De Berlijnse Muur Voorgeschiedenis Na de Tweede Wereldoorlog was Europa opgesplitst in twee delen. West – Europa was kapitalistisch, terwijl Centraal Europa communistisch was. Over Duitsland werd na de oorlog zwaar gediscussieerd. Duitsland werd in vier delen (bezettingszones) verdeeld, dit werd beslist op het congres van Jalta. Daardoor kregen de geallieerden (de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) elk een stuk land toegewezen dat zij vanaf dan moesten besturen. Berlijn was de enige uitzondering, de hoofdstad werd bestuurd door alle geallieerde machten. Het einde van de Tweede Wereldoorlog had een Koude Oorlog tussen het Noorden en het Westen ingeluid. Omdat Berlijn zo verdeeld was, ging het een centrale plaats innemen in die oorlog. Drie van de geallieerden (VSA, UK en Frankrijk) verenigden zich, en waren samen tegen de Sovjet-Unie. In 1945 werd de zone tussen de twee gebieden afgebakend door slachtbomen en kleurmarkeringen op bomen. Om de grens te overschrijden had men een speciale toestemming nodig, alleen voor boeren werd er een uitzondering gemaakt om op hun land te kunnen komen. Op 23 mei 1949 vormden ze in West – Duitsland de Bondsrepubliek Duitsland (BRD). Terwijl het Oostelijke stuk dat in handen was van de Sovjet-Unie zich voortaan Duitse Democratische Republiek (DDR) ging noemen. Na de oprichting van de DDR vluchtten mensen naar de andere kant van het land. In 1952 begon men de grens af te sluiten met hekken, alarminstallaties en bewakingsposten. Langs de grens werd een verboden zone ingericht waar men alleen langs mocht met een speciale toelating, die was vooral bedoeld voor mensen die in dat gebied woonden. Tussen 1949 en 1961 verlieten zo'n 2,6 miljoen mensen de DDR en Oost-Berlijn via de lekkende grens. Daarvan zijn er de laatste twee weken voor de bouw van de Berlijnse muur 47.433 gevlucht. Hierdoor kwam er een economische crisis in de DDR. De gevluchte mensen waren namelijk voornamelijk jonge hoogopgeleide mensen.
De verdeling van Duitsland.
De verdeling van Berlijn.
Bouw van de Berlijnse Muur In 1961 wilden Walter Ulbricht en de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov een einde maken aan de leegloop. In de nacht van 12 op 13 augustus begon men aan de bouw van een muur die Oost-Berlijn en West-Berlijn zou splitsen. De muur werd voorzien van prikkeldraad en heel veel wachtposten die van elke beweging een foto maakten. Op zeven plaatsen in de muur werd er een doorgang vrijgelaten. Omdat er nog steeds heel veel mensen probeerden te vluchten, had de Oost-Duitse grenspolitie als opdracht gekregen om iedere vluchter dood te schieten. In de eerste paar jaren na de bouw van de muur zaten er nog op verschillende plaatse gaten in de muur. Daardoor konden er nog een heel aantal mensen naar West-Berlijn vluchten. Men kon door de huizen op de grensgebieden gaan, en via het raam vluchten. Maar ook waren er pogingen om over de muur te klimmen en te vliegen. De mensen uit het Westen gebruikten de muur als propaganda-instrument. Aan de muur richtte men een monument op voor de mensen die omgekomen waren bij hun vluchtpogingen, als Opfer des Stalinismus. Op 23 juni 1963 kwam de Amerikaanse president John F Kennedy naar Berlijn. Hij uitte zijn solidariteit met de mensen door Ich bin ein Berliner te roepen. De muur was volledig op het grondgebied van de DDR gebouwd. De mensen die aan de muur werkten mochten namelijk niet aan de andere kant van Berlijn komen. Dit betekende ook dat als mensen vanuit het Westen naar de muur liepen, ze eigenlijk al op het grondgebied van de DDR waren. De Westerlingen boeide de muur redelijk weinig, dit lieten ze zien door graffiti op de muur te spuiten. De grenspolitie stond aan de andere kant van de muur dus veel gevaar was er niet. Het kwam maar uiterst zelden voor dat er iemand uit het Westen opgepakt werd.
De muur, volgespoten met graffiti.
Val van de muur 28 Jaar na de bouw van de muur, maakte een Hongaarse grenswachter een gat in de grens met Oostenrijk. In korte tijd was er een leegloop van mensen uit Hongarije, en later ook uit het Tsjechische Praag. Daarna volgden er nog meer gaten in het “ijzeren gordijn”. Net nadat de leiding van de DDR trots het veertigjarig bestaan van de 'socialistische heilstaat' hadden gevierd, moesten ze de grenzen openzetten. De Berlijnse Muur viel op 9 november 1989. Één van de hoogste partijleiders in de DDR, Günter Schabowski, hield aan het begin van de avond een persconferentie. Tijdens de persconferentie zei hij plotseling: "Maar vandaag is, voor zover ik weet een beslissing genomen... We hebben besloten dat iedere DDR-burger de grens over mag." Onmiddellijk volgde de vraag wanneer deze regel in werking zou treden. Schabowski bladerde in zijn papieren, keek op, en zei toen: "Dat geldt - voor zover ik weet - ......vanaf nu." Toen het nieuws doordrong kwamen heel veel mensen naar de muur, om de grens over te steken. Het was een grote chaos omdat de grens eigenlijk pas de volgende dag open gemaakt zou worden. De grenswachters waren in paniek en kregen geen orders meer. Om 23:52 besloot een bevelhebber van de grensovergang de grens open te gooien. Al snel gooiden de anderen ook de grenzen open, waardoor de inwoners van de DDR vrij waren. De volgende dag sprak Helmut Kohl (toenmalig Bondskanselier van Duitsland) het volk van Berlijn toe. Hij riep de bevolking van Duitsland maar ook van de Sovjet-Unie op tot kalmte. De Sovjet-Unie greep niet in en de muur was definitief gevallen. Binnen een jaar was de hereniging van Duitsland een feit, en in 1991 werden nagenoeg alle fysieke resten van de Muur afgebroken en werden brokken als souvenir verkocht.
Opening van de Berlijnse Muur.