(laatste herziene versie: oktober 2006) Als inleiding de kruisiging-scene van de film ‘Jesus’. (De Romeinen, die rond het begin v.d. jaartelling Palestina bezet hielden, sloegen nl. de allerergste misdadigers aan zo’n houten kruis. Het was een afschuwelijk martelwerktuig.)
2. WAAROM IS JEZUS AAN HET KRUIS GESTORVEN? Om Jezus’ dood volledig te begrijpen moeten we terug naar het allereerste begin van de mensheid. Christenen geloven dat alle mensen door God geschapen zijn. God heeft de mensheid geschapen met het doel te leven in relatie met God en met elkaar (dat lezen we o.a. in Genesis 3 – God wandelde daar in de avondkoelte in de Hof van Eden op zoek naar Adam) tot eer van God. (Handelingen 17:28, Romeinen 14:7) We gingen als mensheid echter onze eigen weg en werden ongehoorzaam aan God. We hebben de relatie met God verbroken, m.a.w. we missen het doel waartoe we geschapen zijn. Het Hebreeuwse woord ‘chattah’, waarvan ons woord “zonde” is afgeleid, betekent letterlijk: het doel missen. Alleen al door het missen van het doel zijn we zondig. In de bijbel (Romeinen 3:23) staat het zo: “Allen hebben gezondigd en missen daardoor de nabijheid van God”. Dus: doordat de relatie met God verbroken werd, zoals in Genesis 3 is beschreven, zijn we van Hem afgesneden. Er is een onoverbrugbare kloof ontstaan tussen God en mensen Alle eeuwen door heeft de mens op talloze manieren geprobeerd de ontstane kloof te overbruggen, bijv. door goede werken, trouwe kerkgang, hoge moraal enz., maar zonder succes, want geen enkel mens is vanuit zichzelf in staat om zondeloos te leven, en in de nabijheid van God te kunnen komen. (zie bijlage: ben je “zonden-proof”) God had als gevolg daarvan zijn handen terug kunnen trekken of een eind aan zijn schepping kunnen maken, want het is immers niet meer te gebruiken voor het doel waarvoor het gemaakt is. Maar…..God is goed en Hij is vol liefde voor Zijn schepping. Hij houdt van Zijn mensen! Hij heeft ze immers met zorg gemaakt, één voor één, en Hij wil hen helemaal niet vernietigen. Hij wil met hen in liefde en vrede leven! Hij zocht dus naar een mogelijkheid, een oplossing, om de mens weer tot Zich te laten komen. God is niet als wij; Hij is geheel en al volmaakt. Hij kan niet tegen zichzelf ingaan, als Hem dat beter uitkomt, Hij kan zichzelf niet voor de gek houden. Vergelijk het met een diamant met véél facetten, maar toch één diamant. Eén facet is: liefde; een ander facet is: rechtvaardig. Deze twee kunnen niet tegen elkaar in gaan. Als Hij onze zonden door de vingers zou zien, omdat Hij ons liefheeft, zou Hij niet meer rechtvaardig zijn! God is echter volkomen rechtvaardig en dat brengt met zich mee dat Hij de zonde moet straffen! En….de straf op de zonde is de dood, staat er in de bijbel (Romeinen 6:23, zie ook Romeinen 5:12). Toch heeft God een oplossing gevonden om Zijn liefde voor de mensen en Zijn rechtvaardigheid te verenigen. Om een en ander te verduidelijken een verhaal:
1
De liefdevolle rechter (uit het boek “Een kwestie van Leven” - blz. 52): Twee mensen zaten samen op school en gingen samen naar de universiteit. Daarna gingen zij elk hun eigen weg en verloren elkaar uit het oog. De één werd rechter, terwijl de ander aan lager wal raakte en eindigde als een crimineel. Op een dag verscheen de crimineel voor de rechter. Hij had een misdaad gepleegd en hij bekende. De rechter herkende zijn oude vriend en stond voor een moeilijk dilemma. Hij was rechter en moest rechtvaardig zijn; hij kon de man niet vrijspreken. Tegelijkertijd wilde hij de man niet straffen, omdat hij van hem hield. Uiteindelijk gaf hij de man de geldstraf die hij verdiende. Dat was rechtvaardig! Toen kwam hij van zijn rechterstoel af en schreef een cheque uit voor het gehele bedrag van de boete. Hij gaf het aan zijn vriend en zei dat hij de straf voor hem wilde betalen. Dat was liefde!
Dit is een illustratie van wat God voor ons heeft gedaan. In zijn rechtvaardigheid veroordeelt Hij ons, omdat wij schuldig zijn, maar in zijn liefde komt Hij naar beneden, in de persoon van zijn Zoon Jezus Christus. Als mens zal Hij Zich opwerpen om Gods straf voor de hele mensheid plaatsvervangend op Zich te nemen. Hij kan dit alleen doen omdat Hij Zelf God is, en daarom vrij van de zonde. Een gewoon mens zou namelijk al genoeg aan zijn eigen zonden hebben om voor te sterven (want de straf op de zonde is de dood). DE STRAF OP DE ZONDE IS DUS BETAALD, maar met Jezus’ dood en opstanding is ook DE MACHT DIE DE ZONDE OVER ONS HEEFT, GEBROKEN! Om dit gegeven te illustreren, een “fictief stukje geschiedenis”: De slavenmarkt (uit het boek “Een kwestie van Leven” – blz. 53) Financiële schulden zijn niet alleen een probleem van vandaag; zij vormden ook een groot probleem in de oude wereld. Als iemand grote schulden had, kon hij gedwongen worden zichzelf als slaaf te verkopen, om zo zijn schulden te kunnen voldoen. Stelt u zich eens voor dat zo iemand op het marktplein staat om zichzelf als slaaf aan te bieden. Iemand anders krijgt medelijden met hem en vraagt: “Hoe groot is je schuld?” De man antwoordt: “tienduizend euro”. Stel u voor dat de klant aanbiedt de tienduizend euro te betalen en de man dan vrij te laten.
In dit verhaaltje “verlost” de ene man de andere door voor hem de “losprijs” te betalen. Op vergelijkbare wijze is onze “verlossing” gekomen. Jezus heeft voor ons, door zijn dood aan het kruis, de “losprijs” betaald, en Hij heeft ons daardoor bevrijd van slavernij, dat is de macht die de zonde over ons heeft. Vaak doen wij dingen uit “de macht der gewoonte”. We denken er niet bij na, we zijn het gewend te doen, en automatisch doen we het. Soms leggen we onszelf dingen op, we moeten het van onszelf, terwijl we er eigenlijk geen zin in hebben. Als we het niet doen, en tegen onszelf ingaan, voelen we ons niet prettig. We zijn eigenlijk slaaf van onszelf, van ons werk, van …… Ook wat wij verkeerd doen heeft vaak een verslavende werking. Jezus zegt in de bijbel: “Iedereen die zonde doet, is een slaaf van de zonde” (Johannes 8:34). De zonde heeft diegene “in zijn macht”. Voor sommige zonden is dit duidelijker dan voor andere: drugs-, alcohol-, eet- of gokverslaving. Maar wat dacht je van verslaafd zijn aan materialisme, aanzien, hebzucht, negatief denken, kwaadsprekerij. Ook deze zaken kunnen ons “in hun macht” hebben, je kunt er door “beheerst” worden. Hoeveel mensen zetten hun hele leven (huwelijk, gezin, overige relaties) niet op het spel om hun carrière, hun aanzien (luxe leven, vakanties, huis, boot, auto e.d.) In de bijbel, in Johannes 8:36 staat: “Als de Zoon u vrijmaakt, zul je echt vrij zijn”. Dit wil echter niet zeggen dat we nooit meer zullen zondigen, maar… de zonde hoeft geen macht meer over ons te hebben, m.a.w. wij hoeven er niet meer aan toe te
2
geven, we hoeven er niet meer door beheerst te worden. (Colossenzen 1:13 en Colossenzen 2: 11b – Het Boek)
Behalve dat “de straf op de zonde is betaald” en “de macht van de zonde is verbroken” heeft Jezus’ dood aan het kruis nog meer bewerkstelligd: DE VERVUILING DOOR DE ZONDE IS WEGGEWASSEN. Door geloof in Jezus, dat wil zeggen, aannemen dat Hij voor ons als zondige mensen gestorven is, ziet God ons als schoongewassen van de zonde. Dat komt doordat God ons aanziet in Christus en in Christus zijn wij volmaakt (Colossenzen. 2:10 + 1:28b). In I Johannes 1:7, staat het zo: “Het bloed van Jezus wast ons schoon van al onze zonden.” (zie ook Hebreeën 1:3) Om dit te bevatten moeten we terug naar het Oude Testament in de bijbel, dit is het gedeelte uit de bijbel dat al was geschreven lang voordat Jezus op aarde kwam. In die tijd bezochten de Joden geregeld de tempel (een soort opperkerk voor de Joden). Rituelen en tempelregels dienden streng nageleefd te worden, zo schreven de Joodse wetten voor. Onder andere ook voor het brengen van “offers”. Offers brengen was in die tijd een algemeen gebruik, niet alleen de Joden deden dat. Bij het brengen van offers werden dan dieren of ander etenswaar (bijv. landbouwproducten) “opgeofferd” aan de goden. Als de Joden, zoals hun wetten voorschreven, een offer aan God brachten voor de zonden die ze gedaan hadden, dan ging dat als volgt: Iemand die gezondigd had nam van zijn veestapel een dier (of kocht er één). Het dier moest, zo mogelijk, zonder gebreken zijn. De zondaar legde dan zijn handen op het dier en vertelde daarbij wat zijn zonden waren. Zo gingen de zonden symbolisch over op het dier, dat vervolgens de straf op de zonden droeg: het werd gedood, m.a.w. het bloed vloeide. Daardoor werden de zonden “weggewassen”.
In het Nieuwe Testament van de bijbel (het gedeelte dat na Jezus’ leven op aarde is geschreven), in Hebreeën 10:4, staat dat het onmogelijk is dat het bloed van beesten de zonden werkelijk weg kan nemen; het is slechts symbolisch, en in de tijd van het Oude Testament bedoeld als een heenwijzing naar ”het echte offer” (zonder gebreken, zonder zonde) dat gebracht zou worden voor de zonden van de hele mensheid: het offer dat Jezus Christus bracht door zijn dood aan het kruis. Alleen het bloed van Jezus die in onze plaats is gestorven kan onze zonden wegwassen. (Hebreeën 9:13 e.v.) Iedere overtreding maakt ons leven vuil. Het is als milieuvervuiling: vele kleine overtredingen samen, richten toch grote schade aan. En........als laatste: DE BREUK VAN DE ZONDE IS GEHEELD. Zoals de vriend van de rechter, na het betalen van de straf, weer vrij uit kon gaan, zo kunnen ook wij door Jezus’ dood (dus na betaling van onze straf en na afwassing van de zonden) vrijuit tot God gaan. De zonde staat niet meer in de weg; de kloof is overbrugd door de (kruis)dood van Jezus Christus.
3
Jezus maakte het mogelijk dat de relatie met God weer hersteld kan worden, dat we weer in de nabijheid van God kunnen leven. Overbekend is het ’voorbeeldverhaal’ van “De verloren zoon” dat Jezus vertelde (Lukas 15:11 e.v.): Een zoon wilde de deur uit om van het leven te gaan genieten. Hij had echter geld nodig, en maakte daarvoor aanspraak op zijn erfenis. Al het geld van de erfenis van zijn vader verbraste hij door een leven te leiden vol zogenaamde “pleziertjes”. Toen hij door al zijn geld heen was, en weer geheel teruggeworpen werd op zichzelf (en iedereen hem in de steek liet), kwam hij tot inkeer, en keerde dat “plezierige” leventje de rug toe. Op hangende pootjes keerde hij op een dag weer naar zijn vader terug, om te vragen of hij weer “in de nabijheid van zijn vader” mocht leven, en als knecht voor hem mocht komen werken. Zijn liefdevolle vader ontving hem met open armen, en hij wilde er niet van horen dat de jongen voor hem zou gaan werken als knecht, maar daarentegen werd hij feestelijk onthaald ALS DE ZOON DES HUIZES. “Want”, zei de vader, “mijn zoon was dood en is weer levend geworden; ik was hem kwijt en heb hem weer terug.”
Dit verhaal illustreert wat er ook met ons kan gebeuren: wij kunnen thuis komen bij de Vader en zijn liefde en zegen ervaren. God heeft ieder van ons lief en verlangt ernaar dat wij leven in een (herstelde) relatie met Hem. Jezus is voor de mensheid gestorven; dat betekent heel direct dat Hij is gestorven voor u en mij. Het is heel persoonlijk. Door Jezus’ dood én opstanding kunnen wij weer tot ons doel komen: eeuwig leven in relatie met God! Juist door de opstanding van Jezus heeft God in al Zijn kracht getoond dat de dood is overwonnen, en samen met Jezus mogen wij leven tot in eeuwigheid (II Timotheüs 1:10) (Efeziërs 2:6). De dood is voor ons een doorgang geworden van het aardse naar het hemelse(Johannes 11:25). Jezus is ons als eerste voorgegaan en wij mogen Hem volgen als we in Hem geloven (I Corinthiers 15: 20+21). In de bijbel staat zelfs dat het zinloos is om in Jezus te geloven als Hij niet zou zijn opgestaan! (I Corinthiërs 15:14) “En als Christus niet weer levend is geworden, dan heeft uw geloof geen betekenis en zijn uw zonden niet vergeven…..Als wij alleen voor dit [tijdelijke, aardse] leven onze hoop op Christus hebben gevestigd, dan zijn wij meer te beklagen dan wie dan ook!” (I Cor. 15:17+ 19).
EEN HERSTELDE RELATIE MET GOD Als wij ingaan op de mogelijkheid van een herstelde relatie zal dat ons leven en ons levensdoel gaan veranderen: - terug naar een leven in harmonie met God en van daaruit met elkaar - we krijgen weer zicht op de zin van ons bestaan - ons leven in harmonie met God is oneindig; na onze dood zet het zich voort in de hemel Jezus zei zelf: “Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven.” (Joh. 11:25) Daar zullen wij vrij zijn - niet alleen van de straf op de zonde, de macht van de zonde en de verontreiniging van de zonde, maar ook van de zonde zelf!! Hoe moeten wij ingaan op de uitnodiging van God om te komen tot een herstelde relatie?
4
1) de dood van Jezus dankbaar als plaatsvervangende straf voor jouw zonden te accepteren, 2) Hem te vertellen (bidden is praten met God) dat je er achter bent gekomen dat je je doel mist, dus dat je zondig bent. Vraag hem dan vergeving van je zonden, 3) zeg Hem dat je graag in harmonie met Hem wil leven, en dat je dankbaar bent dat dat mogelijk is gemaakt door de dood van Jezus aan het kruis.
KIND VAN GOD In harmonie leven met God, is: Hem erkennen als God, dus als Heer en Meester, in je leven. In 2 Kor. 5:17 staat: “Als u Christen wordt, wordt u van binnen helemaal nieuw; u bent als het ware opnieuw door God geschapen. Er is een heel nieuw leven begonnen.” In dit kader spreekt de Bijbel van geestelijk “opnieuw geboren worden”. Sommigen merken direct verschil. Bij anderen gaat het meer geleidelijk. De ervaring is veel minder belangrijk dan het feit zelf. Wanneer wij Jezus aannemen in ons leven, worden wij een kind van God: het begin van een nieuwe relatie. “Allen die Hem aangenomen hebben, allen die in Zijn Naam geloven, heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden.” staat er in Joh. 1:12.
Als kind mag je dus bij het gezin van God horen. Goede ouders willen dat hun kinderen zekerheid hebben over hun relatie met hen. Op dezelfde manier wil God dat wij zekerheid hebben over de relatie met Hem:
ZEKERHEID VAN DE RELATIE DOOR WAT JEZUS VOOR ONS DEED Door het “verzoeningswerk” van Jezus komen God’s kinderen in de hemel. Wij kunnen de hemel niet “verdienen” door goed te doen. Wat Jezus deed aan het kruis, stelt Hem in staat om ons het eeuwige leven te geven als een geschenk. Een geschenk verdienen wij niet. Wij ontvangen het met dankbaarheid. Iedereen die gelooft en accepteert wat Jezus voor hem/haar heeft gedaan, mag de zekerheid hebben dat God hem/naar vergeeft. De schuld is weg. We kunnen er zeker van zijn dat Gons ons nooit zal veroordelen. Zoals in de bijbel in Romeinen 8:1 staat: “Het is duidelijk dat mensen die van Christus Jezus zijn, niet veroordeeld zullen worden”.
5
Bijlage 1
De Mierenhoop Veronderstel dat je op vakantie bent. Op een dag rijd je door de bossen. langs de velden en geniet je van de schone natuur. Plots kom je langs een veld, waarop een boer aan het ploegen is. Je stopt, om eens beter te kunnen rondzien, en terwijl je staat te kijken, bemerk je daar ineens een mierenhoop op dat veld. Nee, mieren maken meestal geen hopen op het veld, maar in het bos. Laten we zeggen dat deze mieren “de weg zijn kwijtgeraakt”. Je ziet ook dat het niet lang meer zal duren voordat de boer met zijn ploeg de mieren zal omploegen. Uit medelijden met die miertjes, “die hun ondergang tegemoet gaan”, wil je iets ondernemen om hen te waarschuwen, zodat ze snel kunnen verhuizen. Wat ga je doen? Hard roepen?! Een trompet blazen?! Met een rood vaandel zwaaien?! Je weet dat dit allemaal geen effect zal hebben. De enige succesvolle manier zou zijn om zelf, voor enkele ogenblikken, een miertje tussen de mieren te worden, om het gevaar te signaleren. -------------------Dit verzonnen verhaal illustreert wat Jezus voor deze wereld heeft gedaan. De wereld is te vergelijken met een mierenhoop die zichzelf aan het vernietigen is, door een leven los van God te leiden. God heeft in vroegere tijden gesproken (voor Jezus komst op aarde) de zijn “profeten”(=boodschappers) om de mensen te waarschuwen dat ze “de weg zijn kwijtgeraakt”, en om hen op te roepen tot een terugkeer naar God. Echter, telkens gaf de mensheid geen gehoor. Toen heeft God gezegd: “Ik zal zelf mens worden, niet alleen om de mensheid te waarschuwen, maar ook om de barrière tussen God en de mens weg te nemen en zo de mens de mogelijkheid te geven weer in harmonie met God te leven.
Vraag: Wat zou je na wat je vanavond te weten bent gekomen, antwoorden als iemand beweerde: ‘Ik geloof wel dat er een God is, maar Hij heeft de mensheid danig in de steek en aan hun lot over gelaten!’?
6
Bijlage 2
Doorsta je de zonden-proef, m.a.w. ben je “zonden-proof”? Als ik van mezelf vind dat ik goed doe en eigenlijk vind dat ik niet zondig ben, dan gaat het er niet om of ìk dat vind, maar of God dat vind. Om dat te weten moet ik mezelf toetsen aan God maatstaf! Enkele van Zijn meest bekende maatstaven zijn Zijn 10 geboden (en in het NT de bergrede). Eventjes zien of onze daden de proef kunnen doorstaan……… De twee grootste geboden die God heeft gegeven zijn: 1) Heb God lief boven alles 2) Heb je medemens lief als jezelf De grootste zonde is vanzelfsprekend die tegen het hoogste gebod. God staat niet altijd op de eerste plaats in mijn leven; dagelijks maak ik dezelfde fout en stel ik mijn ‘ik’ voorop. Om dan nog maar te zwijgen over het tweede gebod: “Je medemens liefhebben als jezelf”. Soms slaag ik erin om mijn medemens lief te hebben, maar…..als mezelf?! Zelden! Ik vind het al moeilijk om mijn echtgeno(o)t(e) dagelijks, dan onder welke omstandigheid dan ook, innig lief te hebben. Maar iedereen die in mijn omgeving rondhuppelt liefhebben als mezelf…….., vergeet het! Als je dagelijks deze twee grootste geboden overtreedt, dan bedrijf je de twee grootste zonden. Na één jaar heb je al meer dan 700 zonden begaan, om dan nog maar te zwijgen van de overige overtredingen. Zo kom je op de leeftijd van 50 jaar met een last van 35.000 zonden te zitten. In Jacobus 2:10-11 (nogmaals dit zijn Gods maatstaven) staat dat als iemand op één punt van de geboden van God struikelt, dat hij/zij dan schuldig is geworden aan alle geboden. De 10 geboden (en de bergrede in het NT) zou je kunnen vergelijken met een tafel met 4 poten. Als er één poot af is, gaat de hele tafel uit haar evenwicht. Als je één gebod overtreedt, overtreed je alle geboden. Om te slagen voor mijn examen is het nodig om 50% te halen. Als ik 40% haal en mijn vriend 19% dan ben ik beter af dan mijn vriend, maar het resultaat is hetzelfde. We schieten beiden tekort. Bij God gaat het er niet om of je meer goede werken doet dan je vriend, maar dat die werken volstaan om bij Hem binnen te mogen. Het wordt zelfs nog moeilijker. God wil niet dat we 50% halen, maar 100%. Dat eist zijn rechtvaardigheid, die geen enkele zonden kan verdragen. Altijd blijven ‘mijn’ daden ontoereikend om bij God binnen te mogen.
7