uw schepping heer is wonderschoon, onmeet'lijk groot 't heelal. de zon, de maan, de sterrenpracht, de bergen en het dal. de blauwe lucht, de bloemenpracht, de sneeuwvlok als kristal, zijn wond'ren van uw scheppingsmacht! waarom kwaamt gij in een stal? de wond'ren van uw schepping, heer, zij spreken van uw kracht. de donderslag, de bliksemflits vervult ons met ontzag. het wolkenspel, de blauwe zee, d'orkaan en stormgedruis zijn wond'ren van uw scheppingskracht! waarom stierf gij aan een kruis? 0, schepper van het gans heelal, ik buig mij voor u neer, want als ik denk aan kruis en stal heb ik geen woorden meer . bewaar mij heer te vragen steeds om wond'ren van uw hand, maar leer mij lev en door geloof en niet door mijn verstand, bewaar mij heer te vragen steeds om wond'ren van uw hand, als ik nog nooit het wonder zag van dat bloempje in 't zand. 0, schepper van het gans heelal, ik buig mij voor u neer, want als ik denk aan kruis en stal heb ik geen woorden meer,