Sociaal-economische Beleidsnota 2002-2010

  • Uploaded by: Meedenken en Doen BV
  • 0
  • 0
  • November 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Sociaal-economische Beleidsnota 2002-2010 as PDF for free.

More details

  • Words: 13,899
  • Pages: 56
Inhoudsopgave

pagina

1. BELEIDSDOELSTELLING 1.1 Aanleiding 1.2 Richtlijnen van het economisch beleid

3 3 4

2. BEVOLKING 2.1 Totale bevolking 2.2 Beroepsbevolking 2.3 Woon-werkbalans 2.4 Werkloosheid

9 9 11 12 13

3. WERKGELEGENHEIDSONTWIKKELING 3.1 Werkgelegenheidsfunctie 3.2 Verdeling van de werkgelegenheid 3.3 Werkgelegenheidsgroei

15 15 15 16

4. PRODUCTIESTRUCTUUR 4.1 Algemene karakteristiek 4.2 Landbouw 4.3 Gezondheidszorg en welzijn 4.4 Toerisme en recreatie 4.5 Detailhandel 4.6 Horeca 4.7 Industrie en handel 4.8 Zakelijke diensten

21 21 22 24 26 28 29 30 30

5. PRODUCTIEMILIEU 5.1 Algemene kenmerken 5.2 Bedrijventerreinen 5.3 Kantorenlocaties

33 33 33 37

6. UITWERKING MAATREGELEN 6.1 Samenwerking gemeente - bedrijfsleven 6.2 De maatregelen uitgewerkt

41 42 43

Inhoudsopgave

1

1.

BELEIDSDOELSTELLING

1.1 Aanleiding De economische ontwikkeling van Ermelo verloopt al een geruim aantal jaren voorspoedig. De werkloosheid is lager dan landelijk. In de afgelopen jaren hebben zich ontwikkelingen voorgedaan, die om een beleidsreactie vanuit economische optiek vragen. Daarbij kunt u denken aan de discussies rond het regionale bedrijventerrein, het toeristisch-recreatief beleidsplan, de structuurvisie, de visie van het ISV-NWV, de contourendiscussie van de Vijfde Nota en de MKZ-crisis. Een eigen sociaal-economische nota1 is ook gewenst als component in de integrale discussie over alle gemeentelijk beleidsterreinen, als een kader voor het voeren van (economische) discussies in regionaal en provinciaal verband en om op terug te kunnen vallen bij het beoordelen en inschatten van initiatieven die zich in de toekomst aan zullen dienen. De nota is bedoeld als richtlijn bij de uitwerking van concrete economische activiteiten van de gemeente en als startpunt voor de economische discussie met bedrijven, instellingen en organisaties in de gemeente. Bij het opstellen van de nota zijn dan ook de raadscommissie, ondernemers en zorginstellingen betrokken geweest. Daarbij sluit de nota met haar intenties aan op de uitgangspunten die in de structuurvisie zijn geformuleerd. De intenties van de beleidsnota zullen jaarlijks worden meegenomen als onderdeel van het afdelingsplan waarbij tevens de resultaten van het voorafgaande jaar worden geëvalueerd.

1 Het voorliggende beleidsplan is opgesteld met ondersteuning van BRO, Adviseurs in Ruimtelijke Ordening, Economie en Milieu.

Hoofdstuk 1

3

1.2 Richtlijnen van het economisch beleid

De doelstellingen van het sociaal-economisch beleid van Ermelo tot 2010 zijn: 1.

behoud van de werkgelegenheidsfunctie van 90% en opvang van de groeiende arbeidsparticipatie in de eigen gemeente;

2.

maximaal behoud van de huidige economische dynamiek in het buitengebied (binnen de vastgestelde RO kaders);

3.

versterken van het lokaal verzorgende commerciële voorzieningenniveau;

4.

versterken van de regionale samenwerking, met name bij de verbetering van bedrijventerreinen, aanbod van onderwijsvoorzieningen en bereikbaarheid.

In de versterking/stimulering van sectoren wordt een nadrukkelijk accent gelegd op: Vernieuwing van:



toerisme en recreatie;



activiteiten in de zorg;



activiteiten in de agrarische sector;



het huisvestingsbeleid (goedkopere woningbouw voor jongeren in leeftijdscategorie 18-30 jaar).

Versterking/ stimulering van:



zakelijke dienstverlening;



(startende) ondernemers;



herlocatie van bedrijven;



schone industrie;



reïntegratie bewoners zorgsector binnen Ermelo.

De voorwaarde scheppende beleidsmaatregelen concentreren zich op het bieden van kwalitatief passende en voldoende goed bereikbare bedrijven- en kantorenlocaties en een klantgerichte benadering.

Werkgelegenheidsfunctie De bevolking van Ermelo zal naar verwachting van de gemeente de komende 10 jaar stabiliseren. De aanwezigheid van een dominante gezondheidssector zorgt ervoor dat de gemeente een regionale werkgelegenheidsfunctie heeft. De werkgelegenheidsfunctie bedraagt circa 90%. Om de werkgelegenheidsfunctie op dit peil te behouden en te voorkomen dat door groei van de arbeidsparticipatie de uitgaande pendel steeds verder toeneemt, zal de gemeente ruimte moeten bieden voor extra werkgelegenheid zonder dat dit ten koste gaat van het groene karakter van de gemeente. Uitgegaan wordt van het mo-

4

Hoofdstuk 1

gelijk maken van de aan de hand van prognosemodellen berekende potentiële groei van de werkgelegenheid in 10 jaar met ca. 800 – 900 arbeidsplaatsen. Beroepsbevolking Helaas komt in de gemeente ondanks de hoogconjunctuur nog steeds werkloosheid voor. Gering in procentuele omvang, maar wel hardnekkig. In afstemming met de moeilijk vervulbare vacatures bij bedrijven wordt in het sociaal beleid van de gemeente nagegaan in hoeverre het mogelijk is langdurig werkzoekenden begeleiding en opleiding op maat te bieden. Afstemming met de onderwijsinstellingen en verbeteren van het eigen opleidingsaanbod in de regio is een nadrukkelijk aandachtspunt. Met nadruk wordt er op gewezen, dat het vestigingsklimaat in Ermelo goed is, maar dat de situatie op de woningmarkt, meer dan gemiddeld, zorgen baart. Het gebrek aan (betaalbare) woningen kan een rem gaan vormen op de verdere economische ontwikkeling van de gemeente. Daarbij kan gedacht worden aan verdere toename van de inkomende pendel maar mogelijk ook, dat bedrijven voor hun uitbreiding de voorkeur geven aan een andere locatie. Speerpunten in sectoren en productiemilieu Om de positieve lokale economische ontwikkeling ook in de toekomst door te kunnen zetten en de doelstellingen groen, vitaal en zorgzaam (structuurvisie) waar te maken is gekozen voor de speerpuntsectoren toerisme en recreatie in combinatie met ontwikkelingen in de agrarische sector, de dienstverlening en de zorginstellingen. Daarnaast is vernieuwing van de economische structuur en versterking van de zakelijke diensten gewenst. Nagegaan zal worden op welke wijze (startende) ondernemers in Ermelo beter ondersteund kunnen worden en aan kleine zakelijke dienstverlenende bedrijven passende huisvesting kan worden aangeboden. Ook de kwaliteit van de bedrijventerreinen behoeft verbetering. Voor de revitalisering en beheer van de terrein is een extra inspanning nodig. Gelijktijdig zal met Harderwijk worden bezien in hoeverre verbetering van de afstemming van de bedrijventerreinen mogelijk is (segmentering). Economisch beleid in samenhang De structuurvisie vormt nadrukkelijk het overkoepelend beleidsplan. De verantwoordelijkheid van de gemeente gaat verder dan alleen de zorg voor welvaart. Het economisch beleid zal afgestemd worden op de andere beleidsterreinen van de gemeente. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het behouden van de ecologische en landschappelijke waarden en de sociale en maatschappelijke samenhang van Ermelo.

Hoofdstuk 1

5

In het gemeentelijk beleid wordt gezocht naar mogelijkheden om de ontgroening tegen te gaan. Hiervoor is werkgelegenheidsgroei nodig. In de economische beleidsnota is aangegeven met welke maatregelen de gemeente de groei in de werkgelegenheid kan bevorderen. Reeds is gewezen op de spanning op de woningmarkt. In het gemeentelijk beleid zal derhalve gezocht moeten worden naar huisvesting voor alle bevolkingsgroepen. Tevens kan in het huisvestingsbeleid aandacht worden besteed aan woningen waar werk aan huis mogelijk is. Er wordt voortdurend gezocht naar een evenwicht tussen economische en andere belangen en tegelijkertijd wordt optimaal ingespeeld op de kansen en initiatieven die zich in de gemeente voordoen. Draagvlak gemeente - bedrijfsleven In de uitvoering van het economisch beleid zal nauw worden samengewerkt met bedrijven, organisaties en instellingen in de gemeente. Hiertoe zal structureel overleg worden opgezet met het nieuw ingestelde platform van het bedrijfsleven waarin alle sectoren en onderwijsinstellingen al zijn vertegenwoordigd. Bezien zal moeten worden op welke wijze in dit platform ook in een vertegenwoordiging vanuit de gemeente kan worden voorzien. Het wederzijds informeren van gemeente en bedrijven zal worden uitgebreid met wederzijds committeren. Dat wil zeggen, dat het accent gelegd zal moeten worden op het maken van afspraken over de uitvoering van het economisch beleid en de bijdrage van alle partijen daarbij. Ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheden, draagkracht en instrumentarium. Regionale afstemming Ermelo is economisch gezien geen eiland, de (internationale) economie kent geen grenzen meer. Ontwikkelingen in Ermelo zijn van invloed op de regio en andersom geldt dit ook. Intensivering van de huidige regionale samenwerking binnen het ISV NoordwestVeluwe is noodzakelijk om structureel en effectief beleid te maken. Juist door samen te werken, kunnen voordelen behaald worden bij bijvoorbeeld de ontwikkeling en revitalisering van bedrijvenlocaties en het stimuleren van toerisme en recreatie, de agrarische sector en het onderwijs. Accent op passende ruimte In de uitvoering van het economische beleid zal het accent liggen op het aanbieden en beheren van passende vestigingsplaatsen voor bedrijven. Dat kan zijn: ruimte voor detailhandel, bedrijventerreinen, kantoorlocaties, bedrijven aan huis, recreatiebedrijven en agrarische bedrijven.

6

Hoofdstuk 1

Het aanbieden en beheren van ruimte heeft betrekking op: • scheppen van de juridisch planologische voorwaarden om vestiging mogelijk te maken (zoals bestemmingsplan, regelingen voor vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing en economische activiteiten in woonhuizen); • aanpassen en afstemmen van bedrijventerreinen aan de eisen van duurzaamheid (herinrichting, revitalisering en herstructurering); • beheren van bedrijvenlocaties, voor zover eigendom van de gemeente (openbaar gebied), teneinde de (te creëren) kwaliteit van de bedrijvenlocaties ook voor de toekomst te behouden (rentmeesterschap en parkmanagement); • creëren van ontwikkelingsruimte voor bedrijven, waarbij in eerste instantie voorrang wordt gegeven aan herontwikkeling en inbreiden in stedelijke gebieden, herontwikkeling van vrijkomende zorginstellingen en agrarische opstallen en pas in de tweede plaats aan uitleggebieden; • beleid ontwikkelen zodat in de woningbouwprogrammering woningen met werkruimte kunnen worden opgenomen. Mensen en organisatie De uitvoering van het economisch beleid vraagt mensen en middelen. Een groot deel van de aandachtsgebieden en activiteiten met een duidelijke economische impact wordt reeds door meerdere afdelingen van de gemeente ter hand genomen. De bestuurlijke uitwerking van de activiteiten van het economisch beleid wordt gecoördineerd door de portefeuillehouder Economische Zaken. De beleidsvoorbereiding en coördinatie ligt bij de afdeling VROEM. De serviceverlening aan bedrijven vraagt de volledige aandacht van de bedrijfscontactfunctionaris. Voor het goed functioneren van de bedrijfscontactfunctionaris is het nodig, dat deze ook de juiste “gereedschappen” krijgt om zijn/haar werkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Dat wil zeggen: de ruimte krijgen om vragen van bedrijven snel te beantwoorden, waar mogelijk en wettelijk toegestaan procedures te vereenvoudigen en het verstrekken van vergunningen snel en correct te laten verlopen. De doelstellingen van het economisch beleid worden in de hierna volgende hoofdstukken nader uitgewerkt en onderbouwd. In hoofdstuk 2 en 3 wordt ingegaan op de (potentiële) ontwikkeling van de bevolking en de werkgelegenheid. In hoofdstuk 4 en 5 worden de productiestructuur en het productiemilieu beschreven. In hoofdstuk 6 komen de maatregelen en de samenwerking aan de orde. Middelen Voor de uitvoering van het economisch beleid dient er onderscheid gemaakt te worden tussen de projecten en activiteiten die door meerdere afdelingen ter hand genomen worden en de out-of-pocket kosten van Economische Zaken zelf.

Hoofdstuk 1

7

Om het economisch beleid de nodige armslag te geven, verdient het aanbeveling voor de uitvoering van economische activiteiten voor de komende jaren een extra projectbudget te begroten. Gedacht kan worden aan ca. ƒ 50.000,= - ƒ 75.000,= op jaarbasis. De middelen dienen te worden ingezet als “katalysator” (planvorming, stimulanssubsidie e.d.) bij het opzetten van projecten. Voor de inzet van middelen op de voorgestelde projecten en activiteiten is in de maatregelen een eerste globale inschatting opgenomen.

8

Hoofdstuk 1

2.

BEVOLKING

De te verwachte bevolkingsontwikkeling van Ermelo is van invloed op de doelstelling van het economisch beleid. Daarbij dient een onderscheid gemaakt te worden naar de kenmerken van de totale bevolking en de beroepsbevolking.

2.1 Totale bevolking Bevolkingsomvang De bevolking van Ermelo bestond op 1 januari 2001 uit 26.760 personen2. Dit aantal zal naar verwachting van de gemeentelijke structuurvisie voor de komende 10 jaar vrijwel stabiel blijven (zie bijlage)3. Bij het bepalen van de doelstellingen van het economische beleid is ook van deze stabiele bevolkingsontwikkeling uitgegaan. Mocht de bevolkingsontwikkeling in de komende jaren (onverwacht) wijzigen, dan zal ook de doelstelling van het economisch beleid moeten worden aangepast. Bevolkingsopbouw De bevolkingsopbouw van Ermelo kent in vergelijking met het Nederlands gemiddelde relatief veel 55+ers4. Hun aandeel zal naar verwachting in de toekomst verder toenemen. In tegenstelling tot de ouderen zijn de jongeren in de leeftijdscategorie 18-25 jaar in Ermelo ondervertegenwoordigd ten opzichte van het Nederlands gemiddelde. De voornaamste oorzaken zijn het wegtrekken van jongeren, die buiten de regio Noordwest-Veluwe gaan studeren. Op termijn mag een toenemende ontgroening en vergrijzing verwacht worden. Naast de algemene demografische ontwikkelingen4, wordt dit veroorzaakt door een groeiend woningentekort. Door het tekort aan woningen en de hoge huizenprijzen hebben starters op de woningmarkt niet de mogelijkheid naar Ermelo terug te keren. Naast de gevolgen die de vergrijzing van de gemeente kan hebben op de sociale structuur en samenhang van de gemeente, kan ze ook negatieve gevolgen hebben voor de economische dynamiek in de gemeente, zoals bijvoorbeeld een afnemend aantal (startende en doorstartende) ondernemers, een groeiende inkomende pendel en een vermindering van de belangstelling van bedrijven zich in Ermelo te (her-) 2 3 4

Bron: PWE, Provincie Gelderland Bron: Structuurvisie Ermelo 2015 Zoals minder geboorten, meer 1-persoonshuishoudens en “babyboomers” die op leeftijd geraken.

Hoofdstuk 2

9

vestigen. Voor de korte termijn (5-10 jr.) wordt echter geen tekort aan arbeidsplaatsen verwacht. Tabel 2.1: Ontwikkeling aandeel 55+ (%) Nederland

1997

2007

2017

23

26

30

25

30

33

Ermelo in scenario’s 1. Migratiesaldo = 0 2. Huisvestingswet

25

33

38

3. Prioriteit jonge huishoudens

25

26

31

4. 50 woningen per jaar

25

32

34

5. Compensatie 90%

25

31

35

6. Uitvoeringsprogramma

25

32

36

Bron: Structuurvisie Ermelo 2015

Economische karakteristiek van de bevolking De sociaal-economische structuur van de gemeente is onder meer te karakteriseren aan de hand van de hoogte van het besteedbaar inkomen en het opleidingsniveau. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van Ermelo ligt iets boven het gemiddelde van Gelderland. Tabel 2.2: Besteedbaar inkomen per inwoner in 1998 *1.000 gulden en index (1989=100) Besteedbaar inkomen

Ermelo

Gelders gemiddelde

Inkomen 1998

22,1

21,5

Indexwaarde (1989=100)

138,1

135,0

Bron: CBS, Regionale Inkomensverdeling 1998

Binnen de regio Noordwest-Veluwe neemt Ermelo op basis van het inkomen en opleidingsniveau een bovengemiddelde positie in. In vergelijking tot Nederland is het opleidingsniveau in Ermelo vergelijkbaar. Ermelo heeft met circa 41% een flink aandeel middelhoog opgeleiden. Opvallend is de groei van het aandeel middelhoog opgeleiden in Ermelo en het achterblijven van de groei van hoger opgeleiden. Landelijk groeit juist het aandeel hoger opgeleide inwoners. In verhouding tot de overige Noordwest-veluwse gemeenten heeft Ermelo echter een groot aandeel hoger opgeleiden. De aanwezigheid van de sector gezondheidszorg en welzijn in Ermelo speelt hierbij een grote rol. Een hogere opleiding gaat meestal gepaard met een hogere arbeidsmobiliteit. Gelet op de hoge woonkwaliteit van de gemeente mag verwacht worden, dat bij wisseling van werkkring veel inwoners van Ermelo liever zullen pendelen dan verhuizen. Binnen het contourenbeleid heeft de gemeente nog beperkte ruimte voor woningbouw.

10

Hoofdstuk 2

Tabel 2.3: Bevolking van 15-64 jaar naar opleidingsniveau, Ermelo en Nederland Ermelo

Ermelo

Nederland

1992-1994

1994-1996

1997

(abs.)

%

(abs.)

%

%

Totaal Laag

17.700 7.400

100 41,8

17.700 7.100

100 40,1

100 39,7

Midden

6.900

39,0

7.300

41,2

39,8

Hoog

3.500

19,8

3.400

19,2

20,3

Bron: CBS, 1997

Vanuit het streven naar het zoveel mogelijk beperken van bovengemiddelde vergrijzing en bevorderen van de instroom van jongeren en hoog opgeleiden is de volgende beleidsmaatregel geformuleerd. Maatregel 1 Vanuit economische optiek gezien is een evenwichtige opbouw van de bevolking gewenst (leeftijd, opleiding en inkomen) als basis voor het behoud van de koopkracht in de gemeente, instroom van jong personeel in bedrijven bij minimale groei van de inkomende pendel en voldoende “eigen” (startende) ondernemers. Het is derhalve gewenst prioriteit te geven aan het op langere termijn beschikbaar komen van (betaalbare) woningen ten behoeve van met name de starters op de woningmarkt. Het primaat van dit beleid ligt bij het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid.

2.2 Beroepsbevolking De beroepsbevolking bestond in 2000 uit 11.550 personen. Tussen 1990 en 1999 is deze toegenomen met circa 9%, waarbij het aandeel in de leeftijdscategorie 15-24 jarigen fors is gedaald (ook ten opzichte van het landelijk cijfer) en het aandeel in de categorie 45-64 jarigen is gestegen. Tabel 2.4: Ontwikkeling van de beroepsbevolking 1990-1999, in procenten Ontwikkeling beroepsbevolking

Totale

Leeftijdscategorie

bevolking

1990-1999 naar leeftijd 15-24

25-44

45-64

Totaal

Ermelo

-31%

9%

30%

9%

Noordwest-Veluwe

-23%

14%

40%

14%

Nederland

-28%

12%

47%

13%

Bron: KUN, 1999

Hoofdstuk 2

11

De arbeidsparticipatie in Ermelo is berekend op 63% van de beroepsbevolking en ligt daarmee iets onder het Nederlands gemiddelde. In vergelijking met Nederland is te zien dat in Ermelo de participatiegraad in de leeftijdscategorieën 15-24 jarigen en 25-45 jarigen aanzienlijk lager is. Daarentegen scoort Ermelo in de hoogste leeftijdscategorie hoger ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Tabel 2.5: Arbeidsparticipatie 1990 - 1999 naar geslacht en leeftijdscategorie Jaar

1990

1999

Leeftijdscategorie

Leeftijdscategorie

M

V

15-24

25-44

45-64

Tot

M

V

15-24

25-44

45-64

Tot

74

41

42

66

48

57

76

49

38

72

64

63

Noordwest- 75

41

46

68

53

58

77

49

42

75

60

63

45

46

75

47

60

77

52

42

80

56

65

Ermelo Veluwe Nederland

74

Bron: KUN, 1999

2.3 Woon-werkbalans Mannen hebben een hogere participatiegraad op de arbeidsmarkt dan vrouwen, dit verschil wordt echter de komende jaren geringer. Door de stijgende participatiegraad zal de behoefte aan arbeidsplaatsen in Ermelo toenemen. Als gevolg hiervan zal zonder bijpassende werkgelegenheidsgroei de uitgaande pendel in de gemeente toenemen. Derhalve wordt in het te voeren economisch beleid gekozen voor werkgelegenheidsgroei, in de pas met de lokale behoefte. Bij de groei zal uitgegaan worden van de potenties van de reeds in Ermelo gevestigde bedrijven. Tabel 2.6: Pendel (fulltime werkgelegenheid) binnen de regio Noordwest-Veluwe Elburg

Ermelo

Elburg

3.185

117

389

949

Ermelo

51

4.659

1.113

Harderwijk

80

1.586

6.710

Nunspeet

289

372

890

Oldebroek

645

51

173

Gemeente:

Harderwijk Nunspeet Oldebroek

Putten

NW Veluwe

397

34

5.071

227

5

438

6.439

615

16

236

9.243

4.547

76

96

6.270

379

4.027

13

5.288

Naar Van

Putten NW Veluwe

17

519

443

170

5

3.469

4.623

4267

7.304

9.718

6.887

4.526

4.286

36.988

Bron: Pendelonderzoek 1998 PWE Gelderland

12

Hoofdstuk 2

De dominante aanwezigheid van de gezondheids- en welzijnssector in Ermelo genereert veel werk en zodoende vraag naar mensen met een specifieke opleiding. Omdat vraag en aanbod op de Ermelose arbeidsmarkt niet op elkaar aansluiten, heeft Ermelo te maken met een aanzienlijke uitgaande en inkomende pendel, met name van en naar Harderwijk.

2.4 Werkloosheid De werkloosheidsontwikkeling in Ermelo laat hetzelfde verloop zien als de landelijke ontwikkeling, namelijk een sterke daling in de afgelopen jaren tot frictieniveau. In Ermelo is het werkloosheidspercentage5 eind 1998 gedaald tot 3,8% van de beroepsbevolking en lag daarmee hoger dan het Gelders gemiddelde en lager dan het landelijk gemiddelde.6 In 2000 heeft deze daling zich doorgezet tot 1,1% van de beroepsbevolking waarmee Ermelo onder het Gelders gemiddelde duikt. Het gevolg is dat in Ermelo een forse krapte op de arbeidsmarkt is te constateren en dat bedrijven veel problemen ondervinden bij het invullen van vacatures. Tabel 2.7: Ontwikkeling geregistreerde werkloosheid Ermelo*

Gelderland

Nederland

Abs.

%

Abs.

%

Abs.

%

1996

614

5,7

44.000

5,5

440.000

6,6

1997

552

5,0

39.000

4,8

375.000

5,5

1998

414

3,8

28.000

3,4

287.000

4,1

2000**

290

1,1

-

2,6

-

-

* NWV per 31-12 Bron: CBS, RBA IJssel-Veluwe, bewerking Radix, 1999 ** Bron: RBA’s Gelderland/ bewerking Economisch Onderzoek Provincie Gelderland Toelichting: Werkzoekenden die bij het arbeidsbureau staan ingeschreven en die niet of minder dan 12 uur werken (peildatum oktober 2000); dit cijfer wijkt af van het officiële werkloosheidscijfer van het CBS (geregistreerde werkloosheid); de gegevens van de arbeidsbureau’s zijn voor kleine regio’s en naar diverse kenmerken beschikbaar; dit is niet het geval voor wat betreft het cijfer volgens de geregistreerde werkloosheid. Op basis van de verdeling van het aantal niet-werkende werkzoekenden per gemeente en het regionale CBS cijfer van de geregistreerde werkloosheid (driejaarlijks gemiddelde) is een raming gemaakt van de geregistreerde werkloosheid per gemeente; deze raming (voorlopig cijfer 2000) is uitgedrukt in % van de beroepsbevolking.

Een deel van de groep werklozen behoort tot de groep moeilijk bemiddelbare werklozen. Ook minderheden zijn relatief sterker vertegenwoordigd in het percentage werklozen. Meestal is sprake van een te laag opleidingsniveau, sociale factoren of geen c.q. slechte beheersing van de Nederlandse taal. Personen die niet of minder dan 12 uur per week werken, werk zoeken en bij het arbeidsbureau als werkzoekend zijn geregistreerd. 6 Bron: Radix v.o.f. 5

Hoofdstuk 2

13

Om tot arbeidstoeleiding van moeilijk bemiddelbare werklozen te komen, is maatwerk nodig. Dit vereist niet alleen opleidingen, die volledig zijn toegespitst op de vraag, maar ook om intensieve begeleiding van werkzoekenden. Maatregelen gericht op arbeidstoeleiding maken deel uit van het sociale beleid van Ermelo. Dwarsverbanden tussen het sociaal en economisch beleid worden gevormd door het groeiende aantal moeilijk te vervullen vacatures. In navolging van andere plaatsen in Nederland kan worden bezien in hoeverre Ermelo samen met andere gemeenten in de Noordwest-Veluwe, ondernemersorganisaties en onderwijsinstellingen kan komen tot nog meer op maat gesneden opleidingen, ook voor moeilijk bemiddelbare werkzoekenden. Hiertoe wordt de volgende beleidsmaatregel voorgesteld: Maatregel 2: Instellen platform onderwijs – arbeidsmarkt Bevorderen van het tot stand komen van een breed platform Onderwijs - Arbeidsmarkt waarin gemeenten in de Noordwest-Veluwe, ondernemersorganisaties en onderwijsinstellingen deelnemen. Dit platform kan deel uitmaken van een landelijk dekkend netwerk van Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid die in het kader van de SUWI (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen) wordt opgezet. Als eerste activiteit van het platform kan gedacht worden aan een inventarisatie van de behoefte van bedrijven aan (op maat) opgeleid personeel en de bereidheid tot het aanbieden van stageplaatsen. Op basis van de inventarisatie kan tot concrete vervolgprojecten gekomen worden zoals het aanbieden van meer onderwijsvoorzieningen waarbij regionale afstemming gewenst is. Nagegaan zal worden in hoeverre op de Noordwest Veluwe plaats is voor een hogere beroepsopleiding.

14

Hoofdstuk 2

3.

WERKGELEGENHEIDSONTWIKKELING

Het sociaal-economisch beleid richt zich op het versterken van de werkgelegenheid in de gemeente. Daartoe is het gewenst inzicht te hebben in de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de afgelopen jaren en de groeipotentie in de komende jaren.

3.1 Werkgelegenheidsfunctie Het aantal arbeidsplaatsen in Ermelo in verhouding tot de omvang van de beroepsbevolking bedraagt circa 90%. Deze stevige werkfunctie is het gevolg van de sterke vertegenwoordiging van de gezondheids- en welzijnssector. De hoge werkfunctie van 90% is als een sterk kenmerk te benoemen, maar het geeft echter geen zicht op de mate waarin vraag en aanbod op de Ermelose arbeidsmarkten op elkaar aansluiten; zoals in paragraaf 2.2 is aangegeven.

3.2 Verdeling van de werkgelegenheid De werkgelegenheid in Ermelo is gespreid over circa 1.450 bedrijven, organisaties en instellingen. Deze bieden aan circa 9.850 mensen werk7. Veruit de meeste bedrijven in Ermelo zijn klein en hebben een beperkt aantal mensen in dienst. De gemiddelde bedrijfsgrootte bedraagt circa 7 arbeidsplaatsen. Meer dan 80% van de bedrijven heeft minder dan 5 mensen in dienst, 1% heeft meer dan 50 mensen in dienst. Zeer grote en dominant aanwezige industriële bedrijven zijn niet in Ermelo gevestigd. Met uitzondering van het ontbreken van zeer grote bedrijven is de opbouw in grootteklassen vergelijkbaar met het landelijke beeld. De sector Overige Diensten, waartoe ook het gemeentelijk apparaat, onderwijsinstellingen en gezondheidszorg wordt gerekend, is met afstand de grootste sector in Ermelo (circa 50% van de werkgelegenheid). De gezondheids- en welzijnssector neemt met circa 3.200 arbeidsplaatsen hiervan het grootste deel voor haar rekening. Het aandeel zogeheten stuwende bedrijven8 is relatief gering, maar zeker niet onbelangrijk voor de Ermelose productiestructuur. De grootste stuwende sector is de handel-, horeca en reparatiesector. De zakelijke dienstverlening (o.a. financiële in-

7 Hierbij is geen gebruik gemaakt van recente cijfers afkomstig van de Provinciale Werkgelegenheidsenquête 2000. De cijfers met betrekking op Ermelo zijn inclusief uitzendkrachten wat een vertekend beeld oplevert. Gekozen is om de oude cijfers uit de PWE te blijven hanteren. 8 Stuwende bedrijven genereren vanuit hun omzet een geldstroom in de gemeente/regio. Dit in tegenstelling tot verzorgende bedrijven die omzet genereren uit bestedingen van de lokale/regionale bevolking.

Hoofdstuk 3

15

stellingen, software en automatisering) is in Ermelo opvallend bescheiden aanwezig. Landelijk vindt in deze sector juist de sterkste groei plaats. Uit de statistieken blijkt dat de agrarische sector naar aantal arbeidsplaatsen constant is gebleven en zelfs iets zou zijn gegroeid. De cijfers zijn echter waarschijnlijk geflatteerd door het aandeel zeer kleine of zogeheten hobby-bedrijven. Zeker na de recente MKZ-crisis wordt echter verwacht dat veel bedrijven zullen stoppen en het aantal agrarische arbeidsplaatsen flink zal afnemen. De crisis geeft in ieder geval het signaal af dat volledige afhankelijkheid van grootschalige bio-industrie een risico met zich meebrengt. Tabel 3.1 Werkgelegenheidsverdeling 1998

1999

9.422

9846

Landbouw

380

Voeding

221

Arbeidsplaatsen

textiel/leer

1998

1999

437

4%

4%

226

2%

2%

48

55

1%

1%

hout/bouwmateriaal

123

126

1%

1%

Papier

101

90

1%

1%

Chemie

33

26

0%

0%

Metaal

109

104

1%

1%

Machines

111

110

1%

1%

3

3

0%

0%

264

285

3%

3%

Electronica Overig Milieu

81

77

1%

1%

Bouw

554

550

6%

6%

1.292

1343

14%

14%

854

812

9%

8%

Detail/horeca/autohandel Distributie Zakelijke diensten Overige diensten

546

594

6%

6%

4.702

5008

50%

51%

Bron: PWE, bewerking BRO

3.3 Werkgelegenheidsgroei De werkgelegenheid van Ermelo is in de periode 1995-1999 toegenomen met circa 5%. De sector overige diensten, waar de gezondheids- en welzijnszorg en defensie toe behoort, groeide het sterkst; gevolgd door de zakelijke dienstverlening en de detail/horeca/autohandel. De ontwikkeling van de sector zakelijke dienstverlening blijft echter achter bij de landelijke groei.

16

Hoofdstuk 3

Afname van arbeidsplaatsen heeft plaatsgevonden in de sectoren voeding, chemie, machines, olie/energie, bouw en distributie. Hierbij gaat het voornamelijk om geringe afname. Tabel 3.2: Mutaties werkgelegenheid 1995-1999 in arbeidsplaatsen Arbeidsplaatsen

1995

1999

Groei

%

9352

9846

494

5%

Landbouw

432

437

5

1%

Voeding

243

226

-17

-7%

Textiel/leer

34

55

21

62%

Hout/bouwmateriaal

94

126

32

34%

Papier

88

90

2

2%

Chemie

27

26

-1

-4%

Metaal

89

104

15

17%

117

110

-7

-6%

0

3

3

100%

Overig

279

285

6

2%

Milieu

51

77

26

51%

Machines Electronica

Olie/energie Bouw Detail/horeca/autohandel Distributie

41

0

-41

-100%

593

550

-43

-7%

1247

1343

96

8%

857

812

-45

-5%

Zakelijke diensten

494

594

100

20%

Overige diensten

4666

5008

342

7%

Bron: PWE Gelderland, bewerking BRO

Het grootste deel van de werkzame personen in de overige dienstverlening is weliswaar werkzaam in de gezondheidszorg, maar de grootste groei komt echter op naam van de overheidsdiensten waarvan ook de defensie deel uit maakt. Tabel 3.3: Ontwikkeling werkzame personen overige dienstverlening in Ermelo

Openbaar bestuur, overheid Onderwijs Gezondheidszorg en welzijn Milieudiensten, cultuur, recreatie Overige dienstverlening totaal

1994

1995

1996

1997

1998

730

1170

1168

1139

1313

Groei (abs.)

(%)

583

79,9

345

347

367

369

324

-21

-6,1

2783

2901

2912

2905

2901

118

4,2

274

266

265

331

334

60

21,9

4.132

4.684

4.712

4.744

4.872

740

17,9

Bron: LISA, bewerking Radix v.o.f.

Hoofdstuk 3

Groei

17

De ontwikkeling in de sector toerisme en recreatie komt in de gehanteerde indelingen niet duidelijk naar voren. Een deel van deze sector is in de statistieken opgenomen onder detail/horeca/autohandel en een ander deel in de overige dienstverlening. Branchecijfers komen terug bij de beschrijving van de sector in hoofdstuk 4. Potentiële werkgelegenheidsgroei Met behulp van prognosemodellen kan inzicht worden verkregen in de potentiële ontwikkeling van de werkgelegenheid in Ermelo in de komende 10 jaar. De prognoses zijn gebaseerd op de specifieke kenmerken van de werkgelegenheidsstructuur van Ermelo en kerncijfers en ratio’s van het CPB. Dat wil zeggen dat hierin zowel endogene als exogene groei-elementen zijn verwerkt (zie bijlage). Met nadruk wordt erop gewezen dat het een potentiële groei betreft, die immers afhankelijk is van niet in te schatten conjunctuurbewegingen en lokale en regionale omstandigheden, zoals beschikbaarheid van personeel en vestigingsruimte. Tabel 3.4: Prognose potentieel arbeidsplaatsen (excl. agrarische sector en gezondheidszorg) 1999

2005

Groei

2010

Groei

Arbeidsplaatsen

6.200

6.850

650

7.090

890

Industrie en distributie

2.460

2.630

170

2.610

150

Detail/horeca/autohandel

1.340

1.490

150

1.570

230

Zakelijke en overige diensten

2.400

2.730

330

2.910

510

Bron: PWE Gelderland, Prognoseberekening: BRO

Uit de prognosemodellen kan worden afgeleid dat de werkgelegenheid in Ermelo de potentie heeft de komende 10 jaar te groeien met ca. 850-900 arbeidsplaatsen (9%). Het grootste deel kan worden gegenereerd door de zakelijke en overige dienstverlening (circa 510 arbeidsplaatsen). Evenals in de rest van Nederland is het perspectief van de zakelijke diensten het meest gunstig. Daarbij dient niet alleen gedacht te worden aan bijvoorbeeld banken en accountancy, maar ook aan kleine (kennis-) toeleverende bedrijven. Omdat er over de toekomstige werkgelegenheidsontwikkelingen binnen de gezondheidszorg geen duidelijk beeld bestaat, is deze sector buiten de prognose van het potentieel aantal arbeidsplaatsen gelaten. Voorlopig wordt er van uit gegaan, dat het aantal arbeidsplaatsen stabiel zal blijven vanwege de lange verborgen wachtlijsten voor de diverse zorginstellingen. Volgens de laatste gegevens blijft ook het aantal arbeidsplaatsen in defensie de komende jaren gelijk. Mede door de MKZ-crisis is de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de agrarische sector uiterst onzeker. Er wordt een forse daling van het aantal agrarische bedrijven verwacht.

18

Hoofdstuk 3

De groei in de industrie en distributie blijft naar verwachting en conform de landelijke verwachting, achter bij de andere sectoren. Verkleuren van de werkgelegenheidsstructuur Indien uitgegaan wordt van het gelijk blijven van het inwoneraantal van Ermelo in de komende 10-15 jaar, dan kan geconstateerd worden, dat bedrijven. Organisaties en instellingen in Ermelo over voldoende potentieel beschikken om het economisch draagvlak van de gemeente te behouden. Indien deze ontwikkelingen zich ook daadwerkelijk doorzetten, dan zal het karakter van de werkgelegenheid in Ermelo op termijn verkleuren. De opbouw van de werkgelegenheid zal zich meer evenwichtig over alle sectoren spreiden. Het gemeentelijk sociaal-economisch beleid zal echter de voorwaarden moeten scheppen om de potentiële werkgelegenheidsgroei ook daadwerkelijk door bedrijven te kunnen laten realiseren. Er is voorshands niet aan te geven wat de effecten zullen zijn op de opbouw van de beroepsbevolking en de omvang van de pendelstromen. Wel mag een extra druk op de woningmarkt verwacht worden.

Hoofdstuk 3

19

4.

PRODUCTIESTRUCTUUR

De groei van de werkgelegenheid in Ermelo wordt gedragen en gecreëerd door bedrijven, instellingen en organisaties in de gemeente. Het economisch beleid zal er op gericht zijn deze zakelijke inwoners van Ermelo de passende en verantwoorde ruimte tot ondernemen te geven. Daarvoor is inzicht nodig in de belangrijkste trends en verwachtingen in de sectoren.

4.1 Algemene karakteristiek Door de dominantie van de zorgsector heeft Ermelo een afwijkende opbouw in de productiestructuur en werkgelegenheidsfunctie ten opzichte van vergelijkbare zogeheten groene gemeenten9. Groene gemeenten hebben een werkgelegenheidsfunctie die een lokaal en soms een bovenlokaal karakter hebben en waarbij het aandeel van de traditionele sectoren (hout, metaal, textiel, bouw en agrarische sector) in de productiestructuur vrij fors is. De werkgelegenheidsfunctie van Ermelo zonder de gezondheidszorg bedraagt 61%. Dit percentage is vergelijkbaar met “groene” gemeenten in Nederland. De sectoren voeding, textiel/leer, hout/bouwmaterialen, bouw en in grote mate papier (karton) lijken in Ermelo oververtegenwoordigd te zijn. Deze oververtegenwoordiging is te verklaren door de aanwezigheid van enkele grote bedrijven in Ermelo in de betreffende sectoren. Daarnaast laten de zakelijke diensten (waartoe ICTbedrijven behoren) een ondervertegenwoordiging zien. Economische dynamiek Het grootste deel van de werkgelegenheidsgroei wordt veroorzaakt door endogene groei (groei bij reeds gevestigde bedrijven). Het economisch beleid zal zich dan ook in de eerste plaats concentreren op de reeds gevestigde bedrijven. Voldoende vernieuwing van de productiestructuur is echter een voorwaarde voor het realiseren van de sociaal- economische beleidsdoelstellingen. Vernieuwing kan zowel komen van startende bedrijven als door vestiging van bedrijven van buiten de gemeente. Veruit het grootste deel van de startende bedrijven in Ermelo zijn dienstverlenend van aard, bovendien kent deze sector goede groeikansen (zie hoofdstuk 3). Daarom zal in het beleid een accent gelegd worden op zakelijke ‘atelierachtige‘ diensten. In combinatie met de wens het groene karakter van de gemeente te behouden, zal bij

9

BRO: Economische typologie van gemeenten in Nederland, 1998

Hoofdstuk 4

21

het creëren van huisvestingsmogelijkheden voor de zakelijke dienstverlening de mogelijkheden worden bezien voor functiemenging en hergebruik van agrarische gebouwen en vrijkomende grond en gebouwen van zorginstellingen. Personen in de leeftijdsgroep tot 35 jaar starten over het algemeen de meeste bedrijven op. Juist in deze categorie is de krappe woningmarkt goed voelbaar. Ook voor het vernieuwen van de productiestructuur is het derhalve gewenst, dat in Ermelo voldoende en voldoende betaalbare woningen voorhanden zijn. Vanuit de behoeft aan vernieuwing en verjonging van de productiestructuur is de volgende beleidsmaatregel geformuleerd: Maatregel 3 Bieden van voldoende mogelijkheden voor (startende) ondernemers en daarmee stimuleren van vernieuwing van de productiestructuur, met name in de zakelijke diensten, door middel van:



verruiming van de mogelijkheden voor bedrijf aan huis (Regeling Economische Activiteiten in Woonhuizen);



hergebruik van vrijkomende (agrarische) panden en panden van zorginstellingen;



behoud van vrijkomend bedrijfsonroerend goed voor werkfuncties;



onderzoeken van de mogelijkheid voor een bedrijfsverzamelgebouw.

4.2 Landbouw Er is een verschuiving waar te nemen van “traditionele” landbouw naar intensievere vormen van landbebouwing zoals tuinbouw en hoveniersactiviteiten. Ook ontstaan er steeds meer nevenactiviteiten in de landbouw. Deze veranderingen samen met een aantal fictieve arbeidsplaatsen (“hobby-boeren”) zorgen voor het schijnbaar stabiele werkgelegenheidscijfer in de agrarische sector in de afgelopen jaren. De landbouwsector staat onder zeer grote druk, niet in de laatste plaats door de recente MKZ-crisis. De crisis heeft ook voor zeer veel aanpalende sectoren gevolgen zoals recreatie, toerisme en voor het economisch, sociale draagvlak en de omgevingswaarde van het buitengebied. Daaruit blijkt welke sterke banden er bestaan tussen de bedrijven in de gemeente en in Noordwest Veluwe. De eendenhouderijen in het Tonselse Veld worden geconfronteerd met het rijks- en provinciaal beleid de natuur- en landschapswaarden veilig te stellen. Sommige bedrijven stoppen geheel of gedeeltelijk met hun bedrijfsvoering. Er wordt veel gesproken over alternatieve bedrijfsfuncties in het buitengebied. De gemeente wil er echter geen enkel misverstand over laten bestaan, dat op de eerste

22

Hoofdstuk 4

plaats de agrarische sector zal worden ondersteund en het beschikbare landbouwareaal voor de agrariër zoveel als mogelijk beschikbaar blijft. Daarbij kan gedacht worden aan het bieden van extra mogelijkheden op de agrarische bedrijven zelf. Deze extra mogelijkheden dienen dan wel gerelateerd te zijn aan de landbouwsector en mogen de leefbaarheid van het buitengebied, de landschapswaarden en het cultureel erfgoed niet aantasten. In vervolgoverleg met de sector zal bezien worden in hoeverre de gemeente een duidelijke bijdrage kan leveren aan de ondersteuning van agrarische vernieuwing waarbij voornamelijk wordt gedacht aan verbreding en verdieping van de landbouw en alleen vormen van agrarische vernieuwing (plattelandsvernieuwing) die niet leiden tot een beperking van agrarische bedrijfsvoering van bestaande bedrijven. Bij agrarische vernieuwing kan worden gedacht aan agrotoerisme, natuurbeheer en natuurproductie, verwerking en verkoop van specifieke producten en zorgtaken10. Gelijktijdig dient er nadrukkelijk gezocht te worden naar nieuwe economische kansen in het buitengebied. Toerisme en recreatie ligt daarbij voor de hand. Het streven is in het buitengebied een zonering van gebiedstypen aan te brengen met verschillen in toelaatbaarheid van activiteiten. Gedacht kan worden aan een onderscheid in buurtschappen, linten (gesloten en half open) en gebieden met verspreide verbouwing. De voorwaarden voor het hergebruik van agrarische bedrijfsgebouwen kunnen worden gekoppeld aan de gebiedstypering waarbij buurtschappen de meeste mogelijkheden bieden voor hergebruik en gebieden met verspreide bebouwing de minste. Om verwaarlozing van lege bedrijfsgebouwen te voorkomen en aantasting van het karakter van het buitengebied te voorkomen, kunnen vrijkomende agrarische gebouwen gebruikt worden voor andere passende niet-agrarische functies. Door deze vorm van plattelandsvernieuwing wordt de (steeds schaarser wordende) ruimte optimaal benut. Het onderbrengen van activiteiten in vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing dient te worden gekoppeld aan de uitgangspunten: • goede inpassing van (economische) activiteiten in de omgeving; • geen extra belasting voor de omgevingswaarde en haar huidige functies. Bovenstaande betekent dat per vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing aan de hand van het ruimtelijke ordening kader zal worden afgewogen of, en zo ja welke activiteit inpasbaar is voor hergebruik. Behoud van de karakteristiek van de omgeving met haar natuurwaarde is daarbij doorslaggevend. De ontwikkeling van vrijkomende agrarische gebouwen is niet een specifiek Ermelose aangelegenheid. De gehele regio Noordwest-Veluwe heeft hier in meer of minde10

Concept handleiding bestemmingsplannen buitengebied, 2000

Hoofdstuk 4

23

re mate mee te maken. Het is derhalve gewenst zo snel mogelijk tot afstemming te komen op het niveau van het ISV-NWV over het hergebruik van de vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen. Dit biedt de mogelijkheid eenduidig en gezamenlijk beleid te maken voor de hele regio met betrekking tot de vrijkomende agrarische opstallen. Ter ondersteuning van de landbouwsector en de economische dynamiek in het buitengebied wordt de volgende beleidsmaatregel voorgesteld: Maatregel 4: Streven naar het behoud van het karakter van het buitengebied door:



waar mogelijk en in overleg met de sector ondersteunen van de agrarische sector;



gericht stimuleren van alternatieve bedrijfsactiviteiten, zoals toerisme en recreatie;



mogelijkheden voor kleinschalig ‘kamperen bij de boer’ vastleggen in bestemmingsplan;



opstellen toetsingskader voor initiatieven met betrekking tot het aanbieden van dagrecreatieve voorzieningen.



komen tot een ruimtelijk zonering van bedrijvigheid die kan worden toegestaan in vrijkomende agrarische gebouwen;

• afbakening van toegestane bedrijfsactiviteiten per gebiedsindeling vastleggen in bestemmingsplan.

4.3 Gezondheidszorg en welzijn De sector gezondheidszorg en welzijn is veruit de grootste sector in Ermelo. In deze sector zijn circa 3.200 mensen in Ermelo werkzaam. Dit is circa 30% van de totale Ermelose werkgelegenheid. Vanwege de dominante aanwezigheid van de gezondheidszorg hebben veranderingen en ontwikkelingen in deze sector grote invloed op de totale economische ontwikkeling van Ermelo. De organisatie van de zorg in Nederland is sterk regionaal gericht. De voor Ermelo meest relevante huidige ontwikkeling in de gezondheidszorg is de deconcentratie van zorginstellingen. Deze vermaatschappelijking van de gezondheidszorg brengt met zich mee dat zorg in toenemende mate buiten de instellingen geboden wordt. Beoogd wordt psychiatrische patiënten zoveel mogelijk in hun eigen woonomgeving te laten integreren en te verzorgen (extramuraal) in plaats van in instellingen (intramuraal) waar het zorgaanbod is geconcentreerd. De (provinciale) beleidslijn van extramuralisering van de zorg betekent dat een deel, of in sommige gevallen het gehele zorgaanbod dat is ondergebracht bij grote in-

24

Hoofdstuk 4

stellingen wordt verplaatst naar buiten de instelling11. Door de deconcentratie van zorg naar kleinere woonvormen neemt de in Gelderland ruimtelijk geconcentreerde wooncapaciteit van zorginstellingen af (concentratie van zorg in enkele gemeenten waaronder Ermelo). De economische effecten van de deconcentratie van zorg zullen in Ermelo merkbaar zijn. Wat de effecten zullen zijn, is mede afhankelijk van de mate waarin de instellingen samen met de gemeente weten in te spelen op de trend van deconcentratie. Het onderbrengen van de zorg in de wijk vereist voldoende en geschikte woonruimte. Gekoppeld aan de al aanwezige druk op de woningmarkt en de “verdunning” in het aantal leden per huishouden ziet de gemeente zich voor een forse extra taak gesteld. Deze kan alleen met succes worden ingevuld, indien de gezondheidszorginstellingen, de gemeente en de provincie tot gezamenlijke oplossingen en acties kunnen komen. Hiervoor is reeds een pilot opgezet. Een eventuele terugval van arbeidsplaatsen in de gezondheidszorg zou waarschijnlijk consequenties kunnen hebben voor het draagvlak van het voorzieningenniveau in Ermelo. Mogelijk treedt er dan een merkbaar verlies aan bestedingen en koopkrachtbinding op. De zorgsector is echter breed van karakter, en ook zorggerelateerde werkgelegenheid is goed inpasbaar in Ermelo. Vooralsnog wordt naast de reeds bekende plannen niet uitgegaan van vrijkomen van gebouwen van gezondheidszorginstellingen. Waar gebouwen vrijkomen, zal in de eerste plaats worden gedacht aan herinvulling met passende woon- en werkfuncties (landgoederengedachte). Vanuit het belang van de zorgsector voor Ermelo, de wijzigingen in de structuur van de sector en de nog onzekere gevolgen, is de volgende beleidsmaatregel geformuleerd: Maatregel 5: Behoud/ compensatie werkgelegenheid gezondheidszorg De gezondheidszorg blijft ook in de komende jaren een van de hoekstenen van de Ermelose economie.



samen met de instellingen, waar nodig ook met de provincie en de regio, zal worden gezocht naar mogelijkheden de trends als deconcentratie van de zorg binnen de gemeenschap van Ermelo een plaats te geven (hiervoor is reeds een pilot opgezet). Daarbij wordt als start gedacht aan het in kaart brengen van de wensen ten aanzien van (aangepaste) huisvesting;

11

Startnotitie GS Gelderland

Hoofdstuk 4

25



opstellen van een concreet plan door gemeente in samenwerking met de instellingen uit de gezondheidssector om in te spelen op de kansen die de deconcentratie van de zorg biedt;



vervolgens zal tevens worden bezien op welke wijze zorggerelateerde activiteiten en zorgrecreatie in Ermelo ontwikkeld kunnen worden.

4.4 Toerisme en recreatie Naast de zorginstellingen is toerisme en recreatie een speerpunt van het economisch beleid van Ermelo. Het aandeel van deze sector in de totale werkgelegenheid groeit voor Ermelo sneller dan voor heel Gelderland. De horeca neemt in de sector een groot deel van de werkgelegenheid voor haar rekening (± 50%)12. Tabel 4.1 Aandeel toerisme en recreatie in totale werkgelegenheid, 1993 en 1997 Ermelo

Gelderland

Aandeel 1993

4,1

4,6

Aandeel 1997

4,6

5,1

Gemiddelde jaarlijkse groei toerisme en recreatie

6,3%

4,4%

Gemiddelde groei 1993-1997 totaal alle sectoren

3,3%

1,9%

520

38.230

Absolute omvang 1997 (wp) Bron: Provinciale werkgelegenheidsenquête Gelderland 1997, bewerking Radix v.o.f.

Het aandeel toerisme en recreatie in Ermelo is in 2000 nog verder gestegen tot 6,6%. Daartegenover staat dat het Gelders gemiddelde is gestegen tot 5,2%. Naar absolute omvang was er voor Ermelo een toename van 520 werkzame personen (1997) naar 820 werkzame personen in 2000.13 De sector is voornamelijk gericht op de verblijfsrecreatie. Vanwege het groene karakter van Ermelo en de bosrijke omgeving zijn er veel kampeer- en bungalowbedrijven gevestigd. Ermelo kent een relatief eenzijdig aanbod ten aanzien van toerisme en recreatie. De gemiddelde leeftijd van de verblijfsrecreanten in Ermelo is relatief hoog. Dit heeft te maken met de dagrecreatieve mogelijkheden die Ermelo en de Veluwe biedt en met het relatief hoge aandeel vaste plaatsen in Ermelo14. Ook het herhalingsbezoek is hoog. Dit geldt overigens niet alleen voor Ermelo, maar voor de hele Veluwe. Wordt het uitgavenpatroon van vaste gasten en toeristische gasten (toeristisch verhuur van eenheden) met elkaar vergeleken dan blijkt dat de toeristische gasten een hoger bedrag per dag spenderen. 12 13 14

Bron: Radix v.o.f. Bron: PWE, Provincie Gelderland 2000 Bron: Oranjewoud, Toeristisch-recreatief beleidsplan Ermelo

26

Hoofdstuk 4

Kansen voor Ermelo in de toeristische sector liggen vooral in de dagrecreatie en markten zoals ouderenrecreatie en slecht-weer-recreatie. Voor behoud en versterking van de toeristisch-recreatieve sector in Ermelo zal daarom worden ingezet op sectorverbreding (bijvoorbeeld verblijfs- en dagrecreatie voor zorggroepen zoals ouderen en gehandicapten) en is het stimuleren van investeringen in de kwaliteit en kwantiteit van groen- en verblijfsrecreatie nodig. Met name de herstructurering van de agrarische sector biedt kansen en mogelijkheden voor de versterking van de toeristische sector, zoals het inmiddels bekende kamperen bij de boer. Uitwerking van het sectorbeleid heeft reeds plaatsgevonden in het door de gemeenteraad vastgestelde Toeristisch-recreatief Beleidsplan. In het Toeristisch-recreatief Beleidsplan Ermelo is opgenomen dat de gewenste oppervlaktegroei voor kampeer en bungalowbedrijven wordt geraamd op circa 20 hectare. Dit zou een groei van 8,9 % van het totale oppervlak betekenen. Tegelijkertijd heeft Ermelo weinig mogelijkheden en ruimte voor toeristisch-recreatieve uitbreidingen. Nieuwe impulsen voor wat betreft sectorverbreding van toerisme en recreatie en oppervlaktegroei voor kampeerbedrijven worden gegeven met het masterplan “Strand Nulde – Horst”15. Met dit plan wordt zowel ingezet op dagrecreatie als wel verblijfsrecreatie. Er wordt onder andere gedacht aan een klimtoren, wildwaterbaan en een teleskibaan en wat betreft verblijfsrecreatie aan een hotel. Ter ondersteuning van de toeristisch- recreatieve sector wordt de volgende algemene beleidsmaatregel voorgesteld: Maatregel 6: Versterking en sectorverbreding toerisme en recreatie Beleid en actiepunten zijn reeds in de gemeentelijke nota verwoord. De komende periode zal met voorrang worden gewerkt aan het resultaat gericht uitwerken van de activiteiten uit de nota. Naast versterking wordt ingezet op vernieuwing en innovatie van de sector en op een groter aandeel minder seizoensgebonden recreatie (bijv. kinderspeelhal, bowling, bioscoop, sauna etc.), zodat door spreiding van toerisme en recreatie over een langere jaarlijkse periode extra inkomsten worden gegenereerd waarvan ook de detailhandel kan profiteren.



stimuleren van dagrecreatie door:

• investeren in de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteiten; • vergroten levendigheid centrum met recreatieve voorzieningen. •

15

uitbreidingsruimte bieden aan bestaande recreatie bedrijven;

Bron: BRO, 2001

Hoofdstuk 4

27

• •

uitbreidingsmogelijkheden bieden indien dit leidt tot hogere verblijfskwaliteit; mogelijkheden bieden voor particulier initiatief om hoogwaardige, kwalitatieve voorzieningen te realiseren.

4.5 Detailhandel Economische groei in de detailhandelssector is gerelateerd aan de bestedingen en de koopkrachtbinding van de eigen inwoners, en vanuit de regio; maar ook van pendelaars in de zorginstellingen. Voor Ermelo geldt dat de bestedingen ook afhangen van toeristen en recreanten. Een groei in deze sectoren betekent een toename van de bestedingen met als gevolg een vergroting van het draagvlak voor detailhandelsvoorzieningen. Tabel 4.2: Winkelaanbod Ermelo Totaal vvo:

45.041 m²

Waarvan: dagelijkse goederen



totaal vvo



aantal winkels

niet-dagelijkse goederen



totaal vvo



aantal winkels

vvo per 1000 inwoners: vvo per winkel: verzorgingsindex

21,2% 9.546 m² 46 78,8% 35.495 m² 141 1.680 m² 241 m² gemiddeld

Bron: Locatis, “Retail handboek 2001”, bewerking BRO

Het Ermelose winkelaanbod omvat circa 187 winkels met circa 45.000 m² vvo. Hiervan wordt ongeveer een vijfde (in m²) in beslag genomen door de dagelijkse artikelensector. Vanwege het toerisme bevindt zich een relatief grote aandeel van het winkelaanbod in de niet-dagelijkse sector. Toerisme neemt 40% van totale jaaromzet van de detailhandel voor haar rekening. Winkelapparaat Ermelo beschikt over een divers en goed voorzieningenaanbod. Het winkelaanbod kenmerkt zich door een redelijke branchevolledigheid. Het dorpscentrum vormt het hart van het winkelapparaat. Het grootste deel van het kernwinkelapparaat bevindt zich aan de Stationsstraat. De verzorgingsindex is gemiddeld. Het aanbod detailhandelsvoorzieningen is voldoende, rekening houdend met de verzorgingstaak en omvang van Ermelo.

28

Hoofdstuk 4

Het winkelaanbod is globaal te verdelen in Centrum-Oost (oosten van de Stationsstraat) en Centrum-West. Beide winkelgebieden zijn goed bereikbaar en bieden voldoende gratis parkeervoorzieningen. De grotere winkelketens, die tevens als trekker fungeren, zijn gevestigd in het Centrum-West. Het winkelaanbod is hier ook meer divers dan in het Centrum-Oost. Ondanks het grote aandeel winkels in de niet-dagelijkse sector heeft het centrum weinig sfeer en uitstraling. Het geringe aanbod van toeristische voorzieningen en bezienswaardigheden maakt Ermelo tot een ‘boodschappendorp’. Het winkelgebied is langgerekt en in het centrum ontbreken gezellige terrassengebieden. Regionaal bezien, neemt het kernwinkelapparaat geen onderscheidende positie in. Het kernwinkelapparaat van Ermelo moet wat betreft aanbod en grootte Harderwijk voor zich laten. Daarnaast begint het Puttens kernwinkelapparaat zich te ontwikkelen als een sterke concurrent. Ermelo heeft te maken met een koopkrachttoevloeiing in de dagelijkse goederensector en een koopkrachtafvloeiing in de niet-dagelijkse sector vanuit en naar Harderwijk. Ondanks de afvloeiing naar Harderwijk is de koopkrachtbinding in de nietdagelijkse sector aan Ermelo gestegen. Oorzaak is de verminderde afvloeiing naar andere gemeenten en de aanwezigheid van voldoende en gratis parkeervoorzieningen in Ermelo. Daarnaast kan de jaaromzet van de detailhandel in Ermelo in de toekomst nog stijgen doordat de woonwijk Drielanden wordt ontwikkeld. Verwacht wordt dat hier veel Ermeloërs komen te wonen. Deze extra koopkracht maakt het wellicht mogelijk het aantal m² vvo in Ermelo in de toekomst uit te breiden.

4.6 Horeca De horeca vervult in Ermelo geen trekkersfunctie. Naast de detailhandel genereert het toerisme ongeveer 40% van de jaaromzet in de horeca. Vergroting van het horeca-aanbod kan een stimulans zijn voor het toerisme. Over het algemeen zijn de centrumbezoekers niet tevreden over het horeca-aanbod. Er bestaat een tekort aan cafés, terrassen en dancings/disco’s. Er zijn een beperkt aantal horecagelegenheden ’s avonds open. De grote spreiding van de voorzieningen geeft het centrum ’s avonds een verlaten indruk. Door terrassen en horecagelegenheden meer te concentreren vergroot Ermelo de aantrekkelijkheid van en de gezelligheid in het centrum.

Hoofdstuk 4

29

Voor de versterking van de horeca wordt de volgende beleidsmaatregel voorgesteld: Maatregel 7: Concentreren en versterken horecasector



Herzien beleid terrasvergunningen.



Bezien in hoeverre ruimte kan worden gecreëerd voor andere vormen van verblijfsrecreatie zoals appartementen of een hotel.



Ruimte in het centrum voor nieuwe horecagelegenheden passend binnen het RO-kader.

Samenvatten in een horecanota, en uitvoering conform het toeristisch-recreatief beleidsplan.

4.7 Industrie en handel In Ermelo zijn circa 2.500 mensen werkzaam in de industrie, bouw en transport. De ontwikkeling van de industrie en handel wordt in belangrijke mate bepaald door de ontwikkelingen op internationale markten. Er worden steeds meer eisen aan de industrie gesteld, consumentenbehoeften veranderen snel en de internationale concurrentie groeit. “Just-in-time” productie en alertheid ten aanzien van productveranderingen zijn geboden. Door de informatie- en communicatie technologie (ICT) kunnen ook kleine bedrijven met gespecialiseerde producten in nichemarkten een internationale positie innemen. Een negatief gevolg van de verdere internationalisering en ICT-ontwikkeling is dat bedrijven minder gebonden zijn aan de toeleveranciers en de afzetmarkt in de eigen plaats of regio (foot-loose). Voor de industriële en handelsbedrijven is de beschikbaarheid van passende ruimte en een goede eigen bereikbaarheid en bereikbaarheid van de afzetmarkten van essentieel belang. Door de aangescherpte milieueisen en het toenemende belang dat ondernemingen hechten aan representativiteit en corporate image worden ondernemingen kritischer in hun vestigingsplaatskeuze en wordt steeds vaker gekozen voor een locatie, die geheel is toegesneden op de wensen van de onderneming. Bedrijven met hoogwaardige producten en dito corporate image stellen dan ook hoge eisen aan hun vestigingsplaats. In het hoofdstuk 5 Productiemilieu wordt nader ingegaan op de bedrijventerreinen.

4.8 Zakelijke diensten De zakelijke diensten in Ermelo zijn regionaal georiënteerd. In vergelijking met andere Nederlandse gemeenten is de sector in Ermelo ondervertegenwoordigd.

30

Hoofdstuk 4

Onder zakelijke dienstverlening worden onder andere financiële instellingen, software en automatisering, verhuurbedrijven en allerlei andere zakelijke dienstverlenende bedrijven gerekend. In de landelijke economische ontwikkeling wordt er van uit gegaan, dat met name de zakelijke diensten in de komende jaren sterk zullen groeien (zoals dat ook al de laatste jaren het geval is geweest). De prognoses laten zien dat de sector ook in Ermelo de komende 10 jaar in potentie fors kan groeien16. De groei mag verwacht worden in de kleinere regionaal georiënteerde bedrijven. Bedrijven zoals accountants en verzekeringsagenten laten zich leiden door de aanwezigheid van de potentiële afzetmarkt. Dat geldt ook voor persoongerichte en verzorgende dienstverlening. De technisch georiënteerde dienstverlening zoals bijvoorbeeld ingenieursbureaus of reparatiebedrijven, oriënteren zich of op een regionale of op een brede (inter-)nationale markt. In het laatste geval is de beschikbaarheid van goede huisvesting en de (filevrije) bereikbaarheid van de afzetmarkt van cruciaal belang bij de afweging van de vestigingsplaats. Deze kennisintensieve bedrijven zijn een impuls op het innoverend vermogen van vooral industriële bedrijven. Ook voor de zakelijke dienstverlening is het scheppen van de juiste vestigingsvoorwaarden en bijvoorbeeld het aanwijzen van geconcentreerde vestigingsmogelijkheden een belangrijk element in de stimulering van de sector. De meeste bedrijven zoeken een kantoorachtige huisvesting in de vorm van een kantoor aan huis of een zelfstandige kantoor (maximaal 1.000 m² per kantooreenheid). Werk aan/in huis Nauw verwant met de zakelijke diensten is het werken aan en in huis. Daarbij dient een nadrukkelijk onderscheid te worden gemaakt naar het voeren van een zelfstandige onderneming aan of in huis en het zogeheten thuiswerken. Richtlijnen voor zelfstandige ondernemingen aan/in huis staan reeds in verschillende gemeentelijke ruimtelijke plannen. Deze plannen verschillen echter onderling en tevens wordt hierin niet altijd duidelijk aangegeven welke activiteiten wel en welke niet worden toegelaten in en aan woonhuizen. Daarom is de Regeling Economische Activiteiten in Woonhuizen opgesteld, waarin eenduidige richtlijnen worden gegeven wat betreft economische activiteiten in en aan woonhuizen. Deze regeling is echter nog in concept.

16 Recente cijfers van het CBS voorspellen een afnemende groei van de dienstensector, deze wordt echter vooral veroorzaakt door afnemende groei in zeer grote dienstverlenende bedrijven, zoals verzekeringen. In Ermelo spelen deze grote bedrijven geen directe (werkgelegenheids-)rol.

Hoofdstuk 4

31

De laatste jaren is sprake van een versnelling van de acceptatie van thuis- en telewerken. Door het massaal gebruik van internet, GSM en faxcommunicatie wordt telewerken steeds eenvoudiger bereikbaar voor werkenden met een “kantoorachtige” baan. De verwachting is dat de komende jaren het telewerken een grote vlucht zal nemen. Onderzoeken schatten het aantal telewerkenden over 5-10 jaar op 1525% van de beroepsbevolking (enkele dagen telewerken per week of flexibel over de dag gespreid). Zowel vanuit de economische beleidsdoelstelling het verwachte werkgelegenheidsverlies in de gezondheidszorg zoveel mogelijk te compenseren, als vanuit de doelstelling de (auto-)mobiliteit terug te dringen, verdient het creëren van voldoende passende ruimte voor kleinschalige kantoor- en atelierachtige activiteiten alle nadruk. Kansen liggen in hergebruik en herontwikkeling van de op termijn vrijkomende zorginstellingen. In hoofdstuk 5 Productiemilieu wordt ingegaan op de beleidsmaatregelen.

32

Hoofdstuk 4

5.

PRODUCTIEMILIEU

5.1 Algemene kenmerken Ermelo is gelegen op de overgang van de hooggelegen bosrijke Veluwe naar de laag gelegen Randmeren. De ligging in dit landschap maakt Ermelo tot een geschikte woonomgeving met veel toeristisch-recreatieve potenties. Daarnaast zorgt de dominante positie van de gezondheidszorg ervoor dat Ermelo een regionaal verzorgende rol vervult. Naast woonfuncties en toeristische functies is Ermelo ook in trek bij bedrijven. De gemeente is goed bereikbaar door de ligging nabij de A28 en het spoor en ligt op relatief korte afstand van economische centra als Utrecht, Amersfoort en Zwolle. Door het aantrekkelijke vestigingsklimaat geven veel bedrijven aan graag in Ermelo te blijven. Daarbij komt dat de Ermelose beroepsbevolking bekend staat als hardwerkend en met een goede arbeidsmoraal. De A28 wordt steeds drukker en congestie en filevorming op de A28 vormen een toenemende bron van hinder. In ISV-NWV-verband zal er voor gepleit worden te komen tot een concreet regionaal infrastructuurplan. De functies met bijbehorende potenties leggen een druk op de aanwezige natuurlijke kwaliteiten en waarden van de gemeente Ermelo. Er zal gezocht moeten worden naar de juiste balans tussen ruimte voor werken en de aanwezige natuurwaarden.

5.2 Bedrijventerreinen Behoefte aan bedrijventerrein Uit de werkgelegenheidsprognose blijkt dat Ermelo voor de komende 10 jaar een groei kan verwachten van circa 900 arbeidsplaatsen. Voorwaarde voor behoud van de bedrijven in Ermelo en het kunnen realiseren van werkgelegenheidsgroei is een goede bereikbaarheid en voldoende uitbreidingsruimte. Bij het bieden van uitbreidingsruimte wordt het profiel van het bedrijventerrein belangrijker. Daarbij kan gedacht worden aan segmentering van de terreinen, zoals Veldzicht voor mogelijk milieuhinderlijke bedrijven.

Hoofdstuk 5

33

Wanneer lokale bedrijven geen uitbreidingsmogelijkheden hebben (zie enquête uitbreidingsbehoefte Ermelose bedrijven), dient te worden gezocht naar een alternatieve locatie (bijvoorbeeld het bestaande zuidelijk deel van Veldzicht tussen de Lokhorstweg en Het Trefpunt/Boszone). De behoefte aan bedrijventerrein voor kleinschalige bedrijven in Ermelo/ Harderwijk wordt tot 2010 geraamd op 45 ha. en voor grootschalige bedrijven op 25 ha. Ermelo en Harderwijk vormen door hun ligging als het ware één markt. Mutatiebalansen laten grote uitwisseling zien van bedrijven tussen Ermelo en Harderwijk17. Gezien de centrumpositie van Harderwijk en de meer lokale functie van Ermelo in het provinciaal beleid is onderlinge afstemming en segmentering van bedrijventerreinen wenselijk. Het lijkt voor de hand te liggen dat Harderwijk zich richt op de ontwikkeling van terreinen voor grote bedrijven en met een hoge distributiecomponent en Ermelo op bedrijventerrein voor lokale bedrijvigheid18. Gedacht kan worden aan meer kleinschalige “lichte” bedrijvigheid. Hiermee worden bedrijven bedoeld variërend van industrieel/ambachtelijk tot zakelijk/atelierachtig. Deze segmentering maakt het mogelijk onderling bedrijven uit te wisselen waardoor een win-win situatie kan ontstaan. Zowel bedrijf als gemeente hebben bij een goede afstemming van de terreinen voordeel. Nadere afspraken met Harderwijk op korte termijn. Tabel 5.1: Behoefte aan bedrijventerrein Thuismarkt

Totale uitgifte Gemidd. uitgifte Percentage

Behoefte Voor grootschalige

1976-1996

1976-1996

t.o.v. regio

verdeling

Bedrijven

(netto ha)

(netto ha)

(%)

(netto ha)

(netto ha)

Elburg/Oldebroek

46,83

2,23

29,5

40

5

Nunspeet

13,44

0,64

8,5

10

2

Harderwijk/

73,71

3,51

46,4

70

25

Putten

13,44

0,64

8,5

10

1

ISV

147,42

7,02

92,7

130

33

Hattem/Heerde

11,55

0,55

7,3

10

0

Totaal

158,97

7,57

100

140

33

Ermelo

Bron: BRO, Locatie-onderzoek regionaal bedrijventerrein, 1998

BRO, Locatie-onderzoek regionaal bedrijventerrein, 1998 Voor Ermelo is het niet wenselijk bedrijven te herbergen zoals bijvoorbeeld grote distributiebedrijven die boven het regionale niveau uitstijgen. De schaal en maat van dit soort bedrijven passen niet in een kern als Ermelo. Overlast kan het gevolg zijn. 17 18

34

Hoofdstuk 5

Aanbod bedrijventerrein Ermelo Ermelo beschikt over twee bedrijvenlocaties: Kerkdennen en Veldzicht. In de toekomst worden naast deze bestaande terreinen nog enkele locaties ontwikkeld. Tabel 5.2: Omvang bedrijventerreinen in Ermelo, 2000 Terrein

Bruto (ha.)

Netto (ha.)

Kerkdennen

8,5

8

Veldzicht

32

26

12,4

9,7

Gepland

Uitgeefbaar Voor 2010

Veldzicht-Noord

8

Driehoek

in studie

Harderwijkerweg-oost

in studie

Na 2010

8

Bron: gemeente Ermelo, BRO

Noodzaak tot kwaliteitsverbetering Geconstateerd kan worden dat de kwaliteit van de bedrijventerreinen niet optimaal is. Om ook in de toekomst de gevestigde bedrijven een aantrekkelijke vestigingslocatie te kunnen aanbieden, is een duurzame verbetering van de kwaliteit van de terreinen gewenst. Daarbij kan gedacht worden aan herinrichting, revitalisering, wellicht herstructurering en aanpassen van het beheer (parkmanagement) van de bedrijfsterreinen. In eerste instantie zijn er vijf kenmerken van het bedrijventerrein relevant, namelijk kavelomvang, distributieafhankelijkheid, milieugebruiksruimte, intermodaal vervoer (vervoer dat gebruik maakt van twee of meer transportmogelijkheden) en representativiteit. Onderstaand wordt per bestaand of gepland bedrijventerrein een korte schets gegeven en een doorzicht naar een segmentering. Kerkdennen Kerkdennen is één van de twee bestaande bedrijventerreinen in Ermelo. Het terrein is in de jaren ’50 ontwikkeld en heeft een oppervlakte van circa 10 hectare. Kerkdennen biedt van oudsher voornamelijk plaats aan een beperkt aantal productiebedrijven die relatief veel vrachtverkeer met zich meebrengen. De relatief grootschalige bebouwing is sterk verouderd, waarbij sommige kavels inmiddels in beslag worden genomen door kleinere bedrijfsmatige functies. De toenemende overlast (verkeer- en milieuhinder) van het terrein voor de omgeving vraagt om maatregelen. Gezien de ligging van het terrein in een woongebied met een aantal maatschappelijke voorzieningen zijn grootschalige (milieuhinderlijke) productiebedrijven niet meer wenselijk. Herstructurering van Kerkdennen is daarom gewenst. Op termijn dienen aan grootschalige productiebedrijven alternatieve locaties te kunnen worden aangeboden (bijvoorbeeld op een regionaal bedrijventerrein in Harderwijk of op een monofunctioneel bedrijventerrein in Ermelo). De

Hoofdstuk 5

35

vrijkomende locaties kunnen vervolgens worden herontwikkeld voor kleinschalige woon en/of werkfuncties welke niet of nauwelijks een belasting vormen voor de bestaande (woon)omgeving19. Veldzicht Veldzicht heeft een oppervlakte van circa 32 hectare en is volledig uitgegeven. Het is een gemengd bedrijventerrein waar zowel grotere als kleinere bedrijven gehuisvest zijn. Tevens komen hier kleinschalige woon-werkactiviteiten voor. Het terrein is gelegen in het noorden van Ermelo. In samenspraak met de bedrijven is geconstateerd dat er sprake is van een toenemend aantal knelpunten in het functioneren en de uitstraling van het bestaande bedrijventerrein Veldzicht. De bestaande structuur van het terrein ten zuiden van de Lokhorsterweg (rommelig en smal) biedt weinig mogelijkheden voor moderne grote bedrijven. Het zuidelijk deel van Veldzicht leent zich goed voor wonen en kleinschalige bedrijfsactiviteiten, mede vanwege de nabij gelegen woonbebouwing. In de aangrenzende gebieden rondom Veldzicht treden steeds vaker ongewenste functieveranderingen op. Om deze ontwikkelingen in juiste banen te leiden is een visie in ontwikkeling voor Veldzicht en omringend gebied genaamd Werkgebied Noord20. Naast Veldzicht omvat dit gebied de al in gang gezette ontwikkeling van Veldzicht-Noord en de op termijn te ontwikkelen De Driehoek, Het Trefpunt en Harderwijkerweg-Oost. In deze visie zijn per deelgebied aan de hand van de draagkracht van het gebied mogelijke functies en activiteiten toegekend. Veldzicht-Noord In tegenstelling tot het zuidelijk deel van Veldzicht is het gebied ten noorden van de Lokhorsterweg een geschikte plek voor bedrijfsactiviteiten tussen 1.000 en 5.000 m². Het terrein ligt niet nabij een woongebied en heeft een open karakter. Tevens wordt Veldzicht-Noord met de komst van de 2e westelijke ontsluitingsweg goed ontsloten. Dit terrein vormt een alternatieve locatie voor grootschaliger bedrijven uit de kern en bedrijven gevestigd op Kerkdennen. De Driehoek Ook het op lange termijn nieuw te ontwikkelen terrein De Driehoek profiteert van de 2e westelijke ontsluitingsroute. Voor grootschalige moderne bedrijven biedt de noordelijke representatieve punt van dit terrein mogelijkheden. De relatief dichte bebouwing zorgt vooralsnog voor een moeizame exploitatie; ontwikkeling van dit terrein zal pas in gang worden gezet wanneer de marktdruk vanuit de bedrijvigheid hoog genoeg is en er bereidheid is hogere grondprijzen te betalen.

19 20

Bron: BRO, Ontwikkelingsvisie Kerkdennen Bron: BRO, Ontwikkelingsvisie Werkgebied Noord

36

Hoofdstuk 5

Het Trefpunt/ de boszone Dit grotendeels voormalig recreatiegebied biedt op lange termijn ruimte voor nieuwe activiteiten. De “groene” omgeving vraagt om een goede inpassing van activiteiten. Niet elke activiteit is op deze locatie inpasbaar. Gedacht kan worden aan hoogwaardige kantoorachtige activiteiten die elders bedrijven in hun ontwikkeling belemmeren en die het groene karakter van het Trefpunt/ de boszone niet of nauwelijks aantasten. Harderwijkerweg-Oost In dit gebied bevinden zich eendenhouderijen die tezamen een groot aantal hectaren beslaan. Het op lange termijn aankopen van deze gronden biedt de gemeente de mogelijkheid dit gebied op een kwalitatief hoogstaande manier (bedrijfsmatig, recreatief) in te vullen om zodoende de entreefunctie van deze locatie te versterken. Om bedrijven voldoende en passende ruimte voor doorgroei te bieden, worden de volgende twee beleidsmaatregelen voorgesteld: Maatregel 8: Verbeteren verkeersstructuur



In regionaal (ISV Noordwest-Veluwe) verband komen tot een integrale visie op de verkeersstructuur.

Maatregel 9: Paraplumaatregelen duurzame revitalisering, segmentering en beheer bedrijventerreinen



Afstemming van de bedrijventerreinontwikkeling met name Harderwijk.



Opstellen revitaliseringsplan Kerkdennen en Veldzicht en toetsen economische haalbaarheid.



Opstellen inrichtingsplan Veldzicht-Noord.



Opstellen inrichtingsplan De Driehoek en toetsen economische haalbaarheid.

Op lange termijn:



opstellen inrichtingsplan Het Trefpunt/ de boszone;



op basis van een nader te ontwikkelen plan mogelijk toekomstige aankopen grond eendenhouderijen Harderwijkerweg-Oost.

5.3 Kantorenlocaties Een groot deel van de dienstverlening heeft een kantoorachtig of atelierachtig karakter. Gelet op de positionering van Ermelo mag niet verwacht worden, dat Ermelo een substantiële regionale opvangfunctie voor kantoren kan vervullen. Bovendien is een dergelijke regionale functie niet passend in het provinciaal beleid.

Hoofdstuk 5

37

Wel mag verwacht mag worden dat de lokale behoefte aan kleinschalige kantoren nu en in de toekomst zal groeien en dat hiermee bij het creëren van (kleinschalige) vestigingslocaties met nadruk rekening gehouden dient te worden. Met het restrictieve ruimtelijk beleid in gedachte zal transformatie de voorkeur hebben boven ‘nieuw te ontwikkelen’. De stationslocatie is hiervan reeds een voorbeeld waar leegkomende gebouwen van Veldwijk worden getransformeerd naar kantoren. De Harderwijkerweg is als locatie voor zelfstandige kantoren geschikt. Met haar ligging aan het begin van de Harderwijkerweg heeft de locatie een aantrekkelijke entreefunctie. Voor kleinschalige bedrijven met een kantoorachtige uitstraling, de zogenoemde atelierachtige bedrijven, kunnen meerdere locaties in aanmerking komen. Omdat dit vaak woon-werkeenheden betreft, is inbreiding in het kerngebied van Ermelo een goede mogelijkheid. Vooral het noordelijk deel van het Ermelose woongebied biedt ruimte hiervoor. Naast inbreiding bieden ook vrijkomende agrarische gebouwen mogelijkheden voor kleinschalige bedrijvigheid. Echter, zowel inbreiding als het benutten van vrijkomende agrarische gebouwen en woonhuizen vragen om duidelijke richtlijnen. Voorwaarden hiervoor worden vastgelegd in de concept-regelingen ‘Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing’ en ‘Economische Activiteiten in Woonhuizen’21. Voor het kantoor aan huis zal waar mogelijk in de woningbouwprogrammering rekening gehouden moeten worden met innovatieve woonvormen, waarbij werkruimte op de benedenverdieping (eventueel met separate ingang) of op de bovenverdieping gerealiseerd wordt, afhankelijk van de balie- of bezoekfunctie van het bedrijf aan huis. Er dient echter voorkomen te worden, dat door kantoren aan huis de parkeerdruk in de wijk te groot wordt. Uitgegaan zal worden van 1, maximaal 2 parkeerplaatsen op eigen terrein per bedrijf aan huis (eventueel gereserveerd). Hierbij dient echter te worden opgemerkt dat Ermelo over een zeer beperkt woningcontingent beschikt. Mogelijkheden voor innovatieve woonvormen in het woningbouwprogramma hangen dan ook voor een deel samen met een verruiming van het woningbouwcontingent voor Ermelo. Het kantoor aan huis wordt naar verwachting door telewerken voor steeds meer werknemers een aantrekkelijke woonvorm. Afgezien van een extra kamer en een goede telecommunicatieaansluiting worden aan de huisvesting weinig extra eisen gesteld.

21

BRO, 2000

38

Hoofdstuk 5

Hoewel in de gemeente slechts beperkt kantoorruimte wordt aangeboden, moet voorkomen worden dat een te groot aanbod leidt tot leegstand. Initiatieven uit de markt zullen derhalve telkens opnieuw dienen te worden overwogen en beoordeeld. Ten aanzien van kantorenlocaties wordt de volgende beleidsmaatregel voorgesteld: Maatregel 10: Stimuleren kleinschalige kantoorachtige bedrijvigheid



Aanbieden van ontwikkelingslocaties voor kleinschalige kantoorontwikkeling.



Aandacht voor vormen van functiemenging in het woningbouwprogramma.

Hoofdstuk 5

39

6.

UITWERKING MAATREGELEN

De beleidsdoelstellingen geformuleerd voor het economisch beleid van de gemeente Ermelo voor de komende 10 jaar zijn in de volgende matrix vertaald naar mogelijke concrete activiteiten en maatregelen. Beleidsdoelstelling • Behoud werkgelegenheidsfunctie 90% en opvang groeiende arbeidsparticipatie in Ermelo

• • •







• •

Concrete activiteiten / maatregelen 1. Sturen op evenwichtige bevolkingsopbouw 2. Instellen platform onderwijs – arbeidsmarkt 3. Mogelijkheden bieden aan (startende) ondernemers 5. Behoud/ compensatie werkgelegenheid gezondheidszorg 9. Paraplumaatregelen duurzame revitalisering, segmentering en beheer bedrijventerreinen 10. Stimuleren kleinschalige kantoorachtige bedrijvigheid Behoud agrarische dynamiek 4. Streven naar behoud van het karakter van het buitenbuitengebied gebied Versterken lokaal verzorgende commerciële voorzieningen Versterken regionale samenwerking

6. Versterking en sectorverbreding toerisme en recreatie 7. Concentreren en versterken horecasector 8. Verbeteren verkeersstructuur 9. Paraplumaatregelen duurzame revitalisering, segmentering en beheer bedrijventerreinen Toerisme en recreatie 4. Streven naar behoud van het karakter van het buitengebied 6. Versterking en sectorverbreding toerisme en recreatie 7. Concentreren en versterken horecasector Zakelijke dienstverlening 5. Behoud/ compensatie werkgelegenheid gezondheidszorg 10. Stimuleren kleinschalige kantoorachtige bedrijvigheid (Startende) ondernemers 3. Mogelijkheden bieden aan (startende) ondernemers 10. Stimuleren kleinschalige kantoorachtige bedrijvigheid Ondersteunen nieuwe activi- 5. Behoud/ compensatie werkgelegenheid gezondheidsteiten in de zorg zorg Ondersteunen nieuwe activi- 4. Streven naar behoud van het karakter van het buitenteiten in de agrarische sector. gebied

Hoofdstuk 6

41

6.1 Samenwerking gemeente - bedrijfsleven Afstemming Veel van de voorgestelde beleidsmaatregelen zijn op een of andere wijze al in andere beleidsvelden verankerd en/of in gang gezet. Wel is het gewenst de maatregelen van het sociaal economisch beleid ook in de uitvoering nauw op elkaar af te blijven stemmen. De intentie is bovendien nadrukkelijk samen met de lokale bedrijven, instellingen en organisaties vorm en inhoud te geven aan beleid en vertaling van beleidsmaatregelen in concrete activiteiten en tot afstemming te komen op regionaal niveau. Het is verheugend te constateren dat in het recent opgerichte platform reeds alle sectoren in Ermelo zijn verenigd. Derhalve wil de gemeente via het platform voorstellen op basis van de beleidsnota gezamenlijke projecten en activiteiten vast te stellen, waarbij alle partijen naar eigen verantwoordelijkheid en draagkracht een daadwerkelijke bijdrage leveren aan de uitvoering van het economisch beleid. De wijze waarop de samenwerking vorm gegeven zal worden zal licht en efficiënt van structuur zijn. Gedacht wordt aan: • 3 maal per jaar overleg met het platform inzake de voortgang van de uitvoering van de nota en gedachtewisseling over nieuwe ontwikkelingen en initiatieven; • in werkgroepverband uitvoeren van activiteiten. ISV-NWV Met de toekomstvisie “Noordwest-Veluwe: Banden met de toekomst” van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Noordwest-Veluwe is ook op regionaal niveau een begin gemaakt met de afstemming van activiteiten gericht op versterking van de economische ontwikkeling van de regio. Ook in dit verband zal Ermelo nadrukkelijk participeren en een bijdrage leveren aan de op te zetten projecten en activiteiten. In dit kader zou er bijvoorbeeld voor gepleit kunnen worden te komen tot een regionaal Projectenbureau Noordwest-Veluwe22. Bedrijfscontactfunctionaris Er wordt voor gekozen de uitwerking van de maatregelen uit de sociaaleconomische beleidsnota zoveel als mogelijk door de betreffende afdelingen verder te laten uitwerken. Daarbij kan periodiek onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Economische Zaken een overzicht gegeven worden van de stand van alle

22

In analogie van bijv. het Projectbureau Bedrijventerreinen Gooi en Vechtstreek.

42

Hoofdstuk 6

projecten. Zo blijven de dwarsverbanden helder, zonder dat “inbreuk wordt gepleegd” op de verschillende portefeuilles. De bedrijfscontactfunctionaris heeft primair als taak de contacten tussen bedrijf en gemeente te verzorgen. Zorg te dragen voor snelle en correcte afhandeling van vragen, vergunningen, eventuele klachten etc. Er wordt ook door de ondernemers veel waarde gehecht aan een heldere en daadkrachtige invulling van de functie.

6.2 De maatregelen uitgewerkt Onderstaand worden de maatregelen in mogelijke activiteiten uitgewerkt. Op basis van de discussies en besluitvorming over het sociaal- economisch beleidsplan kan tot prioritering en uitwerking van activiteiten gekomen worden. Maatregel 1:

Sturen op evenwichtige bevolkingsopbouw

Beleidsdoelstelling: Afspiegeling met landelijk beeld bevolkingssamenstelling. Het is van essentieel belang dat het aandeel van jongeren in de leeftijdsgroep 18 – 30 vergroot dient te worden. Om het beoogde resultaat te bereiken, zullen betaalbare woningen voor Ermeloërs beschikbaar moeten komen. Inhoud:



Vertaling van de doelstelling zal plaats dienen te vinden in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid. Daarbij zal afstemming nodig zijn op het niveau van het ISV Noordwest-Veluwe.

Beoogd resultaat:



Verruiming aanbod arbeidsmarkt



Tegengaan vergrijzing



Aandeel leeftijdscategorie 20-39: ca. 30%

Organisatie:



Afdeling VROEM

Kostenraming:



Niet apart te begroten

Hoofdstuk 6

43

Maatregel 2:

Instellen platform onderwijs-arbeidsmarkt

Beleidsdoelstelling: Behoud werkgelegenheidsfunctie en opvang groeiende arbeidsparticipatie Inhoud:

1.

Organiseren overleg tussen alle betrokken partijen vanuit het ISV Noordwest-Veluwe en afstemming met ROC

2.

Formuleren van een organisatievorm

3.

Nadere analyse uitvoeren

4.

Definiëren van concrete vervolg-acties

5.

Monitoring



Verbeteren aansluiting tussen vraag een aanbod op de arbeidsmarkt



Invullen van moeilijk vervulbare vacatures



Aantal geregistreerde niet werkende werkzoekenden maximaal 3-4%



Werkgelegenheidsfunctie 90%



Stabiel pendelsaldo



Gemeente Ermelo.



bedrijven;



onderwijsinstellingen.



Fl. 25.000,- voor organisatie en nadere analyse (EZ)

Beoogd resultaat:

Organisatie:

Kostenraming:

44

Hoofdstuk 6

Maatregel 3:

Mogelijkheden bieden aan (startende) ondernemers

Beleidsdoelstelling: Vernieuwen van de economische structuur. Evenwichtige economische ontwikkeling Inhoud:



Uitvoering in deelprojecten zoals het aanbieden van trainingen in commerciële vaardigheden en het stimuleren van aanleunbedrijven (nieuwe bedrijven vanuit de spin-offs van grote ondernemingen)



Passende en betaalbare bedrijfshuisvesting (Veldzicht-Noord, Harderwijkerweg, leegkomende panden zorginstellingen en vrijkomende agrarische panden)

Beoogd resultaat:



Vergroten van de slaagkans van (startende) ondernemingen



Nieuwe bedrijven en nieuwe arbeidsplaatsen



Dat zich jaarlijks 40 bedrijven meer vestigen dan dat er vertrekken



Aantal starters jaarlijks 20



Groei arbeidsplaatsen industrie en distributie met ca. 100



Groei arbeidsplaatsen detail/horeca/autohandel met ca. 200



Groei arbeidsplaatsen zakelijke en overige dienstverlening met ca. 500



Behoud c.q. groei van het aantal arbeidsplaatsen



Vernieuwende schone industriële mogelijkheden



Nieuwe bedrijven en nieuwe arbeidsplaatsen aantrekken, onder meer door het aantrekken van (grotere) kantoororganisaties (20 - 50 personen)

Organisatie:

Kostenraming:



Gemeente Ermelo



Bedrijven Ermelo



Startersplatform



Kamer van Koophandel



MKB Nederland



Onderwijsinstellingen



Fl. 20.000,- bijdrage aan totstandkoming activiteiten



Binnen de huidige budgetten zal de gemeente geen actief verkoopbeleid voor bedrijfsonroerend goed volgen

Hoofdstuk 6

45

Maatregel 4:

Streven naar behoud van het karakter van het buitengebied

Beleidsdoelstelling: Ondersteunen nieuwe (neven)activiteiten in de agrarische sector Bijdrage aan meetbaar beleidsdoel Behoud werkgelegenheid in agrarische sector en behoud landbouwareaal



Inhoud:

Opstellen toetsingskader voor nieuwe initiatieven en vastleggen in bestemmingsplan (In kaart brengen van landschappelijke en ecologische waardevolle elementen in samenhang met het provinciaal ruimtelijk beleid en het formuleren van concrete mogelijkheden voor nietagrarische functies)



In de recreatie is een toenemende differentiatie in product waarneembaar. Zo is zowel het kamperen op kleine campings als de interesse van “industrieel toerisme (bezoek van industrieel en ambachtelijk erfgoed, zoals panden, musea e.d.)” bij een aantal meer draagkrachtige consumentengroepen in opkomst.

1.

Inventariseren behoefte nieuwe combinaties kleinschalige verblijfsvoorzieningen (bijvoorbeeld voor kamperen in combinatie met de ligging (water, groen en stedelijk/industrieel gebied)

2.

Analyse

3.

Definiëren vervolg-acties

4.

Monitoring



Behoud van het imago van Ermelo als groene gemeente



Versterken toeristische en recreatieve sector



Gemeente Ermelo



Agrarische bedrijven



Standsorganisaties



Regiogemeenten



Provincie



Waterschap



Fl. 100.000,- als budgetreservering ten behoeve van financiering deel-

Beoogd resultaat:

Participanten:

Kostenraming:

projecten

46

Hoofdstuk 6

Maatregel 5:

Behoud/ compensatie werkgelegenheid gezondheidszorg

Beleidsdoelstelling: Ondersteunen nieuwe activiteiten in de zorg Inhoud:

1.

Vaststellen structureel overleg

2.

Vaststellen actiepunten t.a.v.



Pendel



deconcentratie woonruimte



vrijkomende panden

3.

Vervolg-acties



Intensief en optimaal (her)gebruik van vrijkomende ruimten en be-

Beoogd resultaat: drijfsgrond

Organisatie:

Kostenraming:

Hoofdstuk 6



Werkgelegenheidsfunctie van 90%



Groei arbeidsplaatsen industrie en distributie met ca. 100



Groei arbeidsplaatsen detail/horeca/autohandel met ca. 200



Groei arbeidsplaatsen zakelijke en overige dienstverlening met ca. 500



Streven naar behoud van arbeidsplaatsen in de zorgsector



Gemeente Ermelo



Sector gezondheidszorg



Instellingen



Provincie



Fl. 100.000,- als budgetreservering ten behoeve van acties

47

Maatregel 6:

Versterking en sectorverbreding toerisme en recreatie

Beleidsdoelstelling: Inzetten op meer dagrecreatie



Inhoud:

Gezamenlijke promotie toeristische sector (voorbeeld: ontwikkelen website)



Aanbieden gecombineerde arrangementen



Versterken toeristische activiteiten in agrarische sector, zoals mogelijk maken “kamperen bij de boer” en verkoop eigen agrarische producten

Beoogd resultaat:



Gevarieerder aanbod van recreatieve activiteiten



Omzetstijging



Behoud koopkrachtbinding



Groei arbeidsplaatsen detail/horeca/autohandel met ca. 200



Hogere kwaliteit door middel van kwalitatief hogere recreatievormen



Landelijke organisaties aantrekken



Uitbreiding bestaande bedrijven indien gekomen kan worden tot hogere verblijfskwaliteit

Organisatie:



Lokale VVV



Ondernemers

Kostenraming:



Binnen het toeristisch-recreatieve beleidsnota

Maatregel 7:

Concentreren en versterken horecasector

Beleidsdoelstelling: Stimuleren van de horecasector



Inhoud:

Mogelijkheden onderzoeken voor het centrum van Ermelo voor concentratie van horeca/ terrassenzone bijvoorbeeld door aanwijzen locaties en verlenen vergunningen

Beoogd resultaat:

Organisatie: Kostenraming:

48



Het kwalitatief verlevendigen van het centrum van Ermelo



Behoud en versterking koopkrachtbinding



Groei arbeidsplaatsen detail/horeca/autohandel met ca. 200



Het (kwalitatief) verlevendigen van het centrum van Ermelo



Gemeente Ermelo



Ondernemers horecabranche



Circa fl. 40.000,- ten behoeve van onderzoek

Hoofdstuk 6

Maatregel 8:

Verbeteren verkeersstructuur

Beleidsdoelstelling: Versterken regionale samenwerking Inhoud:



Uitvoering geven aan maatregelen uit regionaal verkeers- en vervoersplan

Beoogd resultaat:



Afstemmen van gemeentelijke verkeersproblematiek binnen ISV Noordwest-Veluwe verband

Organisatie: Kostenraming:

Hoofdstuk 6



Gezamenlijke aanpak verkeersprobleem



Ontsluiting randzone Ermelo



Verbetering doorstroming Harderwijkerweg



Gemeenten vallend onder het ISV Noordwest-Veluwe



Provincie



PM

49

Maatregel 9:

Paraplumaatregelen duurzame revitalisering, segmentering en beheer bedrijventerreinen

Beleidsdoelstelling: Gunstig ondernemersklimaat door:

Inhoud:



Aanbieden van een goed voorzieningenniveau



Kwalitatief passende en voldoende goed bereikbare bedrijvenlocaties



Inventariseren van bedrijventerreinen binnen de gemeente en regio en vastleggen in notitie



Stimuleren opstellen regionaal actieplan bedrijventerreinen voor wat betreft Ermelo: 1.

Kerkdennen: visie vertalen in ZPP

2.

Werkgebied Noord:

-

Veldzicht-Noord uitgeven

-

Ontwikkelen Driehoek

-

Herinrichten Veldzicht

3.

Regionaal bedrijventerrein Harderwijk: betrokkenheid bij planvorming/ afstemming. Dat zelfde geldt voor het terrein t.n.v. Fokko Kortlanglaan

4.

Actief bezien van mogelijkheden voor verwerving in de omgeving van Veldzicht

Beoogd resultaat:



Verbeterde kwaliteit vestigingslocaties



Continu beschikbare voorraad bedrijventerrein 4-6 ha



Terugdringen aantal vertrekkende bedrijven door goed vestigingsklimaat

Organisatie:

Kostenraming:



Groei arbeidsplaatsen industrie en distributie met ca. 100



Groei arbeidsplaatsen detail/horeca/autohandel met ca. 200



Groei arbeidsplaatsen zakelijke en overige dienstverlening met ca. 500



Gemeente Ermelo



Gemeenten vallend onder het ISV Noordwest-Veluwe



Bedrijven



Kamer van Koophandel



Provincie



Dient in separate notitie nader uitgewerkt, met de maatregelen is een aanzienlijk middelenbeslag gemoeid.

50

Hoofdstuk 6

Maatregel 10:

Stimuleren kantoorachtige bedrijvigheid

Beleidsdoelstelling: Aanbieden van een goed voorzieningenniveau Kwalitatief passende en voldoende goed bereikbare bedrijvenlocaties Inhoud:



Locaties aanwijzen voor zelfstandige kantoren (kleinschalig), bijvoor-



Aanwijzen van specifieke woon-werkzones in nieuwbouwprogramma’s;



Hergebruik van agrarische gebouwen door kleine kantoren



Woningen met (aparte) werkruimte en voldoende telecommunicatie-



Ondersteunende subsidie voor innovatieve bouwmethoden



Stimuleren werken in de wijk



Vergroten aanbod kleinschalige bedrijfsruimte



Groei arbeidsplaatsen zakelijke en overige dienstverlening met ca. 500



Gemeente Ermelo



Bedrijven



Kamer van Koophandel



Binnen de kaders van het ruimtelijk beleid

beeld de Harderwijkerweg

voorzieningen bouwen

Beoogd resultaat:

Organisatie:

Kostenraming:

Deze potentiële groei dient zoveel mogelijk te worden opgevangen binnen de bestaande mogelijkheden voor (her)ontwikkeling en revitalisering van bedrijventerrein en kantoorlocaties.

Hoofdstuk 6

51

Bijlage

Bevolkingsprognose In prognoses en scenario’s23 is bijvoorbeeld tot 2010 een “schommeling” van –3.000 tot + 1.500 inwoners berekend, afhankelijk van conjunctuur- en beleidswijzigingen. Tabel 2.1: Bevolkingsscenario’s 1997-2006

2007-2017

1. Migratiesaldo = 0

+950

+600

2. Huisvestingswet

+600

-100

+1.400

+1.500

-600

-50

-300

-700

-3.000

-800

3. Prioriteit jonge huishoudens 4. 50 woningen per jaar 5. Compensatie 90% 6. Uitvoeringsprogramma 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Migratiesaldo = 0: effecten van evenwicht in vestiging en vertrek op basis huidige migratietrends. Huisvestingswet: mogelijke gevolgen extra vestiging ouderen agv wijziging Huisvestigingswet ten koste van jonge huishoudens. Prioriteit jonge huishoudens: gevolgen extra woningen jonge huishoudens ten koste van ouderen. Beperkte groei: effecten netto-bouwprogramma 50 woningen per jaar. Compensatie 90%: effecten vertrekoverschot (90% vertrek door vestiging gecompenseerd). Uitvoeringsprogramma Streekplan: effecten huidige planologische capaciteit.

Bron: Structuurvisie Ermelo 2015

Prognosemodel potentiële werkgelegenheidsgroei 1. Inleiding Voorliggende onderbouwing heeft uitsluitend betrekking op de prognoses voor potentiële werkgelegenheidsgroei aan de hand van het Sociaal-Economisch Management Informatie Systeem van BRO (SEMIS). Wijziging in data en als gevolg van economische ontwikkeling in de tussenliggende periode, gewijzigde ratio’s en kencijfers zijn in deze onderbouwing derhalve niet verdisconteerd. De benutte data en ratio’s zijn afkomstig van bestanden van CPB, CBS, LISA (nationaal en provinciaal), Handelsregister (KvK) en de gemeente/regio. De data betreft onder meer de spreiding van bedrijvigheid naar grootteklasse, oprichtingen/opheffingen, bovenregionale, regionale en lokale verplaatsingen, etc.. 2. Berekeningswijze De behoefteraming is gebaseerd op het genereren van inzichten in ontwikkelingen in het verleden en de huidige stand van zaken en de doorrekening naar de toekomst met behulp van landelijk erkende groeiratio’s vertaald naar de specifieke situatie in het onderzoeksgebied.

23

Compaenen

Bijlage

1

De werkfunctie van Het onderzoeksgebied is bepaald door het aantal werkenden in Het onderzoeksgebied te delen door de omvang van de beroepsbevolking (CBS en gemeente). De werkfunctie geeft derhalve geen inzicht in de kwalitatieve aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en de omvang van de inkomende en uitgaande pendel. De werkgelegenheidsstructuur en de werkgelegenheidsgroei per sector is gebaseerd op gegevens van het LISA, dan wel de provinciale variant van het LISA. Voor het bepalen van de potentiële groei van de bevolking is uitgegaan van gegevens van de gemeente. Er is geen rekening gehouden met de kenmerken van het specifieke model, dat de gemeente voor het bepalen van de groei heeft gehanteerd. De aanwas van bevolking hangt sterk samen met de woningbouwprogrammering van de gemeente. De omvang van de toekomstige beroepsbevolking is afgeleid van de omvang van de bevolking. Daarbij zijn echter geen correctiefactoren gehanteerd ten aanzien van de verwachte wijzigingen in de leeftijdsopbouw van de gemeente en de wijzigingen in de arbeidsparticipatie Deze vielen buiten de context van de quick scan van het onderzoek. De prognoses inzake bevolking en beroepsbevolking hebben echter geen invloed op de prognoses van de groei van de werkgelegenheid en hebben uitsluitend gediend om inzicht te krijgen in de eventuele potentiële toe- of afname van de pendelstromen en de werkfunctie. Ten behoeve van het bepalen van de potentiële werkgelegenheidsgroei is gebruik gemaakt van het SEMIS-model van BRO. Dat het om potentiële groei gaat is aangegeven, omdat de groei pas gerealiseerd kan worden als de (lokale of regionale) economie ook aan een aantal voorwaarden kan voldoen, zoals conjunctuur, beschikbaarheid van personeel of vestigings-, en uitbreidingsruimte. Indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan, dan bestaat het risico, dat het bedrijf uiteindelijk de gemeente verlaat en de potentiële groei elders wordt gerealiseerd. 3. Methodiek SEMIS De prognose van de potentiële werkgelegenheidsgroei wordt berekend met behulp van het BRO-computerprogramma Sociaal-Economisch Management Informatiemodel (SEMIS). SEMIS is met opzet uitsluitend gebaseerd op landelijk erkende databestanden en ratio’s en sluit zeer nauw goed aan op de modellen zoals deze door het CPB voor de BLM (Bedrijfslocatiemonitor) worden gebruikt. Vanuit methodologsiche overwegingen dient voor SEMIS als laagste schaalniveau het COROP-gebied te worden gehanteerd. In onderzoek van enkele jaren geleden

2

Bijlage

van het CBS is nogmaals gebleken, dat de COROP-indeling van economisch homogene ontwikkelingsregio’s de hoogste score heeft. Dit impliceert, dat SEMIS op lokaal schaalniveau zeer voorzichtig gehanteerd dient te worden. Voor de quick scan Het onderzoeksgebied is ter controle ook gekeken naar de omliggende regio en de historische uitgiftecijfers. SEMIS is gericht op werkgelegenheidscijfers. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de input-outputmodellen van BRO die gebaseerd zijn op bruto regionaal product en investerings- en kapitaalsstromen. In het SEMIS worden voor meerdere scenario’s jaarratio’s gehanteerd van het CPB. Deze cijfers zijn niet openbaar gemaakt maar zijn uiteraard veel nauwkeuriger dan de veel vaker in onderzoeken gebruikte cijfers voor de gehele periode. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van gegevens van het PWE (lokale gegevens) en LISA (landelijke gegevens van dezelfde enquête). Het SEMIS-model hanteert de volgende methodologische stappen: 1. op basis van de LISA gegevens wordt inzicht gegeven in de procentuele verdeling van de werkgelegenheid over de sectoren in het meetjaar. De verdelingspercentages worden gedeeld op de landelijke verdelingspercentage. Op deze wijze ontstaat inzicht in de specifieke kenmerken van de productiestructuur van Het onderzoeksgebied. Daarnaast hebben wij uit eigen onderzoek tevens de mogelijkheid de productiestructuur van Het onderzoeksgebied te vergelijken met gemeenten met een soortgelijke productiestructuur kenmerken (BRO: Economische Typologie van gemeenten, 1996). Uit beide vergelijking blijkt de hoge exogene kantoorcomponent van Het onderzoeksgebied; 2. de werkgelegenheidsgroei van Het onderzoeksgebied per sector wordt afgezet tegen geheel Nederland (maar wederom: ook in vergelijkbare gemeente groepen is een analyse mogelijk). Daarmee ontstaat inzicht in sectoren die in Het onderzoeksgebied sneller/langzamer groeien dan landelijk; 3. het aandeel van de werkgelegenheid in Het onderzoeksgebied in geheel Nederland wordt bepaald (share-component) en uitgedrukt in een percentage tot 8 decimalen achter de komma; 4. de procentuele wijziging van de werkgelegenheid per sector in Het onderzoeksgebied in de gegeven periode wordt gedeeld door de procentuele wijziging landelijk in dezelfde sector en (shift component) uitgedrukt in een coëfficiënt (8 decimalen achter de komma); 5. met behulp van de landelijke ratiocijfers wordt op nationaal niveau de potentiele werkgelegenheidsgroei in 5 scenario’s doorgerekend; 6. de potentiële nationale werkgelegenheidsgroei wordt vermenigvuldigd met de berekende shift & share coëfficiënten voor Het onderzoeksgebied. De resultaten vormen de potentiële werkgelegenheidsgroei van Het onderzoeksgebied.

Bijlage

3

4. Beperkingen van SEMIS LISA wordt gebaseerd op het aantal werkenden >12 uur per week. Andere bronnen gaan uit van >15 uur, aantal arbeidsplaatsen, parttime/fulltime en FTE. Op nationaal niveau is het samenvoegen van de bestanden door eenduidige herdefiniëring van de begrippen arbeid en werkende vrijwel onmogelijk. Aangezien het CPB in haar ratio’s in ieder geval voor de BLM zich baseert op het LISA, gaat het SEMIS er van uit, dat tot een zo optimaal mogelijk en coherent gebruik van het begrip arbeid en werkende is gekomen. Het blijft echter een (gedwongen) beperking van de waarde van het model. Bij de sector/branche indeling dient een onderscheid gemaakt te worden naar SBI’93, BIK’95, en de indelingen zoals CBS en CPB die hanteren. In SEMIS zijn voor een correcte bewerking van de data derhalve meerdere zogeheten uitgebreide schakelschema’s opgesteld. De gehanteerde scenario’s zijn: • voor de korte termijn (3 jaar): behoedzaam en optimistisch scenario. Deze scenario’s worden momenteel door het CPB niet meer geactualiseerd en gepubliceerd per sector; • voor de lange termijn: Global Competition, Divided Europe en European Coordination. Deze drie beleidsscenario’s zijn de opvolger van de landelijk veel beter bekende “Nederland in Drievoud”. Zoals aangegeven zijn het beleidsscenario’s en daarmee in de strikte zin geen prognose scenario’s. Door de (niet gepubliceerde) jaarratio’s van het CPB te hanteren kan echter toch een zo betrouwbaar mogelijke prognose gemaakt worden. Daarbij wordt momenteel over het algemeen het model van Global Competition als meest waarschijnlijk gehanteerd. De scenario’s kennen een “looptijd” tot 2020. SEMIS houdt rekening met de specifieke opbouw van de productiestructuur van Het onderzoeksgebied en met de groeikenmerken van de productiestructuur van het onderzoeksgebied. In de analyse is derhalve de endogene en de exogene groei verrekend. Dit in tegenstelling tot de BLM-monitor van het CPB. Op het meest optimale schaalniveau is hierboven reeds gewezen. In de gehanteerde ratio’s van het CPB is de relatie tot conjuncturele ontwikkeling, bruto regionaal product, investeringen en werkgelegenheidgroei verrekend. SEMIS gaat er van uit, dat de specifieke afwijkingen van het onderzoeksgebied door middel van de shift-share methodiek zijn verdisconteerd. Het bepalen van specifieke afwijkingen vraagt veel data input.

4

Bijlage

5. Vertaling van SEMIS naar ruimtebehoefte SEMIS verondersteld een relatie tussen de werkgelegenheidsgroei en de behoefte aan ruimte van bedrijven. Deze relatie is uiteraard niet causaal, maar wordt geacht een parallelle ontwikkeling te kennen. Dit is echter maar ten dele waar. Er dient rekening gehouden te worden met toekomstverwachtingen in het verleden en naar de toekomst toe, mogelijkheden tot inbreiden en efficiëntere benutting van BVO’s, wijzigingen in toeleveringsrelatie en zeker niet in de laatste plaats wijzigingen in de stand der techniek. De gemiddelde bedrijfsinvestering per werknemer is zowel in productiebedrijven als bedrijven met kantoorfuncties aan het stijgen. Bovendien dient rekening gehouden te worden met de trend van verkantorisering. In het kader van de quick scan zijn deze ontwikkelingen niet verdisconteerd. Ook de BLM verdisconteert deze aspecten maar ten dele. Er is derhalve op dit moment geen zuiverder en praktisch hanteerbaar instrument voorhanden. Het SEMIS-model hanteert de volgende methodologische stappen: 1. per sector wordt bepaald: of de sector als kantoor-, detailhandel/horeca, of reguliere bedrijvigheid (op bedrijventerrein) kan worden aangemerkt; 2. voor kantoren wordt uitgegaan van ca. 30 m2 BVO per arbeidsplaats; 3. voor bedrijventerrein worden locatiecoëfficiënten per sector gehanteerd; 4. door de kantoor en locatiecoëfficiënten de vermenigvuldigen met de berekende potentiële werkgelegenheidsgroei kan de potentiële ruimtebehoefte worden vastgesteld.

Bijlage

5

Gemeente Ermelo nummer

119X00003.001.02426

datum

19 december 2001

Sociaal-economische beleidsnota 2002 - 2010

Eindrapportage

Documentatiepagina

Opdrachtgever(s):

Gemeente Ermelo

Titel rapport:

Sociaal-economische beleidsnota 2002 - 2010

Rapporttype:

Eindrapportage

Rapportnummer:

119X00003.001.02426

Datum:

23 november 2001

Contactpersoon opdrachtgever(s):

Mevrouw Heyboer

Projectteam BRO:

Fons Ripken en Jorn van der Werf

Beknopte inhoud:

De sociaal-economische beleidsnota is bedoeld als richtlijn bij de uitwerking van concrete economische activiteiten van de gemeente Ermelo. Hierbij wordt ingegaan op sectorale ontwikkelingen die binnen de gemeente spelen.

Trefwoorden:

Beleidsnota, Ermelo, economisch

Related Documents


More Documents from "Meedenken en Doen BV"