Beleidsnota Kanaalzone 1 Weert
BURO 5 MAASTRICHT r uimtelijke ordening, stedenbouw en architectuur
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige karakteristiek
Ontstaansgeschiedenis Context Functioneel en ruimtelijk karakter Openbare ruimte Ontsluiting en parkeren
3. Concept
Positionering en branchering Ontwikkelingsstrategie Eenheid en eenvoud
4. Ruimtelijk-Functionele visie
Ontsluiting en parkeren Openbare ruimte Bebouwing Deelplan 1: Kanaalsprong (Houtstraat-Straevenweg) Deelplan 2: Molenveldstraat-Spoorboulevard Deelplan 3: Kanaalstraat-Straevenweg Overige bebouwing Duurzaamheid en Parkmanagement
5. Beeldkwaliteit Bebouwing
Positionering Uitstraling Materiaal- en kleurgebruik Referenties
6. Beeldkwaliteit Openbare ruimte
Profielen Beplanting Parkeren Erfafscheiding en Voorzone Verlichting Straatmeubilair Reclame
Beleidsnota Kanaalzone 1 Weert Maastricht, 23 maart 2006
2
1. Inleiding Aanleiding Voor het bedrijvengebied Kanaalzone 1 is vorig jaar een revitaliseringsplan opgesteld en vastgesteld door bestuur. In dit plan is voornamelijk de herstructurering van het openbaar gebied beschreven. Ongeveer 1/3 van de bestaande bedrijven staat leeg, met als gevolg dat dit ongewenste activiteiten uitlokt en een slecht imago ontstaat. Uit een inventarisatie onder bedrijven is naar voren gekomen dat de huidige panden en de toegestane functie niet meer voldoen aan de huidige vraag van de markt. Om hier verbetering in aan te brengen en de bedrijven tegemoet te komen, wil de gemeente Weert een gedeelte van het gebied veranderen/aanpassen zowel in ruimtelijke als functionele zin. Daarnaast wenst zij kaders te scheppen voor het resterende deel (zittende bedrijven), die nodig zijn om enerzijds handhavend te kunnen optreden en anderzijds bedrijven duidelijkheid te geven over de richting van eventuele ontwikkelingsinitiatieven. De voor u liggende beleidsnota geeft hier invulling aan.
Opdracht De opdracht bestaat uit het opstellen van een beleidsnota bedrijvengebied Kanaalzone 1. In de beleidsnota worden de volgende zaken opgenomen: Visie op de ruimtelijk-functionele structuur voor de drie deelgebieden op basis van de aanwezige gegevens en informatie van de verschillende disciplines van de omgeving. De ruimtelijk-functionele visie doet o.a. uitspraken over de type bedrijvigheid, kavelgroottes, parkeeroplossingen, laden/lossen, wegprofielen, groen en water, duurzaamheid, parkmanagement en ruimtebalans (uitgeefbare grond, groen, water en verharding) van de drie deelgebieden. Beeldkwaliteit voor het totale plangebied, (‘beheersgebied’ en de drie ontwikkelingsgebieden): hier worden uitspraken gedaan over stedenbouwkundige beeldkwaliteit (o.a. rooilijnen, accenten, wanden, karakter), architectonische beeldkwaliteit (o.a. nieuwe bouwmassa/uitbreiding, bouwhoogte, bijgebouwen, materiaal- en kleurgebruik) en openbare ruimte (o.a. verlichting, straatmeubilair, verharding). Hierbij dient rekening gehouden te worden met het tijdsaspect.
3
4
Plangebied Het bedrijvengebied Kanaalzone 1 is ingesloten door de Zuid-Willemsvaart aan de noordzijde, de spoorlijn Eindhoven-Maastricht aan de zuidzijde en de Kanaalstraat, de Weerterbeekweg en Slachterijstraat aan de oostzijde. De Kanaalzone I is daarmee uitdrukkelijk onderdeel van het binnenstedelijk weefsel van de stad Weert. Vanuit het revitaliseringsplan is een drietal ontwikkelingslocaties benoemd: • Deelgebied 1: Houtstraat-Straevenweg: dit gebied bevindt zich bij de nieuw aan te leggen ontsluiting van het gebied. Dit vormt de nieuwe entree van het bedrijventerrein. • Deelgebied 2: Molenveldstraat-Parallelweg: dit gebied ligt ingesloten tussen de Parallelweg in het zuiden, de Molenveldstraat in het noorden, de Straevenweg in het westen en de Slachterijstraat in het oosten. • Deelgebied 3: Kanaalstraat-Straevenweg: dit gebied is onder te verdelen in drie delen: twee delen liggen aan weerszijden van de Kanaalstraat naast de Zuid-Willemsvaart in het noorden en de wijk Fatima in het oosten. Het derde deel sluit aan op de bebouwing van Roto Smeets en wordt begrensd door de Kanaalstraat – Straevenweg – Weerterbeekweg.
Aanpak Om te komen tot een ruimtelijk-functionele visie en een beeldkwaliteitplan is er een analyse gemaakt van de bestaande situatie, die ingaat op het functioneel karakter, het gebruik en inrichting van de private kavels, de openbare ruimte en ontsluiting van het bedrijventerrein. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het concept neergezet dat in hoofdstuk 4 wordt uitgewerkt in een ruimtelijk-functionele visie. Hoofdstuk 5 en 6 tenslotte behandelen de beeldkwaliteitseisen voor de bebouwing en de openbare ruimte. Het Beeldkwaliteitplan biedt een basispakket van richtlijnen voor de inrichting van de openbare ruimte. Dit zal in een deelproject verder uitgewerkt worden in een inrichtingsplan.
5
6
2. Huidige karakteristiek Het plangebied Kanaalzone I was een van de gebieden waarbinnen de vroegste industriële ontwikkeling van Weert gedurende de eerste helft van de 20e eeuw plaatsvond. Twee elementen die nu het gebied begrenzen, waren hiervoor bepalend: het kanaal (de Zuid-Willemsvaart) en de spoorlijn Eindhoven-Maastricht.
Ontstaansgeschiedenis Tegen het einde van de 18e eeuw was Weert een stadje met ongeveer 3800 inwoners die leefden van de landbouw en beperkte huisnijverheid. Na de aanleg van de Zuid-Willemsvaart en de spoorlijn Eindhoven-Weert vestigden zich tussen 1880 en 1920 steeds meer bedrijven in Weert, vooral in de Kanaalzone I. Na de Eerste Wereldoorlog werd de mechanisatie in de landbouw steeds verder doorgevoerd. Dit leidde in Weert tot de komst van industriële bedrijven die vooral afhankelijk waren van of een nauwe relatie hadden met de landbouw. Bijvoorbeeld de Meelfabriek Meneba van de Gebroeders van de Venne en de dextrine- en kunstgomfabriek Frencken (beiden gesitueerd langs de Zuid-Willemsvaart in de Kanaalzone 1).Ook andersoortige industrie vestigde zich zoals de Nationale Luciferfabriek en Smeets Drukkerijen. Smeets Drukkerijen werd na de Tweede Wereldoorlog gemoderniseerd en uitgebreid en nam in 1964 een hypermoderne drukkerij in gebruik aan de Molenveldstraat in de Kanaalzone I. Met de vestiging van drukkerij Smeets en met de aanwezigheid van de meelfabriek Meneba als gezichtsbepalende en vooral verhoudingsgewijs grote gebruikers brak een periode van voorspoed aan voor het bedrijventerrein Kanaalzone I. Deze situatie duurde voort tot in de jaren negentig van de 20e eeuw. Door veroudering van het bedrijventerrein, vooral veroorzaakt door verplaatsing van bedrijven naar gunstigere locaties, raakte het bedrijventerrein in de jaren negentig langzamerhand in verval. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de huidige situatie met circa 30% aan leegstand.
7
8
Context Weert kent een heldere opbouw met een compact centrum, begrensd door een singelstructuur. Aan de centrumring liggen dienstverlenende functies. Rondom het centrum zijn overwegend woonwijken gesitueerd. Zo ligt de wijk Fatima als een intermediair tussen het centrum en de Kanaalzone I. Het binnenstedelijk gebied wordt omsloten door een Ringbaan. De Ringbaan is, met uitzondering van de Kanaalzone I, in een groene zone gelegd. De Kanaalzone I vormt hierdoor onmiskenbaar onderdeel uit van het binnenstedelijk gebied. De Kanaalzone I wordt ingesloten door uitgesproken stedelijke structurerende elementen als kanaal en spoorlijn. Ten noorden van de Zuid-Willemsvaart is het sportpark Boshoven gesitueerd en bebouwde uitlopers van de wijk Boshoven, waardoor er een grote weidsheid aanwezig is. Ten zuiden van de spoorlijn is sprake van een groenzone aan de Louis Regoutstraat die overgaat in stedelijke bebouwing van de Kanaalzone II en Weert Keent.
9
10
11
12
Functioneel en ruimtelijk karakter Binnen het plangebied worden in principe alle bedrijfsactiviteiten toegestaan behorende tot de milieucategorieën 1 tot en met 4 (behalve de nieuwe kleine bedrijfjes aan de Kanaalstraat, hiervoor geldt een maximale milieucategorie 2).Het terrein beslaat 26 hectare waarvan 22,8 hectare is uitgegeven. Het terrein bestaat uit een drietal, verhoudingsgewijs grote gebruikers. Deze bedrijven worden aan de zijde van de Ringbaan, het spoor en de wijk Fatima ingekleed met kleinere bedrijvigheid in compacte massa’s. De functionele invulling is divers.
Grootschalige bedrijven Meneba, Bosch en Roto Smeets zijn drie herkenbare bedrijven met een grootschalig karakter: de bedrijven zijn gesitueerd op kavels van circa 3-4 hectare.
Roto Smeets is gehuisvest in een groot complex dat bestaat uit aaneengesloten bouwdelen. Bijna het gehele kavel is bebouwd met een onbebouwde voorruimte van groen of verharding t.b.v. parkeren en laden/lossen. Met name de entree aan de Molenveldstraat is representatief en opgebouwd uit een rode baksteen. De overige bebouwing bestaat uit golfplaten en gevelelementen in wit- en grijstinten met accentkleuren in rood. Meneba daarentegen bestaat uit een verzameling losse gebouwen met een markant bebouwingselement van baksteen in 7 bouwlagen (‘pakhuis uitstraling’) aan de Zuid-Willemsvaart. Aan de zijde van de Straevenweg ligt de hoofdentree voor personeel en bezoekers en oogt het bedrijf veel zachter en rommeliger met kleinere, lossere units/hallen. Het bedrijf ontbeert een herkenbare entree. Een deel van de onbebouwde ruimte is groen ingericht met enkele grote bomen. Bosch tenslotte is ondergebracht in drie gebouwen die los van elkaar gesitueerd zijn op het kavel. Zij zijn georiënteerd op de Houtstraat en Industriekade. Een groot deel van het terrein is onbebouwd: deels is dit in gebruik als parkeervoorziening, deels heeft dit een groeninrichting met forse bomen.
13
14
Kleinschalige bedrijvigheid Er bestaat een grote verscheidenheid aan kleinschalige bedrijven, gesitueerd op kavels die variëren tussen de 1.000 m2 en 8.000 m2. Opvallend is het aandeel (industriële) productie- en assemblagebedrijven zoals Frencken chemische technologische producten en Akon plastics met een groot bebouwingspercentage. Het plangebied huisvest verder een aantal autobedrijven zoals Autocentrum 2000, Autobedrijf Centraal, DHZ, etc. Verder hebben zich, door de nabijheid van het centrum en de ligging binnen de ring, ook meerdere kleinschalige bedrijven gevestigd die zich thuis voelen in binnenstedelijke omstandigheden zoals het kringloopcentrum, uitvaartcentrum, hondentrimsalon, ateliers, etc. Zij geven vaak een ‘tweede’ leven aan bestaande panden. Het geheel oogt zeer verdicht en rommelig zonder eenheid in materiaal- en kleurgebruik en met weinig tot geen aandacht voor een kwalitatieve inrichting van het onbebouwde terreindeel. Daarnaast heeft de leegstand geleid tot vandalisme en achterstallig onderhoud. Dit geldt met name voor enkele bedrijven aan de Houtstraat en Straevenweg. In de huidige situatie bestaan de meeste hallen met de voorgebouwen uit (geschilderde)baksteen, golfplaten en gevelelementen in wit, grijstinten en groen met harde accentkleuren in rood, groen en blauw. Deze bedrijven zijn vaak opgebouwd uit het principe: verhard voorterrein met parkeren, entree met kantoorfuncties opgenomen in het hoofdvolume of enigszins “los”ervoor geplaatst en daarachter een grotere hal.
Woningen Naast bedrijvigheid, zijn in de Kanaalzone I ook enkele woningen gesitueerd; aan weerszijden van de Houtstraat naast de Ringbaan west, een tweetal woningen aan de Kanaalstraat en een bedrijfswoning op het terrein van Bosch aan de Houtstraat.
15
16
woningen Houtstraat
garagebedrijf H. v.d Kruijs
Joosten Products
installatietechniek Janssen van Zutphen
17
18
Openbare ruimte De spoorlijn en het kanaal zijn structurende elementen van stedelijk formaat. De Zuid-Willemsvaart biedt weidse uitzichten naar het landschap. De oevers zijn met gras begroeid, extensief beheerd, waarbij ter hoogte van Meneba in een aanlegsteiger is voorzien. De spoorlijn is gelegen op een talud en begroeid met diverse soorten bomen en struiken. In het gebied is al een stevige bomenstructuur aanwezig. Er is een rijke laanbeplanting langs de Straevenweg, Kanaalstraat, Weerterbeekweg, Molenveldstraat en Parallelweg. Grote bomen als Moeraseik en Zomereik bepalen het beeld van de openbare ruimte van het bedrijventerrein. De bomen staan met hun voeten in het trottoir of, zoals bij de Straevenweg, in een begroeiing van lage struiken. Op de overgang van het bedrijventerrein en woongebied staan diverse kleinere boomsoorten met hoge sierwaarden. Langs de route van station naar het bedrijventerrein dragen majesteuze Platanen bij aan het groene karakter van het gebied. De Industriekade en Houtstraat steken hier karig bij af. De ruimte tussen wegprofiel en bebouwing is niet eenduidig ingericht en is afwisselend groen en verhard. De bedrijven kennen geen eenduidige erfbegrenzingen: hagen worden afgewisseld met diverse soorten hekwerken geplaatst in de erfgrens en/of voorgevelrooilijn en gaaswerk met begroeiing. Opvallend is dat een groot aantal bedrijven tussen straat en private kavel geen erfafscheiding heeft. Het rioolstelsel dateert uit de jaren 50/60. In die tijd was het rioleringsbeleid gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van al het water uit het stedelijk gebied. Binnen het beschouwde gebied wordt momenteel schoon drinkwater gebruikt voor de bedrijfsvoering. Dit water wordt na gebruik in het riool geloosd en afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.
19
huidige profielen
20
huidige profielen
21
22
Ontsluiting en parkeren Het plangebied wordt ontsloten via de Parallelweg, de Industriekade en via het spoortunneltje Louis Regoutstraat en heeft geen directe aansluiting op de Ringbaan-West; een bereikbaarheid via omrijden dus. Deze slechte bedrijvigheid staat in contrast met de meer recente bedrijventerreinen nabij het nationale autosnelwegennet. Door een nieuwe ontsluiting op de Ringbaan, wordt de verbinding met de regio aanzienlijk vergroot. De Ringbaan West ligt hoog bij de kruising met het kanaal en komt, ter plaatse van het plangebied, op maaiveld te liggen om de spoorlijn onderlangs te kruisen. Binnen het plangebied bestaat geen hierarchie in wegen, alhoewel de Industriekade, Parallelweg en Straevenweg veelvuldig gebruikt worden. Het principe profiel bestaat uit een brede rijweg, trottoirs aan beide zijden met al dan niet een smalle groenstrook voor de laanbeplanting (lage struiken). Het gedeelte ten westen van de Ringbaan-West wordt ontsloten via de Industriekade en de Houtstraat die eindigt bij het terrein van Bosch. Voor fietsers zijn geen aparte voorzieningen aanwezig. De ontsluiting van de kavels geschiedt vaak door middel van meerdere inritten per kavel. Dit is het geval bij de grote bedrijven, maar ook veel kleinere bedrijven hebben twee inritten. Het laden en lossen gebeurt gedeeltelijk op eigen terrein; indien dit niet mogelijk is zoals bij Joosten Products aan de Kanaalstraat geeft dit knelpunten met de overige weggebruikers. Ook de begrenzing van de woonwijk Fatima zorgt voor spanningen tussen wijkverkeer en vrachtverkeer; met name op de Slachterijstraat. Het parkeren vindt veelal plaats op eigen terrein, op de openbare weg, onder het viaduct en langs de spoordijk en incidenteel aan de straat (Molenveldstraat, Weerter Beekweg en Slachterijstraat). Bij de kleinere bedrijven is het parkeren op eigen erf gesitueerd aan de voorzijde en in een strook langs het bedrijf. Bij Roto Smeets, Meneba en Bosch is voorzien in geclusterde parkeervoorzieningen op de kavel. Opvallend is de afwezigheid van buitenopslag in het zicht.
23
24
3. Concept Positionering en branchering De afgelopen decennia heeft het accent van de ontwikkeling van Weert gelegen aan de noordzijde van de Zuid-Willemsvaart. Het bedrijventerrein Kanaalzone I is een van de locaties die onder druk staat. Onder de huidige omstandigheden kan Kanaalzone I de concurrentie met andere bedrijventerreinen niet aan. Ingezet moet worden op kwaliteitsverbetering en een nieuw imago met een eigen uitstraling en functionele invulling. Het bedrijventerrein Kanaalzone I is en blijft in de toekomst een bedrijventerrein getypeerd als “modern gemengd”. Zij is bestemd voor bedrijven in de milieucategorie 1 tot en met 3, met uitzondering van de bedrijven die grenzen aan de woonwijk Fatima (milieucategorie 2 toegestaan) en categorie 4 voor de drie bestaande grote bedrijven. De grote bedrijven houden hun huidige functie. In de drie deelgebieden geldt de functie modern gemengd. Daaronder vallen in elk geval: ambachtelijke en productiebedrijven groothandel showrooms/verkoop van keukens, sanitair, haarden, etc. showrooms/verkoop van 2e hands auto’s, boten, caravans, landbouwwerktuigen (alleen als deze activiteiten binnen plaatsvinden( bedrijfsverzamelgebouwen voor starters en kleine ondernemers In totaal mag 15% getransformeerd worden in functie. Dit betekent circa 35.000 m2. Primair in te vullen bij deelgebied 1 (entreegebied) met deelgebied 2 (Parallelweg) als overloopgebied. Hiervoor geldt: maximum 5.000 m2 leisure (fitness in combinatie met health en welness) leisure in andere vorm dan fitness etc. publieksgerichte dienstverlening maximum 5.000 m2 per vestiging (kantoren, gezondheidscentra, etc.) waarvoor in de binnenstad geen plaats is en die niet in Centrum-Noord gevestigd kunnen worden.
25
26
Ontwikkelingsstrategie Het succes van de revitalisering vindt zijn basis in een drietal fundamenten: 1. de ruimtelijke en functionele transformatie van deelgebied I rondom de nieuwe rotonde en het optimaal benutten van de potenties binnen modern gemengd in ontwikkelingsgebied 2 en 3 (optimale functionele mogelijkheden en ruimtelijke verschijning). Voor de zittende bedrijven in de gebieden 4 worden kaders aangereikt om handhavend op te treden en duidelijkheid te geven over eventuele ontwikkelingsinitiatieven. 2. De aanleg van de nieuwe hoofdontsluiting op de Ringbaan-West in de vorm van een rotonde die samen met nieuwe bebouwing rondom de rotonde de entree vormt van de Kanaalzone I. 3. Een verbetering van de openbare ruimte en ontsluitingsstructuur.
Eenheid en eenvoud De functionaliteit van het huidige bedrijventerrein is een hard uitgangspunt. Voor zowel de openbare ruimte als de bebouwing gelden rust, eenheid en helderheid als bepalende termen met betrekking tot het materiaalgebruik, de inrichting van de wegprofielen en de onbebouwde ruimte en positionering van de bebouwing. Gezien de bestaande situatie van bedrijven, het individuele karakter van de bedrijven en de eisen die een bedrijf aan de bedrijfsvoering stelt, zet de overheid in op een robuuste, sterk structurerende, duurzame openbare ruimte en zijn richtlijnen noodzakelijk voor de erfovergangen en de in het zicht liggende bebouwing. Binnen de gewenste presentatie van het bedrijventerrein als geheel, moet rekening worden gehouden met de diverse begrenzingen. Binnen Kanaalzone I is sprake van de invloedssfeer van de Ringbaan-West, het kanaal, de spoorlijn en de woonwijk Fatima, waardoor een interne sfeer overblijft rondom de Straevenweg en Molenveldstraat. Het type bedrijven, de positionering op het kavel, de massaopbouw, de architectuur, etc. dient dan ook binnen deze invloedssferen te worden bepaald.
27
28
4. Ruimtelijk-functionele visie Ontsluiting en parkeren De hoofdontsluiting van het plangebied wordt gecreëerd door een nieuw aan te leggen, helder vormgegeven ontsluiting vanaf de Ringbaan-West in de vorm van een rotonde. Hierbij zal het gedeelte van Kanaalzone I, gelegen ten oosten van de Ringbaan-West ontsloten worden vanaf de Straevenweg noordelijk van de Molenveldstraat. Het westelijke gedeelte van Kanaalzone I kan op termijn vanaf genoemde rotonde door middel van een nieuw aan te leggen verbinding richting Houtstraat worden ontsloten. Daarnaast zal het plangebied worden ontsloten via de Industriekade in westelijke richting, via de Parallelweg en via het spoortunneltje Louis Regoutstraat. Na de aanleg van de nieuwe verbinding richting Houtstraat, wordt een knip gelegd in de Industriekade ter hoogte van de overgang Fatima – kanaalzone I. Door de nieuwe wegverbinding van de Straevenweg naar het kanaal ontstaat een binnenring van Straevenweg, Molenveldstraat en Weerterbeekweg. Op deze binnenring zijn een tweetal lusstructuren aangetakt, bestaande uit 1. de Parallelweg, Straevenweg en Slachterijstraat en 2. Kanaalstraat, Industriekade, Houtstraat en nieuwe wegverbinding. Dit betekent dat de Houtstraat, tussen Parallelweg en Industriekade wordt onderbroken. De beeldkwaliteit en uniformiteit langs de binnenring en ontsluitingslussen moet versterkt worden. Gezien de relatief kleine omvang van het bedrijventerrein en de rommelige aanblik, wordt uitgegaan van eenzelfde principe profiel in de straten, hetzelfde meubilair, verlichting, etc. De inrichting moet conform duurzaam veilig verkeer worden ingericht, d.w.z. een inrichting van het bedrijventerrein in 50km/uur wegen.
Langzaam verkeer De Industriekade wordt na de aanleg van de rotonde direct ten oosten van het bedrijf Joosten onderbroken voor alle gemotoriseerd verkeer. Voor fietsers en voetgangers blijft deze route wel beschikbaar zodat hiermee een directe en veilige route langs het kanaal naar het noordelijk deel van het centrum ontstaat. Ook langs de Straevenweg en Parallelweg moet aandacht zijn voor het fietsverkeer, waar rekening mee gehouden moet worden bij nieuwe profielindelingen.
29
30
Parkeren Het parkeren in de openbare ruimte wordt voorkomen door nieuwe profielindelingen, die zo uniform mogelijk zijn. Er komt een algeheel parkeerverbod voor de openbare ruimte. In alle gevallen dienen daarom voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein te worden gerealiseerd of op een centrale parkeervoorziening. Op sommige plaatsen zullen toch parkeerplaatsen in het openbare profiel aangelegd moeten worden indien ze niet op eigen terrein te realiseren zijn. Onder het viaduct blijft de bestaande parkeervoorziening gehandhaafd. Wel is een herinrichting/upgrading noodzakelijk om visueel een verbindingselement te realiseren tussen de bebouwing aan weerszijden van de Ringbaan en het parkeren beter te organiseren. Een goede verlichting, verharding waar dit slechts noodzakelijk is en het opzetten van een kunstproject zijn enkele onderdelen hiervan. De parkeervoorziening langs het spoor blijft gehandhaafd, maar zal op korte termijn mogelijk niet meer openbaar zijn, maar onder voorwaarden van NS/Q-park. De parkeernormen worden bepaald volgens de geldende CROW-normen op het moment van uitvoering van de plannen. De ontsluiting van de afzonderlijke bedrijven dient in principe middels één inrit per bedrijf. Om zo min mogelijk doorbrekingen te krijgen in de groen- en bomenstructuur in de straten, wordt gestreefd de inritten van twee afzonderlijke bedrijven te combineren tot één inrit. Ieder bedrijf moet in principe bereikbaar zijn voor de vuilnisophaaldienst, hulpdiensten, etc. Bij de grote bedrijven zoals Roto Smeets, Meneba en Bosch dient de ontsluiting nader onderzocht te worden waarbij een grotere helderheid in entrees wordt nagestreefd. Het laden en lossen en manoevreren van vrachtwagens moet in principe op eigen terrein geschieden; bij voorkeur overdekt, of zoveel mogelijk van de openbare weg af indien op eigen terrein geen mogelijkheden zijn (bv. Joosten langs de Kanaalstraat). Bedrijven kunnen onderzoeken of een gezamenlijke laad- en losstraat tot de mogelijkheden behoort en een gemeenschappelijke parkeerplaats voor vrachtauto’s en personenauto’s. Door de directe confrontatie tussen bedrijventerrein en woonwijk (Slachterijstraat, Weerterbeekweg), zorgt het vrachtverkeer voor de nodige overlast. Bij de transformatie van de zone Molenveldstraat-Parallelweg zijn inritten aan de Slachterijstraat niet mogelijk en moet de afwikkeling van het vrachtverkeer via andere wegen geschieden.
31
32
Openbare ruimte De openbare ruimte moet functioneel en aantrekkelijk zijn. De Kanaalzone I blijft een bedrijventerrein wat betekent dat de huidige bedrijven hun taken goed moeten kunnen uitvoeren. Het plangebied wordt gekenmerkt door een stevige bomenstructuur in de straten en langs het spoor. Daarnaast zijn op enkele plaatsen op de private kavels waardevolle groenpercelen aanwezig. Voor de toekomst dient in gezet te worden op het behoud van de bomen en het maken van een stevig groen netwerk (bijvoorbeeld verbindingen tussen de interne wegen, de spoorlijn, de Zuid-Willemsvaart en langs en onder de Ringbaan-West). De straten moeten vergroend worden door de bomen in een grasstrook te zetten en de erfafscheiding eenduidig neer te zetten met lage hagen. De oppervlakte verharding moet tot een minimum worden beperkt. Het streven is, bij bedrijven waar mogelijkheden zijn om het parkeren binnenin op te lossen, om de voorzones bij alle bedrijven uniform groen in te richten. De onderbrekingen in de groenstructuur moeten tot een minimum worden beperkt en de inritten eenduidig worden vormgegeven. Vanuit de functionaliteit van het bedrijventerrein en de ligging in het binnenstedelijk gebied, is intensief ruimtegebruik op de private kavels het hoofdstreven. Dit neemt niet weg dat de bestaande (monumentale) bomen (met name Meneba en Bosch) op de private kavels zorgen voor een aangename sfeer en groene verbindingen leggen met de Zuid-Willemsvaart en spoor. Ingezet wordt op het versterken/vergroenen van deze structuren door, op de plaatsen waar dit mogelijk is, parallel aan het kanaal bomen op de private kavels te planten. De groene inbedding van de Ringbaan-West wordt in de Kanaalzone I gecomplementeerd door de verharding onder en naast het viaduct tot een minimum te beperken en de restruimten groen in te richten en de ruimte tussen bebouwing en weg langs de Ringbaan en rond de nieuwe rotonde groen in te richten met enkele solitaire bomen. Om een optimale groeninrichting te krijgen op de privé voorzones en in het openbaar gebied, zal het ontwerp in 1 hand genomen moeten worden. De rommelige aanblik van de bebouwing ten westen van de Houtstraat dient verbeterd te worden door de aanplant van een bomenlijn langs de straat waardoor de Ringbaan een groene ruggengraat krijgt.
33
34
Bebouwing Voor de toekomst wordt ingezet op een bedrijventerrein met milieucategorie 1 tot en met 3, met uitzondering van de bedrijven die grenzen aan een woonwijk (milieucategorie maximaal 2). In het gebied is sprake van een zonering in bebouwingstypologie, samenhangend met de grootte van de kavels en het type bedrijvigheid. 1.
2.
3.
4.
5.
Bestaande grote bedrijven: Voor de toekomst wordt uitgegaan van het handhaven van Roto Smeets en Meneba. Gezien de dominantie op het bedrijventerrein en het streven naar eenheid en rust, moeten eventuele uitbreidingen op een compacte manier plaatsvinden in aansluiting op het bestaande. Nieuwe compacte, representatieve bedrijven: gezien de enorme impact op de totale uitstraling van het bedrijventerrein en de grote bebouwingselementen, is het belangrijk dat de bebouwing zich als eenheid presenteert, representatief is (oriëntatie op de omliggende wegen) en compact wordt opgezet. Kleinschalige, individuele bedrijven: aansluitend op de woonbebouwing Fatima en de spoorzone wordt in deelgebied 2 en 3 ingezet op kleinschalige bedrijven. Tevens is in deelgebied 2 overloop mogelijk van functies zoals leisure en publieksgerichte dienstverlening, mits in deelgebied 1 onvoldoende ruimte voorhanden is. Naast de individuele uitstraling/eigen identiteit is samenhang in het totaalbeeld belangrijk. De overgangen naar Roto Smeets en Meneba moeten zorgvuldig worden vormgegeven alsmede de overgang naar het kanaal en de woonwijk. De “Campus” bedrijven ten westen van de Ringbaan-West: hier zijn op dit moment een drietal bedrijven gevestigd waaronder Bosch. Kenmerkend voor de huidige situatie zijn de grootschalige bedrijven die solitair op het kavel zijn geplaatst met een waardevol centraal groenelement. Bij nieuwe bedrijvigheid of renovatie van het bestaande moet ingezet worden op markante gevels en solitaire/krachtige bebouwingseenheden aan de Ringbaan-West. Bestaande woningen: in deze beleidsnota wordt uitgegaan van het handhaven van de bestaande woningen. In de toekomst mag hier, bij sloop van de woningen, bedrijvigheid worden toegevoegd.
35
principe-verkavelingen deelplan 1
principe-verkavelingen deelplan 1
36
Deelplan 1: Kanaalsprong (Houtstraat-Straevenweg) Dit gebied bevindt zich bij de nieuw aan te leggen ontsluiting van het gebied. Het is ook de entree van het gebied. Een groot aantal bedrijven staat leeg. Functioneel geldt de bestemming modern, gemengd. Hier mag de functie ook getransformeerd worden (maximaal 35.000 m2 primair in te vullen in deelgebied 1 met een overloop naar deelgebied 2) in maximaal 5.000 m2 leisure, leisure in een andere vorm dan fitness en publieksgerichte dienstverlening maximaal 5.000 m2 per vestiging (kantoren, gezondheidscentra, etc.) waarvoor in de binnenstad geen plaats is en die niet in Centrum-Noord gevestigd kunnen worden. Met behoud van de woningen en een extra wegverbinding, bedraagt het uitgeefbaar terrein circa 19.700 m2.
De principe-verkavelingen laten zien dat meerdere bedrijven van 5.000 m2, maar ook kleinere bedrijven hier een plek kunnen krijgen en optimaal ontsloten worden door één, veelal twee ontsluitingswegen. Hierbij gaan we ervan uit dat de bedrijven het grondvlak maximaal benutten en optimale oplossingen zoeken voor het parkeren (onder het viaduct, geïntegreerd in het gebouw, of binnenin). De inrittenmoeten per twee gebundeld worden waarbij de situering aan de (vroegere) Houtstraat niet wenselijk is. Aan de zijde van de Ringbaan-west is een representatieve gevel (etalage-functie) gewenst in een groene inbedding. Inritten met de daarbij behorende verkeersbewegingen en gaten in de gevel passen niet in dit beeld.
Stedenbouwkundig moet een duidelijke entree gecreëerd worden met representatieve bebouwing in een moderne architectuur, die met zijn uitstraling en beeldkwaliteit zal gaan functioneren als motor en maatstaf voor de ontwikkeling van het achterliggende gebied. Hierbij wordt vooralsnog uitgegaan van het handhaven van de woningen aan de Houtstraat. Door de gekozen wegenstructuur wordt deze zone onderverdeeld in 3 zones. Belangrijk is dat de bebouwing een bepaalde afstandsmaat handhaaft (privé-voorzone van circa 7 meter groen inrichten) ten opzichte van de erfgrens en de bebouwing binnen de drie deelgebieden een samenhang vertoont. De gebouwen moeten met hun ‘voeten’in het groen staan, waarbij het talud van de rotonde en de voorzone in een gezamenlijk ontwerp moet worden vormgegeven.
Het streven op het bedrijventerrein is intensief ruimtegebruik. Dit uit zich in het maximaal bebouwen van het kavel (rekening houdend met parkeren op eigen terrein), maar ook in het bouwen in de hoogte. Met name bij het vormgeven van de entree, hoort een minimale bouwhoogte. Ook gezien de hoogte van het viaduct, wordt een minimale bouwhoogte aangehouden van 8 meter. De bebouwing aan weerszijden van de rotonde moet qua hoogten op elkaar worden afgestemd, waarbij de bebouwing grenzend aan de woningen in de Houtstraat minder hoog mag zijn. Dit betekent concreet dat de bebouwing grenzend aan de woningen in de Houtstraat maximaal 12 meter hoog mag zijn (bouwhoogte) indien aangetoond wordt dat dit geen negatieve effecten heeft op de lichttoetreding en bezonning van de woningen.
Voor de bebouwing ten noorden van de nieuwe entree tot aan de Industriekade geldt een maximum bouwhoogte van 15 meter, waarbij 15 meter als hoogte-accent moet worden gezien. De bebouwing aan de Straevenweg mag maximaal 12 meter zijn. Verder valt op dat met het handhaven van de woningen aan de Houtstraat, de bebouwingsmogelijkheden van het overig deel van de zone beperkt is en de entree minder goed kan worden vormgegeven. Afhankelijk van het aantal bedrijven in deze zone, fungeert de Houtstraat als inrit of slechts als woonstraat. Vanuit het bebouwingsperspectief rond de rotonde, mag het duidelijk zijn dat stedenbouwkundig de voorkeur bestaat om de inritten alleen aan de Straevenweg te situeren.
37
principe-verkavelingen deelplan 2
38
Deelplan 2: Molenveldstraat-Spoorboulevard Dit gebied kenmerkt zich door kleinschalige bedrijvigheid aansluitend op de woonbebouwing van Fatima en beslaat circa 31.800 m2. Het geheel oogt met name aan de Molenveldstraat en Straevenweg rommelig: sommige bedrijfsgebouwen staan leeg, andere hebben een achterkant situatie aan de straat. De individualiteit is en blijft belangrijk in deze zone, waarbij echter wel een bepaalde samenhang moet worden nagestreefd. Over een langere periode kan dit gebied een transformatie ondergaan, die kavelsgewijs kan geschieden en waarbij de mogelijkheden binnen modern, gemengd, optimaal benut moeten worden. De bijgevoegde verkavelingsvoorbeelden moeten dan ook als principes worden gelezen (waarbij de gebouwen zich geleidelijk voegen) en als inspiratiebron voor derden dienen. Hier geldt de functie modern gemengd. In totaal mag op het bedrijventerrein circa 15% getransformeerd worden in functie. Primair is dit gewenst bij deelgebied 1, maar deelgebied 2 kan als overloopgebied beschouwd worden. Het gaat dan om maximaal 5.000 m2 leisure, leisure in een andere vorm dan fitness en publieksgerichte dienstverlening van maximaal 5.000 m2 per vestiging (kantoren, gezondheidscentra, etc.) waarvoor in de binnenstad geen plaats is en die niet in Centrum noord gevestigd kunnen worden.
Parkeren en laden/lossen moet bij nieuwe bedrijvigheid op eigen terrein worden opgelost (op het achtererf). Indien dit in de huidige situatie niet mogelijk is, moet het parkeren door middel van een groene afscherming uit het zicht worden genomen. De inritten t.b.v. parkeren en laden/lossen moeten per twee gecombineerd worden. De bijbehorende principes laten verschillende mogelijkheden zien voor laden en lossen en parkeren, waarbij bedrijven individueel deze zaken kunnen oppakken, tot een variant waarbij meerdere bedrijven gezamenlijk gebruik maken van een laad/losstraat. Op de ‘korte’ termijn in een situatie waarbij de huidige bedrijven gehandhaafd blijven, kan gestart worden met de aanleg van een lage haag, het inrichten van de voorzone en het realiseren van een hogere groene afscheiding van het achterterrein. Het beheer van het groen, en eventueel ook de aanleg, kan in het kader van parkmanagement gezamenlijk worden opgepakt.
Parallelweg een bouwhoogte van maximaal 12 meter is toegestaan. Er wordt geen minimum bouwhoogte aangegeven. Wel is het vanuit de beeldkwaliteit gewenst, dat representatieve bebouwing aan de straatzijde wordt gerealiseerd. Eenheid en rust zijn voorwaarden bij verdere ontwikkeling, waarbij een vaste rooilijn, bebouwing op de hoeken en minimaal in 1 zij-erfgrens en een uniforme inrichting van de voorzone met een haag als begrenzing noodzakelijk zijn. Op het binnenterrein kan meer verscheidenheid ontstaan.
Qua bouwhoogte moet aangesloten worden op de bestaande bebouwing aan de Parallelweg, die varieert van appartementen en kantoorruimten in 3-4 bouwlagen (9-12 meter) tot grondgebonden woningen. De bebouwing van Roto Smeets aan de Molenveldstraat heeft een hoogte-accent van circa 9 meter. Gestreefd wordt naar het intensief bebouwen van het kavel, in lengte/breedte en in hoogte. Gezien de nadruk op moderne, gemengde bedrijvigheid, geldt een maximum bouwhoogte van 9 meter aan de Molenveldstraat en Slachterijstraat terwijl aan de
39
principe-verkavelingen deelplan 3
40
Deelplan 3: Kanaalstraat-Straevenweg Door de Straevenweg en Kanaalstraat ontstaat een driedeling; gezamenlijk bedraagt het uitgeefbaar terrein circa 31.900 m2. Een tweetal zones grenzen aan grote bedrijven als Roto Smeets en Meneba. Hier is een goede overgang noodzakelijk met relatief veel massa en kavels van minimaal 3.000 m2, voor bedrijven in de categorie modern gemengd waarbij de functionele en ruimtelijke verschijning optimaal moeten zijn. Direct grenzend aan de woonwijk Fatima is een goede aansluiting tussen bedrijfsbebouwing en woonbebouwing noodzaak en zijn bedrijven tot milieucategorie 2 toegestaan. Dit vereist zorgvuldigheid in maat en schaal waarbij een maximale bouwhoogte geldt van 7 meter. Voor de nieuwe bedrijven aan de overzijde van de Kanaalstraat en Straevenweg, niet grenzend aan de woonwijk, is een hogere bouwhoogte toegestaan. De bebouwing aan de Industriekade mag maximaal 12 meter zijn. Aan de binnenzijde, rondom de Kanaalstraat en Straevenweg is een bouwhoogte van maximaal 9 meter toegestaan. Een uitzondering op deze regel betreft de bedrijfsbebouwing naast de woningen nummer 5 Kanaalstraat en nummer 2 hoek Kanaalstraat – Weerterbeekweg. Om de schaduwwerking en privacy inbreuk op de woonkavels enigszins te beperken worden hier afstandsmaten ingevoerd met bijbehorende hoogtematen. Op 10 meter afstand van de kavelgrenzen van de woningen is een maximale hoogte-maat toegestaan van 9 meter. Is bebouwing dichter op de kavelgrenzen
wenselijk, dan mag dit tot op 5 meter van de erfgrens in een maximale bouwhoogte van 7 meter. De bestaande bedrijven kunnen gerevitaliseerd worden; ook kunnen nieuwe individuele bedrijven een plek krijgen. Een bedrijfsverzamelgebouw met units voor kleine bedrijven is ook denkbaar. De twee verkavelingsprincipes laten zien dat diverse groottes van bedrijven passen en dat individuele oplossingen voor laden/lossen en parkeren denkbaar zijn, maar dat ook gecombineerde oplossingen gezocht kunnen worden. Belangrijk bij alle principes is dat het parkeren op eigen terrein op het achtererf moet worden gesitueerd. Indien dit in de huidige situatie niet mogelijk is, moeten parkeervoorzieningen worden gerealiseerd in de openbare ruimte of het parkeren afgeschermd worden met een groenvoorziening. Eventueel kan Roto Smeets extra grond aankopen om het parkeren op een goede ruimtelijke manier op te lossen (niet in de voorzone van 5 meter).
tussen Straevenweg en Houtstraat op de lange termijn (alternatieve oplossing), hoeft het verkeer naar Bosch en de overige bedrijven in het westen, geen gebruik meer te maken van de Kanaalstraat. Dit betekent niet dat er op korte termijn geen oplossing moet komen voor het knelpunt in de Kanaalstraat. Om de Kanaalstraat te vergroenen is het gewenst de bomen in een graszone te plaatsen. Hierdoor verdwijnt het trottoir aan beide zijden. In het nieuwe principe profiel wordt uitgegaan van een trottoir aan 1 zijde van de straat. In dit deelgebied is het daarom noodzakelijk 2 meter van het uitgeefbaar terrein om te zetten in openbaar gebied t.b.v. trottoir. De westzijde is daarvoor het meest geschikt. Aan de Industriekade mag accentvorming worden aangebracht waardoor er een herkenningspunt wordt gemaakt en de overgang tussen woonbebouwing naar bedrijvigheid wordt gemarkeerd.
Belangrijk is dat de inritten per twee bedrijven gecombineerd worden en dat rust en eenheid ontstaat in het straatbeeld door zoveel mogelijk vast te houden aan een harde rooilijn, de bebouwing te situeren in minimaal 1 erfgrens en de representatieve bebouwing aan de straatzijde te plaatsen. Verder dient het laden en lossen op eigen terrein te worden opgelost of in een gezamenlijke laad-en losstraat. Op dit moment geeft het laden en lossen van Joosten Products aan de Kanaalstraat problemen, omdat dit op de openbare weg plaatsvindt. Met de mogelijke aanleg van een weg
41
42
Overige bebouwing Bij de overige bebouwing wordt uitgegaan van het handhaven van de huidige bebouwing c.q. functies. Voor dit gebied worden kaders gegeven om bedrijven inzicht te geven in ontwikkelingsmogelijkheden en ter voorkoming van ongewenste ontwikkelingen. In hoofdstuk 5 en 6 zullen de kaders aangegeven worden voor de gewenste beeldkwaliteit van bebouwing en inrichting van de buitenruimte. Duurzaamheid en Parkmanagement In de Kanaalzone I is een duurzame ontwikkeling uitgangspunt. Dit heeft onder andere betrekking op het gebruik van duurzame materialen, het zuinig gebruik van energie, het minimaliseren van het verhard oppervlak tot het realiseren van een stedenbouwkundige structuur met een lange levensduur.
Water Binnen bestaand stedelijk gebied moet ‘slimmer’en ‘creatiever’met schoon hemelwater worden omgegaan. Het principe van vasthouden, bergen en afvoeren is hierbij van groot belang. Uitgangspunt is het zoveel mogelijk infiltreren op eigen terrein en het minimaliseren van het verhard oppervlak. Nieuwe bedrijvigheid moet aangepast worden aan de eisen van deze tijd. Het afkoppelen van regenwater is hier een vereiste. Infiltratie van dakwater moet op eigen terrein plaatsvinden en er mogen geen uitlogende materialen worden toegepast. Voor de bestaande bedrijvigheid wordt onderzocht welke aanpassingen mogelijk zijn en of afkoppeling mogelijk is (op eigen terrein danwel op de openbare ruimte). Bij het inrichtingsplan voor de openbare ruimte is het waterverhaal daarom een belangrijk onderdeel. Hier worden mogelijkheden onderzocht om de wegen binnen het plangebied te voorzien van doorlatende bestrating voor de (gedeeltelijke) afwatering van dakoppervlakken en wegen. Ook het hemelwater, afkomstig van de terreinverhardingen, moet afgevoerd worden, eventueel op een hemelwaterriool. De groene voorzone op de private kavels bieden ook mogelijkheden hiervoor.
43
Zorgvuldig ruimtegebruik In de Kanaalzone is op verschillenden niveaus een bijdrage te leveren aan zorgvuldig ruimtegebruik. aantrekken van publiek gebonden dienstverlening en leisure in deelgebied 1. Vanuit de ligging dicht bij het centrum van Weert en het station is de Kanaalzone I een gunstige locatie voor bedrijven die veel bezoekers of klanten trekken en voor bedrijven met veel (parttime)medewerkers waardoor een mogelijke beperking van het autogebruik optreedt. compact bouwen en terrein/gebouw gebonden parkeren: door het verruimen van de bebouwingsgraad en de toegestane hoogte kan meer bedrijfsvolume op een kavel worden gebouwd. Ook het gebouwgebonden parkeren vergroot de benutting van bedrijfspercelen. De nieuwe bedrijven kunnen de kavel maximaal bebouwen met uitzondering van de eerste 5 meter in de voorzone en mits het laden/lossen en parkeren op eigen terrein wordt gerealiseerd. Verder zijn er geen beperkingen in de bouwhoogte, met uitzondering van een maximale bouwhoogte van 2 lagen nabij de woonwijk Fatima. goede milieuzonering van bedrijven op het terrein; bij de Kanaalzone I is categorie 1-3 mogelijk met uitzondering van de bedrijven die grenzen aan de woonwijk (maximaal milieucategorie 2). openbaar groen en water op bedrijventerreinen een meervoudige functie geven. Het groen krijgt in de Kanaalzone I een functie als waterinfiltratiezone, hondenuitlaatplaats (t.p.v. Meneba) en wandelzone (bv. bij Bosch).
44
Parkmanagement Parkmanagement is een vorm van beheer op kantoren- en bedrijventerreinen waarbij bedrijven en gemeente samenwerken om op het terrein de gewenste kwaliteit te realiseren en te behouden. Parkmanagement dient vooral van start te gaan op basis van draagvlak. De maatregelen die in deze beleidsnota zijn opgenomen, kunnen alleen slagen bij een goede informatie-overdracht, enthousiasmering, samenwerking en handhaving vanuit gemeente en bedrijvenorganisatie. Hieronder worden enkele zaken genoemd waarvan wij denken dat ze kansrijk zijn in dit bedrijvengebied: -
-
-
-
Gezamenlijk inkopen van energie, het benutten van restwarmte m.b.v. een warmtepomp Gezamenlijk afvalmangement Het collectief beveiligen van het bedrijventerrein. Een gezamenlijke bewegwijzering met entreeborden en afzonderlijke zuilen per bedrijf Een eenduidige robuuste verlichting met energiezuinige lampen in combinatie met een kleur die bijdraagt aan het gevoel van sociale veiligheid. Een uniforme uitvoering van de hekwerken draagt bij aan de gewenste eenheid en rust. In de beeldkwaliteit openbare ruimte worden hier voorbeelden van gegeven. Voor dit bedrijventerrein kan een standaard hekwerk worden uitgekozen. Groenaanleg en beheer: er moeten afspraken gemaakt worden over de groeninrichting rondom de nieuwe entree en de aanleg en onderhoud van de hagen en de groene voorzones. Kunstproject: ter bijdrage aan de realisatie van een verbindingszone onder het viaduct, het verbeteren van de parkeermogelijkheden en de vergroting van de sociale controle, kan een kunstproject worden uitgeschreven. Parkeermogelijkheden en laden/lossen: bij voldoende draagvlak en ruimtelijke mogelijkheden, kunnen gezamenlijke oplossingen op eigen/collectief terrein worden aangeboden voor parkeren en laden/lossen. Goede afspraken zijn dan noodzakelijk over het beheer en de handhaving. Reclame: in deze beleidsnota zijn richtlijnen meegegeven voor het reclame beleid.
45
46
5. Beeldkwaliteit bebouwing De beeldkwaliteit van bebouwing kan gedeeltelijk beïnvloed worden aangezien een groot deel van het bedrijventerrein bestaat uit bestaande bebouwing en de transformatie/upgrading slechts gestimuleerd kan worden. De beeldkwaliteitseisen zijn daarom tweeledig: kwaliteitseisen aan bestaande bouw en kwaliteitseisen nieuwbouw. De beeldkwaliteitseisen dienen ter inspiratie voor de te handhaven bebouwing. Bij groot onderhoud of verbouw van bestaande bebouwing gelden deze eisen.
Positionering De positionering van bebouwing heeft invloed op de beeldkwaliteit van het terrein. Voor de bebouwing geldt een aantal basisprincipes met betrekking tot de beeldkwaliteit: 1. Bebouwing op kleinere kavels -
-
Grote loodsachtige bebouwing wordt op een zo eenvoudig mogelijke wijze vormgegeven De bebouwing dient minimaal in 1 zijdelingse erfgrens te worden gepositioneerd. De hoeken van de ‘bouwblokken’ moeten gemarkeerd worden met bebouwing. Aan de voorzijde moet een rooilijn worden aangehouden van 5 meter. Bij de bebouwing rondom de entree betreft dit 7 meter. Representatieve bebouwing zoals de entree en kantoorruimtes dienen aan de straatzijde te liggen. Deze bebouwing dient een accent te krijgen in de gevel. Dit kan door de gevel te laten verspringen ten opzichte van de hoofdmassa en door het materiaal- en kleurgebruik (echter op een terughoudende manier). Het aantal losse gebouwen dient beperkt te blijven en de voorkeur bestaat om de bebouwing als één compacte massa vorm te geven (met in achtneming van het voorgaande puntje). Aan de bebouwingsdichtheid worden geen grenzen gesteld, mits de voorzone gevrijwaard blijft en het parkeren en laden/lossen op eigen erf gebeurt. De bebouwing aan de nieuwe entree dient compact in 1 massa te zijn vormgegeven, zonder losse bijgebouwen. Hierbij is een speelse vormentaal denkbaar met afgeronde hoeken naar de entree. Bij de overige bebouwing dienen losse bijgebouwen te worden beperkt.
47
48
-
Minimaal 50% van de kavelbreedte bebouwen in de rooilijn. Afhankelijk van de positionering in het plan wordt een maximum bouwhoogte aangehouden van 12 meter bij de Parallelweg en de Industriekade. Aan de Straevenweg, Kanaalstraat en Molenveldstraat geldt een maximum van 9 meter. Aan de zijde van de woonwijk Fatima moet terughoudender met de bouwhoogte worden omgegaan, hier geldt een maximale bouwhoogte van 7 meter. Ook dient terughoudender met de hoogte worden omgegaan rondom de twee bestaande woonkavels aan de Kanaalstraat en Kanaalstraat/ Weerterbeekweg. Op 10 meter afstand van de kavelgrenzen is een maximum hoogte toegestaan van 9 meter. Bebouwing mag tot op 5 meter afstand van de kavelgrenzen worden gerealiseerd, maar hier geldt dan een maximum hoogte van 7 meter. Aan de Houtstraat geldt aan beide zijden van het viaduct een maximale hoogte van 15 meter, waarbij 15 meter als een hoogte-accent moet worden gezien.
2. Bebouwing op grote kavels -
-
-
Roto Smeets: eventuele uitbreidingen moeten binnen de bebouwingsenvelop gebeuren, waarbij uitbreidingen visueel en fysiek onderdeel moeten zijn van de hoofdmassa. Nieuwe uitbreidingen dienen zich te conformeren aan de voorgestane hoogten, waarbij aan de Industriekade maximaal 12 meter hoog gebouwd mag worden en aan de Straevenweg maximaal 9 meter. Meneba: de losse verzameling gebouwen dient meer geïntegreerd te worden en een heldere structuur van bebouwingseenheden moet worden aangebracht. De entree met kantoorfuncties dient gekoppeld te worden aan de toegang tot de kavel en de oriëntatie is op de openbare weg gericht. Vooral de bebouwing aan de Straevenweg moet als een voorkant worden vormgegeven. De nieuwe uitbreidingen mogen maximaal 9 meter hoog zijn aan de Straevenweg, Molenveldstraat en Weerterbeekweg. Wel dient 10 meter afstand gehouden te worden naar de erfgrenzen van de bestaande woningen aan de Kanaalstraat en Weerterbeekweg. Tot 5 meter van de erfgrens mag de bebouwing naderen, mits maximaal 7 meter hoog. Bosch: de heldere structuur van grotere lossere bebouwingseenheden moet niet verstoord worden door de plaatsing van kleinere losse gebouwen. Een accent rond de nieuwe rotonde is wenselijk. Uitbreidingen dienen gekoppeld te worden aan de bestaande bebouwing. Ze mogen maximaal 12 meter hoog zijn aan spoor en Industriekade. Ook aan de Houtstraat geldt een maximale basishoogte van 15 meter, waarbij 15 meter als hoogte-accent geldt.
49
50
Uitstraling De uitstraling van de bebouwing is en blijft industrieel en robuust. Met name de grote bedrijven blijven dominant aanwezig in het straatbeeld maar door de aanwezigheid van monumentale bomen kan dit beeld enigszins verzacht worden. De bebouwing die direct georiënteerd is op de openbare weg en zichtbaar is, dient op een bijzondere en aansprekende manier te worden vormgegeven. Belangrijk blijft dat het kleurgebruik niet te donker moet zijn in de straten met de forse laanbeplanting en dat het geen schreeuwerige aanblik geeft door de harde kleuren. Op enkele plaatsen zijn bijzondere accenten gewenst door een bijzondere architectuur en/of massaopbouw. Rondom de entree dient architectonisch aan twee zijden een accent geplaatst te worden. De weg sluit aan op de Straevenweg, waardoor de zijgevel van Roto Smeets prominent in beeld komt. Afspraken moeten gemaakt worden met Roto Smeets om deze gevel op te knappen. Voor de bebouwing in de zone Molenveldstraat-Straevenweg is het belangrijk dat naast de indivualiteit van de bebouwing, er ook een grote samenhang ontstaat. Dit gebeurt door een uniforme inrichting van de erfafscheidingen, voorzones, hoogten, vaste rooilijnen en afstemming van het kleur- en materiaalgebruik. Ditzelfde geldt ook voor de bebouwing aan de Kanaalstraat. Door het vastzetten van de buitenste hoeken ontstaan heldere, leesbare blokstructuren.
51
52
Materiaal- en kleurgebruik Het materiaalgebruik sluit zoveel mogelijk aan bij de bestaande materialen die gebruikt worden op het bedrijventerrein, waarbij het kleurgebruik soberder moet zijn met beperkte accentkleuren. Duurzame materialen zijn een vereiste; in verband met de uitloging van materialen is zink niet toegestaan. Het materiaalgebruik voor loodsen is eenvoudig en terughoudend. Een standaardopbouw met een constructie van golfplaten heeft de voorkeur, eventueel op een basement van baksteen. De kleuren zijn ook terughoudend in wit en grijstinten (zie voorbeelden). In de huidige situatie is ook het gebruik van gevelelementen aanwezig. Voor de bijgebouwen (entree, kantoorfuncties, e.d) geldt het gebruik van duurzame materialen zoals (geschilderde) baksteen, blank hout, stuc, gevelelementen etc. De kleuren sluiten aan op het bestaande zoals roodtinten bij de bakstenen, wit, lichtgrijs, antraciet. Ondergeschikt dienen accentkleuren te zijn zoals rood en donkerblauw. Groen, kobaltblauw en andere harde kleuren zijn niet toegestaan. Het kleurgebruik dient vooral in contrast te staan met de donkere bomen en een rustige, ingetogen uitstraling te geven. De entree (deelgebied I) moet meer allure krijgen dan de overige bebouwing. Dit uit zich in markante bebouwing, een hoogwaardige inrichting van de voorzone en het gebruik van hoogwaardige materialen. Glas is een mooie toevoeging, vooral als bedrijven een duidelijke etalagefunctie hebben, evenals baksteen en hoogwaardige gevelelementen. De architectuur met de hierbij behorende kleuren mag opvallend zijn, zonder knallend te worden. Voor de bestaande bebouwing moet bij groot onderhoud het schilderwerk in wit/grijs of donkerblauw en rood worden aangehouden en bij een ‘face-lift’ wordt het gebruik in de hierboven beschreven materialen en kleuren nagestreefd. Zonneschermen zijn in de huidige situatie vaak uitgevoerd in felrood of andere opvallende kleuren. Bij nieuwbouw en/of renovatie moeten de zonneschermen onopvallend en liefst geïntegreerd worden in de ramen.
Referenties De beelden die zijn opgenomen zijn voorbeelden van toepassingen die aansluiten op de gewenste beeldkwaliteit in Weert Kanaalzone I. Hierbij gaat het er niet om dat er een letterlijke vertaling gemaakt moet worden. Het gaat om de sfeer en uitstraling die bij de transformatie van de Kanaalzone I wordt nagestreefd.
53
principeprofiel
principe kavelinrichting
54
6. Beeldkwaliteit Openbare ruimte De beeldkwaliteit van de openbare ruimte wordt bepaald door de opbouw en inrichting van de openbare weg, de erfafscheidingen en de privé voorzone tussen erfgrens en bebouwing. Naast de inrichting zorgt vooral het beheer van de openbare ruimte voor de kwaliteitshandhaving op langere termijn. Hierbij dient het beheer van de openbare ruimte en overige ruimten op elkaar afgestemd te worden. In de Kanaalzone I wordt gestreefd naar uniformering in toe te passen materialen voor de openbare ruimte. Eenheid en rust vertaald in eenduidige profielen, bomen, materiaalkeuze, beplanting, verlichting, reclamebeleid, etc.
Profielen Voor de bestaande en nieuwe wegen (met uitzondering van rotonde en “entreeweg”) is een principe-profiel opgesteld, die samen met bedrijven binnen het civieltechnisch ontwerp verder uitgewerkt moet worden. Uitgangspunt is dat alle wegen binnen het bedrijventerrein bestaan uit hetzelfde principe-profiel aangezien het een relatief klein bedrijventerrein betreft en de beeldkwaliteit op het bedrijventerrein gebaat is bij een sterke uniforme inrichting van de openbare ruimte. Daarnaast hebben Parallelweg en Industriekade in de bestaande situatie een afwijkend profiel en zal deze in de toekomst ook afwijkend blijven. Het principe profiel bestaat uit een trottoir aan één zijde, een grasberm aan beide zijden met laanbeplanting en een weg van 7 meter zonder langsparkeren. Door het verkleinen van de wegbreedte en het laten vervallen van één trottoir, krijgt de groenstrook een breedte van minimaal 3 meter. De interne groenstructuur wordt namelijk versterkt door de aanleg van grasstroken in het profiel rondom de bestaande bomen. Bij de Kanaalstraat is deze ruimte niet aanwezig. Bij de ontwikkeling van dit deelgebied is het gewenst 2 meter toe te voegen aan dit profiel waardoor ook hier aan twee zijden de bomen in een grasstrook geplaatst kunnen worden. De doorsnijdingen door het groen dienen beperkt te worden door de inritten van twee bedrijven te combineren. De materialisering en uitvoering van de inritten moet identiek zijn.
Materiaalgebruik Om niet vooruit te lopen op het nog op te stellen civieltechnisch ontwerp, worden hieronder mogelijke materialen opgesomd. Over het materiaalgebruik kan gesteld worden dat de te gebruiken materialen duurzaam en robuust moeten zijn in grijstinten. Verder bepalend voor de keuze van het materiaalgebruik is de mogelijke aanleg van Aquaflow in de straten.
55
bomen in grasstroken
uniforme inrichting inritten
56
uniform hekwerk
Denkbaar zijn de volgende materialen: Rijbanen kunnen worden uitgevoerd in waterdoorlatende of waterpasserende betonstraatstenen. De voorkeur gaat uit naar een donkere betonstraatsteen. Eventueel is zwart asfalt ook een mogelijkheid. Trottoirs en inritten: de trottoirs en inritten worden uitgevoerd in betonstraatstenen in grijs om verzakking door het vrachtverkeer te voorkomen.
Beplanting Rondom de nieuwe rotonde is het gezien de ontsluiting van de bedrijven mogelijk om de groene taluds tot aan de bebouwing te laten lopen. De ruimte rondom het verkeersplein wordt sober ingericht. De taluds van het verkeersplein worden uitgevoerd als grasvlakken die tot tegen de bedrijfsgebouwen aan lopen. Her en der worden enkele bomen aangeplant. Een gezamenlijk groenontwerp dient zorg te dragen voor eenheid tussen het openbaar gebied en de private kavel. Onder het viaduct moet het parkeren beter worden gereguleerd, waardoor de ontstane overbodige ruimte naast het viaduct groen kan worden ingericht. Aan de westzijde van de Houtstraat, aan de zijde van Bosch, moet bekeken worden of het mogelijk is om een bomenrij in het openbaar gebied aan te planten. Indien dit niet mogelijk is, moet bij nieuwe gebouwen op de private kavels een losse structuur van bomen worden geplant. De groenzone tussen het bedrijventerrein en de woonwijk zal ingericht worden met hogere heesterbeplanting dan in de huidige situatie. Groenblijvende soorten zorgen voor een dicht zomer- en winterbeeld. Sierheesters of kleine bomen dragen zorg voor het sieraspect van de groenzone. De huidige bomen in de straten blijven gehandhaafd. Zij worden in een groenstrook gezet die intensief beheerd moet worden. De monumentale bomen op de private kavels moeten gehandhaafd blijven of verplaatst worden. Op de plaatsen langs het kanaal, waar op de private kavels ruimte is, wordt een bomenrij geplaatst.
Materiaalgebruik Gras Hogere heesterbeplanting Robuuste bomen
57
mogelijk materiaalgebruik wegen en trottoir
afschermende beplanting
58
aquaflow
Parkeren Het parkeren in de openbare ruimte zal, zoals reeds eerder is aangegeven, door nieuwe profielindelingen worden voorkomen, dit ten gunste van ruimte voor groenaanplant. Uitgangspunt is dat het parkeren voor zowel personenauto’s als vrachtauto’s op eigen terrein of op één of meer centrale voorzieningen dient te geschieden. Het benodigde aantal parkeerplaatsen per bedrijf dient te worden bepaald volgens de kengetallen van de gemeente Weert. 1.
Parkeren op eigen terrein
Het parkeren vindt plaats op eigen terrein aan de achterzijde of zijkant van het gebouw. Voor het oog de beste oplossing, echter afhankelijk van ruimte die het bedrijf ter beschikking heeft. Bij nieuwbouw is het uitgangspunt dat parkeren aan het zicht vanaf de openbare weg onttrokken wordt. Door middel van opgaande groenbeplanting kan het zicht op het parkeren en de zijkanten worden weggenomen. 2.
Parkeren op centrale parkeerplaats
In de Kanaalzone I is sprake van een tweetal centrale parkeerplaatsen: de bestaande parkeerplaats aan de Parallelweg en een op te knappen parkeerplaats onder het viaduct.
Materiaalgebruik Parkeerplaatsen: eventueel kan het hemelwater op de (collectieve) parkeerplaatsen infiltreren in de ondergrond. Het materiaal dient dan aan te sluiten op de verharding van de rijbaan. In kleur kan afgeweken worden.
59
afschermende beplanting
60
voorbeeld bewegwijzering / naamsaanduiding
Erfafscheiding en Voorzone Een deel van de bedrijven heeft een afrastering tussen de openbare weg en hun terrein. Deze afrastering is bij nagenoeg elk bedrijf verschillend. Met name deze verschillende erfafscheidingen zorgen voor een rommelig beeld vanaf de openbare weg. Om een eenduidig kwalitatief beeld te krijgen in de straat en het zicht op de zij- en achterkantsituaties te camoufleren, wordt voorgesteld lage (blok)hagen op de erfgrens op eigen terrein te plaatsen met aangevuld afschermende hogere beplanting in de voorgevelrooilijn. Bedrijven kunnen hier desgewenst een hek direct achter zetten of in het verlengde van de voorgevel richting de zijkanten van de kavel. Het verdient de voorkeur om een standaard hekwerk aan te bieden in een eenvoudig ontwerp in een antraciet kleur. Nadere afspraken moeten gemaakt worden over het onderhoud van de haag aan de straatzijde. De haag is tevens een belangrijk middel om de bomenstructuur te versterken. Bij de bedrijven rondom de entree is een lage haag niet wenselijk omdat visueel de graszone vanaf de rotonde doorgetrokken moet worden tot de gevel. Een integraal ontwerp is dan ook noodzakelijk. Op dit moment wordt de zone tussen bebouwing en kavelgrens vaak gebruikt voor het parkeren. Dit oogt nu heel stenig en hard. Het voorstel is om bij de nieuwe bedrijven het parkeren op het binnenterrein te situeren, waardoor de voorzone groen kan worden ingericht. Hierdoor ontstaan er ook mogelijkheden voor infiltratie van water. Een eenvoudige oplossing is het inzaaien van gras. Bij de bestaande bedrijven dient onderzocht te worden wat de mogelijkheden zijn.
Materiaalgebruik -
Hagen en blokhagen Gras Kwalitatief hekwerk hoog
61
voorbeeld verlichting
62
Verlichting Het openbare verlichtingsniveau wordt door de bedrijven als laag ervaren. Dit zal verbeterd moeten worden waarbij verlichting aangebracht moet worden conform standaardeisen gemeente Weert. Hierbij is het belangrijk dat: Routes voor het langzaam verkeer en verblijfsplekken voldoende aangelicht worden. Aandacht moet bestaan voor een goede verlichting onder het viaduct. Aanlichten van informatievoorzieningen, bewegwijzering en markante punten binnen het gebied. De toe te passen lichtmasten en armaturen moeten passen bij de zakelijkheid en de schaal van het bedrijventerrein en een strakke en sobere uitstraling hebben. In deze beleidsnota zijn enkele voorbeelden opgenomen.
Straatmeubilair Aangezien de wegen op het bedrijventerrein voornamelijk een functie hebben ten behoeve van de verdeling van verkeer over het bedrijventerrein, dienen op deze route duidelijke verwijzingen naar de bedrijven te worden aangebracht. Voorgesteld wordt, om deze verwijzingen te beperken tot de entrees van het bedrijventerrein en wildgroei van borden op het bedrijventerrein te voorkomen. De naastgelegen voorbeelden laten zien dat in de openbare ruimte, in de graszone met bomen, zuilen geplaatst kunnen worden met de huisnummers en de naam van het bedrijf. De route van het verkeersplein naar het centrum gaat via verschillende straten door het bedrijventerrein. De route kan aangegeven worden met behulp van verkeersborden. Ten behoeve van de rust, eenheid en representatie van het gebied wordt het straatmeubilair zoals banken, afvalbakken, afsluitpaaltjes, boombeugels en overige inrichtingselementen qua vorm en kleur op elkaar afgestemd en dient dit in een terughoudende kleur te worden vormgegeven (bv. antraciet). Nutskasten e.d. kunnen een verstorende aanblik geven in de straat en dienen zoveel mogelijk geïntegreerd te worden met de erfafscheiding of met zorgvuldigheid op een andere plek gesitueerd te worden.
63
64
Reclame Onderdeel van een uniforme uitstraling, vormt het reclamebeleid. Hieronder worden kaders opgesteld waarbinnen architecten en bedrijven afzonderlijk hun reclame uitingen kunnen brengen. Gevelbelettering, huisnummerborden, zuilen en andere elementen zullen bij elkaar moeten passen als ‘familie’. Bij de beoordeling van reclame wordt ervan uitgegaan dat deze technisch, reclametechnisch en visueel optimaal wordt aangepast aan het gebouw en ingepast in de omgeving. -
De reclame dient geïntegreerd te zijn in de architectuur van het pand en een bescheiden en terughoudende toevoeging te zijn, ook qua grootte en vorm Reclame dient op zich een eigen kwaliteit te hebben qua vormgeving, materiaaltoepassing, kleurstelling, typologie, verlichting en bevestiging. Reclame moet een functionele relatie bezitten met het betreffende pand. Reclames moeten in principe beperkt blijven tot een zone in de voorgevel, namelijk tussen begane grond en eerste verdieping en dan zoveel mogelijk nabij de entree. Etalageruiten en ramen mogen niet worden dichtgeplakt met reclames. Het blinderen en beplakken van ramen dmv zelfklevende folies is niet toegestaan. Bewegende of knipperende reclames en reclames op daken zijn niet toelaatbaar. Vlaggen zijn niet toegestaan met uitzondering van de nationale vlag. Huisnummering: blind tegen de voorgevel, naast de entreedeur. Gevelreclame: mag d.m.v. losse doosletters aangebracht worden, d.m.v. losse freesletters op afstand van de gevel en d.m.v. neon op de gevel. Reclame d.m.v. lichtprojectie is niet toegestaan. Het plaatsen van lichtbakken is niet toegestaan m.u.v. een lichtbak die is geïntegreerd in de gevel. Er mag per gevel maximaal 1 reclame-uiting per bedrijf aangebracht worden. Op gebouwen waarin per gebouwlaag meer dan 1 bedrijf gevestigd is, mag niet elk bedrijf afzonderlijk haar reclame op de gevel voeren. In dit geval worden bij de centrale ingang brievenbussen geplaatst met daarop alle bedrijven. De hoogte van de belettering mag maximaal 40% van de ruimte bestrijken (maximum van 70 cm) en in de lengte mag de belettering niet langer worden dan 30% van de totale lengte van de gevel.
65
Colofon Buro5 Maastricht Louis Loyensstraat 5 Postbus 959 6200 AZ Maastricht T: 043-3253223 F: 043-3255996
[email protected] www.buro5.nl Medewerkers: Selma van Mensvoort Ulrike Sommer
Gemeente Weert Beekstraat 54 Postbus 950 6000 AZ Weert T: 0495-575000 F: 0495-541554
[email protected] www.weert.nl
Maastricht, 23 maart 2006
66