Recht

  • April 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Recht as PDF for free.

More details

  • Words: 12,533
  • Pages: 54
Recht

1

Recht 1 Wat is recht? 1.1 Ontstaan en oorzaak a) Geen recht zonder gezag (moraliteit) b) Recht en rechtvaardigheid c) Recht dynamisch af statisch b) Recht en rechtvaardigheid Recht = Een middel om een recht te bereiken Rechtvaardigheid = Het streefdoel van het recht. Dit wordt nooit bereikt. Vb. Het Romeins recht = rechtvaardig want de keizers werden beschouwd als een God In de werkelijkheid is recht niet gelijk aan rechtvaardigheid Vb. De belastingen: iemand die meer verdient moet meer belastingen betalen. Vb. Verjaring van misdaden. Ook al zijn we 30 jaar verder. Men moet normaal nog altijd gestraft worden voor zijn daden. c) Recht dynamisch of statisch Statisch =

Dynamisch =

Wanneer het gaat om laattijdige registratie, vormgeving van een door de meerderheid reeds aanvaarde toestand. = Een gewoonte wordt een regel in de wet = makkelijk afdwingbaar en geeft rechtszekerheid • •



Recht creëert nieuwe toestanden = Rechtsregels worden gemaakt voor het bereiken van een doel. Recht schept nieuwe gezindheden = Mentaliteitsveranderingen worden gestimuleerd door recht. Vb. De wet op alcohol Het dronkenschap werd voor deze wet aanvaard. Na deze wet was een dronkaard een asociale mens en werd hij niet meer aanvaard. Men ging het als een probleem beschouwen. Vanaf toen mocht men niet 1 fles kopen maar verplicht 2. Dit konden de meeste mensen toch niet betalen. Rechtsregels liggen niet voor eeuwig vast. Zij evolueren met de publieke opvattingen. Vb. Abortuswet 1989. Abortus werd gedepenaliseerd = uit de strafwet verwijderd

Recht

2

Vb. Houding tov holibi’s Nu mogen ze al trouwen.

1.2 Definitie van het recht Recht is de geïnstitutionele ordening van het menselijk handelen in de samenleving. Dwz. Een geheel van gedragsregels die, tot ordening van het maatschappelijk leven, door de staat worden opgelegd en waarvan de naleving door de overheid gesanctioneerd wordt.

1.3 Kenmerken (= ontleding van de definitie) a) b) c) d)

Recht is een geheel van bindende regels Recht is verbonden met het begrip gezag Recht is afdwingbaar Recht moet de samenleving mogelijk maken

a) Recht is een geheel van bindende regels 1) Gedragsregels = normatieve bepalingen = zeggen hoe iets hoort te zijn • Gebodsbepalingen (moet) • Verbodsbepalingen (mag niet) • Verlofbepaling (mag, moet niet) Vb. art 229 BW = echtscheiding (KAN door overspel partner) Art 231 BW = echtscheiding (KAN door geweld,… partner) Art 967 BW = Testament (KAN) 2) Wilsaanvullende regels = suppletieve regel = regel die pas van toepassing is wanneer die contracterende partijen niets anders voorzien hebben. Vb. Art 1390 BW = huwelijksvermogenrecht Wanneer geen huwelijkscontract is gesloten geldt het wettelijk stelsel Niet gesloten = Bezit voor huwelijk individueel. Na huwelijk gelijk verdeeld (vb. inkomen) Algemene gemeenschap alles is gezamenlijk. Voor en na huwelijk Scheiding van goederen. Alles is individueel. 3) Technische regels = vormvoorschriften Vb. Bij een opzeggingsbrief moeten er verplicht enkele vermeldingen aanwezig zijn. (datum, ondertekenen, begindatum en duur van opzeggingstermijn)

b) Recht is verbonden met het begrip gezag

Recht

3

De staat heeft alles te zeggen c) Recht is afdwingbaar d) Recht moet de samenleving mogelijk maken Het hoofddoel van het recht is de samenleving te ordenen met als streefdoel het algemeen welzijn.

1.4 Objectief en subjectief recht Objectief Subjectief

De pure naakte wettekst, het geheel van rechtsregels  LAW De toepassing op een concrete zaak  RIGHTS

Vb) Burgerlijk Wetboek eigendomsrecht. Ontstaat, regels,…  objectief Toepassingen zoals kopen, huren,…  subjectief

2 De indelingen van het recht Nationaal

Grensoverschrijdend

Publiek (overheid) Staatsrecht Administratief recht Fiscaal recht Strafrecht Strafprocesrecht Volkenrecht (= internationaal publiekrecht)

Mengeling Economisch recht Sociaal recht

Supranationaal recht (= Europese Unie)

Privaat (burgers) Burgerlijk recht Handelsrecht Privaatrechtelijk Procesrecht Vennootschapsrecht Internationaal privaatrecht

2 indelingen Nationaal en grensoverschrijdend  indeling volgens geografische norm Publiek en Privaat  indeling volgens aard van de betrokken partijen

2.1 Nationaal recht Nationaal recht

Recht

4

= Alle rechtsregelen die uitgevaardigd worden door een bevoegde politieke instelling binnen het Belgische grondgebied Op verschillende niveaus • Federaal • Vlaams • Waals • Gewest • Regionaal • Provinciaal • Gemeentelijk Grensoverschrijdend recht = Alle rechtsregels uitgevaardigd door een supranationale politieke instelling, = Alle verdragen afgesloten tussen België en een of meer andere staten en = Alle rechtsregelen die bepalen welk nationaal recht van toepassing is bij privaatrechtelijke verhoudingen tussen Belgen en vreemdelingen of m.b.t. Belgen in het buitenland Waarom is deze indeling niet genoeg? De zuivere indeling in nationaal en internationaal recht is achterhaald en de oorzaak is het verdwijnen van de nationale staat. De oorzaken: • Interne uitbolling door federalisatie Vb) Onderwijs = federaal en gemeenschappelijk • Externe bedreiging door supranationalisering Vb) De EU heeft de bevoegdheid over de landbouw, dus moeten we de richtlijnen van de EU toepassen Mengvormen •



Economisch recht en sociaal recht Vb) Sociaal recht Voor 1944 was er maatschappelijke zekerheid, pensioenen, arbeidsongevallen,… een privé-verzekering. De premies werden rechtstreeks door de WG betaald Nu Publiek = Er is een verplichting van de overheid om een ziekteverzekering te hebben Privaat = Je kan je aansluiten bij een ziekenfonds naar keuze Supranationaal recht Formeel is het een internationaal publiekrecht Maar van inhoud is het een internationaal privaatrecht

2.1.1 Nationaal privaatrecht = de verhouding tussen burgers

Recht

5

Suppletief recht of aanvullend recht = Wanneer een burger zelf niet beslist heeft. Vb) Een huwelijkscontract bij de notaris is niet verplicht. Het wettelijk stelsel is aanvullend maar niet wanneer je vooraf al een scheiding van goederen had want dan heb je zelf beslist. Imperatief recht of dwingend recht = Men kan er niet van afwijken door een onderling akkoord of een contract Vb) AOV primeert op een contract met de WG voor de tewerkstelling Men kan niet van een AO afwijken 3 onderdelen van Imperatief recht • De openbare orde • Goede zeden • Het beschermen van de zwakke partij in een contractuele verhouding Vb) Huurder wordt beschermd in huurovereenkomst WN wordt beschermd in AO

A

Burgerlijk recht

= Elementaire verhoudingen tussen burgers Gemeen recht = Bij gebrek aan een speciale regeling in een andere rechtstak zal het Burgerlijk Recht van toepassing zijn. Vb) Als het in het Handelsrecht of in het Sociaal recht niet geregeld wordt geldt de regel van het Burgerlijk recht. Het handelsrecht en het Sociaal recht zijn een specifiek recht t.o.v. het Burgerlijk recht. Het Burgerlijk Recht zijn de hoofdregels.

Bronnen Het is een gecodificeerd wetboek = het samenbundelen van alle wetten omtrent een bepaalde rechtsmaterie in een Wetboek

Recht





B

6

Burgerlijk Wetboek (1804) Wat staat hierin  Personenrecht  Familierecht  Huwelijksvermogensrecht  Erfrecht  Zakenrecht  Verbintenissenrecht Aanvullende wetten Vb vzw-wet, De jeugdbescherming, het vlaamse bosdecreet zijn een burgerlijk recht maar staat niet in het burgerlijk wetboek.

Handelsrecht

= Statuut van handelaar en zijn commerciële activiteiten (handelsdaden) Handelsdaden • Objectieve handelsdaden = Zaken kopen om te verkopen, de handelsactiviteiten van de zaak = Doel van de onderneming • Subjectieve handelsdaden = Andere rechtshandeling Vb) Aankoop van een bestelwagen Voor beenhouder is het een subjectieve handelsdaad Voor een garage is het een objectieve handelsdaad Vb) Aankoop van een computer door een bakker is een subjectieve daad, als hij deze later doorverkoopt, is het nog altijd een subjectieve daad. Bronnen • Wetboek van Koophandel (1872) • Afzonderlijke wetten Economisch recht Dit is iets anders als handelsrecht. Economisch recht is een publiekrechterlijk recht. Het economische recht houdt o.a. in • Wet op handelspraktijken (WHP) • Merkenrecht • Octrooirecht • Marktrecht

C

Vennootschapsrecht

= reglementeren Burgerlijke en Handelsvennootschappen •

Handelsvennootschappen = een vennootschap die als doel de handelsactiviteit heeft

Recht



7

Burgerlijke vennootschappen = een vennootschap die als doel de uitoefening van niet commerciële activiteiten

Bronnen • Wetboek van Vennootschappen (1999)

D

Sociaal recht •

Arbeidsrecht  Individueel arbeidsrecht = individuele rechtsverhoudingen tussen WG en WN Vb AO = dwingend recht  Collectief arbeidsrecht = collectieve arbeidsverhoudingen tussen WG-organistaties en WN-organisaties en tussen individuele WG en vakbonden in zijn bedrijf Vb CAO



Sociale zekerheidsrecht  Ziekte en invaliditeit (RIZIV)  Pensioenen (RVP)  Kinderbijslag (RKW)  Werkloosheidsuitkering (RVA)  Vakantieregeling (RJV)  Arbeidsongevallen (FAO)  Beroepsziekten (FBZ) R = Rijksdienst

F = Fonds

Bronnen Het is geen gecodificeerd recht en er is geen sociaal wetboek. Maar er zijn wel 2 partiële codificaties. = het onderbrengen van een aantal wetten omtrent een bepaalde rechtsmaterie in een grotere wet. • Arbeidsovereenkomstwet • Arbeidswet Vb) vrouwenarbeid, nachtarbeid, ploegenarbeid,…

E

Privaatrechterlijk procesrecht

= regelt de inrichting en de bevoegdheid van de privaatrechtelijke rechtscolleges evenals het verloop van privaatrechtelijke processen Bronnen • Gerechtelijk Wetboek (1967)

Recht

8

2.1.2 Nationaal publiekrecht = Organisatie van overheden = De verhouding overheid – burger, met bevoorrechte positie voor de overheid De overheid •



Privaatrechterlijke relaties Vb) afdwingen van belastingen, onteigening voor aanleg spoor. De overheid gebruikt geweldmonopolie. Ze kunnen premies geven maar als je geen belastingen betaald kunnen ze vb zeggen dat je deze niet krijgt. Publiekrechterlijke relaties Vb) de overheid kan een grond kopen, computer kopen,… Hier is de overheid gewoon een klant en kan men geen gebruik maken van geweldmonopolie.

A

Grondwettelijk recht • •

De inrichting en de werking van de staat Fundamentele rechten en vrijheden (=Grondrechten van de burger)

Bronnen •

Grondwet (1831) Het is een liberale grondwet (vrijheid van godsdienst, stemrecht,…) Vanaf 1994 wou men deze moderniseren, dit is maar op enkele gebieden gelukt  art. 24 Sociale grondrechten recht op arbeid, sociale zekerheid, beloning,… Dit moet men niet te letterlijk nemen. Recht op arbeid betekent niet dat de overheid je werk moet geven, men kan alleen een werkloosheidsuitkering geven als je voldoet aan de voorwaarden.

B

Administratief recht

= inrichting en werking van de uitvoerende macht Fod = Federale overheidsdiensten Bronnen • •

Vele nationale, regionale en plaatselijke normen. Wetten, ordonnanties, decreten, besluiten,…

Recht

9

C

Fiscaal recht

= Vestiging (heffing) en inning van belastingen Bronnen • •

Diverse fiscale wetboeken Aangevuld met vele wetten, verordeningen, reglementen,…

D

Strafrecht (=materieel straffen)

= Wat wordt er bestraft en hoe Strafrechtbank geeft straffen • Gevangenisstraf • Geldboetes • Ontzetting van burgerlijke en politieke rechten • … Bronnen • •

Strafwetboek (1867) Afzonderlijke wetten Vb. Wapenwet, verkeersreglement,…

Ook hier zijn wijzigingen aangebracht Vb) De wet van vakbondsvrijheid (1889) Vroeger mocht men wel een vakbond oprichten maar men mocht geen acties wegens een wijziging in deze wet.

E

Strafprocesrecht (=formele straffen)

= een organisatie van strafrechtbanken = strafprocedure Vb. Als burger mag je een andere burger voor de Burgerlijke Rechtbank dagen. Maar bij strafprocesrecht mag dit niet. Je kan alleen een klacht indienen en de rechter beslist of deze zaak voorkomt of geseponeerd wordt. De zaak wordt dus gevoerd door het openbaar ministerie. Bronnen •

Wetboek van Strafvordering (1808) De publieke vordering ingesteld door het openbaar ministerie tegen de daders van misdrijven.

Recht

10

Men wou deze wet moderniseren, maar dit ging niet zo vlot. Toch waren er enkele veranderingen. Vb. Wet van Franchimont. Slachtoffers hebben meer rechten gekregen door vb inzagerecht.

2.2 Grensoverschrijdend recht 2.2.1 Internationaal privaatrecht = Beheerst de relaties en geschillen tussen private personen van verschillende naties. Vb. Een Marokkaan die met een Franse trouwt in België, erfenis van een Spanjaard,… In elk land is dit recht anders, dus geen internationaal recht. 2 principes • Territorialiteitsprincipe jus soli Het is gebaseerd op het grondgebied • Personaliteitsprincipe jus sanguinis Het is gebaseerd op de nationaliteit Bronnen • Verwijzingsregels, vervat in internationale verdragen

2.2.2 Volkenrecht = Internationaal publiekrecht = regelt betrekkingen tussen staten onderling en = regelt betrekkingen tussen de staten in internationale instellingen = regelt de werking van internationale instellingen of diensten Billateraal = 2 landen Het is een onvolmaakt recht, 2 redenen • • •

Er zijn geen internationale wetten Er is geen internationaal dwangrecht dus het sanctioneren is niet volmaakt Er zijn geen algemene rechtsbeginselen

Bronnen •

Internationale verdragen (=internationale gewoonten)

Recht

• •

11

Internationale gewoonten Algemene rechtsbeginselen (= normen van de beschaafde volkeren die niet steeds telkens verwoord worden) vb verbod op staatsterrorisme

3 Bronnen van het recht 3.1 Internationale rechtsbronnen Wettenrecht=continentale Het is ons recht Het voornaamste element zijn de wetten. Men kijkt dus niet naar andere vonnissen die al gebeurd zijn. Rechtsleer en rechtspraak zijn secundaire woorden.

Feitenrecht= Angelsaksisch recht Angelsaksisch recht Men verwijst naar andere vonnissen die vooraf uitgesproken zijn voor men naar de wet kijkt, precedent primeert!

1) 2 soorten verdragen •

Verdragen met directe werking = Rechten en verplichtingen uit het verdrag worden zonder verdere tussenkomst van de interne overheidsorganen (Parlement) aan de rechtsonthoorden (Burgers) toegekend en opgelegd. Het is zeer recent en zeldzaam Vb Normen uit de EU worden onmiddellijk in de wetgeving opgenomen. Verorderingen…



Traditionele verdragen = Geratificeerd = door het Parlement en de Koning opgenomen worden in het Belgisch recht via een goedkeuringswet. Eerst moet de Koning bekrachtigen alvorens het opgenomen wordt in het wetboek. Vb art. 167 GW: De Koning moet het goedkeuren voor de gewesten en gemeenschappen. Maar deze moet het zelf ook goedkeuren. Op de duur moeten zoveel rechtbanken beslissen dat deze procedure zeer lang duurt. Zeker als 1 rechtbank weigert. Dan wordt de wet afgeblazen. Vb Europees Sociaal Handvest = algemene sociale rechten. De wet was 18/10/61 vastgesteld door raad van Europa en in 07/90 wou men vernieuwingen aanbrengen. Dit verliep heel moeilijk want België had de wet nog niet geratificeerd 29j na datum en daarom lag Engeland dwars. Voor verdragen met een directe werking is dit probleem niet mogelijk.

2) Verordeningen van internationale organisaties waarvan België lid is. = normen van de EU 4 soorten •

Verordeningen = zijn gericht op alle lidstaten en hebben een directe werking Vb Principe van vrij verkeer van de WN ‘68 Vb Gelijke beloning m/v

Recht

12



Richtlijnen = Principes die tegen bepaalde streefdatum in de eigen wetgeving dienen te worden opgenomen. = Gericht tot bepaalde of alle lidstaten = Enkel bindend wat het te bereiken resultaat betreft (de manier waarop maakt niet uit) = Hebben geen directe werking = Ze moeten binnen de 5 jaar in de eigen wetgeving worden opgenomen =Geen ratificatie Vb ’79-7 gelijke behandeling m:v op gebied van sociale zekerheid. Het wordt pas uitgevoerd in ‘09 Vb ’90-406 moederschapsrust min 14 weken tegen een min werkloosheidsuitkering



Beschikkingen = Gericht tot een lidstaat of onderneming = Rechtstreeks bindend Vb boetes wegens kartelvorming en belemmering van de vrije mededeling (vrijheid van verkeer van goederen) Vb Steunmaatregelen van Waalse gewest aan Ryan Air. Ze moesten een boete aan het Brusselse gewest betalen omdat hij nooit landingsbelasting heeft betaald. Aanbevelingen = Niet-bindend advies Vb Bestrijding van de hormonenmaffia



3) Tegenstrijdigheden Het Europees recht heeft voorrang op het Belgisch recht

3.2 Belgische federale wetgeving 3.2.1 Hiërarchie Wetgevend (parlement)

Uitvoerend (regering

Grondwet (Kamer + Senaat) Federaal

Wet (Kamer+reflectiekamer)

Regionaal Provinciaal

Decreet Ordonnantie Provinciaal reglement

Koninklijk besluit Ministerieel besluit Besluit van een Gewest- of Gem.-regering (Provinciaal reglement)

Gemeentelijk

Gemeentelijk reglement

(Gemeentelijk reglement)

2 indelingen Federaal, regionaal, provinciaal en gemeentelijk  politieke niveau’s Wetgevend en uitvoerend  Machten

Recht

13

Ordonnantie kan officieel vernietigd worden door de koning een decreet niet. Een ordonnantie is van het Brussel. Schema GRONDWET primeert op alle wetten FEDERALE WG



Regelt



Hele grondgebied

WET

REGIONALE WG deel van grondgebied

evenwaardig



ORDONNATIE & DECREET

Als ze niet overeenkomen wordt de zaak opgelost door het Arbitragehof. Wetten en Decreten en Ordonnanties vernietigen. Dit kan niemand anders

KB

BESLUIT VAN EEN GEWEST OF GEMEENSCHAPSREGERING PROVINCIAAL REGLEMENT

Bevoegd over provinciaal en gemeentelijk Reglement

Kan vernietigd worden door de Raad van Staten Afdeling Administratie

MB GEMEENTELIJK REGLEMENT

Als de Koning een wet niet wil ondertekenen kan het zijn dat hij voor 1 dag aftreed en dan is de eerste minister bevoegd. De volgende dag heeft de Koning terug de volledige macht. A. De Grondwet (7 februari 1831) = grondwetgevende macht Deze kan zelden wijzigen. Toch zijn er enkele wijzigingen aangebracht ivm het kiesstelsel ’48

Cijnskiesrecht  Algemeen meervoudig kiesrecht (men wou niet naar een communistische partij dus dacht men als de vrouwen stemmen gebeurt dit ook niet.

’94

Federalisering  Een evolutie van een nationale staat naar gewesten en gemeenschappen. ’80-’81 ’88-89 ’93 ’94

 Cultuurraden naar gewest- en gemeenschapsraden  Financiële bevoegdheden aan gewesten en gemeenschappen  België is een volwaardige federale staat door uitbereiding van de bevoegdheden van gewesten en gemeenschappen  De wetten werden genummerd

4 stadia voor een grondwetwijziging

Recht

14

1. Preconstituante = grondwetsmacht (koning + federaal parlement) • Het parlement duidt aan welke artikelen voor herziening in aanmerking komen. Ze kunnen enkel deze artikelen wijzigen. • Deze aanduiding gebeurd door de meerderheid (=de helft + 1 in Kamer en Senaat). • Het parlement wordt daarna ontbonden en de verkiezingen worden doorgegeven. Waarom ontbinden? Dan wordt het een volksraadplegingen mag de burger meestemmen 2. Constituante = artikelen die aangeduid zijn herzien. • Deze herziening gebeurd door de dubbele meervoudige meerderheid (= 2/3 van de meerderheid + 2/3 moet aanwezig zijn in Kamer en Senaat) • Communautaire zaken (=dubbele meervoudige meerderheid + meerderheid in elke taalgroep) 3. Koning gaat grondwetsherziening bekrachtigen en afkondigen 4. Publicatie van gewijzigde grondwetsartikelen in het Staatsblad

B. De Wet = Wetgevende macht Wetten worden goedgekeurd door de gewone meerderheid van de Kamer. De Senaat komt alleen tussen met het evocatierecht. Ze is een reflectiekamer (kunnen alleen wijzigingen vertragen) C. Decreten en Ordonnanties Decreten worden uitgevaardigd door alle raden behalve Brusselse Hoofdstedelijke raad Ordonnanties worden uitgevaardigd door de Brusselse Hoofdstedelijke raad. En hebben alleen kracht in het Brusselse Gewest Ze worden niet door de Koning bekrachtigd, alleen gepubliceerd in het Staatsblad. De gewone meerderheid volstaat voor goedkeuring. D. Koninklijk Besluit (KB) = uitvoerende macht Een KB wordt uitgevaardigd door de Koning en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het bevat maatregelen die een uitwerking en een precisering inhouden van een of meer wetten. Een KB is ondergeschikt aan een wet dus kan deze niet wijzigen of opheffen.

Recht

15

E. Ministerieel Besluit (MB) = uitvoerende macht Een MB wordt uitgevaardigd door een minister en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het bevat een verdere detaillering van bij een KB uitgewerkte regelen. Ministeriele omzetbrieven = circulaires. Ze kunnen wel bindend zijn voor de ambtenaren van de overheidsadministratie maar niet voor de rechtsonderhorigen of rechters. Het is geen formele rechtsbron. F. Besluit van een Gewest- of Gemeenschapsregering = uitvoerende macht Deze besluiten zijn uitvoerende maatregelen tav een decreet, respectievelijk een ordonnantie, zoals KB en MB tav een wet zijn. G. Provinciaal reglement Worden uitgevaardigd door provincieraden en gepubliceerd in het Bestuursmemoriaal van de betrokken provincie en wordt bekrachtigd door een gouverneur.

H. Gemeentelijk reglement Worden uitgevaardigd door gemeenteraad en bekendgemaakt door aanplakking in de gemeente. Bij Provinciaal en Gemeentelijk reglementen is de scheiding der machten niet echt duidelijk.

3.2.2 Publicatie van de wetgeving 1. Belgisch Staatsblad (federaal en regionaal) Gaat van kracht 10 dagen na de publicatie of het moet anders vermeld zijn in de wettekst. 2. Bestuursmemoriaal (Provinciaal) Gaat van kracht 8 dagen na publicatie 3. Aanplakking (Gemeentelijk) Gaat van kracht 5 dagen na bekendmaking

3.2.3 Interpretatie van de wetgeving 1. Authentieke interpretatie = Door de wetgever zelf (uitzonderlijk) De wetgevende macht houdt zich bezig met de rechterlijke macht. Het is een interpretatieve wet Vb Wet Detiège: een flexibele pensioensleeftijd tussen 6065 jaar maar voor een volledig pensioen moeten mannen wel 45 jaar gewerkt hebben. DUS flexibele pensioenleeftijd is niet gelijk aan gelijke pensioenleeftijd.

Recht

16

2. Niet authentieke interpretatie = door de rechter, is niet bindend (geen precedentenrecht) Wettenrecht = de rechter moet het vonnis uitspreken op basis van de wet niet op basis van vorige rechtzaken. Er is een controle door het Hof van Cassatie en door de Raad van State. Hof van Cassatie = Hof van Verbreken. Vonnissen en arresten verbreken en ze verder verwijzen. Ze behandelen ze niet zelf Raad van State = Afdeling Administratie. KB en MB’s en akten en reglementen van administratieve colleges vernietigen

3.3 Gewoonterecht = gevestigde gebruiken Het gewoonterecht is niet bindend GEEN gewoonterecht in: 1. Strafrecht : legaliteitsprincipe = geen straf zonder wet 2. Arbeidsrecht : men hoeft niet naar een parlement men heeft al een CAO CAO = een wet die WG en WN zelf maken. Het zijn afspraken buiten het parlement. Het is een gewoonterecht en wordt bekrachtigd door een KB WEL gewoonterecht in: 1. Handelsrecht: handelsgebruiken 2. Maritiem recht 3. Volkenrecht : diplomatiek recht 4. Grondwettelijk recht : eerste minister heeft voetje voor

3.4 Rechtspraak Ondanks het feit dat rechterlijke beslissingen slechts bindende kracht hebben voor de bij het geschil betrokken partijen, is de rechtspraak in de praktijk een belangrijke rechtsbron. (Advocaten verwijzen naar vorige rechtspraken) Vb) Verzekering bij arbeidsongevallen Ongeval op weg naar huis. Als je een omweg neemt is dit geen verzekering maar als je je kinderen van school gaat ophalen is dit wel een verzekering = arbeidsrecht

Recht

17

Herhaalde beslissingen in dezelfde zin, uitgesproken door diverse rechtscolleges, vormen na verloop van tijd een vaste rechtspraak, waarvan niet snel zal worden afgeweken door andere rechters. Juridisch bindend is deze vaste rechtspraak niet. • •

De rechterlijke beslissingen worden beïnvloed door de rechtsleer (boeken, artikelen,… over rechtsgebieden en rechtsproblemen, geschreven door juristen) Men heeft ook nog een geannoteerd wetboek. Hierbij geven auteurs commentaar bij elk artikel en ze verwijzen naar vorige rechtspraken. De waarde van deze rechtsleer hangt samen met de functie van de auteur. Bv. Advocaten kunnen verwijzen naar de meldingen van advocaten.

3.5 Algemene rechtsbeginselen = Ongeschreven algemene rechtsprincipes, die niet uitdrukkelijk in de wetgeving zijn te vinden, maar wel algemeen aanvaard zijn. 1. Continuïteit Vb Politiestaking: er moet altijd iemand in de burelen aanwezig zijn. 2. Verbod van eigenrichting Vb Een kind heeft een klap rond zijn oren gekregen van zijn leraar op school. De vader klaagt de leraar aan of slaat de leraar. Hij heeft de keuze. 3. Verbod van rechtsmisbruik = Het recht gebruiken voor een oneigenlijk, onwettig doel. Vb. Je loopt in je bedrijf en je bent van plan de eerste WN die je tegenkomt te ontslaan. Dit is misbruik van het ontslagrecht. Algemene rechtsbeginselen worden ook aanvaard als middel tot Cassatie.

Recht

18

DEEL I : STRUCTUREN EN INSTELLINGEN 1 Inleiding 1

Rechtsstaat

Definitie = Een Staat waar de gezagsdragers gebonden zijn door het objectief recht (naakte rechtsregel) waarvan zij de toepassing moeten verzekeren en waar hun machten door de individuele rechten van de burgers zijn beperkt. De voornaamste taak van de overheid in de 19de E: • Bescherming van de burgers Maar er komen steeds meer staatsinmengingen in de 20ste E. De burger krijgt minder en minder rechten. • Meer belastingen • Meer reglementaire beperkingen Er is dus een evolutie van een rechtsstaat (rechten van de burger, bescherming van de individu) naar een wetstaat (plichten van de burger, bescherming van de gemeenschap). Dus de individuele vrijheid wordt steeds meer beperkt door de vrijheid van de anderen.

2

Democratie

Definitie = De democratie streeft naar een regering van het volk door het volk. 1830 Cijnskiesrecht = alleen de rijken mogen kiezen 1894

Meervoudig kiesrecht voor mannen = vanaf 26j, meervoudig = meerdere stemmen Door een hogere studie 1919 Enkelvoudig kiesrecht voor mannen = 1 man, 1 stem 1948 Enkelvoudig kiesrecht voor mannen en vrouwen = Zo wou men stemmen halen voor de katholieke partij, maar de vrouwen stemden ook voor de communistische partij 1982 Leeftijd van 21 naar 18 Soorten democratie • Getrapte democratie = westerse cultuur, wij verkiezen anderen om de wetten te maken • Rechtstreekse democratie = iedereen heeft een zegje (komt niet veel voor) Hoe kunnen we zien of we een goede democratie hebben? De eerbied voor de rechten van de minderheid is de toetsteen van de democratie. Men moet de minderen zijn rechten geven.

Recht

3

19

Scheiding der machten 1. Wetgevende macht Parlement en Koning 2. Uitvoerende macht Koning en Regering 3. Rechterlijke macht Hoven en Rechtbanken

Uitvinder Later

= =

John Locke  16e Eeuw Charle De Montesquier Waarom een scheiding? “Tout homme qui a du pourvoir est porté à en abuser” = Macht maakt corrupt. Men gaat hun macht misbruiken. Daarom kan men beter meerdere de macht geven zodat er een controle is.

Uitholling van de scheiding der machten door participatie = De macht ligt in de hand van de politieke partijen. Zij hebben alles te zeggen. De scheiding loopt helemaal dooreen. Vb de Koning is lid van de wetgevende macht, hoofd van de uitvoerende macht en stelt rechters aan.

4

Eenheidsstaat en federalisering

1830 – 1920 Unitarisme (overal hetzelfde) 1920 – 1970 Vlaamse autonomiebeweging 1970 – 1980 – 1988 – 1989 – 1993 Stapsgewijze federalisering 1970 Oprichting cultuurraden 1980 Gewesten en Gemeenschappen 1988 – 1989 Financiële bevoegdheden (belastingen voor gewesten en gemeenschappen) 1993 - …

Confederalisme? Volwaardig federale staat? Sommige elementen willen het, maar sommige juist niet.

Recht

20

5 Politieke instellingen van het federale België 6

Het Parlement

Government Power =

7

Volheid van bevoegdheid voor federale materies

Samenstelling •

2 Kamers: Kamer en Senaat (= bikamerisme) Kamer : Politieke zwaargewicht Senaat: Reflectiekamer (Ze kunnen wetten vertragen maar meer ook niet) Samenstelling Kamer (150 leden) • 80 Vlaanderen • 22 Brussel + Halle-Vilvoorde • 48 Wallonië ’94  Kamerleden van 212 naar 150. Ze worden rechtstreeks verkozen Samenstelling Senaat (71 leden) (art 67) (41VL, 29FR,1D) • 40 rechtstreeks (24 VL + 4 B + HV (1VL + 3 FR) + 12 W) • 21 aangeduid door gemeenschappen (10VL R + 10FR GR (gemeenschapsraad), 1RDG) Verhouding FR / NL =40/60 • 10 gecoöpteerd (aangeduid in de Senaat) 6NL/4FR • 3 Senatoren van rechtswege (Philippe, Astrid en Laurent) Vlamingen kunnen alleen stemmen op leden van de Nederlandstalige lijst. Brussel + Halle-Vilvoorde mag kiezen.



Onverenigbaarheiden (art. 49) Niet van Kamer en Lid zijn in de Senaat



Evenredige vertegenwoordiging : rechtstreeks verkozen Kan door parlementaire meerderheid Een strikt evenredige vertegenwoordiging is moeilijk. Kamer  1e afwijking : Brussel is oververtegenwoordigd. De zetels worden toegekend op basis van het aantal inwoners. In Brussel wonen vele mensen maar in verhouding van die vele mensen mogen er niet veel stemmen. Veel buitenlanders.  2de afwijking: Zetelverdelingsysteem dat de grotere partijen bevoordelen. Hoe groter de partij, hoe goedkoper de zetels Senaat  Aangeduid door gemeenschapsraden, 10 – 10 verhouding. Dit moet normaal een 60 – 40 verhouding zijn. Er zijn dus te veel Franstalige. Een Vlaamse zetel is duurder



Kieskringen De Kamer wordt gekozen door de provincies De Senaat wordt gekozen door Vlaamse en Franse kiescolleges



Kiesdrempel (5%)

Recht

21

Dit is niet gelijk aan 5% van alle stemmen. Samenstelling Kamer en Senaat •

Voorwaarde om verkozen te worden (art 64) ○ Belg zijn ○ Burgerlijke en Politieke rechten bezitten ○ 21 jaar zijn ○ Woonplaats moet in België zijn



Parlementsleden genieten van: ○ Parlementaire onverantwoordelijkheid (art 58) Een parlementslid mag om het even welk standpunt innemen in het parlement en er om het even welke uitspraak mag doen zonder risico te lopen hiervoor strafrechtelijk vervolgd of veroordeeld te worden maar ze mogen de orde niet verstoren Vb “Vive la republique" roepen tijdens de eedaflegging van de Koning. De minister die dit riep moest de Senaat verlaten tijdens de eedaflegging. ○ Parlementaire onschendbaarheid Een parlementslid kan voor om het even welk misdrijf niet aangehouden of vervolgd worden gedurende de periode waarin het parlement zitting heeft. Wel kan de Kamer waartoe het parlementslid behoord diens parlementaire onschendbaarheid opheffen wanneer het parket daarom verzoekt. Koninklijke onschendbaarheid kan niet opgehoffen worden. Vb. Koning rijdt door het rood licht en je bent gekwetst. De koning heeft dit gewoon niet gedaan. Vb. Van Rossen: werd verkozen toen hij achter de tralies zat. Hij werd verdacht van fraude maar door de verkiezing werd hij vrij gelaten. Als ze op heterdaad betrapt worden wordt de onschendbaarheid opgeheven. Vb. Voor het parlement is er een betogingsverbod. Het Vlaams Blok hield er een betoging en zijn opgepakt.

8



Legislatuur : 4 jaar Periode tussen de verkiezingen Gemeenschappen 5 jaar, Gemeente en Provincie 6 jaar



Zitting : Parlementair werkjaar Periode tussen het parlementair verlof

Bevoegdheden p 85

Recht

22

Kamer en Senaat hebben niet dezelfde bevoegdheden maar de Kamer primeert op de Senaat. Hoe maakt men een wet? 1. Wetsontwerp komt van de regering Wetsvoorstel komt van het parlement Wanner zij de wet indienen bij de kamer en de senaat reageert niet is de wet gemaakt. 2. Men dient deze in bij de kamer en de Senaat vraagt hun evocatierecht. (een voorstel mogen doen om de wet te veranderen.) Eerst moeten ze amenderen (stemmen), dan de veranderingen aanvragen en daarna de goedkeuring vragen aan de Kamer. De Kamer kan de beslissingen van de Senaat laten vallen of opnemen in de wet. Wanneer de Kamer zijn goedkeuring geeft is de wet gemaakt, met of zonder veranderingen.

9

De federale uitvoerende macht: Koning en regering

10 De Koning (hoofd uitvoerende macht) Koning is lid van de uitvoerende en de wetgevende macht. Toch heeft hij als persoon geen enkele politieke macht. De koning is

• • •

Politiek onbekwaam = Elke akte die van hem uitgaat moet worden medeondertekend door een minister. Politiek onverantwoordelijk = Het is de minister die de akte medeondertekent, die er de volledige politieke verantwoordelijkheid van draagt. Politieke onschendbaarheid = absolute onschendbaarheid. Zowel juridisch als politiek. = De koning kan in geen geval voor een RB gedagvaard of door een RB veroordeeld worden.

Kabinet van de Koning = enkele raadgevers. Dit zijn geen politici, doch louter private medewerkers. Ze kunnen belangrijke politieke invloed uitoefenen Civiele lijst • Voor de onafhankelijke uitoefening moet de koning over geld beschikken. Hier wordt beslist hoeveel geld de Koning jaarlijks zal ontvangen. • De administrateur van de civiele lijst beheert de civiele lijst en hij kan wel veroordeeld worden of schulden betalen van de Koning

11 De regering Bestaat uit ministers en staatssecretarissen. = medewerkers van de Koning als hoofd van de uitvoerende macht.

Recht

23

A. Samenstelling • Eerste minister i. Zit de vergaderingen van ministers voor ii. Woordvoerder van de regering iii. Als hij ontslag neemt, is dit een aftreding van de volledige regering



Vice-eerste minister i. Ondervoorzitters van de regering ii. Vervangen de eerste minister wanneer dit nodig is



Minister i. Volwaardige leden van de regering ii. Beheren een bepaald departement iii. Minister van portefeuille = wanneer ze geen bepaald departement beheren.



Staatssecretarissen i. Beheren hun departement niet volledig zelfstandig, maar onder gezag van een eerste minister aan wie ze zijn toegevoegd. ii. Het regeringsbeleid wordt gevoerd door de ministers. Staatssecretarissen zij beperkt tot de leiding van een departement. iii. De functie is om Het groeiende aantal ministers te beperken Ministers niet te overbelasten

• •



Minister van Staat i. Geen lid van de regering. Het is een eretitel die wordt verleend aan een verdienstelijk politici, meestal aan het eind van hun politieke carrière.



Informateur i. Prominent politicus van een der grote partijen ii. Taak blijft beperkt tot een informatieve rondgang bij alle belangrijke en ook minder belangrijke politieke partijen en hun meest vooraanstaande vertegenwoordigers



Formateur i. Wanneer een bepaalde coalitievorming een kans krijgt wordt er een formateur aangesteld ii. Deze moet de regering vormen iii. Als dit niet lukt wordt er een nieuwe aangeduid iv. Hij wordt de eerste minister

B. Structuur Verschillende raden en comités



Ministerraad ○ Alle ministers, geen staatssecretarissen

Recht

24

○ Bepaald het algemeen beleid van de regering ○ Coördineert de werking van de verschillende ministeries



Regeringsraad ○ Ministers en staatssecretarissen ○ Ze hebben geen specifieke rol en worden niet zo vaak bijeengeroepen



Ministercomités ○ Ministers en staatssecretarissen ○ Voorgezeten door de eerste minister, die de samenstelling bepaald ○ Het beleid van aanverwante departementen coördineren ○ Regeringsraad voorbereiden



Ministeriële kabinetten ○ Geen vergaderingen van ministers ○ Groep persoonlijke medewerkers die elke minister en staatssecretaris heeft. ○ Kabinetchef, adjunct-kabinetchef, kabinetsecretaris, kabinetsattachés ○ Geen ambtenaren, maar partijpolitiek gebonden medewerkers ○ Voorbereiding van wetsontwerpen

C. Bevoegdheden Volheid van bevoegdheid Is beperkt tot diegene die haar uitdrukkelijk zijn toegekend door de Grondwet of door bijzondere wetten. Bevoegdheden • Uitvoering van de wetten De overgrote meerderheid van de rechtsnormen wordt in ons land dan ook uitgevaardigd door de regering onder vorm van ○ Koninklijke besluiten  Ondertekend door de Koning en door één of meer ministers.  Zijn ondergeschikt aan de wetten.  Moeten overeenstemming zijn met de wet en de Grondwet ○ Ministeriële besluiten  Ondertekend door één of meer ministers  Zijn ondergeschikt aan wetten en aan koninklijke besluiten  Brengen rechtsnormen tot stand  Op basis van • Kaderwetten ○ Legt een aantal beginselen vast ○ Bepaald hieruit uitdrukkelijk dat het aan de regering wordt overgelaten om de verdere regeling bij koninklijk besluit uit te werken. •

Gewone opdrachtwetten

Recht

25

○ Geeft aan de regering de bevoegdheid om bij koninklijk besluit een materie te regelen die normaal tot de bevoegdheid van de wetgever behoord. ○ Kunnen geen wettelijke bepalingen opheffen of wijzigen ○ Kunnen steeds door een ander koninklijk besluit gewijzigd worden •

Volmachtwetten ○ Verleent aan de regering de bevoegdheid om over een bepaalde materie, die normaal tot de bevoegdheid van de wetgever behoort, en voor een bepaalde periode, wetgevend op te treden. ○ Kan een vroegere wetgeving opheffen of wijzigen ○ Door een volmachtenwet draagt het parlement dus tijdelijk een deel van zijn wetgevende bevoegdheid over aan de regering



Zelfstandige verordende bevoegdheid = voor de handhaving van de openbare orde



Beheer van de openbare diensten = De benoeming van ambtenaren, magistraten, ed.



Buitenlands beleid = landsverdediging ○ De verdragen met het buitenland worden door de regering gesloten. ○ Deze verdragen hebben pas gevolg nadat zij de instemming van de kamers hebben gekregen. ○ Ratificatie = na de goedkeuring worden deze verdragen door de Koning bekrachtigd. ○ De regering bevestigd de internationale overeenkomst die gesloten werd door de daartoe bevoegde ambtenaren ○ De verdragen moeten worden bekend gemaakt en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad



Bevoegdheden van praktisch belang ○ Het recht munt te slaan ○ Het recht burgers in de adelstand te verheffen ○ Het recht om strafrechtelijk veroordeelden genade te verlenen.

Ministers dragen • Politieke verantwoordelijkheid = elke minister is verantwoordelijk ten aanzien van het parlement, dat hem ook op elk ogenblik ter verantwoording kan roepen en desnoods tot aftreding kan dwingen •

Strafrechtelijke onschendbaarheid = een minister kan slechts vervolgd worden na toestemming door de kamer van volksvertegenwoordigers, behoudens bij ontdekking op heterdaad.

Recht

26

12 Gemeenschappen & Gewesten 13 Structuren A. De regio’s 4 taalgebieden • Nederlands • Frans • Duits • 2-talig gebied Brussel – hoofdstad = territoriaal afgebakend : elke gemeente valt in één, en slechts één, van deze taalgebieden 3 gemeenschappen • Vlaams • Frans • Duitstalige = territoriaal afgebakend maar ook persoonsgebonden. Persoonsgebonden voor het tweetalig gebied Brussel – hoofdstad, daar kan men zelf kiezen tot welke gemeenschap ze willen behoren 3 gewesten • Vlaams • Waals • Brussels = territoriaal afgebakend B. De instellingen REGIO Vlaanderen Wallonië Brussel Hoofdstad Franse Gemeenschap

Duitse Gemeenschap

PARLEMENT REGERING Vlaamse parlement Vlaamse regering  ook voor Vlaamse Gemeenschapsmateries in Brussel Hoofdstad Waalse Gewestraad Waalse gewestregering Brusselse Hoofdstedelijke raad Franse Gemeenschapsraad

Brusselse Hoofdstedelijke regering Franse Gemeenschapsregering  ook voor Franse Gemeenschapsmateries in Brussel Hoofdstad Duitse Gemeenschapsraad Duitse gemeenschapsregering

Het Vlaamse gewest valt samen met het Nederlands taalgebied, het Brusselse gewest met het tweetalig gebied Brussel – hoofdstad en het Waalse zowel met het Franse als het Duitse taalgebied

Recht

27

Per taalgebied is er geen politieke structuur voorzien, dit is wel het geval voor de gewesten en voor de gemeenschappen. Inzake instellingen is de regeling voor wat Vlaanderen, Wallonië en Brussel betreft verschillend • Vlaanderen De gemeenschapsbevoegdheden en de gewestelijke bevoegdheden worden uitgeoefend door dezelfde instellingen. Zie p 95.



Wallonië De gewestelijke bevoegdheden worden uitgeoefend door de Waalse gewestraad op wetgevend vlak en de Waalse Gewestregering op uitvoerend vlak.



Brussel ○ De gewestelijke bevoegdheden ervan worden op wetgevend vlak uitgeoefend door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.  75 leden  Om de 5 jaar rechtstreeks verkozen  Geen decreten maar ordonnanties ○ De gewestelijke en provinciale bevoegdheden worden op uitvoerend vlak uitgeoefend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.  8 leden • 1 voorzitter • 2 verkozenen van Nederlandse taalgroep • 2 verkozenen van Franse taalgroep van de Hoofdstedelijke Raad • 3 geweststaatssecretarissen



Duitstalige gemeenschap De gemeenschapsbevoegdheden worden uitgeoefend door de rechtstreeks verkozen Raad van de Duitstalige Cultuurgemeenschap

Vlaamse instellingen • Vlaams Parlement ○ 118 rechtstreeks gekozen  5 jaar  Verkozen in 11 kieskringen ○ 6 leden aangeduid door en uit de leden van de Nederlands taalgroep van de Brussels Hoofdstedelijke Raad •

Vlaamse Regering ○ 11 leden  Minstens 1 uit het tweetalig gebied Brussel – Hoofdstad  Verkozen door het Vlaams Parlement

14 Bevoegdheden Vlaams Parlement = Het parlement voor Vlaanderen. Voor de gemeenschapsbevoegdheden is het ook bevoegd voor de Vlaamse instellingen in Brussel

Recht

28



Gemeenschapsbevoegdheden (Persoonsgebonden) i. Culturele aangelegenheden (vb. kunst, bibliotheken, sport, toerisme,…) ii.Persoonsgebonden aangelegenheden (vb. i.v.m. gezondheidsbeleid, bijstand aan personen) iii.Onderwijs(vb. begin en einde van de leerplicht, pensioensregeling, tewerkstellingen,…) iv.Samenwerking tussen de gemeenschappen en de internationale samenwerking betreffende culturele en persoonsgebonden zaken v.Het taalgebruik in bestuurszaken (vb. onderwijs) vi.De verdragen die op deze bevoegdheden betrekking hebben



Gewestelijke bevoegdheden (Territoriaal gebonden) Van het Vlaams Parlement, die slechts binnen de grenzen van het Vlaamse Gewest uitgeoefend worden. (Niet in Brussel) i. Ruimtelijke ordening, landbouw, milieu ii. Economisch beleid iii. Openbare werken iv. Openbaar vervoer v. Bevoegdheden over provincies en gemeenten

Impliciete bevoegdheden Decreten kunnen bepalingen bevatten in aangelegenheden waarvoor het Vlaamse Parlement strikt genomen niet bevoegd is, maar die noodzakelijk zijn om de eigenlijke bevoegdheden van het Parlement kunnen uitoefenen Residuaire bevoegdheden Worden toebedeeld aan gemeenschappen en gewesten. De federale overheid beschikt slechts over de bevoegdheden die haar exclusief in de Grondwet werden toegewezen. Ze zijn nog niet in de Grondwet opgenomen. Tot zolang komen de residuaire bevoegdheden nog aan de federale overheid toe. Decreten = Het Vlaamse Gewest kan decreten uitvaardigen, die kracht van wet hebben. Dit betekent niet enkel dat deze de wetgeving zijn op Vlaamse niveau, maar ook dat zij gelijk staan met de federale wetgeving.

 In geval van conflict tussen een decreet en een federale wet zijn bijzondere procedures voorzien om dit conflict op te lossen. (Arbitrage)  Verloop • Decreet van het Vlaamse Gewest • Goedkeuring van Parlement • Bekrachtiging en afkondiging door Vlaamse Regering • Publicatie in het Belgisch Staatsblad Parlementaire commissies

Recht

29

= Weerspiegelen de samenstelling van de partijenverhoudingen binnen de raad. Vlaamse Regering = Heeft uitvoerende bevoegdheid voor de • culturele en de persoonsgebonden aangelegenheden van de Vlaamse Gemeenschap • plaatsgebonden aangelegenheden van het Vlaamse Gewest. Motie van wantrouwen Kan slechts worden neergelegd indien er een wisselmeerderheid is die meteen een nieuwe regering kan installeren. De continuïteit van het uitvoerend werk word verzekerd.

15 Het Provinciaal niveau 10 provincies • Antwerpen • Vlaams-Brabant • Waals-Brabant • Henegouwen • Limburg • Luik • Luxemburg • Namen • Oost-Vlaanderen • West-Vlaanderen Politieke instellingen • Provincieraad ○ Provinciaal parlement ○ Rechtstreeks verkozen door inwoners van de provincie 18 jaar en ouder van Belgische nationaliteit ○ 6 jaar ○ Aantal leden afhankelijk van aantal inwoners van de provincie. ○ De provincieraad benoemd zijn eigen voorzitter ○ Volheid van bevoegdheid voor alles van provinciaal belang ○ Bevoegd voor  Alles wat niet uitdrukkelijk aan een ander provinciaal orgaan is opgedragen.  Mogen geen betrekking hebben op onderwerpen die reeds zijn geregeld door wetten, decreten of verordeningen van algemeen bestuur  Bevoegdheid is dus beperkt • Bestendige deputatie ○ Regering van de provincie ○ Gouverneur ○ 6 leden  Verkozen uit de provincieraad  Leden = bestendig afgevaardigden of bestendige gedeputeerden. ○ Samenstelling

Recht

30

 Ieder arrondissement vertegenwoordigd ○ Beslissingen  Over alle zaken die tot het dagelijks bestuur van de provincie behoren  Over alle zaken die aan de provincieraad zijn voorbehouden maar die een dringende beslissing vergen



Gouverneur ○ Vertegenwoordiger van de provincie ○ Door de Koning benoemd ○ Dubbele functie  Eerste minister • Voorzitter van de bestendige deputatie • Uitvoering van beslissingen van de provincieraad en van de bestendige deputatie  Politiek ambtenaar • Benoemd voor het leven (tot 67 jaar) • Bevoegdheid ○ Administratief toezicht uitoefenen  op de provincieraad,  op de bestendige deputatie en  op de gemeenten die in de provincie liggen. ○ Coördineert hij ook de in de provincie gedecentraliseerde nationale besturen



Provinciegriffier ○ Eerste ambtenaar van de provincie ○ Taken  Hoofd van de administratie dus rechterhand van de gouverneur  Woont vergaderingen bij van de provincieraad en bestendige deputatie waar hij processen-verbaal opmaakt.



Bestuurlijk arrondissement ○ Administratieve onderverdeling van het land (3 per provincie) ○ Tussenniveau van provincie en gemeente ○ 37 bestuurlijke arrondissementen ○ Hebben geen  Eigen belangen  Autonomie  Politieke vertegenwoordiging



Arrondissementscommissaris ○ Regeringscommissaris toezicht op gemeenten ○ Adjunct van de gouverneur (hij kan taken opdragen die het hele gebied van de provincie kunnen bestrijken)

16 Het Gemeentelijk niveau (laagste niveau)

Recht

31

589 Gemeenten • 308 Vlaamse gemeenten • 262 Waalse gemeenten • 19 Brussels Hoofdstedelijke gemeenten Gemeenteraad • •

Wordt verkozen voor een vaste termijn van 6 jaar. = Vaste legislatuur, geen tussenverkiezingen mogelijk 7 – 55 leden afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente

College van burgemeester en schepen • • • • •

2 -10 schepenen Het college beslist altijd in unanimiteit. Elke schepen heeft een andere bevoegdheid maar als er beslissingen genomen worden, worden ze besproken in het college Zittingen zijn openbaar dus de burger kan komen kijken Vergaderingen zijn niet openbaar Zij regelen vooral bouwvergunningen

Burgemeester • • • •

Dubbele functie:

Vertegenwoordiger van de Vlaamse regering Vertegenwoordiger van het volk De burgemeester wordt voorgedragen in de gemeenteraad Het kan zijn dat de burgemeester niet verkozen wordt in de gemeenteraad. Dit gebeurd bij een coalitie van 2 partijen dus als ze ongeveer hetzelfde aantal stemmen hebben. Hoofd van de politie

Gemeenteontvanger Intercommunale verenigingen •

2 soorten ○ Zuivere intercommunale verenigingen = vzw, locale besturen = overheidsinstanties ○ Gemengde intercommunale verenigingen = overheidsinstanties + privébedrijven Tegen 2011 zijn er alleen nog zuivere intercommunale verenigingen dus geen privé-bedrijven meer



Waarvoor worden ze gebruikt ○ Huisvuilophaling ○ Huisvuilverwerking ○ Aanleg industrieterreinen ○ Medisch- sociale instellingen ○ Gemeenschappelijk zwembad

Recht

32

Vb. ’30 waren er vele gemeenten met eigen watertorens, eigen gascentrales,… later werden het intercommunale verenigingen die hiervoor zorgden en nog later werden het allemaal privé-instellingen. Volksraadpleging Er kan een volksraadpleging opgeroepen worden voor bv een parking in het dorp, moeten ze het betalen of niet, of een sportinfrastructuur gebouwd door verschillende gemeenten. Deze volksraadpleging geeft enkel advies. In principe moet men dit niet volgen maar dit kan men beter wel doen anders sta je niet achter de beslissingen van het volk en dit kan tegen je partij gebruikt worden.

17 De controlerende instellingen Waarom zijn er controlerende instellingen? 1. Bevoegdheidsconflicten oplossen, voorkomen. We hebben een moeilijk politiek systeem. 2. Toezicht. • Administratief toezicht : Controle van hogere overheden op lagere. Vb. Provincie op gemeente • Bijzonder toezicht : Sommigen beslissingen van bv. De provincieraad worden pas rechtsgeldig na goedkeuring van hogere overheden • Algemeen toezicht : Herstellen. De gouverneur kan steeds beslissingen schorsen wegens onwettelijkheid, bevoegdheidsonderscheiding of strijdigheid met het algemeen belang. De gouverneur kan geen beslissingen vernietigen, wel schorsen. Hij geeft tijd aan de Vlaamse regering om een onderzoek uit te voeren en eventueel een beslissing te vernietigen.

18 Raad van State A. Afdeling wetgeving  Bevoegdheidsconflicten voorkomen door juridisch technisch advies door wetgeving. Afdeling wetgeving speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van de federale en de regionale wetgeving. De afdeling wetgeving geeft advies, maar deze is niet bindend • Advies over wetsontwerpen, ontwerpen van decreet en hun uitvoeringsbesluiten • Advies over wetsvoorstellen en voorstellen van decreet (verplicht bij 1/3 of ½ van een taalgroep) Bij een spoedprocedure krijgt de Raad van State 3 dagen de tijd voor advies te geven. Wetsontwerpen komt van de uitvoerende macht. Zij moeten naar de Raad van State Wetsvoorstellen kunnen naar de Raad van State. Samenstelling

Recht

33

4 Kamers (rechtscolleges) met in elke kamer 3 staatsraden en 2 assessoren (gereputeerde juristen) B. Afdeling Administratie De afdeling Administratie van de Raad van State is het hoogste administratief rechtscollege in ons land •

Annulatierechter voor administratieve rechtshandelingen (bescherming van de burger  willekeur van de overheid)  Wat? Functie van beslechtende aard =Vernietigen of schorsen van beslissingen, besluiten (KB, MB), alles wat van de regering komt  Wanneer mag men schorsen? ○ Schending van wet / decreet of grondwet ○ Overschrijding van bevoegdheid ○ Niet – naleving van substantiële op straf van nietigheid voorgeschreven vormvereisten Vb. Selectie-examen door de overheid Schending van wet / decreet of grondwet waarvoor je een bepaald diploma nodig hebt. Iemand die dit diploma niet had heeft gewonnen. De anderen kunnen klacht indienen en iedereen moet het examen opnieuw doen. ○ Machtsafwending = bevoegdheid gebruiken voor een oneigenlijk doel. Vb. Bouwvergunning aan een politieke tegenstander hierdoor weigeren = misbruik Raad van State afdeling administratie mag enkel vernietigen, maar niets in de plaats stellen. Vb. Het probleem met het diploma. Degene die 2de eindigde wordt niet gekozen, iedereen moet het examen opnieuw doen



Cassatierechter voor administratieve rechtscolleges



Rechter in hoger beroep (oa. Gemeenteraadsverkiezingen)

Een spoedprocedure is zeer handig want deze duurt niet zo lang. Anders kan je wel is 4, 5, 6 jaar wachten bij een gewone procedure.

19 Het Arbitragehof (grondwettelijk hof)  Wetten en decreten vernietigen 1. Bevoegdheden

Recht

34



Conflicten oplossen i. Conflicten tussen Decreet en Decreet Decreten worden gemaakt in verschillende parlementen, met allen een ander bevoegdheid. Vb. Vernietiging van een decreet van de Franse gemeenschap ivm het taalgebruik in arbeidszaken. 3 bronnen: Decreet van de Vlaamse Gemeenschap ’73 (taal van de plaats van de onderneming), bestuurstaalwet ’66 (taal van de WN), decreet van de Franse gemeenschap ’82 (Fr die in Vl werkt : Fr, Fr die in Vl woont en werkt : Fr, waal die in Vl woont, werkt, spreekt maar Fr diploma heeft : Fr,…) Het Franse decreet gaat te ver en wordt vernietigd door het arbitragehof. ii.Conflicten tussen Wet en Decreet Vb. De griffier van de vrederechter is ook bevoegd voor de faciliteitsgemeente (ander taalgebied). Bij de aanstelling van een nieuwe griffier was een vormvereiste dat deze griffier de Franse taal sprak. iii.Decreten vernietigen die schade berokkend aan de gemeenschap Vb. Vlaamse repressiedecreet : 60 jaar na het einde van WO II wou men een respons vragen van de fouten tijdens de oorlog omdat sommige mensen geen pensioen kregen. Men mocht geen toegeving doen, anders zou de eer getroffen zijn.



Toetsing wetten/decreten aan de grondwet. Men mag het gelijkheidsbeginsel niet schenden. Vb. Strafrecht : de Securitasbende. (geldtransporten overvallen) Alles was bewezen en sommige slachtoffers zijn werkonbekwaam maar de procureur liet de zaak te lang liggen zodat deze verjaarde. Men heeft speciaal voor geldtransport overvallen de verjaringstermijn verlengt zodat deze zaak toch nog uitgesproken kon worden.

2. Arresten  vernietigen / schorsen • •

Spoedprocedure: als men langer wacht zal men schade aanbrengen. Zo kan men voorlopig deze schade beperken. Later volgt de definitieve uitspraak. Gezag van gewijsde : Er is geen beroep meer mogelijk. Vb Na een uitspraak in 1e aanleg heeft men 1 maand om in beroep te gaan bij het Hof van Beroep. Als deze termijn verstreken is, is het vonnis van de 1e aanleg een kracht van gewijsde. Er is dan geen beroep meer mogelijk.

3. Prejudiciële vragen = bindend  Een lagere Rechtbank kan dit aan een hogere rechtbank (arbitragehof) = wanneer het recht niet duidelijk is en tegenstelbaar is en de rechter weet niet wat te doen.

Recht

35

Het is een kwestie van de zaak die eerst opgelost moet worden of een vraag die eerst beantwoord moet worden, alvorens de Rechtbank die de zaak behandeld tot een uitspraak omtrent de hoofdzaak kan komen. Tegenstrijdigheden • Ivm de Europese wetgeving en het Belgisch recht  EU instelling • Ivm mensen  RB voor de rechten van de mens

20 Het rekenhof 1. Bevoegdheden: Controletaak: De wetgevende macht houdt de uitvoerende macht in het oog in opdracht van het parlement. Ze moeten de uitgaven controleren. •

Werkelijkheid: nazien of de uitgaven werkelijk gedaan zijn



Wettelijkheden: Heeft de minister het geld aan de juiste dingen besteed? Is hij binnen het budget gebleven? Is het geboekt in het juiste departement.



Regelmatigheden: Heeft men de juiste boekhoudkundige techniek en de juiste financiële procedures gebruikt

2. Informatie : rapporteren aan de parlementen en provincieraden (blunderboeken) In de blunderboeken wordt alles wat misgaat vermeldt. Elke minister krijgt een exemplaar. Vb. Blunderverhalen: ’95 aankopen van gevechtsschoenen. Maar ze hadden hier geen geld voor dus verzinnen ze een ruilhandel met Rwanda. Daar is het toch te warm en hebben ze die niet nodig, zij zouden 20 000 gebruikte schoenen krijgen en België 6 000 nieuwe. Die nieuwe moest Rwanda dan betalen. Maar er was een burgeroorlog en Rwanda kon niet betalen dus heeft de regering van België het toch maar betaald. 3. Rechter : oordelen over onregelmatigheden begaan door rekenplichtigen

21 De Hoge Raad voor de Justitie De Hoge Raad werd ingesteld in de nasleep van de beruchte Dutroux-affaire Samenstelling (44 leden) • 11 NL en 11 FR • 11 magistraten en 11 niet-magistraten

Recht

36

De magistraat leden worden verkozen door de leden van de magistratuur en de niet-magistraat leden worden verkozen door de Senaat met 2/3 meerderheid. 2 Functies 1. Benoemings- en aanwijzingscommissie De benoemings- en aanwijzingscommissie geeft adviezen aan de minister van Justitie over de kandidaat magistraten omtrent de benoeming hiervan. Dit advies is niet bindend, de minister heeft altijd het laatste woord. De benoemings- en aanwijzingscommissie baseert zich op zijn georganiseerde examens, die toegang geven tot de rechterlijke macht. Dit geldt zowel voor de zittende magistratuur (rechters) als voor de staande magistratuur (parketmagistraten) 2. Advies- en onderzoekscommissie • De burger kan klachten indienen bij de ombudsdienst omtrent de werking van het gerecht • Ze geven advies omtrent de werking van het gerecht (= onderzoek naar het disfunctioneren van het gerecht vb. korpsoversten die hun werk niet goed doen) en de wetgeving terzake (= vragen van een hogere raad bij de wijzigingen van een wetsvoorstel of wetsontwerp) Rechters = vellen vonnissen in rechtbanken Raadsheren = vellen arresten in hoven

22 Supranationale instellingen We hebben Statelijke rechtsordes, dwz dat de juridische basisstructuren van de samenleving zich situeren op het niveau van de staat met beperkte territoriale afgrenzing (prov, gem) of met ruimere territoriale omvang (UNO, EU). Daarom is alles gebaseerd op nationale rechtordes. Al deze structuren zijn overlegorganen voor staten. Er bestaat niet één internationale rechtsorde, zoals voor elk land één nationale rechtsorde, maar er is een veelheid van rechtsordes. De nationale rechtsordes baseren zich op vele vlakken vb. onderwijs, cultuur, economie,… maar de internationale rechtsordes beperken zich tot het militaire (NAVO), het economisch (EEG, EU) of het politieke (UNO)

23 De Verenigde Naties (UNO) Doelstellingen Vrede en veiligheid in de wereld (geen Wereldoorlogen meer) Zelfbeschikkingsrecht der volkeren op de voet van gelijkheid (vb. basken, kosovaren streven hier nog altijd voor) Bevorderen van de samenwerking tussen de volkeren Rechten van de mens (vb. euthanasie, recht op drinkbaar water,… = mensenrecht)

Recht

37

= Locale, gewapende conflicten zijn toegenomen, maar er zijn geen wereldoorlogen meer. Organen De algemene vergadering : Belangrijkste politiek orgaan. Komt maar 1 x samen, maar dit duurt enkele weken. Alle lidstaten zitten hier in en krijgen elk één stem. In realiteit is dit wel niet zo eerlijk verdeeld. Men moet betalen om in deze raad te zitten en als men dit niet doet, ben je je stemrecht kwijt. Wie meer betaald heeft dan ook meer te zeggen. De Veiligheidsraad : Belangrijkste beslissingsorgaan. Zij handhaven vrede en veiligheid. Het is een permanent orgaan (komt regelmatig samen) Voor een beslissing heeft men minstens 9 stemmen nodig. Samenstelling 5 permanente leden met vetorecht (1 stem is genoeg om een beslissing tegen te houden) 10 gekozen leden om de 2 jaar verkozen Veel gespecialiseerde organisaties IMF UNESCO FAO ILO WTO WHO UNICEF

=Internationaal Monetair Fonds =United Nations Educational Scientific and Cultural Organisation Vb. Tempels in Egypte verhogen zodat ze niet onder water zullen lopen. =Wereld landbouw organisatie =Internationaal Labor Organisation = World Trade Organization = World Health Organization = Wereldkinderfonds

Gerechtelijke instanties



Internationaal Gerechtshof (Den Haag) ○ Grensconflicten = geschillen tussen staten Vb. Ethiopië en een kustgebied van Ethiopië vechten om een strook zand. Zij denken dat er olie en gas onder zit. Later werd er een compromis gesloten door het internationaal gerechtshof en uiteindelijk was er geen gas en olie. ○ Vrijwillig = men moet de rechtsmacht van het hof herkennen Vb. VS en Frankrijk herkennen geschil per geschil, als het hun aanstaat herkennen ze het en anders niet.



Internationaal Strafhof (Den Haag, ICC) ○ Operationeel sinds 01.07.02 ○ Vervolgt genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden begaan op het grondgebied van de landen die het verdrag hebben geratificeerd en misdaden wereldwijd begaan door burgers van die landen.

Recht

38

71 van de 131 landen hebben dit geratificeerd. VS vind het zelfs een bedreiging van de soevereiniteit en een bedreiging voor het personeel. Ze hebben zelfs gezegd dat als er iets gebeurd en er wordt iemand opgepakt door het Strafhof dan gaat de VS een militaire actie ondergaan om deze persoon vrij te krijgen.



Uitzonderingsrechtbanken ○ IMF, Unesco, FAO, ILO, WTO,…

24 De Raad van Europa Samenstelling • •

45 Europese landen Het is een losse verdragsstructuur

Doelstellingen •

Bescherming van mensenrechten via de EVRM (= Europees verdrag voor de rechten van de mens) Het is de bijbel van de Raad van Europa. Hier staan de inbreuken van de Staten op de fundamentele rechten van de mens in. • Ontwikkeling van cultuur en wetenschap via verdragen

Het gaat altijd over interne kwesties = inbreuken van de Staat België en de Raad van Europa • • •

Dumeini Columberg (1998) = een Zwitsers parlementslid. De klacht kwam van de franstaligen. De taalgenoten in Brussel werden gediscrimineerd. Lili Nabholz-Heidegger (2002) = een Zwitsers parlementslid. De klacht was hetzelfde maar nu werden de franstaligen in de faciliteiten benadeeld. Boriss Cilevics (2003) = Parlementslid uit Letland. Dit keer kwam de klacht van de nederlandstaligen over de behandeling van de nederlandstaligen in de Brusselse ziekenhuizen.

Voorwaarden waarom deze commissarissen naar ons land werden gestuurd • • •

Inbreuk van de grondrechten Door een Publiekrechterlijke instantie (= de overheid) Na een uitputting van nationale rechtsmiddelen. (eerst hebben de interne rechtsvormen een oplossing proberen te zoeken maar dit lukte niet)

25 Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Straatsburg) = schending van de grondrechten door de overheid Bevoegdheden

Recht

• •

39

Interpretatie en bewaking van de toepassing van het EVRM en protocollen Streeft naar een minnelijke schikking of zelfs naar een veroordeling

Vordering mogelijk • • •

Door lidstaten, NGO’s, particulieren en verenigingen Mits uitputten van de nationale rechtmiddelen Binnen de 6 maand na definitieve uitspraak

Vb. Agusta = aankoop van helicopters. De minister en particulieren waren schuldig. Doordat er een minister bij was, werden de particulieren voor een strengere en hogere rechtbank veroordeeld dan normaal zou zijn. Zij zijn naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens gegaan en hebben gelijk gekregen.

26 De Europese Unie (EU) 27 Doelstellingen • •



Oorspronkelijk = Verdrag van Rome (1957) (EEG) = economische unie, ze zijn maar tot 1 overeenkomst geraakt bij de landbouw Verruiming = door het verdrag van Maastricht 1992 is de EU tot een politieke unie gevorderd ( sociale zaken, justitie, onderwijs, immigratiebeleid, enz. Vb. Achtervolging mag over de grens Uitwisseling van studenten mogelijk door diploma’s gelijk te maken en ze te erkennen in het buitenland Subsidiariteitsbeginsel = wat op nationaal vlak beter kan geregeld worden, blijft best nationaal.

28 Historiek 1944 1958 1951 1957 1973 1981 1986 1995

= Benelux douane-unie (= de Eu werd uitgeprobeerd in de Benelux) = Benelux Economische Unie = Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) Benelux + Frankrijk + Italië + Duitsland = Europese Economische Gemeenschap (EEG) + Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) + Denemarken + Ierland + Verenigd Koninkrijk = Europese Handelsassociatie (EVA) opgericht + Griekenland (democratisch geworden) + Spanje + Portugal (democratisch geworden) + Finland + Zweden + Oostenrijk (Zwitserland is nu eiland in EU)

Recht

2004 2007 ????

40

+ Estland + Letland + Litouwen + Polen + Tsjechische Republiek + Slowakije + Hongarije + Slovenië + Malta + Griekse gedeelte van Cyprus + Roemenië + Bulgarije ? + Turkije

29 Europese politieke instellingen A. Europees parlement (1957) (1000 ambtenaren) 1. 732 rechtstreeks verkozen ( vanaf 2004) 2. Verkiezingen zijn om de 5 jaar, samen met de gewesten en gemeenschappen 3. 24 Belgische Europarlementsleden (NL 14, Fr 9 en Du 1) Normaal waren deze 25, maar deze hebben ze geschonken aan de Eskimo’s in Groenland anders is het een oneven nummer. 4. Vergadering • Maandelijkse plenaire vergadering  Staatsburg • Parlementaire commissies en aanvullende plenaire vergadering  Brussel • Administratieve zetel  Luxemburg 5. Beperkte bevoegdheden van het Europees parlement • Geen rechtstreekse wetgevende bevoegdheid • Consultatief (raadplegend) en controlerend • Voorstellen van de Raad van de EU verwerpen • Voorstellen van de Raad van de EU goedkeuren • Begroting goedkeuren • Benoeming van de commissie goedkeuren • Kan de commissie tot aftreding dwingen door een motie van wantrouwen met 2/3 meerderheid

B. Raad van de Europese Unie (2500 ambtenaren) 1. Ministerraad = vergadering van ministers volgens thema vb. alle ministers van Ec Zaken = belangrijkste beslissingsorgaan van de nationale staat 2. Vergaderingen in Brussel 3. Vaardigt naast normen (verordeningen, richtlijnen, beschikkingen) ook aanbevelingen en adviezen uit op voorstel van de Europese Commissie 4. Besluiten worden bij unanimiteit of gekwalificeerde meerderheid genomen

Recht

41





Unanimiteit = Iedereen moet hetzelfde stemmen. Wordt gebruikt voor zeer belangrijke zaken ○ Belastingen ○ Vrij verkeer van de WN ○ Sociale zekerheid ○ Immigratie ○ Cultuur ○ Opvoeding Gekwalificeerde meerderheid = elk land krijgt een aantal stemmen met wegingcoëfficiënt door het aandeel van de bevolking. Bij een meerderheid van +- 73% is het goedgekeurd

C. Europese Raad (Geen ambtenaren) 1. Topconferenties  Staatshoofden en regeringsleiders + voorzitter van de Europese Commissie 2. Vergadert ten minste 2x per jaar te Brussel 3. Bepaalt algemene politieke beleidslijnen en ontwikkelingen Principes van de vooruitgang van de EU Vb. Invoeren van de Euro, verandering in de Europese gemeenschap, uitbereiding met 10 nieuwe leden,… D. Europese Commissie ( 21 000 ambtenaren) 1. Prefiguratie van de toekomstige Europese regering 2. 25 leden (Voorzitter + 24 commissarissen) met mandaat van 5j 1 voor elk land voorgedragen door de nationale regering. De nationale regering kan met deze commissaris niets meer doen omdat hij fouten heeft gemaakt,… Wisselzetels = Met 24 is nogal veel dus heeft men een afwisseling. Dit heeft wel als nadeel dat alle landen niet aanwezig zijn. 3. Permanent orgaan – Brussel 4. Werkt onafhankelijk van de nationale regeringen 5. Heeft monopolie voor wetgevende initiatieven en opstellen van ontwerpteksten 6. Beslissingsbevoegdheid ligt bij Raad v/d EU 7. Controlerende bevoegdheid • Kan sancties / dwangsommen opleggen aan personen en ondernemingen binnen de lidstaat. Vb. Wanneer men Europese regels overtreedt • Kan lidstaten voor het Europese Hof van Justitie dagen

Recht

42

Vb. Wanneer de streefdatum van het invoeren van een richtlijn verstreken is.

30 De Europese gerechtelijke instellingen A. Het Europees Gerecht van Eerste Aanleg (1989) (8000 ambtenaren) één rechter per lidstaat Zetelt in Luxemburg Bevoegdheden Beroepen van particulieren en ondernemingen tegen handelingen van de Europese instellingen vb. onwettelijke handelingen Nietigverklaring van handelingen wegens strijdigheid met de Europese regels, vooral concurrentieregels vb. productiequotes, marktafspraken Vorderingen om besluiten van gemeenschapsinstellingen af te dwingen Eisen tot schadevergoeding Geschillen tussen Commissie en haar personeel (ambtenaren van de EU) vb. looneisen B. Het Europese Hof van Justitie ( Hof staat boven een Rechtbank ) 15 rechters + 8 advocaten-generaal Zetelt in Luxemburg Bevoegdheden Zetelt soms in eerste en laatste aanleg (geen beroep meer mogelijk) ○ Beroep wegens niet-nakoming van verplichtingen ○ Beroep wegens nietigverklaring van rechtlijnen ○ Beroep wegens nalatigheid (= niet-omzetting van richtlijnen in de eigen wetgeving.) Behandelt hoger beroep tegen uitspraken van Gerecht van Eerste Aanleg Beantwoordt prejudiciële vragen Andere Europese instellingen Economisch en Sociaal comité (222 leden) Comité van de regio’s (Vl, Wal,…) (222 leden) Rekenkamer (15 leden) Europese Centrale Bank (vb. invoeren van de euro) Europese investeringsbank ( kent leningen toe)

31 Belgische Gerechtelijke Instellingen 32 Algemene Beginselen

Recht

1

43

Eenheid van rechtspraak via piramidale opbouw

Niveau V: Land (1)

= Hof van Cassatie

Niveau IV: Rechtsgebieden (5)

= Hof van Beroep

Niveau III: Provinciaal (11)

= Hof van Assisen

Niveau II: Gerechtelijk Arrondissement (27)

= Rechtbank van 1e aanleg

Niveau I: Gerechtelijk Kanton (187)

= Vrederechter

4

Dubbele aanleg met uitzonderingen Iedereen kan de zaak 2x ten gronde laten behandelen Vredegerecht  als schadeclaim < 1240 €  geen beroep Rechtbank van 1e aanleg  wanneer schadeclaim > 1860 €  beroep mogelijk Arresten van Hof van Assisen  geen 2de aanleg Arrondissementsrechtbank  enkel bevoegdheid tot toewijzing  geen beroep mogelijk

5

Horizontale en verticale specialisatie van de rechtbanken  p 126 Verticale specialisatie: Splitsing van RB volgens de ernst van de zaak Horizontale specialisatie: Splitsing volgens de aard van betwisting De specialisatie van de rechtbanken laat ook toe de samenstelling van de rechtbank aan te passen aan de aard van de geschillen die ze dient te beslechten. Één of meer rechters, beroepsrechters, lekenrechters of jury. De rechtbank van koophandel vb. bestaat uit één jurist, beroepsrechter,…

6

Territoriale organisatie van de rechtbanken (kanton, arrondissement, provincie, rechtsgebied, land) = Welk vredegerecht mag de zaak behandelen = de woonplaats van de verweerder

Opmerkingen 1. Elke rechter oordeelt soeverein (= geen rekening houden met andere rechters, geeft hun eigen mening) 2. Rechtszekerheid en rechtsgelijkheid eisen een coherente (eenvormige) rechtspraak

33 Structuur van de gerechtelijke organisatie Handboek p 126

Recht

44

34 Rechtbanken en Hoven 35 Burgerlijke en handelszaken A. Vrederechter Een vrederechter zal altijd eerst proberen tot een minnelijke schikking te komen, indien deze er komt wordt deze vastgelegd op papier = dading 1. Samenstelling: alleen zetelende rechter 2. Bevoegdheid : Zaken beneden 1860 € Zonder bovengrens = 1860 € geldt niet ○ Huurgeschillen ○ Pacht ○ Burenruzies ○ Onteigening ○ Erfdienstbaarheid ○ Onderhoudsgeld = echtelijke problemen VOOR de scheiding. Vb. voorlopige toewijzing alimentatie Na de scheiding = RB van 1e aanleg ○ … B. Rechtbank van 1e aanleg Jeugdrechtbank •

Samenstelling: alleenzetelende rechter



Bevoegdheden: burgerlijke zaken en strafrechterlijke zaken tegen minderjarigen

Het kan zijn als de minderjarige + 16j een heel zware misdrijf heeft gepleegd dat deze naar het assisenhof wordt gebracht maar dit is zeldzaam Men geeft nooit straffen maar geeft opvoedende en beschermende maatregelen • Berisping: vb opgepakt met kleine hoeveelheid wiet, alleen waarschuwing • In pleeggezin plaatsen vorige vb maar als de ouders druggebruikers zijn





Open / gesloten instelling



Onder hoede van een jeugdbeschermingscomité

Alternatieve straffen : vb roekeloos rijden met bromfiets, 1 week bij de spoeddienst gaan helpen

Burgerlijke rechtbank  volheid van bevoegdheid

Recht

45

= alle geschillen waarvoor een andere rechtbank niet voor bevoegd is • •

Samenstelling: 1 of 3 rechters (= beroepsmagistraten)

Bevoegdheid: Alle geschillen van het burgerlijk recht en hoger beroep kan aangetekend worden als de waarde > 1240€ en in 1e aanleg door de vrederechter behandeld werden.

C. Rechtbank van Koophandel (= handelsrechtbank) •

Samenstelling: 3 = een onpaar  altijd een meerderheid ○ 1 beroepsmagistraat (= rechter benoemd voor heel het leven) ○ 2 lekenrechters  Rechters in handelszaken  Consulaire rechters = Practice, handelaars Voorwaarden • Min 30 jaar zijn • Al 5jaar handelaar of bestuurder van een interprofessionele organisatie zijn (vb Unizo) • Mandaat kan verlengd worden met 5jaar

• Bevoegdheid : ○ In eerste aanleg  handelsgeschillen ○ In hoger beroep  handelszaken met een waarde > 1240€ die in eerste aanleg door de vrederechter beslecht werden. Soms worden geschillen, ook wanneer geen van de partijen handelaar is, als handelszaken beschouwd. Vb. geschillen tussen vennoten, faillissementen,… •

Zetelen in Afdeling: = reizende rechtbank. Zetelen niet alleen in hun staanplaats maar verhuizen soms naar een andere stad. Het moet wel voor hetzelfde rechtgebied zijn.

D. Arrondissementsrechtbank



Samenstelling: ○ Voorzitter van Rechtbank van 1e aanleg ○ Voorzitter van Rechtbank van Koophandel ○ Voorzitter van Arbeidsrechtbank



Bevoegdheid: Oplossen van bevoegdheidsconflicten wanneer men niet weet waar de zaak moet voorkomen. De bevoegdheidsaanwijzing is definitief. De rechtbank die aangeduid wordt moet de zaak oplossen

E. Hof van Beroep Een hof heeft geen rechters maar raadsheren en geen vonnissen maar arresten •

Samenstelling: 5 Hoven van Beroep, heeft verschillende kamers

Recht

46

○ Burgerlijke kamer ○ Jeugdkamer ○ Correctionele kamer ○ Fiscale kamer Elke kamer bestaat uit 1 of 3 raadsheren (= beroepsmagistraten) •

Bevoegdheid: ○ Voor het Hof van Beroep kan een zaak nooit in eerste aanleg aanhangig gemaakt worden. Uitzonderingen = 1e aanleg = laatste aanleg  Alles wat magistraten mispeuteren (vb. omkoperij)  Misstappen van ministers en ex-ministers tijdens hun mandaat ○ Tegen vonnissen die in 1e aanleg geveld werden door de rechtbank van koophandel of de rechtbank van 1e aanleg kan hoger beroep worden ingesteld bij het hof van beroep.

F. Hof van Cassatie of Hof van Verbreken = Hoogste rechtscollege

• • •



Samenstelling: Gespecialiseerde kamers of rechtscolleges bevoegd voor ○ Burgerlijke zaken ○ Handelszaken ○ Sociale zaken ○ Strafzaken Met in elke kamer 5 raadsheren (= beroepsmagistraten)



Bevoegdheid: Verbreken en verwijzen van een vroeger vonnis of arrest. ○ Niet verbroken : het vroegere vonnis blijft bewaard ○ Verbroken : Bij schending van de wet of procedurefouten, verbreekt het het aangevochten vonnis of arrest en verwijst het de zaak naar eenzelfde rechtscollege als datgene dat het verbroken vonnis of arrest geveld heeft

3 redenen voor hof van cassatie Procedurefouten Interpretatiefouten Schending van een algemeen rechtsbeginsel. Vb. Eerbiediging van het recht van de verdediging, niet terugwerkende kracht van de wet (een wet gaat pas in als deze in het Staatsblad gepubliceerd is. Men kan achteraf niet straffen op deze feiten als de wet nog niet van toepassing was) Geen derde aanleg mogelijk: men onderzoekt enkel • Of de wet juist werd geïnterpreteerd of toegepast • Of er geen procedurefouten gemaakt werden • …

Recht

47

Men kan naar het Hof van Cassatie gaan • Vanuit laatste aanleg wanneer men eerst de gewone rechtsgang doorlopen heeft • Wanneer de 1e aanleg van de rechtbank van 1e aanleg komt, daarna naar het Hof van Beroep gaat en daarna naar Hof v Cass • Wanneer een zaak vanuit het vredegerecht komt omdat het bedrag overschreden wordt.

36 Arbeidszaken = arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht Bestaat pas vanaf 1971. Daarvoor noemden men dit werkrechtersraden. Dit zijn arbitragecommissies. Zij zoeken een compromis dus vellen geen vonnissen of arresten. A. Arbeidsrechtbank • • • ○

Waar? Per gerechtelijk arrondissement (=27) Zetelen in afdeling = reizende Rechtbank, men heeft ten minste 2 uitwijkplaatsen Samenstelling Rechtbank  Minstens 2 kamers/rechtscolleges  1 voorzitter = beroepsmagistraat (goede werking van de rechtbank controleren)  Rechters in arbeidszaken = beroepsmagistraten • VBO (= Verband van Belgische ondernemingen) VBO gaat naar de minister en de minister geeft een dubbele lijst van kandidaten aan de Koning (1 echte en 1 valse). De Koning moet de echte ondertekenen en de valse verwerpen. • Middenstandsorganisatie (vb. Unizo = Unie van zelfstandigen)  Rechters in sociale zaken (apart voor bedienden en werklieden) • ACV (Algemeen Christelijke Vakbond) • ABVV ( Algemeen Belgische vakverbond) • ACLVB (Algemene Centrale van de Liberale Vakbonden van België) ○ Kamer (4 mogelijkheden)  3 leden • 1 voorzitter = rechter in arbeidszaken = beroepsmagistraat • 2 rechters in sociale zaken (1 voor WN en 1 voor WG)  1 lid • Alleenzetelend rechter bij een kortgeding = voorzitter  5 leden • 1 voorzitter, rechter in arbeidszaken • 4 rechters in sociale zaken (2 voor WN en 2 voor WG)

Recht

48

Vb bij ontslag krijgt de WN niet genoeg vergoeding.  3 leden • 2 rechters in arbeidszaken • 1 rechter in sociale zaken (geen opsplitsing WG en WN) Vb wanneer een middenstander zijn bijdrage niet op tijd betaald. Hier heeft maar 1 partij belang bij namelijk de WG (= middenstand) •



Bevoegdheid = behandelen van sociale zaken en zekerheidsrecht  Geschillen inzake arbeidsovereenkomsten  Inzake de toepassing van CAO  De vergoedingen voor arbeidsongevallen  De rechten en plichten van de sociale verzekerden Men mag niet oordelen over collectieve conflicten vb. staking

Arbeidsauditoraat = openbaar ministerie of parket zijn alleen bij de arbeidsrechtbank wanneer zij advies moeten geven. Verplichte zitting  Leefloon, bestaansminimum  Sociale zekerheid van zelfstandigen  Administratieve boetes

B. Arbeidshof Men kan altijd in beroep gaan bij fiscale en arbeidszaken •



Waar? Overal waar we het Hof van Beroep vinden ○ Antwerpen: (ook bevoegd voor Limburg = zetelende rechtbank) ○ Gent: (Bevoegd in Oost- en West-Vlaanderen = zetelende RB) ○ Brussel: (Vl Brabant, Waals Brabant en Brussel) (geen zetelende RB) ○ Bergen: (Henegouwen) ○ Luik: (Luik, Namen en Luxemburg = zetelende RB)

Samenstelling hof(zelfde als de arbeidsrechtbank maar rechters worden raadsheren) ○ 1 Voorzitter ○ Raadsheren in arbeidszaken ○ Raadsheren in sociale zaken •

Samenstelling Kamer (zelfde als de arbeidsrechtbank maar rechters worden raadsheren)



Bevoegdheden = er is altijd een hoger beroep mogelijk, hiervoor is geen minimum bedrag nodig.

Recht

49



Arbeidsauditoriaal-generaal

37 Fiscale Zaken A. Fiscale Rechtbank

• •

Waar? Waar rechtbanken van eerste aanleg gelegen zijn Bevoegdheid? Geschillen betreffende de toepassing van de belastingswet op voorwaarde dat de voorafgaande administratieve procedure is uitgeput.

B. Hof van Beroep



Waar?



Bevoegdheden? ○ Hoger beroep tegen zaken in 1e aanleg bij de fiscale Rechtbank = 2e aanleg ○ Altijd hoger beroep mogelijk zonder een verplicht bedrag

Waar we arbeidshof ligt

38 Strafzaken 30% van alle zaken zijn strafzaken, de andere 70% zijn arbeidszaken A. Politierechtbank



Waar?



Samenstelling Alleenzetelende rechter



Bevoegdheden ○ Kleine misdrijven(= overtredingen) met max 7 dagen gevangenisstraf of geldboetes van max 1240€ Vb. vandalisme, nachtlawaai, bevuilen van openbare plaatsen, verspreiding hinderlijke geuren ○ Alle inbreuken op de verkeerscode. Er is geen limiet. Vb. Vluchtmisdrijf eventueel met doden, verkeersagressie

Per gerechtelijk arrondissement 2 à 3 rechtbanken (40)

B. Correctionele Rechtbank



Waar? Elke gerechtelijke arrondissementen (27)

Recht

50



Samenstelling 1 à 3 rechters naargelang de grote van de zaak

• Bevoegdheden • 1e aanleg = Gewone misdrijven (= wanmisdrijven) met 8 dagen tot 5 jaar gevangenisstraf of geldboetes > 1240€ Vb bedrog, eerroof, laster, slagen en verwondingen, aanranding, oplichting, misbruik van vertrouwen, milieudelicten • Hoger beroep = Altijd hoger beroep mogelijk. Zaken gewezen door de politierechtbank komen hier terecht. C. Hof van Beroep

• Waar? In alle 5 rechtsgebieden • Samenstelling 1 of 3 raadsheren • Bevoegdheid In hoger beroep voor zaken van de Correctionele rechtbank

D. Hof van Assisen



Waar? 11, 1 per provincie + 1 in Brussel



Samenstelling Ze hebben geen eigen magistraten. Het zijn beroepsmagistraten van het Hof van Beroep en de rechters van de rechtbank van 1e aanleg

• Jury (12 leden = gezworenen) ○ Kiezen op kiezerslijsten • Eerste selectie (je mag bezwaar indienen) • Voor elke zaak worden uit deze lijst nog een selectie gedaan. Naargelang de grootte van de zaak maar meestal 12 juryleden + 12 reserven (deze wonen alles bij) ○ Duur? Kan 1 week tot 6 maanden duren ○ Hoe ervan af geraken? Als ze uw argumentatie aannemen ben je ervan af Vb. De bank zit te slecht en je hebt veel rugklachten ○ Wat moet de jury doen

Recht

51

Antwoorden op schuldvragen. Men moeten 40 vragen oplossen. Vb. moord of niet, met voorbedachte raden of niet,… en uiteindelijk beslissen of hij schuldig is of niet ○ Stemmen • Staking van de stemmen: 6 stemmen voor en 6 tegen • Raadsheren stemmen mee: 7 stemmen voor en 5 tegen ○ Indien schuldig Bepaald de jury samen met de 3 raadsheren de strafmaat ○ Geen beroep mogelijk ○ Loon? De WG betaald de lonen gewoon verder tijdens het proces.



Bevoegdheid Ze hebben geen vaste rechtsmacht, in die zin dat het hof niet permanent zetelt en evenmin magistraten heeft. En is bevoegd over

• • •

Zware misdrijven Politieke misdrijven Drukpersmisdrijven

De arresten van dit hof worden steeds in eerste en laatste aanleg gewezen, er is geen hoger beroep, noch enkel cassatie mogelijk.

39 De administratieve en tuchtrechtelijke rechtscolleges Behandeld geschillen van



Burgerlijke rechten = alle rechten die de burger tegenover zijn medeburger, als privépersoon, kan uitoefenen. • Deze worden behandeld bij de gewone rechtbank. Zij hebben de volheid van bevoegdheid



Politieke rechten = de rechten die de burger, als lid van de natie, kan laten gelden tgo de overheid. (vb. kiesrecht, militie, fiscaliteit, functies in overheidsdienst,…) m.a.w. die rechten waaromtrent de wet een administratief rechtscollege beslissingsbevoegdheid heeft gegeven. • Deze worden behandeld bij de administratieve rechtscolleges Zij behandelen alleen wat door de weg is aangewezen

2 verschillende rechtscolleges



Administratieve rechtscolleges

Recht

52

= administratieve organen die naast hun gewone taak ook nog voor een of andere aangelegenheid een rechterlijke beslissingsbevoegdheid hebben gekregen. deze weg moet men aflopen wanneer men vb een bouwvergunning wil • College van burgemeester en schepen • Bestendige reputatie van de provincie • Minister van ruimtelijke ordening van het Vlaamse gerecht • Raad van State



Tuchtrechtelijke rechtscolleges = enkel bevoegd om uitspraak te doen omtrent overtredingen van deontologische (plichten) regelen van bepaalde beroepen. •

Zij zijn opgericht en functioneren binnen een zogenaamde publiekrechtelijke beroepscorporaties (allemaal vrije beroepen) = beroepsorganisaties die door de wetgever werden belast met een toezicht op de uitoefening van beroepen, waarin de bescherming van de privileges van groot belang is. Vb. Orde van Advocaten, Orde van Apothekers, de Federatie van Notarissen ○ Voorwaarden  Lidmaatschap + lidgeld betalen ○ Overtredingen  Niet-betaling van het lidgeld  Schending van de geheimhoudingsplicht  Aanrekenen van te lage honoraria  Reclame maken  Verlenen van kortingen

40 Arbitrage Synoniemen = Scheidsrechtersuitspraak = Buitengerechtelijke rechtspleging (buiten RB)

• Definitie = Soort van private rechtspraak, die totstandkomt op basis van een overeenkomst tussen de betrokken partijen, waarin zijn bedingingen dat de beslechting van bestaande of toekomstige geschillen wordt toevertrouwd aan één of meer derde personen ipv aan de rechterlijke macht. Vb. de dokter zegt dat je 14 dagen moet thuisblijven. De WG stelt een controlerende geneesheer aan om je te onderzoeken en deze zegt dat je niet ziek bent. Je mag in principe thuisblijven want je bent wettelijk

Recht

53

afwezig. Men kan toch beter tot een minnelijke schikking komen. Als dit niet lukt kan je naar arbitragecommissie die een 3e dokter aanstelt. Zijn advies is bindend.

• Uitspraak = Scheidsrechterlijke overeenkomst of compromissoir beding • Geschillen = over rechten waarover men vrij kan beschikken •

Voordelen ○ Snellere procedure ○ De mogelijkheid om de betwisting aan technisch meer bevoegde personen voor te leggen.



Voorwaarden ○ Samenstelling Oneven aantal arbiters ○ Beslissing Volstrekte meerderheid van de arbiters

• Goedkeuring Hier doet men enkel een schriftelijke uitspraak. Om tot een gedwongen uitvoering van scheidsrechterlijke beslissing te kunnen overgaan, moet die beslissing evenwel nog uitvoerbaar verklaard worden door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg = Exequatur • Geen beroep mogelijk Enkel een vordering tot nietigverklaring. Voorwaarden • Strijdigheid van de uitspraak met de openbare orde • Nietigheid van de scheidsrechterlijke overeenkomst • Niet-naleving van de wettelijke opgelegde procedureregelen • • • • • • • •

Arbitragecommissies Geschillencommissie meubelen Vb. discussie beschadiging Verzoeningscommissie 2e handswagens Vb. gratis herstel Geschillencommissie reizen Vb. appartement in Spanje gekocht zonder zicht op zee terwijl dit wel moest Vertrouwenscommissie textielreinigers Vb. bij de droogkuis ineens blauwe vlekken Geschillencommissie verzekeringscontract Verzoeningscommissie bouw Allerlei ombudsdiensten ○ Bij banken ○ Bij verzekeringsmaatschappijen

Recht

54

○ Vervoersmaatschappij ○ …

Related Documents

Recht
April 2020 7
Recht
June 2020 7
Zusatzskript Recht
November 2019 12
Skript Recht
October 2019 16
Phthalates-recht
April 2020 4
Recht Annick
November 2019 9