[9] De weg vragen
Voer het gesprek met zijn tweëen. Oefen eventueel eerst op: www.duits.de, gesprekken, de weg vragen
[9] De weg vragen
A: Je spreekt iemand aan
[9] de weg vragen
B: Reageer positief
[9] de weg vragen
A: Mag ik u iets vragen?
[9] de weg vragen
B: Ja hoor
[9] de weg vragen
A: Weet u, waar ik hier een tankstation kan vinden?
[9] de weg vragen
B: Mhm... even denken. U gaat hier terug en dan de derde straat rechts. Dan telkens rechtdoor. En bij de stoplichten naar links.
[9] de weg vragen
A: Kunt u dat herhalen?
[9] de weg vragen
B: [herhaling]
[9] de weg vragen
A: Dus bij de stoplichten naar links?
[9] de weg vragen
B: Juist!
[9] de weg vragen
A: Hartelijk dank!
[9] de weg vragen
B: Graag gedaan!