Introductie : Een bijzondere ontmoeting... Even voorstellen: Mijn behanger
Ruud van de Berg (geb. 27-12-1942)
Rudy bennett The Motions (1965)
2
3
Introductie : Oud worden, het geheim?
Very successful 'Agers'
(1941)
(1942)
Other 'Non Agers' How they would have looked like today
What's the secret ? The average Rock Star age of death: 42 years (USA), 35 years (Europe)
4
Kernvragen Wat is vergrijzing? Op welke maatschappelijke ontwikkelingen heeft Vergrijzing invloed?
Is Vergrijzing eigenlijk wel een probleem? Blijven AOW en Zorg betaalbaar?
Kunnen we de Vergrijzing beheersen en sturen?
Agenda Vergrijzing : Wat is dat ? De weersverwachting: collectieve financiën Arbeidsmarkt, Arbeidsmobiliteit, Arbeidsparticipatie Langer leven, Raakvlakken, Levensverwachting, AOW Vergrijzing en Zorg Internationaal toekomstperspectief Conclusies, Maatregelen ter overweging Stellingen & Discussie
5
6
Vergrijzing: Wat is dat? Gangbaar: Demografische ontwikkeling waarbij het aantal oude mensen naar verhouding toeneemt. Dynamische definitie; Wat is oud?; In verhouding tot wat? Wanneer is men echt oud? Onderzoek Veldkamp (2004)
Ouderen noemen 80 jaar of ouder vaker 'echt oud'. dan jongeren.
Leeftijdssamenstelling 2007 NL
(X mln.)
Vergrijzing : Wereldwijd
7
Minder geboorten Langer leven Familiestructuur
8
Vergrijzing: Bevolkingsontwikkeling Wereldwijd Bevolkingsontwikkeling 1950-2050 ( x 1 mlrd) 1950
2007
2050
Afrika
0,22
8,8%
0,96
14,5%
2,00
21,7%
Azie
1,41
55,6%
4,03
60,4%
5,27
57,3%
Europa
0,55
21,6%
0,73
11,0%
0,66
7,2%
Zuid Amerika & Caraïben
0,17
6,6%
0,57
8,6%
0,77
8,4%
Noord Amerika
0,17
6,8%
0,34
5,1%
0,45
4,8%
Oceanië (Australië+)
0,01
0,5%
0,03
0,5%
0,05
0,5%
Wereld (totaal)
2,54
100%
6,67
100%
9,19
100%
Euro p a v e rs chro m p e lt o p w e re ld s cha a l!
N ie t A z ië (China )..... m a a r A frik a is d e m o g ra fis ch k a m p io e n 'g ro e ie n'
W a t is o ud ? - EU(2 7 ): O ud = 6 5 + o f 7 5 + (b ij w e rk e lo o s he id ) - N L: 6 5 + - UN : 6 0 + = 1 0 % b e v o lk ing : O ud = 6 0 +
Vergrijzing: Leeftijdsopbouw & Grijze druk Wereldwijd Wereld België China Denemarken Duitsland Frankrijk Ierland India Italië Japan Luxemburg Nederland Oostenrijk Polen Rusland (fed) UK USA Spanje Zwitserland
0-15 28
15-60 61
17 22 19 14 18 21 33 14 14 19 18 16 16 15 18 21 14 17
61 67 60 61 61 64 60 61 60 63 62 62 67 68 61 63 64 62
2005 60+ 80+ 10,3 1,3 22,1 11,0 21,2 25,1 20,8 15,3 7,5 25,3 26,4 18,7 19,3 21,9 17,2 17,1 21,2 16,6 21,7 21,1
4,3 1,2 4,1 4,4 4,6 2,7 0,7 5,1 4,8 3,2 3,6 4,3 2,7 2,1 4,5 3,5 4,3 4,3
60+Druk 17
0-15 20
15-60 58
36 16 35 41 34 24 13 42 44 30 31 35 26 25 35 27 34 34
15 15 16 14 16 17 18 13 11 18 16 14 12 15 16 17 14 16
52 54 55 49 52 54 62 48 45 58 53 50 48 53 54 56 47 54
Met 60 met pensioen gaan .... Wie zal dat betalen?
2050 60+ 80+ 21,8 4,4 33,2 31,1 29,4 37,0 31,8 29,3 20,2 38,6 44,0 24,9 30,7 35,3 39,6 32,4 30,1 26,8 39,0 30,7
10,7 7,3 9,2 13,1 10,2 6,7 3,1 13,3 15,5 6,9 10,4 11,9 8,9 5,8 9,2 7,6 12,2 11,0
60+Druk 37 64 58 54 75 61 54 33 80 98 43 58 70 82 62 56 48 84 57
9
Vergrijzing: Leeftijdsopbouw en Grijze druk Europa Percentage 65+
EU27
US Japan China
EU27 Belgium Denmark France Germany Ireland Italy Luxembourg Netherlands Spain UK US Japan China
Percentage 80+
Old age dependency ratio (%) 2008 2035 2060 2008 2035 2060 2008 2060 17 25 30 4 8 12 25 54 17 24 27 5 7 10 26 46 16 24 25 4 8 10 24 43 17 24 26 5 9 11 25 45 20 30 33 5 9 13 30 59 11 18 25 3 5 10 16 44 20 29 33 6 9 15 31 59 14 21 24 4 6 9 21 39 15 26 27 4 8 11 22 47 17 25 32 5 7 15 24 59 16 22 25 5 7 9 24 42 13 20 4 6 19 40 21 32 6 14 34 54 9 22 34 1 4 11 12 63
Old Age dependency ratio = Grijze (65+) druk Europa
Unemployed 2008 7% 7% 3% 8% 7% 6% 7% 4% 3% 11% 5% 6% 4% 4%
10
11
Vergrijzing : Hoe vergrijst Nederland? Vergijzing 19001900 - 2007 NL NL Vergrijzing – 2007 100%
De Actuaris blik ?
80%
>= 8 0 ja ar 65 – 8 0 45 – 6 5 20 – 4 5 < 20
60% 40% 20% 20 07
20 00
19 90
19 80
19 70
19 60
19 50
19 40
19 30
19 20
19 10
19 00
0%
12
Vergrijzing : Quo Vadis? Vergrijzing 1900 - 2047 100%
307
771
AOW-ers 2152
2369
2520
3079
3751
4253
4057
80% 2534
5513
60%
9839
10033
10017
9845
9570
9061
9141
3605
3682
3645
40%
20%
2264
3742 3873
3957
3895
3734
0%
1900 1950 2000 2007 2010 2017 2027 2037 2047 Relatieve leeftijdsverdeling & Absolute aantallen (x 1000)
>=65 jaar 20– 65 < 20
13
Vergrijzing : Grijze druk verdubbelt!
50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
Grijze druk 1900 -2047 NL
47% 44% 39%
31%
22%
12%
1900
24%
25%
2007
2010
14%
1950
2000
2017
Groep > 65 jr Groep 20-65 jr
2027
2037
2047
14
Vergrijzing : Toenemende demografische druk Demografische druk 1900 -2047 NL
120% 100%
101% 89%
88%
82%
80%
68%
60% 39%
20%
12%
14%
1900
1950
39%
69%
64%
63%
61%
40%
84%
77%
39%
22%
24%
25%
2000
2007
2010
38% 31%
38%39%
47% 41%
44% 40%
0%
Groene druk Groep 0-20 jr Groep 20-65 jr
2017
Grijze druk Groep > 65 jr Groep 20-65 jr
2027
2037
Totale druk Groep 0-20 + > 65 jr Groep 20-65 jr
2047
15
De weersverwachting.... Prognose collectieve financiën
25
21
20,7
20,5
19,9
20
% BBP
Hoofdoorzaken Uitgavenstijging Sociale Zekerheid Stijging AOW uitgaven van 4,7% in 2008 naar 8,8% in 2040
15,5
15 13,5
13,1
12,4 11,2 10,3
10
9,3
8,7
5,5
5,1
5,8
5,4
5
Zorg Uitgaven Zorg stijgen van 8,7% in 2008 tot 13,1% in 2040
0 2008
2011 Diversen
Zorg SZ Diversen
Sociale zekerheid
2020 Zorg
2040 Onderwijs
= AWBZ, ZVW, WMO = AOW,ANW,WW,Bijstand,AO = Bestuur, Veiligheid, Defensie, rente,etc. Bron: Ageing and the Sustainability of Dutch Public Finances (2006) & CEP 2008
16
Arbeidsmarkt: Wie Werkt, Wie Niet? Hoofdcategorie Totale bevolking NWVL = Niet werkend vanwege Leeftijd
Categorie
- 0-15 jaar - 75 jaar of ouder,niet werkend
Aantal
NWZU = Niet Werkend, Zonder Uitkering
4,1
Rest 16,4 12,3
7,3
5,0
1,2 1,3
3,8 2,5
2,5
0,0
3,0 1,1
W = Werkt
NWO= Niet Werkende Ouderen NWMU = Niet Werkend Met uitkering
Subtot.
- 15-65jr, Werkt >12 u p/w - Werkende 65+ 65-75jr, niet werkend
7,2 0,1 1,2
- Arbeidsongeschikt - Bijstand - WW 15-65jr, niet werkend,<1 u p/w
0,8 0,3 0,2 2,5
Verklaring EBB onderzoek (2006) Wil geen betaald werk > 12 u p/w - Zorg gezin/huishouden 0,5 - School/studie 1,0 - VUT/Hoge leeftijd 0,4 - Ziekte/Arbeidsongeschikth 0,7 - Anders, incl. correctie 2006->2007 0,3 Wil wel betaald werk > 12 u p/w - Kan niet beginnen binnen 2 weken 0,2 - Zoekt actief naar werk 0,4 - Zoekt niet actief 0,3 Totaal
2,8
1,0
3,8
Aantallen x 1 mln
Bron: CBS & Enquête beroepsbevolking (EBB) onderzoek (2006)
17
Arbeidsmarkt: Arbeidspotentieel Arbeidspotentie (x 1 mln) NWO Niet Werkende Ouderen 65-75 jaar NWMU Niet Werkend Met uitkering NWZU Niet Werkend Zonder uitkering Totaal
Aantallen 1,2 1,3 2,5 5
Overig Potentieel Nederlanders die minder dan 12 uur per week werken : ca. 1 mln Van de arbeidsongeschikten werkt 14% (81.000);waarom geen 30%? Mantelzorg - ca. 4,5 mln vrijwilligers, waarvan ca. 1 Mln Mantelzorgers (> 3 maanden en > 8 uur per week zorg aan een naaste)
- ca. 1/3 mantelzorgers is 45+ Realisatie van dit potentieel vraagt ander beleid dan tot nog toe Hoe kunnen we dit potentieel realiseren?
% Mantelzorgers naar leeftijd, 2005
18
Arbeidsmarkt: Het Seniorenpotentieel Totaal Senioren 50 tot 75 jaar (CBS 2006) Totaal
Werkt
Gestopt
Nooit gewerkt
Totaal
4381
1965
(45%)
1336
1080
Mannen
2171
1203
(55%)
805
163
Vrouwen
2209
761
(34%)
532
917
50-55jr
1120
895
(80%)
53
171
55-60jr
1122
733
(65%)
173
216
60-65jr
875
239
(27%)
393
243
65-70jr
713
67
(9%)
400
246
70-75jr
552
30
(5%)
317
204
Arbeidsmarkt: Vergrijzing en werkloosheid Werkloosheid x 1000 2001 2007 68 (27%) 80 (23%) 121 (48%) 141 (41%) 63 (25%) 123 (36%) 252 (100%) 344 (100%)
15-25jr 25-45jr 45-65jr Totaal
Werkloosheid 2007 naar leeftijd en duur 100% 80% 60% 40% 20% 0%
123 141
28 64
15
51
24 24
80
53
16
Totaal
6-12mnd
6-12mnd
15-25jr
29
25-45jr
7
30 4
12-24mnd
>24mnd
45-65jr
45+ toenemend meer en langer werkloos
19
Arbeidsmarkt: Opleidingsniveau naar leeftijd
Jongere generaties hoger opgeleid!
20
21
Arbeidsmarkt: Personen, Banen, Productiviteit Totaal werkzame personen
Banen Totaal werkzame personen
X 1 Mln personen 6,3 7,7 8,3 8,4 8,6
X 1 Mln Banen 6,7 8,3 8,8 8,9 9,2
Jaar
1988 1998 2005 2006 2007
Spanning Meer banen dan personen
Arbeidsvolume Arbeidsvolume Totaal % Per Waarvan werkzame werkzame Loonkosten Werknemers Waarvan Waarvan personen persoon Werknemers voltijd deeltijd X 1Mln X € 1000 X € 1000 arbeidsjaren 5,6 3,5 2,1 5,3 83% 25,2 7,0 4,0 3,0 6,3 81% 33,7 7,5 3,8 3,7 6,5 79% 44,8 7,6 3,8 3,8 6,6 79% 45,9 7,8 3,9 3,9 6,8 78% 47,3
Voltijd/Deeltijd Fifty-Fifty
Stijging Parttime werken
CPB: loonkosten stijgen dit jaar 4% , terwijl arbeidsproductiviteit slechts 1% toeneemt. AWVN: 'Dat is gevaarlijk' ( Van der Steen)
Arbeidsproductiviteit X € 1000 38 52 70 73 75
Toenemende arbeidsproductiviteit 88%
97%
22
Arbeidsmarkt: Uurloon naar leeftijd Verdiende uurloon w erknemers (2005) 30 20
22 20 21 18 16 10
17
21
23 24
19
10
10
16 18 18 18 14
10 0 Totaal 15-25 jr
M an 25-35 jr
35-45 jr
45-55 jr
Vrouw 55-65 jr
65-75 jr
Arbeidsproductiviteitsgroei
Relatie arbeidsproductiviteit en leeftijd? We werken door tot het niet meer gaat? Relatie loon - arbeidsproductiviteit? Arbeidsproductiviteitsgroei neemt af
Arbeidsmobiliteit : Arbeidsparticipatie, Introductie
23
Doelstellingen Lissabon-strategie 2010: •
70% Bruto arbeidsparticipatie (2007: 66%)
Versterkte aandacht:
60% participatie van vrouwen Onderwijs en training, Doelstelling (2007: 57%) AP 2016: • Geïntegreerde benadering 50% participatie oudere werknemers Flexicurity-concept (2007: 43%) (Flexibility-Security) •
•
NL voldoet aan Lissabon targets
Doelstelling 2016:
Achtergestelde groepen
Arbeidsmobiliteit : Netto arbeidsparticipatie
24
Miljoenennota m.b.t. arbeidsparticipatie Targets 2012 (geen 2009 targets!): - Netto arbeidsparticipatie 15-65jr : 70% (7,6 mln) - Netto arbeidsparticipatie ouderen (55-65jr): 45% - Netto arbeidsparticipatie vrouwen: 65% Stimulering arbeidsparticipatie, versterking arbeidsmarktbeleid (Budget: € 11-15 Mln.) Gericht op: langer doorwerken, ouderen, Taskforce deeltijd+ (=meer uren werken), etc. Tijdelijke subsidieregeling stimuleren leeftijdsbewust beleid Actieplan terugdringen werkloosheid 45-plussers
25
Arbeidsmobiliteit : Dalende mobiliteit ouderen Arbeidsmarktmobiliteit (2006)
Acties Bind jongeren langer aan bedrijf
Recent
Niet recent
Niet Mobiel
(<1 jr)
(1-4 jr)
(>4jr)
Flexibiliseer arbeidscontracten
15-64 jr
14%
21%
66%
Investeer in opleiding & ontwikkeling
45-54 jr
6%
12%
82%
55-64 jr
3%
7%
90%
Stimuleer mobiliteit 45+
Interne/externe job-rotation (20% mobiliteitsnorm?)
Overigens Mobiliteitskans 35–44-jarigen > 4 x 55–64-jarigen Als een 45–64-jarige minder dan 24 uur werkt, is de kans op mobiliteit 65% hoger dan als hij/zij meer dan 36 uur werkt Bij een flexibel dienstverband is de kans op mobiliteit veel groter dan bij een vast dienstverband
Rol dienstverlening Arbo & Reïntegratie ? Bron: CBS
26
Arbeidsmobiliteit : De zaak zit op slot ! Diensttijd per leefijdsgroep 25
En verder..... Gemiddelde leeftijd van stoppen met werken = 62 jaar
20 15
65+ werkt ook : - Leeftijdsgroep 65-70jr: 9% - Leeftijdsgroep 70-74jr: 5%
10
Slechts 3% werkeloze 50+'ers vindt binnen 1 jaar een baan ('zelfstandig ondernemer')
5 0 15-24
25-34
35-44
45-54
Man
Vrouw
55-64
Totaal
Arbeidsmobiliteit: De klant spreekt.....
27
De werknemers: 75% wil maximaal tot zijn 65e werken Bijna 40% wil voor 65 stoppen Slechts 20% vindt doorwerken van Nederlanders na 65 noodzakelijk Ruim 80% geeft aan niet meer uren te willen werken. Krap 4% wil doorwerken na 65 Met doorwerkbonussen en belastingvoordelen wil 14% wel doorwerken na 65
De werkgevers: Pensioenleeftijd 66 jaar 91% : langer werken moet mogelijk zijn Werknemer is zelf verantwoordelijk voor langer werken Bron: Onderzoek Towers Perrin en Marketresponse (2008), 660 werknemers en 75 bedrijven
Arbeidsmobiliteit : Onderzoek NEA (2007) Doorwerken tot 65 jaar?
Totaal 45-55jr 55-65jr
2005 Wil Kan
2007 Wil Kan
21% 19% 24%
34% 33% 35%
40% 38% 45%
41% 45% 50%
Toenemend aantal mensen wil en kan werken Verschil tussen 'willen' en 'kunnen' wordt kleiner
Bron: Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (ca. 23000 werknemers)
28
29
Arbeidsmobiliteit : GedragsOnderzoek (AGO). Belangrijkste redenen om voor een werkgever te kiezen in 2005 (2003) (Bron: Arbeidsmarktonderzoek AGO)
1. Salaris 61% (55%) 2. Werksfeer 59% (58%) 3. Vast contract 45% (38%) 4. Inhoud van het werk 42% (39%) 5. Uitdaging van het werk 37% (36%) 6. Goede sec. arbeidsvoorwaarden 28% (34%) 7. Doorgroeimogelijkheden 26% (29%) 8. Flexibele werktijden 25% (27%) 9. Makkelijk te bereiken 23% (23%) 10. Mogelijkheid om parttime te werken 19% (21%)
Arbeidsmobiliteit : De gepensioneerden spreken....... Wat drijft gepensioneerden om te blijven werken? Niet Belangrijk
Neutraal Wel Belangrijk Ranking
Geld
17
39
44
Sociale contacten
5
21
74
3
Nuttig bezig zijn
4
15
81
2
Verder ontwikkelen
29
46
25
Leuk/aard van het werk
1
9
90
1
Kennis & vaardigheden benutten
8
26
66
4
Betrokkenheid bij onderneming
9
34
57
5
Uitdaging
16
38
46
Waardering
21
45
34
Carrière
61
36
3
Loopbaanstap
65
30
5
Pensioen geeft onvoldoende voldoening
22
39
39
Meetellen in de maatschappij
21
34
45
Verveling
50
34
17
Bron: TNO Kwaliteit van Leven (2008)
30
31
Arbeidsmobiliteit: Invloed Werkdruk? Drukte huidige functie veel te druk
Onderzoek Blauw / Randstad (2007)
5% 5% 16% 16%
te druk
20% 34%
druk, maar niet te druk 27% 27% 26%
in balans rustig, maar niet te rustig
40% 39%
5% 3%
te rustig
Toenemende werkdruk 52% werknemers, bijna 3 mln werknemers, werkt structureel over (7 uur per week). __________________ ter vergelijking
veel te rustig kan niet zeggen, wisselt sterk
4% 4%
NEA onderzoek 2003/2006 Ca. 29% werkt over
11%
weet niet 0% 18 t/m 30 jaar (n=127)
10%
20%
31 t/m 45 jaar (n=377)
30%
40%
50%
46 jaar en ouder (n=327)
Arbeidsmobiliteit: Een kwestie van HR visie?
32
% Salaris
Ontwikkeling In-, Door- en Uit-stroomkosten personeel 35 30 25 20 15 10 5 0
35 30 25 20 15 10 5 0
30
30 In Door
1
5
5
5
2
3
4
Uit
Werkgever I Geen actief IDU beleid Totale kosten 75% Salaris
5
Jaar
20
1
In 6
6
6
2
3
4
10
5
Door Uit
Werkgever II Wel actief IDU beleid Totale kosten 48% Salaris
IDU-Beleid > Leeftijdsbewust Personeelsbeleid
Jaar Het rendement van 1% p/j meer investeren in je personeel
Langer Leven : Vergrijzing en Raakvlakken Fina ncie e l Pensioen, Levensverzekeringen (Lang Leven risico) Zorg, Arbeidsongeschiktheid, Verzuim AOW,ANW,AWBZ,WIA,WW,etc. S o cia a l Vrijwilligerswerk,Mantelzorg Wonen, Verkeer, Zieken-, Bejaardenhuizen, Verzorgingshuizen Be d rijfs le v e n / HR Opleiding, Training, Mobiliteit Arbo, Verzuim,Herplaatsing, Management,etc.
33
Langer Leven: Ontwikkeling levensverwachting Levensverwachting 1950 - 2007 NL 90 85
82,1 82,3
80,5 80,6
79,7
79,2
80
78 75,5
75 70
85,5
84,3
72,6 70,3
65 60 55 50 1950
Man 0 jr
2000
Man 65 jr
Vrouw 0 jr
2007
Vrouw 65 jr
34
35
Langer Leven : 'Gezonde' Levensverwachting Totaal 0-jarigen 1990 1995 2000 65-jarigen 1990 1995 2000 0-jarigen 1990 1995 2000 65-jarigen 1990 1995 2000
Ziektevrij
Zonder beperkingen
Goede ervaren gezondheid
Goede geestelijke gezondheid
60,3 60,5 61,3
65,8 66,5 67,4
Mannen
75,0 74,1 74,8
77,6 78,0 79,5
Eerder
73,9 74,6 75,6
55,4 54,7 54,0
Mannen 65,5 65,1 70,2
79,9 80,2 80,8
73,6 72,8 72,8
75,6 75,2 77,6
80,1 80,4 80,6
54,2 53,7 51,2
Vrouwen 66,0 64,6 70,6
61,0 61,1 60,8
66,0 67,5 68,1
84,5 84,6 84,7
73,7 72,9 73,1
75,0 74,3 78,3
75,4 75,0 75,4
80,3 81,0 81,9
Sterven
En Vrouwen
De jaren die we langer leven, zijn we ziek! Bron: Perenboom, R.J.M. (2002). Trends in gezonde levensverwachting: Nederland 1983-2000 . Leiden: TNO
Zijn Meer Ziek
36
Langer Leven : Levensverwachting naar opleiding Mannen Levensverwachting
LO
LVO
HVO
HBO/WO
Totaal
73
76
76
78
Goede ervaren gezondheid
53
61
63
69
Zonder lichamelijke beperkingen
64
69
71
74
Goede geestelijke gezondheid
66
70
70
73
Levensverwachting
LO
LVO
HVO
HBO/WO
Totaal
80
82
82
82
Goede ervaren gezondheid
54
63
65
68
Zonder lichamelijke beperkingen
65
70
72
73
Goede geestelijke gezondheid
68
71
72
72
Gezond
Vrouwen
Gezond
Hoger Opgeleid = Langer (Gezond) Leven
Bron: CBS e.o. (2002)
AOW : Ontwikkeling
37
1947 Noodwet Ouderdomsvoorziening (Drees): Sociale Voorziening - Nederlandse mannen en ongehuwde vrouwen van 65 jaar of ouder - Max. Fl. 1375 p/j. Overige inkomsten: Korten op de uitkering 1957: Invoering AOW : Verzekering - Verplichte volksverzekering - Omslagsysteem; Alle werkenden betalen premie; - De uitkering is niet afhankelijk van de betaalde premie - Mannen en ongehuwde vrouwen van 65 jaar of ouder - Bodempensioen: als aanvulling op andere inkomsten 1962: Verhoging basispensioen met 15 procent 1965: Bodempensioen-principe wordt verlaten; AOW naar Sociaal Minimum 1974: AOW Welvaartsvast: Koppeling aan minimumloon 1985: Mannen en vrouwen krijgen zelfstandig recht op AOW 1987: Gelijke behandeling van gehuwden en ongehuwd samenwonenden 1998: Aanpassing financieringsstructuur AOW - Invoering maximum premie AOW: 18,25%, (in 1999 e.v. op 17,9% gesteld) - Invoering Spaarfonds AOW: financiering vanuit de algemene middelen (fiscalisering AOW: Verzekeringskarakter onder druk: Staatspensioen?)
AOW : Financiering, uitgangspunten
38
1. Lopende AOW Uitkeringen: Jaarlijkse financiering (omslag) d.m.v. A. Premieheffing AOW (maximaal 18,25%, voorlopig bepaald op 17,9%) B. Bijdrage in de Kosten van de Kortingen (BIKK) door SZW ter grootte van de gederfde premie over de heffingskortingen (voortvloeiend uit belastingherziening 2001) C. Eventuele aanvullende financiering door het Rijk Jaarlijks aanvulling van een eventueel begroot tekort ( C = Uitkeringen – A – B ) uit de algemene middelen (belastingen) t.l.v. SZW 2. Reserveren voor toekomstige vergrijzing d.m.v. Spaarfonds AOW (sinds 1998) A. Doelstelling : € 3,2 mlrd (HFL 7 mlrd) fonds in 2020 t.b.v. Vergrijzingspiek daarna B. Dotatie SZW: Jaarlijks € 0,68 mln + minimaal € 113 mln. p/j stijging C. Jaarlijkse rentetoevoeging over het saldo van het Spaarfonds AOW (MvF) 3. Doelstellingen Spaarfonds AOW Over een langere periode gelden reserveren om de AOW financiering in de toekomst, in het licht van de toenemende vergrijzing zeker te stellen Pas vanaf 2020 kan het Ouderdomsfonds een beroep doen op het Spaarfonds. Vanaf dat jaar zullen opnamen ten laste van Spaarfonds, ceteris paribus, leiden tot een navenante stijging van de overheidsschuld.
AOW : Financiering lopen de AOW uitkeringen Let's keep things simple!
B elas ting herziening 2001 Verhoging premieplichtig inkomen (van 17.695 naar 27.009 euro) Invoering heffing s kortingen (achteraf) i.p.v. belas tingvrije s ommen (vooraf) S chommelende rijks bijdragen a.g.v. begrotings fouten (foute ins chattingen) De B elas ting diens t kan inkomens heffing pas na vier jaar definitief vas ts tellen
39
AOW : Premieheffing, Voorbeeld jaar 2007 Voorbeeld AOW 2007
Bedrag (X 1 Mlrd) In % premieplichtig Inkomen 2007 ad:
A B C=A+B Bruto Heffings- Netto Heffing tekorten Heffing 34,2 -16,4 18,2 17,9% -8,6% 9,5% 191
(1)
(2)
D BIKK 2,9 1,5%
E F=C+D+E RijksTotaal bijdrage financiering 5,5 26,6 2,9% 13,9%
(3)
G H Uitkeringen UitvoeringsAOW kosten 25,2 0,1 13,2% 0,1%
(4)
(1) Heffingsperikelen Heffingstekorten = Σ Gederfde Heffingsbijdrage + Overige naverrekeningen (2) Premiemisverstand Werknemers betalen dus geen 17,9% AOW premie maar slechts 9,5% van het premieplichtig inkomen (netto heffing) (3) I Fiscalisering AOW 4,4%, ofwel 32% van de 13,9% AOW financiering komt uit belastingheffing II Koekje van eigen AOW deeg Gepensioneerden met extra pensioen betalen dus al mee aan eigen AOW (4) AOW Financieringsmisverstand De 'echte' AOW financiering bedraagt geen 17,9%, maar 13,9% van het premieplichtig inkomen (5) EMU Hocus Pocus Overschot wordt gebruikt voor vermindering EMU schuld
40 I=F-G-H Overschot 1,3 0,7%
(5)
AOW : Spaarfonds, De Opzet (1997/1998)
Doelstelling Spaarfonds omvang Jaar 2010: HFL 4,5 Mlrd Jaar 2020: HFL 7 Mlrd
41
AOW : Spaarfonds AOW, Identiteit onthuld
42
MvF 2006: Misverstanden rond het AOW spaarfonds
Het aflossen van de nationale schuld is één van de mogelijke antwoorden op de uitdaging die de vergrijzing stelt voor de overheidsfinanciën. De aflossing van de schuld leidt immers tot vrijvallende rentelasten, die gebruikt kunnen worden voor de opvang van de vergrijzingkosten. Vanuit deze gedachte is in de jaren negentig het zogenoemde AOW-spaarfonds ingesteld. Economisch gezien is er geen verschil tussen het aanhouden van vermogen in de vorm van overheidsobligaties in een fonds of het aflossen van de overheidsschuld met hetzelfde bedrag. Om onnodige administratieve rompslomp te voorkomen, is er indertijd voor gekozen om de aflossing van de overheidsschuld ten behoeve van de toekomstige betaalbaarheid van de AOW te boeken op het AOW-spaarfonds. Het AOW-spaarfonds bevat dus geen vermogenstitels, maar is een registratie van een op specifieke titel afgeloste schuld. Sinds de oprichting van het fonds is 23 miljard euro staatsschuld afgelost uit naam van het AOW-spaarfonds. In de huidige situatie kan ten onrechte het beeld ontstaan dat het vergrijzingsprobleem is opgelost, als er maar voldoende wordt afgedragen aan het AOW-spaarfonds. Dit is echter niet het geval. Voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën is namelijk de totale ontwikkeling van de uitgaven en ontvangsten van belang. Zonder extra bezuinigingen betekent een hogere afdracht aan het AOWspaarfonds simpelweg een hoger tekort op de rijksbegroting. Op de totale houdbaarheid heeft deze storting geen effect. Het AOW spaarfonds biedt geen extra ruimte naast of bovenop normale schuldaflossing Bron: MvF, Advies van de Studiegroep Begrotingsruimte, 22-06-2006
AOW : Spaarfonds AOW, Fata Morgana Conclusie: Het Spaarfonds AOW .., is een Fata Morgana (Wim Boonstra) is een papieren fonds (Flip de Kam) is een Italiaanse overheidsboekhouding (Rob ten Wolde) fictief opzij gelegde miljarden is een boekhoudtruc (ANBO) geeft een belangrijk psychologische effect (Jan van Zijl) Internationaal Geen papieren begrotingsfondsen maar 'echte' fondsen Belgie: Zilverfonds, ca. 15,5 mlrd Ierland: Irish National Pensions Reserve Fund, ca. 15,5 mlrd, (negatief rendement 17,3% eerste negen maanden 2008)
Frankrijk: Fond de Réserve pour les Retraites 2007, 34,5 mlrd
43
44
AOW : Spaarfonds Quotes De Toekomst van de AOW
Van Den Bosch, Van Eekelen, Petersen Wil fondsvorming overigens zinvol zijn, dan is een minimale eis dat structureel gezien het rentepeil het inflatietempo overtreft, m. a. w. dat er sprake is van een positieve reële rente Source
Aan het slot van deze beschouwingen van financiering met behulp van fondsvorming wordt opgemerkt dat ten aanzien van het al dan niet veiligstellen" van de pensioenuitkeringen bedacht moet worden dat - ongeacht via welk stelsel de ouderdomspensioenen worden gefinancierd - te allen tijde deze pensioenen ten laste komen van de lopende productie. Dit geldt niet alleen voor het omslagstelsel, maar evenzo voor stelsels die op fondsvorming zijn gebaseerd. Een en ander betekenis derhalve dal hel “veiligstellen" van pensioenuitkeringen, overigens niet alleen om deze reden, een relatief begrip blijft.
Ongelukkigerwijze is de afgelopen jaren de staatsschuld niet gedaald en wordt de doelstelling van het AOW-fonds niet waargemaakt. J.B. Kuné
45
AOW : De werkelijke kostenontwikkeling AOW-Lasten, BBP en EMU Schuld ontwikkeling
( € 1 mln)
Jaar BBP (Geharmoniseerd) Spaarfonds AOW EMU-Schuld EMU-Schuld-quote - Normaal - Excl. AOW-Spaarfonds AOW-Uitkering AOW in % BBP
1995 2000 2005 2006 2007 2008 P 2009 P 305.261 417.960 513.407 539.929 567.066 593.210 621.920 0 7.035 23.010 26.943 31.140 35.630 40.435 232.233 224.765 266.060 256.109 253.374 249.673 246.426 76% 76%
54% 55%
52% 56%
47% 52%
45% 50%
42% 48%
40% 46%
15.180 5%
19.098 5%
23.369 5%
24.169 4%
25.198 4%
26.480 4%
27.653 4%
Doelstelling: AOW financieren t.l.v. Staatsschuld, wordt niet gehaald! Staatsschuld zal nog zelfs verder oplopen (Krediet Crisis) AOW-Uitkeringslast (% BBP) daalt zelfs van 5% naar 4%, dus... Het valt allemaal wel mee als we het BBP maar kunnen laten groeien
46
AOW : Helaas.... Het valt allemaal niet mee.... bij ongewijzigd beleid Jaar AOW Lasten ( % BBP ) EMU-Schuld ( % BBP )
2020 6,60% 41,00%
2040 2060 2100 8,80% 7,80% 8,20% 74,50% 126,40% 213,30%
De Nederlandse overheidsfinanciën zijn – bij ongewijzigd beleid- op de langere termijn niet “houdbaar”. Structureel geven we met elkaar meer uit dan we binnenkrijgen. De Nederlandse EMU Schuld loopt op Belgie Duitsland Frankrijk Luxemburg Nederland Italie Spanje UK US
EMU Schuld (% BBP) 2005 2006 2007 92,1 87,8 83,9 67,8 67,6 65,1 66,4 63,6 63,9 6,1 6,6 7,0 51,8 47,4 45,7 105,9 106,9 104,1 43,0 39,6 36,2 42,3 43,4 44,2 64,4 64,7 65,5
47
AOW : Statische koopkracht ontwikkeling
Statische koopkracht is sinds 1965 verdubbeld
Statische koopkracht De verandering van het nominaal beschikbaar inkomen van een huishouden in een jaar vergeleken met een identiek huishouden in een ander jaar, gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling
Dynamische koopkracht (incl. periodieken, promoties e.d.) Dynamische koopkrachtverbetering periode 1990-2005 - Werkenden 2,4% p/j - Gepensioneerde 0,6% p/j
Bron: Paul de Beer
AOW : Inkomensontwikkeling t.o.v. Modaal 35000
Inkomensontwikkeling AOW/BMI 1989-2008 167%
30000 25000
100% 20000 15000 10000
AOW Welvaartsvast?
194% 184%
100% 100%
5000 0 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008
AOW Gehuwden
AOW Ongehuwden
Bruto Modaal Inkomen
AOW-pensioen en de netto Anw-uitkering zijn gekoppeld aan het netto minimumloon Sinds 2004 wordt het minimumloon (onder condities) geïndexeerd met de gewogen gemiddelde stijging van de regelingslonen “Grote CAO’s”
48
49
AOW : De toekomst... Uitstel AOW leeftijd - Donner: 70 jaar?; Bakker: 65 -> 67 geleidelijk; Wientjes: 65 -> 67 direct Financiering AOW & Welvaartsvastheidsgarantie 2011: premieheffing AOW bij 65-plussers met extra pensioen die eerder stoppen met werken ( Coalitieakkoord 2007) Flexibilisering AOW - Individualisering AOW > 2015 AOW Toeslag 'jongere partner' vervalt ( AOW-gat) > Hoogleraar later met pensioen dan bouwvakker? - Bonus: 5% extra per jaar uitstel tot 70 jaar 30000 25000 20000
Traditioneel
15000
Donner
Sigaren uit eigen doos, klappen
10000
Op de Bank
Beter 1 vogel in de hand..
5000
Hoog/Laag behoefte
0 65
66
67
68
69
70
71
72
73..
50
AOW : Scenario's & Keuzes I In principe : Vier AOW basis scenario's 1. Beperken 2. Uitstellen 3. Financieren 4. Dynamiseren
AOW wordt bijstandsvoorziening op termijn
Einde AOW
Doet pijn, maar dwingt tot handelen/nadenken
AOW blijft & niet duurder
Lost niets op, legt onnodige belastingdruk
AOW duurder
(Donner 65-70 Plan), Lost niets op, Complexer
AOW duurder
Kies één duidelijk AOW toekomstscenario, geen vier ! AOW moet simpele basisvoorziening blijven - Complexiteit en kosten uitvoering laag houden - Als pijler 1,2 èn 3 flexibel worden, raakt de consument het overzicht kwijt Individuele dynamisering of flexibilisering AOW is onnodig duur en lost het vergrijzingsprobleem niet op Stop extra AOW financiering (Bos-Belasting van 'AOW-ers met extra pensioen')
51
AOW : Scenario's & Keuzes II AOW Wettekst 'Verplichte verzekering tegen geldelijke gevolgen van ouderdom' Ouderdom is in de tijd gezien een relatief begrip In 1957 was iemand van 65 oud, anno 2008 is iemand van 75 pas oud 1. Langer leven betekent dus op latere leeftijd pas 'oud' zijn 2. 'Op later leeftijd pas oud zijn' betekent dus volgens de huidige wettekst 'op latere leeftijd met pensioen gaan' Oplossing Koppel de Pensioenleeftijd AOW aan de maatschappelijke ontwikkeling en het financieel (demografisch) draagvermogen: - Vast % aandeel ouderen in de maatschappij is 'oud' en heeft recht op AOW Alleen de X% oudsten krijgt AOW. - Trek AOW Pensioenleeftijd in fases op naar ca. 70 jaar Hoeveel % van - Schaf 'pensioenleeftijd 65' in CAO's af de bevolking - Maak deeltijdpensioen vanaf leeftijd 55 werken mogelijk kreeg AOW in - Stimuleer en faciliteer werken tot 70 jaar 1957?
52
AOW : Nieuw scenario,Pensioenleeftijd koppelen? Jaar
Koppelen aan wat? Aandeel 65+ : [ 65+ ] / [ Gehele bevolking ] Grijze druk : [ 65+ ] / [ 20-65 ] Pensioenleeftijd 1. Aandeel 65+ in 1956 constant ( 9% ) 2. Aandeel 65+ in 2008 constant ( 15% ) 3. Grijze druk * 1956 constant ( 16% ) 4. Grijze druk * 2008 constant ( 24% )
1957
1988
2008
2040
9% 16%
13% 21%
15% 24%
26% 51%
65 65
Conclusies Huidige scenario's kabinet beteugelen vergrijzing niet AOW is verworden tot ASW (Algemene Senioren Wet) Pensioenleeftijd moet fors en snel omhoog ( 74 jaar) !
AOW : Een Nieuw AOW alternatief : 'AOW-Vast'
53
Ontwikkeling AOW Pensioenleeftijd bij vast (X%) aandeel toekomstige AOW-ers Pensioenleeftijd in 2008/2018
80
KJ 2008 2018 10% 70,4 72,5 15% 64,7 68,3 20% 60,5 64,1 Formule 65,0 68,3
78 76 74 72 70 68 66 64 62 60 2008
X=
2018 10%
2028 15%
20%
2038 JB© Formule
Bevries huidig relatief aandeel AOW-ers Simpel Rechtvaardig (?)
2048
Advies Verhoog ieder kalenderjaar (KJ) de AOW pensioenleeftijd (PL) met 4 maanden PL(KJ) = 65 + (KJ-2008) x (4/12)
Vergrijzing en Zorg : NL internationaal vergeleken
54
Health expenditure ( % GDP ) selected OECD countries 2006 15,3
16 14 12 10
10,4
11,1 10
8,8
11,3
10,6
9,5
9
8,2
7,5
8
US CH BE NL
9,3 8,2 6,4
8,4
Total health % GDP Total Public Private 15,3 7,0 8,3 11,3 6,8 4,5 10,4 7,2 2,7 9,3 7,6 1,7
8,4
7,3 5,7
6 4
•
United States
United Kingdom
Turkey
Switz erland
Spain
Netherlands
Luxembourg
Korea
Japan
Italy
Ireland
Germany
France
Finland
Denmark
Canada
B elgium
0
Australia
2
Gemiddeld OECD : 8,9% Zorg uitgaven Nederland : 9,3% o.b.v. 'System of Health Accounts definitie' (excl. o.a. AWBZ, Verzorgingstehuizen, thuiszorg, etc) Accent ligt in Nederland op Publieke Zorg
GDP:Gross Domestic Product = BBP Bron: OECD (2008)
Vergrijzing en Zorg : Ontwikkeling Zorguitgaven
55
Ontwikkeling Zorg uitgaven (%BBP) Definitie Zorgrekeningen SHA
2004 13,4 9,1
Jaar 2005 13,5 9,3
2006 13,6 9,4
Toelichting / Aanvulling Periode 1994-1999: stijging zorguitgaven 5,1% per jaar Periode: 1999-2003: 9,7% (gemiddeld) Oorzaak vnl. prijs- en loonontwikkelingen. Daarnaast volume groei (van 2,3 naar 4,0%) Vergrijzing: Beperkte invloed op zorgvolume, ca. 1% Toename levensverwachting leidt tot uitstel van kosten Preventie: Dalende kosten voor gedragsgerelateerde ziekten worden gecompenseerd door hoge kosten voor ouderdomskwalen.
Vergrijzing en Zorg : Zorgkosten Leeftijdsafhankelijk
56
Gemiddelde zorgkosten (€) naar leeftijd (2005;RIVM)
Zorgkosten per inwoner nemen fors toe met de leeftijd Kosten worden met name gemaakt in het laatste levensjaar De toenemende levensverwachting leidt tot uitstel van zorgkosten
(Bron: Poos et al., 2008.)
Vergrijzing en Zorg : Samenstelling Zorgkosten
57
Gemiddelde kosten per individu Mannen
Vrouwen
Met de leeftijd toenemende kosten voor ziekenhuiszorg ,thuiszorg en intramurale zorg Kosten vrouwen stijgen harder dan die van mannen (langere levensverwachting, alleenstaand)
RIVM: L evens loop en zorg kos ten (2008)
Vergrijzing en Zorg : Kosten laatste levensfase
58
Gemiddelde ziekenhuiszorgkosten per individu
Toenemende kosten in de laatste levensfase
RIVM: L evens loop en zorg kos ten (2008)
Vergrijzing en Zorg : Daly's naar Leeftijd
59
Ziektelast (DALY’s per 1.000 personen) naar leeftijd en aandoening Overige ziekten o.a. diabetes mellitus, astma en COPD, gezichts- en gehoorstoornissen
Disability-Adjusted Life-Years (DALY's; spreek uit als 'dallies'). Een DALY staat voor 1 gezond of normaal levensjaar dat iemand als gevolg van een minder goede gezondheid verliest. Bron: RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006
Vergrijzing en Zorg : Veroorzakers & Preventie
60
Roken - Groot aantal overlijdensgevallen a.g.v. een rookgerelateerde aandoening - Is de belangrijkste oorzaak van : Longkanker; - Maar ook van: coronaire hartziekten, COPD en beroerte - En zeker: versterkt door de onder jongeren toenemende 'ongezonde leefstijl' Diabetes - Diabetes mellitus: Ruim ca. 75.000 geregistreerd; Omvang geschat: 0,6 mln - Lage sterfte aan diabetes komt door toeschrijven aan andere doodsoorzaken Preventie Slechts ca. 1,5% van de totale zorguitgaven wordt besteed aan preventie binnen de gezondheidszorg. Gemiddelde uitgaven per inwoner Acties gericht op: naar leeftijd (2003) - stoppen met of voorkomen van roken - bevorderen van lichamelijke activiteit - gezonde leefstijl, gezonde voeding Zorgkosten 2003 (x 1 mlrd) Waarvan ziekte - Psychische stoornissen - Hartvaatstelsel - Spijsverteringsstelsel - Symptomen, onvol. Omschreven - Bewegingsstelsel, bindweefsel - Rest
57,5 47,4 12,7 5,3 4,6 4,2 3,9 16,7
100% 27% 11% 10% 9% 8% 35%
Vergrijzing en Zorg : Voorbeeld Diabetes
61
Oorzaken obesitas - Energie-inname hoger dan verbruik - Omgeving, leefstijl
Gevolgen obesitas - Afname levensduur: 0,8 jaar - Hartproblemen, suikerziekte, kanker e.d. (Olshansky et al., 2005) - 2% van de zorgkosten - 2x zo veel verzuimen - 10% verlies productiviteit door ziekteverzuim - € 2 miljard verlies (verzuim, arbeidsjaren, uitkeringen) (RVZ, 2002; GBW, 2001;Vischer 200; TNO, 2006) - Arbeidsongeschiktheid: 1,5 - 2x hoger
Bron: CBS, F. Spikmans: Voeding & Dietetiek
62
Vergrijzing en Zorg : Diabetes zelfrapportage Zelfgerapporteerd onder- en overgewicht (CBS;2008) 2000 2006 Totaal Matig Ernstig Totaal Matig Ernstig Totaal Mannen 48% 39% 9% 51% 41% 10% 51% Vrouwen 40% 30% 10% 42% 29% 13% 40%
2007 Matig Ernstig 41% 10% 28% 12%
70%
Ernstig overwicht (BMI>30) 10% mannen 12% vrouwen
60% 50%
Overwicht (25
40% 30% 20%
Overgewicht tot 75 jaar neemt toe met de leeftijd
10% 0% 18-25 jr
25-35 jr
35-45 jr
45-55 jr
55-65 jr
65-75 jr
>75 jr
Vergrijzing en Zorg : Voorbeeld Roken
63
Het aantal overlijdensgevallen t.g.v roken per jaar bedraagt Ca. 20.000 Het % Nederlanders ouder dan 12 jaar dat rookt, bedraagt ruim 25%. Target 2010: 20% 20% accijnsverhoging vermindert het aantal rokers met 20.000 ! De tabaksomzet in Nederland bedraagt € 3,9 mlrd. Winst NL staat: € 2,1 mlrd Tabakontmoedigingsbeleid kost Nederland in 2007 € 6,8 mln. (€ 4,4 mln. overheid) Gegevens Rokende medewerkers Gem. aantal sigaretten per dag per roker Gemiddelde rooktijd voor 1 sigaret Totale rooktijd per dag Gemiddeld aantal werkuren per jaar Aantal rookuren per jaar Gemiddeld uurloon per werknemer Gem. kosten per rokende werknemer p/j Jaarlijkse rookkosten bij 20 rokers Jaarlijkse rookkosten bij 100 rokers Gem. rookkosten per medewerker
Cijfers 20% - 25% 10 5 minuten 50 minuten 1600 195 (ofwel 12%) € 18,00 € 3.510,00 € 70.200,00 € 351.000,00 € 700 - € 878
Bron: DE GEMAKKELIJK | STOPPEN MET ROKEN | METHODE ©.
64
Vergrijzing en Zorg : AWBZ
Zorgkosten stijgen met name door AWBZ (leeftijd, volume) Eigen bijdragen AWBZ zullen stijgen
Conclusie Extra pensioen(indexatie) van 65-plussers zal grotendeels opgaan aan (AOW)belastingen en AWBZ bijdragen AWBZ Eigen bijdrage Extramurale zorg (verpleging en verzorging) Inkomensafhankelijk tarief bij benadering: € 1200 + (Jaarinkomen-21000)x 15% Intramurale zorg Tarief: 12,5 procent van het bijdrageplichtige inkomen met een minimum van € 138,60 en een maximum van € 727,60 per maand. De maximum eigen bijdrage op jaarbasis bedraagt € 1804,60 per maand Bron: "Ageing and the Sustainability of Dutch Public Finances"
65
Vergrijzing en Zorg : Conclusies C onclus ies Verg rijzing en Zorg De zorg kos ten zijn het hoog s t in de laats te levens jaren. We zullen tot een afweg ing moeten komen m.b.t. de kos ten in het laats te levens jaar Alleens taanden g ebruiken aanzienlijk meer zorg dan mens en die (nog ) een partner hebben. De mees te ouderenzorg wordt bes teed aan vrouwen Oorzaak: hog ere levens verwachting Toekoms tig e s tijg ing van de levens verwachting van mannen en vrouwen betekent een s terke toename van kos ten op de lang e termijn
E r moet nu en meer g eïnves teerd worden in preventie en Health beleid om toekoms tig e kos ten te beteug elen De huidig e AWB Z zorg zal s teeds meer g efinancierd worden door eig en bijdrag en. E xtra pens ioen(indexatie) van 65-plus s ers zullen dus s teeds meer opg aan aan eig en bijdrag en en (AOW)belas ting en. Bron : RIVM “Levensloop en zorgkosten”(2008)
Internationaal Perspectief : Eurobarometer
66
Thinking about your country in, let’s say, 20 years’ time, do you 1 strongly agree, 2 agree, 3 disagree, 4 strongly disagree with the following statement Overall, in 20 years’ time, would you say that people’s lives in The Netherlands will be better than today?
Bron: Flash Eurobarometer april 2008
Internationaal Perspectief : Eurobarometer I
67
Thinking about your country in, let’s say, 20 years’ time, do you strongly agree, agree, disagree orstrongly disagree with the following statements?
Bron: Flash Eurobarometer april 2008
Internationaal Perspectief : Eurobarometer II
68
Bron: Flash Eurobarometer april 2008
Internationaal Perspectief : Eurobarometer III
69
Het is andermans probleem
Bron: Flash Eurobarometer april 2008
Conclusies
70
Effecten Vergrijzing 2008-2012: Beperkt, Arbeidsmarktspanning, toenemende 45+ werkloosheid 2008-2040 - Sterk stijgende kosten Zorg en AOW: Prijs, Volume, beperkt door vergrijzing - Huidig Zorgstelsel leidt tot ongebreidelde vraag en zo tot forse kostenstijgingen - AOW is verworden tot ASW (Algemene Senioren Wet) AOW-leeftijd houdt geen gelijke tred met stijging levensverwachting - Verdubbeling van Grijze Druk bij ongewijzigd beleid: Stijging AOW lasten - Meer vraag dan aanbod op arbeidsmarkt (aantallen, kwaliteit, leeftijd) - Beperkte arbeidsmobiliteit en verhoogde werkloosheid van 45+ werknemers - Verouderd pensioenstelsel, Welvaartsvastheid kan niet meer gegarandeerd worden - Internationale positie van Nederland t.o.v. E27 redelijk positief Risico's - Uiteindelijke kostenstijging AOW en Zorg is naast demografische factoren (= feit) op termijn, sterk afhankelijk van de toekomstige macro economische ontwikkeling - Belangrijke parameters als Inflatie, Rendement op aandelen & obligaties kunnen niet op lange termijn ingeschat worden en zijn uiteindelijk zeer bepalend - We zullen als samenleving moeten leren leven met risico's Maatregelen - Maatregelen baseren op verwachting middellange termijn (5 – 10 jaar) - Maatregelen moeten wel NU genomen worden. Als we afwachten is het te laat.
Conclusies : Maatregelen ter overweging I
71
AOW (1e pijler) - Verhoog AOW leeftijd (65) getrapt (4 maanden per kalenderjaar) in 15 jaar naar 70 jaar - Stop flexibilisering AOW Pensioen (2e Pijler) - Stimuleer en faciliteer deeltijdpensioen vanaf 55 jaar Criterium bijvoorbeeld: minimaal 20 uur p/w tot 65 jaar en 10 uur p/w bij 65+ - Pas pensioen aan op primaire inkomensbehoefte: Hoog deeltijdpensioen tot leeftijd 75, maximaliseren op Loongrens SZ vanaf 75 - Zekerheid en financiering verbeteren: Beperk inflatierisico, bijvoorbeeld: Inflatie garanderen tot maximaal Loongrens SZ
Aanvullend Pensioen (3e pijler) - Faciliteer aanvullend deeltijdpensioensparen (Levensloop) - Subsidie (overheid, werkgevers) op deeltijdpensioensparen (Zilvervlootprincipe) - Koppel deze subsidie aan 'preventief gezond gedrag' Bijv.: Participatie Gezondheidsonderzoeken, Health Checks, RI&E, Mobiliteitsplan
Conclusies : Maatregelen ter overweging II
72
Voltijd '55-Plus' werknemers: Langer, maar Minder werken Faciliteer (arbeidsvoorwaarden, diensten) waar nodig (belasting versus capaciteit) tijdig (preventief) dat voltijd werknemers vanaf 55 jaar minder en daardoor ook langer kunnen blijven werken Deeltijd '50-Min' werknemers: Meer werken Stimuleer en faciliteer (o.a. fiscaal), voor deeltijd(<20 uur p/w) medewerkers jonger dan 50 jaar, uitbreiding van werktijd tot 20 uur per week. Stimuleer Mobiliteit - Formuleer eisen (normen) voor Leeftijdsbewust personeelsbeleid - Stimuleer en faciliteer preventief in- en externe mobiliteit van werknemers Bijvoorbeeld d.m.v. externe begeleiding en aanvullende financiering. - Verplichte mobiliteitsscan op leeftijd 40 en 50 of na 10 jaar in dezelfde functie. Innoveren Zorgdiensten - Stimuleer (financieel, fiscaal) arbeidsparticipatie in Mantelzorg, - Kinderopvang en Zorg door inzet van met name 55+ ers
Conclusies : Maatregelen ter overweging III
73
Zorg - Stel (financiële) limieten/condities aan jaarlijkse zorgkosten in basispakket - Beperk basispakket tot absoluut minimum - Leg relatie tussen 'gezond preventief gedrag' en 'recht op vergoeding' Bijvoorbeeld: Bij niet deelname aan een nader gedefinieerd pakket preventie (bevolkings)onderzoeken, wordt het basispakket beperkt tot 'passieve behandeling' - Breidt de aanvullende verzekering uit o.b.v bonus/malus systeem
Health diensten leveranciers - Ontwikkeling van branchebrede uniforme preventie-onderzoeken, health checks,etc. - Ontwikkeling van een individuele vitaliteitsscan - Ontwikkeling van mobiliteitsscans o.b.v. Belasting versus Belastbaarheid (meten arbeidsvermogen, inzet Workability Index) - Advies in- en externe mobiliteit, deeltijdpensioen (hoeveel uur, welk werk) - Begeleiding en opvolging advies inclusief plaatsing ( “Mobiliteitsmakelaar” ) - Ontwikkeling kwantitatief Mobiliteits-beslissingsmodel voor wg-ers en wn-ers - Ontwikkeling ziekte vroegsignaleringssystemen
Conclusies : Maatregelen ter overweging IV
74
Werkgevers - Definieer Leefijdsbewust PersoneelsBeleid (LBP) in organisatie - Vertaal LPB in een beter rendement en gezonde hogere groei van de onderneming (roep externe hulp in als dit onmogelijk lijkt) - Schaf beloningsbeleid o.b.v. Ancieniteit of leeftijd af - Voer beloningsbeleid o.b.v. Prestatie (toegevoegde waarde) en arbeidsvermogen in - Regel In-, Door- en Uitstroom preventief en actief, o.b.v. een kostenanalyse - Regel Pro-, RE- en DE-motie in arbeidsvoorwaarden en CAO's - Geef Health diensten leveranciers een adviestaak tbv managers en HR. Reken af o.b.v. performance. - Faciliteer, beloon gezond gedrag en actieve opstelling werknemers in benefit pakket - Voer Mantelzorg vriendelijk personeelsbeleid in - Geef de OR en vakbonden een actieve committerende, rol - Voer met OR of bonden afgesproken maatregelen effectief door Overheid - AOW leeftijd fasegewijs optrekken naar leeftijd 70 jaar - Schaf 'Pensioenleeftijd 65' in CAO's af - Marktwerking (vraag/aanbod) Zorg versnellen - Preventie stimuleren, faciliteren; Sociale partners meer betrekken in beleid
Conclusies: Een nieuw verzekeringsmodel 2020?
75
76
Vergrijzing: Visie vertalen in actie...
2040
2008 We zullen de fruitboom van Sociale Zekerheid en Zorg moeten snoeien om een goede oogst te kunnen blijven garanderen. Nu ferm ingrijpen, straks oogsten Jos Berkemeijer (2008)
Bron foto robot: Honda