BOOM-TSJAK-BOOM-TSJAK-fwwieiet-tsjakketsjakke-BOOM ACIIIIEEEED : herinneringen aan de RoXY-jaren door Joost van Bellen ‘Terreur van het Niets’ schrijft popjournalist en radiogoeroe Fons Dellen op 14 juli 1988 in zijn muziekcolumn in Het Parool. Acid house, volgens Dellen het nieuwste speeltje van dj’s in het mondaine danspaleis RoXY, kan hem niet bekoren. Hoe het klinkt? Ongeveer zo: ‘BOOM-TSJAK-BOOM-TSJAKfwwieiet-tsjakketsjakke-BOOM-fwwwieiet-BOM-BOM-BOOM-BOOM-BOMtsjakkesjakke-BLIEB-vvvzzzzjjjjoeffff’. Repeteer dit zestig tot zeventig keer, adviseert Dellen, terwijl uw partner de telefonische in gesprek-toon nafluit. Voor Dellen is acid house terreur. Voor ons, RoXY dj’s, is zijn artikel een oorlogsverklaring. De club is de afgelopen maanden voorzichtig op gang gekomen. Op de woensdagse BamBam-nachten klinkt een eclectische muziekmix van alternatieve VPRO-bandjes tot Weense wals, van vlijmscherpe speedmetal en Abba’s Dancing Queen tot hiphop en de
allereerste houseplaten. Eddy de Clercq, verantwoordelijk voor de programmering, brengt zwoele nachten van onderdrukte geilheid en opzwepende, zwarte muziek. Travestueuze hoeren achter ramen in de foyer sissen naar het binnenkomende publiek. Ingevette donkere gogodansers, slechts gekleed in Hema-onderbroeken, kronkelen in de zaal waar midden op de avond, midden op de dansvloer een sm-show plaatsvindt. Het grote uitdagen en prikkelen van de discotheekbezoeker is begonnen. Vanaf het begin is RoXY, een initiatief van Vinyl-uitgever Arjen Schrama, dj Eddy de Clercq en kunstenaar Peter Giele, een plek waar acts, performances, muziek, licht en decors versmelten, een nachtclub waar mensen uit de mode, de kunst en de media elkaar ontmoeten, disco en theater tegelijk, danspaleis en levend museum. Maar als ziener De Clercq begin 1988 op zijn vrijdagavond het roer rigoureus omgooit en overstapt op House Music All Nite Long barst het protest los. Nederlandse popjournalisten schrijven venijnige stukken. Bezoekers blijven weg. De directie vergadert met het mes op tafel. Kantoormeubilair sneuvelt. Vanaf dat moment weten wij dat er iets groots gaat gebeuren. Maar dat misschien wel de grootste muzikale revolutie sinds rock-‘n-roll in aantocht is, overtreft onze stoutste dromen. Acìììììeeed……. Zomer 1988 gaat het hek van de dam. De combinatie van de futuristische muziek, de rijke ornamenten van het historische pand en de nieuwe lovedrug xtc doet RoXY op zijn grondvesten schudden. Amsterdammers, op vakantie geweest in Londen en op Ibiza, keren besmet met het house-virus terug en ontdekken bij thuiskomst de club van hun dromen in eigen stad. Niet alleen de muziek zorgt voor spektakel. Bizarre shows, surrealistische decors, knetterende stroboscopen, spugende rookmachines en vervreemdende lichteffecten maken van RoXY de place-to-be. De totale gekte slaat toe tijdens de legendarische feestweek Rome Burns. Een in huishoudfolie gewikkelde moddervette Keizer Nero wordt door een bonte hofhouding ten tonele gedragen op de klanken van de Carmina Burana. Voor de zware RoXY- deuren vallen in lompen geklede bedelaaracteurs toevallige passanten en klanten lastig. De shockerende armoede op het trottoir van Singel 465 staat in schril contrast met de opperste staat van decadentie binnen. Op diverse locaties in de stad geven organisaties als Per´s Beat Club en de Soho Connection van dj´s Graham B., Paul Jay, Johnson en organisator Maz Weston acid-feesten. De geschiedenis van de moderne Nederlandse danscultuur is begonnen en RoXY is het hof van Eden. Keer op keer rollen andere thema’s uit de getripte koker van de RoXY programma-medewerkers, waarbij een avondje uit verandert in een nacht vol avontuur. Een donderpreek vanaf een metershoge kansel, een brandende bonsai als braambos, een gigantisch kruis van licht dat om zijn as draait als ware het de duivel zelf die ons doet dansen, zweten en slikken tot we erbij neervallen. Als Medusa met een hoed van slangen gooit RoXY-muze Zubrowka kilo’s witte pillen vanaf het balkon de zaal in. Het ene feest heet Acid Hell, het
andere Acid Heaven. Een echte Acid Queen-verkiezing van twee dagen geeft lange rijen voor de deur en een verbeten strijd van RoXY vedettes op het toneel. Het RoXY-personeel is nauw betrokken bij de programmering en moet vaak flink verkleed aan de slag. Op een jamboree-nacht in padvinderspakken, op een prehistorische nacht in bontvellen behangen met stinkende kippenbotten, bij een fastfood-thema in outfits van McDonalds met knoflooksaus als oogschaduw. Iedereen doet mee. Het personeel voelt zich sterk betrokken bij de club. De jaarlijkse personeelsreisjes zijn berucht: eindelijk een kans om zelf flink uit de bol te gaan. Amsterdam dansstad Het succes van housemuziek betekent de doorbraak van de dj als popster. De danshits hebben immers geen gezicht en het is de dj die de tracks tot een eigen muzikaal verhaal breit en daarmee het publiek in opperste staat van extase brengt. Hét grote voorbeeld is Dimitri, ooit begonnen als invaller van Eddy de Clercq. Zijn donderdagnachten, de HiTech Soul Movement, georganiseerd met Eelko Anceaux, groeien uit tot een tribe binnen RoXY met een vaste groep volgelingen. Ook internationaal breekt Dimitri door. Amsterdam, de eerste plek op het Europese vasteland waar house wordt gedraaid, groeit uit tot één van de belangrijkste danssteden op aarde. Buitenlandse dj´s worden ingevlogen voor hun debuut in Nederland. Zo bemannen techno-godfather Derrick May, superster dj Carl Cox en the Masters At Work, de keizers van de New Yorkse groove, de draaitafels. Ook buitenlandse clubs bezoeken RoXY: de fameuze club Hacienda uit Manchester viert er haar zevende verjaardag met dj´s Graeme Park en Sasha alsmede honderden Engelse clubbers. Een grote Italiaanse afvaardiging met alle latijnse dj-goden brengt de zwoele glamour van het Italiaanse nachtleven naar de Amsterdamse grachten. De New Yorkse groep Deee-Lite verkiest RoXY voor zijn eerste live-optreden. Zangeres Björk vindt in RoXY de perfecte plek om haar nieuwste repertoire te laten horen. Niet alleen de dj’s en bands komen van ver, ook de bezoekers komen uit alle landen. Een feestjetset vliegt in de acid-jaren elke woensdag in vanuit Ibiza om de volgende dag verder te feesten in Londen. Voor hippe toeristen is RoXY een must, naast verplichte nummers als het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum. Tal van beroemdheden worden verwelkomd. Sean Penn, Grace Jones, Julio Iglesias, U2, Kenny Rogers, Prince, Maradonna, Jean Paul Gaultier, Elton John, Boy George, Matt Dillon, George Michael, William Burroughs en Eddy Murphy voegen zich bij topmodellen als Helena Christensen en Karin Mulder en bij Nederlandse sporthelden als Regilio Tuur, Marco van Basten en Ruud Gullit, voor wie RoXY een thuishaven is geworden. Geen van deze goden krijgt een vip-behandeling. In RoXY is iedereen een ster. RoXY is ook een veilige thuishaven voor de kwetsbare discoganger. De intolerantie aan de deur zorgt voor een zeer tolerant klimaat binnen. Daarbij worden ook fouten gemaakt. Niet klaar voor een multiculturele samenleving, nemen de deurwachters geregeld het zekere voor het onzekere. Alternatieve kunstenaars, grote sterren en belangrijke
journalisten worden niet herkend. Tot de geweigerden horen The Pasadenas, The Red Hot Chilli Peppers en Neneh Cherry, vanwege haar gympen. Versace RoXY neemt als eerste Nederlandse club haar toevlucht tot flyers om het publiek op de hoogte te brengen van zijn programmering. De flyers zijn behalve uitnodigend en informatief ook spraakmakend en controversieel. Experimenten met vorm en materiaal nemen soms bizarre vormen aan. Een Delfts blauw tegeltje voor het oud-Hollandsch Acid-feest wordt door Giele persoonlijk bij de RoXY-leden thuisbezorgd, een gedicht schalt uit een megafoon bevestigd op het autodak van Jean Paul Commandeur, destijds grafisch ontwerper voor RoXY. Een tiental keer verschijnt de RoXYkrant, Giele oreert het gedicht De vuren laaien fel op een flexidisc, een zakje neppillen, een kleerhanger voor de RoXY Fashion Award die met geen mogelijkheid door de brievenbus kan. De uitnodiging voor de modeshows Fashion in the First Degree, waarop het grafische trio 75B een foto van de moord op mode-ontwerper Gianni Versace afdrukt, leidt in oktober 1997 tot een rel en felle protesten van de Italiaanse ambassade. Tijdsdruk, totale vrijheid en de pressie om voortdurend van image en hype te wisselen zorgen voor frisheid, originaliteit, inventiviteit en talloze spelfouten. Tot de vaste vormgevers horen Koewijder en Postma, Mulder en Hooft, Jean Paul Commandeur, de Gebroeders Silvestri, Mevis en Van Deursen, Gerald van der Kaap, Dept. 75 B en Walter Russ. Space lesbians Met de jaren worden de decors grootser en belangrijker. Gedenkwaardig is de themaweek Tilt waarbij RoXY is omgetoverd in een gigantische flipperkast. Het publiek op het balkon bedient de flippers van de speelautomaat en laat ballen van skippy-formaat vanuit de nok via een speciaal gebouwd systeem naar beneden rollen, waar ze landen tussen de dansende menigte. Schreeuwende speelhalschilderingen en pilaren gevuld met lichteffecten maken het plaatje compleet. Met Kerst 1996 fabriceert de decorploeg - een wisselend team rond Nieko de Jong en Matthew Whitehead en in de eerste jaren Geoff Miller - een podiumvullende kerststal, die in een handomdraai verandert in een ordinaire schiettent. Door met lasergeweren de juiste punten te raken verschijnt het Kindeke Jesus, gemaakt van spiegelbolspiegeltjes, waarna de baby met luid gekrijs uit de kribbe omhoogschiet. Een geplukte kalkoen vliegt door de zaal achtervolgd door een engel met mes en vork in de aanslag. Voor de themaweek Russian Reunion verandert RoXY’s entree in een Kabakov-kantoor met tl-verlichting waar bezoekers acht formulieren moeten invullen en evenzoveel stempels moeten halen om bij een speciale bar voor tien cent een gesponsorde wodka, een paar gympen maat 34 of een ui te kopen. In de zaal hangen rode banieren aan het plafond, een witte buste komt tot leven door een video-projectie van een tierende Lenin, in een illegale club spelen de gasten Russische roulette. Zelfs de flyer is in stijl: gezeefdrukt met statistieken over arbeidsverdeling
volgens de socialistische ontwerpopvattingen van de Duitse graficus Gerd Arntz. Science fiction is een geliefd thema. Talrijke ruimteschepen zijn gebouwd, het ene bemand door Fritz Koks Space Lesbians, het andere door een held als Super Nicht, de volgende door twee grote zilveren Aliens gemaakt door Nepco, een samenwerkingsverband van Lennert Vader en Pinky Keiser. Hetzelfde kunstenaarsgroepje danst op het begrafenisfeest van Peter Giele als eerbetoon aan de stichter in een twee meter hoge penis terwijl de klanken van Simarik (Kiss, kiss) van het Turkse popidool Tarkan - Gieles hit van de maand - door de tempel schallen. Vlak daarna slaan de vlammen uit het dak. Vluchten Worden op de legendarische undergroundfeesten van de Stichting Disco ´93 - een initiatief van kunstenaar Gerald van der Kaap en de schrijver van dit artikel - kunst, literatuur en muziek ingezet om alle zintuigen te bedienen, op een andere avond staat platte humor voorop. Het idee dat de zaterdagnacht ‘voor het volk’ is, resulteert in een wekelijkse spelshow onder de titel het Rad van Avontuur. Hierbij vermaakt de romige RoXYpresentatrice Jet Brandsteder het publiek door kandidaten totaal voor gek te zetten. Eerst nog gekleed als de klassieke travestiet met pailletten en veren, betreedt ze het podium later in de meest uitzinnige creaties: als Beatrix op een spuitend waterkanon, als politieagente met xtc-pil Harrie Wildeman strak aan de ketting en als komkommer in een rijdende Big Mac. Camp en kitsch horen bij RoXY. Lang voordat Abba een revival meemaakt, is Dancing Queen hier een hit op de dansvloer. De toon is gezet op de openingsavond, als Eddy de Clercq Mexico draait van de Zangeres Zonder Naam. Kitsch en camp doorbreken de serieusheid van het bestaan, ondermijnen de kans dat RoXY uitgroeit tot een poenerige of gelikte club en brengen humor en gezelligheid. Iedereen is immers aanwezig om te dansen, te flirten en te vluchten uit het bestaan van alle dag. ‘Dancing is a celebration of life’, zegt Lady Miss Kier van Deee-Lite op televisie over RoXY. Easy Tune Buiten RoXY spoelt house als een olievlek over Nederland. Binnen is het tijd om de bakens te verzetten. Een klein groepje onder leiding van glazenhaler Richard Cameron propageert de term Easy Tune. Easy Tune grijpt terug op de lulligheid van de jaren zestig en zeventig en is een reactie op de ongezelligheid en de harde, professionele business waarin house in ras tempo is uitgemond. James Last en het hammondorgel zijn hipper dan ooit. Dj-sterren uit die tijd zijn de Easy Aloha´s, Piet Popcorn en de moeder van Dimitri, in die tijd de populairste dj van RoXY. Al gauw trekt Easy Tune meer pers dan publiek, dus plaatst men een perstribune op het RoXY-balkon. Te laat. De hype heeft de nieuwe stroming reeds verstikt. Vanaf dat moment staan de zondagavonden in het teken van knusheid en gezelligheid. Gieles voorkeur voor Chesterfield banken zorgt voor een wekelijkse verhuizing van het topzware meubilair van het balkon naar de dansvloer om daar een huiskamersfeer te creëren. E.D.C. begint de Fanclub met host Miss C/cup en draait platen uit de omgevallen
platenkast: alle stijlen en tijden door elkaar. Overgenomen door andere dj ´s wordt de Fanclub een van RoXY’s grootste successen. De nacht staat garant voor een trip down memory lane van hilarische Madonna en Tina Turner imitatiewedstrijden (met een hysterische Grace Jones onder de gasten) tot experimenten met het publiek. Zo zakt op een Punk Fanclub een kooi van Heras Hekwerk over de dansvloer zodat men als beesten de pogo kan dansen. Er wordt getwist op Chubby Checker, als Travolta gedanst op de Beegees, gebumpt met de buurman en in koor geschreeuwd op teksten als ‘Everybody say Ahhhaaaaa’. Op een van de avonden krijgen de eerste veertig bezoekers een hoofdtelefoon zodat alleen zij muziek en dj horen, terwijl de rest van het publiek in doodse stilte geamuseerd toekijkt. Ook een laag budget, minimale middelen en een puur idee staan garant voor verrassingen. RoXY loopt wel vaker voorop. Behalve acidhouse, wordt ook het loungen hier uitgevonden. Elke vijfde zondag van de maand staan de Chesterfields op het podium voor de hotellobby-filmset van Ruud van der Peijls Smoking, A Cocktail Nightmare. Een zeer stricte dresscode (smokings, cocktailjurken of naakt, als alternatief is een badjas van Hotel Krasnapolsky te huur), een select aanbod van drank (paddestoelenthee, champagne, water of cocktails) en stijlvolle, eclectische muziek (Favourite Tunes of Soviet Cosmonauts, Un Monde Mysterieuse van Dimitri en Amanda Lears Follow Me) maken van Smoking de exclusieve voorloper van het later zo populaire loungen. Lang voordat Madonna haar superhit Vogue scoort, zwaaien dansers op het RoXY-toneel in fotomodellenposes met armen en benen. En de maandelijkse Dolphinclub, begin jaren negentig, omzwachtelt het publiek met ambient- en new age-muziek. De drank is kruidenthee of whisky; brainmachines, wierook en Tibetaanse klankschaalvirtuozen zorgen voor de juiste cyberhippie-sfeer. Het chillen is een feit. RoXY’s supersterren RoXY kent zijn eigen sterren onder het publiek. Vanuit haar ziekenhuisbed ontsnapt de zojuist omgebouwde Zubrowka om RoXY te trakteren op de wereldpremière van haar nieuwe borsten en haar verse snede. Kompaan Harrie Wildeman woont zelfs een aantal maanden illegaal in het verwarmingshok op zolder. Harrie, hoogbegaafd anarchistisch stylist, onhoudbaar voor de reguliere mode-industrie, vindt in RoXY een plek om zijn talenten vooral op zichzelf bot te vieren. Hij draagt uitzinnige creaties van over-de-top styling, waarbij laag over laag over laag, mouwen als hoofdtooi en kaplaarzen als handschoenen de toon zetten. Met een oogpotlood laat hij zichzelf er zo beroerd uit zien dat het een fashion statement wordt. Lelijk wordt mooi, een staat van totale ontbinding het summum van schoonheid. Onder de naam Haute Couture Junkies maakt hij, samen met stylist Jaap Hinten, de RoXY-catwalk onveilig. Modellen in alle soorten en maten maar nooit in het perfecte maatje 36 volgen elkaar in rap tempo op. Tot de vaste sterren horen ook de Candygirls. Het Braziliaanse duo Eduardo en Selso blazen de oude bioscoop- en nachtclub-service nieuw leven in door met zwaarbehaarde mannenbenen in nylons en met hun bak
vol snoep en sigaretten in van de pot gerukte creaties door de tent te paraderen (‘Do you like/ah my/ah Angoraaaah Panties’). Het duo is eindeloos geïmiteerd, doch nooit geëvenaard. Gay RoXY is een oase voor de homoseksuele gemeenschap in Amsterdam. Lang voordat de woensdagse gayavond Hard! van start gaat, is de club al zeer gayminded. Vanaf 1991 is de woensdag onder de bezielende leiding van Ed Poppers, Just/Us en Steve Malenka exclusief voor gays. In het begin overheerst de flirt met sm en dat is goed besteed aan Giele. Onder de naam HIM zit hij wekenlang in vervaarlijk leren kostuum met total face mask, cirkelzaag, zweep en fakkels op het dak van het door hem ontworpen dj-meubel. Bewegingloos, van vlak voor openingstijd totdat de laatste klant het pand heeft verlaten. Speciaal voor Hard! ontwerpt Giele in de gang naar de toiletten zware skai gordijnen met gloryholes, ronde gaten op kruishoogte waar van alles doorheen gestoken kan worden. Vier jaar na Hard! starten Puck Pot en Inez de Jong de Pussy Lounge, één zondagvooravond in de maand. De Pussy Lounge rekent af met het paarse tuinbroeken-geitenwollensokken- pottenimago. De Barbie Pot en Diesel Dyke hebben het voor het zeggen. Eindelijk is er een plek waar de slogan Wild for Women Only hoogtij viert. De Amerikaanse clubcoryfee Otter houdt spraakmakende shows: vanuit haar genitaliën spuit zij dan eens vuur dan weer liters yoghurt over de massaal toegestroomde vrouwen. Tijdens de Canal Gay Pride van 1998, de jaarlijkse botenparade van de Gay Games door de Amsterdamse grachten, verzorgt ook RoXY een praalboot. Een gigantische, opblaasbare, kale bodybuilder blaast zichzelf op na elke brug, doet vervolgens enkele push-ups om voor de volgende brug weer in elkaar te zakken. De reus wordt wereldnieuws. CNN herhaalt het schouwspel vele malen, maar de eerste prijs gaat aan RoXY voorbij. De bodybuilder oogt zo professioneel, dat de jury weigert te geloven dat het ding is ontworpen en gemaakt door decorbouwer Matthew Whitehead. Loveball De ultieme droom van Peter Giele wordt werkelijkheid op het Amsterdamse Loveball, een serie feesten ter ondersteuning van de Stichting Aids Fonds. Eind jaren tachtig zijn de gevolgen van de gevreesde, nieuwe ziekte duidelijk merkbaar in de club. Kleurrijke disco-dinosaurussen verdwijnen plotseling uit het nachtleven. RoXY’s topbarkeeper Donn Roane en andere vrienden overlijden, net zoals grote inspiratiebronnen Keith Haring en discozanger Sylvester. De noodzaak om als club over te gaan tot actie wordt met de dag nijpender. Het eerste Loveball vindt plaats in februari 1991. Het is klein van opzet en dankzij een zware sneeuwstorm matig bezocht, maar geschiedenis wordt geschreven. Het publiek heeft zich op aanwijzing van de dresscode dress to show you care flink uitgedost. Hartverscheurend is een man met grafkrans en rouwlint om zijn schouder met daarop de naam van zijn zojuist verloren vriend. Giele en zijn ega Inez, getooid in zwart leer en rubber met parmantig dildo’s voorgebonden, verrassen het publiek met een sneeuwballengevecht. Het Loveball groeit uit tot een enorme tweedaagse happening, waaraan
zoveel mogelijk mensen gratis meewerken: lichttechnici, artiesten, decorbouwers, grafische vormgevers, dj´s, modeontwerpers, cateraars, chauffeurs, stylisten en topmodellen. Sponsors zorgen voor hotelkamers in de beste hotels, voor decormateriaal, personenbusjes, drukkosten, lichten geluidsapparatuur. Eigenlijk draagt heel Amsterdam zijn steentje bij. Onder de optredende artiesten zijn Samantha Fox, Gert en Hermien en Dochters, Innercity, Right Said Fred, Drumband Exelcior, The Shamen, Thom Hoffman, Loïs Lane, Remco Campert, Jiskefet, Shocking Blue, Barbara Tucker, pornoster Aiden Shaw, Xaviera Hollander, Joost Zwagerman, Hepie (zonder Hepie), Richenel, Jacques Herb met Hellun Zellufs Club, MC Kinky, Boy George, Army Of Lovers en Loveball minstreel Robert Owens. Onbetaalbare dj’s als David Morales, Masters At Work, Tony Humphries, Jeremy Healy, Danny Rampling, Ricky Montanari en Nederlandse sterren als Dimitri en Marcello draaien hun beste sets. Aan de bijbehorende modeshows werken ontwerpers mee als Paco Rabanne, Jean Paul Gaultier, Vivienne Westwood, Veronique Leroy, Frans Molenaar, Frank Govers, Demask, Puck en Hans, Walter van Beirendonck en Rifat Ozbek. Uiteindelijk groeit het benefietfeest uit zijn voegen en legt het een te groot beslag op de RoXY-organisatie, waardoor de directie besluit te stoppen. De Loveballs halen in totaal ruim honderdduizend gulden op en maken Nederland dankzij de gigantische publiciteit bewust van de dreiging van het dodelijke virus. Nooit is een plaats gevonden waar het Loveball door kan groeien. Helaas blijft RoXY de enige plek waar zoiets mogelijk was. Leigh Bowery Indrukwekkend is het vierde Loveball in 1994. Voor het totaaltheater bouwt de RoXY-decorploeg een fluoriserende kama sutra-tempel met twee lange trappen aan weerszijden, een presentatiebalkon en een fries van tvmonitoren met ontluikende bloemen. De tempel hangt vol bloemslingers en honderden koperen belletjes. Performancekunstenaar Leigh Bowery treedt erin op met zijn band Minty, waarbij hij tijdens het derde nummer geboorte geeft aan een volwassen vrouw. Lucian Freud-model Bowery heeft al vele malen indrukwekkende optredens in RoXY gegeven. Zo daalt hij in 1991 bij het afscheid van Eddy de Clercq neer uit de nok van het pand, gekleed in een reusachtige, fluorroze cape, moonboots en bustehouder rijk beplakt met grote strass-stenen, zijn genitaliën weggeplakt en bedekt met een cuntwig. Het rode poppenmondje voor zijn lippen is bevestigd met veiligheidsspelden door zijn wangen, over zijn hoofd hangt een rozerode tulen helm, zijn handen zijn gedompeld in zestienkaraats-goudpoeder en het indrukwekkend voluptueuze lichaam is volgesmeerd met een dikke laag pancake. Na een gracieuze landing in het door Rifat Ozbek ontworpen decor rent hij als een bezetene op en neer, gaat op zijn hoofd staan, spreidt de benen en spuit een fontein van water uit zijn anus. Waar het Amsterdamse publiek jubelt, wordt Bowery voor dezelfde show in Londen gearresteerd. Leigh Bowery sterft op oudejaarsnacht 1994/1995 aan de gevolgen van Aids. Het jaar daarop wordt het vijfde en laatste RoXY Loveball aan hem opgedragen. Seks en kunst
De angst voor vrije seks brengt een nieuw verschijnsel met zich mee. Op de Seks-parties van 1993, door velen gezien als voorloper van de latere Kinky-parties, is het spel belangrijker dan de daad. Een van de hoogtepunten is het feest waarbij bijbelse teksten over Sodom en Gomorra op lange witte doeken worden geprojecteerd. Diezelfde avond brengt Marlies Dekkers een weergaloze lingerieshow en vertonen De Beide Kunstenaars, Jan Blom en Tony Thyssen, 16 mm-loops van oneindig copulerende paren. Een groep geperverteerden daalt uit het dak neer waarbij één van hen een bord volpoept met pindakaas, dat de ander smakelijk verorbert. Onder het geshockeerde publiek zitten prachtig uitgedoste gasten met aangelijnde slaven, priesters, nonnen en een dame op leeftijd die oraal wordt bevredigd door een blauw geschilderde eunuch. Madonna’s Erotica schalt uit de luidsprekers en Giele ziet dat het goed is. Peter Giele is lang niet altijd betrokken bij het programma. Hij is in de eerste plaats de bouwer en vormgever van het interieur. Dikwijls neemt hij even afstand, om later nieuwe elementen toe te voegen. Zo krijgt RoXY in de loop van de tijd felle kleuren, nieuwe kantoren, het zogenaamde Gielebalkon - een loodzware, zwartstalen constructie bovenop het bestaande balkon die wordt ingewijd op het door Giele georganiseerde huwelijksfeest van Rob Scholte en Micky Hoogendijk in 1994 - en een unieke kunstcollectie. De verzameling bestaat uit stukken van bevriende kunstenaars en kunstenaars die de club frequenteren. Met werken van Jan M. Verburg, Nat Finkelstein, Gerald van der Kaap, Erwin Olaf, Inez van Lamsweerde, Rob Scholte, Henk Schiffmacher, Seymour Likely, Sandra Derks, Aam Solleveld en de pleeborstel met Führerkop. Zelf monteert Giele ruim honderd crucifixen aan de muur van het souterrain onder de naam Unknown Masters Of Religious Handy Craft. Hij schrijft het RoXY-gedicht De vuren laaien fel en geeft de RoXY-letters een eigen inhoud. Radical Outlet for the Xenomaniac in You waarschuwt een koperen plaquette bij de kassa. Berucht is de openingsreceptie van Erwin Olafs Torso-foto’s op de toiletten. De goedkoopste bubbeltjeswijn wordt geschonken als ware het Dom Perignon- champagne, toastjes met luxe kattenvoer en een toefje verse kruiden vinden gretig aftrek bij het uitvreterige deel van het kunstpubliek dat elke galerieopening in de stad afschuimt. De laatste dag Eenentwintig juni is voor de club altijd bijzonder geweest. Vanaf 1994 organiseert het personeel op deze kortste nacht van het jaar heidense festiviteiten met experimentele lichtconstructies van lichtman Robert Blokland. 21 juni 1999, de begrafenisdag van Peter Giele, is de donkerste dag uit RoXY’s geschiedenis. De club brandt volledig af. Vanaf dat moment mist Nederland een plek waar dankzij het fantastische samenspel van de verschillende disciplines een stoet aan nieuwe ideeën is ontstaan, waar tolerantie en integratie op de dansvloer meer hebben gedaan dan welke overheidscampagne ook, waar mensen de liefde van hun leven hebben ontmoet, waar uitgaan tot kunst is verheven en het leven is gevierd als nooit tevoren.
Joost van Bellen