Algemene terminologie abdomen acetabulum acromion agonist alba amfiarthrose angulus antagonist anteflexie anterior anteversie anulus aorta apex apofyse aponeurose arcus area/regio arterie articulatio ascendens atlas axis bifurcatum bilateraal brachium brevis bursa canalis capitulum capsula caput carpus cartilago cauda cavitas cavum cervicaal chondraal cingulum circumductie circumferentia clavicula coccygis(os) collageen
buik heupkom schoudertop spier die een bepaalde beweging maakt, tegenover antagonist wit strak gewricht hoek spier die een tegenovergestelde werking heeft naar voren bewegen van arm of been voorste naar voren bewegen van arm of been ring lichaamsslagader top, punt uitstekende knobbel peesplaat boog gebied slagader gewricht (op)stijgend bovenste halswervel draaier, 2e halswervel uit twee delen bestaande tweezijdig arm kort slijmbeurs kanaal hoofdje kapsel hoofd handwortel kraakbeen staart holte kom halsgedeelte van de wervelkolom van kraakbeen gordel ronddraaiende beweging om minstens 2 assen omtrek sleutelbeen staartbeen vezelig