Scriptieonderwerpen voor Sander Bax Bij Sander Bax kun je terecht voor een scriptie die gaat over een van de volgende domeinen: 1. De literaire schrijver en het engagement Onderzoek naar de manier waarop literaire schrijvers in de 19e en 20e eeuw vorm gaven aan hun betrokkenheid bij de maatschappij. De focus ligt daarbij op het concept ‘de autonomie van literatuur’, in diverse historische periodes in de 19e en 20e eeuw. Theoretische domeinen: literatuurgeschiedenis, cultuurfilosofie, literaire veld. Voorbeelden: -
-
-
-
Hoe geeft een laat negentiende-eeuws auteur als Frederik van Eeden vorm aan zijn maatschappelijke engagement? En hoe verhoudt hij zich daarmee tot zijn esthetisch georiënteerde collega-schrijvers als Willem Kloos en Lodewijk van Deyssel. (Men kan denken aan case-studies naar Multatuli, Potgieter, Busken Huet, Frederik van Eeden, Herman Gorter, Henriëtte Roland Holst, H. Marman, Van Ostaijen, Ter Braak, Du Perron en Vestdijk) Wat is de rol die schrijvers als Willem Frederik Hermans, Jan Wolkers, Hella S. Haasse en Harry Mulisch speelden in de naoorlogse literatuur? Het zijn alledrie schrijvers die naast auteur ook publieke persoonlijkheid zijn. Ook hebben zij zich op diverse momenten in hun carrière maatschappijkritisch opgesteld. Hoe zien zij dit engagement zelf? En wat is hun functie in de maatschappij? En hoe zit dat vandaag de dag met het engagement in de literatuur? Hoe kritisch zijn schrijvers als A. F. Th. van der Heijden, Arnon Grunberg en Joost Zwagerman eigenlijk? Hoe geven zij vorm aan hun schrijverschap, en in welke context doen zij dat? Kunnen we het optreden van schrijvers in de media duiden als dat van publieke intellectuelen? Een cultuurfilosofische scriptie naar de idee van autonomie (belangeloosheid) van de kunst. Hoe is dit idee ontstaan aan het einde van de achttiende eeuw, bij Kant en de Duitse Romantici, hoe heeft het zich verder ontwikkelt, etc.?
Cultuurhistorische vragen over de manier waarop literatuur (kunst) betekenis geeft aan de historische werkelijkheid. Theoretische domeinen: ethiek van het lezen, cultural memory, ideologiekritiek. Voorbeelden
-
-
In hoeverre hebben kunstenaars bijgedragen aan het ‘verwerken’ of ‘herinneren’ van belangrijke politieke gebeurtenissen uit de naoorlogse wereld. We kunnen hierbij denken aan schrijvers als Günther Grass en Harry Mulisch die literaire verbeeldingen hebben gemaakt van de Tweede Wereldoorlog en het naleven daarvan. Hoe geven zij vorm aan die herinnering? Welke maatschappelijke functie hebben dit soort kunstzinnige, of culturele, herinneringen? Literaire teksten dragen niet alleen bij aan herinnering, maar bieden in hun verbeelding ook onvermijdelijk een perspectief op het beschrevene. In hoeverre kan dat perspectief gekoppeld worden aan ethische of morele noties? In hoeverre en op welke manier entameren literaire teksten polemieken en debatten over maatschappelijke kwesties? We kunnen hierbij denken aan een roman als Frans Kellendonks Mystiek lichaam, waarin een maatschappelijk debat werd vormgegeven, maar dat ook zelf weer onderdeel werd van debat.
2. Interpretatie van cultuuruitingen / Intermedialiteit De verhaal- en verteltheorie is altijd in beweging. Het mag erop lijken dat zij zo ongeveer wel geperfectioneerd is, maar niets is minder waar. Er is alle reden om theoretisch na te denken over de manier waarop wetenschappers literaire teksten analyseren en interpreteren. Hoe kunnen we de narratologie uitbreiden tot een model dat in staat is om buitentekstuele (historische, ethische) kwesties in de analyse te betrekken? Hoe kunnen we de analyse van proza en poëzie dichter op elkaar betrekken? En wat gebeurt er als begrippen uit de narratologie worden ingezet bij de analyse van andere kunstvormen (film, beeldende kunst, popmuziek). Voorbeelden -
Een theoretische scriptie over de relatie tussen narratologie en ethiek, of over narratologie en de theorie van de mogelijke werelden. Een theoretische scriptie waarin nagedacht wordt over de verhouding tussen literatuurwetenschappelijke en muzikologische benaderingen van popsongs.
3. Popmuziek Het onderzoek naar popmuziek kan verdergaan dan de analyse van popsongs, hoe interessant dat mag zijn. Ook voor onderzoek naar
andere aspecten van het domein van de popmuziek, zoals het functioneren van de muziekindustrie, het functioneren van genres, de canoniserende rol van de popjournalistiek of de geschiedenis van de popmuziek kun je bij deze docent terecht. Voorbeelden -
-
Een scriptie over de rol van imago / identiteit bij de manier waarop popartiesten vorm geven aan hun publieke persoonlijkheid. Hierbij kun je denken aan de publieke performances van David Bowie (als Ziggy Stardust of The thin white duke), de verschillende gezichten die Bob Dylan in de loop der jaren heeft aangenomen, of de sterk gestileerde positioneringen van popsterren uit de jaren tachtig (Madonna, Michael Jackson, Prince). Het creëeren van maskers lijkt een strategie die kunstenaars toepassen om om te gaan met de (onmenselijk) grote populariteit die internationale popsterren (met name) in de jaren tachtig en negentig verwierven. In deze scriptie zouden we die problematiek wat nader kunnen bestuderen. Een interpretatie scriptie over het oeuvre van een interessante popartiest / band. (Bijvoorbeeld: een onderzoek naar de rol van concepten van nationale identiteit in het oeuvre van Bruce Springsteen).