focus van het project, in dit
strategie, die al is ingezet tijdens de mindset lezing, werkte zeer goed. De workshop werd een positief
geval de invalshoek van werelderfgoed. Door de goede context die door de TUD is georganiseerd, heb
gesprek over verkeer als kans voor Scharloo Abou. Infrastructuur werd niet meer besproken vanuit hin-
ik me maximaal op de inhoud kunnen richten.
der-kosten-congestie. maar vanuit het perspectief van de bestaande openbare ruimte als ruimtelijke drager van de wijk. ‘Inframbiance’, een nieuw woord wat de woorden infrastructuur en ambiance samen
Masterplan:
brengt, dat tijdens de mind-set reading is geïntroduceerd, werd volledig omarmt en eigen gemaakt. Hier
Inhoudelijk zie ik weinig obstakels om tot een slagvaardig masterplan te komen. Grootste issue is dat er
moet uiteraard nog wel een grote slag gemaakt worden, maar de structuur is er al. Het gaat eigenlijk en-
veel gepraat wordt, maar weinig geluisterd. Dit lijkt tussen alle partijen en op alle schaalniveaus te spe-
kel nog om de bestaande openbare ruimte van ‘ kleur’ te laten veranderen, de inframbiance te verbete-
len. Inhoudelijke aanbeveling is wellicht je geen zorgen te maken over de inhoud, maar vooral te investe-
ren.
ren in een mediator, een persoon of team die partijen bij elkaar brengt en weet te binden.
Reflectie op eigen rol in het proces
Procesmatige aanbevelingen
Het heeft me plezier gedaan dat ik in korte tijd in staat geweest ben mijn expertise op dit terrein daad-
Algemeen:
werkelijk in te brengen in de workshop. Niet door te vertellen hoe het moet, maar door mijn kennis echt
Als ‘experts’ vanuit een totaal andere achtergrond/context/cultuur ‘ingevlogen’ worden, is mijn ervaring
beschikbaar te stellen. Het innemen van de positie van de relatieve buitenstaander die daadwerkelijk
dat deze vooral een bescheiden positie dienen in te nemen en hun expertise beschikbaar moeten stellen
verstand van zaken heeft, is daarvoor een goede keuze geweest. Veel van mijn kennis bracht ik pas op
aan de mensen die daadwerkelijk lokaal in positie en aan het werk zijn. Het is aan de expert om zijn/haar
tafel op het moment dat deelnemers aan de workshop met vragen kwamen. De mind-set reading heeft
kennis zodanig beschikbaar te stellen dat er ook daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt. Het is aan
de deelnemers weer enthousiast over het onderwerp gemaakt, de workshop kon daardoor weer echt
de lokale professionals om die expertise ook daadwerkelijk uit de expert te trekken en voor zover rele-
een gesprek worden waar als vanzelf relevante vragen op tafel kwamen, waardoor ik door het geven van
vant en mogelijk eigen te maken.
antwoorden de discussie vanuit mijn kennis kon voeden en natuurlijk daarmee ook kon sturen. De enige sturing die ik aanbracht, was vooral oplossingen te zoeken binnen de bestaande structuur van de wijk en
Masterplan:
dus niet op zoek te gaan naar grootschalige infrastructurele ingrepen die naar alle waarschijnlijkheid
Procesmatige aanbevelingen voor het masterplan proces heb ik de laatste dag aan DROV gedaan. Ik
zouden conflicteren met de schaal en structuur en daarmee met de historische waarde van de wijk
heb richting DROV aangegeven dat de workshop daadwerkelijk de deur open heeft gezet voor samen-
Scharloo Abou.
werking. Die moet benut worden door het instellen van een aantal werkgroepen waar in gezamenlijkheid enkele voor het masterplan nog belangrijke onderwerpen worden aangepakt. Niet enkel een werkgroep infrastructuur maar zeker ook een werkgroep marketing. Tijdens de afsluitende bijeenkomst heeft hoofd DROV een oproep aan alle partijen gedaan om aan deze werkgroepen deel te nemen.
35
Bijlage 6. Verantwoording bijdrage extern deskundige M. Smit Opdracht extern deskundige Conservation Managementplan Werelderfgoed historische binnenstad Willemstad - verzorgen van inleiding relatie Conservation Management Plan van historische binnenstad Willemstad en masterplan Scharloo op woensdag 23 januari 2008; - deelname aan workshops met als doel deskundigheid in te brengen in de discussie en het zoeken naar verbanden tussen een masterplan en het managementplan; - verslaglegging vanuit eigen deskundigheid (zie hieronder). Motivatie inschakelen extern deskundige Maarten Smit Maarten Smit is door de TU Delft Bouwkunde uitgenodigd vanwege zijn deskundigheid op het gebied Stadsvernieuwing op Curaçao in de brede zin van het woord. Hij was begin jaren negentig verantwoordelijk voor de opzet van een stadsvernieuwingsorganisatie op Curaçao en de oprichting van het Monumentenfonds en de N.V. Stadsherstel. In Nederland heeft hij een adviesbureau voor stedelijke gebiedsontwikkeling, Nevada Advies, en ondersteunt daarin gemeenten, corporaties en ontwikkelaars.
Korte samenvatting van inhoudelijke bijdrage workshopreeks
voor verdere ontwikkeling zijn in tegenstelling tot die voor verkeer mijns inziens niet goed uit de verf geko-
Door mijn werk in het verleden en de huidige opdacht heb ik een groot netwerk op Curaçao. Niet alleen bij
men. Minstens zou een formulering van de opdracht voor het vervolg het resultaat moeten zijn geweest.
de eilandelijke overheden maar ook bij de particuliere sector. Naast de private Curaçaose partijen zijn ook Nederlandse partijen actief, deze partijen hebben over het algemeen minder geduld voor de lokale pro-
De opzet van de workshopsreeks was te theoretisch en niet gericht op een concreet einddoel. Voor onder-
cesgang. Het onderkennen van gemeenschappelijke belangen en het uitzetten van een strategie om dat
zoek en gerichte studies lijkt geen tijd meer. Er wordt nu een totaal masterplan gevraagd waarin duidelijk
doel te bereiken is belangrijk.
staat aangegeven wat kan, wat mag en wanneer. De aandacht voor werelderfgoed is tijdens de workshops teveel naar de achtergrond verdwenen. De discussies waren vooral gericht op het bereiken van overeen-
De door mij gegeven inleiding was van belang om een eerste aanzet te geven tot dat gemeenschappelijke
stemming over de inhoud van het masterplan.
doel. In de workshopdiscussie is getracht dit doel te formuleren. Reflectie op eigen rol in het proces Resultaten workshopreeks
Ik heb eerst getracht als toehoorder deel te nemen. In de loop van de reeks ben ik actiever gaan participeren
De workshop werd geleid door professionals van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA). De
om de discussie te sturen op concrete resultaten. Dat is maar gedeeltelijk gelukt. De lokale partijen moeten
inhoudelijke voorbereiding van de workshops was echter niet optimaal. Tijdens de workshops bleek dat
meer van zichzelf laten zien en door hun acties elkaars vertrouwen krijgen.
het doel van de workshopreeks en de strategie om dat te bereiken niet eenduidig was. Daardoor ontstond een onevenwichtig geheel en was de samenhang tussen de workshops niet altijd zichtbaar.
Inhoudelijke aanbevelingen Algemeen
De uitkomst van de workshops was soms positief (verkeer) en negatief (sociaal). Niet het resultaat maar
Van te voren was door de TU Delft duidelijk aangegeven dat de workshopreeks vanuit de werelderfgoed vi-
de geldingsdrang van sommige deelnemers om hun stempel te drukken op de discussie en het gemeen-
sie vormgegeven zou worden. Dat is gelukt. Toch is het voor een vervolg nog beter als vanuit de TU Delft
schappelijke doel uit het oog te verliezen, werkte frustrerend. De voorzitters bleken niet altijd in staat de
ook voorwaarden gesteld worden voor de inhoud. Welke materiaal wordt als basis gebruikt en welk doel
discussie in goede banen te leiden.
wordt gesteld als uitkomst van de reeks.
De eindbijeenkomst bracht de verschillen scherp aan het licht. De private partijen wilden snel duidelijkheid
als bijvoorbeeld verkeer. Voor de meeste onderwerpen verwacht ik dat de inzet van lokale experts in combi-
over de randvoorwaarden van de DROV. DROV wilde eerst weten wat de private partijen precies wilden.
natie met de buitenlandse tot een beter resultaat zal leiden.
Het kan zinvol zijn om met buitenlandse deskundigen te werken. Dit kan werken op heldere onderwerpen zo-
Het eindigde in een toezegging om binnen een paar maanden tot een masterplan te komen. Inhoudelijk zijn de resultaten teleurstellend. De ruimtelijke, economische en sociale randvoorwaarden
36
Masterplan: Op sommige onderdelen is geen inhoudelijke overeenstemming bereikt. De standpunten over de (her)ontwikkeling van de kades bijvoorbeeld liggen ver uiteen. Het open houden van de zichtlijnen met het water, worden bijvoorbeeld niet door iedereen onderschreven. Waar onderscheidt Scharlo Abou zich met de rest van de stad. Welke delen ontwikkel je voor welke doelgroep. Hoe gaan die samen enz.Het lijkt alsof er overeenstemming is bereikt, maar het is de vraag of dit eerder beleefdheid is dan een werkelijk behaald resultaat. Partijen willen en kunnen niet naar elkaar luisteren. Ook is het niet duidelijk wat vastgelegd moet worden in een masterplan en wat de wettelijke status daarvan is. Mijns inziens moet je je juist zorgen maken over de inhoud. Voor je het weet staat er iets in Scharloo Abou wat niemand wil en is de werelderfgoedstatus van Willemstad ernstig aantast. Procesmatige aanbevelingen Algemeen: Maak teams van ingevlogen experts en lokale mensen. Help bij het organiseren van het proces, niet laten gaan maar meesturen en maak duidelijk maken welke gevolgen bepaalde acties zouden kunnen hebben. Masterplan: DROV moet het produceren van het masterplan nu zelf ter hand nemen. Er ligt voldoende materiaal om tot een goed masterplan te komen. Er moeten nu keuzes worden gemaakt en die moeten zij zelf maken, eventueel inhoudelijk gesteund door externen.
37
38
Masha danki Stichting Monumentenzorg Curaçao voor de gastvrijheid, Gemeentewerken Rotterdam voor de betrokkenheid en alle deelnemers voor hun inzet, aanwezigheid en bijdragen.
Colofon Samenstelling, beeld- en tekstredactie Technische Universiteit Bouwkunde, ®MIT: drs. Astrid Aarsen, prof. dr. ir. Paul Meurs in nauwe samenwerking met Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting, projectleider Masterplan Scharloo Abou: ir. Zarja Garmers-Rojer. Eindredactie Marjan Vrolijk Met medewerking van Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting (DROV): drs. Gerda Gehlen, ir. Caroline Gonzalez-Manuel, drs. Lionel Janga, drs. Reinoudt Karsdorp, Universiteit Nederlandse Antillen (UNA): ir. Lyongo Juliana, ir. Cees van de Sande Charles Do Rego (moderator) Extern deskundigen: drs. Maarten Smit, ing. Marc Verheijen
Beeldmateriaal fotomateriaal: Astrid Aarsen, Bureau Monumentenzorg, Zarja Garmers-Rojer / Lyongo Juliana, Nina Kremers kaartmateriaal en dwarsprofiel p. 22: aangeleverd door de DROV Lay-out Stephanie de Bonth, Joyce van der Knaap Mede mogelijk gemaakt door Ministerie van OCW, Directie Cultureel Erfgoed in het kader van het Actieprogramma Ruimte en Cultuur © ®MIT 2008
39
® MIT 40